NL2013139C2 - Fiets voorzien van een kettingscherm en werkwijze en middelen voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets. - Google Patents

Fiets voorzien van een kettingscherm en werkwijze en middelen voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets. Download PDF

Info

Publication number
NL2013139C2
NL2013139C2 NL2013139A NL2013139A NL2013139C2 NL 2013139 C2 NL2013139 C2 NL 2013139C2 NL 2013139 A NL2013139 A NL 2013139A NL 2013139 A NL2013139 A NL 2013139A NL 2013139 C2 NL2013139 C2 NL 2013139C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chain
bicycle
chain guard
guard
fastening means
Prior art date
Application number
NL2013139A
Other languages
English (en)
Inventor
Dirk Vens
Original Assignee
Curana Invest Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Curana Invest Bvba filed Critical Curana Invest Bvba
Application granted granted Critical
Publication of NL2013139C2 publication Critical patent/NL2013139C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62JCYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
    • B62J13/00Guards for chain, chain drive or equivalent drive, e.g. belt drive
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62KCYCLES; CYCLE FRAMES; CYCLE STEERING DEVICES; RIDER-OPERATED TERMINAL CONTROLS SPECIALLY ADAPTED FOR CYCLES; CYCLE AXLE SUSPENSIONS; CYCLE SIDE-CARS, FORECARS, OR THE LIKE
    • B62K3/00Bicycles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gears, Cams (AREA)

Description

FIETS VOORZIEN VAN EEN KETTINGSCHERM EN WERKWIJZE ENMIDDELEN VOOR HET BEVESTIGEN VAN EEN KETTINGSCHERM
AAN EEN FIETS
Deze uitvinding betreft enerzijds een kettingscherm voor een fiets die door middel vanminstens één klikverbindingselement aan een fiets kan bevestigd worden. Dezeuitvinding betreft ook een fiets omvattende een aandrijfmechanisme met een riem ofeen ketting die voorzien is om minstens één wiel aan te drijven en een kettingschermom minstens een gedeelte van die riem of ketting af te schermen, waarbij hetkettingscherm aan een vast onderdeel van de fiets bevestigd is door middel vanminstens één klikverbinding van een eerste en een tweede verbindingselement dierespectievelijk aan een vast onderdeel van de fiets en aan het kettingscherm bevestigdzijn. Anderzijds betreft deze uitvinding ook een werkwijze voor het bevestigen vaneen kettingscherm aan een fiets door middel van minstens één klikverbinding.
Het aandrijfmechanisme kan louter mechanisch zijn met een aandrijfas die doormiddel van trappers door de fietser wordt aangedreven, en waarbij de rotatie van deaandrijfas op het achterwiel wordt overgebracht door middel van een ketting dieenerzijds over een aandrijftandwiel loopt dat vastzit op de aandrijfas en anderzijds overeen tandwiel loopt dat vastzit op de wielas. Bij een derailleurfiets is ter hoogte van hetachterwiel een versnellingsapparaat met meerdere tandwielen voorzien en loopt deketting over het tandwiel dat behoort bij de door de fietser gekozen versnelling. Hetversnellingsapparaat kan ook in de naaf van het achterwiel voorzien zijn.
De overbrenging van de rotatie van de aandrijfas naar het wiel kan uiteraard ook meteen riem worden tot stand gebracht. In deze octrooiaanvraag wordt op de meesteplaatsen enkel een ketting genoemd, en wordt het afschermende onderdeel dus ookmet de term kettingscherm aangeduid. Deze termen moeten evenwel in ruime zinbegrepen worden en slaan bijgevolg ook op een riem en een bijhorend riemscherm.
Bij een elektrische fiets omvat het genoemde aandrijfmechanisme ook een elektrischemotor die door middel van een batterij wordt aangedreven en voorzien is om de rotatievan de motoras over te brengen op de aandrijfas.
De ketting wordt minstens gedeeltelijk afgedekt door middel van een kettingschermdie door middel van schroeven wordt vastgemaakt aan beugels die op een vastonderdeel van de fiets voorzien zijn.
Zo’n kettingscherm kan uitgevoerd zijn als een ééndelig element uit plaatvormigmateriaal, meestal uit kunststof, dat vooraan een schelpvormig gedeelte omvat dat hetaandrijftandwiel en de erover lopende ketting aan één zijde afschermt, en achteraaneen hoofdzakelijk langwerpig uitlopend staartgedeelte omvat dat ook een gedeelte vanhet bovenaan lopend deel van de ketting zijdelings afdekt. Zowel het schelpvormiggedeelte als het staartgedeelte hebben een smalle rand die zich, ten opzichte van hetvlak waarin de ketting loopt, in een dwarsrichting uitstrekt en de ketting ook aan zijndwars gerichte buitenzijde afschermt.
De ketting kan echter ook afgeschermd worden door een element dat de ketting en hetaandrijftandwiel grotendeels of helemaal omsluit. Een dergelijk element heefteveneens als functie de ketting af te schermen en is bijgevolg een kettingscherm in dezin van deze octrooiaanvraag. Zo’n gesloten element wordt dikwijls met de termkettingkast aangeduid. Het weze duidelijk dat de term kettingscherm in dezeoctrooiaanvraag onder meer ook op een kettingkast slaat.
Het traject dat de ketting volgt bij zijn omloop om het aandrijftandwiel en een met dewielas verbonden tandwiel wordt in deze octrooiaanvraag de kettinglijn genoemd. Bijeen derailleurfiets kunnen de kettinglijnen overeenkomend met verschillendeversnellingen aanzienlijk van elkaar verschillen. Het kettingscherm moet zo op de fietsbevestigd worden dat de ketting bij alle mogelijke kettinglijnen wordt afgedekt endaarbij niet wordt gehinderd door het kettingscherm of zijn bevestigingsmiddelen.Vanuit esthetisch oogpunt streeft men er ook naar om het kettingscherm zo te bevestigen dat de bovenste rand van het kettingscherm een lijn volgt met een zo kleinmogelijke hellingshoek, en bij voorkeur horizontaal loopt.
Bij fietsen met een versnellingsapparaat dat in de naaf van het achterwiel is voorzienis er op de wielas van het achterwiel één relatief klein tandwiel voorzien, en is er dusslechts één mogelijke kettinglijn, zodat het kettingscherm op zo’n fiets in een anderepositie moet kunnen bevestigd worden dan op een derailleurfiets.
Bij elektrische fietsen omvat het aandrijfmechanisme een door een batterijaangedreven elektrische motor en middelen om de rotatie van de motoras over tebrengen op de aandrijfas. Dikwijls zijn er op een zijkant van de motorbehuizing eenbeperkt aantal bevestigingsbeugels voorzien voor het bevestigen van hetkettingscherm. De opstelling en de oriëntatie van de motor is bovendien niet bij allefietsmodellen identiek. Zo is de motor bij een damesfiets doorgaans lager opgesteld enanders georiënteerd dan bij een herenfiets. Bij een verschillende opstelling of oriëntatievan de motor is het dikwijls zo dat het kettingscherm in een andere positie zou moetenkunnen bevestigd worden om deze in een esthetisch gewenste positie te brengenwaarbij de ketting ook ongehinderd wordt afgedekt.
Er is gebleken dat de bestaande kettingschermen slechts bij een beperkt aantalverschillende types fietsen in een aanvaardbare positie kunnen bevestigd worden.Hierdoor moet men voor fietsen met verschillende eigenschappen ook verschillendeaangepaste kettingschermen ontwikkelen. Soms worden op het esthetische vlak ooktoegevingen gedaan om met een bestaand kettingscherm dat ideaal is voor bepaaldetypes fietsen ook bij andere fietsen een ongehinderde afscherming van de ketting tebekomen. Bij elektrische fietsen is het in een aanvaardbare positie bevestigen van hetkettingscherm zo mogelijk nog moeilijker doordat op de motorbehuizing maar een zeerbeperkt aantal bevestigingsplaatsen voor het kettingscherm voorzien worden.
Bij bestaande fietsen is het kettingscherm ook dikwijls bevestigd door middel vanschroeven die doorheen openingen in de dwarse rand van het kettingscherm worden vastgeschroefd. De kop van deze schroeven is bijgevolg zichtbaar. Bij fietsen met eenhoogstaande kwaliteit wordt dit als een nadeel beschouwd. Bovendien strekt de steelvan deze schroeven zich uit doorheen het materiaal van het kettingscherm in debinnenruimte van het kettingscherm in de richting van de ketting, zodat hetkettingscherm groter moet zijn dan vereist omwille van de mogelijke kettinglijnen,opdat de schroeven niet in aanraking zouden kunnen komen met de ketting.
Het doel van deze uitvinding is aan de hierboven aangeduide nadelen te verhelpen doorte voorzien in een fiets met een kettingscherm waarvan de bevestigingspositiegemakkelijk aanpasbaar is aan de kenmerken van een groot aantal verschillende typesfietsen, waardoor hetzelfde kettingscherm op een groot aantal verschillende typesfietsen met onzichtbare bevestigingsmiddelen bevestigbaar is zonder toegevingen temoeten doen op esthetisch vlak, en waarbij het kettingscherm niet groter moet zijndan vereist omwille van de mogelijke kettinglijnen.
Deze doelstelling wordt enerzijds bereikt door te voorzien in een kettingscherm vooreen fiets, die minstens één klikverbindingselement omvat voor zijn bevestiging aaneen fiets, waarbij het kettingscherm volgens deze uitvinding voorzien is vanbevestigingsmiddelen om elk klikverbindingselement naar keuze op één van minstenstwee verschillende bevestigingsplaatsen aan het kettingscherm te bevestigen.
Voor bovengenoemde problemen en nadelen wordt ook een oplossing aangebodendoor een fiets te voorzien met de in de eerste paragraaf van deze beschrijvingaangeduide kenmerken waarbij het kettingscherm voorzien is vanbevestigingsmiddelen om elk tweede klikverbindingselement naar keuze op één vanminstens twee verschillende bevestigingsplaatsen aan het kettingscherm te bevestigen,waarbij het bevestigde kettingscherm naargelang de keuze van de bevestigingsplaatsvan elk tweede klikverbindingselement in één van minstens twee ten opzichte vanelkaar geroteerde posities aan het vast onderdeel bevestigbaar is, en zich in elk vandeze posities onder een verschillende hellingshoek vanaf het aandrijfmechanisme inde richting van het erdoor aangedreven wiel uitstrekt.
Bovenstaande doelstelling wordt tenslotte ook bereikt door te voorzien in eenwerkwijze voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets die een door eenaandrijfmechanisme via een riem of ketting aangedreven wiel omvat, waarbij hetkettingscherm door middel van minstens één klikverbinding bevestigd wordt aan eenvast onderdeel van de fiets, in een positie waarbij deze minstens een gedeelte van deketting afschermt, en waarbij elke klikverbinding een eerste en een tweedeklikverbindingselement omvat die respectievelijk aan het vast onderdeel van de fietsen aan het kettingscherm bevestigd worden, waarbij volgens deze uitvinding, voor elktweede klikverbindingselement minstens twee mogelijke bevestigingsplaatsen op hetkettingscherm bepaald worden door het aanbrengen van bevestigingsmiddelen op hetkettingscherm, waarbij het kettingscherm naargelang de keuze van dezebevestigingsplaats(en) in één van minstens twee ten opzichte van elkaar geroteerdeposities aan het vast onderdeel wordt bevestigd en in elk van deze posities eenverschillende hellingshoek heeft en waarbij voor het bevestigen van het kettingschermaan de fiets a. voor elk tweede klikverbindingselement een bevestigingsplaats geselecteerdwordt in functie van de gewenste hellingshoek van het kettingscherm na hetrealiseren van de klikverbinding, b. elk tweede klikverbindingselement op de aldus bepaalde bevestigingsplaatswordt bevestigd aan het kettingscherm, en c. elke klikverbinding wordt gerealiseerd zodat het kettingscherm met degewenste hellingshoek bevestigd wordt.
Om elk tweede klikverbindingselement volgens deze werkwijze op de geselecteerdebevestigingsplaats aan het kettingscherm te bevestigen kan elk gekendbevestigingsmiddel gebruikt worden. Vanuit esthetisch oogpunt zijn er geenbeperkingen aangezien deze bevestiging zich binnenin de door het kettingschermomsloten ruimte bevindt en bijgevolg onzichtbaar is vanaf de buitenzijde van hetkettingscherm. Zo kan het klikverbindingselement bijvoorbeeld op zijnbevestigingsplaats bevestigd worden door middel van schroeven of klinknagels ofdoor een klikverbinding.
Bij deze werkwijze voorziet men bij voorkeur een kettingscherm dat uit minstens tweedelen bestaat en een tandwieldeel en een kettingdeel omvat, waarbij het tandwieldeelvoorzien is om een aandrijftandwiel af te schermen, waarbij het kettingdeel aan hettandwieldeel bevestigd is en voorzien is om zich langs de riem of de ketting naar hetaangedreven wiel toe uit te strekken, waarbij het tandwieldeel en het kettingdeelcomplementaire bevestigingsmiddelen omvatten die voorzien zijn om het tandwieldeelen het kettingdeel aan elkaar te bevestigen, en waarbij a. voor elk bevestigingsmiddel op het tandwieldeel en/of voor elkbevestigingsmiddel op het kettingdeel minstens twee mogelijke plaatsenbepaald worden, waarbij het kettingdeel naargelang de keuze van dezeplaats(en) in één van minstens twee ten opzichte van elkaar geroteerdeposities aan het tandwieldeel wordt bevestigd en elk van deze positiesovereenkomt met een verschillende hellingshoek van het kettingscherm, b. voor elk bevestigingsmiddel een plaats geselecteerd wordt in functie van degewenste hellingshoek van het kettingscherm, c. elk bevestigingsmiddel op de aldus bepaalde bevestigingsplaats wordtvoorzien, d. de verbinding van het kettingdeel en het tandwieldeel wordt gerealiseerd doorde genoemde complementaire bevestigingsmiddelen in samenwerking tebrengen, en e. het kettingscherm aan de fiets bevestigd wordt.
De verschillende aspecten van de uitvinding hebben gemeen dat de hellingshoekwaarmee een kettingscherm door een klikverbinding aan een bepaalde fiets bevestigdwordt nog na zijn productie kan bepaald worden, namelijk door een doelgerichte keuzevan de bevestigingsplaats van elk tweede klikverbindingselement aan dezekettingscherm.
Hierdoor kan men de bevestigingspositie van een welbepaald kettingscherm aan despecifieke kenmerken van een welbepaalde fiets aanpassen, rekening houdend met allespecifieke fietseigenschappen, zoals onder meer de kettinglijn(en), om de ketting ongehinderd af te schermen, terwijl ook op esthetisch vlak weinig of geen toegevingenmoeten gedaan worden. Bij voorkeur zal men de bevestigingsplaatsen zo bepalen dathet kettingscherm wordt bevestigd met een zo klein mogelijke hellingshoek, bijvoorkeur ongeveer horizontaal en dus met een hellingshoek van ongeveer 0°, enuiteraard ook zonder daarbij de doorgang van de ketting bij alle mogelijke kettinglijnenvan die bepaalde fiets te hinderen.
Met andere woorden, door een kettingscherm te produceren waaraan de tweedeklikverbindingsmiddelen in een afzonderlijke stap, na de productie, naar keuze op éénvan een aantal verschillende en welbepaalde bevestigingsplaatsen kunnen bevestigdworden aan het kettingscherm, kan de bevestigingspositie van het kettingscherm nazijn productie nog op eenvoudige wijze aangepast worden aan de eigenschappen vanverschillende types fietsen, zodat een welbepaald kettingscherm bij een groter aantalverschillende types fietsen in een op alle vlakken goede positie kan bevestigd worden.
De klikverbindingsmiddelen kunnen bovendien, volledig onzichtbaar vanaf debuitenzijde van het kettingscherm, in de door het kettingscherm omsloten ruimteworden voorzien. Bovendien kunnen deze klikverbindingsmiddelen zo geplaatstworden dat ze zich hoofdzakelijk dwars op het vlak van de ketting uitstrekken en geenruimte innemen tussen de dwarse buitenzijde van de ketting en de dwarse rand van hetkettingscherm, waardoor het kettingscherm niet groter moet zijn dan vereist omwillevan de mogelijke kettinglijnen.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de fiets volgens deze uitvinding is erop het kettingscherm voor elk tweede klikverbindingselement een reeks van minstensdrie opeenvolgende bevestigingsplaatsen voorzien, zodat het kettingscherm naar keuzein één van minstens drie onderling geroteerde posities aan het vast onderdeelbevestigbaar is, terwijl twee met opeenvolgende bevestigingsplaatsenovereenkomende opeenvolgende posities van het kettingscherm telkens nagenoeghetzelfde verschil in hellingshoek vertonen.
Hierdoor is goed voorspelbaar naar welke bevestigingsplaats eenklikverbindingselement moet overgebracht worden om een gewenste wijziging van dehellingshoek te bekomen. Bij voorkeur leveren opeenvolgende bevestigingsplaatseneen wijziging van de hellingshoek op van ongeveer 6°. Bij voorkeur is deze wijzigingvan de hellingshoek niet meer dan 10°.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de fiets volgens dezeuitvinding is het genoemde vast onderdeel van de fiets voorzien om elk eersteklikverbindingselement naar keuze op één van minstens twee verschillendebevestigingsplaatsen aan het vast onderdeel te bevestigen.
Hierdoor kan men ook de bevestigingsplaats aan de fiets kiezen in functie van debeschikbare plaats, onder meer rekening houdend met de mogelijke kettinglijnen opeen bepaalde fiets. Aangezien zowel de bevestigingsplaats van elk eersteklikverbindingselement aan de fiets als de bevestigingsplaats van elk tweedeklikverbindingselement aan het kettingscherm kan gekozen worden, heeft men devrijheid om de plaats van de volledige klikverbinding waarmee het kettingscherm aande fiets wordt bevestigd te bepalen in functie van de fietseigenschappen.
Hierdoor is niet alleen de positie van het kettingscherm aanpasbaar aan een bepaaldtype fietsen maar ook de positie van alle bevestigingsplaatsen van het kettingscherm.Deze vrijheid maakt dat een bepaald kettingscherm aan een nog groter aantalverschillende types fietsen kan aangepast worden om een esthetische plaatsing van hetkettingscherm te bereiken.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van deze fiets omvat het kettingscherm eenrij met een eerste aantal (n) eerste bevestigingsmiddelen, is het tweedeklikverbindingselement voorzien van een aantal complementaire tweedebevestigingsmiddelen die met een kleiner tweede aantal (p) eerstebevestigingsmiddelen van de rij kunnen samenwerken om het tweedeklikverbindingselement te bevestigen, en kunnen de tweede bevestigingsmiddelen naar keuze met één van twee of meer verschillende groepen met het tweede aantal (p)eerste bevestigingsmiddelen van de rij in samenwerking gebracht worden, om hetklikverbindingselement op een gekozen bevestigingsplaats te bevestigen.
Het genoemde tweede aantal kan hierbij gelijk zijn aan 1, zodat een groep eerstebevestigingsmiddelen van de rij uit één enkel bevestigingsmiddel kan bestaan.
In een zeer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de fiets volgens deze uitvindingomvat het kettingscherm een zich volgens een cirkelboog uitstrekkende rij eerstebevestigingsmiddelen, zijn de eerste bevestigingsmiddelen uitsteeksels terwijl detweede bevestigingsmiddelen openingen waarin de uitsteeksels kunnen weerhoudenworden, of omgekeerd.
In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm bestaat het kettingscherm uitminstens twee delen, en omvat deze een tandwieldeel en een kettingdeel, waarbij hettandwieldeel zich langs een aandrijftandwiel van het aandrijfmechanisme bevindt endoor de genoemde klikverbinding aan het vast onderdeel van de fiets is bevestigd,waarbij het kettingdeel aan het tandwieldeel bevestigd is en zich langs de ketting naarhet aangedreven wiel toe uitstrekt, waarbij het tandwieldeel en het kettingdeelbevestigingsmiddelen omvat die voorzien zijn om het kettingdeel naar keuze in éénvan minstens twee ten opzichte van elkaar geroteerde posities aan het tandwieldeel tebevestigen, en waarbij het kettingdeel zich in elk van deze posities onder eenverschillende hellingshoek vanaf het bevestigde tandwieldeel in de richting van hetaangedreven wiel uitstrekt.
Deze bevestigingsmiddelen voor koppeling van het kettingdeel aan het tandwieldeelvan het kettingscherm kunnen gelijkaardig zijn aan de bevestigingsmiddelen waarmeehet tweede klikverbindingselement op een selecteerbare plaats bevestigd wordt aan hetkettingscherm. Zo kan er op het tandwieldeel een rij met een aantal eerstebevestigingsmiddelen voorzien zijn terwijl het kettingdeel een aantal tweedebevestigingsmiddelen heeft die kunnen samenwerken met een deelgroep van de eerste bevestigingsmiddelen van de rij, voor het koppelen van beide delen van hetkettingscherm. De tweede bevestigingsmiddelen kunnen dan naar keuze met één vanminstens twee verschillende deelgroepen samenwerken. De rij eerstebevestigingsmiddelen is dan zo geplaatst dat naargelang de keuze van de deelgroepeen andere positie van het tandwieldeel ten opzichte van het kettingdeel van hetkettingscherm wordt bekomen.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm is de fiets volgens deze uitvinding eenelektrische fiets met een aandrijfmechanisme dat een elektrische motor omvat, waarbijhet genoemde vast onderdeel waaraan de eerste bevestigingsmiddelen wordenbevestigd een onderdeel van de motor is, bij voorkeur de motorbehuizing of een aandeze motorbehuizing bevestigd onderdeel.
Zoals hoger gezegd betreft deze uitvinding ook een kettingscherm voor een fiets.
De bijzondere kenmerken van het kettingscherm werden omschreven in de conclusies1 tot en met 6, en betreffen kenmerken die in de bovenstaande beschrijving van de fietsreeds aan bod kwamen.
In de hierna volgende beschrijving wordt de bevestiging van een kettingscherm aaneen fiets volgens deze uitvinding meer in detail omschreven. Deze beschrijving dientenkel om de kenmerken van de uitvinding verder te verduidelijken, en kan dus nietaanzien worden als een beperking van de in de conclusies van deze octrooiaanvraagopgeëiste bescherming voor deze uitvinding, noch van het toepassingsgebied ervan.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan figuur 1 een zijaanzicht is van een gedeelte van elektrische fiets met eennaafversnellingsapparaat en een kettingscherm volgens deze uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht is van het gedeelte van de elektrische fietsweergegeven in figuur 1 waarvan het kettingscherm is weggenomen; figuur 3 een zijaanzicht is van een gedeelte van een elektrische derailleurfietsvolgens deze uitvinding waarvan het kettingscherm is weggenomen; figuur 4 een zijaanzicht is van een gedeelte van een elektrische fietsvolgens de uitvinding waarbij de elektrische motor niet is weergegeven; figuur 5 een zijaanzicht is van een kettingscherm volgens deze uitvinding; figuur 6 een opengewerkt perspectief is van een gedeelte van hetaandrijfmechanisme en het kettingscherm van een fiets volgens dezeuitvinding; figuur 7a een detailweergave is van een dwarsdoorsnede van de niet verbondenklikverbindingselementen waarmee het kettingscherm aan een vast deel van demotor bevestigd wordt; figuur 7b de op figuur 7a voorgestelde klikverbindingselementen indwarsdoorsnede voorstelt tijdens het tot stand brengen van de klikverbinding; figuur 7c de op figuren 7a en 7b voorgestelde klikverbindingselementen indwarsdoorsnede voorstelt nadat de verbinding tot stand gebracht is; figuur 8 een zijaanzicht is van een elektrische motor van een elektrische fietsvolgens de uitvinding;
De fietsen die gedeeltelijk zijn weergegeven op de figuren 1 tot 4 zijn elektrischefietsen met een aandrijfmechanisme (1) dat een aandrijfas (23) omvat, die kanaangedreven worden door middel van trappers en/of door middel van een motor diedoor een batterij wordt aangedreven. Daarbij zijn er middelen voorzien om de rotatievan de motoras op de aandrijfas (23) van de fiets over te brengen. De rotatie van deaandrijfas (23) wordt door middel van een ketting (2) overgebracht op het achterwiel(3) van de fiets. De ketting (2) loopt hiervoor over een aandrijftandwiel (10) dat vastzitop de aandrijfas (23) en over een tandwiel (13) dat vastzit op de wielas van hetachterste wiel (3). Uiteraard is de hierna omschreven uitvinding ook toepasbaar opniet-elektrische fietsen, waarbij het hoger genoemde aandrijfmechanisme (1) enkeltrappers omvat om de aandrijfas (23) en het aandrijftandwiel (10) aan te drijven.
Om de ketting (2) gedeeltelijk af te schermen is de fiets voorzien van een tweedeligkettingscherm (4a, 4b). Op figuren 1 tot 4 en op figuur 6 worden de één of meerderemogelijke trajecten van de ketting (2) weergegeven. Dit zijn de zogenaamdekettinglijnen (2). Deze verschillende kettinglijnen (2) worden op de figuren aangeduidmet hetzelfde referentiecijfer als de ketting (2).
De fiets die voorgesteld is op de figuren 1 en 2 heeft slechts één mogelijk traject voorde ketting (2) daar de wielas van het achterste wiel (3) slechts voorzien is van ééntandwiel (13) en geen versnellingen omvat. De versnellingen zijn hier voorzien in denaaf van het achterwiel (3). Op de figuren 3 en 4 wordt een derailleurfiets getoond metmeerdere versnellingen. Hiervoor omvat de wielas meerdere tandwielen (13).Afhankelijk van de door de fietser gekozen versnelling zal de ketting (2) over één vande tandwielen (13) van de wielas lopen waardoor per versnelling er een anderekettinglijn (2) wordt bepaald.
Het kettingscherm (4a, 4b) is opgebouwd uit twee delen, namelijk het tandwieldeel(4a), dat het aandrijftandwiel (10) en de ketting (2) ter hoogte van het aandrijftandwiel(10) afschermt, en een aan het tandwieldeel (4a) bevestigd kettingdeel (4b), dat zichuitstrekt langs de ketting (2) naar het aangedreven achterste wiel (3) toe. Hetkettingscherm (4a, 4b) dient zo gepositioneerd te zijn dat de ketting (2) voldoende isafgeschermd zonder de ketting (2) in zijn beweging te hinderen.
Het kettingscherm (4a, 4b) is op losmaakbare wijze verbonden met een vast onderdeel (5) van het motorblok, via twee klikverbindingen. Uiteraard kunnen hiervoor ook drieof meer klikverbindingen voorzien worden. Een verbinding met één enkeleklikverbinding behoort eveneens tot de mogelijkheden.
Om deze klikverbindingen tot stand te kunnen brengen is de motor voorzien van tweemotorbeugels (6) die elk via een schroef (14) verbonden zijn met het genoemde vasteonderdeel (5) van het motorblok en is het kettingscherm (4a, 4b) voorzien van tweeovereenkomstige kettingschermbeugels (7), waarbij deze motorbeugels (6) klikbaar zijn in de kettingschermbeugels (7). Het vaste onderdeel is op figuur 6 voorgesteld alseen schijfvormig geheel (5).
De positie van deze klikverbindingen bepaalt hoofdzakelijk de positie van hetkettingscherm (4a, 4b) ten opzichte van de fiets. Deze positie wordt gekozen in functievan de positie van de kettinglijn (2) en indien er meerdere kettinglijnen (2) mogelijkzijn in functie van alle mogelijke standen van de kettinglijnen (2). Het kettingscherm(4a, 4b) mag de ketting (2) immers niet hinderen. Zo mag er geen contact mogelijkzijn tussen de ketting (2) en het kettingscherm (4a, 4b). Ook de motorbeugels (6) ende kettingschermbeugels (7) mogen geen contact maken met de ketting (2). Bij deplaatsing van deze beugels (6), (7) moet hiermee dus ook rekening worden gehouden.Uiteraard worden de bovengenoemde posities van de beugels (6), (7) zodanig gekozendat twee klikverbindingen tot stand kunnen komen. Elke motorbeugel (6) moet zichimmers tegenover een kettingschermbeugel (7) bevinden.
Het realiseren van de klikverbinding wordt weergegeven op de figuren 7a tot 7c. Deklikverbinding worden gerealiseerd met behulp van de motorbeugels (6) en dekettingschermbeugels (7). De verschillende delen van deze beugels (6, 7) zijn ookzichtbaar op figuur 6. Zowel de motorbeugel (6) als de kettingschermbeugel (7) zijnopgebouwd uit twee hoofdonderdelen, namelijk een verbindingsgedeelte (16a, 15a) eneen klikgedeelte (16b, 15b). Het verbindingsgedeelte (16a) van de motorbeugel (6)bevindt zich tegen het vast onderdeel (5) van het motorblok en is hiermee ookverbonden en het verbindingsgedeelte (15a) van de kettingschermbeugel (7) bevindtzich tegen het tandwieldeel (4a) en is hiermee ook verbonden. Via de klikgedeeltes(15b, 16b) van de kettingschermbeugels (7) en de motorbeugels (6) wordt deklikverbinding tot stand gebracht. De vorm van de klikgedeeltes (15b, 16b) isaangepast om deze klikverbinding op een eenvoudige manier te kunnen realiseren.
De klikgedeeltes (15b, 16b) strekken zich uit in een richting die nagenoeg loodrechtstaat op het vast onderdeel (5) van het motorblok.
Het klikgedeelte (15b) van de kettingschermbeugel (7) omvat een centrale opening(17) en een eerste (18a) en een tweede afgeronde rand (18b). Het klikgedeelte (16b)van de motorbeugel (6) omvat centraal een eerste opening (19a) met een uitstekendonderdeel (20a) en omvat aan de rand die het verst verwijderd is van zijnverbindingsgedeelte (16a) een tweede opening (19b) met een uitstekend onderdeel(20b). De uitstekende onderdelen (20a, 20b) zijn naar de centrale aandrijfas (23) toegericht wanneer de motorbeugels (6) bevestigd zijn aan het vast onderdeel (5) van hetmotorblok. Hoe de bovengenoemde openingen (17, 19a, 19b), uitstekende onderdelen(20a, 20b) en afgeronde randen (18a, 18b) helpen bij het tot stand brengen deklikverbinding wordt met behulp van figuren 7a, 7b en 7c verduidelijkt.
Op figuur 7a is de kettingschermbeugel (7) nog niet verbonden met de motorbeugel (6) . Op figuur 7b zijn de kettingschermbeugel (7) en motorbeugel (6) getoondgedurende het naar elkaar toe verplaatsen van de twee beugels (6), (7) om deklikverbinding te realiseren. Hier is duidelijk zichtbaar dat het klikgedeelte (16b) vande motorbeugel (6) terechtkomt in een holte (22) tussen het klikgedeelte (15b) van dekettingschermbeugel (7) en het tandwieldeel (4a). De aanwezigheid van de eersteafgeronde rand (18a) vereenvoudigt en verzekert het inschuiven in deze holte (22).
Op figuur 7c is de klikverbinding tussen de motorbeugel (6) en de kettingschermbeugel (7) tot stand gebracht.
Het uitstekend onderdeel (20b) van de tweede opening (19b) van het klikgedeelte (16b)van de motorbeugel (6) bevindt zich hier rond de tweede afgeronde rand (18b) van hetklikgedeelte (15b) van de kettingschermbeugel (7) en het uitstekend onderdeel (20a)van de eerste opening (19a) van het klikgedeelte (16b) van de motorbeugel (6) isvastgeklikt in de opening (17) van het klikgedeelte (15b) van de kettingschermbeugel (7).
De positie van het kettingscherm (4a, 4b) ten opzichte van de fiets wordt uitgedruktdoor middel van de hellingshoek a. De hellingshoek a is de hoek tussen de bovenkantvan het kettingdeel (4b), weergegeven door lijn B op figuur 1 die de bovenkant van het kettingdeel (4b) raakt en er evenwijdig mee loopt, en de lijn (A) die de bovenkantvan het kettingscherm (4a, 4b) raakt en evenwijdig loopt met het vlak waarop dewielen van de fiets zich bevinden. Deze hellingshoek α wordt weergeven in figuur 1.
Het vast onderdeel (5) van het motorblok omvat zes schroefopeningen (21) waarin deschroef (14) van een genoemde motorbeugel (6) inbrengbaar is. De plaatsing van dezeschroefopeningen (21) zal dus bepalen waar de twee motorbeugels (6) bevestigdkunnen worden. Het vast onderdeel (5) van het motorblok wordt verder afgeschermddoor een motorkap (25) (zie figuur 8). Deze motorkap (25) heeft ter hoogte van deschroefopeningen (21) van het vast onderdeel (5) gleuven (24). De klikgedeeltes (16b)van de motorbeugels (6) strekken zich uit doorheen deze gleuven (24). De plaatsingvan deze gleuven (24) bepaalt dus mee hoe de motorbeugels (6) ten opzichte van deschroefopeningen (21) georiënteerd kunnen worden. Deze schroefopeningen (21) endeze gleuven (24) zorgen ervoor dat de motorbeugels (6) een beperkt aantalverschillende posities kunnen innemen.
Om de positie van het kettingscherm (4a, 4b) ten opzichte van de fiets te optimaliseren,kunnen niet enkel de motorbeugels (6) een verschillend aantal posities innemen maarkunnen ook de kettingschermbeugels (7) een verschillend aantal posities ten opzichtevan het kettingscherm (4a, 4b) innemen. Elke kettingschermbeugel (7) omvat hiervooropeningen (9) in zijn verbindingsgedeelte (15a) die zich met regelmatigetussenafstanden uitstrekken volgens een cirkelboog. Het tandwieldeel (4a) van hetkettingscherm (4a, 4b) omvat hiervoor verder meerdere holle uitsteeksels (8) uitkunststof die zich eveneens volgens een cirkelboog uitstrekken (zie figuren 4 en 5).
De tussenafstand tussen de opeenvolgende holle uitsteeksels (8) is hoofdzakelijk gelijken komt overeen met tweemaal de afstand tussen de openingen (9) in hetverbindingsgedeelte (15a) van de kettingschermbeugel (6). De kettingschermbeugel(7) kan in een positie gebracht worden waarbij zijn openingen (9) zich tegenover eenrespectievelijk uitsteeksel (8) bevinden en de openingen (9) zijn op deze manierschuifbaar over de holle uitsteeksels (8) van het tandwieldeel (4a). Het verbindingsgedeelte (15a) van de kettingschermbeugel (7) omvat 7 openingen (9)waardoor maximaal 4 openingen (9) schuifbaar zijn over de holle uitsteeksels (8) (ziefiguur 5). Uiteraard kunnen ook minder openingen (9) met respectievelijk holleuitsteeksels (8) in samenwerking komen (zie figuur 4).
Om de verbinding tussen een genoemde kettingschermbeugel (7) en het kettingscherm(4a, 4b) volledig te maken worden, nadat de uitsteeksels (8) in hun respectievelijkeopeningen (9) zitten, de holle uitsteeksels (8) aan hun bovenkant vervormd doorverwarming tot minstens de smelttemperatuur van het kunststofmateriaal, zodanig datde kettingschermbeugels (7) aan het tandwieldeel (4a) van het kettingscherm (4a, 4b)bevestigd zijn.
Door te kiezen over welke groep uitsteeksels (8) welbepaalde openingen (9) van deverbindingsgedeeltes (15a) van de kettingschermbeugels (7) worden geschoven,worden de posities van de kettingschermbeugels (7) ten opzichte van hetkettingscherm (4a, 4b) bepaald. De afstand tussen de opeenvolgende uitsteeksels (8)is gezien volgens de cirkelboog waarop ze liggen 6°. Door de keuze vanopeenvolgende bevestigingsplaatsen van de kettingschermbeugels (7) kan dehellingshoek (a) dus eenvoudig per 6° worden aangepast.
De twee motorbeugels (6) zijn onderling niet met elkaar verbonden, ook de tweekettingschermbeugels (7) zijn niet onderling met elkaar verbonden waardoor ze vieraparte onderdelen vormen en er verschillende afstanden mogelijk zijn tussen demotorbeugels (6) onderling en de kettingschermbeugels (7) onderling wanneer dezerespectievelijk bevestigd zijn aan het vast onderdeel (5) van het motorblok en aan hetkettingscherm (4a, 4b). Zowel de twee motorbeugels (6) als de tweekettingschermbeugels (7) zouden echter ook als één geheel kunnen voorzien worden.
Het kettingdeel (4b) kan in meerdere posities ten opzichte van het tandwieldeel (4a)bevestigd worden. Hierdoor is de hellingshoek (a) nog preciezer regelbaar en kan dezebij geregeld worden op minder dan 6°. Het kettingdeel (4b) wordt voor deze bevestiging voorzien van meerdere openingen (11) die voorzien zijn om samen tewerken met complementaire uitsteeksels (12) op de binnenwand van het tandwieldeel(4a). Bij deze samenwerking worden de uitsteeksels (12) in respectievelijke openingen(11) geplaatst, waarna de bovenzijden van de uitsteeksels (12) bijvoorbeeld wordenvervormd door een lasoperatie om de bevestiging tot stand te brengen.
Bij het bepalen van de plaats van deze openingen (11) wordt rekening gehouden meteen reeks vooraf bepaalde verschillende mogelijke plaatsen voor deze openingen (11),waarbij elke mogelijke plaats een andere oriëntatie van het kettingdeel (4b) tenopzichte van het tandwieldeel (4a) oplevert. De opeenvolgende plaatsen zorgen vooreen zeer kleine wijziging van de hellingshoek (a), bijvoorbeeld 1° of 2°.
De vooraf bepaalde plaatsen zijn ofwel louter voorgeschreven of bepaald door eeninstelling of programmering van een inrichting of machine.
Naargelang de selectie van de plaats voor de openingen (11) kan men het kettingdeel(4b) dus zo plaatsen dat de hellingshoek (a) van het bevestigde kettingscherm (4a, 4b)nog wordt bijgesteld. Dit gebeurt bijvoorbeeld in stappen van 1° of 2°, waardoor menwerkelijk een fijnregeling uitvoert van de hellingshoek (a) van het kettingscherm (4a,4b) op de fiets.
Bij het plaatsen van het kettingscherm (4a, 4b) op een fiets zal men dus eerst bepalenwelke mogelijke kettinglijnen (2) er zijn. Aan de hand daarvan zal men dan de positiesvan de motorbeugels (6) en de kettingschermbeugels (7) bepalen om het kettingscherm(4a, 4b) in een zo goed mogelijke positie te bevestigen.
Zoals hoger reeds werd gezegd wordt de positie van het kettingscherm (4a, 4b) verderfijn gesteld door de positie van het kettingdeel(4b) ten opzichte van het tandwieldeel(4a) te bepalen. Op de figuren 2 en 6 is bijvoorbeeld zichtbaar dat voor een eenvoudigekettinglijn (2) met de vorm van twee evenwijdige lijnstukken die aan de uiteinden doorhalve cirkels met elkaar verbonden zijn, de ene klikverbinding zich aan de bovenkant van de cirkelboog van het tandwieldeel (4a) bevindt en de andere klikverbinding zichaan de onderkant van de cirkelboog van het tandwieldeel (4a) bevindt. Een van demotorbeugels (6) bevindt zich dan ook aan de bovenkant van het vast onderdeel (5)van het motorblok terwijl de andere zich aan de onderkant bevindt. Eén van dekettingschermbeugels (7) is bijgevolg ook verbonden met uitsteeksels (8) aan debovenkant van het tandwieldeel (4a), terwijl de andere kettingschermbeugel (7)verbonden is met uitsteeksels (8) die zich aan de onderkant bevinden.
Op de figuren 3 en 4 is duidelijk te zien dat de ene klikverbinding zich aan debovenkant van de cirkelboog van het tandwieldeel (4a) bevindt terwijl de tweedeklikverbinding zich aan de naar het achterwiel (3) gerichte zijkant van de cirkelboogvan het tandwieldeel (4a) bevindt. Hier is duidelijk dat de laatst genoemdeklikverbinding niet aan de onderzijde van de cirkelboog van het tandwieldeel (4a) kangerealiseerd worden daar de motorbeugel (6) en de kettingschermbeugel (7) op dieplaats de ketting (2) zouden hinderen. Daarom zijn de kettingschermbeugels (7) en demotorbeugels (6) hier hoger geplaatst.
Het voorgaande toont aan dat het voorzien van twee afzonderlijke niet-verbondenmotorbeugels (6) en het voorzien van twee afzonderlijke niet-verbondenkettingschermbeugels (7) het voordeel oplevert dat de tussenafstand tussen de tweeklikverbindingen kan gewijzigd worden. Met een uitvoering waar de twee beugels (6),(7) telkens op een vaste tussenafstand met elkaar verbonden zijn zouden er meerderetypes met verschillende tussenafstanden moeten vervaardigd worden.
Onafhankelijk van het verloop van de één of meerdere mogelijke kettinglijnen (2) vande fiets kan er hier dus gebruik worden gemaakt van één gestandaardiseerdkettingscherm (4a, 4b), één type gestandaardiseerde kettingschermbeugels (7) en ééntype gestandaardiseerde motorbeugels (6), waarbij de ketting (2) dus op meerderetypes fietsen bevestigbaar is in een esthetisch gewenste positie waarbij de ketting (2)ongehinderd wordt afgeschermd.

Claims (15)

1. Kettingscherm (4a, 4b) voor een fiets, omvattende minstens één klikverbindingselement (7) voor de bevestiging van het kettingscherm (4a, 4b)aan een fiets, met het kenmerk dat het kettingscherm (4a, 4b) voorzien is vanbevestigingsmiddelen (8) om elk klikverbindingselement (7) naar keuze op éénvan minstens twee verschillende bevestigingsplaatsen aan het kettingscherm (4a,4b) te bevestigen.
2. Kettingscherm (4a, 4b) voor een fiets volgens conclusie 1, met het kenmerk datde verschillende bevestigingsplaatsen gelegen zijn op een cirkelboog waarvanhet middelpunt zich bevindt in de centrale zone van het kettingscherm (4a, 4b)die voorzien is om zich ter hoogte van de aandrijfas (23) van de fiets te bevinden.
3. Kettingscherm (4a, 4b) voor een fiets, volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerkdat er voor elk klikverbindingselement (7) een reeks van minstens drieopeenvolgende bevestigingsplaatsen met nagenoeg gelijke tussenafstandenvoorzien is.
4. Kettingscherm (4a, 4b) voor een fiets, volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het kettingscherm (4a, 4b) een rij met een eersteaantal (n) eerste bevestigingsmiddelen (8) omvat, dat hetklikverbindingselement (7) voorzien is van een aantal complementaire tweedebevestigingsmiddelen (9) die met een kleiner tweede aantal (p) eerstebevestigingsmiddelen (8) van de rij kunnen samenwerken om het tweedeklikverbindingselement (7) te bevestigen, en dat de tweede bevestigingsmiddelen (9) naar keuze met één van twee of meer verschillendegroepen met het tweede aantal (p) eerste bevestigingsmiddelen (8) van de rij insamenwerking kunnen gebracht worden, om het klikverbindingselement (7) opeen gekozen bevestigingsplaats te bevestigen.
5. Kettingscherm (4a, 4b) voor een fiets volgens één van de voorgaande conclusies,met het kenmerk dat het kettingscherm (4a, 4b) een zich volgens een cirkelbooguitstrekkende rij eerste bevestigingselementen (8) omvat, en dat de eerstebevestigingselementen uitsteeksels (8) zijn terwijl de tweedebevestigingselementen openingen (9) zijn waarin de uitsteeksels (8) kunnenweerhouden worden, of omgekeerd.
6. Kettingscherm (4a, 4b) voor een fiets volgens één van de voorgaande conclusies,met het kenmerk dat het kettingscherm (4a, 4b) uit minstens twee delen bestaaten een tandwieldeel (4a) en een kettingdeel(4b) omvat, dat het tandwieldeel (4a)voorzien is om een aandrijftandwiel (10) af te schermen, dat het kettingdeel (4b)aan het tandwieldeel (4a) bevestigd is en voorzien is om zich langs de riem of deketting (2) naar het aangedreven wiel (3) toe uit te strekken, dat het tandwieldeel(4a) en het kettingdeel (4b) bevestigingsmiddelen (11), (12) omvatten dievoorzien zijn om het kettingdeel (4b) naar keuze in één van minstens twee tenopzichte van elkaar geroteerde posities aan het tandwieldeel (4a) te bevestigen.
7. Fiets omvattende een aandrijfmechanisme (1) met een riem of een ketting (2) dievoorzien is om minstens één wiel (3) aan te drijven en een kettingscherm (4a,4b) om minstens een gedeelte van die ketting (2) af te schermen, waarbij hetkettingscherm (4a, 4b) aan een vast onderdeel (5) van de fiets bevestigd is doormiddel van minstens één klikverbinding van een eerste (6) en een tweedeklikverbindingselement (7) die respectievelijk aan het vast onderdeel (5) van defiets en aan het kettingscherm (4a, 4b) bevestigd zijn, met het kenmerk dat hetkettingscherm (4a, 4b) voorzien is van bevestigingsmiddelen (8) om elk tweedeklikverbindingselement (7) naar keuze op één van minstens twee verschillendebevestigingsplaatsen aan het kettingscherm (4a, 4b) te bevestigen, waarbij hetbevestigde kettingscherm (4a, 4b) naargelang de keuze van de bevestigingsplaatsvan elk tweede klikverbindingselement (7) in één van minstens twee ten opzichtevan elkaar geroteerde posities aan het vast onderdeel (5) bevestigbaar is, en zichin elk van deze posities onder een verschillende hellingshoek (a) vanaf het aandrijfmechanisme (1) in de richting van het erdoor aangedreven wiel (3)uitstrekt.
8. Fiets volgens conclusie 7 met het kenmerk dat er voor elk tweedeklikverbindingselement (7) een reeks van minstens drie opeenvolgendebevestigingsplaatsen voorzien is zodat het kettingscherm (4a, 4b) naar keuze inéén van minstens drie onderling geroteerde posities aan het vast onderdeel (5)bevestigbaar is, en dat twee met opeenvolgende bevestigingsplaatsenovereenkomende opeenvolgende posities van het kettingscherm (4a, 4b) telkensnagenoeg hetzelfde verschil in hellingshoek (a) vertonen.
9. Fiets volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk dat het genoemde vast onderdeel(5) van de fiets voorzien is om elk eerste klikverbindingselement (6) naar keuzeop één van minstens twee verschillende bevestigingsplaatsen aan het vastonderdeel (5) te bevestigen.
10. Fiets volgens een van de conclusies 7 tot 9, met het kenmerk dat hetkettingscherm (4a, 4b) een rij met een eerste aantal (n) eerstebevestigingsmiddelen (8) omvat, dat het tweede klikverbindingselement (7)voorzien is van een aantal complementaire tweede bevestigingsmiddelen (9) diemet een kleiner tweede aantal (p) eerste bevestigingsmiddelen (8) van de rijkunnen samenwerken om het tweede klikverbindingselement (7) te bevestigen,en dat de tweede bevestigingsmiddelen (9) naar keuze met één van twee of meerverschillende groepen met het tweede aantal (p) eerste bevestigingsmiddelen (8)van de rij in samenwerking kunnen gebracht worden, om hetklikverbindingselement (7) op een gekozen bevestigingsplaats te bevestigen.
11. Fiets volgens conclusie 10 met het kenmerk dat het kettingscherm (4a, 4b) eenzich volgens een cirkelboog uitstrekkende rij eerste bevestigingsmiddelen (8)omvat, en dat de eerste bevestigingsmiddelen uitsteeksels (8) zijn terwijl de tweede bevestigingsmiddelen openingen (9) zijn waarin de uitsteeksels (8)kunnen weerhouden worden, of omgekeerd.
12. Fiets volgens een van de conclusies 7 tot 11, met het kenmerk dat hetkettingscherm (4a, 4b) uit minstens twee delen bestaat en een tandwieldeel (4a)en een kettingdeel (4b) omvat, dat het tandwieldeel (4a) zich langs eenaandrijftandwiel (10) van het aandrijfmechanisme (1) bevindt en door degenoemde klikverbinding aan het vast onderdeel (5) van de fiets is bevestigd,dat het kettingdeel (4b) aan het tandwieldeel (4a) bevestigd is en zich langs deriem of ketting (2) naar het aangedreven wiel (3) toe uitstrekt, dat hettandwieldeel (4a) en het kettingdeel (4b) bevestigingsmiddelen (11), (12)omvatten die voorzien zijn om het kettingdeel (4b) naar keuze in één vanminstens twee ten opzichte van elkaar geroteerde posities aan het tandwieldeel(4a) te bevestigen, en dat het kettingdeel (4b) zich in elk van deze posities ondereen verschillende hellingshoek vanaf het bevestigde tandwieldeel (4a) in derichting van het aangedreven wiel (3) uitstrekt.
13. Fiets volgens een van de conclusies 7 tot 12, met het kenmerk dat hetaandrijfmechanisme (1) een elektrische motor omvat en dat het genoemde vastonderdeel (5) een onderdeel van de motor is.
14. Werkwijze voor het bevestigen van een kettingscherm (4a, 4b) aan een fiets die een door een aandrijfmechanisme (1) via een riem of een ketting (2) aangedrevenwiel (3) omvat, waarbij het kettingscherm (4a, 4b) door middel van minstens éénklikverbinding bevestigd wordt aan een vast onderdeel (5) van de fiets, in eenpositie waarbij deze minstens een gedeelte van de ketting (2) afschermt, enwaarbij elke klikverbinding een eerste (6) en een tweede klikverbindingselement(7) omvat die respectievelijk aan het vast onderdeel (5) van de fiets en aan hetkettingscherm (4a, 4b) bevestigd worden, met het kenmerk dat voor elk tweedeklikverbindingselement (7) minstens twee mogelijke bevestigingsplaatsen op hetkettingscherm (4a, 4b) bepaald worden door het aanbrengen van bevestigingsmiddelen (8) op het kettingscherm (4a, 4b), waarbij hetkettingscherm (4a, 4b) naargelang de keuze van deze bevestigingsplaats(en) inéén van minstens twee ten opzichte van elkaar geroteerde posities aan het vastonderdeel (5) wordt bevestigd en in elk van deze posities een verschillendehellingshoek (a) heeft en dat voor het bevestigen van het kettingscherm (4a, 4b)aan de fiets a. voor elk tweede klikverbindingselement (7) een bevestigingsplaatsgeselecteerd wordt in functie van de gewenste hellingshoek (a) van hetkettingscherm (4a, 4b) na het realiseren van de klikverbinding, b. elk tweede klikverbindingselement (7) op de aldus bepaaldebevestigingsplaats wordt bevestigd aan het kettingscherm (4a, 4b), en c. elke klikverbinding wordt gerealiseerd zodat het kettingscherm (4a, 4b)met de gewenste hellingshoek (a) bevestigd wordt.
15. Werkwijze voor het bevestigen van een kettingscherm (4a, 4b) aan een fiets,volgens conclusie 14, met het kenmerk dat een kettingscherm (4a, 4b) voorzienwordt dat uit minstens twee delen bestaat en een tandwieldeel (4a) en eenkettingdeel (4b) omvat, dat het tandwieldeel (4a) voorzien is om eenaandrijftandwiel (10) af te schermen, dat het kettingdeel (4b) aan hettandwieldeel (4a) bevestigd is en voorzien is om zich langs de riem of de ketting(2) naar het aangedreven wiel toe (3) uit te strekken, dat het tandwieldeel (4a) enhet kettingdeel(4b) complementaire bevestigingsmiddelen (11), (12) omvattendie voorzien zijn om samen te werken om het tandwieldeel (4a) en hetkettingdeel (4b) aan elkaar te bevestigen, en dat a. voor elk bevestigingsmiddel (12) op het tandwieldeel (4a) en/of voorelk bevestigingsmiddel (11) op het kettingdeel (4b) minstens tweemogelijke plaatsen bepaald worden, waarbij het kettingdeel (4b)naargelang de keuze van deze plaats(en) in één van minstens twee tenopzichte van elkaar geroteerde posities aan het tandwieldeel (4a) wordtbevestigd en elk van deze posities overeenkomt met een verschillendehellingshoek (a) van het bevestigde kettingscherm (4a, 4b), b. voor elk bevestigingsmiddel (11), (12 ) een plaats geselecteerd wordt infunctie van de gewenste hellingshoek (a) van het kettingscherm (4a,4b), c. elk bevestigingsmiddel (11), (12) op de aldus bepaalde bevestigingsplaats wordt voorzien, d. de verbinding van het kettingdeel (4b) en het tandwieldeel (4a) wordtgerealiseerd door de genoemde complementaire bevestigingsmiddelen(11), (12) in samenwerking te brengen, en e. het kettingscherm (4a, 4b) aan de fiets bevestigd wordt.
NL2013139A 2013-07-15 2014-07-07 Fiets voorzien van een kettingscherm en werkwijze en middelen voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets. NL2013139C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2013/0493A BE1021750B1 (nl) 2013-07-15 2013-07-15 Fiets voorzien van een kettingscherm en werkwijze en middelen voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets
BE201300493 2013-07-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013139C2 true NL2013139C2 (nl) 2015-01-21

Family

ID=49253039

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013139A NL2013139C2 (nl) 2013-07-15 2014-07-07 Fiets voorzien van een kettingscherm en werkwijze en middelen voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1021750B1 (nl)
NL (1) NL2013139C2 (nl)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB191414839A (en) * 1914-06-20 1915-05-20 Charles Thomas Brock Sangster Improvements in Chain-guards or Gear-covers for Cycles.
US2584788A (en) * 1948-02-20 1952-02-05 Elrac Pressed Metals Inc Chain guard
CN2506520Y (zh) * 2001-09-07 2002-08-21 黄桂祥 自行车链盒组件
US7066856B1 (en) * 2002-09-06 2006-06-27 Rogers James K Chain ring protector
NL1022879C2 (nl) * 2003-03-10 2004-09-13 Woerd Bv Kettingkastsamenstel.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1021750B1 (nl) 2016-01-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104118527B (zh) 自行车用的拨链器
CN106184595B (zh) 自行车链轮和自行车曲柄组件
EP2792586B1 (en) Motorcycle
CN102730133B (zh) 自行车变速和制动操作设备
EP1752367B1 (en) Motorcycle
US9776585B2 (en) Bracket stiffening assembly for a vehicle grille
CN106005228A (zh) 自行车链轮以及自行车曲柄组件
US9073509B2 (en) Steering apparatus for a motor vehicle
TW201420420A (zh) 自行車電控制裝置
NL2013139C2 (nl) Fiets voorzien van een kettingscherm en werkwijze en middelen voor het bevestigen van een kettingscherm aan een fiets.
TWI688513B (zh) 具有安裝托架之自行車前變速器
KR102380102B1 (ko) 스프로킷 가드
US20140165763A1 (en) Shift control device for a bicycle derailleur
US20140243126A1 (en) Bicycle front derailleur
EP1923302B1 (en) Sensor device with rotationally moving member
CN103963902A (zh) 自行车操作装置
KR101730127B1 (ko) 가이드유닛이 구비된 자전거 운동장치
TW202028057A (zh) 自行車鏈條導引裝置
CN108341015A (zh) 用于自行车的控制装置
US20130047774A1 (en) Bicycle brake and shift lever assembly
EP2832632A1 (en) Chain guide device
EP3002188A1 (en) Saddle-type ride vehicle
NL2011220C2 (en) Bicycle.
JP3164962U (ja) 走行玩具セット
NL1022879C2 (nl) Kettingkastsamenstel.