NL2014930B1

NL2014930B1 - Modulair Bergingssysteem.

Info

Publication number: NL2014930B1
Application number: NL2014930A
Authority: NL
Inventors: Baas Fred
Original assignee: Jpm Beheer B V
Priority date: 2015-06-05
Filing date: 2015-06-05
Publication date: 2017-02-15
Also published as: US20180141792A1; SI3303208T1; NL2014930A; US10703615B2; EP3303208A1; EP3303208B1; WO2016195501A1

Abstract

Modulair bergingssysteem, waarbij het een eerste en tenminste een tweede opblaasbaar hefkussen omvat, aan boven- en onderzijde alsmede tussen elk opeenvolgend hefkussen een verbindingskraag omvattende ter insluitende opname van het opblaasbaar hefkussen, waarbij de verbindingskraag aan een omtrekzijde is voorzien van bevestigingspunten scharnierend koppelbaar met een eerste en een tweede radiale schakel, welke eerste radiale schakel enerzijds scharnierend koppelbaar is met de verbindingskraag en anderzijds een koppelsegment omvat, welk koppelsegment scharnierend koppelbaar is met een tweede radiale schakel van een bovengelegen verbindingskraag en waarbij elk koppelsegment in axiale richting koppelbaar is met een volgend bovengelegen koppelsegment door middel van een axiale schakel, en waarbij de axiale schakel een eerste en tweede buigstijf segment omvat waartussen zich een buigzaam segment uitstrekt, waarbij de treksterkte van het eerste en tweede buigstijf segment en het buigzaam segment in hoofdzaak gelijk zijn aan elkaar. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een hefmodule zoals toegepast in een dergelijk modulair bergingssysteem, alsmede op een container omvattende onderdelen van een dergelijk modulair bergingssysteem en een werkwijze 20 voor het samenstellen van een dergelijk modulair bergingssysteem.

Description

Modulair Bergingssysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een modulair bergingssysteem, in het bijzonder een vliegtuighefsysteem. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een hefmodule zoals toegepast in een dergelijk modulair bergingssysteem, alsmede op een container omvattende onderdelen van een dergelijk modulair bergingssysteem en een werkwijze voor het samenstellen van een dergelijk modulair bergingssysteem.

Een modulair bergingssysteem zoals in de aanhef bedoeld wordt veelal toegepast bij het bergen van bijvoorbeeld defecte vliegtuigen. Een defect vliegtuig is hierbij een vliegtuig dat op de grond niet op eigen kracht in de normale oriëntatie kan staan, of niet op eigen kracht of door middel van een sleepvoertuig op gebruikelijke wijze kan worden voortbewogen. In voorkomende gevallen doordat een vliegtuig bijvoorbeeld een defect of ontbrekend landingsstel heeft of doordat het vliegtuig buiten de start- of landingsbaan terecht is gekomen. Wereldwijd vindt dit gemiddeld tweemaal per week plaats. In veel gevallen met als gevolg een gedeeltelijke of gehele blokkade van een luchthaven. Berging van dergelijke gestrande vliegtuigen kost in het algemeen veel tijd en heeft grote economische gevolgen voor een getroffen luchthaven door vertragingen, uitval en omleidingen van vluchten. Het is van groot belang om snel aan te kunnen vangen met de berging van een defect vliegtuig, in het bijzonder in geval van een blokkade om de economische schade, maar ook technische schade aan het gestrande vliegtuig zoveel mogelijk te beperken. Echter de veelheid aan type vliegtuigen zorgt dat een vliegtuigbergingseenheid op een vliegveld een veelheid aan bergingsmateriaal op voorraad moet hebben, om zodoende elk mogelijk type gestand vliegtuig te kunnen heffen, stabiliseren en bergen. Hierbij is onder andere de hoogte, het gewicht en de vleugeloriëntatie van grote invloed op de mogelijk in te zetten bergingssystemen.

Het is bekend om een reeks boven op elkaar geplaatste individueel opblaasbare lage druk kussens toe te passen bij het heffen van een vliegtuig. Hierin worden een aantal veelal rechthoekige opblaasbare kussens boven elkaar bevestigd en opgeblazen met behulp van perslucht onder een te heffen deel van het defecte vliegtuig.

Alhoewel het bekende vliegtuighefsysteem in staat is om met name symmetrische lasten op te tillen tot een zekere hefhoogte, kleven hieraan echter ook een aantal bezwaren. Met name het benodigde vloeroppervlak om dergelijke lage druk kussens te positioneren onder een te heffen vliegtuig zodanig dat voldoende stabiliteit ontstaat om uitknikken van de reeks lage druk kussens te voorkomen is aanzienlijk. Daarnaast zijn dergelijke kussens weinig modulair in te zetten. Dat wil zeggen, voor iedere klasse vliegtuigen die een luchthaven aan kan doen dient een ander type bergingssysteem op voorraad te worden gehouden. Met name de specifieke maximale hefhoogtes, breedtematen en hefcapaciteiten zorgen ervoor dat een luchthaven diverse bergingssystemen op voorraad dient te houden en moet onderhouden, of afhankelijk is van ingevlogen bergingsmateriaal in geval van een incident. Dit laatste kan met name problematisch worden indien een luchthaven slechts een beperkte hoeveelheid, of zelfs maar een enkele landingsbaan heeft, indien deze geheel of grotendeels geblokkeerd wordt door een incident. Daarnaast verandert in voorkomende gevallen tijdens een bergingsactie de hoek ten opzichte van de horizon van een vliegtuig significant, waardoor de aangrijpingshoek van het kussen op het vliegtuigonderdeel dat geheven wordt ook significant verandert. Het is bij typische lage druk kussens van belang om een zo verticaal mogelijke overbrenging van de hefkracht te bewerkstelligen om uitbuigen van de reeks kussens te voorkomen. Daardoor dient in voorkomende gevallen tijdens het heffen van een vliegtuig herhaaldelijk een repositionering plaats te vinden van het hefsysteem. Met name in geval van een sterke V-vormige vleugel-oriëntatie verandert de hefhoek significant. Dit repositioneren resulteert typisch in een toename van de bergingstijd en vereist tevens een stabiele ondergrond op alle locaties waarop het hefsysteem wordt geplaatst of gerepositioneerd.

Met de onderhavige uitvinding wordt zodoende onder meer beoogd een modulair bergingssysteem te verschaffen die aan tenminste één van de genoemde bezwaren tegemoet komt.

Om het beoogde doel te bereiken heeft modulair bergingssysteem volgens de uitvinding als kenmerk dat het een eerste en tenminste een tweede opblaasbaar hefkussen omvat, aan boven- en onderzijde alsmede tussen elk opeenvolgend hefkussen een verbindingskraag omvattende ter insluitende opname van het opblaasbaar hefkussen, waarbij de verbindingskraag aan een omtrekzijde is voorzien van bevestigingspunten scharnierend koppelbaar met een eerste en een tweede radiale schakel, welke eerste radiale schakel enerzijds scharnierend koppelbaar is met de verbindingskraag en anderzijds een koppelsegment omvat, welk koppelsegment scharnierend koppelbaar is met een tweede radiale schakel van een bovengelegen verbindingskraag en waarbij elk koppelsegment in axiale richting koppelbaar is met een volgend bovengelegen koppelsegment door middel van een axiale schakel, en waarbij de axiale schakel een eerste en tweede buigstijf segment omvat waartussen zich een buigzaam segment uitstrekt, waarbij de treksterkte van het eerste en tweede buigstijf segment en het buigzaam segment in hoofdzaak gelijk zijn aan elkaar.

Het modulair bergingssysteem omvat een aantal hefkussens. Deze hefkussens zijn bij voorkeur in hoofdzaak identiek ter bevordering van de modulariteit, maar kunnen alternatief ook in vorm en/of grootte verschillen ten opzichte van elkaar. In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de hefkussens in bovenaanzicht in hoofdzaak cirkelvormig en in zijaanzicht in geïnflateerde staat cirkel- of ellipsvormig. Dergelijke ellipsoïde-vormige hefkussens en een werkwijze ter productie hiervan zijn bekend uit Nederlandse octrooiaanvrage NL 2013075.

De hefkussens zoals gebruikt in het bergingssysteem volgens de uitvinding worden ingesloten door verbindingskragen. Dat wil zeggen op de ondergrond wordt een verbindingskraag aangebracht, hier bovenop een hefkussen en vervolgens wederom een verbindingskraag en zo verder totdat alle hefkussens in de gevormde verticale kolom van afwisselend verbindingskraag en hefkussen, wordt afgesloten met een verbindingskraag, althans afgesloten voor zover het de hefmodules betreft, want boven de laatste verbindingskraag kunnen nog andere modules, elementen of samenstellen worden gekoppeld. De verbindingskragen die de diverse hefkussens insluiten worden onderling verbonden met radiale schakels. Deze radiale schakels worden enerzijds scharnierend verbonden met de verbindingskragen ter vorming van een hoofdzakelijk zagzag patroon van radiale schakels in zijaanzicht. Het sectie van de radiale schakels afgelegen van de verbindingskragen omvatten elk een koppelsegment. Deze koppelsegmenten worden ten opzichte van elkaar setsgewijs boven elkaar uitgelijnd. Dat wil zeggen, de radiale schakels worden bevestigd aan scharnierende bevestigingspunten aan de omtrek van de bevestigingskragen en door uitlijning van deze bevestigingspunten worden tevens de koppelsegmenten met elkaar uitgelijnd per reeks boven elkaar gelegen koppelsegmenten. Deze boven elkaar gelegen set van koppelsegmenten worden door middel van axiale schakels aan elkaar verbonden, ter verhoging van stabiliteit in axiale richting van het modulair bergingssysteem, dat wil zeggen, de hoogterichting waarin het modulair bergingssysteem zich uitstrekt wanneer de kussens in geïnflateerde staat zijn gebracht. Door deze axiaal gestabiliseerde scharnierende constructie wordt tevens uitbuigen voorkomen, waardoor de hefkussens een te heffen last in axiale richting kunnen dragen. De radiale schakels zijn scharnierend koppelbaar, bijvoorbeeld door een pen/gat-bevestiging aan de bevestigingskragen. Een radiale schakel kan een enkellaags element zijn, zoals een in hoofdzaak stijve stang met scharnieroog aan beide uiteinden, of kan een meervoudige schakel zijn, bijvoorbeeld uitgevoerd als twee door afstandsbussen op afstand van elkaar aangebrachte framedelen met een uitgelijnd scharniergat aan beide zijden van beide framedelen. Voordeel van een meervoudige uitvoering is de hogere weerstand tegen vervorming. Tevens kan met een meervoudige schakel eenvoudiger een symmetrische belasting worden aangebracht over de schakels. Tussen of buiten de meervoudige uitvoering van een eerste radiale schakel kan een tweede schakel zijn aangebracht die eveneens meervoudig of enkelvoudig kan worden uitgevoerd. Deze radiale schakels worden bevestigd aan de bevestigingskraag, door middel van een scharnierende bevestigingsmethode zodat een verlenging van een geassembleerd modulair bergingssysteem kan worden gevolgd door de radiale schakels. Hiertoe kunnen bijvoorbeeld verticale scharnierogen zijn aangebracht verdeeld over de omtrek van de verbindingskragen. Bij voorkeur zijn deze scharnierogen paarsgewijs symmetrisch over de omtrek verdeeld zodat een symmetrische belasting van de resulterende kolom kan worden bereikt. Door middel van het aanbrengen van een pen, zoals een bout of gladde cilinderbus, door de scharnierogen, en tevens door de scharniergaten van de eerste en eventueel hiermee verbonden tweede radiale schakel kan een gezamenlijk rotatiepunt worden verkregen. Het zal duidelijk zijn dat een onderste of bovenste verbindingskraag ook kan worden verbonden met slechts een eerste of een tweede radiale schakel.

De axiale schakels omvatten een eerste en tweede buigstijf segment en een zich daar tussen uitstrekkend buigzaam segment. Hierdoor kan een sterkte maar tevens compacte structuur worden geassembleerd, doordat de axiale schakels een buigzaam segment omvatten ontstaat een harmonica vormige structuur in gedeflateerde staat, waarbij bij het opblazen van de hefkussens een sterkte uitknikbescherming ontstaat in trekrichting van de axiale schakels. De buigstijve segmenten hebben meer stijfheid in buigrichting dan de buigzame segmenten, echter de buigstijve segmenten behoeven niet in absolute zin totaal rigide te zijn. De stijfheid van de buigstijve segmenten in combinatie met het hiertussen opgenomen buigzame segment zorgt voor een compacte constructie in geassembleerde vorm, waardoor een lage inbrenghoogte kan worden bereikt, wat voordelig is, bijvoorbeeld in geval van weinig ruimte tussen een te heffen gedeelte en de grond. Daarnaast zorgen de buigstijve segmenten voor een solide behoud van de oriëntatie van de onderdelen bijvoorbeeld tijdens de assemblage. Hierdoor blijven de hefkussens beter uitgelijnd ten opzichte van elkaar tijdens het assembleren van het bergingssysteem.

Door middel van de beschreven opbouw van het modulaire bergingssysteem kan met een relatief kleine voetafdruk, dat wil zeggen het oppervlak dat nodig is om het bergingssysteem te plaatsen, een relatief hoge maximale hefhoogte worden behaald terwijl het risico van uitknikken van de hefkussens onderling wordt gemitigeerd. Daarnaast is het met behulp van dit modulair bergingssysteem mogelijk om het systeem ter plaatse op maat te assembleren uit relatief kleine handzame elementen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de axiale schakel tenminste twee op elkaar geplaatste buigzame banden omvat, waarbij de buigzame banden duurzaam aan elkaar verbonden zijn met verbindingsmiddelen ter plaatse van het eerste en tweede buigstijf segment. Banden, zoals kunststof spanbanden, zijn individueel typisch buigzaam uit het vlak van de band zelf, maar tevens bieden banden typisch een hoge trekkracht wanneer belast in lengterichting. Daarnaast bieden banden, met name in geval van banden met enige breedte, weerstand tegen rotaties in het vlak van de band. Door tenminste twee banden, maar bij voorkeur drie of vier banden op elkaar te plaatsen en deze lagen van banden met elkaar te verbinden met verbindingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld een stiksel, klinknagels, lijm, versmelting, of andere wijzen van verbinden ontstaat een axiale schakel met hoge mate van sterkte in axiale richting, dat wil zeggen, de lengte richting van de band, terwijl het samenstel van banden, zoals spanbandachtige banden, voldoende buigzaamheid vertonen uit het vlak van de band. Buigstijfheid in de buigstijve segmenten van de axiale schakel kunnen bijvoorbeeld worden geïmplementeerd door middel van een huls om deze segmenten, met vrijlating van het buigzame segment, door implantatie van een buigstijf element, zoals een metalen plaatsegment ingesloten tussen de lagen van de banden, of door chemische behandeling van de banden zodanig dat de buigstijve segmenten individueel of als samengesteld lagenpakket verstijft worden.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de verbindingsmiddelen een stiksel omvatten dat zich in hoofdzaak uitsluitend uitstrekt over het eerste en tweede buigstijf segment. Dat wil zeggen dat het samenstel van op elkaar gestapelde banden, zoals bijvoorbeeld spanbandachtige banden, op elkaar worden geplaatst en vervolgens met een robuust stiksel met een relatief sterke draad op elkaar worden verbonden door de draad door de verschillende lagen van het bandensamenstel te halen, zodoende een stiksel te vormen. Door dit stiksel dat door de lagen van het bandensamenstel wordt aangebracht uitsluitend in het buigstijf segment aan te brengen wordt door middel van het stiksel zelf een zekere mate van buigstijfheid aangebracht, doordat de diverse lagen ten opzichte van elkaar onbeweeglijk op elkaar zijn bevestigd. Door de lagen in het buigzame segment van de axiale schakel, in dit geval het bandensamenstel, niet te fixen ten opzichte van elkaar, maar zelfs volledig vrij te laten, kunnen de lagen in dit segment wel ten opzichte van elkaar bewegen, waardoor buiging van de axiale schakel wordt gefaciliteerd.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat opeenvolgende hefkussens met elkaar zijn gekoppeld met kussenkoppelmiddelen, zodanig dat de kussenkoppelmiddelen in operatie bijdragen aan de axiale uitlijning van opeenvolgende hefkussens in een gedeflateerde en een geïnflateerde staat van de hefkussens. Zoals hierboven beschreven is het van belang om het modulair bergingssysteem in korte tijd ter plaatse te kunnen assembleren. Daarnaast is het voordelig als de hefkussens zo recht mogelijk boven elkaar worden aangebracht, zodat de krachten tijdens een hefoperatie zo recht mogelijk worden doorgegeven tussen de opeenvolgende kussens. Daartoe zijn kussenkoppelmiddelen voorzien, die een bijdrage leveren aan de axiale uitlijning van opeenvolgende kussens in zowel opgeblazen als lege staat, alsmede tijdens de overgangsfases waarin individuele hefkussens in het proces zitten opgeblazen te worden. Deze kussenkoppelmiddelen kunnen opeenvolgende hefkussens daadwerkelijk tijdelijk met elkaar verbinden, zodanig dat ze een tijdelijke eenheid met elkaar vormen, of kunnen zodanig zijn ingericht dat ze de bewegingsvrijheid slechts ten dele beperken, zodanig dat de axiale uitlijning gefaciliteerd wordt. In dit laatste geval zouden de opeenvolgende hefkussens bijvoorbeeld wel losneembaar blijven in axiale translatie, of bijvoorbeeld vrij roteerbaar rond de axiale as. De kussenkoppelmiddelen kunnen integraal deel zijn van de hefkussens, koppelbaar zijn met de hefkussens of bijvoorbeeld als separaat orgaan tussen twee opeenvolgende hefkussens zijn aangebracht. Kussenkoppelmiddelen kunnen schroefdraad omvatten ter robuuste bevestiging in een hefkussen. In een uitvoeringsvorm omvatten de kussenkoppelmiddelen een centrale flens en verdeeld over beide zijden van deze flens een van schroefdraad voorziene eerste en tweede protrusie. Deze eerste protrusie dan daarmee in een eerste hefkussen worden bevestigd, waarbij het hefkussen is voorzien van hiermee samenwerkende schroefdraad en de tweede protrusie kan dan worden aangebracht in het opeenvolgende hefkussen op een zelfde wijze. Daarmee zijn de twee opeenvolgende hefkussens op met elkaar gekoppeld, is de axiale uitlijning relatief nauwkeurig definieerbaar door de locatie van de protrusie en de ruimte in de hefkussens die deze protrusies ontvangen. Bij voorkeur zijn deze bevestigingsmiddelen dan centraal aan een boven en onderzijde van de hefkussens aangebracht.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen een axiale rotatie van opeenvolgende hefkussens relatief ten opzichte van elkaar faciliteert. Enerzijds is axiale uitlijning gunstig voor de richting waarin krachten worden doorgegeven tijdens een hefoperatie, maar anderzijds is het van belang om enige vrijheid te hebben in de axiale rotatie van de hefkussens. Door de axiale rotatie van de hefkussens vrij te laten na assemblage en koppeling van opeenvolgende hefkussens door middel van de kussenkoppelmiddelen, is het eenvoudiger om de infrastructuur, zoals bijvoorbeeld de persluchtleidingen die gebruikt kunnen worden bij het opblazen van de hefkussens, systematisch en overzichtelijk ten opzichte van elkaar te organiseren en bij voorkeur niet chaotisch door elkaar heen aan te brengen. Hierdoor kan in geval van een defect hefkussen snel worden herleid welke leiding naar het hefkussen leidt dat niet tot opgeblazen staat komt, door bijvoorbeeld een lekke of loszittende aanvoerleiding.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen een eerste en een tweede in elkaar grijpend koppelelement omvat, waarbij het eerste koppelelement een protrusie omvat ter ontvangst in een uitsparing van het tweede koppelelement. Door bijvoorbeeld de bovenkanten van elk hefkussen te voorzien van een mannelijk kussenkoppelmiddel, dat wil zeggen, voorzien van een kussenkoppelmiddel met een protrusie, en de onderzijden te voorzien van vrouwelijke kussenkoppelmiddelen, dat wil zeggen voorzien van een uitsparing ter ontvangst van de protrusie van het mannelijke kussenkoppelmiddel, kunnen de hefkussens snel en nauwkeurig met elkaar gekoppeld worden. Door de kussenkoppelmiddelen bijvoorbeeld in een centrale holte aan het oppervlak van het hefkussen te schroeven, of anderszins te bevestigen, en de hefkussens vervolgens op elkaar te leggen, zodanig dat het mannelijke kussenkoppelmiddel in het vrouwelijke kussenkoppelmiddel grijpt, worden de kussens axiaal met elkaar uitgelijnd. De kussenkoppelmiddelen, met name de protrusie en de uitsparing kunnen hierbij zodanig zijn gevormd en gedimensioneerd dat de rotatie om de axiale as wordt vastgelegd, bijvoorbeeld door een zeskantige protrusie in een nauwpassende zeskantige uitsparing te brengen, of de axiale rotatie kan worden gefaciliteerd, door bijvoorbeeld een ronde protrusie in een uitsparing te brengen.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen aan de hefkussens koppelbaar zijn in een, in hoofdzaak centrale locatie in van de hefkussens, waarbij de kussenkoppelmiddelen een bijdrage leveren aan de afdichting van de hefkussens. Het kan voordelig zijn om de hefkussens te worden op de werkwijze zoals beschreven in Nederlandse octrooiaanvrage NL 2013075. Hierin worden kussens gemaakt die kunnen worden ingezet als hefkussen volgens de onderhavige uitvinding. Deze hefkussens hebben geen lasnaad, maar worden gevormd rond een uitneembare matrijs. Hierbij vormen zich aan boven en onderzijde openingen in het hefkussen. Deze centrale openingen zijn voordelig in te zetten als locaties ter opname van de kussenkoppelmiddelen. De kussenkoppelmiddelen kunnen hierbij, bijvoorbeeld onder toepassing van een afsluitring bijdragen aan de afdichting van deze kussens. De hefkussens kunnen worden geïnflateerd door middel van (pers)lucht, andere gassen of mengsels van gassen of zelfs vloeistoffen. De afdichting wordt zodanig gevormd dat deze wijzen van inflateren worden gefaciliteerd.

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen althans gedeeltelijk zijn gevormd als integraal deel van de hefkussens. De hefkussens kunnen op velerlei wijzen worden geproduceerd en zijn vormgegeven. De kussenkoppelmiddelen kunnen hiermee integraal deel zijn van de boven en onderzijde van het hefkussen. Dit kan voordelig zijn voor de assemblagetijd van het modulair bergingssysteem.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de verbindingskraag een eerste kraagsegment en tenminste een, met het eerste kraagsegment koppelbaar, tweede kraagsegment omvat. Het opdelen van de verbindingskraag in meerdere kleinere koppelbare kraagsegmenten is voordelig ten aanzien van onder andere de opslag van het modulair bergingssysteem. Een vaste verbindingskraag kan, zeker indien deze verbindingskraag is gevormd uit metaal, zoals roestvrij staal, zwaar en relatief lastig hanteerbaar zijn. Daarnaast is het fabriceren van een verbindingskraag uit een deel in voorkomende gevallen complexer dan meerdere kleinere met elkaar koppelbare kraagsegmenten. De kraagsegmenten kunnen volgens bekende wijzen aan elkaar verbonden worden tijdens het assembleren van het bergingssysteem, door bijvoorbeeld gat-penverbindingen te voorzien.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat tenminste een telescopische strut is voorzien, waarbij de strut scharnierend is gekoppeld met het modulair bergingssysteem, zodanig dat in operatie een oprichtende beweging als gevolg van het inflateren van tenminste één hefkussen van het modulair bergingssysteem wordt gevolgd door een verlenging van de telescopische strut en waarbij een beweging in tegengestelde richting wordt tegengewerkt door de telescopische strut. Een voorbeeld van een strut is gegeven in Nederlands octrooi NL 2004931, maar in het algemeen is iedere telescopische structuur geschikt die een verlenging faciliteert, maar bij compressie in lengterichting ondersteuning biedt aan de met de strut gekoppelde structuur. Dit kan zowel een ondersteuning zijn met behulp van een bij compressie automatisch blokkerende strut, zoals beschreven in NL 2004931, of een strut die naar wens handmatig geblokkeerd kan worden. De tenminste een strut kan bijvoorbeeld worden bevestigd aan een van de bevestigingskragen, aan een van de eerste of tweede radiale schakels. Het is met name voordelig om de tenminste een strut te bevestigen aan het koppelsegment van een van de bovenste eerste radiale schakels. In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn meerdere struts rondom het bergingssysteem aangebracht. Dit kan zowel symmetrisch rondom of op asymmetrische wijze ter ondersteuning van het systeem, zodat een eenmaal door de geïnflateerde hefkussens geheven object wordt mede-ondersteund door de struts.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat de bovenste verbindingskraag is gekoppeld met een interfacemodule ter overbrenging van een hefkracht op een te heffen object.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat het te heffen object een vliegtuig is en waarbij de interfacemodule een kogelprotrusie omvat, welke kogelprotrusie ter opname in een ontvangstorgaan van een vliegtuigvleugel. Vliegtuigen zijn typisch uitgerust met een of meerdere zogenaamde "jacking points", welke geschikt zijn voor een harde koppeling met een vliegtuighefsysteem, zoals het modulair bergingssysteem volgens de uitvinding. Daartoe omvat het modulair bergingssysteem een interfacemodule met een kogelvormige, of althans een kogelsegment omvattende, protrusie, gevormd en bedoeld ter opname in een dergelijke "jacking point" van een vliegtuig. Typisch zijn dergelijke ontvangstorganen bijvoorbeeld opgenomen aan de basis van een vliegtuigvleugel waar de vleugel overgaat in de romp van het toestel. Door deze harde koppeling tussen het hefsysteem en het vliegtuig kan de hefkracht effectief worden doorgegeven aan het vliegtuig. Daarnaast zijn dergelijke "jacking points" typisch verbonden met framedelen van het vliegtuig, waardoor de kans op vervorming aan het toestel als gevolg van het lichten verkleind wordt, zelfs bij hoge hefkrachten.

Een nadere uitvoeringsvorm van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, heeft als kenmerk dat het te heffen object een vliegtuig is en waarbij de interfacemodule een lagedrukkussen omvat, welk lagedrukkussen een relatief groot vliegtuig-contactoppervlak omvat en zodanig is gevormd en geïnflateerd dat de vorm van het vliegtuig-contactoppervlak zich kan aanpassen aan het te contacteren oppervlak van het vliegtuig. Typisch zijn vliegtuigen niet op alle locaties geschikt om tegen de buitenzijde aan te duwen. Vervormingen aan de buitenzijde van een toestel hebben zeer negatieve gevolgen voor de aërodynamica en vliegwaardigheid in het algemeen. In geval het toestel niet (uitsluitend) ter plaatse van een "jacking point" gelicht kan worden dient het modulair bergingssysteem echter toch tegen een ander oppervlak van het vliegtuig aan te duwen. Hiertoe is een interfacemodule voorzien met een lagedrukkussen. Dit lagedrukkussen wordt gekoppeld aan de bovenzijde van het bergingssysteem en geïnflateerd zodanig dat het lagedrukkussen vervormbaar is bij contact met het vliegtuig. Doordat het bergingssysteem zijn hefkracht overbrengt via een relatief groot oppervlak is de druk op de buitenzijde van het vliegtuig beperkt, terwijl het vliegtuig toch gelicht kan worden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een hefmodule zoals toegepast in een modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een opblaasbaar hefkussen, tenminste één verbindingskraag, een veelvoud aan eerste en tweede radiale schakels, een veelvoud aan axiale schakels. Het modulair bergingssysteem wordt opgebouwd uit een of meer hefmodules waarin een hefmodule een zich herhalende patroon van verbindingskraag en hefkussen met de diverse beschreven verbindingselementen omvat, zoals radiale en axiale schakels.

Door het modulaire bergingssysteem op te bouwen uit dergelijke hefmodules kan de hefhoogte van het totale geassembleerde bergingssysteem worden bepaald. Het is voordelig voor een luchthaven om een dergelijk bergingssysteem op voorraad te hebben in modulaire vorm, zodat in geval van een incident de juiste modules kunnen worden ingezet, ter vorming van een bergingssysteem met de passende specificaties in lijn met de eigenschappen van het te bergen object in het licht van de totale situatie.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een hefmodule volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de veelvoud aan axiale schakels is voorzien in tenminste twee lengtematen, zodanig dat door middel van de keuze van de lengtemaat voor de axiale schakels de maximale hefhoogte van het modulair bergingssysteem en het contactoppervlak tussen twee opeenvolgende hefkussens beïnvloed wordt. Opeenvolgende hefmodules worden aan elkaar verbonden in axiale richting door middel van axiale schakels. Deze axiale schakels beperken de maximale afstand die twee opeenvolgende modules ten opzichte van elkaar kunnen wijken, bijvoorbeeld onder invloed van het inflateren van de hefkussens. Hiermee bepalen de axiale schakels tevens de maximale hoogte van een hefkussen in geïnflateerde staat, waardoor een hefkussen een zekere mate van afplatting ondergaat. Door toepassing van een lange axiale schakel kan een grotere hefhoogte worden bereikt. Door toepassing van een kortere axiale schakel kan weliswaar een kleinere hefhoogte per hefmodule worden bereikt, maar kan door meer afplatting van het hefkussen een groter oppervlak tussen opeenvolgende hefkussens worden verkregen, waardoor de hefkracht zich over een groter oppervlak verdeeld, waardoor de hefdruk op de kussens afneemt en de hefcapaciteit toeneemt. In voorkomende gevallen kan daarmee uit een veelvoud van hefmodules, onder selectie van een lengte van de axiale schakels een specificatie bereikt worden die toepasselijk is voor de situatie en kunnen maximale hefhoogte en hefcapaciteit tegen elkaar uitgeruild worden. Per hefmodule worden de axiale schakellengtes bij voorkeur gelijk gekozen. Over de hoogte van het geassembleerde bergingssysteem kunnen per hefmodule wel variërende axiale schakellengtes gekozen worden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een container omvattende onderdelen van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, met het kenmerk dat de container een eerste veelvoud axiale schakels omvat van een eerste lengtemaat en een tweede veelvoud axiale schakels van een tweede lengtemaat, waarbij de eerste lengtemaat verschillend is van de tweede lengtemaat. Het modulair bergingssysteem wordt op een luchthaven typisch op voorraad gehouden in een container die in geval van benodigde inzet wordt verplaatst tot nabij een plaats van inzet. In een dergelijke container bevinden zich de diverse onderdelen, assemblage materiaal en gereedschappen. Om voor diverse typen vliegtuigen en situaties ter plekke de juiste samenstelling te assembleren voorziet de container in tenminste twee van elkaar verschillende lengtes axiale schakels. Hiermee kan zoals hierboven beschreven een geassembleerd bergingssysteem worden voorzien waarin hefcapaciteit tegen hefhoogte per hefmodule kan worden gemaakt. De container omvat bij voorkeur tevens middelen ter inflatie van de diverse hefkussens, zoals een perslucht installatie en kan tevens een interne stroomvoorziening omvatten in de vorm van een aggregaat. Hiermee is een vrijwel zelfvoorzienend bergingssysteem voorzien dat snel kan worden ingezet in geval van een incident. Een dergelijke container is tevens gemakkelijk te plaatsen op een vrachtwagen of in een vrachtvliegtuig of helicopter ter verplaatsing naar een afgelegen vliegveld of afgelegen gedeelte van de luchthaven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het samenstellen van een modulair bergingssysteem volgens de onderhavige uitvinding, de werkwijze omvattende de stappen van het plaatsen van de eerste bevestigingskraag op een ondergrond, het koppelen van kussenkoppelmiddelen in het eerste en tweede hefkussen ter afdichting van het eerste en tweede hefkussen, het plaatsen van het eerste gedeflateerd hefkussen, het plaatsen van de tweede bevestigingskraag op het gedeflateerde hefkussen, het plaatsen van het tweede gedeflateerde hefkussen op het eerste hefkussen onder koppeling van de kussenkoppelmiddelen van het eerste en tweede hefkussen onder insluiting van de tweede bevestigingskraag, het plaatsen van de derde bevestigingskraag boven het tweede hefkussen, het scharnierend bevestigen van een veelvoud van eerste radiale schakels aan de eerste en tweede bevestigingskraag, het scharnierend koppelen van een veelvoud tweede radiale schakels tussen het koppelsegment van de eerste radiale schakels en de bovengelegen bevestigingskraag, het koppelen van boven elkaar gelegen koppelsegmenten door middel van een veelvoud axiale schakels. Deze stappen behoeven niet noodzakelijkerwijs in de genoemde volgorde te worden uitgevoerd. Zo is een bergingsoperatie in veel gevallen een teaminspanning en kunnen verschillende personen tegelijkertijd werken aan verschillende subassemblages. Ook de eindassemblage hoeft niet noodzakelijkerwijs in genoemde volgorde plaats te hebben, echter zijn bepaalde stappen mogelijk aan elkaar gelieerd of afhankelijk van elkaar zodat het voordelig kan zijn om een specifieke volgorde aan te houden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens onderhavige uitvinding omvat de werkwijze een stap voorafgaande aan het koppelen van de boven elkaar gelegen koppelsegmenten, van het selecteren van een lengtemaat voor de veelvoud axiale schakels uit een selectie van tenminste twee van elkaar verschillende lengtematen axiale schakels. Door de selectie van de lengtemaat van de axiale schakels kan een specifieke hefcapaciteit en hefhoogte van het geassembleerde bergingssysteem worden voorzien welke geschikt zijn voor de specifieke situatie van de inzet.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden en bijbehorende figuren. In de figuren tonen:

Figuur 1 een schematische perspectivische impressie van een uitvoeringsvoorbeeld van een modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat volgens de uitvinding voorzien van een jacking point interfacemodule;

Figuur 2A een schematische perspectivische impressie van het in Figuur 1 getoonde modulair bergingssysteem in gedeflateerde staat;

Figuur 2B een zijaanzicht van het in Figuur 2A getoonde modulair bergingssysteem in gedeflateerde staat;

Figuur 2C een bovenaanzicht van het in Figuur 2A getoonde modulair bergingssysteem in gedeflateerde staat;

Figuur 3A een exploded view van de assemblage van een gesegmenteerde verbindingskraag zoals toepasbaar in het modulair bergingssysteem volgens de uitvinding;

Figuur 3B een perspectivische impressie van een geassembleerde gesegmenteerde verbindingskraag zoals toepasbaar in het modulair bergingssysteem volgens de uitvinding;

Figuur 4 een perspectivische impressie van een hefkussen voorzien van kussenkoppelmiddelen;

Figuur 5A een dwarsdoorsnede van het in Figuur 5B getoonde bergingssysteem volgens de lijn A-A, met een detailweergave van de koppeling van de kussenkoppelmiddelen en een detailweergave van de opbouw van de axiale schakel

Figuur 5B een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat volgens de uitvinding;

Figuur 6A een schematische perspectivische impressie van een uitvoeringsvoorbeeld van een modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat volgens de uitvinding voorzien van een lagedrukkussen interfacemodule;

Figuur 6B een bovenaanzicht van het in Figuur 6A getoonde modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat;

Figuur 6C een vooraanzicht van het in Figuur 6A getoonde modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat;

Figuur 6D een zijaanzicht van het in Figuur 6A getoonde modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat;

Figuur 7 een schematisch zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een modulair bergingssysteem in geïnflateerde staat volgens de uitvinding voorzien van een struts;

De figuren zijn overigens zuiver schematisch van aard en niet op schaal getekend.

Met name kunnen, ter wille van de duidelijkheid, sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Zoals in Figuur 1 in een uitvoeringsvoorbeeld wordt getoond, omvat het modulair bergingssysteem 1 dat hier in volledig geïnflateerde staat is getoond, een eerste verbindingskraag 10 die op de ondergrond rust. Deze ondergrond kan afhankelijk van de situatie zijn verstevigd met bijvoorbeeld een ondermat (niet getoond) zodat de verbindingskraag niet in de ondergrond wegzakt bij belasting. Op de onderste verbindingskraag 10 is een hefkussen 20 aangebracht die door middel van handvatten 22 kunnen worden gemaneuvreerd. Het hefkussen 20 is hier in geïnflateerde staat getoond. Het opblazen van het hefkussen 20 is voorzien via luchtventiel 21, waarop een aansluiting is voorzien voor persluchtleidingen (niet getoond). Het modulair bergingssysteem omvat in de getoonde uitvoering vijf hefkussens 20, waarbij de hefkussens worden ingesloten door verbindingskragen 11 tussen de hefkussens 20. De bovenste verbindingskraag 12 is gekoppeld met een "jacking point" interfacemodule 40 ter opname in een jacking point van een vliegtuig. Via deze interfacemodule en in het bijzonder via het kogelsegment 41 van deze interfacemodule 40 wordt de hefkracht overgebracht op het vliegtuig. Tijdens het heffen van een gestrand vliegtuig is het in voorkomende gevallen mogelijk dat de hoek waaronder het vliegtuig komt te staan varieert gedurende het heffen. Het kogelsegment 41 wordt opgenomen in een uitsparing van het verstevigde jacking point van een vliegtuig en kan door de kogelvormige interface de hefkracht onder de variërende hoek blijven overbrengen op het frame van het vliegtuig.

De onderste verbindingskraag 10 is verbonden met een eerste radiale schakel 30. Deze schakel omvat twee op afstand van elkaar aangebrachte metalen plaat delen waarin aan een eerste zijde met elkaar uitgelijnde scharniergaten 45 zijn voorzien die door middel van een scharnierpen 46 in de verbindingskragen 10, 11, 12 aangebrachte scharnierogen 47 scharnierend gekoppeld zijn aan de verbindingskraag 10. De verbindingskragen 10,11, 12 omvatten zes paar in hoofdzaak symmetrisch op de omtrek van de verbindingskragen aangebrachte scharnierogen 47. In deze figuur zijn slechts aan één zijde radiale schakels 30 aangebracht, echter in praktijk zullen alle schakels zijn aangebracht alvorens de hefkussens 20 worden geïnflateerd. De tussen de hefkussens 20 aangebrachte verbindingskragen 11 zijn scharnierend gekoppeld met een eerste radiale schakel 30 en een tweede radiale schakel 31, die beide met behulp van scharnierpen 46 zijn gekoppeld met de verbindingskragen 11. De bovenste verbindingskraag 12 is scharnierend gekoppeld met een interfaceschakel naar de interfacemodule 40 en een tweede radiale schakel 31. De reeks opeenvolgende eerste radiale schakels 30 en tweede radiale schakels 31 zijn scharnierend gekoppeld door middel van scharnierpennen ter plaatse van koppelsegment 32. In dit koppelsegment 41 die integraal deel vormt van de reeks eerste radiale schakels 30, zijn scharnieropeningen voorzien ter scharnierende bevestiging van de tweede radiale schakel 30 maar tevens ter koppeling van de axiale schakels 35. Deze axiale schakel 35 is voorzien van een eerste en tweede buigstijf segment waartussen zich een buigzaam segment uitstrekt. Aan beide uiteindes zijn de axiale schakels voorzien van scharnierlussen 48 waar een scharnierpen doorheen gestoken kan worden ter koppeling aan het koppelsegment 32.

Figuren 2A-2C tonen het in Figuur 1 getoonde bergingssysteem, waarbij de hefkussens 20 niet geïnflateerd zijn. Het geheel aan eerste en tweede radiale schakels 30, 31 zijn in deze staat in elkaar gedrukt en vormen een zigzag patroon in zijaanzicht. Bij het inflateren van de hefkussens 20 scharnieren deze radiale schakels 30, 31 als een harmonica en volgens zo de verlenging van het totale bergingssysteem die ontstaat bij het opblazen van de hefkussens 20. Jacking point interfacemodule 40 is hierbij geïmplementeerd zodanig dat deze in het bovenste kussenkoppelmiddel van het bovenste hefkussen 20 brengbaar is en wordt door middel van interfaceschakels aan de bovenste verbindingskraag gekoppeld.

In Figuur 2A is duidelijk te zien hoe de axiale schakels 35 zijn gebogen ter plaatse van het buigzame segment 38 in deze gedeflateerde toestand. De axiale schakels 35 worden overigens gevormd door een drietal spanbandachtige banden die op elkaar zijn bevestigd en waarbij het eerste en tweede buigstijf segment 36, 37zijn gevormd door middel van het strak op elkaar stikken met een zeer sterke draad ter plaatse van uitsluitend de buigstijve segmenten 36, 37 met vrijlating van het buigzame segment 38 van de axiale schakels 35. Een van de lagen van dit samenstel van spanbandachtige banden is met een additionele lengte band teruggeslagen om zodoende een integraal gevormde scharnierlus 48 te vormen aan beide uiteinden van de axiale schakel 35.

Figuren 3A-3B tonen een gesegmenteerde uitvoeringsvorm van de verbindingskraag 50. In Figuur 3A is getoond dat de diverse segmenten 51, in dit voorbeeld een zestal, tweezijdig in elkaar schuiven en met penverbindingen worden vastgezet rond een hefkussensteun 53. Deze hefkussensteun 53 is hier gevormd uit hetzelfde kunststof materiaal als de hefkussens, maar in een alternatieve niet getoonde uitvoeringsvorm kan deze hefkussensteun ook worden gevormd uit een van het hefkussen verschillend materiaal zoals een metaal. De hefkussensteun doet tevens dienst als vormmal voor het vergemakkelijken van de samenvoeging van de diverse kraagsegmenten 51. De scharnierogen 47 worden versterkt met een scharnieroogbus 54 ter opname van de scharnierpen waarmee de radiale schakels verbonden kunnen worden aan de verbindingskraag 50. De aldus gevormde gesegmenteerde verbindingskraag kan daarna worden ingezet op een zelfde wijze als de in Figuren 1 en 2 getoonde verbindingskragen 10,11, 12.

In Figuur 4 is een hefkussen 20 getoond, voorzien van ventiel 21 en een viertal handvatten 22. Het hefkussen 20 is gevormd zodanig dat bij inflateren een in hoofdzaak ellipsoïdevormig lichaam gevormd wordt. De boven en onderzijde zijn voorzien van een afgevlakte deel 60 waarin zich onder andere een van schroefdraad voorzien gat 61 in is aangebracht. In dit gat is een kussenkoppelmiddel 62 brengbaar door middel van een schroefbeweging. Het kussenkoppelmiddel 62 is aan een omtrekzijde voorzien van schroefdraad 64 en omvat een afsluitkraag 65 waarmee het gat 61 in het hefkussen 20 luchtdicht afsluitbaar is. De naar het volgende hefkussen gerichte zijde van het kussenkoppelmiddel 62 is voorzien van een uitsparing 63. In dit geval is het getoonde kussenkoppelmiddel een vrouwelijk kussenkoppelmiddel 62 dat met een mannelijk kussenkoppelmiddel aan een onderzijde van een volgend hefkussen kan worden gekoppeld.

Figuur 5B toont een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een modulair bergingssysteem 1 in geïnflateerde staat. Lijn A - A toont hierin de lijn langs welke de doorsnede zoals getoond in Figuur 5B is gemaakt. Het drietal getoonde hefkussens 20 zijn ingesloten door verbindingskragen 10, 11, 12 waarin hefkussensteun 53 is aangebracht ter geleiding en ondersteuning van hefkussens 20. De hefkussens zijn aan boven- en onderzijde luchtdicht afgesloten met behulp van kussenkoppelmiddelen 62, 62'. Zoals getoond in het detail van Figuur 5A is vrouwelijk kussenkoppelmiddel 62 voorzien van een uitsparing 63 welke is vormgegeven ter ontvangst van protrusie 66 van mannelijk kussenkoppelmiddel 62'. In Figuur 5A is in doorsnede tevens een uitvergroot detail van een uitvoeringsvorm van een axiale schakel 35 getoond. Hierin is een enkele spanbandachtige band driedubbel omgeslagen, dat wil zeggen een eerste recht deel, een bocht ter vorming van een eerste scharnierlus 48, recht terug langs het eerste rechte deel, een bocht ter vorming van een tweede scharnierlus 48 om het eerste en tweede rechte deel heen en vervolgens met een stiksel in het eerste en tweede buigstijf segment aan elkaar gefixeerd onder vrijlating van het buigzame segment.

In Figuren 6A-6D is een uitvoeringsvoorbeeld getoond van een modulair bergingssysteem in geïnflateerde toestand voorzien van een lagedrukkussen interfacemodule, welke een lagedrukkussen 70 omvat met een relatief groot vliegtuig-contactoppervlak omvat en zodanig is gevormd en geïnflateerd dat de vorm van het vliegtuig-contactoppervlak zich kan aanpassen aan het te contacteren oppervlak van het vliegtuig onder doorvoering van de hefkracht. Typisch zijn vliegtuigen niet op alle locaties geschikt om tegen de buitenzijde aan te duwen met krachten die nodig zijn om een vliegtuig hiermee te heffen. Vervormingen aan de buitenzijde van een toestel hebben zeer negatieve gevolgen voor de aërodynamica en vliegwaardigheid in het algemeen. In geval het toestel niet (uitsluitend) ter plaatse van een "jacking point" gelicht kan worden dient het modulair bergingssysteem echter toch tegen een ander oppervlak van het vliegtuig aan te duwen. Hiertoe is een interfacemodule voorzien met een lagedrukkussen 70. Dit lagedrukkussen 70 wordt gekoppeld aan de bovenzijde van het bergingssysteem 1 en geïnflateerd zodanig dat het lagedrukkussen 70 vervormbaar is bij contact met het vliegtuig. Doordat het bergingssysteem zijn hefkracht overbrengt via een relatief groot oppervlak is de druk op de buitenzijde van het vliegtuig beperkt, terwijl het vliegtuig toch gelicht kan worden. De druk in het lagedrukkussen en het aantal individueel opblaasbare lagen waaruit het lagedrukkussen is opgebouwd kan worden afgestemd op het type vliegtuig dat gelicht moet worden en zelfs op de mate van benodigde vervorming. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is een tweelaags lagedrukkussen 70 aan de interfacemodule gekoppeld.

Figuur 7 toont een modulair bergingssysteem waaraan een tweetal struts 75 zijn bevestigd. De struts 75 zijn in- en uitschuifbare telescopische elementen die zodanig zijn ingericht dat een verlenging van de strut 75 nagenoeg vrijelijk gefaciliteerd wordt, terwijl bij een compressie van de strut 75 een blokkeermechanisme in de strut een verkorting tegenwerkt en in hoofdzaak zelfs geheel voorkomt. De strut 75 omvat een voet 76 waarmee de strut op de grond afsteunt en is scharnierend gekoppeld met het bovenste koppelsegment 32 van de bovenste eerste radiale schakel 30. De strut is hiertoe bevestigd op het bevestigingspunt 77 dat bij lager gelegen koppelsegmenten in gebruik is ter bevestiging van de axiale schakel, echter in geval van het bovenste koppelsegment wat dit bevestigingspunt vacant. In een alternatieve (niet getoonde) uitvoeringsvorm is de strut gekoppeld aan de interfacemodule.

Hoewel de uitvinding aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins beperkt is. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims

1. Modulair bergingssysteem, omvattende een eerste en tenminste een tweede opblaasbaar hefkussen, aan boven en onderzijde alsmede tussen elk opeenvolgend hefkussen een verbindingskraag omvattende ter insluitende opname van het opblaasbaar hefkussen, waarbij de verbindingskraag aan een omtrekzijde is voorzien van bevestigingspunten scharnierend koppelbaar met een eerste en een tweede radiale schakel, welke eerste radiale schakel enerzijds scharnierend koppelbaar is met de verbindingskraag en anderzijds een koppelsegment omvat, welk koppelsegment scharnierend koppelbaar is met een tweede radiale schakel van een bovengelegen verbindingskraag en waarbij elk koppelsegment in axiale richting koppelbaar is met een volgend bovengelegen koppelsegment door middel van een axiale schakel, met het kenmerk dat de axiale schakel een eerste en tweede buigstijf segment omvat waartussen zich een buigzaam segment uitstrekt, waarbij de treksterkte van het eerste en tweede buigstijf segment en het buigzaam segment in hoofdzaak gelijk zijn aan elkaar.

2. Modulair bergingssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de axiale schakel tenminste twee op elkaar geplaatste buigzame banden omvat, waarbij de buigzame banden duurzaam aan elkaar verbonden zijn met verbindingsmiddelen ter plaatse van het eerste en tweede buigstijf segment.

3. Modulair bergingssysteem volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de verbindingsmiddelen een stiksel omvatten dat zich in hoofdzaak uitsluitend uitstrekt over het eerste en tweede buigstijf segment.

4. Modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat opeenvolgende hefkussens met elkaar zijn gekoppeld met kussenkoppelmiddelen, zodanig dat de kussenkoppelmiddelen in operatie bijdragen aan de axiale uitlijning van opeenvolgende hefkussens in een gedeflateerde en een geïnflateerde staat van de hefkussens.

5. Modulair bergingssysteem volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen een axiale rotatie van opeenvolgende hefkussens relatief ten opzichte van elkaar faciliteert.

6. Modulair bergingssysteem volgens een der conclusies 4-5, met het kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen een eerste en een tweede in elkaar grijpend koppelelement omvat, waarbij het eerste koppelelement een protrusie omvat ter ontvangst in een uitsparing van het tweede koppelelement.

7. Modulair bergingssysteem volgens een der conclusies 4-6, met het kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen aan de hefkussens koppelbaar zijn in een in hoofdzaak centrale locatie in van de hefkussens, waarbij de kussenkoppelmiddelen een bijdrage leveren aan de afdichting van de hefkussens.

8. Modulair bergingssysteem volgens een der conclusies 4-7, met het kenmerk dat de kussenkoppelmiddelen althans gedeeltelijk zijn gevormd als integraal deel van de hefkussens.

9. Modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de verbindingskraag een eerste kraagsegment en tenminste een, met het eerste kraagsegment koppelbaar, tweede kraagsegment omvat.

10. Modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tenminste een telescopische strut is voorzien, waarbij de strut scharnierend is gekoppeld met het modulair bergingssysteem, zodanig dat in operatie een oprichtende beweging als gevolg van het inflateren van tenminste één hefkussen van het modulair bergingssysteem wordt gevolgd door een verlenging van de telescopische strut en waarbij een beweging in tegengestelde richting wordt tegengewerkt door de telescopische strut.

11. Modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de bovenste verbindingskraag is gekoppeld met een interfacemodule ter overbrenging van een hefkracht op een te heffen object.

12. Modulair bergingssysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het te heffen object een vliegtuig is en waarbij de interfacemodule een kogelprotrusie omvat, welke kogelprotrusie ter opname in een ontvangstorgaan van een vliegtuigvleugel.

13. Modulair bergingssysteem volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het te heffen object een vliegtuig is en waarbij de interfacemodule een lagedrukkussen omvat, welk lagedrukkussen een relatief groot vliegtuig-contactoppervlak omvat en zodanig is gevormd en geïnflateerd dat de vorm van het vliegtuig-contactoppervlak zich kan aanpassen aan het te contacteren oppervlak van het vliegtuig.

14. Hefmodule zoals toegepast in een modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een opblaasbaar hefkussen, tenminste één verbindingskraag, een veelvoud aan eerste en tweede radiale schakels, een veelvoud aan axiale schakels. 15. hefmodule zoals toegepast in een modulair bergingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een opblaasbaar hefkussen, tenminste één verbindingskraag, een veelvoud aan eerste en tweede radiale schakels, een veelvoud aan axiale schakels, met het kenmerk dat de veelvoud aan axiale schakels is voorzien in tenminste twee lengtematen, zodanig dat door middel van de keuze van de lengtemaat voor de axiale schakels de maximale hefhoogte van het modulair bergingssysteem en het contactoppervlak tussen twee opeenvolgende hefkussens beïnvloed wordt.

16. Container omvattende onderdelen van een modulair bergingssysteem volgens een der conclusies 1 - 13, met het kenmerk dat de container een eerste veelvoud axiale schakels omvat van een eerste lengtemaat en een tweede veelvoud axiale schakels van een tweede lengtemaat, waarbij de eerste lengtemaat verschillend is van de tweede lengtemaat.

17. Werkwijze voor het samenstellen van een modulair bergingssysteem volgens een der conclusies 1 - 13, de werkwijze omvattende de stappen van het plaatsen van de eerste bevestigingskraag op een ondergrond, het koppelen van kussenkoppelmiddelen in het eerste en tweede hefkussen ter afdichting van het eerste en tweede hefkussen, het plaatsen van het eerste gedeflateerd hefkussen, het plaatsen van de tweede bevestigingskraag op het gedeflateerde hefkussen, het plaatsen van het tweede gedeflateerde hefkussen op het eerste hefkussen onder koppeling van de kussenkoppelmiddelen van het eerste en tweede hefkussen onder insluiting van de tweede bevestigingskraag, het plaatsen van de derde bevestigingskraag boven het tweede hefkussen, het scharnierend bevestigen van een veelvoud van eerste radiale schakels aan de eerste en tweede bevestigingskraag, het scharnierend koppelen van een veelvoud tweede radiale schakels tussen het koppelsegment van de eerste radiale schakels en de bovengelegen bevestigingskraag, het koppelen van boven elkaar gelegen koppelsegmenten door middel van een veelvoud axiale schakels.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk dat de werkwijze een stap omvat voorafgaande aan het koppelen van de boven elkaar gelegen koppelsegmenten, van het selecteren van een lengtemaat voor de veelvoud axiale schakels uit een selectie van tenminste twee van elkaar verschillende lengtematen axiale schakels.