NL2014499B1 - Fermented food ingredient - Google Patents

Fermented food ingredient Download PDF

Info

Publication number
NL2014499B1
NL2014499B1 NL2014499A NL2014499A NL2014499B1 NL 2014499 B1 NL2014499 B1 NL 2014499B1 NL 2014499 A NL2014499 A NL 2014499A NL 2014499 A NL2014499 A NL 2014499A NL 2014499 B1 NL2014499 B1 NL 2014499B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
food
food ingredient
foodstuff
feed
lactic acid
Prior art date
Application number
NL2014499A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2014499A (en
Inventor
Marcel Firmin Corneel Gouwy Patrick
Dominiek Dieryckxvisschers Frederik
Original Assignee
Nv Vanden Avenne Ooigem
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nv Vanden Avenne Ooigem filed Critical Nv Vanden Avenne Ooigem
Priority to NL2014499A priority Critical patent/NL2014499B1/en
Publication of NL2014499A publication Critical patent/NL2014499A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2014499B1 publication Critical patent/NL2014499B1/en

Links

Landscapes

  • Fodder In General (AREA)
  • Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddelingrediënt, omvattende: het verschaffen van een mengsel van een zetmeel-, eiwit-, en voedingsvezelhoudende voedingsmiddelgrondstof, water, een gist, een melkzuurproducerende bacterie en optioneel een of meer andere ingrediënten; en het mengsel onderwerpen aan een fermentatiestap, onder vorming van melkzuur. De uitvinding heeft tevens betrekking op een gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt, op een werkwijze voor de bereiding van een voedingsmiddel, op een voedingsmiddel en toepassing van een voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel met name in de veeteelt.The invention relates to a method for preparing a food ingredient, comprising: providing a mixture of a starch, protein, and dietary fiber-containing food raw material, water, a yeast, a lactic acid-producing bacterium and optionally one or more other ingredients; and subjecting the mixture to a fermentation step to form lactic acid. The invention also relates to a fermented food ingredient, to a method for the preparation of a foodstuff, to a foodstuff and to the use of a foodstuff ingredient or foodstuff in particular in animal husbandry.

Description

Titel: Gefermenteerd voedingsmiddelingrediëntTitle: Fermented food ingredient

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddelingrediënt, in het bijzonder een voedingsmiddelingrediënt voor een mengvoeder, op een gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt, op een voedingsmiddel, in het bijzonder een mengvoeder, op een werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddel, op toepassing van een voedingsmiddel of voedingsmiddelingrediënt in de veeteelt of bij gezelschapsdieren en op een voedingsmiddel of voedingsmiddelingrediënt voor een medische toepassing.The present invention relates to a method for preparing a food ingredient, in particular a food ingredient for a compound feed, to a fermented food ingredient, to a food, in particular a compound feed, to a method for preparing a food, to application of a food or food ingredient in animal husbandry or in companion animals and to a food or food ingredient for a medical application.

In de huidige voedingswereld worden bedrijven actief in de voedselketen voortdurend geconfronteerd met de alsmaar hogere kwaliteitseisen gesteld bij het op de markt brengen van voedingsproducten in combinatie met de wens voor een zo hoog mogelijke efficiëntie, en zo weinig mogehjk miheuschadelijke emissies.In the current food world, companies active in the food chain are constantly confronted with the constantly higher quality requirements placed on the market of food products in combination with the desire for the highest possible efficiency, and as few potentially harmful emissions.

Voor veevoederbedrijven in het bijzonder is het een voortdurend zoeken naar het opwaarderen van allerhande bijproducten aangeboden uit de voedingsnijverheid om deze te verwerken tot hoogwaardige veevoeders.For animal feed companies in particular, it is a constant search to upgrade all sorts of by-products offered from the food industry to process them into high-quality animal feed.

Diverse procestechnieken worden op vandaag binnen de veevoederwereld toegepast op plantaardige grondstoffen voor het voeder, gaande van malen, mengen, persen, expanderen en extruderen van grondstoffen en/of grondstofmengsels tot productie van hoogwaardige veevoeders.Various process techniques are currently applied within the animal feed world to vegetable raw materials for the feed, ranging from grinding, mixing, pressing, expanding and extruding raw materials and / or raw material mixtures to the production of high-quality animal feeds.

Zaden van granen, en bijproducten daarvan, zoals kortmeel (ook bekend als zemelgrint), in het bijzonder tarwe en tarwebijproducten vormen het hoofdbestanddeel van het merendeel van samengestelde voeders (mengvoeders). Kortmeel wordt gewoonhjk verkregen als bijproduct in de productie van bloem. Het is een maalproduct althans in hoofdzaak bestaande uit (fijne) zemelen of (grof) meel.Cereal seeds, and by-products thereof, such as short meal (also known as bran gravel), in particular wheat and wheat by-products form the main component of the majority of compound feed (compound feed). Short flour is usually obtained as a by-product in the production of flour. It is a grinding product consisting at least substantially of (fine) bran or (coarse) flour.

De granen en bijproducten daarvan vormen een mengsel van koolhydraten (zetmeel), eiwitten en vezels. Van (gemalen) graan of graanbijproduct is de beschikbaarheid van de koolhydraten en eiwitten voor vertering niet volledig. Gedacht wordt dat dit te maken heeft met complexvorming tussen eiwitten en koolhydraten. Verder bevatten diverse granen een of meer eiwitten, met name een of meer gliadines of glutenines. Deze eiwitten (bestanddelen van gluten) zijn onoplosbaar in water. Mede door hun onoplosbaarheid kunnen ze gezondheidsproblemen veroorzaken of anderszins nadelig zijn voor de productiviteit in de veeteelt. Ze leiden vaak tot darmaandoeningen, waardoor het immuunsysteem en daarna de gezondheidsstatus onder druk komt te staan. Tarwe is een bekend voorbeeld van een veeltoegepast gliadine- en gluteninehoudend graan, dat tot gezondheidsproblemen kan leiden.The cereals and their by-products form a mixture of carbohydrates (starch), proteins and fibers. For (milled) grain or grain by-product, the availability of carbohydrates and proteins for digestion is not complete. This is thought to be related to complex formation between proteins and carbohydrates. Furthermore, various grains contain one or more proteins, in particular one or more gliadins or glutenins. These proteins (constituents of gluten) are insoluble in water. Partly due to their insolubility, they can cause health problems or otherwise be detrimental to productivity in animal husbandry. They often lead to intestinal disorders, which puts pressure on the immune system and then on health status. Wheat is a well-known example of a widely used gliadin and gluten-containing grain that can lead to health problems.

Diarree bij biggen op een tarwedieet is bijvoorbeeld een normaal voorkomend verschijnsel. Net wegens het onoplosbaar karakter van tarwe-eiwit wordt dit eiwit in de dunne darm gefermenteerd door niet-pathogene en pathogene flora. Hierdoor kunnen echter ook toxische metabolieten vrijkomen die tot darmaandoeningen aanleiding kunnen geven.For example, diarrhea in piglets on a wheat diet is a common occurrence. It is precisely because of the insoluble nature of wheat protein that this protein is fermented in the small intestine by non-pathogenic and pathogenic flora. However, this can also release toxic metabolites that can lead to intestinal disorders.

Het is een doel van de uitvinding te voorzien in een werkwijze voor het verkrijgen van een voedingsmiddelingrediënt dat gebruikt kan worden als een alternatief voor bekende werkwijzen.It is an object of the invention to provide a method for obtaining a food ingredient that can be used as an alternative to known methods.

In het bijzonder is het een doel te voorzien in (een werkwijze voor het bereiden van) een voedingsmiddelingrediënt dat, desgewenst gemengd met gebruikelijke ingrediënten voor een mengvoeder, dat bij draagt aan een betere gezondheid van een dier of dat een ander voordelig effect biedt, zoals een effect gekozen uit de groep van het verhogen van de reproductiecapaciteit, het verhogen van de groeisnelheid, het verhogen van de vleesproductiesnelheid, het verlagen van de mortaliteit, het verhogen van de geboortegewichtuniformiteit, het verhogen van de melkproductie (in geval van toepassing bij een zoogdier), of het verhogen van de ei-productie (in geval van toepassing bij pluimvee).In particular, it is an object to provide (a method for preparing) a food ingredient that, if desired mixed with conventional ingredients for a compound feed, that contributes to better animal health or that offers another beneficial effect, such as an effect selected from the group of increasing the reproduction capacity, increasing the growth rate, increasing the meat production rate, decreasing the mortality, increasing the birth weight uniformity, increasing the milk production (in case of use in a mammal ), or increasing egg production (if applicable for poultry).

Het is verder een doel te voorzien in een voedingsmiddelingrediënt of een voedingsmiddel voor toepassing in een profylactische of therapeutische medische behandeling van een dier of een mens.It is a further object to provide a food ingredient or food for use in a prophylactic or therapeutic medical treatment of an animal or a human.

Een of meer verdere doelen waarin de uitvinding in een uitvoeringsvorm beoogt te voorzien volgen uit de beschrijving hierna.One or more further objects in which the invention is intended to provide an embodiment follow from the description below.

Er is nu gevonden dat een of meer van de genoemde doelen wordt bereikt door een zetmeel-, eiwit-, en voedingsvezelhoudende voedings^middel-grondstof aan een bepaalde behandeling te onderwerpen, onder verkrijging van een voedingsmiddelingrediënt dat als zodanig of gemengd met andere ingrediënten tot een voedingsmiddel kan worden toegepast.It has now been found that one or more of the stated objectives is achieved by subjecting a starch, protein, and dietary fiber-containing food raw material to a particular treatment, to obtain a food ingredient which as such or mixed with other ingredients. a food can be used.

Derhalve heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddelingrediënt, omvattende: het verschaffen van een mengsel van een zetmeel-, eiwit-, en voedingsvezelhoudende voedingsmiddelgrondstof, water, een gist, een melkzuurproducerende bacterie en optioneel een of meer andere ingrediënten; en het mengsel onderwerpen aan een fermentatiestap, onder vorming van melkzuur.Therefore, the invention relates to a method for preparing a food ingredient comprising: providing a mixture of a starch, protein, and dietary fiber-containing food raw material, water, a yeast, a lactic acid-producing bacterium and optionally one or more other ingredients; and subjecting the mixture to a fermentation step to form lactic acid.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt verkrijgbaar middels een werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies.The invention further relates to a fermented food ingredient obtainable by a method according to any one of the preceding claims.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een voedingsmiddelingrediënt, in het bijzonder een gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt, omvattende, een eiwit, vet, koolhydraat, minerale stof, ruw celmateriaal (vezel), melkzuur, kiemvormende melkzuurbacteriën; en kiemvormende gistcellen, met een eiwitgehalte van 10-30 gew. % bij voorkeur 12-25 gew. %, op basis van droge stof; een vetgehalte van 1-11 gew. %, bij voorkeur 3-8 gew. % , op basis van droge stof; een (verteerbaar) koolhydraatgehalte van 14-44 gew. %, bij voorkeur-18-33 gew. %, op basis van droge stof; een totale minerale stofgehalte (anorganische bestanddelen) van 1-11 gew. %, bij voorkeur 3-8 gew %, op basis van droge stof; een gehalte aan ruw celmateriaal (vezel) van 6-24 gew. %, bij voorkeur 8-18 gew.%; op basis van droge stof en verder een melkzuurgehalte van ten minste 1 gew. %, betrokken op het voedingsmiddelingrediënt, bij voorkeur 2-10 gew. %.The invention further relates to a food ingredient, in particular a fermented food ingredient, comprising a protein, fat, carbohydrate, mineral, crude cell material (fiber), lactic acid, germ-forming lactic acid bacteria; and nucleating yeast cells, with a protein content of 10-30 wt. % preferably 12-25 wt. %, based on dry matter; a fat content of 1-11 wt. %, preferably 3-8 wt. %, based on dry matter; a (digestible) carbohydrate content of 14-44 wt. %, preferably 18-33 wt. %, based on dry matter; a total mineral content (inorganic constituents) of 1-11 wt. %, preferably 3-8% by weight, based on dry matter; a crude cell material content (fiber) of 6-24 wt. %, preferably 8-18% by weight; based on dry matter and furthermore a lactic acid content of at least 1 wt. %, based on the food ingredient, preferably 2-10 wt. %.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddel, omvattende het toevoegen van een voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding aan een voedingsmiddel of het mengen van een voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding met andere voedingsmiddelingrediënten onder verkrijging van het voedingsmiddel.The invention further relates to a method for preparing a foodstuff, comprising adding a food ingredient according to the invention to a foodstuff or mixing a food ingredient according to the invention with other foodstuff ingredients to obtain the foodstuff.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een voedingsmiddel verkrijgbaar middels een werkwijze volgens de uitvinding.The invention further relates to a food product obtainable by a method according to the invention.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een voedingsmiddel omvattende een eiwit, een vet, een koolhydraat, een vezel, melkzuur, kiemvormende melkzuurbacteriën; en kiemvormende gistcellen.The invention further relates to a foodstuff comprising a protein, a fat, a carbohydrate, a fiber, lactic acid, germ-forming lactic acid bacteria; and nucleating yeast cells.

Een voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor toediening aan een landbouwhuisdier of gezelschapshuisdier, meer in het bijzonder als voeding of voedingssupplement voor een landbouwhuisdier.A food ingredient or food according to the invention is particularly suitable for administration to a farm animal or companion pet, more particularly as a food or nutritional supplement for a farm animal.

In het bijzonder wordt een voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel volgens de uitvinding toegediend aan een dier om een of meer van de volgende redenen: het verhogen van de reproductiecapaciteit, voor het verhogen van de groeisnelheid, voor het verhogen van de vleesproductiesnelheid, voor het verlagen van de mortaliteit, voor het verhogen van de geboortegewichtuniformiteit, voor het verhogen van de melkproductie (in geval van toepassing bij een zoogdier), of voor het verhogen van de ei-productie (in geval van toepassing bij pluimvee).In particular, a food ingredient or food according to the invention is administered to an animal for one or more of the following reasons: increasing the reproduction capacity, increasing the growth rate, increasing the meat production rate, reducing the mortality rate , to increase birth weight uniformity, to increase milk production (in the case of application in a mammal), or to increase egg production (in the case of application in poultry).

In een uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het produceren van vlees, waarbij een landbouwhuisdier wordt gevoederd met een voedingsmiddel of voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding, en het gevoederde dier (na voldoende groei) wordt geslacht, onder verkrijging van het vlees.In one embodiment, the invention relates to a method for producing meat, wherein a farm animal is fed with a food or food ingredient according to the invention, and the fed animal (after sufficient growth) is slaughtered to obtain the meat.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het produceren van melk, waarbij een vrouwelijk landbouwhuisdier (in het bijzonder melkvee) wordt gevoederd met een voedingsmiddel of voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding, en het dier op enig moment na het voederen wordt gemolken.In a further embodiment, the invention relates to a method for producing milk, wherein a female farm animal (in particular dairy cattle) is fed with a food or food ingredient according to the invention, and the animal is milked at some point after feeding.

In een verdere uitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op de productie van eieren, waarbij vrouwelijk pluimvee wordt gevoederd met een voedingsmiddel of voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding, men het gevoederde pluimvee een of meer eieren laat leggen, welke vervolgens worden weggenomen van het vee.In a further embodiment the invention relates to the production of eggs, wherein female poultry is fed with a food or food ingredient according to the invention, the fed poultry is allowed to lay one or more eggs, which are subsequently taken away from the cattle.

In een specifieke uitvoeringsvorm wordt een voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel volgens de uitvinding toegepast door het toe te dienen aan een landbouwhuisdier of gezelschapshuisdier voor het verlagen van mestproductie, het verminderen van de broeikasgasuitstoot (in het bijzonder van koolstofdioxide en/of methaan) of het verminderen van de stikstofemissie.In a specific embodiment, a food ingredient or food according to the invention is used by administering it to a farm animal or companion pet for reducing manure production, reducing greenhouse gas emissions (in particular carbon dioxide and / or methane) or reducing the nitrogen emissions.

Voorts wordt een voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel volgens de uitvinding in een uitvoeringsvorm van de vinding toegediend aan een landbouwhuidsdier of gezelschapshuisdier voor het verminderen van het gebruik van medicamenten, zoals antibiotica.Furthermore, in one embodiment of the invention, a food ingredient or food according to the invention is administered to an animal skin or companion animal for reducing the use of medicaments, such as antibiotics.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een voedingsmiddelingrediënt of een voedingsmiddel voor toepassing in een profylactische of therapeutische medische behandeling van een dier, in het bijzonder een landbouwhuisdier of een gezelschapshuisdier, of een mens. Bij voorkeur omvat de medische behandeling een behandeling van een stoornis in het maag-darmkanaal, in het bijzonder bijvoorbeeld Coeliakie of bacteriële overgroei in de dunne darmen (SIBO), of is het voedingsmiddel-ingrediënt of voedingsmiddel bestemd voor het verhogen van de darmgezondheid in het algemeen. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het voedingsmiddel-ingrediënt of het voedingsmiddel volgens de uitvinding bestemd voor het verhogen van een positief effect op de werking van het immuunsysteem. Zo kan het voedingsmiddelingrediënt of het voedingsmiddel bestemd zijn voor toepassing in de profylactische of therapeutische behandeling van een ziekte van het immuunsysteem, een ontsteking of een infectie.The invention further relates to a food ingredient or a foodstuff for use in a prophylactic or therapeutic medical treatment of an animal, in particular a farm animal or a companion pet, or a human. Preferably, the medical treatment comprises treatment of a disorder in the gastrointestinal tract, in particular, for example, Celiac disease or bacterial overgrowth in the small intestines (SIBO), or the food ingredient or food is intended to increase intestinal health in the gastrointestinal tract. general. In a particular embodiment, the food ingredient or food according to the invention is intended to increase a positive effect on the functioning of the immune system. For example, the food ingredient or food may be intended for use in the prophylactic or therapeutic treatment of an immune system disease, inflammation, or infection.

Zoals is geïllustreerd in de Voorbeelden, zijn in het bijzonder goede resultaten verkregen in veeteelttoepassingen, zoals in de kweek van babybiggen, vleesvarkens, zeugen, braadkippen en leghennen.As illustrated in the Examples, particularly good results have been obtained in animal husbandry applications, such as in the breeding of baby piglets, meat pigs, sows, broiler chickens and laying hens.

In het bijzonder heeft onderhavige uitvinding zijn effect op verbeterde technische prestaties (zoals reproductie, groei, verlaagd voederverbruik, lager uitstoot milieubelastende nutriënten,) gepaard gaand met een verbeterde gezondheidsstatus (inclusief lager risico op residuen t.g.v. behandehng, lagere dierdag dosering) bij dieren, met name bij lan db ou whuis dieren.In particular, the present invention has its effect on improved technical performance (such as reproduction, growth, reduced feed consumption, lower emissions of environmentally harmful nutrients,) associated with an improved health status (including lower risk of residues due to treatment, lower animal day dosage) in animals, with especially with lan db ou whuis animals.

Zonder gebonden te zijn aan theorie, wordt vermoed dat een of meer effecten die bereikt kunnen worden door toediening van een voedingsmiddel of voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding verband houden met de veranderde samenstelling ten gevolge van de fermentatie, zoals een betere verteerbaarheid van het voedingsmiddelingrediënt of ten minste in bepaalde gevallen zelfs het voedingsmiddel als zodanig (welhcht ten gevolge van probiotische activiteit in het voedingsmiddel), bijvoorbeeld door het verbreken van complexen van eiwit en koolhydraat; de aanwezigheid (productie) van een of meer organische zuren (melkzuur, boterzuur, propionzuur, azijnzuur) die een gunstig effect op de darmgezondheid of zelfs de gezondheid in het algemeen kunnen hebben; de aanwezigheid (productie) van een of meer aminozuren; de aanwezigheid (productie) van snel opneembare koolstofVerbindingen , een relatief laag suikergehalte, de afbraak van eiwitten die gezondheidsproblemen kunnen opleveren, zoals gluten of andere eiwitten waarvoor althans bepaalde dieren of mensen voedingsintolerant of allergisch zijn. Althans voor bepaalde grondstoffen, in het bijzonder voor gliadinehoudende en gluteninehoudende graanproducten, zoals tarweproducten, hebben de uitvinders indicaties dat deze eiwitten door een gestuurde fermentatiestap omgevormd worden in specifieke gemakkelijk opneembare metabolieten, waaronder verschillende aminozuren, organische zuren of snel opneembare koolstofVerbindingen. Deze kunnen direct of indirect de gezondheid van het dier of de mens beïnvloeden of (met name bij dieren) ook de technische prestaties verbeteren.Without being bound by theory, it is suspected that one or more effects that can be achieved by administration of a food or food ingredient according to the invention are related to the altered composition due to the fermentation, such as a better digestibility of the food ingredient or at least in certain cases, even the food as such (well as a result of probiotic activity in the food), for example by breaking protein and carbohydrate complexes; the presence (production) of one or more organic acids (lactic acid, butyric acid, propionic acid, acetic acid) that can have a beneficial effect on intestinal health or even health in general; the presence (production) of one or more amino acids; the presence (production) of rapidly absorbable carbon compounds, a relatively low sugar content, the breakdown of proteins that can cause health problems, such as gluten or other proteins for which at least certain animals or people are food intolerant or allergic. At least for certain raw materials, in particular for gliadin-containing and glutenin-containing cereal products, such as wheat products, the inventors have indications that these proteins are converted by a controlled fermentation step into specific easily absorbable metabolites, including various amino acids, organic acids or rapidly absorbable carbon compounds. These can directly or indirectly affect the health of the animal or humans or (in particular with animals) also improve the technical performance.

Wegens een continue relatie tussen GALT (darm-geassocieerd lymfoïde weefsel) en BALT (bronchiën-geassocieerd lymfoïde weefsel) is er niet alleen een mogehjk effect op darmgezondheid maar ook op algemene gezondheid. Dit is ook voor een deel een mogelijke verklaring voor de betere technische prestaties. De dieren hoeven minder energie te spenderen aan onderhoud en het immuunsysteem.Due to a continuous relationship between GALT (gut-associated lymphoid tissue) and BALT (bronchial-associated lymphoid tissue), there is not only a possible effect on gut health but also on general health. This is also in part a possible explanation for the better technical performance. The animals need to spend less energy on maintenance and the immune system.

Gezien de positieve gezondheidseffecten bij, bijvoorbeeld, varkens en kippen, realiseren de uitvinders zich tevens dat de onderhavige uitvinding eveneens een positief effect kan bewerkstelligen bij een verhoogde gezondheid bij de mens in het algemeen, en een verhoogde darmgezondheid in het bijzonder.In view of the positive health effects in, for example, pigs and chickens, the inventors also realize that the present invention can also have a positive effect on increased human health in general, and increased intestinal health in particular.

Met de term ‘of’ wordt hierin ‘en/of bedoeld, tenzij anders gespecificeerd is of uit de context blijkt dat de term restrictief gebruikt wordt om aan te geven dat er precies één gekozen dient te worden uit een aantal alternatieven.The term "or" is used herein to mean "and / or unless otherwise specified or the context indicates that the term is used restrictively to indicate that exactly one should be selected from a number of alternatives.

Met de term ‘een’ wordt hierin ‘ten minste één’ bedoeld, tenzij anders gespecificeerd is of uit de context blijkt dat de term restrictief gebruikt wordt om aan te geven dat om ‘precies één’ gaat.The term "one" herein means "at least one" unless otherwise specified or the context indicates that the term is used restrictively to indicate that "exactly one" is involved.

Wanneer een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud wordt gebruikt, dient dit te worden opgevat als dat het meervoud mee in begrepen, tenzij anders gespecificeerd is of uit de context bbjkt dat de term restrictief gebruikt wordt om aan te geven dat om ‘precies één’ gaat.When a noun is used in the singular, this should be understood as including the plural, unless otherwise specified or from the context that the term is used restrictively to indicate that "exactly one" is involved.

Vanuit het oogpunt van het verschaffen van een duidelijke en bondige beschrijving, worden kenmerken hierin beschreven als deel van dezelfde of aparte uitvoeringsvormen. De vakman zal echter begrijpen dat de scope van de uitvinding uitvoeringsvormen kan bevatten met een combinatie van alle of een aantal van de beschreven kenmerken.From the point of view of providing a clear and concise description, features are described herein as part of the same or separate embodiments. However, those skilled in the art will appreciate that the scope of the invention may include embodiments with a combination of all or some of the features described.

De termen ‘(althans) in hoofdzaak’ en ‘in wezen’ worden in het algemeen gebruikt om aan te geven dat iets het algemene karakter, uiterlijk of de algemene functie heeft van hetgeen waarop de termen betrekking hebben. In geval van een kwantificeerbaar kenmerk, worden deze termen in gewoonlijk gebruikt om aan te geven dat het kenmerk meer dan 50 %, in het bijzonder meer dan 80 %, meer in het bijzonder ten minste 90 %, meer in het bijzonder ten minste 95 %, nog meer in het bijzonder ten minste 98 % of ten minste 99 % bedraagt van het maximum van dat kenmerk.The terms "(at least) essentially" and "essentially" are generally used to indicate that something has the general character, appearance or function of what the terms refer to. In the case of a quantifiable feature, these terms are generally used to indicate that the feature is more than 50%, in particular more than 80%, more in particular at least 90%, more in particular at least 95% , more in particular it is at least 98% or at least 99% of the maximum of that characteristic.

Wanneer de term ‘ongeveer’ wordt gebruikt voor een parameter dan wordt hieronder althans verstaan een marge van maximaal - 10 % tot + 10 % rond de genoemde waarde, in het bijzonder een marge van maximaal - 5 % tot +5 %, rond de genoemde waarde, meer in het bijzonder een marge van maximaal - 2 % tot +2 %, rond de genoemde waarde.When the term "approximately" is used for a parameter, this is understood to mean at least a margin of at most - 10% to + 10% around the said value, in particular a margin of at most - 5% to +5% around the said value value, more in particular a margin of maximum - 2% to +2%, around the stated value.

Tenzij anders gespecificeerd wordt met een percentage het percentage op basis van het totaal bedoeld.Unless specified otherwise, a percentage means the percentage based on the total.

Tenzij anders gespecificeerd of anders uit de context blijkt wordt met een percentage het gewichtspercentage (gew. %) bedoeld.Unless otherwise specified or otherwise apparent from the context, a percentage means the weight percentage (% by weight).

Een voedingsmiddelingrediënt wordt middels de uitvinding bereid met een werkwijze die een fermentatiestap omvat. Fermentatie is het omzetten van een biologische stof (substraat) met behulp van een micro-organisme. Fermentatie kan geschieden in afwezigheid van zuurstof (anaëroob) of in aanwezigheid van zuurstof.A food ingredient is prepared by the invention with a method comprising a fermentation step. Fermentation is the conversion of a biological substance (substrate) using a micro-organism. Fermentation can occur in the absence of oxygen (anaerobically) or in the presence of oxygen.

Voor zover bekend, wordt fermentatie van vezelhoudende fracties op vandaag nog niet als industriële processtap ingezet bij de productie van droge dierenvoeding (productie van veevoedermeel of -pellets) vooral omdat vochtige gefermenteerde producten moeilijk mengbaar en/of verpompbaar zijn binnen een industriële veevoederproductie omgeving.As far as is known, fermentation of fiber-containing fractions is not yet used as an industrial process step in the production of dry animal feed (production of feed meal or pellets), mainly because moist fermented products are difficult to mix and / or pump within an industrial feed production environment.

De uitvinders hebben nu gevonden dat het mogelijk is een geschikt voedingsmiddel ingrediënt te bereiden door een zetmeel-, eiwit-, en voedingsvezelhoudende voedingsmiddelgrondstof te fermenteren met een specifieke combinatie van verschillende micro-organismen - namelijk een gist en een melkzuurproducerende bacterie - in een mengsel dat verder water bevat en eventueel een of meer andere ingrediënten.The inventors have now found that it is possible to prepare a suitable food ingredient by fermenting a starch, protein, and dietary fiber-containing food raw material with a specific combination of different microorganisms - namely a yeast and a lactic acid-producing bacterium - in a mixture that further contains water and possibly one or more other ingredients.

Verrassenderwijs is het mogehjk gebleken de fermentatie op geschikte wijze uit te voeren in een mengsel dat dikvisceus is, d.w.z. verpompbaar maar niet vrij vloeibaar is, i.e. het kan vormvast zijn bij afwezigheid van externe krachten, afgezien van de zwaartekracht. Hierdoor wordt een gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt verkregen dat geschikt is om in bestaande installaties voor de bereiding van vaste (droge) voedingsproducten, in het bijzonder mengvoeders, waarbij geen of relatief weinig energie hoeft te worden verbruikt om het gefermenteerde mengsel voldoende te drogen vóór menging, of voor het voldoende drogen na menging met overig(e) voedingsmiddelingrediënt(en). Gewoonlijk bedraagt de viscositeit van het mengsel dat gefermenteerd wordt of van het voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding ten minste 10000 cP (mPa.s), bij voorkeur 15000 tot 50000 cP, in het bijzonder van 20000 tot 40000 cP, meer in het bijzonder van 25000 tot 35000 cP. De weergegeven waarde van de viscositeit is de waarde zoals meetbaar middels gebruik te maken van een rotatie-Viscosimeter bij een temperatuur van 25 °C. Een geschikte viscosimeter is een Anton Paar MCR Rheometer MCR 102, met een rotorbladbreedte van 24 mm, waarbij het rotorblad wordt geplaatst in een rondcilindrisch potje van 100 ml (diameter 54 mm) gevuld met het te meten mengsel, en waarbij gemeten wordt met een rotatie snelheid van 15 toeren per minuut.Surprisingly, it has been found possible to carry out the fermentation in a suitable manner in a mixture that is viscous, i.e. pumpable but not freely fluid, i.e. it can be dimensionally stable in the absence of external forces, apart from gravity. A fermented food ingredient is hereby obtained which is suitable for use in existing installations for the preparation of solid (dry) food products, in particular compound feeds, wherein no or relatively little energy has to be consumed to sufficiently dry the fermented mixture before mixing, or for drying sufficiently after mixing with other food ingredient (s). Usually, the viscosity of the mixture being fermented or of the food ingredient according to the invention is at least 10,000 cP (mPa.s), preferably 15,000 to 50,000 cP, in particular from 20,000 to 40,000 cP, more in particular from 25,000 to 50,000 35000 cP. The displayed value of the viscosity is the value as measurable by using a rotation Viscosimeter at a temperature of 25 ° C. A suitable viscometer is an Anton Paar MCR Rheometer MCR 102, with a rotor blade width of 24 mm, where the rotor blade is placed in a round-cylindrical jar of 100 ml (diameter 54 mm) filled with the mixture to be measured, and measuring with a rotation speed of 15 revolutions per minute.

De viscositeit van een gefermenteerd product volgens de uitvinding is gewoonhjk lager dan van een vergelijkbare ongefermenteerde grondstof (in een zelfde mengverhouding met water). Dit vergemakkelijkt de verwerking van het gefermeneerde product, in het bijzonder de verp ompb aarheid.The viscosity of a fermented product according to the invention is usually lower than that of a comparable unfermented raw material (in the same mixing ratio with water). This facilitates the processing of the fermented product, in particular the packaging.

Bij voorkeur wordt de fermentatie uitgevoerd op een mengsel waarin het water althans in hoofdzaak gebonden is aan het voedingsmiddelingrediënt, bij grote voorkeur is de water-activiteit 1,00 of minder, bij bijzondere voorkeur in het bereik van 0,95-1,00.The fermentation is preferably carried out on a mixture in which the water is at least substantially bound to the food ingredient, more preferably the water activity is 1.00 or less, particularly preferably in the range of 0.95-1.00.

De gewichtsverhouding voedingsmiddelgrondstof tot water van het mengsel dat onderworpen wordt aan de fermentatiestap hgt gewoonlijk in het bereik van 1:1 tot 1:5, in het bijzonder in het bereik van 1:1 tot 1:4. Voor goede verpompbaarheid of roerbaarheid/schepbaarheid tijdens of na het fermenteren bedraagt de gewichtsverhouding voedingsmiddelgrondstof bij voorkeur ten minste 1:2, bij grote voorkeur tot ongeveer 1:3.The weight ratio of food raw material to water of the mixture subjected to the fermentation step is usually in the range of 1: 1 to 1: 5, in particular in the range of 1: 1 to 1: 4. For good pumpability or stirability / scoopability during or after fermentation, the weight ratio of food raw material is preferably at least 1: 2, more preferably up to about 1: 3.

Het voedingsmiddelgrondstofgehalte in het mengsel bedraagt gewoonlijk 20-50 gew. %, bij voorkeur 22-35 gew. %, in het bijzonder 25-30 gew. %. Bij voorkeur wordt een voldoende hoeveelheid voedingsmiddelgrondstof volgens de uitvinding gebruikt die in wezen alle water opneemt. Desgewenst kan een ander voedingsmiddelingrediënt worden bijgemengd dat een hogere wateropname capaciteit heeft.The food raw material content in the mixture is usually 20-50 wt. %, preferably 22-35 wt. %, in particular 25-30 wt. %. Preferably, a sufficient amount of food raw material according to the invention is used which absorbs substantially all of the water. If desired, a different food ingredient can be admixed that has a higher water absorption capacity.

Alle gebruikte grondstoffen en additieven toegepast in een werkwijze volgens de uitvinding of een product volgens de uitvinding zijn gewoonlijk GRAS, bij voorkeur erkend voor specifieke toepassing in de veevoederwereld, of in het geval van een humane toepassing erkend voor humane toepassing.All raw materials and additives used in a method according to the invention or a product according to the invention are usually GRAS, preferably recognized for specific application in the animal feed world, or in the case of a human application recognized for human application.

Voorbeelden van optionele ingrediënten zijn antischimmel-middelen, wateractiviteitverlagende middelen (i.h.a. waterbindende polymeren, bijvoorbeeld een lignosulfonaat) Het totaalgehalte aan andere ingrediënten dan water, de voedingsmiddelgrondstof en de micro-organismen, indien aanwezig, is gewoonlijk minder dan 10 gew.%, in het bijzonder minder dan 5 gew.%, meer in het bijzonder minder dan 1 gew.%.Examples of optional ingredients are antifungal agents, water activity lowering agents (ie water-binding polymers, for example a lignosulphonate). The total content of ingredients other than water, the food raw material and the microorganisms, if present, is usually less than 10% by weight, in the particularly less than 5% by weight, more particularly less than 1% by weight.

Het voedingsmiddelingrediënt dat wordt verkregen is gewoonlijk verpompbaar. Voor een goede verpompbaarheid is het droge stof gehalte gewoonlijk ten minste ongeveer 20 gew. %. Bij voorkeur is het droge stof gehalte in het bereik van ongeveer 20 gew. % tot ongeveer 35 gew. %, bij grote voorkeur ongeveer 22 gew.% tot ongeveer 30 gew. %, bij bijzondere voorkeur ongeveer 25 gew.% tot ongeveer 28 gew. %. Desgewenst kan het gefermenteerde mengsel met een hoger dan gewenst vochtgehalte worden ingedroogd onder verkrijgen van een voedingsmiddelingrediënt met gewenst vochtgehalte.The food ingredient that is obtained is usually pumpable. For good pumpability, the dry matter content is usually at least about 20 wt. %. Preferably the dry matter content is in the range of about 20 wt. % to about 35 wt. %, more preferably about 22% to about 30% by weight. %, particularly preferably from about 25% to about 28% by weight. %. If desired, the fermented mixture with a higher than desired moisture content can be dried in to obtain a food ingredient with a desired moisture content.

Het mengsel wordt bijvoorkeur verkregen door eerst de genoemde micro-organismen met de gewenste hoeveelheid water te mengen en vervolgens het water in contact te brengen met de grondstof. Dit kan gewoonlijk zonder actieve mengstap door eerst een mengsel van de micro-organismen in de fermentatiereactor te brengen en daar vervolgens de grondstof aan toe te voegen. De grondstof zal in de regel het water met de micro-organismen voldoende opzuigen. Desgewenst kan tijdens het fermenteren actief gemengd worden, bijvoorbeeld door roeren, pompen of scheppen. Dit kan een voordeel zijn voor een homogene fermentatie. Daarnaast kan het bijdragen aan het vermijden van ongewenste schimmelgroei. Eventueel kan een anti-schimmelmiddel worden toegevoegd.The mixture is preferably obtained by first mixing the said microorganisms with the desired amount of water and then bringing the water into contact with the raw material. This is usually possible without an active mixing step by first introducing a mixture of the microorganisms into the fermentation reactor and then adding the raw material to it. The raw material will as a rule absorb the water with the microorganisms sufficiently. If desired, active mixing can take place during fermentation, for example by stirring, pumping or scooping. This can be an advantage for a homogeneous fermentation. In addition, it can help to avoid unwanted fungal growth. An anti-fungal agent can optionally be added.

De fermentatiereactor kan een container, vat of andere constructie zijn waarin het mengsel kan worden gehouden. Bijvoorbeeld een metalen of kunstof box, een tankreactor of een silo zijn geschikt. De reactor wordt gewoonlijk niet luchtdicht afgesloten om de gevormde CO2 tijdens het fermentatieproces in de atmosfeer te kunnen afvoeren.The fermentation reactor can be a container, vessel or other construction in which the mixture can be contained. For example a metal or plastic box, a tank reactor or a silo are suitable. The reactor is usually not sealed airtight to allow the CO2 formed to be discharged into the atmosphere during the fermentation process.

De zetmeel-, eiwit-, en voedingsvezelhoudende voedingsmiddel-grondstof is gewoonlijk een gemalen product, zoals een meel of een kortmeel (zemelgrint). Als grondstof is een (gemalen) graan of (gemalen) graan bijproduct bijzonder geschikt, in het bijzonder kortmeel. Het eiwit van deze grondstof bevat gewoonlijk gluten dat op zich gliadines en glutenines kan bevatten. Er is een positief effect gevonden op de technische prestaties en op de gezondheid bij landbouwdieren wanneer van een dergelijke grondstof werd uitgegaan. Bij grote voorkeur wordt het graan respectievelijk graan-bijproduct gekozen uit de groep van tarwe, rogge, gerst, spelt, teff, rijst, maïs, tarwe-bijproduct, rogge-bijproduct, gerst-bijproduct, spelt-bijproduct, teff-bijproduct, rijst-bijproduct en maïs-bijproduct. Bijzonder goede resultaten zijn behaald met tarwe kortmeel, niet alleen op de technische prestaties maar ook op de gezondheid van landbouwhuisdieren. Op grond hiervan concluderen de uitvinders dat andere zetmeel-, eiwit- en vezelhoudende grondstoffen op basis van tarwe ook uitermate geschikt zijn als grondstof. Bovendien wordt vermoed dat positieve effecten volgens de uitvinding in het bijzonder ook bereikt kunnen met andere grondstoffen uit de Triticeae stam, zoals gerst, rogge, spelt, respectievelijk bijproduct, zoals kortmeel, van gerst, rogge of spelt.The starch, protein, and dietary fiber-containing food raw material is usually a milled product, such as a flour or a short meal (bran gravel). As a raw material, a (ground) grain or (ground) grain by-product is particularly suitable, in particular short-lived flour. The protein from this raw material usually contains gluten, which in itself can contain gliadins and glutenins. A positive effect was found on technical performance and on the health of farm animals when such a raw material was assumed. More preferably, the grain or grain by-product is selected from the group of wheat, rye, barley, spelled, teff, rice, maize, wheat by-product, rye by-product, barley by-product, spelled by-product, teff by-product, rice -by-product and corn-by-product. Particularly good results have been achieved with wheat short flour, not only on the technical performance but also on the health of farm animals. On the basis of this, the inventors conclude that other starch, protein and fiber-based raw materials based on wheat are also extremely suitable as raw material. Moreover, it is suspected that positive effects according to the invention can in particular also be achieved with other raw materials from the Triticeae strain, such as barley, rye, spelled, or by-product, such as short meal, from barley, rye or spelled.

Als melkzuurvormende bacterie wordt gewoonlijk een Lactobaccillus gebruikt in een fermentatiewerkwijze volgens de uitvinding, respectievelijk verwerkt in een product volgens de uitvinding. In het bijzonder wordt de Lactobacillus gekozen uit de groep bestaande uit L. acetotolerans, L. acidifarinae, L. acidipiscis, L. acidophilus, L. agilis, L. algidus, L. alimentarius, L. amylolyticus, L. amylophilus, L. amylotrophicus, L. amylovorus, L. animalis, L. antri, L. apodemi, L. aviarius, L. bifermentans, L. brevis, L. buchneri, L. camelliae, L. casei, L. catenaformis, L. ceti, L. coleohominis, L. collinoides, L. composti, L. concavus, L. coryniformis, L. crispatus, L. crustorum, L. curvatus, L. delbrueckii, L. delbrueckii subsp. bulgaricus, L. delbrueckii subsp. lactis, L. diolivorans, L. equi, L. equigenerosi, L. farraginis, L. farciminis, L. fermentum, L. fornicalis, L. fructivorans, L. frumenti, L. fuchuensis, L. gallinarum, L. gasseri, L. gastricus, L. ghanensis, L. graminis, L. hammesii, L. hamsteri, L. harbinensis, L. hayakitensis, L. helveticus, L. hilgardii, L. homohiochii, L. iners, L. ingluviei, L. intestinalis, L. jensenii, L. johnsonii, L. kalixensis, L. kefiranofaciens, L. kefiri, L. kimchii, L. kitasatonis, L. kunkeei, L. leichmannii, L. lindneri, L. malefermentans, L. mali,L. manihotivorans, L. mindensis, L. mucosae, L. murinus, L. nagelii, L. namurensis, L. nantensis, L. oligofermentans, L. oris, L. panis, L. pantheris, L. parabrevis, L. parabuchneri, L. paracollinoides, L. parafarraginis, L. parakefiri, L. paralimentarius, L. paraplantarum, L. pentosus, L. perolens, L. plantarum, L. pontis,L. psittaci, L. rennini, L. reuteri, L. rhamnosus, L. rimae, L. rogosae, L. rossiae, L. ruminis, L. saerimneri, L. sakei, L. salivarius, L. sanfranciscensis, L. satsumensis, L. secaliphilus, L. sharpeae, L. siliginis, L. spicheri, L. suebicus, L. thailandensis, L. ultunensis, L. vaccinostercus, L. vaginalis, L. versmoldensis, L. vini, L. vitulinus, L. zeae en L. zymae.As lactic acid-forming bacterium, a Lactobaccillus is usually used in a fermentation process according to the invention, or processed in a product according to the invention, respectively. In particular, the Lactobacillus is selected from the group consisting of L. acetotolerans, L. acidifarinae, L. acidipiscis, L. acidophilus, L. agilis, L. algidus, L. alimentarius, L. amylolyticus, L. amylophilus, L. amylotrophicus, L. amylovorus, L. animalis, L. antri, L. apodemi, L. aviarius, L. bifermentans, L. brevis, L. buchneri, L. camelliae, L. casei, L. catenaformis, L. ceti, L. coleohominis, L. collinoides, L. composti, L. concavus, L. coryniformis, L. crispatus, L. crustorum, L. curvatus, L. delbrueckii, L. delbrueckii subsp. bulgaricus, L. delbrueckii subsp. lactis, L. diolivorans, L. equi, L. equigenerosi, L. farraginis, L. farciminis, L. fermentum, L. fornicalis, L. fructivorans, L. frumenti, L. fuchuensis, L. gallinarum, L. gasseri, L. gastricus, L. ghanensis, L. graminis, L. hammesii, L. hamsteri, L. harbinensis, L. hayakitensis, L. helveticus, L. hilgardii, L. homohiochii, L. iners, L. ingluviei, L. intestinalis, L. jensenii, L. johnsonii, L. kalixensis, L. kefiranofaciens, L. kefiri, L. kimchii, L. kitasatonis, L. kunkeei, L. leichmannii, L. lindneri, L. malefermentans, L. mali, L. manihotivorans, L. mindensis, L. mucosae, L. murinus, L. nagii, L. namurensis, L. nantensis, L. oligofermentans, L. oris, L. panis, L. pantheris, L. parabrevis, L. parabuchneri, L. paracollinoides, L. parafarraginis, L. parakefiri, L. paralimentarius, L. paraplantarum, L. pentosus, L. perolens, L. plantarum, L. pontis, L. psittaci, L. rennini, L. reuteri, L. rhamnosus, L. rimae, L. rogosae, L. rossiae, L. ruminis, L. saerimneri, L. sakei, L. salivarius, L. sanfranciscensis, L. satsumensis, L. secaliphilus, L. sharpeae, L. siliginis, L. spicheri, L. suebicus, L. thailandensis, L. ultunensis, L. vaccine ostercus, L. vaginalis, L. versmoldensis, L. vini, L. vitulinus, L. zeae and L. zymae.

Voorkeurs Lactobacilli zijn L. casei en L. plantarum. Bijzonder goede resultaten zijn verkregen met een voedingsmiddelingrediënt waarbij zowel L. casei als L. plantarum zijn gebruikt voor de fermentatie, respectievelijk met een voedingsmiddel, omvattende een voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding dat deze Lactobacilli bevat.Preferred Lactobacilli are L. casei and L. plantarum. Particularly good results have been obtained with a food ingredient in which both L. casei and L. plantarum have been used for the fermentation, respectively with a food comprising a food ingredient according to the invention that contains Lactobacilli.

Het mengsel dat verschaft wordt, bevat - althans aan het begin van de fermentatie - gewoonlijk ten minste ongeveer 50, bij voorkeur ten minste ongeveer 1 x 102 kiemvormende melkzuurvormende bacteriën per ml mengsel.The mixture that is provided contains - at least at the beginning of the fermentation - usually at least about 50, preferably at least about 1 x 102 germ-forming lactic acid-forming bacteria per ml of mixture.

Het aantal bacteriën kan tijdens de fermentatie aanzienlijk toenemen. Gewoonlijk bevat het mengsel althans op enig moment tijdens de fermentatie, bij voorkeur althans aan het eind van de fermentatie, ten minste 0,5 x 108 kiemvormende eenheden melkzuurvormende bacteriën per ml mengsel, bij voorkeur 1 x 108 tot 10 x 108 kiemvormende eenheden melkzuurvormende bacteriën, in het bijzonder Lactobaccilli, per ml mengsel, bij bijzondere voorkeur 2 x 108 tot 5 x 108 kiemvormende eenheden melkzuurvormende bacteriën, in het bijzonder Lactobaccilli, per ml mengsel.The number of bacteria can increase considerably during fermentation. Usually the mixture contains at least at any time during the fermentation, preferably at least at the end of the fermentation, at least 0.5 x 108 germinating units of lactic acid forming bacteria per ml of mixture, preferably 1 x 108 to 10 x 108 germinating units of lactic acid forming bacteria , in particular Lactobaccilli, per ml of mixture, particularly preferably 2 x 108 to 5 x 108 nucleating units of lactic acid-forming bacteria, in particular Lactobaccilli, per ml of mixture.

In plaats van, of naast Lactobacilli, kunnen eventueel een of meer andere melkzuurproducerende bacteriestammen worden ingezet, in het bijzonder Bifidobacteria, waarvan B. bifidum, B. Adolescentis, B. Lactis en B. infantis voorbeelden zijn van melkzuurvormende bacteriën met een probiotische werking.Instead of, or in addition to, Lactobacilli, one or more other lactic acid-producing bacterial strains can be used, in particular Bifidobacteria, of which B. bifidum, B. Adolescentis, B. Lactis and B. infantis are examples of lactic acid-forming bacteria with a probiotic effect.

De gist wordt gewoonlijk gekozen uit de groep van Saccharomycetaceae; Kluyveromyces; Pichia, Zygosaccharomyces, en Brettanomyces. Bij voorkeur is een Saccharomycetacea aanwezig, bij grote voorkeur een Saccharomy ces, in het bijzonder een Saccharomyces gekozen uit de groep bestaande uit S. bayanus, S. boularidii en S. cerevisiae. Goede resultaten zijn behaald met Saccharomyces cerevisiae.The yeast is usually selected from the group of Saccharomycetaceae; Kluyveromyces; Pichia, Zygosaccharomyces, and Brettanomyces. Preferably a Saccharomycetacea is present, more preferably a Saccharomyces ces, in particular a Saccharomyces selected from the group consisting of S. bayanus, S. boularidii and S. cerevisiae. Good results have been achieved with Saccharomyces cerevisiae.

Het mengsel dat verschaft wordt, bevat - althans aan het begin van de fermentatie - gewoonlijk ten minste ongeveer 5, bij voorkeur ten minste ongeveer 10 kiemvormende gistcellen per ml mengsel.The mixture that is provided contains - at least at the beginning of the fermentation - usually at least about 5, preferably at least about 10, nucleating yeast cells per ml of mixture.

Het aantal gistcellen kan tijdens de fermentatie aanzienlijk toenemen. Gewoonhjk bevat het mengsel althans op enig moment tijdens de fermentatie, bij voorkeur althans aan het eind van de fermentatie, ten minste 0,5 x 106 kiemvormende eenheden gist per ml mengsel, bij voorkeur 2 x 106 tot 10 x 106 kiemvormende eenheden gist per ml mengsel, bij bijzondere voorkeur 2 x 106 tot 5 x 106 kiemvormende eenheden gist per ml mengsel.The number of yeast cells can increase considerably during fermentation. Usually the mixture contains at least at any time during the fermentation, preferably at least at the end of the fermentation, at least 0.5 x 10 6 germinating units of yeast per ml of mixture, preferably 2 x 10 6 to 10 x 10 6 germinating units of yeast per ml mixture, particularly preferably 2 x 106 to 5 x 106 nucleating units of yeast per ml of mixture.

Vermoed wordt dat de melkzuurvormende bacterie en de gist een positief effect hebben op elkaar. Hierbij wordt in het bijzonder gedacht aan het volgende: De zetmeelhydrolyse en de pH verlaging ten gevolge van zuurproductie door de bacteriecellen werken positief voor de ontwikkeling van gistcellen. De gistcellen maken althans in een uitvoeringsvorm bepaalde vitaminen en aminozuren aan die kunnen dienen als substraat voor de groei van bacteriecellen. Dit kan bijdragen aan een snellere productie van het voedingsmiddelingrediënt door een hogere fermentatiesnelheid, of aan een hoger gehalte aan kiemvormende cellen in het uiteindelijke product. Daarnaast hebben de gistcellen en melkzuurvormende bacteriën samen een preserverend effect op het voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel volgens de uitvinding.It is suspected that the lactic acid-forming bacteria and the yeast have a positive effect on each other. The following is in particular considered: The starch hydrolysis and the pH reduction due to acid production by the bacterial cells have a positive effect on the development of yeast cells. The yeast cells produce at least in one embodiment certain vitamins and amino acids that can serve as a substrate for the growth of bacterial cells. This can contribute to a faster production of the food ingredient due to a higher fermentation rate, or to a higher content of nucleating cells in the final product. In addition, the yeast cells and lactic acid-forming bacteria together have a preserving effect on the food ingredient or food according to the invention.

De fermentatie wordt uitgevoerd bij een temperatuur waarbij de micro-organismen actief zijn, bijvoorbeeld bij ongeveer de omgevingstemperatuur. Gewoonlijk is de fermentatietemperatuur in het bereik van 5-45 °C. Bij voorkeur is de temperatuur 40 °C of lager, bij grote voorkeur 35 °C of lager. Bij voorkeur is de temperatuur 10 °C of hoger. Voor een snelle fermentatie is de temperatuur bij grote voorkeur ongeveer 20 °C of hoger, in het bijzonder ongeveer 25 °C of hoger, meer in het bijzonder ongeveer 30 °C.The fermentation is carried out at a temperature at which the microorganisms are active, for example at approximately the ambient temperature. Typically, the fermentation temperature is in the range of 5-45 ° C. The temperature is preferably 40 ° C or lower, more preferably 35 ° C or lower. Preferably the temperature is 10 ° C or higher. For a rapid fermentation, the temperature is most preferably about 20 ° C or higher, in particular about 25 ° C or higher, more in particular about 30 ° C.

De gewenste fermentatie duur is afhankelijk van de temperatuur, de aard van en het gehalte aan de micro-organismen en de gewenste effecten op de samenstelling van het mengsel zoals de afbraak van componenten van de grondstof (bijvoorbeeld koolhydraten, eiwit) en de vorming van componenten door de bacteriën, bijvoorbeeld een organisch zuur en door gisten, bv. een aminozuur, vitamines of bepaalde vetten/vetzuren. Gewoonlijk wordt de gewenste fermentatie gerealiseerd binnen 6 uur tot 5 dagen, in het bijzonder 12 uur tot 4 dagen. Een relatief korte fermentatie duur is gewenst, niet alleen vanuit productiecapaciteit, maar maakt het ook gemakkelijker om wildgroei van ongewenste bacteriën of schimmels te voorkomen. Indien binnen 4 a 5 dagen nog niet de gewenste fermentatie is gerealiseerd kan de fermentatie nog een of meer dagen worden voortgezet om tot het gewenst product te komen. Bij voldoende hoge temperatuur (in het bijzonder boven 20 °C) is een fermentatie duur van ongeveer 3 dagen of minder gewoonlijk voldoende. Met name bij een temperatuur van ongeveer 30 °C zijn binnen ongeveer 24 uur goede resultaten bereikt.The desired fermentation time depends on the temperature, the nature and the content of the microorganisms and the desired effects on the composition of the mixture such as the degradation of components of the raw material (for example carbohydrates, protein) and the formation of components by the bacteria, for example an organic acid and by yeasts, for example an amino acid, vitamins or certain fats / fatty acids. Usually the desired fermentation is realized within 6 hours to 5 days, in particular 12 hours to 4 days. A relatively short fermentation duration is desirable, not only from production capacity, but also makes it easier to prevent proliferation of unwanted bacteria or fungi. If the desired fermentation has not been realized within 4 to 5 days, the fermentation can be continued for another one or more days to arrive at the desired product. At a sufficiently high temperature (in particular above 20 ° C) a fermentation time of about 3 days or less is usually sufficient. Good results have been achieved in particular at a temperature of approximately 30 ° C within approximately 24 hours.

In de praktijk zijn goede resultaten bereikt met een gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt dat verkrijgbaar is door de fermentatie voort te zetten voor een periode die nodig is om de pH, zoals met een pH electrode gemeten in het mengsel, te laten dalen tot minder dan 4.00. Bij voorkeur bedraagt de pH van het gefermenteerde voedingsmiddel ingrediënt 3.95 of minder. De pH is niet alleen een indicatie voor de mate van fermentatie, maar een pH van 4,00 of lager is ook gunstig voor de microbiële kwaliteit van het product, omdat een dergelijk lage pH voor veel pathogenen ongunstig is. De ondergrens is niet bijzonder kritisch, zolang het ingrediënt geschikt blijft voor consumptie door het beoogde dier of de mens. Gewoonlijk is de pH hoger dan 2, bij voorkeur 3,0 of hoger, bij grote voorkeur 3,5 of hoger, in het bijzonder 3,7 of hoger.In practice, good results have been achieved with a fermented food ingredient obtainable by continuing the fermentation for a period of time necessary to lower the pH, such as with a pH electrode measured in the mixture, to less than 4.00. Preferably, the pH of the fermented food ingredient is 3.95 or less. The pH is not only an indication of the degree of fermentation, but a pH of 4.00 or lower is also favorable for the microbial quality of the product, because such a low pH is unfavorable for many pathogens. The lower limit is not particularly critical as long as the ingredient remains suitable for consumption by the intended animal or man. Usually the pH is higher than 2, preferably 3.0 or higher, more preferably 3.5 or higher, in particular 3.7 or higher.

Een voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding omvat bij voorkeur op basis van droge stof 12-25 gew. % eiwit. Bij voorkeur is het eiwitgehalte op basis van droge stof verlaagd ten opzichte van de gebruikte grondstof voor fermentatie, in het bijzonder met ten minste 2 %, meer in het bijzonder met 5-15 %.A food ingredient according to the invention preferably comprises 12-25 wt. % protein. The protein content on a dry matter basis is preferably reduced relative to the raw material used for fermentation, in particular by at least 2%, more in particular by 5-15%.

Een voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding omvat bij voorkeur op basis van droge stof 3-8 gew. % vet. Als gevolg van de fermentatie kan het vetgehalte op basis van droge stof relatief zijn verhoogd ten opzichte van de grondstof, in het bijzonder met ten minste 3 % meer in het bijzonder met 5-15 %.A food ingredient according to the invention preferably comprises 3-8 wt. % Fat. As a result of the fermentation, the fat content based on dry matter may be relatively increased relative to the raw material, in particular by at least 3%, more particularly by 5-15%.

Een voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding heeft bij voorkeur op basis van droge stof een (verteerbaar) koolhydraatgehalte van 18-33 gew. %. Het gehalte aan suikers (monosacchariden, disacchariden) op basis van droge stof is gewoonlijk laag ten opzichte van het suikergehalte van de gebruikte grondstof voor de fermentatie. In het bijzonder is deze ten minste 25 % lager, meer in het bijzonder 50-80 %. Bij voorkeur bevat het voedingsmiddelingredient suiker en zetmeel in een gewichtsverhouding suiker tot zetmeel van maximaal 0.25:1, in het bijzonder van 0,05:1 tot 0,20:1.A food ingredient according to the invention preferably has a (digestible) carbohydrate content of 18-33 wt. %. The content of sugars (monosaccharides, disaccharides) on a dry matter basis is usually low compared to the sugar content of the raw material used for fermentation. In particular, it is at least 25% lower, more in particular 50-80%. The food ingredient preferably contains sugar and starch in a weight to sugar starch ratio of at most 0.25: 1, in particular from 0.05: 1 to 0.20: 1.

Het gehalte aan ruw celmateriaal (vezel) op basis van droge stof is bij voorkeur 8-18 gew.%. Afhankelijk van het vezelmateriaal (met name de mate waarin het fermenteerbaar is door de gebruikte micro-organismen) en een eventuele afname van het totale droge stofgehalte kan het gehalte aan vezels op basis van droge stof ongeveer gehjk blijven, toenemen of afnemen Gewoonlijk is er een relatieve stijging van het vezelgehalte, ten opzichte van de grondstof.The content of crude cell material (fiber) based on dry matter is preferably 8-18% by weight. Depending on the fiber material (in particular the extent to which it can be fermented by the microorganisms used) and a possible decrease in the total dry matter content, the dry matter-based fiber content can remain roughly increased, increased or decreased. relative increase in fiber content, relative to the raw material.

Het voedingsmiddelingredient kan anorganische (minerale) stoffen bevatten, bijvoorbeeld van 1-11 gew. %, bij voorkeur 3-8 gew. % op basis van droge stof.The food ingredient may contain inorganic (mineral) substances, for example from 1-11 wt. %, preferably 3-8 wt. % on a dry matter basis.

Het voedingsmiddelingredient bevat bij voorkeur kiemvormende melkzuurbacteriecellen en kiemvormende gistcellen, bij grote voorkeur in een hoeveelheid in een bereik zoals hierboven weergegeven voor het mengsel dat gefermenteerd wordt.The food ingredient preferably contains germ-forming lactic acid bacterial cells and germ-forming yeast cells, more preferably in an amount in a range as shown above for the mixture being fermented.

Gewoonlijk bevat een voedingsmiddelingredient volgens de uitvinding melkzuur, bij voorkeur ten minste 1 gew. % van het gefermenteerde product, bij grote voorkeur 2-10 gew. % op basis van het gefermenteerde product.Usually a food ingredient according to the invention contains lactic acid, preferably at least 1 wt. % of the fermented product, more preferably 2-10 wt. % based on the fermented product.

In althans sommige uitvoeringsvormen omvat het voedingsmiddelingredient, naast melkzuur, een of meer andere organische zuren, in het bijzonder gekozen uit de groep van azijnzuur, proprionzuur en boterzuur. Organische zuren kunnen een preserverende werking hebben. Organische zuren zoals melkzuur, boterzuur of proprionzuur hebben een positief effect op de darm gezondheid, bijvoorbeeld op het epitheel van de dikke darm.In at least some embodiments, the food ingredient comprises, in addition to lactic acid, one or more other organic acids, in particular selected from the group of acetic acid, propionic acid and butyric acid. Organic acids can have a preservative effect. Organic acids such as lactic acid, butyric acid or propionic acid have a positive effect on intestinal health, for example on the epithelium of the colon.

Het voedingsmiddelingrediënt kan ook vrije aminozuren bevatten De vrije aminozuurstamenstelbng kan kwantitatief of kwalitatief veranderen ten gevolge van de fermentatie afhankelijk van de gebruikte micro-organismen en gebruikte grondstof.The food ingredient may also contain free amino acids. The free amino acid composition may change quantitatively or qualitatively as a result of the fermentation depending on the microorganisms and raw material used.

Gewoonlijk is het voedingsmiddelingrediënt verpompbaar, althans direct na verkrijging. Het (verpompbare) voedingsmiddelingrediënt heeft gewoonlijk een water activiteit van meer dan 0,72, in het bijzonder in het bereik van 0,95 tot 1,00. In een specifieke uitvoeringsvorm wordt het voedingsmiddel gedroogd en/of verwerkt tot een korrelvormig, poedervormig of pelletvormig voedingsmiddelingrediënt.The food ingredient is usually pumpable, at least immediately after being obtained. The (pumpable) food ingredient usually has a water activity of more than 0.72, in particular in the range of 0.95 to 1.00. In a specific embodiment, the foodstuff is dried and / or processed into a granular, powdered or pelletized food ingredient.

Het voedingsmiddelingrediënt kan als zodanig verpakt worden en vermarkt, bijvoorbeeld om in een veeteeltbedrijf bij te mengen in veevoer, bijvoorbeeld kort voor consumptie. Goede resultaten zijn bereikt met een voedingsmiddelingrediënt dat is gebruikt voor de industriële vervaardiging van een voedingsmiddel, in het bijzonder een complete voeding, zoals een mengvoeder. De bereiding van een dergebjk voedingsmiddel kan worden uitgevoerd in op zich bekende apparatuur door het voedingsmiddelingrediënt te mengen met andere (gebruikelijke) ingrediënten voor het voedingsmiddel, in het bijzonder een mengvoeder (een droog diervoeder dat als krachtvoeder wordt beschouwd). Een droog voedingsmiddel volgens de uitvinding is gewoonlijk een product met een wateractiviteit van maximaal 0,75, in het bijzonder van 0,65-0,74, meer in het bijzonder van 0,68-0,72. Zeer geschikt is een werkwijze waarbij het voedingsmiddel wordt verwerkt tot poeder, pellets, korrels, brokken of ander granulair materiaal. Geschikte verwerkingswijzen zijn op zich bekende werkwijzen. Poedervormige producten kunnen bijvoorbeeld worden verkregen door sproeidrogen, liefst onder milde temperatuurcondities met het oog op het behouden van een kiemvormende fractie aan de micro- organismen, of vriesdrogen. Middels de uitvinding is het mogelijk gebleken een poedervormig product (meel) te verkrijgen met een hoog gehalte aan genoemde kiemvormende micro-organismen. Het poedervormige product kan eenvoudig worden ingemengd in een gebruikelijk voeder.The food ingredient can be packaged and marketed as such, for example to mix in animal feed in a livestock farm, for example shortly before consumption. Good results have been achieved with a food ingredient used for the industrial manufacture of a food, in particular a complete food, such as a compound feed. The preparation of such a foodstuff can be carried out in equipment known per se by mixing the food ingredient with other (usual) ingredients for the foodstuff, in particular a compound feed (a dry animal feed which is considered to be concentrate). A dry food according to the invention is usually a product with a water activity of at most 0.75, in particular from 0.65 to 0.74, more in particular from 0.68 to 0.72. Very suitable is a method in which the foodstuff is processed into powder, pellets, granules, lumps or other granular material. Suitable processing methods are methods known per se. Powdered products can be obtained, for example, by spray drying, preferably under mild temperature conditions with a view to maintaining a nucleating fraction on the microorganisms, or freeze drying. The invention has shown that it is possible to obtain a powdered product (flour) with a high content of said nucleating microorganisms. The powdered product can easily be mixed into a conventional feed.

Extrusie en persen zijn geschikt voor korrels, brokken, pellets en andere relatief grote granulaire producten. Voor wat betreft geperste producten zijn in het bijzonder goede resultaten behaald met een werkwijze waarbij de ingrediënten voor het voedingsmiddel worden gemengd, vervolgens aan een expansiestap onderworpen en vervolgens geperst. De expansiestap voorafgaand aan het persen is van voordeel voor de stevigheid van het granulair materiaal. Deze methode is geschikt bevonden om een droog voedingsmiddel te verkrijgen met voldoende kiemvormende bacteriecellen en gistcellen.Extrusion and pressing are suitable for granules, chunks, pellets and other relatively large granular products. With regard to pressed products, particularly good results have been achieved with a method in which the ingredients for the foodstuff are mixed, then subjected to an expansion step and then pressed. The expansion step prior to pressing is advantageous for the firmness of the granular material. This method has been found suitable for obtaining a dry foodstuff with sufficient germ-forming bacterial cells and yeast cells.

Het voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding kan in een relatief kleine hoeveelheid worden gecombineerd met de overige voedingsmiddelingrediënten om reeds een positief effect te hebben. Gewoonlijk bedraagt het gehalte aan het voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding ten minste 0,1 gew. %, bij voorkeur ten minste 0,3 gew. %, bij grote voorkeur ongeveer 0,5 gew. % of meer, in het bijzonder ongeveer 1,0 gew. % of meer betrokken op het drooggewicht van het voedingsmiddelingrediënt en het totaal gewicht van het voedingsmiddel, in het bijzonder een droog voedingsmiddel, bij voorkeur een mengvoeder. De bovengrens wordt met name bepaald door praktische factoren zoals een acceptabele smaak en geur voor het dier of de mens waaraan het wordt toegevoegd en de maximale toelaatbare wateractiviteit met name in geval van een droog eindproduct en het gehalte waarboven er weinig of geen extra positief gewenst effect optreedt. Gewoonlijk bedraagt het gehalte aan het voedingsmiddelingrediënt volgens de uitvinding 5 gew. % of minder, bij voorkeur 4 gew. % of minder, bij grote voorkeur 2 gew. % of minder, in het bijzonder 1,5 gew. % of minder, betrokken op het drooggewicht van het voedingsmiddelingrediënt en het totaalgewicht van het voedingsmiddel, in het bijzonder in geval van een droog mengvoeder.The food ingredient according to the invention can be combined in a relatively small amount with the other food ingredients to already have a positive effect. The content of the food ingredient according to the invention is usually at least 0.1 wt. %, preferably at least 0.3 wt. %, more preferably about 0.5 wt. % or more, in particular about 1.0 wt. % or more based on the dry weight of the food ingredient and the total weight of the food, in particular a dry food, preferably a compound feed. The upper limit is determined in particular by practical factors such as an acceptable taste and odor for the animal or human to which it is added and the maximum permissible water activity in particular in the case of a dry end product and the content above which there is little or no additional positive desired effect occurs. The content of the food ingredient according to the invention is usually 5 wt. % or less, preferably 4 wt. % or less, more preferably 2 wt. % or less, in particular 1.5 wt. % or less, based on the dry weight of the food ingredient and the total weight of the food, in particular in the case of a dry compound feed.

Goede resultaten zijn verkregen met een landbouwhuisdiervoeder, namelijk een mengvoeder voor landbouwhuisdieren. Bij voorkeur wordt het voeder gekozen uit de groep van varkensvoeders; ruminantievoeders; paardenvoeders en pluimveevoeders. Het ruminantievoeder is bij voorkeur rundveevoeder. Geitenvoeder en schapenvoeders zijn andere voorbeelden van ruminantievoeders volgens de uitvinding. Meer specifieke uitvoeringsvormen zijn zeugenvoeders, biggenvoeders, vleesvarkensvoeders, braadkippenvoeders, leghennenvoeders, kalvervoeders, melkveevoeders en mestveevoeders.Good results have been obtained with a farm animal feed, namely a compound feed for farm animals. The feed is preferably selected from the group of pig feeds; ruminance feeds; horse feed and poultry feed. The ruminance feed is preferably beef feed. Goat feed and sheep feed are other examples of ruminance feed according to the invention. More specific embodiments are sow feed, piglet feed, meat pig feed, broiler chicken feed, laying hen feed, calf feed, dairy feed and manure feed.

In een specifieke uitvoeringsvorm is het voedingsmiddel een gezelschapsdiervoeder, bij voorkeur gekozen uit de groep van hondenvoeders, kattenvoeders, knaagdiervoeders, vogelvoeders en paardenvoeders. Als alternatief kan het voedingsmiddelingrediënt als zodanig verpakt zijn. Het kan dan in het bijzonder worden toegepast om bij te mengen aan een gebruikelijk voeder voor een bepaald dier, kort voor consumptie.In a specific embodiment, the food is a pet food, preferably selected from the group of dog feed, cat feed, rodent feed, bird feed, and horse feed. Alternatively, the food ingredient may be packaged as such. In particular, it can then be used to add to a conventional feed for a specific animal, shortly before consumption.

In een andere specifieke uitvoeringsvorm is het voedingsmiddel een voedingsmiddel voor humane consumptie in het bijzonder gekozen uit de groep van graanproducten, bij voorkeur brood, ontbijtgranen, repen (zoals mueslirepen).In another specific embodiment, the food is a food for human consumption, in particular selected from the group of cereal products, preferably bread, breakfast cereals, bars (such as muesli bars).

Een voedingsmiddel volgens de uitvinding bevat bij voorkeur tenminste 0,01 gew. %, bij grote voorkeur 0,05-0,5 gew.% melkzuur, op basis van het totaalgewicht.A food according to the invention preferably contains at least 0.01 wt. %, more preferably 0.05-0.5% by weight of lactic acid, based on the total weight.

Een voedingsmiddel volgens de uitvinding bevat bij voorkeur ten minste 0,5 x 105 kiemvormende melkzuurbacterieëenheden per gram voedingsmiddel, bij grote voorkeur 1 x 105 tot 160 x 105 , in het bijzonder van 5 x 105 tot 100 x 105.A food according to the invention preferably contains at least 0.5 x 105 nucleating lactic acid bacterial units per gram of food, more preferably 1 x 105 to 160 x 105, in particular from 5 x 105 to 100 x 105.

Een voedingsmiddel volgens de uitvinding bevat bij voorkeur ten minste 0,5 x 103 kiemvormende gistceleenheden per gram voedingsmiddel, bij voorkeur 1 x 103 tot 160 x 103, in het bijzonder van 5 x 103 tot 100 x 103.A food according to the invention preferably contains at least 0.5 x 103 nucleating yeast cell units per gram of food, preferably 1 x 103 to 160 x 103, in particular from 5 x 103 to 100 x 103.

De uitvinding wordt nu geïllustreerd aan de hand van de volgende voorbeelden.The invention is now illustrated by the following examples.

Voorbeeld 1: bereiding van gefermenteerd voedingsmiddel:Example 1: preparation of fermented food:

In 3 delen water (30 °C) in een kunststof bak werden Lactobaccillus plantarum cellen (ongeveer 1 x 102 kiemvormende cellen/ml), Lactobaccillus casei cellen (ongeveer 10 kiemvormende cellen/ml) en Saccharomyces cerevisiae cellen (ongeveer 10 kiemvormende cellen/ml) gemengd. Aan het mengsel werd 1 deel tarwe kortmeel toegevoegd. De bak werd met een los deksel afgedekt. Na 24 uur was een mengsel verkregen met een pH van kleiner dan 4,00.In 3 parts of water (30 ° C) in a plastic container, Lactobaccillus plantarum cells (approximately 1 x 102 nucleating cells / ml), Lactobaccillus casei cells (approximately 10 nucleating cells / ml) and Saccharomyces cerevisiae cells (approximately 10 nucleating cells / ml) were ) mixed. To the mixture was added 1 part of wheat short flour. The container was covered with a separate lid. After 24 hours a mixture was obtained with a pH of less than 4.00.

Het experiment werd herhaald in een aantal charges. Telkens had het verkregen gefermenteerde voedingsmiddelingrediënt een droge stof gehalte in het bereik van 25-28 gew.% en was goed verpompbaar in een installatie voor industriële vervaardiging van een mengvoeder.The experiment was repeated in a number of batches. Each time, the obtained fermented food ingredient had a dry matter content in the range of 25-28 wt% and was well pumpable in an installation for the industrial manufacture of a compound feed.

Het experiment werd tevens herhaald in een niet-temperatuur geconditioneerde ruimte, waarbij de temperatuur ongeveer 17 °C of ongeveer 19 °C of ongeveer 20 °C bedroeg. Onder die condities bleek het mogelijk binnen 3-7 dagen een gefermenteerd product te verkrijgen met een pH van 3,7-3,99.The experiment was also repeated in a non-temperature conditioned room, the temperature being about 17 ° C or about 19 ° C or about 20 ° C. Under those conditions it was found possible to obtain a fermented product with a pH of 3.7-3.99 within 3-7 days.

Voorbeeld 2: verteerbaarheidsproefExample 2: digestibility test

Met een in vitro experimenteel verteringsmodel werd de eiwitverteerbaarheid en de zetmeelverteerbaarheid vergeleken van gefermenteerd tarwe kortmeel volgens de uitvinding en het corresponderende ongefermenteerde tarwe kortmeel.With an in vitro experimental digestion model, the protein digestibility and the starch digestibility of compared with fermented wheat short meal according to the invention and the corresponding unfermented wheat short meal was compared.

Ter indicatie, CVB Productschap Veevoeder (www.pdv.nl) hanteert de volgende VCRE cijfers als maatstaf voor het kortmeel: herkauwers : VCRE 76%, varkens : VCRE 66% vleeskuikens : VCRE 71 %As an indication, CVB Productschap Veevoeder (www.pdv.nl) uses the following VCRE figures as a benchmark for short-term meal: ruminants: VCRE 76%, pigs: VCRE 66% broilers: VCRE 71%

De uitvinders vonden bij de eiwit-verteringsproef de volgende cijfers (cfr. varkens VCRE):The inventors found the following figures in the protein digestion test (see pigs VCRE):

Voor zuiver tarwekortmeel: VCRE was na 3 uur 64,2 % en na 5 uur 69,2 %For pure wheat flour: VCRE was 64.2% after 3 hours and 69.2% after 5 hours

Voor gefermenteerd kortmeelproduct #1 volgens de uitvinding (pH 3,99, fermentatie bij cal9 °C): VCRE na 3 uur 68 % en VCRE na 5 uur 74,6 %.For fermented short-flour product # 1 according to the invention (pH 3.99, fermentation at cal9 ° C): VCRE after 3 hours 68% and VCRE after 5 hours 74.6%.

Voor gefermenteerd kortmeelproduct #2 volgens de uitvinding (pH 3.94, fermentatie bij ca 17°C): VCRE na 3 uur 64.9 % en VCRE na 5 uur 72,3%For fermented short-flour product # 2 according to the invention (pH 3.94, fermentation at approximately 17 ° C): VCRE after 3 hours 64.9% and VCRE after 5 hours 72.3%

Er was dus een verbetering in eiwitverteerbaarheid aantoonbaar van 6 tot 8 %.Thus, an improvement in protein digestibility of 6 to 8% was demonstrable.

Er werd ook een versnelde zetmeelverteerbaarheid waargenomen. Van het zuivere kortmeel was 100 % van het zetmeel verteerd na 2,2 uur. Van gefermenteerd kortmeelproduct #1 was 100 % van het zetmeel al na 1,9 uur verteerd. Van gefermenteerd kortmeelproduct #2 was 100 % van het zetmeel al na 1,4 uur verteerd.Accelerated starch digestibility was also observed. Of the pure short flour, 100% of the starch was digested after 2.2 hours. Of fermented short-flour product # 1, 100% of the starch was digested after 1.9 hours. Of fermented short-meal product # 2, 100% of the starch was digested after 1.4 hours.

Voorbeeld 3: bereiding van mengvoeder:Example 3: preparation of compound feed:

Diverse mengvoeders werden bereid voor respectievelijk: babybiggen, vleesvarkens, zeugen, braadkippen en leghennen. Voor de bereiding werd 2 gew. % gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt (25-28 % droge stof), zoals verkregen middels een werkwijze beschreven in Voorbeeld 1 gemengd met andere -gebruikelijke - mengvoederingrediënten voor de respectievelijke doelgroepen.Various compound feeds were prepared for: baby piglets, meat pigs, sows, broiler chickens and laying hens. 2 wt. % fermented food ingredient (25-28% dry matter), as obtained by a method described in Example 1 mixed with other - usual - compound feed ingredients for the respective target groups.

Het verkregen mengsel werd hetzij toegepast als meelvoeder hetzij verwerkt tot mengvoederkorrels, door het verkregen mengsel achtereenvolgens onderworpen aan een expansiestap en een persstap, waarbij de mengvoederkorrels werden verkregen.The resulting mixture was either used as flour feed or processed into compound feed pellets, through the resulting mixture successively subjected to an expansion step and a pressing step to obtain the compound feed pellets.

Voorbeeld 4: babvbiggenvoedertiesExample 4: babvbiggenvoederties

Babybiggenvoeders zijn meestal zeer dure voeders door de specifieke eisen voor eiwit - en zetmeelverteerbaarheid.Baby pig feed is usually very expensive feed due to the specific requirements for protein and starch digestibility.

Bovendien is de kweek van babybiggen een zeer gevoehge fase, zeker vanaf geboorte tot einde batterijperiode. Vele bedrijven kunnen deze fase vaak niet zonder extra antimicrobiële middelen overbruggen.Moreover, the breeding of baby piglets is a very sensitive phase, certainly from birth to the end of the battery period. Many companies often cannot bridge this phase without additional antimicrobial agents.

Proefbeschrijving:Test description:

Door inmenging van slechts 2 gew% van het gefermenteerd tarwebijproduct (meel) waren de uitvinders in staat om de duurdere commerciële voedertjes weg te laten en biggen vanaf de geboorte tot einde batterijperiode met een minimum aan medicatie te kunnen groot brengen op slechts één babybiggenvoeder.By mixing only 2% by weight of the fermented wheat by-product (flour), the inventors were able to omit the more expensive commercial feeds and to be able to raise piglets from only one baby pig feeder from birth to the end of the battery period with a minimum of medication.

Technische resultaten zijn onverbloemd zeer positief.Technical results are very positive.

In vergelijking met een standaard voeder waren biggen in staat om in 8 weken tijd +/- 4 tot 5 kg meer vlees aan te zetten. Sterftecijfers waren zeer laag en bovendien was de uniformiteit van de biggen enorm verhoogd.In comparison with a standard feed, piglets were able to turn on +/- 4 to 5 kg more meat in 8 weeks. Mortality rates were very low and the uniformity of the piglets was also greatly increased.

Het grootste verschil werd gezien in opname van het voeder. Meestal is de opname limiterend bij deze dieren wegens een nog onvoldoende ontwikkeld enzymsysteem. Middels de uitvinding bleek het mogelijk alle dieren meer te laten eten van een voeder met een lagere energie- en eiwitdensiteit, met een betere mestscore, en met minder darmstoornissen. Opmerkelijk was bovendien dat er minder voeder per big nodig was om tot een big te komen met een voldoende aflever ge wicht.The biggest difference was seen in the intake of the feed. Usually the uptake in these animals is limited due to an insufficiently developed enzyme system. The invention has shown that it is possible for all animals to eat more from a feed with a lower energy and protein density, with a better manure score, and with fewer intestinal disorders. It was also remarkable that less feed was required per piglet to arrive at a piglet with a sufficient delivery weight.

De proefformule Baby V 229 2 bevatte 2 % gefermenteerd kortmeel.The Baby V 229 2 test formula contained 2% fermented short flour.

De groei per dag was 386 gram t.o.v. 326 gram/dag zonder product, of een verbetering met 18 %. Het voederverbruik eindigde op 1,507 t.o.v. 1,798, ofwel 16,2 % verbetering in efficiëntie. Het uitvalpercentage daalde naar 0,84 % t.o.v. 2,67 % in de referentiegroep, ofwel een afname van 68,5 %.The daily growth was 386 g compared to 326 g / day without product, or an improvement of 18%. The feed consumption ended up at 1.507 compared to 1.798, or a 16.2% improvement in efficiency. The dropout percentage fell to 0.84% compared to 2.67% in the reference group, or a decrease of 68.5%.

Voorbeeld 5: vleesvarkensvoedersExample 5: meat pig feeds

Proefbeschrijving: 2% van het gefermenteerde tarwebijproduct volgens Voorbeeld 3 werd ingemengd in varkensvoeders (korrel) die verstrekt werden aan dieren vanaf een gewicht van +/- 30 kg tot en met het slachtgewicht.Test description: 2% of the fermented wheat by-product according to Example 3 was mixed into pig feeds (pellets) that were supplied to animals from a weight of +/- 30 kg up to and including the slaughter weight.

Door deze incorporatie van slechts 2% was het mogelijk om lagere densiteitvoeders (zowel qua eiwit als qua energie) te kunnen samenstellen die een positief effect hadden op de groei en voederconversie. Ten opzichte van een referentiegroep die gevoed werd met het voeder dat afgezien van het 2 % bij gemengde gefermenteerde tarwebijproduct werd een rendementsverbetering (berekend op het benodigde voer) van 5,7 % gevonden. Bovendien werd gevonden dat het voedingsmiddel volgens de uitvinding in tegenstelhng tot in de literatuur beschreven effecten van totaal gefermenteerde brijvoeders geen negatief effect hadden op de karkaskwaliteit. Ter illustratie, als maat voor de karkaskwaliteit kan de marktwaarde worden vastgesteld en vergeleken met de marktwaarde voor met conventioneel voer gevoederde varkens. De marktwaarde van de karkassen van varkens gevoederd middels de uitvinding werd ongeveer 4 eurocent per kg hoger bevonden dan van een normaal varken, ongeveer 17 eurocent hoger dan Danis en ongeveer 21 cent hoger dan Westvlees; Danis en Westvlees zijn basisprijzen voor varkens in Vlaanderen. Dit betekent dat de karkassen tot de betere klassen behoorden (in het algemeen is de marktwaarde voor top-varkens maximaal 23 cent boven de Westvlees basisprijs).This incorporation of only 2% made it possible to compile lower density feeds (in terms of both protein and energy) that had a positive effect on growth and feed conversion. Compared to a reference group that was fed with feed other than 2% with mixed fermented wheat by-product, an efficiency improvement (calculated on the required feed) of 5.7% was found. Moreover, it was found that the food according to the invention, contrary to the effects described in the literature, of totally fermented feedstuffs did not have a negative effect on carcass quality. By way of illustration, as a measure of carcass quality, the market value can be determined and compared with the market value for pigs fed with conventional feed. The market value of the carcasses of pigs fed by the invention was found to be about 4 eurocents per kg higher than that of a normal pig, about 17 eurocents higher than Danis and about 21 cents higher than Westvlees; Danis and Westvlees are basic prices for pigs in Flanders. This means that the carcasses belonged to the better classes (in general, the market value for top pigs is a maximum of 23 cents above the Westvlees basic price).

Voorbeeld 6: zeugenvoedersExample 6: sow feed

Bij zeugen zijn op vandaag drie problemen limiterend voor een rendabele productie.In the case of sows, three problems are currently limiting for profitable production.

In de vroege dracht is de hoeveelheid methyldonoren limiterend om een goeie placenta- en foetus ontwikkeling te bekomen met als gevolg dat door dit tekort vaak niet uniforme geboortegewichten worden bekomen.In the early gestation period, the amount of methyl donors is limiting to achieve good placental and fetus development, with the result that this deficiency often results in non-uniform birth weights.

In de late dracht is de hoeveelheid energie en aminozuren limiterend om voldoende vitale en levensvatbare biggen te produceren.In the late gestation period, the amount of energy and amino acids is limited to produce sufficient vital and viable piglets.

In lactatie en rond het werpen is de hoeveelheid biest limiterend voor het aantal geboren biggen met als resultaat een verhoogd aandeel pasgeboren biggen die lijden aan moeilijk behandelbare diarree.In lactation and in shedding, the amount of colostrum is limited to the number of piglets born, resulting in an increased proportion of newborn piglets suffering from difficult-to-treat diarrhea.

Alle drie de symptomen kunnen een gevolg zijn van een limiterende opname door de zeugen en een onstabiele flora.All three symptoms can be the result of a limiting intake by the sows and an unstable flora.

Proefbeschrijving:Test description:

Door toevoeging van 2 % van gefermenteerde tarwebijproduct in zeugenvoeder werd op alle 3 de symptomen een positief merkbaar effect gezien, zowel bij zeugen gevoederd met korrel volgens de uitvinding als bij zeugen gevoederd met meel volgens de uitvinding. Het aantal levend geboren biggen nam toe, de sterfte bij geboorte daalde aanzienlijk en de melkproductie nam gevoelig toe.By adding 2% of fermented wheat by-product in sow feed, a positive noticeable effect was seen on all 3 symptoms, both in sows fed with grain according to the invention and in sows fed with flour according to the invention. The number of live-born piglets increased, the mortality at birth decreased considerably and the milk production increased significantly.

Net als bij de andere dierproeven kregen we door deze minimale incorporatie de mogebjkheid om de energie- en eiwitdensiteit van het voeder te reduceren wat het rendement ten goede kwam.As with the other animal tests, this minimal incorporation allowed us to reduce the energy and protein density of the feed, which improved the efficiency.

Voorbeeld 7: braadkippenvoederExample 7: broiler chicken feed

Darmgezondheid is uitermate belangrijk bij braadkippen. Immers, van zodra er een ziekte uitbreekt in een braadkippen stal, gaat de verspreiding van deze ziekte vbegensvlug doorheen de volledige stal. Hieraan gekoppeld is een goede strooiselkwaliteit van groot belang om de dieren gedurende hun korte (slechts 6 weken) productieduur gezond te kunnen houden.Gut health is extremely important with broiler chickens. After all, as soon as a disease breaks out in a broiler chicken shed, the spread of this disease goes through the entire shed quickly. Linked to this, good litter quality is of great importance to keep the animals healthy during their short (only 6 weeks) production period.

Bij een ziekte-uitbraak is het voor een bedrijfsdierenarts van cruciaal belang om onmiddellijk curatief te kunnen optreden om de mogelijke economische schade op een bedrijf zo snel mogelijk in te perken.In the event of an outbreak of disease, it is crucial for a company veterinarian to be able to take immediate curative action in order to limit the possible economic damage to a company as quickly as possible.

Proefbeschrijving:Test description:

In een braadkippen stal werd bij 22.680 dieren vanaf de start tot op een leeftijd van 3 weken 2 % gefermenteerd tarwebijproduct ingemengd onder het klassiek aangeboden voeder. Dit betekent dat slechts 37.8 % van het totale voederpakket werd behandeld. Deze dieren vertoonden op het einde van de mestperiode meer gewicht (+ 2,9 %), minder voederverbruik (-3,0 %) en efficiëntere groei (+ 3,3 %). Strooiselkwahteit van deze stal was eveneens positief beïnvloed.In a broiler house, 22,680 animals were mixed with 2% fermented wheat by-product from the start up to the age of 3 weeks into the classically presented feed. This means that only 37.8% of the total feed package was treated. These animals showed more weight (+ 2.9%), less feed consumption (-3.0%) and more efficient growth (+ 3.3%) at the end of the fattening period. Litter quality of this stable was also positively influenced.

In een tweede stal waar ronde na ronde nat strooisel de regel is met alle nadehge gevolgen van dien, werd bij het klassieke voeder voor dieren vanaf de start tot op een leeftijd van 4 weken (53.8 % van het totale voederpakket) 2% gefermenteerd tarwebijproduct ingemengd. Het effect op de strooiselkwahteit was bijzonder positief waardoor de dieren dan ook een gunstig rendement opleverden.In a second stable where round after round wet bedding is the rule with all the consequent consequences, with the classic animal feed from the start up to an age of 4 weeks (53.8% of the total feed package) 2% fermented wheat by-product was mixed in. . The effect on the litter quality was particularly positive, so that the animals yielded a favorable return.

Voorbeeld 8: leghennenvoederExample 8: laying hen feed

Efficiënte ei-productie (voldoende eieren per leghen) aan een gewenst ei-gewicht gepaard gaand met een voldoende hoog maar efficiënte voederopname is de sleutel tot succes in deze dierlijke productietak. De leghennenhouderij heeft het sinds jaren knap lastig om efficiënt te kunnen blijven presteren, zeker als tevens aan alle welzijnregels moet worden voldaan.Efficient egg production (sufficient eggs per laying hen) at a desired egg weight coupled with a sufficiently high but efficient feed intake is the key to success in this animal production branch. Laying hens have been struggling for years to be able to continue to perform efficiently, especially if all welfare rules must also be met.

Proefbeschrijving:Test description:

In een leghennenstal werd het klassieke voeder gedurende 2 weken gesupplementeerd met 2 % gefermenteerd tarwebijproduct. De voederopname daalde met 4,2 % maar het ei-gewicht steeg licht( 0,5 %) en het voederverbruik verbeterde met 3,4 %, waaruit blijkt dat de dieren efficiënter met hun voedingsnutriënten hebben omgesprongen.In a laying hen house the traditional feed was supplemented for 2 weeks with 2% fermented wheat by-product. Feed intake decreased by 4.2% but the egg weight increased slightly (0.5%) and the feed consumption improved by 3.4%, showing that the animals have used their dietary nutrients more efficiently.

Claims (43)

1. Werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddelingrediënt, omvattende: het verschaffen van een mengsel van een zetmeel-, eiwit-, en voedingsvezelhoudende voedingsmiddelgrondstof, water, een gist, een melkzuurproducerende bacterie en optioneel een of meer andere ingrediënten; en het mengsel onderwerpen aan een fermentatiestap, onder vorming van melkzuur waarbij, eventueel na drogen, een verpompbaar voedingsmiddelingrediënt wordt verkregen met een droge stof gehalte van ongeveer 20 gew. % tot ongeveer 35 gew. %, en een viscositeit, zoals gemeten met rotatie-viscosimeter bij een temperatuur van 25 °C van 15000 tot 50000 mPa.s.A method for preparing a food ingredient, comprising: providing a mixture of a starch, protein, and dietary fiber-containing food raw material, water, a yeast, a lactic acid-producing bacterium, and optionally one or more other ingredients; and subjecting the mixture to a fermentation step, with the formation of lactic acid whereby, optionally after drying, a pumpable food ingredient is obtained with a dry matter content of approximately 20 wt. % to about 35 wt. %, and a viscosity as measured with a rotation viscosimeter at a temperature of 25 ° C from 15,000 to 50,000 mPa.s. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij, eventueel na drogen, een verpompbaar voedingsmiddelingrediënt wordt verkregen met een droge stof gehalte van ongeveer 22 gew.% tot ongeveer 30 gew. %, bij grote voorkeur ongeveer 25 gew.% tot ongeveer 28 gew. %.A method according to claim 1, wherein, optionally after drying, a pumpable food ingredient is obtained with a dry matter content of about 22% to about 30% by weight. %, more preferably about 25% to about 28% by weight. %. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het mengsel dat aan fermentatie wordt onderworpen voedingsmiddelgrondstof en water bevat in een gewichtsratio van voedingsmiddelgrondstof: water in het bereik van 1:1 tot 1:5, bij voorkeur van 1:2 tot 1:4, in het bijzonder van ongeveer 1:3.Method according to claim 1 or 2, wherein the mixture subjected to fermentation contains food raw material and water in a weight ratio of food raw material: water in the range of 1: 1 to 1: 5, preferably from 1: 2 to 1: 4 , in particular of about 1: 3. 4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voedingsmiddelgrondstofgehalte in het mengsel 20-50 gew. % bedraagt, bij voorkeur 22-35 gew. %, in het bijzonder 25-30 gew. %A method according to any one of the preceding claims, wherein the food raw material content in the mixture is 20-50 wt. %, preferably 22-35 wt. %, in particular 25-30 wt. % 5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voedingsmiddelgrondstof een gliadine- of gluteninehoudend graan of graan-bijproduct omvat.A method according to any one of the preceding claims, wherein the food raw material comprises a gliadin or glutenin-containing grain or grain by-product. 6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het graan respectievelijk graan-bijproduct wordt gekozen uit de groep van tarwe, rogge, gerst, spelt, teff, rijst, maïs, tarwe-bijproduct, rogge-bijproduct, gerst-bijproduct, spelt-bijproduct, teff-bijproduct, rijst-bijproduct en maïs-bijproduct.The method according to claim 5, wherein the grain or grain by-product is selected from the group of wheat, rye, barley, spelled, teff, rice, maize, wheat by-product, rye by-product, barley by-product, spelled by-product, teff by-product, rice by-product and maize by-product. 7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, waarbij de voedingsmiddelgrondstof een kortmeel omvat, bij voorkeur tarwe kortmeelMethod according to claim 5 or 6, wherein the foodstuff raw material comprises a short flour, preferably wheat short flour 8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het mengsel een melkzuurproducerende bacterie bevat gekozen uit de groep van Lactobaccilli, in het bijzonder uit de groep van L. acetotolerans, L. acidifarinae, L. acidipiscis, L. acidophilus, L. agilis, L. algidus, L. alimentarius, L. amylolyticus, L. amylophilus, L. amylotrophicus, L. amylovorus, L. animalis, L. antri, L. apodemi, L. aviarius, L. bifermentans, L. brevis, L. buchneri, L. camelliae, L. casei, L. catenaformis, L. ceti, L. coleohominis, L. collinoides, L. composti, L. concavus, L. coryniformis, L. crispatus, L. crustorum, L. curvatus, L. delbrueckii, L. delbrueckii subsp. bulgaricus, L. delbrueckii subsp. lactis, L. diolivorans, L. equi, L. equigenerosi, L. farraginis, L. farciminis, L. fermentum, L. fornicalis, L. fructivorans, L. frumenti, L. fuchuensis, L. gallinarum, L. gasseri, L. gastricus, L. ghanensis, L. graminis, L. hammesii, L. hamsteri, L. harbinensis, L. hayakitensis, L. helveticus, L. hilgardii, L. homohiochii, L. iners, L. ingluviei, L. intestinalis, L. jensenii, L. johnsonii, L. kalixensis, L. kefiranofaciens, L. kefiri, L. kimchii, L. kitasatonis, L. kunkeei, L. leichmannii, L. lindneri, L. malefermentans, L. mali,L. manihotivorans, L. mindensis, L. mucosae, L. murinus, L. nagelii, L. namurensis, L. nantensis, L. oligofermentans, L. oris, L. panis, L. pantheris, L. parabrevis, L. parabuchneri, L. paracollinoides, L. parafarraginis, L. parakefiri, L. par alimentarius, L. paraplantarum, L. pentosus, L. perolens, L. plantarum, L. pontis,L. psittaci, L. rennini, L. reuteri, L. rhamnosus, L. rimae, L. rogosae, L. rossiae, L. ruminis, L. saerimneri, L. sakei, L. salivarius, L. sanfranciscensis, L. satsumensis, L. secaliphilus, L. sharpeae, L. siliginis, L. spicheri, L. suebicus, L. thailandensis, L. ultunensis, L. vaccinostercus, L. vaginalis, L. versmoldensis, L. vini, L. vitulinus, L. zeae en L. zymae.A method according to any one of the preceding claims, wherein the mixture comprises a lactic acid-producing bacterium selected from the group of Lactobaccilli, in particular from the group of L. acetotolerans, L. acidifarinae, L. acidipiscis, L. acidophilus, L. agilis L. algidus, L. alimentarius, L. amylolyticus, L. amylophilus, L. amylotrophicus, L. amylovorus, L. animalis, L. antri, L. apodemi, L. aviarius, L. bifermentans, L. brevis, L buchneri, L. camelliae, L. casei, L. catenaformis, L. ceti, L. coleohominis, L. collinoides, L. composti, L. concavus, L. coryniformis, L. crispatus, L. crustorum, L. curvatus , L. delbrueckii, L. delbrueckii subsp. bulgaricus, L. delbrueckii subsp. lactis, L. diolivorans, L. equi, L. equigenerosi, L. farraginis, L. farciminis, L. fermentum, L. fornicalis, L. fructivorans, L. frumenti, L. fuchuensis, L. gallinarum, L. gasseri, L. gastricus, L. ghanensis, L. graminis, L. hammesii, L. hamsteri, L. harbinensis, L. hayakitensis, L. helveticus, L. hilgardii, L. homohiochii, L. iners, L. ingluviei, L. intestinalis, L. jensenii, L. johnsonii, L. kalixensis, L. kefiranofaciens, L. kefiri, L. kimchii, L. kitasatonis, L. kunkeei, L. leichmannii, L. lindneri, L. malefermentans, L. mali, L. manihotivorans, L. mindensis, L. mucosae, L. murinus, L. nagii, L. namurensis, L. nantensis, L. oligofermentans, L. oris, L. panis, L. pantheris, L. parabrevis, L. parabuchneri, L. paracollinoides, L. parafarraginis, L. parakefiri, L. par alimentarius, L. paraplantarum, L. pentosus, L. perolens, L. plantarum, L. pontis, L. psittaci, L. rennini, L. reuteri, L. rhamnosus, L. rimae, L. rogosae, L. rossiae, L. ruminis, L. saerimneri, L. sakei, L. salivarius, L. sanfranciscensis, L. satsumensis, L. secaliphilus, L. sharpeae, L. siliginis, L. spicheri, L. suebicus, L. thailandensis, L. ultunensis, L. vaccine ostercus, L. vaginalis, L. versmoldensis, L. vini, L. vitulinus, L. zeae and L. zymae. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij het mengsel een Lactobacillus bevat gekozen uit de groep bestaande uit L. casei en L. plantarum.The method of claim 8, wherein the mixture contains a Lactobacillus selected from the group consisting of L. casei and L. plantarum. 10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gehalte aan melkzuurproducerende bacteriecellen in het mengsel, althans op enig moment tijdens de fermentatie, bij voorkeur althans aan het eind van de fermentatie, ten minste 0,5 x 108 kiemvormende eenheden per ml mengsel bedraagt.A method according to any one of the preceding claims, wherein the content of lactic acid-producing bacterial cells in the mixture, at least at some point during the fermentation, preferably at least at the end of the fermentation, at least 0.5 x 108 nucleating units per ml of mixture amounts. 11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het mengsel een gist bevat gekozen uit de groep van Saccharomycetaceae; Kluyveromyces; Pichia, Zygosaccharomyces, en Brettanomyces.The method of any one of the preceding claims, wherein the mixture contains a yeast selected from the group of Saccharomycetaceae; Kluyveromyces; Pichia, Zygosaccharomyces, and Brettanomyces. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het mengsel een Saccharomycetacea bevat, bijvoorkeur een Saccharomyces, in het bijzonder een Saccharomyces gekozen uit de groep bestaande uit S. bayanus, S. boularidii en S. cerevisiae.The method of claim 11, wherein the mixture contains a Saccharomycetacea, preferably a Saccharomyces, in particular a Saccharomyces selected from the group consisting of S. bayanus, S. boularidii and S. cerevisiae. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij het mengsel een Saccharomyces cerevisiae bevat.The method of claim 12, wherein the mixture contains a Saccharomyces cerevisiae. 14. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het gehalte aan gistcellen in het mengsel, althans op enig moment tijdens de fermentatie, bij voorkeur althans aan het eind van de fermentatie, ten minste 0,5 x 106 kiemvormende eenheden per ml mengsel bedraagt.A method according to any one of the preceding claims, wherein the content of yeast cells in the mixture, at least at some point during the fermentation, preferably at least at the end of the fermentation, is at least 0.5 x 106 nucleating units per ml of mixture . 15. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de fermentatie wordt voortgezet tot de pH, zoals met een pH electrode gemeten in het mengsel, minder dan 4,00 bedraagt, in het bijzonder 3,5-3,95, bij voorkeur 3,7-3,95.A method according to any one of the preceding claims, wherein the fermentation is continued until the pH, such as with a pH electrode measured in the mixture, is less than 4.00, in particular 3.5-3.95, preferably 3 , 7-3.95. 16. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies waarbij de fermentatie wordt uitgevoerd bij een temperatuur van 10-40 °C, in het bijzonder van 25-35 °C.A method according to any one of the preceding claims, wherein the fermentation is carried out at a temperature of 10-40 ° C, in particular of 25-35 ° C. 17. Gefermenteerd voedingsmiddelingrediënt verkrijgbaar middels een werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, welk voedingsmiddelingrediënt een verpompbaar voedingsmiddelingrediënt is met een droge stof gehalte van ongeveer 20 gew. % tot ongeveer 35 gew. %, en een viscositeit, zoals gemeten met rotatie-viscosimeter bij een temperatuur van 25 °C van 15000 tot 50000 mPa.s.A fermented food ingredient obtainable by a method according to any one of the preceding claims, which food ingredient is a pumpable food ingredient with a dry matter content of about 20 wt. % to about 35 wt. %, and a viscosity as measured with a rotation viscosimeter at a temperature of 25 ° C from 15,000 to 50,000 mPa.s. 18. Voedingsmiddelingrediënt volgens conclusie 17, omvattende: een eiwitgehalte van 10-30 gew. % bij voorkeur 12-25 gew. %, op basis van droge stof; een vetgehalte van 1-11 gew. %, bij voorkeur 3-8 gew. % , op basis van droge stof; een verteerbaar koolhydraatgehalte van 14-44 gew. %, bij voorkeur-18-33 gew. %, op basis van droge stof; een totale minerale stofgehalte (anorganische bestanddelen) van 1-11 gew. %, bij voorkeur 3-8 gew %, op basis van droge stof; een gehalte aan ruw celmateriaal (vezel) van 6-24 gew. %, bij voorkeur 8-18 gew.%; op basis van droge stof en verder ten minste 1 gew. %, betrokken op het voedingsmiddelingrediënt, melkzuur, bij voorkeur 2-10 gew. % melkzuur; kiemvormende melkzuurbacteriën; en kiemvormende gistcellen.A food ingredient according to claim 17, comprising: a protein content of 10-30 wt. % preferably 12-25 wt. %, based on dry matter; a fat content of 1-11 wt. %, preferably 3-8 wt. %, based on dry matter; a digestible carbohydrate content of 14-44 wt. %, preferably 18-33 wt. %, based on dry matter; a total mineral content (inorganic constituents) of 1-11 wt. %, preferably 3-8% by weight, based on dry matter; a crude cell material content (fiber) of 6-24 wt. %, preferably 8-18% by weight; based on dry matter and further at least 1 wt. %, based on the food ingredient, lactic acid, preferably 2-10 wt. % lactic acid; nucleating lactic acid bacteria; and nucleating yeast cells. 19. Voedingsmiddelingrediënt volgens conclusie 18, waarin de koolhydraten een of meer suikers en zetmeel omvatten in een gewichtsverhouding suiker tot zetmeel van maximaal 0,25:1, in het bijzonder van 0,05:1 tot 0.20:1.The food ingredient according to claim 18, wherein the carbohydrates comprise one or more sugars and starch in a weight to sugar starch ratio of 0.25: 1, in particular from 0.05: 1 to 0.20: 1. 20. Voedingsmiddelingrediënt volgens conclusie 17, 18 of 19, met een viscositeit, zoals gemeten met rotatie-viscosimeter bij een temperatuur van 25 °C van 15000 tot 50000 mPa.s, in het bijzonder van 25000 tot 35000 mPa.s.A food ingredient according to claim 17, 18 or 19, with a viscosity as measured with a rotation viscosimeter at a temperature of 25 ° C from 15,000 to 50,000 mPa.s, in particular from 25,000 to 35,000 mPa.s. 21. Voedingsmiddelingrediënt volgens conclusie 16, 17 of 18, waarbij het voedingsmiddelingrediënt korrelvormig, poedervormig of pelletvormig is.The food ingredient according to claim 16, 17 or 18, wherein the food ingredient is granular, powdered or pellet-shaped. 22. Werkwijze voor het bereiden van een voedingsmiddel, omvattende het bereiden van een voedingsmiddelingrediënt middels een werkwijze volgens een van de conclusies 1-16 en het toevoegen van het bereide voedingsmiddelingrediënt aan een voedingsmiddel of het mengen van het bereide voedingsmiddelingrediënt met andere voedingsmiddelingrediënten onder verkrijging van het voedingsmiddel.A method for preparing a foodstuff, comprising preparing a food ingredient by a method according to any of claims 1-16 and adding the prepared food ingredient to a food or mixing the prepared food ingredient with other food ingredients to obtain the food. 23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij het voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 16-21, wordt toegevoegd of gemengd in een gehalte van 0,1-5 gew. %,in het bijzonder 0,5-4 gew.% voedingsmiddelingrediënt betrokken op het totaalgewicht van het voedingsmiddel.The method of claim 22, wherein the food ingredient according to any of claims 16 to 21 is added or mixed at a level of 0.1-5 wt. %, in particular 0.5-4% by weight of a food ingredient based on the total weight of the food. 24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, waarbij het voedingsmiddel een landbouwhuisdiervoeder is, bij voorkeur gekozen uit de groep van varkensvoeders; ruminantia-voeders, in het bijzonder rundveevoeder; paardenvoeders en pluimveevoeders.A method according to claim 22 or 23, wherein the foodstuff is an agricultural pet feed, preferably selected from the group of pig feeds; ruminantia feed, in particular cattle feed; horse feed and poultry feed. 25. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, waarbij het voedingsmiddel een gezelschapsdiervoeder is, bij voorkeur gekozen uit de groep van hondenvoeders, kattenvoeders, knaagdiervoeders, vogelvoeders en paardenvoeders.A method according to claim 18 or 19, wherein the foodstuff is a pet food, preferably selected from the group of dog feed, cat feed, rodent feed, bird feed and horse feed. 26. Werkwijze volgens conclusie 18 of 19, waarbij het voedingsmiddel een voedingsmiddel voor humane consumptie is, in het bijzonder gekozen uit de groep van graanproducten, bij voorkeur uit de groep van brood, ontbijtgranen, graanhoudende repen (zoals mueslirepen).Method according to claim 18 or 19, wherein the foodstuff is a foodstuff for human consumption, in particular selected from the group of cereal products, preferably from the group of bread, breakfast cereals, cereal bars (such as muesli bars). 27. Werkwijze volgens een van de conclusies 22-26 waarbij het voedingsmiddel een poeder, granulaat of pelletvormig product is.A method according to any of claims 22-26 wherein the foodstuff is a powder, granulate or pellet product. 28. Voedingsmiddel verkrijgbaar middels een werkwijze volgens een van de conclusies 22-27, omvattende melkzuur, kiemvormende melkzuurbacteriën en kiemvormende gistcellen.A foodstuff obtainable by a method according to any of claims 22-27, comprising lactic acid, germ-forming lactic acid bacteria and germ-forming yeast cells. 29. Voedingsmiddel volgens conclusie 28, omvattende een eiwit, een vet, een koolhydraat, een vezel, melkzuur, kiemvormende melkzuurbacteriën; en kiemvormende gistcellen.The foodstuff according to claim 28, comprising a protein, a fat, a carbohydrate, a fiber, lactic acid, germ-forming lactic acid bacteria; and nucleating yeast cells. 30. Voedingsmiddel volgens conclusie 29, omvattende ten minste 0,01 gew. % melkzuur, bij voorkeur 0,05-0,5 gew.% melkzuur ten minste 0,5 x 105 kiemvormende melkzuurbacterieëenheden per gram voedingsmiddel ten minste 0,5 x 103 kiemvormende gistceleenheden per gram voedingsmiddel.The foodstuff according to claim 29, comprising at least 0.01 wt. % lactic acid, preferably 0.05-0.5% by weight lactic acid at least 0.5 x 105 germ-forming lactic acid bacterial units per gram of food product at least 0.5 x 103 germ-forming yeast cell units per gram of food product. 31. Voedingsmiddel volgens conclusie 29 of 30, waarin het voedingsmiddel varkensmengvoeder is.The foodstuff according to claim 29 or 30, wherein the foodstuff is pig mix feed. 32. Voedingsmiddel volgens conclusie 29 of 30, waarin het voedingsmiddel een mengvoeder voor een dier uit de onderorde Ruminantia is, bij voorkeur rundveemengvoeder.A foodstuff according to claim 29 or 30, wherein the foodstuff is a compound feed for an animal from the suborder Ruminantia, preferably cattle compound feed. 33. Voedingsmiddel volgens conclusie 29 of 30, waarin het voedingsmiddel pluimveemengvoeder, bij voorkeur kippenmengvoeder, is.A foodstuff according to claim 29 or 30, wherein the foodstuff is poultry mixed feed, preferably chicken mixed feed. 34. Toepassing van een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33 in de veeteelt of voor toediening aan een gezelschapshuisdier voor het verhogen van de reproductiecapaciteit, voor het verhogen van de groeisnelheid, voor het verhogen van de vleesproductiesnelheid, voor het verlagen van de mortaliteit, voor het verhogen van de geboortegewichtuniformiteit, voor het verhogen van de melkproductie (in geval van toepassing bij een zoogdier), of voor het verhogen van de ei-productie (in geval van toepassing bij pluimvee).Use of a food ingredient according to any of claims 17-21 or a food according to any of claims 28-33 in animal husbandry or for administration to a pet animal for increasing the reproduction capacity, for increasing the growth rate, for to increase the meat production rate, to lower the mortality rate, to increase the birth weight uniformity, to increase the milk production (in case of application in a mammal), or to increase the egg production (in case of application in case of poultry). 35. Toepassing van een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33 in de veeteelt of voor toediening aan een gezelschapshuisdier voor het verlagen van mestproductie, het verminderen van de broeikasgasuitstoot (in het bijzonder van koolstofdioxide en/of methaan) of het verminderen van de stikstofemissie.Use of a food ingredient according to any of claims 17-21 or a food according to any of claims 28-33 in animal husbandry or for administration to a pet animal for reducing manure production, reducing greenhouse gas emissions (in particular of carbon dioxide and / or methane) or reducing nitrogen emissions. 36. Toepassing van een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33 in de veeteelt of voor toediening aan een gezelschapshuisdier voor het verminderen van het gebruik van medicamenten, zoals antibiotica.Use of a food ingredient according to any of claims 17 to 21 or a food according to any of claims 28 to 33 in animal husbandry or for administration to a pet animal for reducing the use of medications such as antibiotics. 37. Voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33 voor toepassing in een profylactische of therapeutische medische behandeling van een dier of een mens.A food ingredient according to any of claims 17-21 or a foodstuff according to any of claims 28-33 for use in a prophylactic or therapeutic medical treatment of an animal or a human. 38. Voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel voor toepassing volgens conclusie 37 waarbij de medische behandeling een behandeling van een stoornis in het maag-darmkanaal is, bijvoorbeeld Coeliakie of bacteriële overgroei in de dunne darmen (SIBO), of waarbij het voedingsmiddel ingrediënt of voedingsmiddel bestemd is voor het verhogen van de darmgezondheid.The food ingredient or foodstuff for use according to claim 37, wherein the medical treatment is a treatment of a gastrointestinal tract disorder, for example celiac disease or bacterial overgrowth in the small intestines (SIBO), or wherein the foodstuff ingredient or foodstuff is intended for the increase intestinal health. 39. Voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel voor toepassing volgens conclusie 37 of 38, waarbij het voedingsmiddelingrediënt of voedingsmiddel bestemd is voor het verbeteren van de werking van het immuunsysteem.A food ingredient or foodstuff for use according to claim 37 or 38, wherein the foodstuff ingredient or foodstuff is intended to improve the functioning of the immune system. 40. Toepassing van een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33 als een toedieningsvorm voor een probioticum.Use of a food ingredient according to any of claims 17 to 21 or a food according to any of claims 28 to 33 as a dosage form for a probiotic. 41. Werkwijze voor het produceren van vlees, waarbij een landbouwhuisdier wordt gevoederd met een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33, en het dier (na voldoende groei) wordt geslacht, onder verkrijging van het vlees.A method for producing meat, wherein a farm animal is fed with a food ingredient according to any of claims 17 to 21 or a food according to any of claims 28 to 33, and the animal is slaughtered (after sufficient growth) to obtain of the meat. 42. Werkwijze voor het produceren van melk waarbij een vrouwelijk landbouwhuisdier wordt gevoederd met een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33, en het dier op enig moment na het voederen wordt gemolken.A method of producing milk wherein a female farm animal is fed with a food ingredient according to any of claims 17 to 21 or a food according to any of claims 28 to 33, and the animal is milked at some point after feeding. 43. Werkwijze voor het produceren van eieren, waarbij vrouwelijk pluimvee wordt gevoederd met een voedingsmiddelingrediënt volgens een van de conclusies 17-21 of een voedingsmiddel volgens een van de conclusies 28-33, men het pluimvee een of meer eieren laat leggen, welk ei of welke eieren vervolgens worden weggenomen van het pluimvee.A method for producing eggs, wherein female poultry is fed with a food ingredient according to any of claims 17-21 or a food according to any of claims 28-33, allowing the poultry to lay one or more eggs, which egg or which eggs are subsequently removed from the poultry.
NL2014499A 2015-03-20 2015-03-20 Fermented food ingredient NL2014499B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014499A NL2014499B1 (en) 2015-03-20 2015-03-20 Fermented food ingredient

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014499A NL2014499B1 (en) 2015-03-20 2015-03-20 Fermented food ingredient

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014499A NL2014499A (en) 2016-10-10
NL2014499B1 true NL2014499B1 (en) 2017-01-26

Family

ID=57737094

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014499A NL2014499B1 (en) 2015-03-20 2015-03-20 Fermented food ingredient

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2014499B1 (en)

Also Published As

Publication number Publication date
NL2014499A (en) 2016-10-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Khan et al. Invited review: Transitioning from milk to solid feed in dairy heifers
CN105475624B (en) Microbial fermentation feed and production method and application thereof
EP3069616B1 (en) Fermented food ingredient
UA125639C2 (en) Feed additive composition
CN110250354A (en) A kind of staple food for pets and its preparation method and application
KR102255611B1 (en) Method for preparing fermented total mixed ration using microbial strain complex
WO2018049657A1 (en) Healthy nutritious feed for animals
CN105614020B (en) A kind of livestock and poultry Alfalfa microbial forage additive and preparation method thereof
KR101357338B1 (en) A deer feed composition improving the quality of meat and antlers through the high content of sulfur, saponins and unsaturated fatty acid obtained from that deer fed that feed
CN107028021A (en) It is a kind of effective to solve chicken feed mixed feed just and preparation method in meat
CN107889954A (en) A kind of pineapple peel viable bacteria feedstuff for live pigs and its preparation and feeding method
CN108575885B (en) Breeding method of black pigs
CN102630844A (en) Preparation method of biological feed for ruminants
CN110200127A (en) A kind of function nutrition packet and the preparation method and application thereof promoting sow in lactation fecund milk
Negrão et al. Fractionation of carbohydrates and protein and rumen degradation kinetic parameters of Brachiaria grass silage enriched with rice bran
CN106387419A (en) Feed for sows in pre-breeding period and feed for sows in post-breeding period
CN103749960A (en) High-activity antibiotics-free fermented feed and production process thereof
Pluske et al. Feeding different types of cooked white rice to piglets after weaning influences starch digestion, digesta and fermentation characteristics and the faecal shedding of β-haemolytic Escherichia coli
Getabalew et al. The application of biotechnology on livestock feed improvement
NL2014499B1 (en) Fermented food ingredient
BE1022589B1 (en) Fermented food ingredient
KR20200098251A (en) Feed compositions with enhanced high-functional fatty acids, and methods for their preparation
CN109452479A (en) A kind of method that high-moisture corn fermentation generates people's pannage
CN114831211A (en) Leaven for soybean meal feed
CN107836569A (en) Fiber composition, the preparation method of fiber composition and breeding feed