NL2015109B1 - Friet verkoopmachine. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een friet verkoopmachine. Een dergelijke machine zal voor een gebruiker, bij voorkeur na betaling, op automatische wijze een portie frieten bakken. De friet verkoopmachine volgens de onderhavige uitvinding is gekenmerkt doordat het afzuigsysteem een houder voor het houden van water of een andere water-gebaseerde vloeistof en een luchtgeleidingssysteem omvat. Hierbij is het luchtgeleidingssysteem ingericht voor het leiden van de uit het frituursysteem afgezogen lucht over een oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof voor het hierop doen neerslaan van vettige deeltjes welke aanwezig zijn in de afgezogen lucht.

Description

Friet verkoopmachine

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een friet verkoopmachine. Een dergelijke machine zal voor een gebruiker, bij voorkeur na betaling, op automatische wijze een portie frieten hakken. Zodoende kan de gebruiker vers gebakken frieten nuttigen, dit in tegenstelling tot machines die grotere, voor meerdere personen bedoelde, hoeveelheden frieten hakken. Doordat de frieten bij deze laatste machines enige tijd liggen voorafgaand aan consumptie, is de smaaksensatie van dergelijke frieten niet optimaal. Verder zijn voor de bediening van dergelijk machines arbeidskrachten nodig.

De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een friet verkoopmachine die tevens geschikt is voor gebruik binnenshuis, zoals op kantoor. Door deze beoogde toepassing van de friet verkoopmachine is de beheersing van de tijdens het frituren vrijkomende geuren van cruciaal belang.

Een friet verkoopmachine omvat doorgaans een koelsysteem voor het gekoeld houden van frieten, zoals in een bevroren toestand, een frituursysteem voor het frituren van frieten, een transportsysteem voor het transporteren van frieten uit het koelsysteem naar het frituursysteem, een uitgiftesysteem voor het uitgeven van de in het frituursysteem gefrituurde frieten, en een afzuigsysteem welke gekoppeld is met het frituursysteem en welke is ingericht voor het afzuigen en filteren van lucht in het frituursysteem. Voorts omvat de friet verkoopmachine doorgaans een besturingsinrichting voor het besturen van het transportsysteem en het uitgiftesysteem.

Het is gebleken dat de eliminatie van ongewenste geuren niet tot onvoldoende gerealiseerd kan worden met bovenstaande friet machine. Voorts is ook gebleken dat de gefrituurde frieten onvoldoende uniform waren. Meer in het bijzonder waren sommige frieten gebroken, waardoor er relatief veel vetabsorptie optrad bij het gebroken frietje. In andere gevallen vond er klontering plaats van de frieten voorafgaand aan het frituren waardoor sommige frietjes niet uniform gefrituurd werden.

De onderhavige uitvinding heeft als doel een oplossing te verschaffen voor ten minste één van bovengenoemde problemen waarbij de beschreven nadelige effecten minder dan wel niet zullen optreden.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat het afzuigsysteem een houder omvat voor het houden van water of een andere water-gebaseerde vloeistof, alsmede een luchtgeleidingssysteem voor het leiden van de uit het frituursysteem afgezogen lucht over een oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof voor het hierop doen neerslaan van vettige deeltjes welke aanwezig zijn in de afgezogen lucht. Deze wijze van filteren is bijzonder effectief gebleken en maakt het mogelijk de geur van de uit de friet verkoopmachine afkomstige lucht, en dan uit het frituursysteem in het bijzonder, te reduceren tot acceptabele niveaus waardoor plaatsing in kantooromgevingen mogelijk wordt.

Het luchtgeleidingssysteem kan een eerste filterdeel, een tweede filterdeel en een verbindingsdeel omvatten, waarbij de afgezogen lucht door het eerste en tweede filterdeel over het oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof wordt geleid, waarbij de door het eerste filterdeel geleide lucht door het verbindingsdeel wordt toegevoerd aan het tweede filterdeel en waarbij het verbindingsdeel koelmiddelen omvat voor het koelen van de door dit deel getransporteerde lucht. Hierbij vindt de filtering dus in twee stadia plaats. Hierbij wordt, zonder de beschermingsomvang van de aanvrage te beperken, aangenomen dat het eerste filterdeel een eerste grove filtering verzorgt en dat de werking van het tweede filterdeel wordt verbeterd door de lucht te koelen voorafgaand aan het aan het tweede filterdeel toevoeren van de lucht.

De koelmiddelen kunnen een leiding omvatten voor het transporteren van lucht van het eerste filterdeel naar het tweede filterdeel, welke leiding door het koelsysteem loopt dan wel door dit systeem gekoeld wordt. Door gebruik te maken van de koelende capaciteit van het koelsysteem vervalt de noodzaak om voor het koelen van het verbindingsdeel een separaat koelsysteem te gebruiken.

Het luchtgeleidingssysteem, het eerste filterdeel en/of het tweede filterdeel kan een compartimentvormend deel omvatten welke voorzien is van een afvoer- en een toevoerleiding, waarbij het compartimentvormend deel althans tijdens regulier gebruik ten minste ten dele in het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof is geplaatst waardoor een compartiment wordt gevormd tussen wanden van het compartimentvormend deel en het oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof, welke compartiment in communicatie staat met de afvoer- en toevoerleiding.

Een voorbeeld van een compartimentvormend deel heeft de vorm van een deksel. Hierbij is deksel voorzien van een bovenwand, waarin de openingen voor de afvoer- en een toevoerleidingen zijn verwerkt, alsmede zich van de bovenwand naar het water of andere water-gebaseerde vloeistof uitstrekkende zijwanden. Bij plaatsing van deze deksel in het water of andere water-gebaseerde vloeistof, waarbij de zijwanden zich ten dele in het water of andere water-gebaseerde vloeistof zullen bevinden, ontstaat er een compartiment tussen de zijwanden, de bovenwand, en het oppervlak van het water of andere water-gebaseerde vloeistof. Lucht welke door de toevoerleiding aan het compartiment wordt toegevoerd, en welke door de afvoerleiding wordt afgezogen, wordt hierdoor geforceerd zich over het oppervlak van het water of andere water-gebaseerde vloeistof te bewegen. Hierdoor zullen vettige deeltjes, welke in de lucht aanwezig zijn, en/of andere verontreinigingen, neerslaan op het oppervlak van het water of andere water-gebaseerde vloeistof.

Een ander voorbeeld van een compartimentvormend deel heeft de vorm van een deksel welke is voorzien van een bovenwand, alsmede zich van de bovenwand naar het water of andere water-gebaseerde vloeistof uitstrekkende zijwanden waarin openingen zijn voorzien voor de afvoer- en toevoerleiding. Aan de bovenwand en/of de zijwanden is een schot bevestigd, waarbij tijdens regulier gebruik de zijwanden zich ten dele in het water of andere water-gebaseerde vloeistof zullen bevinden waardoor een compartiment wordt gevormd tussen de zijwanden, de bovenwand, en het oppervlak van het water of de andere water-gebaseerde vloeistof. Het schot vormt in het compartiment een eerste deel en een tweede deel, waarbij de opening voor de toevoerleiding verbonden is met het eerste deel en de opening voor de afvoerleiding verbonden is met het tweede deel. Hierdoor zal lucht afkomstig uit de toevoerleiding over het water geleid worden vanuit het eerste deel door een opening tussen het schot en het oppervlak van het water of de andere water-gebaseerde vloeistof naar het tweede deel. In dit laatste deel kan de lucht het compartiment verlaten door de opening van de afvoerleiding.

Het eerste en tweede filterdeel kunnen elk een compartimentvormend deel omvatten, waarbij de toevoerleiding van het eerste filterdeel is aangesloten op het frituursysteem, waarbij de afvoerleiding van het eerste filterdeel is aangesloten op het verbindingsdeel, waarbij de toevoerleiding van het tweede filterdeel is aangesloten op het verbindingsdeel en waarbij de afvoerleiding van het tweede filterdeel is aangesloten op een luchtfilter, waarbij het luchtfilter bij voorkeur een koolstof-gebaseerd luchtfilter omvat. Hierbij wordt opgemerkt dat het gebleken is dat de totale filtering van de lucht aanzienlijk verbetert doordat het koolstof-gebaseerde filter als laatste of bijna laatste filterelement wordt ingezet.

Het luchtgeleidingssysteem kan verder een ventilator omvatten voor het aanzuigen van lucht in het frituursysteem. Hierbij kan de ventilator stroomafwaarts van het luchtfilter zijn geplaatst.

De houder voor het houden van het water of de andere water-gebaseerde vloeistof kan een uitneembare bak omvatten. Hierdoor kan eenvoudig het water of de andere vloeistof in de bak ververst worden om de filterende werking door de vloeistof te behouden.

Het koelsysteem kan een bak omvatten met een aan een kopse zijde aanwezige uitgifte opening. Voorts kan het transportsysteem verder een wormwiel of wormschroef omvatten en een eerste aandrijving voor het aandrijven van het wormwiel of de wormschroef. Hierbij kan het wormwiel of de wormschroef in een lengterichting van de bak en ten minste ten dele door de uitgifte opening zijn geplaatst. Bij draaiing van het wormwiel of de wormschroef zullen de bladen van het wiel of de schroef de frieten in een richting parallel aan de lengterichting door de uitgifte opening naar buiten afvoeren.

Het transportsysteem kan verder een schudinrichting omvatten voor het schudden van in het koelsysteem aanwezig frieten. Dit schudden is belangrijk om het samenklonteren van frieten in het koelsysteem te voorkomen. Tevens wordt de kans op het breken van de frieten tijdens het afvoeren uit het koelsysteem aanzienlijk gereduceerd.

De schudinrichting kan een in de lengterichting van de bak beweegbaar geplaatste stang omvatten, waarbij de stang en het wormwiel of de worm schroef zijn voorzien van samenwerkende koppeldelen welke zijn ingericht om de beweegbare stang te doen schudden bij rotatie van de wormschroef of het wormwiel. Een voorbeeld van samenwerkende koppeldelen omvat één of meerdere pennen welke zich radiaal uitstrekken vanuit een centrale as van het wormwiel of de wormschroef. Deze pennen kunnen aangrijpen op uitstekende structuren op de stang zodat de stang van het wormwiel of de wormschroef wordt afgeduwd indien een pen een structuur aangrijpt. Om de beweging van de stang mogelijk te maken kan deze zijn gemonteerd in een gleuf. Hierdoor kan de stang zowel transleren als roteren in de gleuf. In een ander voorbeeld is de stang in hoofdzaak hol uitgevoerd en is deze bevestigd op een pen welke zich vanuit een wand van bak naar de stang toe uitstrekt. Door speling tussen de pen en de binnenwand van de stang ontstaat de benodigde bewegingsvrijheid voor de translatie en rotatie beweging.

De besturingsinrichting kan zijn ingericht om de eerste aandrijving te besturen voor het door het wormwiel of de wormschroef laten uitnemen van een portie frieten uit het koelsysteem.

Het transportsysteem kan verder een opvangbak omvatten voor het opvangen van uit het koelsysteem genomen frieten. Verder kan het transportsysteem een weegeenheid omvatten voor het wegen van de door de opvangbak opgevangen frieten. Deze informatie kan worden teruggevoerd naar de eerste aandrijving voor het wormwiel of de wormschroef. Zo kan de besturingsinrichting zijn ingericht het transportsysteem te besturen voor het uitnemen van frieten uit het koelsysteem totdat de door de weegeenheid gewogen hoeveelheid frieten gelijk is aan of groter is dan een vooraf bepaalde drempel.

De opvangbak kan boven het frituursysteem zijn geplaatst, althans tijdens regulier gebruik, waarbij de opvangbak aan een onderzijde is voorzien van een eerste verschuifbare klep en waarbij het frituursysteem aan een bovenzijde is voorzien van een tweede verschuifbare klep, waarbij het transportsysteem verder een tweede aandrijving omvat voor aandrijven van de eerste en/of tweede verschuifbare klep. Door het verschuiven van de eerste en tweede verschuifbare kleppen ontstaat er een doorgang vanuit de opvangbak naar het frituursysteem. Hierbij kan de besturingsinrichting zijn ingericht de tweede aandrijving aan te sturen voor het verschuiven van de eerste en tweede verschuifbare kleppen voor het in het frituursysteem laten vallen, of doen bewegen, van de in de opvangbak aanwezige frieten. Een dergelijke verschuiving wordt bij voorkeur uitgevoerd indien er voldoende frieten in de opvangbak aanwezig zijn, bijvoorbeeld gelijk aan of meer dan de eerdergenoemde drempel.

Het uitgiftesysteem kan een beweegbaar in het frituursysteem gemonteerde frietmand omvatten alsmede een derde aandrijving voor het doen bewegen van de frietmand. De uitvoering van een frietmand is niet beperkt tot een bepaalde materiaalsoort. Het moge de vakman duidelijk zijn dat de frietmand de temperaturen moet kunnen weerstaan welke gebruikelijk zijn voor het frituren van frieten. Verder is de frietmand bij voorkeur voorzien van kleine gaten door welke het frituurvet of de frituurolie kan lopen indien de frieten uit het frituurvet of uit de frituurolie genomen worden.

De frietmand kan bij voorkeur bewegen tussen een frituurpositie, waarbij frieten in de frietmand in frituurvet of frituurolie zijn geplaatst, en een uitwerppositie, in welke de gefrituurde frieten uit de frietmand worden geworpen. Hierbij geniet het verder de voorkeur dat de frietmand een schuddende beweging kan maken, bijvoorbeeld door kleine tegengestelde opeenvolgende rotaties om een draaiingsas. Een dergelijke schuddende beweging zorgt er voor dat zoveel mogelijk frituurvet of frituurolie van de frieten af wordt gehaald.

De besturingsinrichting kan zijn ingericht om de derde aandrijving te besturen om na een vooraf bepaalde tijd na het transport van de frieten vanuit het koelsysteem naar het frituur systeem de frietmand te doen bewegen naar de uitwerppositie voor het uitwerpen van de gefrituurde frieten. Hierbij kan de besturingsinrichting eveneens de derde aandrijving besturen voor het hierboven genoemde schudden van de frietmand.

Het uitgiftesysteem kan verder een valbuis omvatten voor het bij een opening van de valbuis opvangen van de uitgeworpen frieten. Verder kan het frituursysteem een frituurbak omvatten waarin het frituurvet of de frituurolie wordt gehouden en verwarmd wordt, waarbij de frietmand draaibaar is bevestigd nabij een bovenzijde van de frituurbak zodanig dat de frietmand kan roteren om een draaiingsas waardoor deze beweegt van de frituurpositie naar de uitwerppositie.

Het uitgiftesysteem kan verder een frietbakje plaatsingseenheid omvatten voor het plaatsen van een frietbakje onder een andere opening van de valbuis. Frieten die door de frietmand uitgeworpen worden zullen in dit geval via de valbuis in een frietbakje vallen. Dit bakje kan vervolgens door de gebruiker uitgenomen worden voor het nuttigen van de frieten. Hierbij kan de besturingsinrichting zijn ingericht om de frietbakje plaatsingseenheid te besturen een frietbakje te plaatsen voorafgaand aan het besturen van de derde aandrijving voor het genoemde uitwerpen van de frieten.

In het hiernavolgende zal de onderhavige uitvinding in meer detail worden besproken in samenhang met de bij gevoegde figuren, waarbij:

Figuur 1 een schematisch overzicht toont van een uitvoeringsvorm van de friet verkoopmachine in overeenstemming met de onderhavige uitvinding;

Figuren 2A en 2B het afzuigsysteem van de uitvoeringsvorm in figuur 1 in meer detail tonen;

Figuur 3 het transportsysteem van de uitvoeringsvorm in figuur 1 in meer detail toont; en

Figuur 4 het frituursysteem van de uitvoeringsvorm in figuur 1 in meer detail toont.

De uitvoeringsvorm van een friet verkoopmachine volgens de uitvinding getoond in figuur 1 omvat een koelsysteem 1. In dit systeem worden doorgaans bevroren voorgebakken frieten gehouden. Een transportsysteem 2 wordt gebruikt om een bepaalde hoeveelheid frieten uit koelsysteem 1 te nemen en deze hoeveelheid te transporteren naar een frituursysteem 3. Nadat de frieten zijn gefrituurd, worden frieten 100 door een uitgiftesysteem 4 uitgevoerd naar een frietbakje 5.

De friet verkoopmachine omvat tevens een afzuigsysteem 6 welke gekoppeld is met frituursysteem 3. Dit systeem zuigt de lucht in frituursysteem 3 af en filtert deze. Afzuigsysteem 6 is hiertoe niet beperkt. Het kan bijvoorbeeld ook zijn ingericht de overige lucht in de friet verkoopmachine af te zuigen en te filteren, dit alles om onaangename geuren in de omgeving van de friet verkoopmachine te vermijden dan wel te minimaliseren.

Afzuigsysteem 6 omvat een houder 7 waarin water wordt gehouden. Verder omvat afzuigsysteem 6 een luchtgeleidingssysteem 8 voor het leiden van de uit frituursysteem 3 af gezogen lucht over een oppervlak van het water voor het hierop doen neerslaan van vettige deeltjes welke aanwezig zijn in de afgezogen lucht.

In plaats van water kan ook een andere water-gebaseerde vloeistof gebruikt worden. In het algemeen kan gesteld worden dat het water vervangen kan worden door een ander geschikt medium waarop en/of waarin vettige deeltjes zullen neerslaan wanneer de lucht, waarin deze deeltjes aanwezig zijn, over het oppervlak van dit medium stroomt. Water biedt echter het voordeel dat het goedkoop en algemeen voorradig is. Verder zijn er geen tot nauwelijks speciale wettelijke eisen voor het op deze manier werken met water.

De friet verkoopmachine omvat verder een besturingsinrichting 9 welke transportsysteem 2 en uitgiftesysteem 4 aanstuurt. Veelal staat besturingsinrichting 9 in communicatie met een betaalsysteem 10. Een gebruiker kan met betaalsysteem 10 een betaling verrichten voor het verkrijgen van een portie frieten. Nadat deze betaling geeffectueerd is, kan dit door betaalsysteem 10 aan besturingsinrichting 9 gecommuniceerd worden. Besturingsinrichting 9 zal vervolgens transportsysteem 2 aansturen een portie frieten vanuit koelsysteem 1 naar frituursysteem 3 te transporteren. Nadat een bepaalde tijd is verstreken, bijvoorbeeld 2 tot 3 minuten, zal besturingsinrichting 9 uitgiftesysteem 4 aansturen gefrituurde frieten 100 uit te geven in een frietbakje 5.

In sommige uitvoeringsvormen is de friet verkoopmachine voorzien van een informatiesysteem 11, zoals een plat beeldscherm. Op dit systeem kan voor de gebruiker relevante informatie en/of reclame getoond worden ten minste gedurende de tijd dat de gebruiker wacht op de frieten. Zo kunnen advertenties getoond worden, als ook nieuwsberichten of reisinformatie.

De onderhavige uitvinding omvat een afzuigsysteem 6 waardoor de friet verkoopmachine geplaatst kan worden op plekken waar onaangename geuren niet toelaatbaar of niet gewenst zijn, zoals in een kantooromgeving. Dit systeem is getoond in figuren 2A en 2B.

In figuur 2A omvat luchtgeleidingssysteem 8 van afzuigsysteem 6 een eerste filterdeel 80, een tweede filterdeel 81, en een verbindingsdeel 82. Eerste en tweede filterdeel 80, 81 omvatten elk een compartimentvormend deel 83. Dit deel heeft de vorm van een deksel en omvat aan de bovenzijde een bovenwand 84. In deze wand zijn openingen voorzien voor een toevoerleiding 85, 87 en een afvoerleiding 86, 88. Vanuit bovenwand 84 strekken zich zijwanden 89 neerwaarts uit. Zodoende worden compartimenten 90 gevormd tussen wateroppervlak 91, zijwanden 89 en bovenwand 84. Lucht welke aangevoerd wordt door toevoerleiding 85, 87 zal door dit compartiment en over wateroppervlak 91 stromen. Hierbij zullen vettige deeltjes afkomstig van het frituurproces, welke deeltjes in de lucht aanwezig zijn, neerslaan op het water. Overig kunnen ook andere geur-verspreidende deeltjes neerslaan op het water.

Verbindingsdeel 82 verbindt afvoerleiding 86 van eerste filterdeel 80 met toevoerleiding 87 van tweede filterdeel 81. Verbindingsdeel 82 omvat hierbij koelmiddelen welke in figuur 2A zijn uitgevoerd als een leiding welke door koelsysteem 1 loopt dan wel door deze gekoeld wordt. Het koelen van de lucht voorafgaand aan de tweede filterstap door tweede filterdeel 81 verhoogt de effectiviteit van het filterproces aanzienlijk. Zonder tot de volgende uitleg beperkt te worden, kan aangenomen worden dat eerste filterdeel 80 een eerste grove filtering verzorgt en dat tweede filterdeel 81 een fijne filtering uitvoert. Door de lucht te koelen, wordt het op het water neerslaan van de vettige deeltjes bevorderd.

Afzuigsysteem 6 omvat tevens een koolfilter 92 welke is aangesloten op afvoerleiding 88 van tweede filterdeel 81. Dit filter verzorgt een derde filterstap. Verder is koolfilter 92 aangesloten op een ventilator 93 welke voor de benodigde zuigkracht zorgt. In een kantooromgeving zal ventilator 93 de aangezogen en gefilterde lucht in het algemeen terug in de kantooromgeving brengen. Het is echter tevens mogelijk dat ventilator 93 wordt aangesloten op een reeds aanwezig externe ventilatie. Het moge de vakman duidelijk zijn dat in dergelijke toepassingen geuren vermeden dienen te worden. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door het leiden van de lucht over water, en in het bijzonder door gebruik te maken van compartimentvormende delen, en nog meer in het bijzonder door de hierboven beschreven filtering in twee stappen.

Figuur 2B toont een detailweergave van een andere uitvoering van het compartimentvormende deel 83 getoond in figuur 2A. Het compartimentvormende deel 183 in figuur 2B, welke ondersteboven getoond is, omvat een bovenwand 184 en zich vanuit bovenwand 184 uitstrekkende zijwanden 189. Verder is een schot 197 bevestigd tussen zijwanden 189 welke schot compartiment 190 opdeelt in een eerste deel 198 en een tweede deel 199. Hierbij is eerste deel 198 aangesloten op toevoerleiding 85, 87 en is het tweede deel 198 aangesloten op afvoerleiding 86, 88. Tijdens regulier gebruik is er een opening tussen schot 197 en het wateroppervlak. Hierdoor zal lucht vanuit eerste deel 198 door deze opening naar tweede deel 199 stromen waardoor de lucht in aanraking komt met het water. De uitvoeringsvorm uit figuur 2B kan compacter worden uitgevoerd dan de uitvoeringsvorm uit figuur 2A.

Transportsysteem 2 van de uitvoeringsvorm in figuur 1 is in meer detail getoond in figuur 3. Dit systeem omvat een worm schroef 20, welke kan worden aangedreven door eerste aandrijving 21. Wormschroef 20 is geplaatst in een koelbak 22 van koelsysteem 1. Verder omvat transportsysteem 2 een in hoofdzaak holle schud-as 23 welke aan één zijde van koelbak 22 scharnierbaar en draaibaar is bevestigd en aan de andere zijde is bevestigd op een (niet getoonde) pen welke zich vanuit een wand van koelbak 22 uitstrekt in schud-as 23. Doordat de buitendiameter van de pen kleiner is dan de binnendiameter van schud-as 23 kan deze as een translatie en rotatie beweging maken. Schud-as 23 is aan ten minste één zijde voorzien van een schijf 25 welke aan zijn omtrek is voorzien van structuren 26 in de vorm van uitsparingen en uitstulpingen. Deze structuren kunnen samenwerken met een pen 27 welke is verbonden aan wormschroef 20. Hierdoor zal bij rotatie van wormschroef 20 pen 27 structuren 26 aangrijpen waardoor schud-as 23 een schuddende beweging zal uitvoeren. Door deze beweging wordt bereikt dat de in koelbak 22 aanwezig frieten los geschud worden alvorens ze door wormschroef 20 uit koelbak 22 worden getransporteerd. Frieten zullen hierdoor los van elkaar komen en zullen minder snel breken.

Bij het verlaten van koelbak 22 door opening 28 vallen de frieten in een opvangbak 29 welke door scharnieren 24 kan draaien ten opzichte van koelbak 22. Deze bak kan licht draaien om as 30. Door deze rotatie te detecteren met bijvoorbeeld een bimetaal kan een weegeenheid gerealiseerd worden. Besturingsinrichting 9 zal eerste aandrijving 21 besturen totdat de door weegeenheid gewogen hoeveelheid frieten gelijk is aan of groter is dan de beoogde portie, bij voorkeur de portie voor één gebruiker.

In een andere uitvoeringsvorm is aan een wand van koelbak 22, of een wand van een koelruimte waarin koelbak 22 geplaatst is, een bevestigingsplaat geschroefd. Aan deze plaat zit een rekstrook bevestigd, waarbij opvangbak 29 aan de rekstrook is bevestigd. Opvangbak 29 hangt hierbij in hoofdzaak vrij. Door het gewicht van de frieten zal de rekstrook iets buigen en een dienovereenkomstig signaal afgeven aan besturingsinrichting 9. Opvangbak 29 is in deze uitvoeringsvorm derhalve niet direct bevestigd aan koelbak 22 maar hangt daar in hoofdzaak vrij onder in een zodanige positie dat frieten, welke door de wormschroef 20 uit koelbak 22 geduwd worden, in opvangbak 29 vallen.

Opvangbak 29 omvat aan de onderzijde een verschuifbare bodemplaat 30 welke mechanisch gekoppeld is aan een verschuifbare plaat 33, welke is bevestigd boven een opening in frituursysteem 3. Deze platen 30, 33 kunnen door een tweede aandrijving 31 via een overbrenging 32 bewogen worden. Indien besturingsinrichting 9 tweede aandrijving 31 aanstuurt, zullen bodemplaat 30 en plaat 33 wegschuiven waardoor de frieten in frituursysteem 3 zullen vallen. Hierbij kan een mechanische vertraging zijn aangebracht, bijvoorbeeld in de vorm van een gleuf en een in deze gleuf aangrijpende pen, waardoor vermeden wordt dat er frieten op plaat 33 komen te liggen. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat tweede aandrijving 31 direct aangrijpt op plaat 33 welke is voorzien van de pen. Bij beweging van plaat 33 zal de pen eerst een deel in de gleuf afleggen, welke is aangebracht in bodemplaat 30, voordat de pen in aanraking komt met een kopse wand van de gleuf. Indien dit laatste gebeurt, zal de pen bodemplaat 30 meenemen. Door de beweging van de pen in de gleuf wordt bereikt dat bodemplaat 30 later wegschuift dan plaat 33. Zodoende is er minder risico dat een frietje uit opvangbak 29 valt, door de opening vrijgegeven door het wegschuiven van bodemplaat 30, op plaat 33 die nog niet voldoende is weggeschoven.

In een uitvoeringsvorm zijn koelbak 22 en opvangbak 29 beide geplaatst in een koelruimte welke ruimte niet getoonde koelmiddelen omvat. Hierbij kan een wand van de koelruimte een opening omvatten door welke frieten naar frituursysteem 3 kunnen worden gebracht. Deze opening kan worden afgesloten door de bovengenoemde schuifbare klep 30.

Figuur 4 toont het frituursysteem van de uitvoeringsvorm in figuur 1 in meer detail. Frituursysteem 3 omvat een behuizing 50 met daarin een frituurcompartiment 51 met frituurolie of frituurvet 52. Aan de bovenzijde is behuizing 50 voorzien van een opening 53 door welke frieten kunnen worden ontvangen van opvangbak 29. Deze opening wordt zoals hierboven beschreven tijdens het frituren bedekt door plaat 33. Tevens is behuizing 50 voorzien van een opening 54 op welke toevoerleiding 85 van eerste filterdeel 80 is aangesloten. Hierbij wordt opgemerkt dat de positie van opening 54 bij andere uitvoeringsvormen verschillend kan zijn.

Figuur 4 toont tevens een frietmand 55, welke onderdeel is van uitgifte systeem 4. Frietmand 55 is draaibaar bevestigd aan een wand 56 van frituurcompartiment 51. Hierdoor is frietmand 55 beweegbaar tussen een frituurpositie, waarbij de frieten in frietmand 55 gefrituurd kunnen worden in frituurolie of frituurvet 52, en een uitwerppositie, waarbij de gefrituurde frieten worden uitgeworpen in een valbuis 57. Een voorbeeld van een uitwerppositie is gestippeld in figuur 4 weergegeven.

Een derde aandrijving (niet getoond), welke door besturingsinrichting 9 wordt bestuurd, wordt gebruikt om frietmand 55 tussen de posities te bewegen. Hierbij wordt opgemerkt dat deze aandrijving tevens wordt gebruikt om frietmand 55 te schudden voorafgaand aan het daadwerkelijk uitwerpen van de gefrituurde frieten. Hierdoor kunnen de frieten ontdaan worden van resterende olie of vet.

Figuur 4 toont tevens een frietbakje plaatsingseenheid 56, welke is ingericht om een frietbakje 5 te plaatsen onder een uiteinde van valbuis 57 voor het opvangen van de uitgeworpen frieten. Tevens kan de friet verkoopmachine zijn voorzien van andere uitgiftestations, bijvoorbeeld voor het aan de gebruiker beschikbaar stellen van één of meerdere sauzen.

Het gebruik van valbuis 57 is niet essentieel. Andere elementen van het geleiden, actief dan wel passief, van de uitgeworpen frieten naar een frietbakje zijn niet uitgesloten.

De hier getoonde uitvoeringsvorm heeft als voordeel dat de machine in een kantooromgeving geplaatst kan worden, evenals op andere locaties zoals een treinperron. De machine volgens de uitvinding stelt de gebruiker in staat om een portie vers gebakken friet te nuttigen. Hierbij wordt vers gedefinieerd als frieten die pas na opdracht van de gebruiker, bijvoorbeeld na betaling, worden gefrituurd. De machine werkt automatisch en kan naar gelang de inhoud van het koelsysteem worden ingezet voor het verschaffen van 100-200 porties friet.

Het moge de vakman duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier getoonde uitvoeringsvoorbeelden maar dat de beschermingsomvang van de uitvinding enkel wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies en equivalenten daarvan.

Claims (25)

1. Friet verkoopmachine, omvattende: een koelsysteem voor het gekoeld houden van frieten; een frituur systeem voor het frituren van frieten; een transportsysteem voor het transporteren van frieten uit het koelsysteem naar het frituursysteem; een uitgiftesysteem voor het uitgeven van de in het frituursysteem gefrituurde frieten; een afzuigsysteem welke gekoppeld is met het frituursysteem en welke is ingericht voor het afzuigen en filteren van lucht in het frituursysteem; een besturingsinrichting voor het besturen van het transportsysteem en het uitgifte systeem met het kenmerk, dat het afzuigsysteem omvat: een houder voor het houden van water of een andere water gebaseerde vloeistof; een luchtgeleidingssysteem voor het leiden van de uit het frituursysteem afgezogen lucht over een oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof voor het hierop doen neerslaan van vettige deeltjes welke aanwezig zijn in de afgezogen lucht.

2. Friet verkoopmachine volgens conclusie 1, waarbij het luchtgeleidingssysteem een eerste filterdeel, een tweede filterdeel en een verbindingsdeel omvat, waarbij de afgezogen lucht door het eerste en tweede filterdeel over het oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof wordt geleid, waarbij de door het eerste filterdeel geleide lucht door het verbindingsdeel wordt toegevoerd aan het tweede filterdeel en waarbij het verbindingsdeel koelmiddelen omvat voor het koelen van de door dit deel getransporteerde lucht.

3. Friet verkoopmachine volgens een conclusie 1 of 2, waarbij de koelmiddelen een leiding omvat voor het transporteren van lucht van het eerste filterdeel naar het tweede filterdeel, welke leiding door het koelsysteem loopt dan wel door dit systeem gekoeld wordt.

4. Friet verkoopmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het luchtgeleidingssysteem, het eerste filterdeel en/of het tweede filterdeel een compartimentvormend deel omvat welke voorzien is van een afvoer- en een toevoerleiding, waarbij het compartimentvormend deel althans tijdens regulier gebruik ten minste ten dele in het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof is geplaatst waardoor een compartiment wordt gevormd tussen wanden van het compartimentvormend deel en het oppervlak van het water of de genoemde andere water-gebaseerde vloeistof, welke compartiment in communicatie staat met de afvoer- en toevoerleiding.

5. Friet verkoopmachine volgens conclusie 4, waarbij het compartimentvormende deel de vorm heeft van een deksel welke is voorzien van een bovenwand, waarin openingen zijn voorzien voor de afvoer- en toevoerleiding, alsmede zich van de bovenwand naar het water of andere water-gebaseerde vloeistof uitstrekkende zijwanden, waarbij tijdens regulier gebruik, de zijwanden zich ten dele in het water of andere water-gebaseerde vloeistof zullen bevinden waardoor een compartiment wordt gevormd tussen de zijwanden, de bovenwand, en het oppervlak van het water of de andere water-gebaseerde vloeistof.

6. Friet verkoopmachine volgens conclusie 4, waarbij het compartimentvormende deel de vorm heeft van een deksel welke is voorzien van een bovenwand, alsmede zich van de bovenwand naar het water of andere water-gebaseerde vloeistof uitstrekkende zijwanden waarin openingen zijn voorzien voor de afvoer- en toevoerleiding, waarbij aan de bovenwand en/of de zijwanden een schot is bevestigd, waarbij tijdens regulier gebruik de zijwanden zich ten dele in het water of andere water-gebaseerde vloeistof zullen bevinden waardoor een compartiment wordt gevormd tussen de zijwanden, de bovenwand, en het oppervlak van het water of de andere water-gebaseerde vloeistof, waarbij het schot in het compartiment een eerste deel en een tweede deel vormt, waarbij de opening voor de toevoerleiding verbonden is met het eerste deel en de opening voor de afvoerleiding verbonden is met het tweede deel en waarbij lucht afkomstig uit de toevoerleiding over het water geleid wordt vanuit het eerste deel door een opening tussen het schot en het oppervlak van het water of de andere water-gebaseerde vloeistof naar het tweede deel, alwaar de lucht het compartiment kan verlaten door de opening van de afvoerleiding.

7. Friet verkoopmachine volgens conclusie 3 en een van de conclusies 4-6, waarbij het eerste en tweede filterdeel elk een compartimentvormend deel omvatten, waarbij de toevoerleiding van het eerste filterdeel is aangesloten op het frituursysteem, waarbij de afvoerleiding van het eerste filterdeel is aangesloten op het verbindingsdeel, waarbij de toevoerleiding van het tweede filterdeel is aangesloten op het verbindingsdeel en waarbij de afvoerleiding van het tweede filterdeel is aangesloten op een luchtfilter, waarbij het luchtfilter bij voorkeur een koolstof-gebaseerd luchtfilter omvat.

8. Friet verkoopmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het luchtgeleidingssysteem een ventilator omvat voor het aanzuigen van lucht in het frituursysteem. 9 Friet verkoopmachine volgens conclusie 7 en 8, waarbij de ventilator is aangesloten stroomafwaarts van het luchtfilter.

10. Friet verkoopmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder een uitneembare bak omvat.

11. Friet verkoopmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het koelsysteem een bak omvat met een aan een kopse zijde aanwezige uitgifte opening, het transportsysteem verder omvattende een wormschroef en een eerste aandrijving voor het aandrijven van de wormschroef, waarbij de wormschroef in een lengterichting van de bak en ten minste ten dele door de uitgifte opening is geplaatst.

12. Friet verkoopmachine volgens conclusie 11, waarbij het transportsysteem een schudinrichting omvat voor het schudden van in het koelsysteem aanwezig frieten.

13. Friet verkoopmachine volgens conclusie 11 en 12, waarbij de schudinrichting een in de lengterichting van de bak beweegbaar geplaatste stang omvat, waarbij de stang en de wormschroef zijn voorzien van samenwerkende koppeldelen welke zijn ingericht om de beweegbare stang te doen schudden bij rotatie van de wormschroef.

14. Friet verkoopmachine volgens een van de conclusies 11-13, waarbij de besturingsinrichting is ingericht om de eerste aandrijving te besturen voor het door de wormschroef laten uitnemen van een portie frieten uit het koelsysteem.

15. Friet verkoopmachine volgens een van de conclusies 11-14, waarbij het transportsysteem verder een opvangbak omvat voor het opvangen van uit de bak genomen frieten.

16. Friet verkoopmachine volgens conclusie 15, waarbij het transportsysteem verder een weegeenheid omvat voor het wegen van de door de opvangbak opgevangen frieten.

17. Friet verkoopmachine volgens conclusie 16, waarbij de besturingsinrichting is ingericht het transportsysteem te besturen voor het uitnemen van frieten uit het koelsysteem totdat de door de weegeenheid gewogen hoeveelheid frieten gelijk is aan of groter is dan een vooraf bepaalde drempel.

18. Friet verkoopmachine volgens een van de conclusies 15-17, waarbij de opvangbak boven het frituursysteem is geplaatst, waarbij de opvangbak aan een onderzijde is voorzien van een eerste verschuifbare klep en waarbij het frituursysteem aan een bovenzijde is voorzien van een tweede verschuifbare klep, waarbij het transportsysteem verder een tweede aandrijving omvat voor aandrijven van de eerste en/of tweede verschuifbare klep.

19. Friet verkoopmachine volgens conclusie 18, waarbij de besturingsinrichting is ingericht de tweede aandrijving aan te sturen voor het verschuiven van de eerste en tweede verschuifbare kleppen voor het in het frituursysteem laten vallen van de in de opvangbak aanwezige frieten.

20. Friet verkoopmachine volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het uitgiftesysteem een beweegbaar in het frituursysteem gemonteerde frietmand omvat alsmede een derde aandrijving voor het doen bewegen van de frietmand.

21. Friet verkoopmachine volgens conclusie 20, waarbij de frietmand kan bewegen tussen een frituurpositie, waarbij frieten in de frietmand in frituurvet of frituurolie zijn geplaatst, en een uitwerppositie, in welke de gefrituurde frieten uit de frietmand worden geworpen.

22. Friet verkoopmachine volgens conclusie 21, waarbij de besturingsinrichting is ingericht om de derde aandrijving te besturen om na een vooraf bepaalde tijd na het transport van de frieten vanuit het koelsysteem naar het frituursysteem de frietmand te doen bewegen naar de uitwerppositie voor het uitwerpen van de gefrituurde frieten.

23. Friet verkoopmachine volgens conclusie 21 of 22, waarbij het uitgiftesysteem verder een valbuis omvat voor het bij een opening van de valbuis opvangen van de uitgeworpen frieten.

24. Friet verkoopmachine volgens conclusie 23, waarbij het frituursysteem een frituurbak omvat waarin het frituurvet of de frituurolie wordt gehouden en verwarmd wordt, waarbij de frietmand draaibaar is bevestigd nabij een bovenzijde van de frituurbak zodanig dat de frietmand kan roteren om een draaiingsas waardoor deze beweegt van de frituurpositie naar de uitwerppositie.

25. Friet verkoopmachine volgens conclusie 23 of 24, waarbij het uitgiftesysteem verder een frietbakje plaatsingssysteem omvat voor het plaatsen van frietbakje onder een andere opening van de valbuis.

26. Friet verkoopmachine volgens conclusie 25, waarbij de besturingsinrichting is ingericht om de frietbakje plaatsingseenheid te besturen een frietbakje te plaatsen voorafgaand aan het besturen van de derde aandrijving voor het genoemde uitwerpen van de frieten.