NL2013216B1 - Zuilsysteem. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zuilsysteem, in het bijzonder voor het weergeven van informatie. Het zuilsysteem omvat een zuil die ten minste gedeeltelijk hol is, en een ballastcontainer die gevuld of vulbaar is met een vervormbare ballast, en welke ballastcontainer plaatsbaar of geplaatst is in de zuil. De ballastcontainer is een flexibele ballastcontainer en de ballastcontainer, wanneer geplaatst in de zuil en wanneer de ballastcontainer is of wordt gevuld, is ingericht om onder invloed van de vervormbare ballast te vervormen om zich zodoende vast te zetten in de zuil.

Description

Zuilsysteem

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een zuilsysteem, in het bijzonder voor het weergeven van informatie, zoals in een buitenomgeving.

In tuincentra worden onder andere buitenplanten verkocht. Deze buitenplanten zijn gewoonlijk in een buitenomgeving opgesteld, met als doel getoond te worden aan klanten van de tuincentra. De buitenplanten zijn gewoonlijk op tafels en/of op een ondergrond geplaatst en gerangschikt. Een bezoeker van een tuincentrum zal tijdens het bezoek het doorgaans overweldigende aanbod in één keer waarnemen.

Er is behoefte aan het gestructureerd opstellen van de buitenplanten en gelijktijdig het behouden van een buitenkarakter waarbij een duidelij ke route wordt bepaald om door een consument te worden afgelegd, bijvoorbeeld langs alle uitgestalde planten. Tevens is er behoefte aan het inspireren van een consument met betrekking tot invulling van tuinen, balkons , terrassen, etc. en aan het ter beschikking stellen van daarvoor benodigde materialen en planten, zodat de consument makkelij k een keuze kan maken. Tevens is er behoefte aan het eenvoudig kunnen wij zigen van de gestructureerde opstelling.

Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een verbeterd opstellingssysteem.

Daartoe worden hierbij een zuilsysteem en een werk-wij ze verschaft. Het zuilsysteem is in het bij zonder voor het weergeven van informatie, en omvat: een zuil die ten minste gedeeltelij k hol is, en een ballastcontainer die gevuld of vulbaar is met een vervormbare ballast, en welke ballastcontainer plaatsbaar of geplaatst is in de zuil. De ballastcontainer is een flexibele ballastcontainer en de ballastcontainer, wanneer geplaatst in de zuil en wanneer de ballastcontainer is of wordt gevuld, is ingericht om onder invloed van de vervormbare ballast te vervormen om zich zodoende vast te zetten ten opzichte van de zuil.

De zuil van het zuilsysteem is op een ondergrond plaatsbaar, waarna de ballastcontainer in de zuil kan worden gebracht om vervolgens de ballastcontainer geheel of gedeeltelijk te vullen met ballastmateriaal, zoals water. Het is eveneens mogelijk dat eerst de ballastcontainer wordt gepositioneerd op de ondergrond, vervolgens de zuil over de ballastcontainer wordt geplaatst en daarna de ballastcontainer wordt gevuld met vervormbaar ballastmateriaal. Daarnaast is het mogelijk dat de ballastcontainer eerst in de zuil wordt geplaatst, vervolgens de zuil met ballastcontainer wordt geplaatst op de ondergrond om vervolgens de ballastcontainer geheel of gedeeltelijk te vullen met ballast. Het is ook mogelijk dat de ballastcontainer eerst gedeeltelijk wordt gevuld, vervolgens de zuil met ballastcontainer wordt geplaatst om daarna de ballastcontainer af te vullen.

Indien de zuil verplaatst dient te worden kan de zuil met geheel of gedeeltelij k gevulde ballastcontainer worden opgetild en vervolgens op een nieuwe gewenste positie worden gepositioneerd. Eveneens is het mogelij k dat de ballastcontainer eerst geheel of gedeeltelij k wordt geleegd en dat vervolgens de zuil wordt verplaatst. Mogelij k wordt de ballastcontainer op de nieuwe positie verder/opnieuw met ballast gevuld. Het zuilsysteem is dus eenvoudig op te bouwen, af te breken en te verplaatsen, waardoor het een flexibel systeem vormt.

Daarnaast kan het zo zijn dat doordat de ballastcontainer zich vastzet, bijvoorbeeld door middel van klemmen, in en/of ten opzichte van de zuil, een beweging van de zuil ten opzichte van de ballastcontainer wordt verhinderd of ten minste wordt bemoeilijkt.

Het wordt opgemerkt dat de zuil een hoogte kan hebben van 3 meter of meer, zoals bijvoorbeeld tussen 4 en 7 meter. Daarnaast wordt opgemerkt dat de hoogte van de zuil ten minste tweemaal, bij voorkeur in een bereik van twee- tot zesmaal, zo groot kan zijn als de hoogte van de ballastcontainer.

Optioneel is een constructie voorzien voor het fixeren van de ballastcontainer ten opzichte van de zuil. Een voorbeeld van een dergelijke constructie kan een uitsteeksel aan een zijwand van de zuil zijn of kan een element zijn dat zich uitstrekt over in hoofdzaak het gehele oppervlak van een dwarsdoorsnede van de zuil, welke constructie aan of nabij de bovenzijde van de ballastcontainer kan zijn voorzien, wanneer de ballastcontainer is geplaatst in de zuil en geheel of gedeeltelijk gevuld is.

In een uitvoeringsvorm omvat de zuil een zijwand die is voorzien van een reliëf gevormd door één of meer uitsparingen en/of één of meer uitstulpingen. De ballastcontainer is dan bij voorkeur, wanneer geplaatst in de zuil en wanneer de ballastcontainer is gevuld of wordt gevuld, ingericht om onder invloed van de vervormbare ballast te vervormen om te worden opgenomen in het reliëf, respectievelijk het reliëf op te nemen teneinde de zuil en de ballastcontainer aan elkaar te bevestigen.

De ballastcontainer wordt ten minste gedeeltelijk opgenomen in het reliëf, respectievelijk neemt het reliëf de ballastcontainer ten minste gedeeltelij k op, waardoor de zuil en de ballastcontainer elkaar aangrijpen en aan elkaar worden bevestigd. Hierdoor kan beter worden voorkomen dat de zuil ten opzichte van de ballastcontainer kan bewegen, aangezien de zuil en de ballastcontainer aan elkaar zijn bevestigd en elkaar ook in verticale richting gezien overlappen en als het ware in elkaar steken zodat een versterkte aangrijping wordt bewerkstelligd.

Een voordeel van het verschafte systeem is dat de zuil stabiel op een ondergrond kan worden geplaatst, zonder daarbij gebruik te hoeven maken van een verankering ten opzichte van de ondergrond. Dit kan eveneens bijdragen aan de flexibiliteit van het zuilsysteem, aangezien het zuilsysteem dan direct kan worden opgetild om verplaatst te worden.

In een uitvoeringsvorm omvat de zijwand van de zuil een pluraliteit van openingen, zoals doorgaande gaten. In een meer specifieke uitvoeringsvorm is de zijwand van de zuil gedeeltelijk open met openingen, zoals doorgaande gaten, bij voorkeur in een bereik van 70% - 95% van het totale oppervlak. Een voordeel van openingen in het oppervlak van de zijwand van de zuil is, i. a., dat de wind in een buitenomgeving weinig tot geen invloed heeft op de zuil van het zuilsysteem. Daarnaast is de zuil eenvoudig te maken en wordt het gewicht van de zuil verlaagd.

De zuil kan een buitenomtrek hebben en de flexibele ballastcontainer kan zich in het inwendige van de buitenomtrek bevinden, in het bij zonder geheel daarbinnen. Een resultaat hiervan is dat het inwendige deel van de flexibele ballastcon-tainer ten minste deels is afgeschermd voor invloeden van buitenaf, zoals bijvoorbeeld personen die met een winkelwagentje tegen de zuil van het zuilsysteem botsen. Hierdoor kan ook ter plaatse van openingen de buitenomtrek van de zuil zorgen voor bescherming van de ballastcontainer tegen invloeden van buitenaf.

In een uitvoeringsvorm is de zuil modulair gevormd, bijvoorbeeld door middel van twee hoekprofielen of door middel van vier afzonderlijke wanden. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat afzonderlijke delen van de zuil voor opslag en/of transport op elkaar gestapeld of in elkaar geplaatst kunnen worden, waardoor de ruimte efficiënt wordt benut. Daarnaast kunnen de afzonderlijke delen van de zuil zodanig met elkaar worden gekoppeld, dat een kracht die op de delen van de zuil wordt uitgeoefend door de vervormbare ballast in de bal-lastcontainer een koppeling tussen de afzonderlij ke delen kan bewerkstelligen, althans kan verstevigen.

De zuil kan zijn vervaardigd uit gaasmateriaal, zoals een staalmat, welk gaasmateriaal bijvoorbeeld is gevormd door middel van het vlechten van gaasdraden, zoals staaldraden, of het aan elkaar lassen van gaasdraden, of door middel van een andere wijze van met elkaar verbinden van gaasdraden. Het gaasmateriaal is in staat de flexibele ballastcontainer, of ten minste een deel daarvan, op te nemen in de openingen daarvan, waardoor een koppeling tussen de ballastcontainer en de zuil tot stand kan worden gebracht. Het is mogelij k dat het gaasmateriaal is vervaardigd uit een metaal, zoals aluminium, kunststof, of hout, zoals bamboe, wilgentenen, rotan, etc.

Het reliëf van de zijwand van de zuil kan een structuur hebben, zoals ribben, draden, sleuven, welke structuur een hoofdzakelij k horizontale oriëntatie heeft in een staande positie van de zuil. De hoofdzakelijke horizontale oriëntatie van de structuur van het reliëf dat wordt opgenomen door de flexibele ballastcontainer en/of welke de flexibele ballast-container opneemt, verhindert, althans vermindert de verticale beweging van de zuil ten opzichte van de flexibele ballastcontainer, waardoor ook de kans op kantelen (omvallen) wordt vermindert.

In het geval van een mat, bijvoorbeeld een staalmat, welke kan zijn gevormd met een eerste pluraliteit van (staal)draden die is bevestigd, bijvoorbeeld gelast, aan een tweede pluraliteit van (staal)draden, waarbij de eerste pluraliteit en de tweede pluraliteit dwars ten opzichte van elkaar zijn georiënteerd, is het in het bijzonder geschikt als de horizontaal verlopende (staal)draden deel vormen van een binnenvlak van de zuil.

In een uitvoeringsvorm omvat de zijwand gaasmateriaal met gaasdraden, en hebben de gaasdraden in een buitenvlak van de zuil een hoofdzakelij k verticale oriëntatie in een staande positie van de zuil. Door de verticale oriëntatie van de gaasdraden in een buitenvlak wordt een optisch hoogte-effeet gerealiseerd, waardoor de zuil een zekere hoogte lij kt te hebben . Bovendien kunnen verticale delen in een hoek bij een polygonale zuil daar zijwaarts uitstekende delen vermijden.

In een uitvoeringsvorm van het zuilsysteem omvat het zuilsysteem meer dan één zuil. In een meer specifieke uitvoeringsvorm omvat het zuilsysteem een verbindingselement voor het onderling verbinden van ten minste twee zuilen, waarbij bij voorkeur het verbindingselement uit eenzelfde materiaal, zoals gaasmateriaal, als de zuil is vervaardigd. Het verbindingselement kan bijvoorbeeld op hoogte ten opzichte van de ondergrond worden geplaatst, zoals op de zuilen voor het vormen van een poort of op borst-/ooghoogte van een persoon.

In het geval dat het zuilsysteem een veelheid van zuilen en een veelheid van verbindingselementen voor het onderling verbinden van deze zuilen omvat, is het mogelij k om de zuilen en verbindingselementen zodanig te rangschikken, dat compartimenten, zoals kamers, gevormd kunnen worden. Daarnaast kan een bij zonder stabiele constructie worden gevormd.

De zuilen kunnen in staat zijn objecten te dragen, welke objecten zijn bevestigd, zoals gehangen, aan de zuilen of zijn gezet op de zuilen.

Een displayelement, zoals een reclamedoek, kan bevestigd of bevestigbaar zijn tussen twee zuilen en/of ten minste gedeeltelij k rondom één zuil. Door een displayelement te bevestigen tussen twee zuilen, kan worden voorkomen dat een persoon tussen de zuilen doorgaat en/of kan een persoon in een bepaalde richting worden geleid.

In een uitvoeringsvorm omvat het zuilsysteem een onder steuningsonderdeel , zoals een buitenbank, voor het ondersteunen en/of opnemen van ten minste één van voorwerpen en personen, en/of voor het versterken van het zuilsysteem, in het bijzonder het constructief versterken van het zuilsysteem. Bij voorkeur is een ballastcontainer geplaatst of plaatsbaar in het ondersteuningsonderdeel.

Het ondersteuningsonderdeel kan vervaardigd zijn uit eenzelfde materiaal als de zuil, zoals bijvoorbeeld gaasmateriaal .

In een verdere uitvoeringsvorm is de ballastcontainer een flexibele bulkhouder, welke ballastcontainer vulbaar of gevuld is met een vervormbaar ballastmateriaal dat is geselecteerd uit de groep omvattende: water en grondmateriaal, zoals zand, aarde, grind, hydrokorrels, etc. Een voordeel van gebruik van bijvoorbeeld water is dat het op vele plaatsen beschikbaar is, waardoor de flexibele bulkhouder op vele plaatsen gevuld kan worden. Daarnaast is het eenvoudig om de flexibele bulkhouder te legen, aangezien het water uit de flexibele bulkhouder kan worden gelaten op de positie waar de bulkhouder werd toegepast.

In de context van de onderhavige octrooiaanvrage, wordt eveneens ballastmateriaal beoogd dat vervormbaar is ten minste tijdens het vullen en vervormen van de ballastcontainer tegen het inwendige van zuil, bijvoorbeeld om een deel van een reliëf, zoals beton.

In samengestelde toestand van de zuil en de met ballast gevulde ballastcontainer kan de vervorming van de wand van de flexibele ballastcontainer ten minste de wanddikte van de ballastcontainer en/of ten hoogste de wanddikte van de zijwand van de zuil bedragen.

Aspecten van de uitvinding zullen in meer detail worden uitgelegd onder verwij zing naar exemplarische uitvoeringsvormen van de uitvinding die zijn getoond in de figuren, waarin:

Figuur 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een zuilsysteem in een eerste toestand toont;

Figuur 2 schematisch de uitvoeringsvorm van Figuur 1 in een tweede toestand toont;

Figuur 3 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een zuilsysteem toont;

Figuur 4 schematisch een derde uitvoeringsvorm van een zuilsysteem toont;

Figuur 5 schematisch een vierde uitvoeringsvorm van een zuilsysteem toont;

Figuur 6 een deel van dwarsdoorsnede van een zuil uit Figuur 1 volgens lijn VI-VI toont;

Figuur 7 een alternatieve uitvoeringvorm van Figuur 6 toont; en

Figuur 8 een dwarsdoorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van een zuil uit Figuur 1 toont.

Het moet echter duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvormen niet beperkend mogen worden geïnterpreteerd met betrekking tot de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die bepaald wordt door de bijbehorende conclusies.

In Figuur 1 is een zuilsysteem 1 volgens de onderhavige aanvrage getoond. Het zuilsysteem 1 omvat een zuil 2, welke uit gaasmateriaal is gevormd, omvattende een reliëf gevormd door uitsparingen 6, bijvoorbeeld door middel van staalmatten met openingen, en een gevulde ballastcontainer 3 die in en nabij de onderzijde van de zuil 2 is geplaatst. In deze uitvoeringsvorm is de ballastcontainer 3 op een bodemdeel 4 geplaatst, welk bodemdeel 4 een ruimte open laat tussen de ballastcontainer 3 en de ondergrond waarop het zuilsysteem 1 is geplaatst.

De ballastcontainer 3 is gevuld met een vervormbaar ballastmateriaal, zoals water of grondmateriaal, zoals aarde. Het gebruik van water heeft als voordeel, dat het materiaal op vele plaatsen te verkrijgen is en dat het relatief eenvoudig uit de ballastcontainer 3 te verwijderen is. Indien een gebruiker het zuilsysteem 1 wil verplaatsen, opslaan of transporteren, kan de ballastcontainer 3 worden geleegd door het water uit de ballastcontainer 3 te laten lopen. Hiervoor kunnen een slang en/of een afsluitbare opening zoals een kraan of een klep in of aan de container zijn voorzien.

De ballastcontainer 3 kan een flexibele bulkhouder zijn. Het is eveneens mogelijk dat de ballastcontainer 3 is gevormd uit een folie, welke folie de vorm van een zak heeft. Het materiaal van de ballastcontainer 3 kan worden geselecteerd in afhankelijkheid van onder andere de zuil 2, het te gebruiken ballastmateriaal en de afmetingen van het reliëf van de zuil, zolang de ballascontainer 3 ten minste gedeeltelijk kan worden opgenomen in de uitsparingen 6 van de zijwand van de zuil 2. Het volume van de ballastcontainer 3 kan bijvoorbeeld variëren tussen 400 liter en 1200 liter, afhankelijk van onder andere de afmetingen van de zuil 2 en het gebruikte bal-lastmateriaal. Aangezien onder andere de soortelijke massa van een te gebruiken ballastmateriaal het totaalgewicht van de ballastcontainer 3 met de ballast bepaalt, kan het volume van de ballastcontainer worden bepaald op basis van het benodigde gewicht en de te gebruiken ballast.

Het ballastmateriaal dat zich in de ballastcontainer 3 bevindt, drukt de ballastcontainer 3 tegen de zijwand van de zuil 2 aan. De ballastcontainer 3 zet zich schrap of klemt zich in de zuil. Een beweging van de zuil 2 in de verticale richting H wordt verhinderd, of althans beperkt. In het getoonde geval wordt ook een deel van de ballastcontainer 3 in de uitsparingen 6 van de zuil 2 gedrukt, zoals schematisch weergegeven in Figuur 8 wat de aangrijping van de container en zuil op elkaar versterkt.

Een koppeling tussen de zuil 2 en de ballastcontainer 3 kan worden bewerkstelligd over de hele hoogte h van de ballastcontainer 3, zoals getoond in Figuur 8. Door het grote koppelvlak en de wrijving die optreedt tussen de vervormde ballastcontainer 3 en de zuil 2, wordt kantelen (omvallen) van de zuil 2 bemoeilijkt wanneer een kracht wordt uitgeoefend op de zuil 2 in richting D.

In Figuur 2 is het zuilsysteem 1 uit Figuur 1 getoond met een gedeeltelijk gevulde ballastcontainer 3. In deze toestand van het zuilsysteem 1 is het relatief eenvoudig om de zuil 2 te verplaatsen en/of heeft de zuil 2 een goede stabiliteit door een laag zwaartepunt. Door middel van bijvoorbeeld een palletwagen 5, welke in een holte van het bodemdeel 4 plaatsbaar is, kan een gebruiker de zuil 2 liften en verplaatsen naar een andere positie. Op de nieuwe positie kan de ballastcontainer 3 opnieuw worden gevuld met water, zodat de zuil 2 stabiel op de ondergrond staat.

Het wordt opgemerkt dat het zuilsysteem 1 ook zonder bodemdeel 4 kan worden toegepast, zodat de ballastcontainer 3 op de ondergrond kan worden geplaatst en daarop kan rusten. In het geval dat de ballastcontainer 3 op de ondergrond is geplaatst, dan is een ballastcontainer 3 met een flexibele bodem in staat om kleine oneffenheden in de ondergrond als gevolg van de flexibiliteit van de bodem van de ballastcontainer 3 op te vangen.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van het zuilsysteem 1. In deze uitvoeringsvorm zijn twee zuilen 2 voorzien, welke elk een ballastcontainer (niet getoond) kunnen omvatten. Tussen de twee zuilen 2 is een ondersteuningsonderdeel 8 voorzien, welk ondersteuningsonderdeel in deze uitvoeringvorm een bank vormt waarop mensen kunnen zitten. Optioneel is het ondersteuningsonderdeel voorzien van een ballastcontainer 3, welke onder een zitvlak van het ondersteu-ningsonderdeel 8 kan zijn gepositioneerd.

Daarnaast zijn displayelementen 7 voorzien rondom de zuilen 2 en tussen de twee zuilen 2. De displayelementen 7 zijn ingericht voor het tonen van informatie over bijvoorbeeld de omgeving waarin het zuilsysteem 1 wordt toegepast of voor het aanduiden van een route, of althans een deel daarvan. Het displayelement 7 dat is gepositioneerd tussen de twee zuilen 2 blokkeert een doorgang tussen deze twee zuilen 2, zodat een voorbijganger om de zuilen 2 heen kan worden geleid.

Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm van het zuilsysteem 1. In deze uitvoeringsvorm omvat het zuilsysteem 1 twee zuilen 2, met daartussen een ondersteuningsonderdeel 8. Eén of beide van de zuilen 2 kan zijn voorzien van een displayelement 7. In deze uitvoeringsvorm is het ondersteuningsonderdeel ingericht om een object op te nemen, zoals een vijver. Het water in de vijver functioneert tevens als ballastmateriaal.

Het ondersteuningsonderdeel 8 draagt bij aan de con-structiesterkte van het zuilsysteem 1, aangezien het ondersteuningsonderdeel 8 tussen twee zuilen 2 is gepositioneerd en op deze manier beide zuilen 2 met elkaar kan verbinden.

Het wordt opgemerkt dat een ondersteuningsonderdeel 8 ééndelig kan zijn gevormd of dat een ondersteuningsonderdeel 8 kan zijn gevormd door middel van het aan elkaar koppelen van twee of meer delen. In het geval dat het ondersteuningsonderdeel 8 is gevormd door het koppelen van twee of meer delen, kunnen deze delen afzonderlij k of als één geheel worden verplaatst wanneer dit wenselijk is.

Daarnaast wordt opgemerkt dat een ondersteuningsonderdeel 8 zodanig kan zijn gevormd dat het de vorm heeft van bijvoorbeeld een (buiten)bank. Het ondersteuningsonderdeel 8 kan eveneens zodanig gevormd zijn dat het geschikt is voor het opnemen van aarde teneinde bijvoorbeeld een bloembak te vormen en/of voor het opnemen van water teneinde een vijver te vormen, of dat het geschikt is voor het ondersteunen/opnemen van objecten, zoals bloempotten, tuinbenodigdheden, etc.

In het geval dat water en/of aarde wordt geplaatst in een ondersteuningsonderdeel 8, dan draagt het water en/of de aarde bij aan de stabiliteit van het zuilsysteem 1.

De bovenzijde van het ondersteuningsonderdeel 8 kan zijn bedekt met een gaasmateriaal, zoals een staalmat, voor het constructief versterken van het zuilsysteem 1.

Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm van het zuilsysteem 1. Het zuilsysteem 1 kan op een open ruimte zijn gepositioneerd, zoals een buitenruimte van een tuincentrum. In deze uitvoeringsvorm omvat het zuilsysteem 1 een veelheid van zuilen 2, ondersteuningselementen 8 en verbindingselementen 9. In de zuilen 2 zijn ballastcontainers 3 voorzien. De verbindingselementen 9 dienen voor het onderling verbinden van ten minste twee zuilen 2. Een verbindingselement 9 kan op twee te verbinden zuilen 2 worden geplaatst en optioneel wordt het verbindingselement 9 verbonden met de zuilen 2. Op deze wij ze wordt een stevige constructie tot stand gebracht.

Daarnaast zijn een aantal displayelementen 7, zoals reclamedoeken, voorzien om ten minste een deel van een aantal zuilen 2 en tussen een aantal zuilen 2. De displayelementen 7 dienen mogelij k onder andere voor het tonen van informatie die bedoeld is voor personen die zich binnen het zuilsysteem 1 bevinden . Daarnaast kunnen displayelementen 7 die voorzien zijn tussen zuilen 2 gelijktijdig functioneren als afscheiding.

In deze uitvoeringsvorm is een veelheid van zuilen 2 met ballastcontainers 3 en een veelheid van verbindingselementen 9 voorzien. Daarnaast is een veelheid van displayelementen 7 voorzien tussen een aantal van de zuilen, waardoor het mogelijk is om een route door het zuilsysteem 1 te bepalen en/of om afzonderlijke compartimenten, zoals kamers, binnen het zuilsysteem 1 te vormen. Daarnaast kunnen de displayelementen 7 informatie omvatten over bijvoorbeeld de te verkopen producten 10. Binnen de compartimenten kan een gebruiker bijvoorbeeld producten 10, zoals buitenplanten, tentoonstellen. Een combinatie van de gevormde route en de compartimenten kan de mogelijkheid bieden personen te leiden langs bepaalde producten of combinaties van producten 10, met als doel de producten of combinaties daarvan te tonen aan de personen.

Een persoon die tussen de zuilen 2 en verbindingselementen 9 doorloopt zal gemakkelij k de impressie krijgen door een kamer en/of een gang te lopen, waardoor het mogelij k is de persoon een route door het zuilsysteem 1 te laten lopen of althans een indicatie voor een te volgen route te verschaffen. Gelijktijdig behoudt het zuilsysteem 1 het buitenkarakter van een buitenomgeving.

Een verder voordeel van het verschafte zuilsysteem kan zijn dat het zuilsysteem stabiel plaatsbaar is op een ondergrond zonder het zuilsysteem te verankeren ten opzichte van de ondergrond.

Daarnaast is het mogelijk dat de zuilen 2, de onder-steuningsonderdelen en/of de verbindingselementen 9 in hoofdzaak gelijke afmetingen hebben, zodat deze op elke gewenste plek binnen het systeem kunnen worden toegepast. Op deze wij ze is een zuilsysteem 1 beschikbaar dat uit generieke onderdelen is samengesteld. De zuilen 2, ondersteuningsonderdelen en/of de verbindingselementen 9 kunnen bijvoorbeeld de volgende afmetingen hebben: 80cm x 80cm x 700cm of 60cm x 60cm x 400cm (LxBxH) . Andere afmetingen zijn evenzo mogelij k.

De zuilen 2, verbindingselementen 9 en/of ondersteu-ningsonderdelen 8 kunnen zijn vervaardigd uit gaasmateriaal, in het bij zonder staalmatten. De staalmatten kunnen bijvoorbeeld zijn vervaardigd door middel van vlechten en/of van lassen van staaldraden. Een zuil 2 kan worden vervaardig door middel van het zodanig zetten van een staalmat dat een zuil 2 wordt gevormd. Anderzijds is het eveneens mogelijk dat een zuil 2 op een plaats van gebruik wordt samengesteld uit een aantal onderdelen, zoals bijvoorbeeld twee hoekprofleien of vier wanddelen (niet getoond).

Draden die deel zijn van het gaasmateriaal kunnen een diameter hebben in een bereik van 6-14 mm.

In de getoonde uitvoeringsvormen hebben de zuilen 2 een rechthoekig, in het bijzonder vierhoekig grondoppervlak. Optioneel heeft het grondoppervlak van een zuil 2 een vorm die is geselecteerd uit de groep omvattende: circulair, achthoekig, zeshoekig en driehoekig.

Figuur 6 toont een deel van een dwarsdoorsnede volgens lijn VI-VI uit Figuur 1. Zoals te zien in Figuur 6 omvat de zijwand van de zuil 2 horizontale verlopende draden 11 en verticaal verlopende draden 12. De horizontaal verlopende draden 11 maken deel uit van een horizontaal verlopende structuur van het reliëf. De verticaal verlopende draden 12 zijn deel van het buitenvlak van de zuil 2. Zoals zichtbaar in Figuur 6 bedraagt een vervorming DC van de ballastcontainer 3 ten minste de wanddikte van de ballastcontainer 3 en ten hoogste de wanddikte DW van de zijwand van de zuil 2.

Figuur 7 toont een alternatieve uitvoeringvorm van Figuur 6, waarbij openingen 13 in de zijwand van de zuil 2 zijn voorzien.

Voor zowel de uitvoeringsvorm die is getoond in Figuur 6, als de uitvoeringsvorm die is getoond in Figuur 1, geldt dat in samengestelde toestand van de zuil 2 en de met ballast gevulde ballastcontainer 3, de vervorming DC van de wand van de flexibele ballastcontainer 3 ten minste de wanddikte van de ballastcontainer en/of ten hoogste de wanddikte van de zijwand van de zuil DW bedraagt.

Het wordt opgemerkt dat de figuren schematisch zijn, niet noodzakelijk op schaal en dat details die niet nodig zijn voor het begrijpen van de onderhavige uitvinding kunnen zijn weggelaten. De termen "opwaarts", "neerwaarts", "onder", "boven" en dergelij ke hebben betrekking op de uitvoeringsvormen zoals georiënteerd in de figuren, tenzij anders gespecificeerd. Daarnaast, elementen die ten minste in hoofdzaak identiek zijn of die ten minste een in hoofdzaak zelfde functie hebben, zijn aangeduid met hetzelfde referentienummer.

Daarnaast wordt opgemerkt dat in de context van de onderhavige aanvrage de term 'een' bedoeld kan zijn als 'ten minste één'.

De uitvinding is niet beperkt tot de bovenstaand beschreven uitvoeringvormen, maar kan worden gevarieerd in een aantal opzichten binnen de omvang van de conclusies.

Claims (17)

1. Zuilsysteem, in het bijzonder voor het weergeven van informatie, het zuilsysteem omvattende: een zuil die ten minste gedeeltelijk hol is, en een ballastcontainer die gevuld of vulbaar is met een vervormbare ballast, en welke ballastcontainer plaatsbaar of geplaatst is in de zuil, waarbij de ballastcontainer een flexibele ballastcontainer is en de ballastcontainer, wanneer geplaatst in de zuil en wanneer de ballastcontainer is of wordt gevuld, is ingericht om onder invloed van de vervormbare ballast te vervormen om zich zodoende vast te zetten in de zuil.

2. Zuilsysteem volgens conclusie 1, waarbij de zuil een zijwand omvat die is voorzien van een reliëf gevormd door één of meer uitsparingen en/of één of meer uitstulpingen, en waarbij de ballastcontainer, wanneer geplaatst in de zuil en wanneer de ballastcontainer is of wordt gevuld, is ingericht om onder invloed van de vervormbare ballast te vervormen om te worden opgenomen in het reliëf, respectievelij k het reliëf op te nemen teneinde de zuil en de ballastcontainer aan elkaar te bevestigen.

3. Zuilsysteem volgens conclusie 2, waarbij de zijwand van de zuil een pluraliteit van openingen omvat.

4. Zuilsysteem volgens conclusie 3, waarbij de zijwand van de zuil gedeeltelij k open is, bij voorkeur in een bereik van 70% - 95% van het totale oppervlak.

5. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zuil een buitenomtrek heeft en waarbij de flexibele ballastcontainer zich in het inwendige van de buitenomtrek bevindt.

6. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zuil modulair is gevormd, bijvoorbeeld door middel van twee hoekprofielen of door middel van vier afzon-derlij ke wanden.

7. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zuil is vervaardigd uit gaasmateriaal, zoals een staalmat, welke gaasmateriaal bijvoorbeeld is gevormd door middel van het vlechten van gaasdraden, zoals staaldraden, of het aan elkaar lassen van gaasdraden, of door middel van een andere wijze van met elkaar verbinden van gaasdraden.

8. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het reliëf van de zijwand van de zuil een structuur heeft, zoals ribben, draden, sleuven, welke structuur een hoofdzakelijk horizontale oriëntatie heeft in een staande positie van de zuil.

9. Zuilsysteem volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de zijwand gaasmateriaal met gaasdraden omvat, en de gaasdraden in een buitenvlak van de zuil een hoofdzakelijke verticale positie hebben in een staande positie van de zuil.

10. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusie, waarbij het zuilsysteem meer dan één zuilen omvat.

11. Zuilsysteem volgens conclusie 10, verder omvattende een verbindingselement voor het onderling verbinden van ten minste twee zuilen, waarbij bij voorkeur het verbindings-element uit eenzelfde materiaal als de zuil is vervaardigd.

12. Zuilsysteem volgens één van de conclusies 9-11, waarbij een displayelement bevestigd of bevestigbaar is tussen twee zuilen en/of ten minste gedeeltelij k rondom één zuil.

13. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies , verder omvattende een ondersteuningsonderdeel voor het ondersteunen en/of opnemen van ten minste één van voorwerpen en personen, en/of voor het versterken van het zuilsysteem, in het bij zonder het constructief versterken van het zuilsysteem, waarbij bij voorkeur een ballastcontainer geplaatst of plaatsbaar is in het ondersteuningsonderdeel.

14. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ondersteuningsonderdeel is vervaardigd uit eenzelfde materiaal als de zuil.

15. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ballastcontainer een flexibele bulkhouder is, welke ballastcontainer vulbaar of gevuld is met een vervormbaar ballastmateriaal dat is geselecteerd uit de groep omvattende: water en grondmateriaal, zoals zand, aarde, grind, hydrokorrels, etc.

16. Zuilsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij, in samengestelde toestand van de zuil en de met ballast gevulde ballastcontainer, de vervorming van de wand van de flexibele ballastcontainer ten minste de wanddikte van de ballastcontainer en/of ten hoogste de wanddikte van de zijwand van de zuil bedraagt.

17 . Werkwij ze voor het stabiliseren van een zuil, de werkwijze omvattende stappen voor: het plaatsen van een zuil met een zijwand met een reliëf gevormd door één of meer uitsparingen en/of één of meer uitstulpingen; het plaatsen van een ballastcontainer; en het vullen van de ballastcontainer met een vervormbare ballast, waarbij de ballastcontainer, wanneer geplaatst in de zuil en wanneer de ballastcontainer is gevuld of wordt gevuld, onder invloed van de vervormbare ballast vervormt om te worden opgenomen in het reliëf, respectievelijk het reliëf op te nemen teneinde de zuil en de ballastcontainer aan elkaar te bevestigen.