NL2015233B1

NL2015233B1 - Rotary chain tensioner.

Info

Publication number: NL2015233B1
Application number: NL2015233A
Authority: NL
Inventors: Rexwinkel André; Van Wezel Maurits
Original assignee: Ihc Holland Ie Bv
Priority date: 2015-07-28
Filing date: 2015-07-28
Publication date: 2017-02-20
Also published as: WO2017018883A1

Claims

1. Roterende kettingspanner omvattend: een basisframe; een wiel dat roterend is verbonden met het basisframe aan een wielas en dat een ketting kan opnemen; een zwenkarm met een eerste armeinde dat zwenkbaar is verbonden met het basisframe aan een armzwenkas; een haak die roteerbaar is gemonteerd aan een tweede armeinde van de zwenkarm voor bevestiging aan de ketting; een eerste cilinder met een eerste einde dat zwenkbaar is gemonteerd aan het basisframe en een tweede einde dat zwenkbaar is gemonteerd aan de zwenkarm voor het bewegen van de zwenkarm; en een kettingstopper, waarbij de wielas excentrisch is ten opzichte van de armzwenkas.

2. Roterende kettingspanner volgens conclusie 1, en verder omvattend: een tweede cilinder met een eerste einde dat zwenkbaar is gemonteerd aan het basisframe en een tweede einde dat zwenkbaar is gemonteerd aan de zwenkarm voor het bewegen van de zwenkarm.

3. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zwenkarm eerste en tweede zwenkarmen omvat die parallel met elkaar en met de haak aan de tweede einden zijn verbonden.

4. Roterende kettingspanner volgens één van de conclusies 2-3, waarbij één of meer van de eerste en tweede cilinders ook de haak bewegen.

5. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, en verder omvattend een haakbewegingssysteem voor het roteren van de haak rond een zwenkpunt.

6. Roterende kettingspanner volgens conclusie 5, waarbij het haakbewegingssysteem één of meer cilinders omvat.

7. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de wielzwenkas zich op 500 mm of meer van de armzwenkas bevindt.

8. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de wielzwenkas zich op 1000 mm of meer van de armzwenkas bevindt.

9. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het basisframe een basis omvat, waarbij het eerste einde van de eerste cilinder is gemonteerd aan de basis.

10. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste cilinder een hydraulische cilinder omvat.

11. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het wiel een getand kettingwiel omvat.

12. Roterende kettingspanner volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de kettingstopper is gemonteerd aan het basisframe.

13. Werkwijze voor het spannen of vieren van een ketting met een roterende kettingspanner, waarbij de roterende kettingspanner een zwenkarm met een zwenkas en een wiel met een wielas omvat, waarbij de zwenkas excentrisch is ten opzichte van de wiel as, waarbij de werkwijze omvat: a) verbinden van een kettingstopper met een ketting die zich uitstrekt over het wiel; b) bevestigen van een haak, die met de zwenkarm is verbonden, aan een kettingschakel van de ketting; c) vrijgeven van een kettingstopper; d) terugtrekken of uitstrekken van de zwenkarm onder gebruikmaking van ten minste één cilinder om de ketting te bewegen; e) verbinden van de kettingstopper met de ketting; en f) de haak ontkoppelen van de ketting.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de haak is bevestigd, gekoppeld en/of ontkoppeld onder gebruikmaking van een haakbewegingssysteem.

15. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 - 14, waarbij stap b) van het bevestigen van een met de zwenkarm verbonden haak aan een kettingschakel van de ketting verder omvat het aangrijpen van de haak met de ketting door gedeeltelijk terugtrekken van de haak met de zwenkarm en ten minste één cilinder van de roterende kettingspanner.

16. Werkwijze volgens één van de conclusies 13-15, waarbij de werkwijze wordt gebruikt voor het vieren van een ketting door het uitstrekken van de zwenkarm in stap d) en waarbij de werkwijze wordt gebruikt voor het spannen van een ketting door het terugtrekken van de zwenkarm in stap d).

17. Werkwijze volgens één van de conclusies 13 - 6, waarbij stap f) omvat: het uitstrekken van de zwenkarm totdat de ketting rust op de kettingstopper en dan het ontkoppelen van de haak uit een kettingschakel.