NL2015054B1 - Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel. - Google Patents

Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel. Download PDF

Info

Publication number
NL2015054B1
NL2015054B1 NL2015054A NL2015054A NL2015054B1 NL 2015054 B1 NL2015054 B1 NL 2015054B1 NL 2015054 A NL2015054 A NL 2015054A NL 2015054 A NL2015054 A NL 2015054A NL 2015054 B1 NL2015054 B1 NL 2015054B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rod
drive
wall part
operating device
transmission unit
Prior art date
Application number
NL2015054A
Other languages
English (en)
Inventor
Maria Musters Johannes
Original Assignee
Hm Veiligheidsbeslag B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hm Veiligheidsbeslag B V filed Critical Hm Veiligheidsbeslag B V
Priority to NL2015054A priority Critical patent/NL2015054B1/nl
Priority to EP16177053.2A priority patent/EP3112569B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2015054B1 publication Critical patent/NL2015054B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F15/00Power-operated mechanisms for wings
    • E05F15/60Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators
    • E05F15/603Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors
    • E05F15/632Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for horizontally-sliding wings
    • E05F15/652Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for horizontally-sliding wings operated by screw-and-nut mechanisms
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/56Suspension arrangements for wings with successive different movements
    • E05D15/565Suspension arrangements for wings with successive different movements for raising wings before sliding
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05FDEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION; CHECKS FOR WINGS; WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05F15/00Power-operated mechanisms for wings
    • E05F15/60Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators
    • E05F15/603Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors
    • E05F15/632Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for horizontally-sliding wings
    • E05F15/643Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for horizontally-sliding wings operated by flexible elongated pulling elements, e.g. belts, chains or cables
    • E05F15/646Power-operated mechanisms for wings using electrical actuators using rotary electromotors for horizontally-sliding wings operated by flexible elongated pulling elements, e.g. belts, chains or cables allowing or involving a secondary movement of the wing, e.g. rotational or transversal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME RELATING TO HINGES OR OTHER SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS AND DEVICES FOR MOVING WINGS INTO OPEN OR CLOSED POSITION, CHECKS FOR WINGS AND WING FITTINGS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, CONCERNED WITH THE FUNCTIONING OF THE WING
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/10Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bedieningsinrichting voor het bedienen van een verschuifbaar wanddeel, zoals een schuifpui of een schuifdeur, omvattende: - één of meer aan een onderzijde van het verschuifbaar wanddeel aanbrengbare loopwagens, die een eerste, liggende, richting definiëren; - een met de één of meer loopwagens verbonden bedieningsstang die zich uitstrekt in een tweede richting, waarbij de tweede richting zich in hoofdzaak dwars op de eerste richting uitstrekt; - waarbij in het verlengde van de bedieningsstang een overbrengingseenheid is voorzien, die via een aandrijfverbinding is verbonden met een aandrijving, en waarbij de aandrijfverbinding zich in hoofdzaak in een derde richting evenwijdig aan de eerste richting uitstrekt. De uitvinding betreft verder een samenstel van een verschuifbaar wanddeel met een dergelijke bedieningsinrichting, alsmede een werkwijze voor de toepassing daarvan.

Description

Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel
De uitvinding heeft betrekking op een bedieningsinrichting voor het bedienen van een verschuifbaar wanddeel, zoals een schuifpui of een schuifdeur.
De uitvinding betreft verder een samenstel van een verschuifbaar wanddeel met een dergelijke bedieningsinrichting, alsmede een werkwijze voor de toepassing daarvan.
Met een schuifpui kan een (woon)ruimte doorlopend op een buitenruimte, zoals een tuin, aansluiten. Steeds meer mensen waarderen een dergelijke verbinding tussen huis en tuin,, die een ruimtelijke beleving geeft.
Een traditionele schuifpui omvat één of meer aan een onderzijde van het verschuifbaar wanddeel aanbrengbare loopwagens, die een eerste, liggende, richting definiëren, en een met de één of meer loopwagens verbonden bedieningsstang die zich uitstrekt in een tweede richting, waarbij de tweede richting zich in hoofdzaak dwars op de eerste richting uitstrekt. Een dergelijke schuifpui wordt doorgaans handbediend met een krukmechanisme dat aangrijpt op de bedieningsstang, die ook wel espagnoletstang wordt genoemd.
Door het met de handbediende kruk bedienen van de espagnoletstang kan de schuifpui op haar wielen worden getild t.b.v. het kunnen open- en dichtschuiven van de schuifpui, danwel worden neergelaten t.b.v. het vastzetten van de schuifpui. Bij dit neerlaten kan de pui bijvoorbeeld aangrijpen met in de zijstijlen van het kozijn aangebrachte vergrendelnokken, wat enige inbraakwerendheid verschaft. Desondanks zijn schuifpuien relatief inbraakgevoelig, doordat ze met geschikt materiaal soms uit deze vergendelnokken kunnen worden getild. Een dergelijke pui heeft, mede door de grote hoeveelheid glaswerk, een aanzienlijke massa. Door deze massa kan het opheffen en neerlaten met behulp van het handbediend krukmechanisme lichamelijk belastend zijn, in het bijzonder voor zwakkere mensen zoals kinderen en ouderen.
Ten behoeve van comfortverhoging zijn er inrichtingen bekend, waarbij de kruk wordt vervangen voor een eerste elektromotor. Deze elektromotor wordt in een behuizing aan de de schuifpui aangebracht, en steekt daarmee uit van de schuifpui, wat vaak als lelijk wordt ervaren. Aanvullend is er een tweede elektromotor voorzien die via een riemaandrijving de schuifpui kan verschuiven. Deze riemaandrijving strekt zich over nagenoeg de gehele puibreedte uit en wordt -zelfs als deze in een bedieningskast is weggewerkt - ook vaak als lelijk ervaren. Deze bekende inrichtingen zijn visueel storend aanwezig en omvatten twee elektromotoren.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een bedieningsinrichting te verschaffen voor het bedienen van een schuifpui, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.
Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met de bedieningsinrichting voor het bedienen van een verschuifbaar wanddeel, zoals een schuifpui of een schuifdeur, volgens de uitvinding, omvattende: - één of meer aan een onderzijde van het verschuifbaar wanddeel aanbrengbare loopwagens, die een eerste, liggende, richting definiëren; - een met de één of meer loopwagens verbonden bedieningsstang die zich uitstrekt in een tweede richting, waarbij de tweede richting zich in hoofdzaak dwars op de eerste richting uitstrekt; - waarbij in het verlengde van de bedieningsstang een overbrengingseenheid is voorzien, die via een aandrijfverbinding is verbonden met een aandrijving, en waarbij de aandrijfverbinding zich in hoofdzaak in een derde richting evenwijdig aan de eerste richting uitstrekt.
De bedieningsstang, die ook wel espagnoletstang wordt genoemd, is een uit de stand der techniek bekende bedieningsstang die is ingericht om de eveneens bekende loopwagens te verplaatsen tussen een ruststand, waarin het verschuifbaar wanddeel op een ondergrond rust, en een arbeidsstand, waarin het verschuifbaar wanddeel door de rolwagens wordt opgetild en daarmee verplaatsbaar is.
De uitvinding voorziet in een bedieningsinrichting die desgewenst achteraf is aan te brengen in een bestaande schuifpui, en daartoe als inbouwkit kan worden aangeleverd. In plaats van de bestaande kruk te vervangen voor een in een behuizing weggewerkte eerste elektromotor, en het aanbrengen van een tweede elektromotor voor de verplaatsing van een opgetilde schuifpui, verschaft de bedieningsinrichting volgens de uitvinding de mogelijkheid om een elektronische bediening aan te brengen die visueel grotendeels is afgeschermd en waarbij bovendien slechts één elektromotor nodig is voor zowel het optillen als het verplaatsen van de schuifpui. Daartoe is een overbrengingseenheid voorzien die in een eerste aandrijffase de het verschuifbaar wanddeel optilt, en in een verdere aandrijffase het opgetilde verschuifbaar wanddeel verplaatst.
Indien de aandrijfverbinding zich volgens een voorkeursuitvoeringsvorm ten minste tot voorbij het verschuifbaar wanddeel uitstrekt, kan de aandrijfverbinding een vaste aangrijping met het verschuifbaar wanddeel vertonen en het verschuifbaar wanddeel langs de aandrijfverbinding, die bijvoorbeeld een spindel kan zijn, verplaatsen.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de overbrengingseenheid een stangenmechanisme dat is ingericht om een door de aandrijfverbinding in de derde richting aangebrachte trek- of drukkracht om te zetten naar een in de tweede richting gerichte trek- of drukkracht. De bedieningsstang, ofwel espagnoletstang, strekt zich ook in deze tweede richting uit. Door de trek- of drukkracht op de bedieningsstang over te dragen wordt een handbediende kruk overbodig en kan de bedieningsstang door de bedieningseenheid worden bediend.
Indien de aandrijfverbinding van de bedieningsinrichting volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm ten minste is ingericht om een trekkracht op de overbrengingseenheid uit te oefenen, ontstaat een voordelige uitvoering waarbij in de eerste aandrijffase in bovenwaartse richting aan de bedieningsstang wordt getrokken, wat de gebruikelijke richting is voor het optillen van een verschuifbaar wanddeel. Na het optillen kan de door de aandrijfverbinding in de derde richting uitgeoefende trekkracht worden aangewend voor het zijdelings verplaatsen van het verschuifbaar wanddeel.
De door de aandrijfverbinding in de derde richting uitgeoefende kracht kan betrouwbaar worden omgezet naar een in de tweede richting gerichte kracht, wanneer het stangenmechanisme van de overbrengingseenheid volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm een vierstangenmechanisme is, dat omvat: - een in de derde richting aan het verschuifbaar wanddeel aanbrengbare geleiderail; - een eerste stang, die door de geleiderail geleidbaar en ten opzichte daarvan in een langsrichting van de geleiderail verschuifbaar is; - een tweede stang die scharnierbaar tussen de eerste stang en een derde stang is aangebracht; - waarbij de derde stang in hoofdzaak aan of in het verlengde van de langsrichting van de geleiderail scharnierbaar rondom een scharnieras is aangebracht; en - waarbij het verschuifbaar wanddeel een vierde stang van het vierstangenmechanisme vormt.
Een vergrendeling van de opgetilde hefstand van de overbrengingseenheid wordt verkregen indien, volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, de scharnierverbinding tussen de eerste stang en de tweede stang een sleufuitsparing omvat en er ten minste één verdere sleufuitsparing is voorzien, waarbij beide sleuven in een hefstand van de overbrengingseenheid zijn uitgelijnd met nokken die ten opzichte van de sleuven in een vergrendelstand verplaatsbaar zijn, waarbij in de vergrendelstand ten minste één van de nokken zodanig met een haakdeel aangrijpt dat de eerste stang en de tweede stang ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld. Door het vergrendelen van de opgetilde hefstand blijft het verschuifbaar wanddeel in verrijdbare toestand door de rolwagens ondersteund.
Een verhoogde betrouwbaarheid van de vergrendeling wordt verkregen indien, volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm, een verder vergrendelorgaan is voorzien dat een aan de eerste stang aangebracht haakdeel omvat, dat in de vergrendelstand van de overbrengingseenheid aangrijpt met een corresponderende nok van de tweede stang en de eerste stang en de tweede stang ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de derde stang, die in hoofdzaak aan of in het verlengde van de langsrichting van de geleiderail scharnierbaar rondom de scharnieras is aangebracht, asymmetrisch vormgegeven, waarbij de afstand tussen de scharnieras en de scharnierverbinding met de tweede stang groter is dan de afstand tussen de scharnieras en een verdere scharnierverbinding, waarmee de derde stang direct of indirect aangrijpbaar is met de bedieningsstang van het verschuifbaar wanddeel. Door deze asymmetrische vormgeving verschaft de derde stang een hefboomwerking, die de door de aandrijving uitgeoefende kracht, die gebruikt wordt voor het optillen van het verschuifbaar wanddeel, versterkt. Door de hefboomwerking volstaat een minder krachtige elektromotor, die daardoor compacter kan zijn.
De betrouwbaarheid van de krachtomzetting door de overbrengingseenheid wordt vergroot indien deze ten minste tijdens het optillen van een verschuifbaar wanddeel wordt ondersteund. Derhalve omvat de bedieningsinrichting volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm verder een geleidingseenheid met ten minste een gekromde baan waarin ten minste de scharnierverbinding, waarmee de derde stang direct of indirect aangrijpbaar is met een hefstang van het verschuifbaar wanddeel, geleidbaar is. Deze geleidingseenheid is bijvoorbeeld aanbrengbaar aan een kozijn waarin het verschuifbaar wanddeel verschuifbaar is.
Bij voorkeur verschaft de geleidingseenheid naast een geleiding van het stangenmechanisme tevens een aanvullende inbraakwerendheid. Daartoe omvat de bedieningsinrichting volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm verder een geleidingseenheid met ten minste een gekromde baan waarin ten minste de scharnierverbinding tussen de derde stang en de tweede stang geleidbaar is, waarbij de gekromde baan de scharnierverbinding in een in hoofdzaak staande stand van de derde stang aan de bovenzijde begrenst. In de in hoofdzaak staande stand van de derde stang strekt een denkbeeldige lijn door de scharnierverbinding tussen de derde stang en de tweede stang, en de verdere scharnierverbinding van de derde stang, waarmee de derde stang direct of indirect aangrijpbaar is met de bedieningsstang van het verschuifbaar wanddeel, zich uit in de tweede richting, d.w.z. dezelfde richting als de bedieningsstang (ofwel espagnoletstang). Hierdoor wordt de derde stang in een neergelaten ruststand van het verschuifbaar wanddeel aan de bovenzijde begrensd, waardoor een dief het schuifbaar wanddeel niet kan optillen, bijvoorbeeld met een koevoet.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aandrijfverbinding een met de aandrijving aandrijfbare spindel die is ingericht om de eerste stang in langsrichting ten opzichte van de geleiderad te verplaatsen. Bij voorkeur is deze spindel van een dubbele schroefdraad voorzien, zodat een relatief grote aandrijfkracht wordt gecombineerd met een aan de spoed van de spindel gecorreleerde relatief grote verplaatsingssnelheid.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aandrijving een elektromotor, die bijvoorbeeld onderdeel kan vormen van een domotica systeem.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de aandrijving een (aanvullende) handbediening. Hoewel het denkbaar is dat de bedieningsinrichting enkel met een handbediening wordt toegepast, zal deze bij voorkeur aanvullend zijn aangebracht, zodat bij een eventueel falen van de motor de handbediening als backup kan worden gebruikt. Echter zelfs zonder elektromotor en met enkel een handbediening biedt het systeem voordelen, omdat een conventionele kruk overbodig is en de handbediening bijvoorbeeld aan of nabij een kozijn kan zijn voorzien, waar een zwengel aankoppelbaar is. Met een dergelijke zwengel kan een grotere hefboomwerking worden verkregen dan met een handkruk aan de schuifpui zelf, waardoor de schuifpui ook door kinderen en ouderen handmatig te openen en sluiten is.
Indien volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm tussen de aandrijving en de overbrengingseenheid een kantelbare schakelkast is voorzien en de elektromotor losmaakbaar met de schakelkast is verbonden, kan de elektromotor eenvoudig (tijdelijk) worden ontkoppeld. Hierdoor kan een gebruiker de handbediening als backup inzetten.
Door de bedieningsinrichting volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een hulpveer te voorzien die in een voorgespannen toestand aan de overbrengingseenheid en/of aan de aandrijving is aangebracht, kan een voorspanning worden verschaft die is ingericht om een aanvullende hefkracht voor het optillen van het verschuifbaar wanddeel te verschaffen.
Een op afstand of (via een domotica systeem) automatisch aangestuurde bedieningsinrichting heeft als nadeel dat deze mensen of dieren tussen het verschuifbaar wanddeel en het omringende kozijn zou kunnen klemmen. Om in dergelijke gevallen letstel te voorkomen, omvat de bedieningsinrichting volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm een afknelbeveiliging, die tussen de aandrijving en de overbrengingseenheid is voorzien, omvattende: - een aandrijfas met een onronde dwarsdoorsnede die correspondeert met een onronde uitsparing in de spindel, waarbij de aandrijfas en de spindel in langsrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn; - een hulsdeel met een inwendige schroefdraad die correspondeert met een uitwendige schroefdraad van de spindel; - een in het hulsdeel aangebrachte fixeerhuls ; - een in het hulsdeel aangebrachte drukveer ; - waarbij de drukveer in een aangedreven arbeidsstand tegen de fixeerhuls drukt en de uitwendige schroefdraad van de spindel uit aangrijping met de inwendige schroefdraad in het hulsdeel houdt; en - waarbij de drukveer bij een afknelling wordt gecomprimeerd en de uitwendige schroefdraad van de spindel in aangrijping met de inwendige schroefdraad in het hulsdeel komt, waarbij de drukveer verder wordt gecomprimeerd en de spindel zich onder de veerspannning vast draait in het hulsdeel.
De bedieningsinrichting is als kit leverbaar en kan achteraf in een reeds bestaan verschuifbaar wanddeel worden aangebracht. Het volstaat om enkel één sleufuitsparing aan te brengen waarin onderdelen van de bedieningsinrichting opneembaar zijn. Na samenstelling met een verschuifbaar wanddeel ontstaat een samenstel van een verschuifbaar wanddeel, zoals een schuifpui of een schuifdeur en een bedieningsinrichting volgens de uitvinding, waarbij de eerste richting waarin de één of meer loopwagens zijn voorzien zich in hoofdzaak langs een onderrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt, waarbij de tweede richting waarin de bedieningsstang zich uitstrekt zich in hoofdzaak langs een zijrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt, waarbij de overbrengingseenheid aan of nabij een bovenhoek van het verschuifbaar wanddeel is aangebracht, en waarbij de derde richting waarin de aandrijfverbinding zich tussen de aandrijving en de overbrengingseenheid uitstrekt zich in hoofdzaak langs een bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een verschuifbaar wanddeel, zoals een schuifpui of een schuifdeur, omvattende de stappen van: - het met een aandrijving op een overbrengingseenheid van een bedieningseenheid aanbrengen van een aandrijfkracht die zich hoofdzaak parallel aan een liggende bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt; - het met de overbrengingseenheid omzetten van deze aandrijfkracht naar een kracht die zich in hoofdzaak in een staande richting uitstrekt; en - het met de omgezette kracht bedienen van een bedieningsstang, waardoor het verschuifbaar wanddeel ten opzichte van één of meer daaraan aangebrachte loopwagens van een ondergrond wordt opgetild en verrijdbaar is.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze, omvat deze verder de stappen van: - het met een aandrijving op een overbrengingseenheid van een bedieningseenheid aanbrengen van een aandrijfkracht die zich hoofdzaak parallel aan een liggende bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt; en - het na het optillen van het verschuifbaar wanddeel vergrendelen van de opgetilde stand.
Door het in een vergrendelingsstand brengen van de overbrengingseenheid kan de opgetilde stand van het verschuifbaar wanddeel worden vergrendeld.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze, omvat deze verder de stappen van: - het met een aandrijving op een overbrengingseenheid van een bedieningseenheid aanbrengen van een aandrijfkracht die zich hoofdzaak parallel aan een liggende bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt; en - het verplaatsen van het door de één of meer loopwagens ondersteunde en opgetilde verschuifbaar wanddeel.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een bedieningsinrichting volgens de uitvinding toegepast.
In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:
Figuur 1: een schematische weergave van een wand met een schuifpui, voorzien van een bedieningsinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2: een detailweergave van een aandrijving;
Figuur 3: een detailweergave van een afknelbeveiliging;
Figuur 4: een detailweergave van een optionele handbediening;
Figuur 5: een detailweergave van een overbrengingseenheid van de bedieningsinrichting;
Figuren 6-9: opeenvolgende stappen van het optillen van een verschuifbaar wanddeel 12;
Figuur 10: een vergrendelstap van de bedieningsinrichting;
Figuur 11: een toestand volgens figuren 6-10, waarbij het verschuifbaar wanddeel verschoven is;
Figuren 12 en 13: aanzichten van het verschuifbaar wanddeel in een neergelaten toestand ; en
Figuren 14 en 15: aanzichten van het verschuifbaar wanddeel in een opgetilde en verschuifbare toestand.
Figuur 1 toont een wand 1 met een schuifpui 2, voorzien van een bedieningsinrichting 20 volgens de uitvinding. De schuifpui 2 omvat een puikozijn 4 met een vast wanddeel 6 en een verschuifbaar wanddeel 12, waarbij het vast wanddeel 6 en het verschuifbaar wanddeel 12 in de getoonde uitvoeringsvorm elk een raam 8, 14 omvatten.
De bedieningsinrichting omvat een aandrijving 20, die in de getoonde uitvoeringsvorm dubbel is uitgevoerd. De aandrijving 20 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm enerzijds een elektromotor 42 en anderzijds een nog nader te verklaren (nood)handbcdicning 44 die in de tandwielkast 36 in de linker bovenhoek is voorzien. Deze tandwielkast 36 omvat een haakse overbrenging.
Vanaf de tandwielkast 36 loopt een aandrijfstang in de vorm van een spindel 24 richting het verschuifbaar wanddeel 12 (in de figuur naar rechts). Deze spindel 24 is aandrijfbaar verbonden met een overbrengingseenheid 50 die in het verschuifbaar wanddeel 12 is aangebracht. Via deze overbrengingseenheid 50 is een conventionele bedieningsstang 120, hierna ook espagnoletstang 120 genoemd, bedienbaar, zoals nog nader zal worden toegelicht. De espagnoletstang 120 strekt zich binnen het verschuifbaar wanddeel 12 neerwaarts vanaf de overbrengingseenheid 50 uit en is via een conventioneel geleidingsmechanisme 122 verbonden met conventionele loopwagens 128, waarmee het verschuifbaar wanddeel 12 in opgetilde toestand verschuifbaar is. Opgemerkt wordt dat bij een conventionele handbediende schuifpui, de kruk aangrijpt op de espagnoletstang 120.
De bedieningsinrichting volgens de uitvinding is ingericht om een conventionele espagnoletstang 120 te bedienen, en is derhalve achteraf aanbrengbaar in een reeds bestaande schuifpui. Het volstaat daartoe om in de bovenzijde van het verschuifbaar wanddeel 12 een uitsparing aan te brengen waarin de bedieningsinrichting opneembaar is, en verder een aandrijving 20 aan te brengen die in aandrijfbare verbinding staat met de overbrengingseenheid 50. Deze aandrijving 20 loopt door een reeds in het pui-kozijn 4 aanwezige uitsparing.
De aandrijving 20 is in meer detail getoond in de figuren 2-4. De elektromotor 42 is via een schuifkoppeling 40 en een drijfstang 38 met een kantelbare tandwielkast 36 verbonden. Vanuit deze tandwielkast 36 loopt de spindel 24, waarbij in een voorkeursuitvoeringsvorm tussen de tandwielkast 36 en de spindel 24 een afknelbeveiliging 28 is voorzien.
De afknelbeveiliging 28 wordt in meer detail in figuur 3 getoond, en omvat een aandrijfas 30, waarop een tandwiel van de tandwielkast 36 is bevestigd. De aandrijfas 30 is zowel in de geassembleerde toestand als afzonderlijk weergegeven, zodat zichtbaar is dat deze aan het van de tandwielkast 36 afgekeerde uiteinde een onronde vorm omvat. In de getoonde uitvoeringsvorm is de onronde vorm zeskantig, en grijpt deze aan in een inwendige overeenkomstige zeskantige uitsparing in de spindel 24. Wanneer de spindel 24 roteert en wordt tegengehouden, bijvoorbeeld omdat iemand met zijn of haar lichaam tussen het pui-kozijn 4 en het verschuifbaar wanddeel 12 komt, dan draait de spindel 24 binnenwaarts in het van inwendig schroefdraad voorziene hulsdeel 33, en drukt daarbij een fïxeerhuls 32 tegen de werking van een drukveer 34 in. Het hulsdeel 33 is bevestigd aan de vaste wereld, bijvoorbeeld via de tandwielkast 36 aan het pui-kozijn 4. Wanneer de spindel 24 in het hulsdeel 33 draait, zal deze vastlopen en zo als afknelbeveiliging fungeren.
Mocht de elektromotor 42 niet functioneren, bijvoorbeeld wanneer er een stroomuitval is of de elektromotor 42 onverhoopt kapot is gegaan, dan kan het wenselijk zijn om het verschuifbaar wanddeel 12 van de schuifpui 2 handmatig te verschuiven, zodat deze te allen tijde kan worden gesloten. Daartoe is een (nood)handbediening 44 voorzien. De schakelkast 36 is kantelbaar uitgevoerd, en door de schuifkoppeling 40 opwaarts te bewegen kan de elektromotor 42 van de drijfstang 38 ontkoppeld worden. Vervolgens kan de schakelkast 36 buitenwaarts van de wand 1 vandaan worden gekanteld, en kan een conventionele zwengel 46 aan de schakelkast 36 worden gekoppeld. Door het draaien aan de zwengel 46 kan bedieningsinrichting nu worden aangedreven.
Zoals getoond in figuur 5, loopt de spindel 24 in een geleiderad 22, die is vastgeschroefd aan het pui-kozijn 4. De spindel 24 grijpt aan op een meenemer 26, die van een schroefdraad is voorzien die correspondeert met de uitwendige schroefdraad van de spindel 24. De meenemer 26 grijpt vervolgens aan op een wanddeelmeenemer 82, waaraan een fïxeerstang 72 is bevestigd.
De fïxeerstang 72 is scharnierbaar verbonden met een fixeerplaat 62, die op haar beurt weer scharnierbaar verbonden is met een tuimelaar 58. Deze tuimelaar 58 is met een schamieras 56 scharnierbaar aan een tuimelblok 54 bevestigd. Het tuimelblok 54 zit vastgeschroefd in het verschuifbaar wanddeel 12, en verschaft een vast scharnierpunt 56 voor tuimelaar 58. De fïxeerstang 72, het verschuifbaar wanddeel 12, de fixeerplaat 62 en de tuimelaar 58 vormen tezamen een vierstangenmechanisme dat is ingericht om een liggende kracht die wordt uitgeoefend door de spindel 24 om te buigen naar een opwaartse kracht voor het via de conventionele espagnoletstang 120 optillen van het verschuifbaar wanddeel 12, zodat deze door wielen 132 van loopwagens 128 wordt ondersteund en met beperkte weerstand verschuifbaar is.
Opgemerkt wordt dat in een bijzonder voordelige en stabiele uitvoeringsvorm twee fïxeerplaten 62 zijn voorzien, waartussen de tuimelaar 58 wordt ingesloten.
De fïxeerstang 72, die door de geleiderad 52 geleidbaar is en ten opzichte van deze geleiderad 52 in een langsrichting verschuifbaar is, vormt een eerste stang van het vierstangenmechanisme. De fixeerplaat 62, die scharnierbaar tussen de fïxeerstang 72 en de tuimelaar 58 is aangebracht, vormt de tweede stang van het vierstangenmechanisme, terwijl de tuimelaar 58 de derde stang vormt. De tuimelaar 58 is in hoofdzaak aan of in het verlengde van de langsrichting van de geleiderad 52 scharnierbaar rondom een schamieras 56 aangebracht. Tenslotte vormt het verschuifbaar wanddeel 12 een vierde stang van het vierstangenmechanisme.
Aan de hand van de figuren 6-10 worden opeenvolgende stappen van het optillen van een verschuifbaar wanddeel 12 toegelicht. Figuur 6 toont een uitvergrote weergave van de toestand van figuur 5. Omwille van de duidelijkheid is de fixeerplaat 62 met stippellijnen transparant weergegeven.
Wanneer de fixeerstang 72 in de richting van de pijl O beweegt (in de figuur naar links), drukt een aan de fixeerstang 74 aangebrachte tweede nok 76 tegen de fixeerplaat 62. De in de sleufuitsparing 64 van de fixeerplaat 62 bevindende eerste nok 74 van de fixeerstang 72 gaat daarbij als schamieras tussen de fixeerstang 72 en de fixeerplaat 62 fungeren. Wanneer de fixeerstang 72 in de richting van de pijl O beweegt, wordt de fixeerplaat 62 meegetrokken, en trekt deze fixeerplaat 62 aan de tuimelaar 58. De fixeerplaat 62 en de tuimelaar 58 zijn met een schamieras 60 verbonden. Als gevolg van deze trekkracht gaat de tuimelaar 58 om haar vast scharnierpunt 56 draaien, waardoor de schamieras 88 met de trekstang 90 ook omhoog verplaatst. Figuren 7, 8 en 9 tonen opeenvolgende stadia. Het geleideblok 70 verschaft een centrering van de fixeerstang 72 in de geleiderad 52, die in de getoonde uitvoeringsvorm een C-profïel is.
Opgemerkt wordt dat de tuimelaar 58 een hefboomwerking verschaft, doordat de afstand tussen de scharnierpunten 56 en 60 groter is dan de afstand tussen de scharnierpunten 56 een 88.
Optioneel is een drukveer 86 voorzien, die zich afzet tegen een remblok 80 dat aan het verschuifbaar wanddeel 12 is vastgeschroefd. De drukveer 86 bevindt zich in voorgespannen toestand over een tussen het remblok 80 en de wanddeelmeenemer 82 aangebrachte veerstang 84, waardoor deze drukveer 86 de wanddeelmeenemer 82 van het remblok 80 vandaan duwt (in de figuur naar links) en zo de spindel 24 ondersteunt met het optillen van het verschuifbaar wanddeel 12.
In figuur 9 is de toestand bereikt waarin het verschuifbaar wanddeel 12 volledig is opgetild, en volledig ondersteund wordt door de wielen 132 van de loopwagens (figuren 14 en 15). De tuimelaar 58 bevindt zich nu in een eindstand en de nokken 74 en 76 bevinden zich in het verlengde van de respectievelijke sleufuitsparingen 64, 66.
Om het verschuifbaar wanddeel 12 in de opgetilde toestand te behouden, en te voorkomen dat ze onder invloed van de zwaartekracht neerzakt, wordt een vergrendelstap uitgevoerd. Door de fixeerstang 72 verder in de richting van pijl O te verplaatsen, verschuiven de nokken 74 en 76 in de sleuven 64, 66, en ontstaat een vergrendeling doordat de tweede nok 76 van de fixeerstang 72 achter het haakdeel 67 van de tweede sleufuitsparing 66 van de fixeerplaat 62 haakt.
Een optionele extra vergrendeling kan worden gevormd door een nok 68 van de fixeerplaat 62 te laten aangrijpen met een corresponderend haakdeel 78 van de fixeerstang 72. In figuur 9 bevindt deze nok 68 zich nog voor het haakdeel 78, en in figuur 10 is deze in een vergrendelende aangrijping getrokken. Bijzonder voordelig is het wanneer deze nok 68 als een rondsel is uitgevoerd.
Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is een eindgeleider 106 voorzien, die een vangplaat 108 heeft met één of meer geleidingssleuven. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn drie geleidingssleuven 110, 112, 114 voorzien. Opgemerkt wordt dat in een bijzonder voordelige en stabiele uitvoeringsvorm twee vangplaten 108 zijn voorzien, waartussen de tuimelaar 58 wordt ingesloten.
De scharnieras 88 tussen de tuimelaar 58 en de trekstang 90 steekt bij voorkeur aan één of beide zijden uit, zodat het een geleidingsnok vormt waarmee deze scharnieras 88 de tuimelaar 58 in de gekromde geleidingssleuf 110 geleidt. Door de tuimelaar 58 op te sluiten tussen twee vangplaten 108, wordt een stabiele constructie verkregen.
Bijzonder voordelig is het wanneer de scharnieras 60 tussen de tuimelaar 58 en de fixeerplaat 62 eveneens aan één of beide zijden uitsteekt en daarmee een geleidingsnok vormt waarmee de tuimelaar 58 in een tweede gekromde geleidingssleuf 112 is opgenomen. Deze tweede geleidingssleuf 112 blokkeert in de in figuren 5, 6, 12,13 getoond neergelaten toestand de als geleidingsnok fungerende uitstekende scharnieras 60 van de tuimelaar 58 aan de bovenzijde (figuur 6), waardoor deze een inbraakbeveiliging verschaft. De tweede geleidingssleuf 112 voorkomt in figuur 6 dat de tuimelaar 58 naar boven kan bewegen, en daardoor kan het verschuifbaar wanddeel 12 niet opgetild worden door een inbreker. In de neergelaten toestand rust het verschuifbaar wanddeel 12 op een onderdorpel 18 en is te zwaar op te kunnen worden verplaatst (figuren 12, 13). Desgewenst kunnen conventionele vergrendelingsnokken zijn voorzien, die ook al in enige mate inbraakwerend zijn.
Door de één of meer vangplaten 108 van een derde geleidingssleuf 114 te voorzien, kan de tuimelaar 58 in de in figuur 10 getoonde gekantelde stand uit de opsluiting van de eindgeleider 106 worden geschoven, d.w.z. naar de in figuur 11 getoonde gedeeltelijk geopende verschoven stand van het verschuifbaar wanddeel 12. Opgemerkt wordt dat in de in figuur 11 geopende toestand de vergrendeling tussen de nok 76 en het haakdeel 67 enerzijds, en de vergrendeling tussen de nok 68 en het haakdeel 78 anderzijds behouden blijft.
Wanneer de overbrengingseenheid 50 van de bedieningsinrichting in de richting van pijl O beweegt, wordt het verschuifbaar wanddeel 12 van de in figuren 12, 13 neergelaten ruststand naar de in figuren 14, 15 opgetilde en verschuifbare stand verplaatst. De espagnoletstang 120 grijpt met een nok 121 aan op een schakel 124 van een geleidingsmechanisme 122 dat door een aantal sleuven 126 wordt geleid. Wanneer de espagnoletstang 120 omhoog wordt getrokken, worden de loopwagens 128 met nokken door sleufuitsparingen 130 verplaatst, waardoor de loopwagens 128 het verschuifbaar wanddeel 12 met hun wielen 132 gaan ondersteunen. Het verschuifbaar wanddeel 12 kan nu eenvoudig verschoven worden, waarbij het over de wielen 132 rolt.
De hierboven beschreven uitvoeringsvorm is, hoewel ze een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken.
In het bijzonder wordt opgemerkt dat, hoewel de uitvinding aan de hand van een schuifpui is toegelicht, deze ook voor andere verschuifbare wanddelen, zoals schuifdeuren, toepasbaar is.
Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkend voor de beschermingsomvang. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.

Claims (21)

1. Bedieningsinrichting voor het bedienen van een verschuifbaar wanddeel, zoals een schuifpui of een schuifdeur, omvattende: - één of meer aan een onderzijde van het verschuifbaar wanddeel aanbrengbare loopwagens, die een eerste, liggende, richting definiëren; - een met de één of meer loopwagens verbonden bedieningsstang die zich uitstrekt in een tweede richting, waarbij de tweede richting zich in hoofdzaak dwars op de eerste richting uitstrekt; met het kenmerk, dat in het verlengde van de bedieningsstang een overbrengingseenheid is voorzien, die via een aandrijfverbinding is verbonden met een aandrijving, en waarbij de aandrijfverbinding zich in hoofdzaak in een derde richting evenwijdig aan de eerste richting uitstrekt.
2. Bedieningsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de aandrijfverbinding zich ten minste tot voorbij het verschuifbaar wanddeel uitstrekt.
3. Bedieningsinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de overbrengingseenheid een stangenmechanisme omvat dat is ingericht om een door de aandrijfverbinding in de derde richting aangebrachte trek- of drukkracht om te zetten naar een in de tweede richting gerichte trek-of drukkracht.
4. Bedieningsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfverbinding ten minste is ingericht om een trekkracht op de overbrengingseenheid uit te oefenen.
5. Bedieningsinrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij het stangenmechanisme van de overbrengingseenheid een vier stangenmechanisme is, dat omvat: - een in de derde richting aan het verschuifbaar wanddeel aanbrengbare geleiderad (52); - een eerste stang (72), die door de geleiderad (52) geleidbaar en ten opzichte daarvan in een langsrichting van de geleiderad (52) verschuifbaar is; - een tweede stang (62) die scharnierbaar tussen de eerste stang (72) en een derde stang (58) is aangebracht; - waarbij de derde stang (58) in hoofdzaak aan of in het verlengde van de langsrichting van de geleiderad scharnierbaar rondom een scharnieras (56) is aangebracht; en - waarbij het verschuifbaar wanddeel een vierde stang van het vierstangenmechanisme vormt.
6. Bedieningsinrichting volgens conclusie 5, waarbij de scharnierverbinding tussen de eerste stang (72) en de tweede stang (62) een sleufuitsparing (64) omvat en er ten minste één verdere sleufuitsparing (66) is voorzien, waarbij beide sleuven (64, 66) in een hefstand van de overbrengingseenheid zijn uitgelijnd met nokken (74, 76) die ten opzichte van de sleuven (64, 66) in een vergrendelstand verplaatsbaar zijn, waarbij in de vergrendelstand ten minste één van de nokken (74, 76) zodanig met een haakdeel (67) aangrijpt dat de eerste stang (72) en de tweede stang (62) ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld.
7. Bedieningsinrichting volgens conclusie 6, waarbij een verder vergrendelorgaan is voorzien dat een aan de eerste stang (72) aangebracht haakdeel (78) omvat, dat in de vergrendelstand van de overbrengingseenheid aangrijpt met een corresponderende nok (68) van de tweede stang (67) en de eerste stang (72) en de tweede stang (62) ten opzichte van elkaar zijn vergrendeld.
8. Bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 5-7, waarbij de derde stang (58), die in hoofdzaak aan of in het verlengde van de langsrichting van de geleiderad scharnierbaar rondom de scharnieras (56) is aangebracht, asymmetrisch is vormgegeven, waarbij de afstand tussen de scharnieras (56) en de scharnierverbinding met de tweede stang (62) groter is dan de afstand tussen de scharnieras (56) en een verdere scharnierverbinding (88), waarmee de derde stang (58) direct of indirect aangrijpbaar is met de bedieningsstang (120) van het verschuifbaar wanddeel (12).
9. Bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 5-8, verder omvattende een geleidingseenheid (106) met ten minste een gekromde baan (110) waarin ten minste de scharnierverbinding (88), waarmee de derde stang (58) direct of indirect aangrijpbaar is met een hefstang van het verschuifbaar wanddeel (12), geleidbaar is.
10. Bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 5-9, verder omvattende een geleidingseenheid (106) met ten minste een gekromde baan (112) waarin ten minste de scharnierverbinding (60) tussen de derde stang (58) en de tweede stang (62) geleidbaar is, waarbij de gekromde baan (112) de scharnierverbinding (60) in een in hoofdzaak staande stand van de derde stang (58) aan de bovenzijde begrenst.
11. Bedieningsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfverbinding een met de aandrijving aandrijfbare spindel (24) omvat die is ingericht om de eerste stang (72) in langsrichting ten opzichte van de geleiderad (52) te verplaatsen.
12. Bedieningsinrichting volgens conclusie 11, waarbij de aandrijving een elektromotor omvat.
13. Bedieningsinrichting volgens conclusie 11 of 12, waarbij de aandrijving een handbediening omvat.
14. Bedieningsinrichting volgens conclusie 13, waarbij tussen de aandrijving en de overbrengingseenheid een kantelbare schakelkast is voorzien en de elektromotor losmaakbaar met de schakelkast is verbonden.
15. Bedieningsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een hulpveer (86) die in een voorgespannen toestand aan de overbrengingseenheid en/of aan de aandrijving is aangebracht.
16. Bedieningsinrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de aandrijving en de overbrengingseenheid een afknelbeveiliging is voorzien, omvattende: - een aandrijfas (36) met een onronde dwarsdoorsnede die correspondeert met een onronde uitsparing in de spindel (24), waarbij de aandrijfas (36) en de spindel (24) in langsrichting ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn; - een hulsdeel (33) met een inwendige schroefdraad die correspondeert met een uitwendige schroefdraad van de spindel (24); - een in het hulsdeel (33) aangebrachte fixeerhuls (32) ; - een in het hulsdeel (33) aangebrachte drukveer (34) ; - waarbij de drukveer (34) in een aangedreven arbeidsstand tegen de fixeerhuls (32) drukt en de uitwendige schroefdraad van de spindel uit aangrijping met de inwendige schroefdraad in het hulsdeel (33) houdt; en - waarbij de drukveer (34) bij een afknelling wordt gecomprimeerd en de uitwendige schroefdraad van de spindel in aangrijping met de inwendige schroefdraad in het hulsdeel (33) komt, waarbij de drukveer (34) verder wordt gecomprimeerd en de spindel (24) zich onder de veerspannning vast draait in het hulsdeel (33).
17. Samenstel van een verschuifbaar wanddeel (12), zoals een schuifpui of een schuifdeur en een bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 1-16, waarbij de eerste richting waarin de één of meer loopwagens zijn voorzien zich in hoofdzaak langs een onderrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt, waarbij de tweede richting waarin de bedieningsstang zich uitstrekt zich in hoofdzaak langs een zijrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt, waarbij de overbrengingseenheid aan of nabij een bovenhoek van het verschuifbaar wanddeel is aangebracht, en waarbij de derde richting waarin de aandrijfverbinding zich tussen de aandrijving en de overbrengingseenheid uitstrekt zich in hoofdzaak langs een bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt.
18. Werkwijze voor het bedienen van een verschuifbaar wanddeel (12), zoals een schuifpui of een schuifdeur, omvattende de stappen van: - het met een aandrijving op een overbrengingseenheid van een bedieningseenheid aanbrengen van een aandrijfkracht die zich hoofdzaak parallel aan een liggende bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt; - het met de overbrengingseenheid omzetten van deze aandrijfkracht naar een kracht die zich in hoofdzaak in een staande richting uitstrekt; en - het met de omgezette kracht bedienen van een bedieningsstang, waardoor het verschuifbaar wanddeel ten opzichte van één of meer daaraan aangebrachte loopwagens van een ondergrond wordt opgetild en verrijdbaar is.
19. Werkwijze volgens conclusie 18, verder omvattende de stappen van: - het met een aandrijving op een overbrengingseenheid van een bedieningseenheid aanbrengen van een aandrijfkracht die zich hoofdzaak parallel aan een liggende bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt; en - het na het optillen van het verschuifbaar wanddeel vergrendelen van de opgetilde stand.
20. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, verder omvattende de stappen van: - het met een aandrijving op een overbrengingseenheid van een bedieningseenheid aanbrengen van een aandrijfkracht die zich hoofdzaak parallel aan een liggende bovenrand van het verschuifbaar wanddeel uitstrekt; en - het verplaatsen van het door de één of meer loopwagens ondersteunde en opgetilde verschuifbaar wanddeel.
21. Werkwijze volgens één van de conclusies 18-20, waarbij een bedieningsinrichting volgens één van de conclusies 1-16 wordt toegepast.
NL2015054A 2015-06-30 2015-06-30 Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel. NL2015054B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015054A NL2015054B1 (nl) 2015-06-30 2015-06-30 Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel.
EP16177053.2A EP3112569B1 (en) 2015-06-30 2016-06-30 Operating device for operating a wall part

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015054A NL2015054B1 (nl) 2015-06-30 2015-06-30 Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015054B1 true NL2015054B1 (nl) 2017-01-24

Family

ID=53783873

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015054A NL2015054B1 (nl) 2015-06-30 2015-06-30 Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3112569B1 (nl)
NL (1) NL2015054B1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2019137511A (ru) * 2017-04-25 2021-05-25 Асса Аблой Энтранс Системс Аб (Assa Abloy Entrance Systems Ab) Устройство раздвижной двери
CN112377516B (zh) * 2020-10-30 2022-05-27 浙江可传工贸有限公司 一种铰链及其铰链座
CN113090155A (zh) * 2021-05-24 2021-07-09 九牧厨卫股份有限公司 一种传动机构及其镜柜
CN116062607B (zh) * 2023-03-07 2023-06-20 菏泽市瑞祺医疗器械有限公司 一种中药饮片原料提升用专用吊具

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB507803A (en) * 1937-06-08 1939-06-21 British Thomson Houston Co Ltd Improvements in and relating to door operating mechanism
GB1001432A (en) * 1962-07-24 1965-08-18 Bernard Kofyan Electro-mechanical manipulating apparatus for sliding doors
DE20312683U1 (de) * 2003-08-11 2003-11-06 Gretsch Unitas Gmbh Hebeschiebebeschlag
KR20110055783A (ko) * 2009-11-20 2011-05-26 주식회사 이건창호 자동화 창호 시스템

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB507803A (en) * 1937-06-08 1939-06-21 British Thomson Houston Co Ltd Improvements in and relating to door operating mechanism
GB1001432A (en) * 1962-07-24 1965-08-18 Bernard Kofyan Electro-mechanical manipulating apparatus for sliding doors
DE20312683U1 (de) * 2003-08-11 2003-11-06 Gretsch Unitas Gmbh Hebeschiebebeschlag
KR20110055783A (ko) * 2009-11-20 2011-05-26 주식회사 이건창호 자동화 창호 시스템

Also Published As

Publication number Publication date
EP3112569B1 (en) 2019-05-01
EP3112569A1 (en) 2017-01-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2015054B1 (nl) Bedieningsinrichting voor het bedienen van een wanddeel.
KR101842302B1 (ko) 자동 슬라이딩 도어용 구동 시스템
US4827667A (en) Self-locking garage door operator
US6325134B1 (en) Disconnect for sectional door operation
KR101934530B1 (ko) 하중식 도어 개폐 장치
US5222403A (en) Drive mechanism engaging means for garage door operator
EP2484853B1 (en) Motorised window frame
KR100704451B1 (ko) 문 자동개폐장치
US9255430B2 (en) Folding door with two or more intrinsically rigid folding shutter elements with alternately noncollapsing or collapsing element edges and actuation device for same
CN210049773U (zh) 一种升降折叠门窗
CN1141486C (zh) 车库或类似建筑用的升降式折叠门
CN201056941Y (zh) 可自动锁窗的电动窗户
EP2479370B1 (en) Roof window with balcony function
EP2325428A2 (de) Torsäule für Tore und Türen
CA2483356C (en) Direct transmission garage door opener
DE10124359C1 (de) Hubfalttor für Garagen und dergleichen
CN2526454Y (zh) 半自动滑行移门
CN101666190A (zh) 轨道交通屏蔽门滑动门手动解锁装置
US20060066125A1 (en) Power-operated vehicle trunk decklid
US11346140B2 (en) Safety brake for vertical lifting doors
US20070101660A1 (en) Basement door opener
CN103696639B (zh) 轨道车辆司机室内藏移门门锁
GB2247719A (en) Power operated up-and-over door systems
CN203411212U (zh) 施工升降机门联锁装置
CN2325366Y (zh) 吊篮出料门联锁装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210701