NL2015241B1 - Plissé horinrichting en werkwijze voor montage. - Google Patents

Abstract

Een plissé horinrichting (100) en werkwijze voor montage. De horinrichting (100) omvat een zijstijl (11) met een eerste bevestigingsprofiel (B 1). Bevestigingsmiddelen (31) omvatten een tweede bevestigingsprofiel (B2) dat complementair is met het eerste bevestigingsprofiel (B 1). De horinrichting (100) omvat een modulair hoeksegment (21) met een derde bevestigingsprofiel (B3) aan een eerste hoekzijde (21a) dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel (B 1) voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel (B 1) voor bevestiging van het eerste hoeksegment (21) aan de zijstijl (11). Het hoeksegment (21) omvat een loodrecht op de eerst hoekzijde (21a) gelegen tweede hoekzijde (21c) die aan een buitenkant van het eerste hoeksegment (21) een vierde bevestigingsprofiel (B4) omvat dat complementair is aan een bevestigingsprofiel (B2) van bevestigingsmiddelen (31) voor het op de dag bevestigen van de horinrichting (100) aan een loodrecht op de binnenkant (50a) van het kozijn (51) gelegen voorkant (51c) van het kozijn (51).

Description

Titel: PLISSÉ HORINRICHTING EN WERKWIJZE VOOR MONTAGE

De uitvinding heeft betrekking op een plissé horinrichting zoals een hordeur of raam, en werkwijze voor montage. De horinrichting omvat een horscherm voor het afschermen van een deur- of raamopening bijvoorbeeld tegen insecten. In een plissé horinrichting is het vouwbare horscherm bevestigd tussen een zijstijl of vaste lijst en een treklijst die beweegbaar is ten opzichte van de zijstijl. De trekhjst wordt bijvoorbeeld geleid in zijn beweging door een boven- en ondergeleider voor het op- of uitvouwen van het horscherm.

Gebruikelijk is een horinrichting geconstrueerd voor een bepaald type montage welk type is onder te verdelen in twee aparte categorieën. Plissé hordeuren worden vooral geleverd voor “in de dag” montage. Men spreekt over “in de dag” montage als de horinrichting bevestigingsmiddelen heeft voor plaatsing aan de binnenkant van een kozijn, d.w.z. binnen de omtrek van het kozijn. Met kozijn wordt hier bedoeld de omtrek rond een opening van een deur of raam, gebruikelijk een houten of kunststof lijst, eventueel de muur er om heen. De “in de dag” horinrichting heeft normaal bevestigingsmiddelen aan de buitenomtrek van de zijstijl en de bovengeleider. De “in de dag” plissé hordeur kan als voordeel hebben dat deze geen extra ruimte inneemt in de kamer waar deze geplaatst wordt.

Echter, niet elk kozijn is geschikt voor “in de dag” montage, bijvoorbeeld als het kozijn relatief dun is, of in geval van een schuifdeur met uitstekende deurklink. In dat geval kan men kiezen voor een “op de dag” montage van de horinrichting, d.w.z. met bevestigingsmiddelen geschikt voor plaatsing van de inrichting voor- of op het kozijn (lijst of evt. muur). Dit type montage is vooral toegepast bij zogenaamde rolhordeuren omdat deze relatief weinig ruimte innemen door het oprollen in plaats van opvouwen van het horscherm. Plissé hordeuren vooral worden echter vooral geleverd voor “in de dag” montage. Om deze in uitzonderlijke gevallen toch “op de dag” te kunnen plaatsen, dient men gebruikelijk eerst een los frame te construeren voor de deur opening waarbij dit losse frame als een soort substitutiekozijn kan fungeren rond de “in de dag” hordeur. Echter, de constructie van het losse frame resulteert in extra tijd en kosten voor montage. Bovendien kan het lastig zijn om het extra frame op de juiste maat te maken. Er is dus behoefte aan een verbeterde plissé horinrichting die makkelijk is te plaatsen en flexibel inzetbaar voor verschillende situaties.

Deze en andere behoeften worden vervuld door een plissé horinrichting volgens de uitvinding. De horinrichting omvat een horscherm voor het afschermen van een deur- of raamopening tegen insecten. Een buitenzijde van een zijstijl van de horinrichting heeft een eerste bevestigingsprofiel voor bevestiging van de horinrichting aan een kozijn van de deur- of raamopening. Het horscherm is bevestigd tussen een binnenzijde van een treklijst en een binnenzijde van de zijstijl tegenover genoemde buitenzijde van de zijstijl. De horinrichting wordt geleverd met bevestigingsmiddelen die een tweede bevestigingsprofiel hebben welke complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel, d.w.z. het eerste bevestigingsprofiel past in het tweede bevestigingsprofiel of vice versa om een verbinding te vormen. Hiermee is de plissé horinrichting geschikt voor het “in de dag” bevestigen van de horinrichting aan een binnenkant van het kozijn via de bevestigingsmiddelen.

De horinrichting is gekenmerkt door toevoeging van een modulair hoeksegment. Het hoeksegment wordt gevormd door een eerste hoekzijde en een loodrecht daarop gelegen tweede hoekzijde. De binnenkant van de eerste hoekzijde omvat een derde bevestigingsprofiel dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel voor bevestiging van het eerste hoeksegment aan de zijstijl. De buitenkant van de tweede hoekzijde omvat een vierde bevestigingsprofiel dat complementair is aan het tweede bevestigingsprofiel (van de bevestigingsmiddelen). Hiermee is de plissé horinrichting geschikt voor het “op de dag” bevestigen van de horinrichting aan een loodrecht op de binnenkant van het kozijn gelegen voorkant van het kozijn via de bevestigingsmiddelen.

Door toevoeging van het modulaire hoeksegment kan men een “in de dag” horinrichting op eenvoudige wijze “op de dag” monteren. Doordat het hoeksegment modulair is, d.w.z. los afneembaar, houdt men de keuze om de horinrichting zowel “in de dag” als “op de dag” te kunnen monteren, afhankelijk van de situatie. Voor het “op de dag” plaatsen hoeft men enkel het hoeksegment te bevestigen aan de zijstijl met het profiel dat anders voor “in de dag” montage gebruikt werd voor de bevestigingsmiddelen. Omdat de bevestigingsmiddelen direct op het hoeksegment passen, is het niet meer nodig om nog een apart frame op het kozijn of de muur te construeren. Hierbij kunnen dezelfde bevestigingsmiddelen met een profiel dat normaal alleen past in de buitenomtrek van de zijstijl nu ook geplaatst worden tussen de voorkant van het kozijn en het hoeksegment aan de horinrichting. Hiermee is dus een verbeterde plissé horinrichting verschaft die makkelijk is te plaatsen en flexibel inzetbaar voor verschillende situaties

Door de keuze van complementaire bevestigingsprofielen aan het hoeksegment, kunnen de bevestigingsmiddelen zowel een directe verbinding vormen tussen de zijstijl en de bevestigingsmiddelen aan een binnenkant van het kozijn, als een indirecte verbinding via het hoeksegment tussen de zijstijl en de bevestigingsmiddelen aan de voorkant van het kozijn. Hierbij kan bijvoorbeeld het derde bevestigingsprofiel aan de binnenkant van de eerste hoekzijde van het hoeksegment dimensioneel overeenkomen met het tweede bevestigingsprofiel van de bevestigingsmiddelen. Het vierde bevestigingsprofiel aan de buitenkant van de tweede hoekzijde van het eerste hoeksegment kan dimensioneel overeenkomen met het eerste bevestigingsprofiel aan de buitenzijde van de zijstijl.

Als verdere aanpassing omvat de horinrichting bij voorkeur een borstel geplaatst aan een achterzijde van de treklijst. Wanneer deze zodanig geplaatst wordt dat haren van de borstel zich in hoofdzaak uitstrekken in een richting loodrecht op een bewegingsrichting van de treklijst, kan de borstel in een opening tussen de treklijst en het kozijn afdichten wanneer het horscherm is uitgevouwen en het horscherm de deur- of raamopening afschermt. Dit kan bijvoorbeeld worden gedaan door toevoeging van een tweede hoeksegment waarbij de borstel, die normaal bij “in de dag” montage aan de buitenomtrek van de treklijst bevestigd wordt, nu bij “op de dag” montage onder een loodrechte hoek richting de voorkant van het kozijn geplaatst kan worden. Bijvoorbeeld kan hiervoor een tweede hoeksegment worden gebruikte met complementaire bevestigingsprofielen aan de loodrecht op elkaar staande hoekzijden, op soortgelijke wijze als voor het eerste hoeksegment.

Bij voorkeur zijn een of meer van de genoemde complementaire bevestigingsprofielen geconfigureerd om een onderlinge klikverbinding te vormen. Wanneer de klikverbinding reversibel is, d.w.z. als deze meerdere malen zonder beschadiging kan worden losgehaald en weer bevestigd, kan dit bijzondere voordelen bieden tijdens montage. Bijvoorbeeld kan men in dat geval eenvoudig de horinrichting ombouwen van “in de dag” naar “op de dag” en vice versa. Bijvoorbeeld kan men de zijstijl met montageclips voorzien van plakstrips op de muur drukken en de zijstijl vervolgens weer los klikken om de montageclips vervolgens vast te kunnen schroeven.

Een bovengeleider van de horinrichting, die normaal geschikt is voor “in de dag” montage kan worden aangepast door de uiteinden van de geleidersleuf met zijplaten af te dekken. Hiermee wordt voorkomen dat de treklijst uit de bovengeleider kan worden geschoven bij “op de dag” montage. Voor “in de dag” montage is dit niet nodig omdat de treklijst in dat geval tegen het kozijn loopt. Een ondergeleider kan worden voorzien van een geleidersprofiel voor het geleiden van de treklijst en een onderkant van het horscherm. Een of meerdere afdekkapjes kunnen worden geplaatst tussen de treklijst, respectievelijk de zijstijl en de onder- en bovengeleider. Om deze goed passend te maken voor de “op de dag” montage, kunnen deze op maat worden gezaagd, om te voorkomen dat er gaten ontstaan, vooral aan bij de bovengeleider.

Verdere aspecten van de uitvinding kunnen worden gevonden in een werkwijze voor het monteren van de plissé horinrichting. Bijvoorbeeld worden hierbij eerst de boven- en ondergeleider geplaatst. Vervolgens wordt het horscherm met aan weerszijden de zij stijl en de treklij st geplaatst tussen de boven- en de ondergeleider. Door de bevestigingsmiddelen aan de buitenkant van de tweede hoekzijde van het eerste hoeksegment te klikken met een plakstrip gericht naar de voorkant van het kozijn, kan de zijstijl tegen de voorkant van het kozijn wordt gedrukt om de bevestigingsmiddelen aan de voorkant van het kozijn te plakken. Daarna kan de zijstijl uit de vastgeplakte bevestigingsmiddelen wordt geklikt en kunnen de vastgeplakte bevestigingsmiddelen worden vastgeschroefd aan het kozijn voor extra stevigheid. Daarna kan de zijstijl eenvoudig worden terug geklikt op de vastgeschroefde bevestigingsmiddelen.

Verdere voorkeursvormen, uitvoeringsvoorbeelden en toepassingen van de uitvinding worden hierna toegelicht aan de hand van een aantal figuren. De uitvinding is evenwel niet beperkt tot de getoonde voorbeelden maar is enkel beperkt door de conclusies en eventuele equivalenten waarmee de met de conclusies geopenbaarde uitvindingsgedachte wordt uitgeoefend.

In de figuren tonen: FIG 1 een ontlede projectie van een uitvoeringsvorm van de horinrichting; FIG 2A een schematische doorsnede van een zijstijl van de uitvoeringsvorm; FIG 2B een schematische doorsnede van een treklijst van de uitvoeringsvorm; FIG 3 een schematische doorsnede van een zijstijl en treklijst van de uitvoeringsvorm samen; FIG 4 een perspectief aanzicht van de achterkant van een bovenhoek van de uitvoeringsvorm; en FIG 5 een perspectief aanzicht van de uitvoeringsvorm van de horinrichting los van een deurkozijn en een ingezoomd beeld van een bevestigingsmiddel.

In de hierna volgende beschrijving van de figuren, verwijzen dezelfde verwijzingscijfers veelal naar dezelfde of gelijksoortige onderdelen of begrippen. Details van de inrichting kunnen in sommige figuren zijn weggelaten of toegevoegd om bepaalde aspecten duidelijker te maken. FIG 1 toont een ontlede projectie van een uitvoeringsvorm van een plissé horinrichting 100. De horinrichting 100 omvat een horscherm 10 voor het afschermen van een deur- of raamopening bijvoorbeeld tegen insecten. De horinrichting 100 omvat een zijstijl 11 met een aan een buitenzijde 11a daarvan gelegen eerste bevestigingsprofiel BI voor bevestiging van de horinrichting aan een kozijn van de deur- of raamopening (hier niet getoond). De horinrichting 100 omvat een treklijst 12 die beweegbaar is ten opzichte van de zijstijl 11 voor het op- of uitvouwen van het horscherm 10. Het horscherm 10 is ingericht om in opgevouwen toestand een doorgang te verschaffen door de deuropening en in uitgevouwen toestand de deuropening af te schermen

Het horscherm 10 is bevestigd tussen een binnenzijde 12b van de treklijst 12 en een binnenzijde 11b van de zijstijl 11 tegenover genoemde buitenzijde 11a van de zijstijl 11. De horinrichting 100 omvat bevestigingsmiddelen 31 met een tweede bevestigingsprofiel B2 dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel B1 voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel BI geschikt voor het in de dag bevestigen van de horinrichting aan een binnenkant 51a van het kozijn via de bevestigingsmiddelen 31.

De horinrichting 100 omvat een modulair eerste hoeksegment 21 gevormd door een eerste hoekzijde 21a en een loodrecht op de eerste hoekzijde 21a gelegen tweede hoekzijde 21c. De eerste hoekzijde 21 van het eerste hoeksegment 21 omvat aan de binnenkant een derde bevestigingsprofiel B3 dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel BI voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel BI voor bevestiging van het eerste hoeksegment 21 aan de zijstijl 11. De tweede hoekzijde 21c omvat aan een buitenkant van het eerste hoeksegment 21 een vierde bevestigingsprofiel B4 dat complementair is aan het tweede bevestigingsprofiel B2 voor het op de dag bevestigen van de horinrichting 100 aan een loodrecht op de binnenkant van het kozijn gelegen voorkant van het kozijn via de bevestigingsmiddelen 31.

In een voorkeursuitvoering omvat de horinrichting een bovengeleider 13 met een geleidersleuf 13a voor het daarin opnemen en geleiden van de treklijst 12 en een bovenkant 10a van het horscherm 10; waarbij een eerste uiteinde van de geleidersleuf 13a is afgedekt met eerste zijplaat 28 voor het daartegen kunnen stoppen van de beweegbare treklijst 12. In een verdere voorkeursuitvoering is een tweede uiteinde van de geleidersleuf 13a afgedekt met een tweede zijplaat 27 voor het afdekken van de zijstijl 11. In een voorkeursuitvoering omvat de horinrichting een ondergeleider 14 voor het met een geleidersprofiel 14a geleiden van de treklijst 12 en een onderkant 10b van het horscherm 10. De treklijst wordt hiermee in zijn beweging geleid tussen de bovengeleider 13 en de ondergeleider 14.

In de getoonde voorkeursuitvoering omvat de horinrichting een eerste afdekkappje 23 dat op maat gezaagd is en geplaatst tegen het eerste hoeksegment 21 om een ruimte tussen de zijstijl 11 en de bovengeleider 13 af te dekken. In een verdere voorkeursuitvoering, is nog een tweede afdekkappje 24 geplaatst tegen het eerste hoeksegment 21 om een ruimte tussen de zijstijl 11 en de ondergeleider 14 af te dekken.

In de getoonde voorkeursuitvoering omvat de horinrichting een derde afdekkappje 25 dat op maat gezaagd is en geplaatst tegen het tweede hoeksegment 22 om een ruimte tussen de treklijst 12 en de bovengeleider 13 af te dekken. In een verdere voorkeursuitvoering, is nog een vierde afdekkappje 26 geplaatst tegen het tweede hoeksegment 22 om een ruimte tussen de treklijst 12 en de ondergeleider 14 af te dekken. FIG 2A toont een schematische doorsnede van het gedeelte van de horinrichting rond de zijstijl 11. Hierin is getoond dat de zijstijl 11 een aan een buitenzijde 11a daarvan gelegen eerste bevestigingsprofiel BI omvat.

De buitenzijde 11a van de zijstijl 11 is gelegen tegenover de binnenzijde 11b waar het hier deels gevouwen horscherm 10 is bevestigd.

De figuur toon bevestigingsmiddelen 31 met een tweede bevestigingsprofiel B2 dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel BI. Hierdoor kan eerste bevestigingsprofiel BI bij “in de dag” montage (niet getoond) dienen voor bevestiging van de horinrichting aan de binnenkant 51a van een kozijn 51 van de deur- of raamopening.

De figuur toon het modulaire eerste hoeksegment 21 dat gevormd door wordt een eerste hoekzijde 21a en een tweede hoekzijde 21c . Aan een binnenkant van de eerste hoekzijde 21a van het eerste hoeksegment 21 omvat een derde bevestigingsprofiel B3 dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel BI voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel BI voor bevestiging van het eerste hoeksegment 21 aan de zijstijl 11. Het eerste hoeksegment 21 omvat een loodrecht op de eerst hoekzijde 21a gelegen tweede hoekzijde 21c die aan een buitenkant van het eerste hoeksegment 21 een vierde bevestigingsprofiel B4 omvat dat complementair is aan het tweede bevestigingsprofiel B2 voor het “op de dag” bevestigen van de horinrichting aan een loodrecht op de binnenkant 50a van het kozijn 51 gelegen voorkant 5 lc van het kozijn 51 via de bevestigingsmiddelen 31 zoals getoond.

In een voorkeursuitvoering zijn de bevestigingsprofielen B1,B2,B3,B4 ingericht om zowel een directe verbinding te kunnen vormen tussen de zijstijl 11 en de bevestigingsmiddelen 31 aan een binnenkant 51a van het kozijn 51 als om een indirecte verbinding te vormen via het eerste hoeksegment 21 tussen de zijstijl 11 en de bevestigingsmiddelen 31 aan de voorkant 51c van het kozijn 51. Bijvoorbeeld komt het derde bevestigingsprofiel B3 aan de binnenkant van de eerste hoekzijde 21a van het eerste hoeksegment 21 dimensioneel overeen met het tweede bevestigingsprofiel B2 van de bevestigingsmiddelen 31. Bijvoorbeeld komt het vierde bevestigingsprofiel B4 aan de buitenkant van de tweede hoekzijde 21c van het eerste hoeksegment 21 dimensioneel overeen met het eerste bevestigingsprofiel BI aan de buitenzijde 11a van de zijstijl 11. FIG 2B toont een schematische doorsnede van het gedeelte van de horinrichting rond de treklijst 12. Aan de binnenzijde 12b van de treklijst 12 is het horscherm 10 bevestigd. Het horscherm kan worden opgevouwen door de treklijst 12 naar de zijstijl 11 te bewegen en hiermee een opening in de deur of het raam te verzorgen.

In een voorkeursuitvoering omvat de horinrichting een borstel 15 geplaatst aan een achterzijde van de treklijst 12, waarbij haren van de borstel zich in hoofdzaak uitstrekken in een richting loodrecht op een bewegingsrichting van de treklijst 12, voor het in gebruik afsluiten van een opening tussen de treklijst 12 en het kozijn 52, wanneer het horscherm 10 is uitgevouwen en het horscherm de deur- of raamopening afschermt.

In een voorkeursuitvoering omvat de horinrichting omvat een tegenover de binnenzijde 12b van de trekhjst 12 gelegen buitenzijde 12a van de treklijst 12 een vijfde bevestigingsprofiel B5 voor het afdekken van de treklijst 12. In een verdere voorkeursuitvoering omvat de horinrichting een tweede hoeksegment 22. Bijvoorbeeld wordt het tweede hoeksegment 22 gevormd door een eerste hoekzijde 22a en een loodrecht op de eerste hoekzijde 22a gelegen tweede hoekzijde 22c. De eerste hoekzijde 22a omvat, aan een binnenkant daarvan, een zesde bevestigingsprofiel B6 dat complementair is aan het vijfde bevestigingsprofiel B5 voor samenwerking met genoemde vijfde bevestigingsprofiel B5 voor bevestiging van het tweede hoeksegment 22 aan de buitenzijde 12a van de treklijst 12. De tweede hoekzijde 22c bevat daarop een borstel 15 voor het in gebruik afsluiten van een opening tussen de treklijst 12 en het kozijn 52., wanneer het horscherm 10 is uitgevouwen en het horscherm de deur- of raamopening afschermt. Bijvoorbeeld, waarbij een buitenkant van het tweede hoeksegment 22 een zevende bevestigingsprofiel B7 omvat; waarbij de borstel 15 een achtste bevestigingsprofiel B8 omvat dat complementair is aan het zevende bevestigingsprofiel B7 voor het bevestigen van de borstel 15 met haren in een richting parallel aan de buitenzijde 12a van de treklijst 12 en loodrecht op de voorkant 52c van het kozijn 52.

Bij voorkeur zijn een of meer van de complementaire bevestigingsprofielen B1,B2; B1.B3; B2,B4; B6,B6; B7,B8 gevormd om een klikverbinding te vormen. In het bijzonder heeft het de voorkeur dat de de klikverbinding reversibel is. FIG 3 toon een schematische doorsnede van een zijstijl 11 en treklijst 12 van de horinrichting 100 samen. In de getoonde afbeelding, is het horscherm (niet zichtbaar) ingevouwen door de treklijst 12 en de zijstijl 11 samen te brengen. De zijstijl 11 is via het eerste hoeksegment 21 en de bevestigingsmiddelen 31 aan de voorkant van het kozijn 51 bevestigd. De treklijst 12 omvat een borstel 15 die via het tweede hoeksegment 22 is bevestigd. FIG 4 toont een perspectief aanzicht van de achterkant van een bovenhoek van de horinrichting 100. In de bovenhoek worden de zijstijl 11 en treklijst 12. De bovengeleider 13 heeft onder andere een schroefgat 13h. Het schroefgat 13h kan dienen om te voorkomen dat de bovengeleider 13 zou kunnen schuiven. Dit is een toevoeging ten opzichte van een bovengeleider voor “in de dag” montage (niet getoond) omdat deze laatste wordt geklemd tussen het kozijn. Ook de zijplaat 27 aan het einde van een sleuf in de bovengeleider 13 is toegevoegd om de zijkant van bovengeleider 13 af te dekken waar dit bij “in de dag” montage niet nodig is. De treklijst 12 omvat een borstel 15 die bij “op de dag” montage, zoals getoond, is gericht loodrecht op de bewegingsrichting (naar de voorkant van het hier niet getoonde kozijn). FIG 5 toont (rechts) een perspectief aanzicht een horinrichting 100 los van een deurkozijn 51; en (links) een ingezoomd beeld van een bevestigingsmiddel 31. In een voorkeursuitvoering zoals getoond omvatten de bevestigingsmiddelen 31 een aantal platte montageclips waarbij het tweede bevestigingsprofiel B2 uit de bevestigingsmiddelen montageclips steekt. In een verdere voorkeursuitvoering omvatten de bevestigingsmiddelen 31 een plakstrip aan een tegenover het tweede bevestigingsprofiel B2 gelegen zijde voor het aan het kozijn 51 plakken van de bevestigingsmiddelen 31. In een verdere voorkeursuitvoering omvatten de bevestigingsmiddelen 31 een schroefgat 31h voor het aan het kozijn 51 schroeven van de bevestigingsmiddelen 31.

Een werkwijze voor het monteren van de plissé horinrichting 100 zoals hier beschreven kan bijvoorbeeld een of meer van de volgende handelingen omvatten: het monteren van de bovengeleider boven een deur-of raamopening; het monteren van de ondergeleider onder de deur- of raamopening; het plaatsen van het horscherm 10 met aan weerszijden de zijstijl en de treklijst tussen de bovengeleider en de ondergeleider. Bijvoorbeeld worden de bevestigingsmiddelen 31 aan de buitenkant van de tweede hoekzijde 21c van het eerste hoeksegment 21 geklikt met een plakstrip 31a gericht naar de voorkant 51c van het kozijn 51, waarbij de zijstijl 11 tegen de voorkant 51c van het kozijn 51 wordt gedrukt om de bevestigingsmiddelen 31 aan de voorkant 51c van het kozijn 51 te plakken. Bijvoorbeeld kan de zijstijl 11 uit de vastgeplakte bevestigingsmiddelen 31 wordt geklikt; de vastgeplakte bevestigingsmiddelen 31 worden vastgeschroefd aan het kozijn 51; en de zijstijl 11 kan worden terug geklikt op de vastgeschroefde bevestigingsmiddelen 31.

Men zal begrijpen dat de uitvinding niet is beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen maar zich ook uitstrekt tot varianten daarvan. De verschillende elementen van de uitvoeringsvoorbeelden zoals besproken kunnen eventueel ook op andere dan de getoonde wijze gecombineerd of afzonderlijk gebruikt worden. Bij interpretatie van de bijgevoegde conclusies zal begrepen worden dat het woord “omvat” niet uitsluit dat er nog andere elementen dan de beschreven elementen aanwezig kunnen zijn. Het woord “een” voorafgaand aan een element sluit niet een meervoud van deze elementen uit. Verwijzingscijfers in de conclusies beperken niet de beschermingsomvang maar dienen enkel ter illustratie.

Claims (16)

1. Een plissé horinrichting (100) omvattende een horscherm (10) voor het afschermen van een deur- of raamopening tegen insecten; een zij stijl (11) met een aan een buitenzijde (11a) daarvan gelegen eerste bevestigingsprofiel (B1) voor bevestiging van de horinrichting aan een kozijn (51) van de deur- of raamopening; een treklijst (12) die beweegbaar is ten opzichte van de zijstijl (11) voor het op- of uitvouwen van het horscherm (10), waarbij het horscherm (10) is bevestigd tussen een binnenzijde (12b) van de treklijst (12) en een binnenzijde (11b) van de zijstijl (11) tegenover genoemde buitenzijde (11a) van de zijstijl (11); bevestigingsmiddelen (31) met een tweede bevestigingsprofiel (B2) dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel (B1) voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel (B1) geschikt voor het in de dag bevestigen van de horinrichting aan een binnenkant (51a) van het kozijn (51) via de bevestigingsmiddelen (31); met het kenmerk dat de horinrichting (100) voorts een modulair eerste hoeksegment (21) omvat gevormd door een eerste hoekzijde (21a) die aan een binnenkant van het eerste hoeksegment (21) een derde bevestigingsprofiel (B3) omvat dat complementair is aan het eerste bevestigingsprofiel (BI) voor samenwerking met genoemde eerste bevestigingsprofiel (B1) voor bevestiging van het eerste hoeksegment (21) aan de zijstijl (11); en een loodrecht op de eerst hoekzijde (21a) gelegen tweede hoekzijde (21c) die aan een buitenkant van het eerste hoeksegment (21) een vierde bevestigingsprofiel (B4) omvat dat complementair is aan het tweede bevestigingsprofiel (B2) voor het op de dag bevestigen van de horinrichting (100) aan een loodrecht op de binnenkant (50a) van het kozijn (51) gelegen voorkant (5 lc) van het kozijn (51) via de bevestigingsmiddelen (31).

2. De plissé horinrichting (100) volgens conclusie 1, omvattende een borstel (15), geplaatst aan een achterzijde van de treklijst (12), waarbij haren van de borstel zich in hoofdzaak uitstrekken in een richting loodrecht op een bewegingsrichting van de treklijst (12), voor het in gebruik afsluiten van een opening tussen de treklijst (12) en het kozijn (52), wanneer het horscherm (10) is uitgevouwen en het horscherm de deur- of raamopening afschermt.

3. De plissé horinrichting (100) volgens conclusie 2, waarbij een tegenover de binnenzijde (12b) van de treklijst (12) gelegen buitenzijde (12a) van de treklijst (12) een vijfde bevestigingsprofiel (B5) omvat voor het afdekken van de treklijst (12); de horinrichting (100) voorts omvattende een tweede hoeksegment (22) gevormd door een eerste hoekzijde (22a) met, aan een binnenkant daarvan, een zesde bevestigingsprofiel (B6) dat complementair is aan het vijfde bevestigingsprofiel (B5) voor samenwerking met genoemde vijfde bevestigingsprofiel (B5) voor bevestiging van het tweede hoeksegment (22) aan de buitenzijde (12a) van de treklijst (12); en een loodrecht op de eerste hoekzijde (22a) gelegen tweede hoekzijde (22c) met daarop een borstel (15) voor het in gebruik afsluiten van een opening tussen de treklijst (12) en het kozijn (52)., wanneer het horscherm (10) is uitgevouwen en het horscherm de deur- of raamopening afschermt.

4. De plissé horinrichting (100) volgens conclusie 3, waarbij een buitenkant van het tweede hoeksegment (22) een zevende bevestigingsprofiel (B7) omvat; waarbij de borstel (15) een achtste bevestigingsprofiel (B8) omvat dat complementair is aan het zevende bevestigingsprofiel (B7) voor het bevestigen van de borstel (15) met haren in een richting parallel aan de buitenzijde (12a) van de treklijst (12) en loodrecht op de voorkant (52c) van het kozijn (52).

5. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een of meer van de complementaire bevestigingsprofielen (B1,B2; B1.B3; B2,B4; B6,B6; B7,B8) zijn gevormd om een klikverbinding te vormen

6. De plissé horinrichting (100) volgens conclusie 5, waarbij de klikverbinding reversibel is.

7. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsmiddelen (31) een aantal platte montageclips omvatten waarbij het tweede bevestigingsprofiel (B2) uit de bevestigingsmiddelen (montageclips) steekt.

8. De plissé horinrichting (100) volgens conclusie 7, waarbij de bevestigingsmiddelen (31) een plakstrip omvatten aan een tegenover het tweede bevestigingsprofiel (BB) gelegen zijde voor het aan het kozijn (51) plakken van de bevestigingsmiddelen (31) en waarbij de bevestigingsmiddelen (31) een schroefgat omvatten voor het aan het kozijn (51) schroeven van de bevestigingsmiddelen (31).

9. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies omvattende een bovengeleider (13) met een geleidersleuf (13a) voor het daarin opnemen en geleiden van de treklijst (12); waarbij een eerste uiteinde van de geleidersleuf (13a) is afgedekt met eerste zijplaat (28) voor het daartegen kunnen stoppen van de beweegbare treklijst (12).

10. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies omvattende een eerste afdekkappje (23) dat op maat gezaagd is en geplaatst tegen het eerste hoeksegment (21) om een ruimte tussen de zijstijl (11) en de bovengeleider (13) af te dekken.

11. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsprofielen (B1,B2,B3,B4) zijn ingericht om zowel een directe verbinding te kunnen vormen tussen de zijstijl (11) en de bevestigingsmiddelen (31) aan een binnenkant (51a) van het kozijn (51) als om een indirecte verbinding te vormen via het eerste hoeksegment (21) tussen de zijstijl (11) en de bevestigingsmiddelen (31) aan de voorkant (51c) van het kozijn (51).

12. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies waarbij het derde bevestigingsprofiel (B3) aan de binnenkant van de eerste hoekzijde (21a) van het eerste hoeksegment (21) dimensioneel overeenkomt met het tweede bevestigingsprofiel (B2) van de bevestigingsmiddelen (31).

13. De plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies waarbij het vierde bevestigingsprofiel (B4) aan de buitenkant van de tweede hoekzijde (21c) van het eerste hoeksegment (21) dimensioneel overeenkomt met het eerste bevestigingsprofiel (BI) aan de buitenzijde (11a) van de zij stijl (11).

14. Een werkwijze voor het monteren van de plissé horinrichting (100) volgens een der voorgaande conclusies, de werkwijze omvattende het monteren van de bovengeleider (13) boven een deur- of raamopening; het monteren van de ondergeleider (14) onder de deur- of raamopening; en het plaatsen van het horscherm (10) met aan weerszijden de zijstijl (11) en de treklijst (12) tussen de bovengeleider (13) en de ondergeleider (14).

15. De werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de bevestigingsmiddelen (31) aan de buitenkant van de tweede hoekzijde (21c) van het eerste hoeksegment (21) worden geklikt met een plakstrip (31a) gericht naar de voorkant (51c) van het kozijn (51), waarbij de zijstijl (11) tegen de voorkant (51c) van het kozijn (51) wordt gedrukt om de bevestigingsmiddelen (31) aan de voorkant (51c) van het kozijn (51) te plakken.

16. De werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij de zijstijl (11) uit de vastgeplakte bevestigingsmiddelen (31) wordt geklikt; de vastgeplakte bevestigingsmiddelen (31) worden vastgeschroefd aan het kozijn (51); en de zijstijl (11) terug wordt geklikt op de vastgeschroefde bevestigingsmiddelen (31).