NL2014408B1

NL2014408B1 - Afscheider voor het afscheiden van olie en/of benzine uit verontreinigd water.

Info

Publication number: NL2014408B1
Application number: NL2014408A
Authority: NL
Inventors: Antonius Wouter Belgers Johannes
Original assignee: Pj&Bs Holding B V
Priority date: 2015-03-06
Filing date: 2015-03-06
Publication date: 2016-10-13
Also published as: EP3064476A1

Abstract

Een afscheider 1 heeft een betonnen scheidingstank 3 die aan de bovenzijde is afgesloten door een deksel 5 dat zich op het niveau van het straatwerk 6 bevindt. De scheidingstank is voorzien van een inlaatopening 7 via welke een pijp 9 het verontreinigde water aanvoert en een uitlaatopening 11 via welke een verdere pijp 13 het relatief schone water afvoert naar de riolering. In de scheidingstank bevindt zich een eerste vlotter 15 die de uitlaat opent en afsluit al naar gelang het waterniveau 17 in de scheidingstank en de dikte van drijvende laag olie en/ of benzine 19. De afscheider heeft voorts een skimmer 21 die in de scheidingstank 3 is ingebouwd. De skimmer roomt periodiek de op het water drijvende laag olie en benzine af en voert deze via een leiding 23 af naar een opslagtank 25.

Description

Afscheider voor het afscheiden van olie en/of benzine uit verontreinigd water BESCHRDVING:

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een afscheider voor het afscheiden van olie en/of benzine uit verontreinigd water omvattende: een scheidingstank voorzien van een wand, een in de wand aanwezige inlaatopening voor met olie en/of benzine verontreinigd water en een in de wand aanwezige uitlaatopening voor water dat in hoofdzaak is ontdaan van olie en benzine, een in de scheidingstank aanwezige en op de uitlaatopening aangesloten afvoerbuis en een in de scheidingstank aanwezige en op de inlaatopening aangesloten aanvoerbuis.

Meestal bevindt het in de scheidingstank aanwezige open uiteinde van de afvoerbuis zich onder het niveau van de uitlaatopening.

Stand van de techniek

Een dergelijke afscheider is algemeen bekend. Bij de bekende afscheider bevindt zich een vlotter in de scheidingstank die het open uiteinde van de afvoerbuis afsluit indien de olie/benzine laag te dik wordt. Deze vlotter drijft op water. Naarmate het watemiveau zakt, zal ook de vlotter zakken en de afvoer afsluiten indien het watemiveau onder het niveau van het open uiteinde van de afvoerbuis zakt, om te voorkomen dat de op het water drijvende laag olie en/of benzine via de afvoerbuis naar buiten stroomt. De scheidingstank van de bekende afscheider wordt periodiek, meestal een maal per jaar geledigd of eerder indien de op het water drijvende laag olie en benzine een maximale voorgeschreven dikte heeft bereikt. Hierbij wordt de scheidingstank volledig leeggepompt en het in de scheidingstank aanwezige water met olie en benzine afgevoerd waarna de scheidingstank gereinigd dient te worden. Het afvoeren van het olie-benzine-watermengsel brengt kosten met zich mee en wordt elders alsnog gescheiden.

Er zijn diverse pogingen geweest om de kosten voor het afvoeren en reinigen te reduceren bijvoorbeeld door de laag olie en benzine te binden of absorberen en alleen de gebonden of geabsorbeerde olie en benzine periodiek te verwijderen waarbij dan het water in de scheidingstank kan blijven, toevoegen van bacteriën die de olie/benzine opeten, etc. Bijkomend zijn de omgevingsfactoren die echter ook een grote rol spelen zoals de omgeving boven het water/olieniveau. Dit is een zogenaamde Atex 0 zone waar explosieve dampen kunnen hangen waarbij elektrische componenten en geleidende onderdelen die mogelijke een vonk kunnen veroorzaken niet toegepast mogen worden. Er zijn nauwelijks of geen componenten die gebruikt mogen worden in dit soort ruimten. Geen van de beproefde methoden heeft geleid tot een goed en goedkoop werkende inrichting.

Een verder nadeel van de bekende afscheider is dat bij een hoosbui de scheidingstank en het op de uitstroomopening aangesloten riool overstroomt, waarbij de op het water drijvende laag olie en/of benzine in de scheidingstank met het overtollige regenwater naar buiten stroom en de omgeving vervuilt. Om te voorkomen dat bij de meeste hoosbuien de verontreinigde laag niet uit de scheidingstank stroomt, dient bij nieuwbouw deze scheidingstank ongeveer vier keer zo groot te worden en bij bestaande situaties de scheidingstank vervangen te worden omdat deze tanks hier in het verleden niet op zijn afgestemd. Zelfs dan zal bij een uitzonderlijk zware hoosbui alsnog de scheidingstank overstromen en de olielaag naar het riool en de omgeving stromen.

Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een afscheider van de in de aanhef om schreven soort waarvan de jaarlijkse kosten lager zijn dan van de bekende afscheider en waarbij bij een hoosbui geen verontreinigingen in de omgeving terecht kunnen komen. Hiertoe is de afscheider volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de afscheider voorts een opslagtank voor olie en/of benzine omvat, alsmede een skimmer met bijhorende techniek om de minimale drijflaag die steeds weer ontstaat direct te kunnen verwijderen zodat er een minimaal risico ontstaat dat bij overstroming van de afscheider en vervuiling op kan treden in de omgeving die in de scheidingstank is aangebracht en periodiek de drijvende laag olie en benzine afscheidt van het water en via een afvoerleiding afvoert naar de opslagtank. Door periodiek de op het water drijvende laag olie en benzine te verwijderen en op te slaan in een opslagtank hoeft de opslagtank pas geledigd te worden als deze bijna vol is. Omdat in de opslagtank nagenoeg zuivere olie en benzine zit, kan dit worden verkocht waarbij het bovendien gratis wordt afgevoerd. Er zal zich dus nagenoeg altijd water zonder een daarop drijvende laag olie en/of benzine in de scheidingstank aanwezig zijn of hooguit een minimale dunne laag olie en/of benzine op het water drijven, zodat geen of zeer weinig verontreinigen uit de afscheider stromen tijdens een hoosbui.

De scheidingstank hoeft minder frequent of niet schoongemaakt te worden omdat deze minder snel of niet inwendig vervuilt doordat de drijvende laag olie en benzine regelmatig verwijderd wordt. Hierdoor is ook geen of nauwelijks risico van verontreiniging van de omgeving bij lekkage. Ook het afvoeren van bezinksel in het scheidingsvat (gebruikelijk eens in de tien jaar) kost minder omdat het bezinksel veel schoner zal zijn. Ook zal de afscheider beter functioneren met minder storingen omdat deze in optimale schone toestand gehouden wordt tijdens bedrijf. Hierdoor wordt ook de jaarlijkse of halfjaarlijkse inspectie overbodig. Normaal word na het reinigen de scheidingstank afgevuld met schoon leiding water. Dit hoeft ook niet meer omdat het water in de scheidingstank blijft. Ook deze extra kosten hoeven niet meer gemaakt te worden. Bij inspectie keuringen (afpersen om te controleren of de scheidingstank vloeistofdicht is) hoeft de scheidingstank niet meer van te voren gereinigd te worden omdat de scheidingstank continu schoon wordt gehouden.

Een uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in de opslagtank een vlotter aanwezig is die een signaal afgeeft indien de opslagtank bijna vol is en geledigd dient te worden. Deze vlotter bevindt zich op een niveau dat er nog een veilige marge over blijft voordat de opslagtank vol is, zodat deze niet direct geledigd hoeft te worden.

Een verdere uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in de opslagtank een verdere vlotter aanwezig is die een verder signaal afgeeft indien de opslagtank vol is en de toevoer van olie afgesloten dient te worden. De toevoer van olie kan afgesloten worden door ervoor te zorgen dat de skimmer niet geactiveerd wordt en/of door de afvoerleiding af te sluiten. Deze verdere vlotter bevindt zich op een hoger niveau dan de tweede vlotter en schakelt de skimmer uit om te voorkomen dat de opslagtank over kan lopen.

Nog een verdere uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat in de scheidingstank een veiligheidsvlotter aanwezig is die de afvoerleiding van de skimmer naar de opslagtank afsluit indien het watemiveau in de scheidingstaak het niveau van de afvoerleiding bereikt. Als er bij een flinke regenbui er veel water door de afscheider gaat, komt het wel eens voor dat het water tijdelijk stijgt in de scheidingstank. De skimmer kan dan onder water komen te staan. Om te voorkomen dat er dan water in de opslagtank stroomt is er een vlotterafsluiter in de scheidingstank geplaatst.

Een gunstige uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding waarmee de aanwezigheid van olie/benzine op het in de scheidingstank aanwezig water vastgesteld kan worden, is gekenmerkt doordat de afscheider een lichtbron omvat die in de afscheidingstank aanwezig is en licht straalt naar het wateroppervlak, en dat de afscheider een lichtsensor omvat die eveneens in de afscheidingstank aanwezig is en het door de olielaag tredende licht waarneemt, welke lichtsensor is verbonden met een regeleenheid die met de skimmer is verbonden en de skimmer activeert indien de door de lichtsensor waargenomen hoeveelheid licht onder een ingestelde grenswaarde ligt. Naarmate de op het water drijvende laag olie en/of benzine dikker wordt, zal er minder licht door deze laag kunnen gaan. De hoeveelheid door de lichtsensor gemeten licht vormt dus een indicatie van de dikte van de laag olie en/of benzine op het water. Zodra deze laag te dik wordt zal de skimmer gedurende een ingestelde tijdsduur worden geactiveerd om de laag van het water te verwijderen.

De lichtbron kan zich hierbij aan een zijde van het watreroppervlak bevinden en de lichtsensor aan de andere zijde. Bij voorkeur echter bevinden zich zowel de lichtbron als de lichtsensor onder de uitlaatopening aanwezig zijn en zich tijdens bedrijf onder het wateroppervlak bevinden, en is in de scheidingstank voorts een spiegel aanwezig die zich boven de uitlaatopening bevindt en tijdens bedrijf boven het wateroppervlak aanwezig is, welke spiegel zodanig is gepositioneerd dat licht van de lichtbron op de spiegel valt en door de spiegel weerkaatst wordt naar de lichtsensor. In deze uitvoeringsvorm bevinden de elektrische componenten zich niet in de Artex 0 zone boven het wateroppervlak waardoor zij niet aan de aldaar geldende hoge eisen hoeven te voldoen.

Weer een verdere uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de afscheider een accu en zonnepaneel omvat voor het periodiek van stroom voorzien van de skimmer. De skimmer werkt alleen waarneer het nodig is en er sprake is van een minimale drijflaag en werkt dan op de accu die daarna weer wordt bijgeladen door het zonnepaneel. In dit geval hoeft er geen vaste stroomvoorziening aanwezig te zijn. De skimmer wordt zo gemaakt dat deze in elke bestaande afscheider ingebouwd kan worden.

Beknopte omschrijving van de tekeningen

Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de afscheider volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 een uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding, schematisch weergegeven;

Figuur 2 een deels opengewerkt aanzicht in perspectief van de scheidingstank van de in figuur 1 weergegeven afscheider;

Figuur 3 de skimmer van de in figuur 1 weergegeven afscheider in perspectief;

Figuur 4 een tweede uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding in deels opengewerkt aanzicht;

Figuur 5 de in figuur 4 getoonde afscheider tijdens het binnenstromen van verontreinigd water;

Figuur 6 een scheidingstank van een derde uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding waarbij een olielaag op het water drijft;

Figuur 7 de in figuur 6 weergegeven scheidingstank nadat de laag olie door de skimmer is verwijderd;

Figuur 8 een scheidingstank van een vierde uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding waarbij een olielaag op het water drijft;

Figuur 9 de in figuur 8 weergegeven scheidingstank nadat de laag olie door de skimmer is verwijderd;

Figuur 10 de werking van de bekende afscheider tijdens een hoosbui; en Figuur 11 de werking van de in figuur 4 weergegeven afscheider volgens de uitvinding tijdens een hoosbui.

Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In figuur 1 is een eerste uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding schematisch weergegeven. De afscheider 1 heeft een scheidingstank 3 met een betonnen wand 4 die is voorzien van een inlaatopening 7, via welke een toevoerbuis 9 het verontreinigde water aanvoert, en een uitlaatopening 11, via welke een afvoerbuis 13 het relatief schone water afvoert naar de riolering. De scheidingstank is aan de bovenzijde afgesloten door een deksel 5 dat zich op het niveau van het straatwerk 6 bevindt. In de scheidingstank bevindt zich een vlotter 15 die een open uiteinde 14 van de afvoerbuis opent en afsluit al naar gelang het watemiveau 17 in de scheidingstank en de dikte van drijvende laag olie en/of benzine 19.

De afscheider heeft voorts een skimmer 21 die in de scheidingstank 3 is ingebouwd. De skimmer roomt periodiek de op het water drijvende laag olie en benzine af en voert deze via een leiding 23 af naar een opslagtank 25.

In de opslagtank is een vlotter 27 aanwezig die een signaal afgeeft indien de opslagtank 25 bijna vol is en geledigd dient te worden. Deze vlotter bevindt zich op een niveau dat er nog een veilige marge over blijft voordat de opslagtank vol is, zodat deze niet direct geledigd hoeft te worden. Voorts is er in de opslagtank 25 een verdere vlotter 29 aanwezig is die een verder signaal afgeeft indien de opslagtank vol is en de toevoer van olie afgesloten dient te worden. Deze derde vlotter bevindt zich op een hoger niveau dan de tweede vlotter 27 en schakelt de skimmer 21 uit om te voorkomen dat de opslagtank over kan lopen.

In de scheidingstank 3 is voorts een veiligheidsvlotter 31 aanwezig die de afvoerleiding 23 van de skimmer 21 naar de opslagtank 25 afsluit indien het waterniveau in de scheidingstank het niveau van de leiding bereikt, dit om te voorkomen dat bij een flinke regenbui waarbij de skimmer onder water komt te staan water in de opslagtank stroomt.

In figuur 2 is de scheidingstank 3 deels opengewerkt in perspectief weergegeven. De vlotter 15 opent de verdere pijp 13 zodra het waterniveau 17 in de scheidingstank een bepaalde hoogte heeft bereikt, zodat het relatief schone water onder de olie/benzinelaag 19 via de verdere pijp uit de afscheidingstank kan lopen en in het riool geloosd kan worden. Indien het watemiveau 17 onder een bepaalde hoogte komt zal de vlotter 15 de verdere pijp 13 weer afsluiten.

In figuur 3 is de skimmer 21 in perspectief weergegeven. De skimmer heeft een eindloze slang 33 die door de olie/benzinelaag 19 tot in het water 35 steekt. Tijdens bedrijf wordt deze slang aangedreven door een met een elektromotor 37 aangedreven wiel zodat de slang rond gaat lopen. Bij de beweging door de olie/benzinelaag hecht de olie en benzine zich aan de slang. De olie en benzine wordt in de behuizing 39 van de skimmer van de slang afgeschraapt en in een trechter opgevangen. Op deze trechter is de leiding 23 naar de opslagtank 25 aangesloten.

De afscheider is voorts voorzien van een zonnepaneel en een daarmee verbonden accu (niet weergegeven) voor het periodiek van stroom voorzien van de skimmer.

In de figuren 4 en 5 is een tweede uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding in deels opengewerkt aanzicht weergegeven voor respectievelijk nadat een olielaag van het water is verwijderd. Bij deze afscheider 41 bevindt zich geen vlotter op het water die de uitstroom van het niet verontreinigde water via de afvoerbuis 13 regelt, maar bevindt het open uiteinde 14 van de afvoerbuis zich onder het niveau van de uitlaatopening 11 zodat altijd water en niet de op het water drijvende olielaag naar buiten kan stromen.

In de figuren 6 en 7 is een scheidingstank van een derde uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding weergegeven ook weer voor respectievelijk nadat een olielaag van het water is verwijderd. In deze scheidingstank 43 bevindt zich een lichtbron 45 onder het wateroppervlak 17 en een lichtsensor 47 boven hetwateroppervlak. Naarmate de op het water drijvende laag 19 olie en/of benzine dikker wordt, zal er minder licht door deze laag kunnen gaan. De hoeveelheid door de lichtsensor 47 gemeten licht vormt dus een indicatie van de dikte van de laag 19 olie en/of benzine op het water. Zodra deze laag te dik wordt zal een met de lichtsensor gekoppelde regelaar de skimmer (niet weergegeven in deze figuren) gedurende een vooraf ingestelde tijdsduur activeren om de olielaag van het water te verwijderen.

In de figuren 8 en 9 is een scheidingstank van een vierde uitvoeringsvorm van de afscheider volgens de uitvinding weergegeven ook weer voor respectievelijk nadat een olielaag van het water is verwijderd. In deze scheidingstank 44 bevindt zich zowel de lichtbron 45 als de lichtsensor 47 onder het wateroppervlak 17 en bevindt zich een spiegel 48 boven het wateroppervlak. De van de lichtbron afkomstige lichtstraal is op de spiegel gericht en de spiegel is op zijn beurt op de lichtsensor gericht en weerkaatst het van de lichtbron afkomstige licht naar de lichtsensor. De lichtstraal passeert zodoende twee keer het wateroppervlak waardoor met dezelfde apparatuur een dunnere olie/benzine laag waargenomen kan worden.

Ter illustratie van het voordeel van de afscheider 41 volgens de uitvinding ten opzichte van de bekende afscheider, is de werking van beide afscheiders tijdens een hoosbui in de figuren 10 en 11 weergegeven. Bij de bekende afscheider 49, zie figuur 8, zal de scheidingstank 51 en het daarmee in verbinding staande riool 53 met putten 55 overlopen en de in de scheidingstank aanwezige olielaag via het deksel naar buiten en via het riool en de putten in de omgeving terecht komen. Bij de afscheider 41 volgens de uitvinding, zie figuur 9, wordt er voor gezorgd dat er geen olielaag op het water drijft en zal tijdens een hoosbui ook de scheidingstank 3 en via het riool 53 de putten 55 overlopen maar daarbij geen verontreinigde laag meevoeren.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Afscheider voor het afscheiden van olie en/of benzine uit verontreinigd water omvattende: een scheidingstank (3) voorzien van een wand (4), een in de wand aanwezige inlaatopening (7) voor met olie en/of benzine verontreinigd water en een in de wand aanwezige uitlaatopening (11) voor water dat in hoofdzaak is ontdaan van olie en benzine, een in de scheidingstank aanwezige en op de uitlaatopening aangesloten afvoerbuis (13) en een in de scheidingstank aanwezige en op de inlaatopening aangesloten aanvoerbuis (14) ,met het kenmerk, dat de afscheider voorts een opslagtank (25) voor olie en/of benzine omvat, alsmede een skimmer (21) die in de scheidingstank (3) is aangebracht en periodiek de drijvende laag olie en benzine (19) afscheidt van het water (35) en via een afvoerleiding (23) afvoert naar de opslagtank (25).

2. Afscheider volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de opslagtank een vlotter (27) aanwezig is die een signaal afgeeft indien de opslagtank (25) bijna vol is en geledigd dient te worden.

3. Afscheider volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat in de opslagtank (25) een verdere vlotter (29) aanwezig is die een verder signaal afgeeft indien de opslagtank vol is en de toevoer van olie afgesloten dient te worden.4. Afscheider volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat in de scheidingstank (3) een veiligheidsvlotter (31) aanwezig is die de afvoerleiding van de skimmer (21) naar de opslagtank (25) afsluit indien het watemiveau (17) in de scheidingstank het niveau van de afvoerleiding bereikt.

5. Afscheider volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afscheider een lichtbron (45) omvat die in de afscheiding stank (3) aanwezig is en licht straalt naar het wateroppervlak, en dat de afscheider een lichtsensor (47) omvat die eveneens in de afscheidingstank aanwezig is en het door de olielaag tredende licht waarneemt, welke lichtsensor is verbonden met een regeleenheid die met de skimmer (21) is verbonden en de skimmer activeert indien de door de lichtsensor waargenomen hoeveelheid licht onder een ingestelde grenswaarde ligt.

6. Afscheider volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de lichtbron (45) en de lichtsensor (47) onder de uitlaatopening aanwezig zijn en zich tijdens bedrijf onder het wateroppervlak bevinden, en dat in de scheidingstank voorts een spiegel (48) aanwezig is die zich boven de uitlaatopening bevindt en tijdens bedrijf boven het wateroppervlak aanwezig is, welke spiegel zodanig is gepositioneerd dat licht van de lichtbron op de spiegel valt en door de spiegel weerkaatst wordt naar de lichtsensor.

7. Afscheider volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afscheider een accu en een zonnepaneel omvat voor het periodiek van stroom voorzien van de skimmer.