NL2012580B1 - Method and installation for catching mussel seed. - Google Patents

Method and installation for catching mussel seed. Download PDF

Info

Publication number
NL2012580B1
NL2012580B1 NL2012580A NL2012580A NL2012580B1 NL 2012580 B1 NL2012580 B1 NL 2012580B1 NL 2012580 A NL2012580 A NL 2012580A NL 2012580 A NL2012580 A NL 2012580A NL 2012580 B1 NL2012580 B1 NL 2012580B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
substrate
main line
hook
guide
robot
Prior art date
Application number
NL2012580A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2012580A (en
Inventor
Jansen Simon
Anko Arthur Oostinga Johannes
Original Assignee
Jansen Tholen B V
Fa Gebr A J Schot
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jansen Tholen B V, Fa Gebr A J Schot filed Critical Jansen Tholen B V
Priority to NL2012580A priority Critical patent/NL2012580B1/en
Publication of NL2012580A publication Critical patent/NL2012580A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012580B1 publication Critical patent/NL2012580B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K61/00Culture of aquatic animals
    • A01K61/50Culture of aquatic animals of shellfish
    • A01K61/54Culture of aquatic animals of shellfish of bivalves, e.g. oysters or mussels
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/80Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in fisheries management
    • Y02A40/81Aquaculture, e.g. of fish

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Manipulator (AREA)

Abstract

Een werkwijze voor het invangen van waterorganismen, zoals mosselzaad, door middel van een soepel langwerpig substraat (5) zoals een touw of kabel, dat zich hoofdzakelijk in het waterlichaam (9) bevindt, omvat de stappen van: - het verschaffen van tenminste een in wezen zich langs het wateroppervlak van een waterlichaam uitstrekkende langwerpige hoofdlijn (4), zoals een touw of kabel, - het op elke hoofdlijn (4) aanbrengen van starre draagorganen (3) die zich afstanden van elkaar bevinden en die zich neerwaarts uitstrekken vanaf genoemde hoofdlijn, - het aanbrengen van het substraat (5) aan de draagorganen (3) onder vorming van substraatlussen (6, 7) die in het waterlichaam (9) reiken, - het doen afzetten van de waterorganismen op de substraatlussen (6, 7).A method for catching aquatic organisms, such as mussel seed, by means of a flexible elongate substrate (5) such as a rope or cable, which is mainly located in the body of water (9), comprises the steps of: - providing at least one essentially elongated main line (4) extending along the water surface of a body of water, such as a rope or cable, - applying rigid support members (3) to each main line (4) that are spaced apart and extending downwards from said main line - applying the substrate (5) to the support members (3) to form substrate loops (6, 7) which extend into the body of water (9), - causing the water bodies to deposit on the substrate loops (6, 7).

Description

Werkwijze alsmede installatie voor het invangen van mosselzaadMethod and installation for catching mussel seed

De uitvinding heeft betrekking op het invangen van waterorganismen, zoals in het bijzonder mosselzaad. Mosselzaad komt in zwevende toestand voor in bepaalde waterlichamen, en zet zich in natuurlijke toestand uiteindelijk af op geschikte plaatsen zoals de bodem van het waterlichaam. Dit mosselzaad wordt gewoonlijk geoogst door netten over het betreffende bodemgebied te slepen. Het aldus verkregen mosselzaad wordt vervolgens overgebracht naar zogenaamde percelen. Deze bevinden zich in een milieu dat geschikt is om het mosselzaad uit te laten groeien tot volwassen mossels.The invention relates to the capture of aquatic organisms, such as, in particular, mussel seed. Mussel seed occurs in the floating state in certain bodies of water, and eventually settles in a natural state at suitable places such as the bottom of the body of water. This mussel seed is usually harvested by dragging nets over the relevant soil area. The mussel seed thus obtained is then transferred to so-called plots. These are in an environment that is suitable for growing mussel seeds into mature mussels.

Hoewel deze methode van het vissen op mosselzaad op zich voldoet ter verkrijging van de mossels, kleven daaraan mogelijk nadelen. Deze mogelijke nadelen zouden de negatieve invloed op het milieu betreffen dat gepaard gaat met mosselzaadvisserij. Als gevolg van het slepen van de netten over de bodem, zou de structuur van de bodem op den duur kunnen worden aangetast.Although this method of fishing for mussel seed is in itself sufficient to obtain the mussels, it may have disadvantages. These potential disadvantages would concern the negative environmental impact associated with mussel seed fishing. As a result of dragging the nets over the soil, the structure of the soil could eventually be affected.

Met het oog op deze mogelijke nadelen is een alternatieve wijze van het verkrijgen van mosselzaad tot ontwikkeling gekomen. Deze betreft het invangen van in het bijzonder mosselzaad ontwikkeld met behulp van een in het waterlichaam aangebracht substraat in de vorm van touwen of kabels met een zeer open of pluizig karakter. Waterorganismen zoals mosselzaad die vrij in het water zweven, komen terecht in het substraat en zetten zich daarop af. Nadat het mosselzaad een zekere ontwikkeling heeft doorgemaakt en het substraat bezet is met kleine mossels, wordt het substraat opgehaald waarna de kleine mossels geoogst worden. Vervolgens wordt deze oogst gedeponeerd op mosselpercelen, alwaar de verdere ontwikkeling van de mossels tot volwassenheid plaatsvindt.In view of these possible disadvantages, an alternative method of obtaining mussel seed has been developed. This relates to the capture of, in particular, mussel seed developed with the aid of a substrate arranged in the water body in the form of ropes or cables with a very open or fluffy character. Aquatic organisms such as mussel seed that float freely in the water end up in the substrate and deposit on it. After the mussel seed has undergone a certain development and the substrate is filled with small mussels, the substrate is collected and the small mussels are harvested. This harvest is then deposited on mussel plots, where the further development of the mussels into adulthood takes place.

Bij deze bekende alternatieve werkwijze worden hoofdlijnen in de vorm van kabels in het water gespannen die zich uitstrekken nabij het wateroppervlak. Aan deze hoofdlijnen wordt het substraat bevestigd, zodanig dat dit in lussen naar beneden in het water hangt. De bevestiging van het substraat aan de hoofdlijnen vindt plaats door middel van knooptouwtjes die enerzijds aan de hoofdlijn, en anderzijds aan het substraat worden vastgeknoopt. In verband met het oogsten van de mossels moeten deze knooptouwtjes alle worden doorgesneden. Veelal gaan deze losgesneden knooptouwtjes verloren en kunnen zij niet hergebruikt worden. Afgezien van dit milieubezwaar, is een dergelijke opbouw van het bekende invangsysteem zeer arbeidsintensief en belastend. Elk knooptouwtje moet twee maal worden verknoopt hetgeen, evenals het lossnijden, veel tijd kost. Nylon touwtjes worden verkregen door deze af te branden van een bolvormige hoeveelheid. Het verkrijgen van de touwtjes is dus arbeidsintensief, wat verdere arbeid en kosten meebrengt.In this known alternative method, main lines in the form of cables are stretched into the water that extend near the water surface. The substrate is attached to these main lines such that it hangs down in the water in loops. The substrate is attached to the main lines by means of knot ropes which are tied to the main line on the one hand and to the substrate on the other hand. Because of the harvesting of the mussels, these knot ropes must all be cut. These loose-cut knot ropes are often lost and cannot be reused. Apart from this environmental problem, such a construction of the known trapping system is very labor-intensive and burdensome. Each knot rope has to be tied twice, which, like cutting loose, takes a lot of time. Nylon strings are obtained by burning them off from a spherical amount. Getting the strings is therefore labor intensive, which entails further labor and costs.

Het doel van de uitvinding is daarom een werkwijze te verschaffen voor het invangen van mosselzaad die deze nadelen mist. Dat doel wordt bereikt door een werkwijze voor het invangen van waterorganismen, zoals mosselzaad, door middel van een soepel langwerpig substraat zoals een touw of kabel, dat zich hoofdzakelijk in het waterlichaam bevindt, omvattende de stappen van: - het verschaffen van tenminste een in wezen zich langs het wateroppervlak van een waterlichaam uitstrekkende hoofdlijn, - het op elke hoofdlijn aanbrengen van starre draagorganen die zich op, bij voorkeur regelmatige, afstanden van elkaar bevinden en die zich neerwaarts uitstrekken vanaf genoemde hoofdlijn, - het aanbrengen van het substraat aan de draagorganen onder vorming van substraatlussen die in het waterlichaam reiken.The object of the invention is therefore to provide a method for catching mussel seed that lacks these disadvantages. That object is achieved by a method for trapping aquatic organisms, such as mussel seed, by means of a flexible elongate substrate such as a rope or cable, which is mainly located in the body of water, comprising the steps of: - providing at least one essentially main line extending along the water surface of a body of water, - applying rigid support members to each main line which are at, preferably regular, distances from each other and extending downwards from said main line, - applying the substrate to the support members below formation of substrate loops that extend into the body of water.

Het toepassen van starre draagorganen in plaats van knooptouwtjes heeft verscheidene voordelen. Allereerst is het eenvoudiger om een star draagorgaan te manipuleren dan een soepel element zoals een knooptouwtje. Met behulp van geschikte grijporganen kan een star draagorgaan worden gegrepen en in een bepaalde gewenste stand worden gehouden. Als gevolg daarvan is het eenvoudig om een dergelijk star draagorgaan te koppelen met de hoofdlijn. Evenzo heeft het eenmaal aan de hoofdlijn gemonteerde starre draagorgaan een voorspelbare positie en stand, zodat ook het aanbrengen van het substraat aan de draagorganen eenvoudiger is. Het is ook denkbaar om de draagorganen eerst aan het substraat te bevestigen, en daarna op te hangen aan de hoofdlijn(en); verder is het mogelijk om het aanbrengen van de draagorganen aan het substraat en aan de hoofdlijn(en) gelijktijdig uit te voeren.The use of rigid support members instead of knot ropes has several advantages. First of all, it is easier to manipulate a rigid support member than a flexible element such as a knot rope. With the aid of suitable gripping members, a rigid carrying member can be gripped and held in a certain desired position. As a result, it is simple to couple such a rigid support member to the main line. Similarly, the rigid support member, once mounted on the main line, has a predictable position and position, so that it is also easier to apply the substrate to the support members. It is also conceivable to first attach the support members to the substrate, and then to hang them on the main line (s); it is furthermore possible to carry out the mounting of the support members on the substrate and on the main line (s) simultaneously.

Deze omstandigheden maken het mogelijk om of wel handmatig, danwel op geautomatiseerde wijze een invanginstallatie op te bouwen. In dat verband is het van voordeel indien de werkwijze de stappen omvat van: - het onder trekvoorspanning brengen van tenminste een part van een hoofdlijn, - het aanbrengen van de starre draagorganen op dat onder voorspanning gebrachte part van de hoofdlijn.These circumstances make it possible to build a capture installation either manually or in an automated manner. In that regard, it is advantageous if the method comprises the steps of: - bringing at least one part of a main line under tensile stress, - applying the rigid support members to that biased part of the main line.

Nadat de hoofdlijn strak is gespannen, is de positie daarvan goed gedefinieerd en kunnen de draagorganen goed daaraan worden bevestigd. In het bijzonder kan de werkwijze de stappen omvatten van: - het verschaffen van twee hoofdlijnen naast elkaar, - het vormen van substraatlussen tussen telkens een draagorgaan dat is aangebracht op de ene hoofdlijn en een draagorgaan dat is aangebracht op de andere hoofdlijn.After the main line is tensioned tightly, its position is well defined and the support members can be properly attached thereto. In particular, the method may comprise the steps of: - providing two main lines next to each other, - forming substrate loops between a support member arranged on one main line and a support member mounted on the other main line.

De bekende hoofdlijnen zijn onderling verbonden met tussengeplaatste drijflichamen zoals tonnen, die ervoor zorgen dat de hoofdlijnen nabij het wateroppervlak gepositioneerd blijven.The known main lines are interconnected with intermediate floating bodies such as barrels, which ensure that the main lines remain positioned near the water surface.

De draagorganen kunnen op verschillende manieren worden bevestigd aan de hoofdlijn(en), zoals door middel van klemmen. De voorkeur gaat uit naar een werkwijze omvattende de stappen van: - het toepassen van draagorganen met haken aan de van elkaar afgekeerde einden van het draagorgaan, - het aanbrengen van een der haken van een draagorgaan aan een hoofdlijn, bij voorkeur onder inklemming van de hoofdlijn in die haak. - het aanbrengen van het substraat aan de andere haak van dat draagorgaan, bij voorkeur onder inklemming van het substraat in die haak.The support members can be attached to the main line (s) in various ways, such as by means of clamps. Preference is given to a method comprising the steps of: - applying support members with hooks at the ends of the support member remote from each other, - attaching one of the hooks of a support member to a main line, preferably while clamping the main line in that hook. - arranging the substrate on the other hook of said support member, preferably while clamping the substrate in said hook.

Een draagorgaan met een haak kan op relatief eenvoudige wijze worden bevestigd aan zowel de hoofdlijn als aan het substraat. Vooral vanwege het strakke karakter van de voorgespannen hoofdlijn kan de haak door klemming goed worden vastgezet.A support member with a hook can be attached to both the main line and the substrate in a relatively simple manner. Particularly due to the tight character of the pre-stressed main line, the hook can be properly secured by clamping.

Zoals reeds opgemerkt behoort het tot de mogelijkheden om de hiervoor genoemde handelingen, in het bijzonder het bevestigen van de drager aan de hoofdlijn en aan het substraat, handmatig uit te voeren. Niettemin is het ook mogelijk om dit proces te automatiseren. In dat verband betreft de uitvinding tevens, in combinatie, tenminste een langwerpige soepele hoofdlijn, zoals een touw of kabel, meerdere draagorganen, een langwerpig soepel substraat alsmede een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze zoals hiervoor beschreven, omvattende een gestel voorzien van geleidingsmiddelen voor het met betrekking tot het gestel ondersteunen en langs het gestel geleiden van tenminste een langwerpige soepele hoofdlijn, zoals een touw of kabel, bij voorkeur onder vorming van een onder trekvoorspanning staand part van elke hoofdlijn, eerste robotmiddelen voor het aanbrengen van draagorganen op elke hoofdlijn, bij voorkeur op het onder voorspanning gebracht part daarvan, zodanig dat de draagorganen zich op afstand van elkaar bevinden en zich neerwaarts uitstrekken vanaf die hoofdlijn, toevoermiddelen voor het toevoeren van draagorganen aan de eerste robotmiddelen, tweede robotmiddelen voorzien van een substraatgeleiding waarlangs een langwerpig soepel substraat geleidbaar is, welke tweede robotmiddelen zijn uitgevoerd voor het aan de draagorganen hangen van het substraat onder vorming van telkens een substraatlus tussen twee draagorganen.As already noted, it is possible to carry out the aforementioned operations, in particular the attachment of the carrier to the main line and to the substrate, manually. Nevertheless, it is also possible to automate this process. In that connection, the invention also relates, in combination, to at least one elongated flexible main line, such as a rope or cable, a plurality of supporting members, an elongated flexible substrate and a device for carrying out the method as described above, comprising a frame provided with guide means for supporting and guiding along the frame at least one elongated flexible main line, such as a rope or cable, preferably with the formation of a tensioned part of each main line, first robot means for mounting supporting members on each main line, preferably on the biased portion thereof, such that the support members are spaced apart and extend downwardly from that main line, supply means for supplying support members to the first robot means, second robot means provided with a substrate guide along which an elongated flexible substitute can be guided, which second robot means are designed for suspending the substrate from the support members, thereby forming a substrate loop between two support members in each case.

De eerste en tweede robotmiddelen kunnen zodanig worden bedreven dat zij de betreffende hoofdlijn respectievelijk het substraat op de gewenste wijze kunnen manipuleren. De eerste robotmiddelen bezitten op zich bekende grijpmiddelen (die niet nader zullen worden gespecificeerd) door middel waarvan de draagorganen uit een voorraad of toevoer kunnen worden gegrepen en vervolgens aan de hoofdlijn kunnen worden bevestigd, bij voorkeur door het draagorgaan over de hoofdlijn te haken. De tweede robotmiddelen zijn zodanig uitgevoerd dat daarmee het substraat, dat zich uitstrekt door de substraatgeleiding, aan de draagorganen kan worden bevestigd, en bij voorkeur in een haak van de draagorganen kan worden gedrukt.The first and second robot means can be operated in such a way that they can manipulate the relevant main line or the substrate in the desired manner. The first robot means have gripping means known per se (which will not be specified in more detail) by means of which the carrying members can be gripped from a supply or supply and subsequently be attached to the main line, preferably by hooking the carrying member over the main line. The second robot means are designed in such a way that the substrate, which extends through the substrate guide, can be attached to the support members, and can preferably be pressed into a hook of the support members.

Het gestel bezit bij voorkeur geleidingsmiddelen die zijn uitgevoerd voor het naast elkaar geleiden van twee hoofdlijnen, waarbij de eerste robotmiddelen en eventueel de tweede robotmiddelen dwars ten opzichte van de geleiding verplaatsbaar zijn tussen twee dwarsposities voor het in de eerste dwarspositie daarvan bedienen van de ene hoofdlijn en voor het in de tweede dwarspositie daarvan bedienen van de andere hoofdlijn.The frame preferably has guide means which are designed for guiding two main lines side by side, the first robot means and optionally the second robot means being movable transversely of the guide between two transverse positions for operating the one main line in the first transverse position thereof. and for operating the other main line in the second transverse position thereof.

De eerste robotmiddelen bezitten, zoals genoemd, grijpmiddelen voor het manipuleren van een draagorgaan. Bij voorkeur bezitten deze grijpmiddelen en een draagorgaan registermiddelen voor het in een nominale positie positioneren van het draagorgaan ten opzichte van de grijper. Bij voorkeur zijn de draagorganen uitgevoerd als haakorganen met elk twee naar elkaar gekeerde haken. De grijpmiddelen van de eerste robotmiddelen kunnen dubbel zijn uitgevoerd voor het grijpen van tenminste twee haakorganen spiegelsymmetrisch ten opzichte van elkaar, bij voorkeur zodanig dat de haken van het ene haakorgaan daarvan zijn afgekeerd van de haken van het andere haakorgaan daarvan.As mentioned, the first robot means have gripping means for manipulating a support member. These gripping means and a support member preferably have register means for positioning the support member relative to the gripper in a nominal position. The supporting members are preferably designed as hook members with two hooks facing each other. The gripping means of the first robot means can be of double design for gripping at least two hook members mirror-symmetrically with respect to each other, preferably such that the hooks of one hook member thereof are remote from the hooks of the other hook member thereof.

De substraatgeleiding kan een kanaal omvatten waarin het substaat opneembaar is, welk kanaal een eerste in dwarsdoorsnede in wezen gesloten kanaalgedeelte heeft, een daarop aansluitend tweede kanaalgedeelte dat in dwarsdoorsnede een relatief grote opening heeft alsmede een op het tweede kanaalgedeelte aansluitend derde kanaalgedeelte dat in dwarsdoorsnede een relatief kleine opening heeft die kleiner is dan de opening van het tweede kanaalgedeelte, welke substraatgeleiding draaibaar rond de langsas daarvan is opgehangen aan de tweede robotmiddelen tussen een draaistand waarin het substraat door inhaken in samenwerking brengbaar is in de onderste haak van een aan een hoofdlijn opgehangen draagorgaan en een tweede draaistand waarin dat in samenwerking met het substraat gebrachte draagorgaan door in langsrichting verschuiven van de substraatgeleiding en het draagorgaan ten opzichte van elkaar, verschuifbaar is uit de substraatgeleiding.The substrate guide can comprise a channel in which the substance can be received, which channel has a first channel section which is substantially closed in cross-section, a second channel section adjoining it which has a relatively large opening in cross-section, and a third channel section which connects to the second channel section and which has a cross-section has relatively small aperture smaller than the aperture of the second channel portion, which substrate guide is pivotally suspended about its longitudinal axis from the second robot means between a pivotal position in which the substrate can be brought into engagement by hooking into the lower hook of a main line suspended support member and a second pivot position in which said support member brought into association with the substrate can be shifted from the substrate guide by longitudinally shifting the substrate guide and the support member relative to each other.

Volgens een alternatieve uitvoering kan de substraatgeleiding een aan de bovenzijde open gootorgaan of beugel omvatten in wezen midden tussen beide hoofdlijnen, waarbij de tweede robotmiddelen een tenminste een grijper omvatten die nabij een eind van het gootorgaan of de beugel opwaarts beweegbaar is voor het grijpen en uit het gootorgaan of de beugel tillen van een daarin opgenomen substraat en het overbrengen van het aldus gegrepen substraat aan de onderste haak van een aan een hoofdlijn opgehangen haakorgaan. Het grijporgaan kan daartoe zijn bevestigd aan een arm die draaibaar is rond een draaihartlijn evenwijdig aan de langsrichting van de goot of de beugel en op een lager niveau dan de goot of de beugel. Bij het draaien van de arm beweegt het grijporgaan dan eerst omhoog langs de goot of de beugel, neemt vervolgens het substraat mee omhoog uit de goot of de beugel, en draait vervolgens omlaag teneinde het substraat te drukken in de onderste haak van het haakorgaan.According to an alternative embodiment, the substrate guide may comprise a gutter member or bracket open at the top, substantially midway between the two main lines, the second robot means comprising at least one gripper which is movable upwardly near an end of the gutter member or the bracket for gripping and out lifting the trough member or the bracket from a substrate received therein and transferring the thus gripped substrate to the lower hook of a hook member suspended from a main line. To that end, the gripping member can be attached to an arm which is rotatable about a axis of rotation parallel to the longitudinal direction of the gutter or the bracket and at a lower level than the gutter or the bracket. As the arm rotates, the gripping member then first moves up along the gutter or bracket, then carries the substrate upward from the gutter or bracket, and then rotates downward to press the substrate into the lower hook of the hook member.

Bij voorkeur zijn twee van dergelijke grijpers met arm voorzien, elk voor het aanbrengen van het substraat aan de haakorganen van een respectievelijke hoofdlijn. In deze uitvoering zijn de tweede robotmiddelen relatief eenvoudig uitgevoerd, en bestaan de bewegende delen daarvan slechts uit de beide armen met grijporganen. In verband met de gewenste geleiding van het substraat kan aan de zijde van het tenminste ene grijporgaan dat is afgekeerd van de zijde waar zich de goot of beugel bevindt, een geleidingsring zijn voorzien die centraal ten opzichte van de goot of beugel is gepositioneerd. Verder kan een windas zijn voorzien voor het toevoeren van het substraat.Two of such grippers with arm are preferably provided, each for applying the substrate to the hook members of a respective main line. In this embodiment the second robot means are of relatively simple design, and the moving parts thereof only consist of the two arms with gripping members. In connection with the desired guiding of the substrate, on the side of the at least one gripping member that is remote from the side where the gutter or bracket is located, a guide ring can be provided which is positioned centrally with respect to the gutter or bracket. Furthermore, a winch can be provided for supplying the substrate.

De geleidingsmiddelen kunnen zijn uitgevoerd voor het geleiden van twee hoofdlijnen die onderling zijn verbonden door drijflichamen die zich op afstand van elkaar bevinden langs de hoofdlijnen, de lengte van de geleiding groter is dan de afstand tussen twee drijflichamen die een gespannen part van de hoofdlijnen insluiten zodanig dat genoemde drijflichamen op de geleidingsmiddelen zijn ondersteund, en de eerste en tweede robotmiddelen bij het bedienen van de hoofdlijnen zich bevinden ter hoogte van het gespannen part tussen genoemde drijflichamen.The guide means can be designed to guide two main lines which are interconnected by floating bodies spaced apart along the main lines, the length of the guide being greater than the distance between two floating bodies enclosing a tense part of the main lines such that said floating bodies are supported on the guide means, and that the first and second robot means, when operating the main lines, are located at the level of the tensioned part between said floating bodies.

De inrichting kan als zelfstandig werkende eenheid zijn uitgevoerd, met tenminste een drijver waarop het gestel is ondersteund, voor het doen drijven van de inrichting ten opzichte van het waterlichaam waarin of waarboven zich de soepele hoofdlij n(en) zich bevindt/bevinden. Als alternatief, of in aanvulling daarop, kan de inrichting aangrijpmiddelen omvatten voor het daarop doen aangrijpen van een manipulator, hefmiddel en dergelijke aan boord van een vaartuig, voor het aan dat vaartuig ondersteunen van de inrichting ten opzichte van het waterlichaam waarin of waarboven zich de soepele hoofdlijn(en) zich bevindt/bevinden.The device can be designed as an independently operating unit, with at least one float on which the frame is supported, for driving the device relative to the body of water in which or above which the flexible main line (s) are located. Alternatively, or in addition, the device may comprise engaging means for engaging a manipulator, lifting means, and the like on board a vessel, for supporting the device on that vessel relative to the body of water in which or above which the flexible main line (s).

De uitvinding betreft tevens een inrichting voor gebruik bij de hiervoor beschreven werkwijze en combinatie, omvattende een gestel voorzien van geleidingsmiddelen voor het met betrekking tot het gestel ondersteunen en langs het gestel geleiden van tenminste een langwerpige soepele hoofdlijn, eerste robotmiddelen voor het aanbrengen van draagorganen op elke hoofdlijn, toevoermiddelen voor het toevoeren van draagorganen aan de eerste robotmiddelen, alsmede tweede robotmiddelen voorzien van een substraatgeleiding waarlangs een langwerpig soepel substraat geleidbaar is, welke tweede robotmiddelen zijn uitgevoerd voor het aan de draagorganen hangen van het substraat.The invention also relates to a device for use in the above-described method and combination, comprising a frame provided with guide means for supporting and guiding along the frame at least one elongated flexible main line, first robot means for mounting support members on each main line, supply means for supplying support members to the first robot means, as well as second robot means provided with a substrate guide along which an elongate flexible substrate can be guided, which second robot means are designed for suspending the substrate from the support members.

Het draagorgaan kan op allerlei manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een klem. De voorkeur gaat echter uit naar een draagorgaan in de vorm van een haakorgaan voor gebruik bij de hiervoor beschreven werkwijze en combinatie, omvattende een centraal draaglichaam en aan tegenoverliggende einden van dat draaglichaam telkens een haak, welke haken naar elkaar zijn gekeerd en elk een naar buiten van het draaglichaam af gerichte geleidingslip omvatten voor het in de haak geleiden van een hoofdlijn of substraat.The support member can be designed in all kinds of ways, for example in the form of a clamp. However, preference is given to a support member in the form of a hook member for use in the above-described method and combination, comprising a central support body and, at opposite ends of said support body, a hook, which hooks face each other and each an outward comprise a guide lip directed away from the support body for guiding a main line or substrate into the hook.

Dit haakorgaan kan een draaglichaam met een T-vormige dwarsdoorsnede bezitten en met een flens die overgaat in de haken en een midden ten opzichte van de flens uitstekend lijf, waarbij bij voorkeur de hoogte van het lijf geleidelijk afneemt in de richting naar de haken.This hook member may have a T-shaped cross-sectional support body and with a flange that merges into the hooks and a body protruding relative to the flange, the height of the web preferably decreasing gradually towards the hooks.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be explained in more detail below with reference to the exemplary embodiment shown in the figures.

Figuur la-c tonen aanzichten op een installatie voor het invangen van mosselzaad.Figures la-c show views of an installation for catching mussel seed.

Figuren 2a-c tonen aanzichten op een richting voor het opbouwen van de installatie volgens de figuren la-c.Figures 2a-c show views of a direction for constructing the installation according to figures la-c.

Figuren 3a-d tonen een haak voor de installatie volgens de figuren la-c.Figures 3a-d show a hook for the installation according to figures la-c.

Figuren 4a-c tonen het detail IVa van figuur 2a.Figures 4a-c show the detail IVa of figure 2a.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht op een tweede variant van de installatie.Figure 5 shows a top view of a second variant of the installation.

Figuur 6 toont een vooraanzicht op de installatie van figuur 5.Figure 6 shows a front view of the installation of Figure 5.

Figuur 7 toont het aanzicht volgens VII van figuur 5.Figure 7 shows the view according to VII of Figure 5.

Figuur 8 toont een zijaanzicht van figuur 6.Figure 8 shows a side view of Figure 6.

In het zijaanzicht van figuur la is een installatie 1 weergegeven voor het invangen van mosselzaad. Deze installatie 1 bestaat uit de twee hoofdlijnen 4 waaraan het in zijn geheel met 5 aangeduide substraat is opgehangen. Dit substraat 5 bestaat uit een lang pluizig of vezelig touw en dergelijke, en is gerangschikt volgens grote lussen 6 en kleine lussen 7 die elk zich tussen beide hoofdlijnen 4 uitstrekken. In het weergegeven voorbeeld staan de grote lussen 6 in wezen loodrecht op de hoofdlijnen 4, terwijl de kleine lussen 7 enigszins schuin ten opzichte van de hoofdlijnen 4 zijn opgesteld. Daardoor wordt een bepaalde regelmatige steekafstand tussen de grote lussen 6 verzekerd.In the side view of figure la, an installation 1 is shown for catching mussel seed. This installation 1 consists of the two main lines 4 on which the substrate indicated in its entirety by 5 is suspended. This substrate 5 consists of a long fluffy or fibrous rope and the like, and is arranged according to large loops 6 and small loops 7, each of which extends between the two main lines 4. In the example shown, the large loops 6 are substantially perpendicular to the main lines 4, while the small loops 7 are arranged somewhat obliquely with respect to the main lines 4. This ensures a certain regular pitch between the large loops 6.

De hoofdlijnen 4 zijn bevestigd aan de uiteinden van de drijflichamen of tonnen 8 die in het waterlichaam 9 drijven. Volgens de uitvinding zijn de lussen 6, 7 aan de hoofdlijnen 4 opgehangen door middel van de haakorganen 3 die op grotere schaal zijn weergegeven in de figuren 3a-d. Deze haakorganen 3 bezitten een centraal draaglichaam 10, een bovenste haak 11 die is gehaakt om een hoofdlijn 4 en een onderste haak 12 waarin het substraat 5 is gehaakt. Elke haak 11, 12 bezit een naar buiten wijzende lip 15 die het inhaken van hoofdlijn 4 respectievelijk substraat 5 vergemakkelijkt. Het centrale draaglichaam 10 is stijf uitgevoerd en bezit een T-vormige dwarsdoorsnede met een flens 13 en een ten opzichte daarvan uitstekend lijf 14. De hoogte van dit lijf 14 neemt geleidelijk af in de richting van de haken 11, 12, zodanig dat de haken 11,12 enigszins verzonken zijn ten opzichte van de flens 13 waardoor het vasthouden van de hoofdlijn 4 respectievelijk het substraat 5 wordt bevorderd.The main lines 4 are attached to the ends of the floating bodies or barrels 8 floating in the water body 9. According to the invention the loops 6, 7 are suspended from the main lines 4 by means of the hook members 3 which are shown on a larger scale in figures 3a-d. These hook members 3 have a central support body 10, an upper hook 11 hooked around a main line 4 and a lower hook 12 in which the substrate 5 is hooked. Each hook 11, 12 has an outward-pointing lip 15 which facilitates the hooking of main line 4 and substrate 5, respectively. The central supporting body 10 is rigid and has a T-shaped cross-section with a flange 13 and a body 14 protruding therefrom. The height of this body 14 gradually decreases in the direction of the hooks 11, 12 such that the hooks 11, 12 are slightly recessed relative to the flange 13, thereby promoting the retention of the main line 4 and the substrate 5, respectively.

Vanwege het feit dat de grote lussen 6 van het substraat 5 in het waterlichaam 9 hangen, kunnen zich daarop waterorganismen zoals mosselzaad afzetten. In verband met het opbouwen van de installatie 1 wordt de inrichting 2 toegepast zoals weergegeven in de figuren 2a-c. Deze inrichting 2 bezit een gestel 16 waarop de geleidingsmiddelen 17 die zijn gemonteerd op een relatief hoog niveau via de opbouw 21. Deze geleidingsmiddelen 17 bezitten een glijbaan 18 en de rollen 19 aan het voorste eind van de glijbaan. In het weergegeven voorbeeld is het gestel 16 voorzien van drijvers 20 waarmee de inrichting 2 in het waterlichaam kan drijven en langs de installatie 1 kan worden verplaatst. De verplaatsingsrichting van de inrichting 2 is weergegeven door de pijl. Tijdens deze verplaatsing van de inrichting 2 bewegen de hoofdlijnen 4 (die stationair blijven) over de rollen 19, waarbij de tonnen over de glijbaan 18 glijden. Aan het tegenover de rollen 19 liggende eind van de glijbaan 18 bewegen de tonnen 5 met de hoofdlijnen 4 omlaag naar het waterlichaam 9. De hoofdlijnen 4 worden daarbij strak gehouden, waardoor ook het part 26 van de hoofdlijnen 4 dat zich bevindt tussen de twee tonnen 8 op de glijbaan 18 onder trekvoorspanning staat. Dit is van belang in verband met het aanbrengen van de haakorganen 3 en het substraat 5, zoals nu zal worden toegelicht.Due to the fact that the large loops 6 of the substrate 5 hang in the body of water 9, water organisms such as mussel seed can deposit thereon. In connection with the construction of the installation 1, the device 2 is used as shown in figures 2a-c. This device 2 has a frame 16 on which the guide means 17 which are mounted at a relatively high level via the structure 21. These guide means 17 have a slide 18 and the rollers 19 at the front end of the slide. In the example shown, the frame 16 is provided with floats 20 with which the device 2 can float in the water body and can be moved along the installation 1. The direction of movement of the device 2 is indicated by the arrow. During this displacement of the device 2, the main lines 4 (which remain stationary) move over the rollers 19, the barrels sliding over the slide 18. At the end of the slide 18 opposite the rollers 19, the barrels 5 with the main lines 4 move down to the body of water 9. The main lines 4 are thereby kept tight, so that also the part 26 of the main lines 4 situated between the two barrels 8 on the slide 18 is under tension. This is important in connection with the provision of the hook members 3 and the substrate 5, as will now be explained.

Op het gestel 16 en onder de opbouw 21 bevinden zich de eerste robotmiddelen 22 en de tweede robotmiddelen 23. Beide zijn elk dwars onder de geleidingsmiddelen 17 heen en weer verplaatsbaar op de rails 24, en wel tussen een positie nabij de ene hoofdlijn en een positie nabij de andere hoofdlijn. Tevens zijn de eerste robotmiddelen 22 en de tweede robotmiddelen in langsrichting ten opzichte van het gestel 16 verplaatsbaar op de rails 39 respectievelijk 40. Doel daarvan is de robotmiddelen ongeveer stationair te houden ten opzichte van de hoofdlijnen 4 voor het uitvoeren van de hieronder nader omschreven werkzaamheden aan de hoofdlijnen 4 tijdens de continue voortbeweging van de inrichting 2. De eerste robotmiddelen 22 bezitten een grijper 25 waaraan twee haakorganen 3 symmetrisch ten opzichte van elkaar zijn gegrepen, en wel zodanig dat de haken 11,12 daarvan van elkaar zijn afgericht (zie figuur 2c). De nok 34 aan het haakorgaan functioneert daarbij als registermiddel voor het op de geschikte positie houden van het haakorgaan 3 aan de grijper 25. In de in figuren 2a-c getoonde positie kan dan het linker haakorgaan 3 (zie figuur 2c) gehaakt worden om de rechter hoofdlijn 4. Dit geschiedt door de eerste robotmiddelen 22 op de gewenste wijze te manipuleren. Het vasthaken van het haakorgaan 3 wordt nog bevorderd doordat het part 26 van de hoofdlijn 4 tussen beide tonnen 8 is strak gespannen. Nadat aldus een haakorgaan 3 aan de rechter hoofdlijn (in figuur 2c) is gehaakt, bewegen de eerste robotmiddelen naar links over de rails 24, waarna het andere, rechter haakorgaan 3 wordt gehaakt over de linker hoofdlijn 4. Dit haakorgaan heeft de daartoe gewenste positie, met de haken naar rechts gericht. Tot slot worden door verder niet weergegeven toevoermiddelen nieuwe haakorganen 3 aan de grijper 25 toegevoerd, zodanig dat na een zekere verplaatsing van de inrichting 2 ten opzichte van de hoofdlijnen, deze nieuwe haakorganen aan de hoofdlijnen kunnen worden opgehangen.The first robot means 22 and the second robot means 23 are located on the frame 16 and under the superstructure 21. Both can be moved back and forth transversely below the guide means 17 on the rails 24, namely between a position near the one main line and a position near the other main line. The first robot means 22 and the second robot means are also movable in longitudinal direction relative to the frame 16 on the rails 39 and 40 respectively. The purpose of this is to keep the robot means approximately stationary relative to the main lines 4 for performing the work described in more detail below. at the main lines 4 during the continuous advancement of the device 2. The first robot means 22 have a gripper 25 on which two hook members 3 are gripped symmetrically with respect to each other, in such a way that the hooks 11, 12 thereof are directed away from each other (see figure 2c). The cam 34 on the hook member thereby functions as a register means for keeping the hook member 3 on the gripper 25 in the suitable position. In the position shown in Figs. 2a-c, the left hook member 3 (see Fig. 2c) can then be hooked around the right-hand main line 4. This is done by manipulating the first robot means 22 in the desired manner. The hooking of the hook member 3 is further promoted in that the part 26 of the main line 4 is tightly tensioned between the two barrels 8. After a hook member 3 has thus been hooked to the right-hand main line (in Figure 2c), the first robot means move to the left over the rails 24, whereafter the other, right-hand hook member 3 is hooked over the left main line 4. This hook member has the desired position , with the hooks to the right. Finally, new hook members 3 are supplied to the gripper 25 by feed means not further shown, such that after a certain displacement of the device 2 relative to the main lines, these new hook members can be suspended from the main lines.

Nadat de haakorganen 3 aan de hoofdlijnen zijn opgehangen, wordt het substraat 5 toegevoerd aan de onderste haken 12 van de haakorganen 3. Daartoe dragen de tweede robotmiddelen 23 een substraatgeleiding 27 die op grotere schaal is weegegeven in de figuren 4a-c. Deze substraatgeleiding 27 bestaat uit het in omtreksrichting gesloten pijpstuk 28 dat via een draailager 32 is aangesloten op een vast toevoerpijpstuk 33, het relatief open gedeelte 29 (bijvoorbeeld over meer dan 270 graden open) met geleidingsplaat 31 en het relatief gesloten gedeelte 30 (bijvoorbeeld over 270 graden gesloten). Het substraat 5 wordt door/langs deze onderdelen gevoerd.After the hook members 3 are suspended from the main lines, the substrate 5 is supplied to the lower hooks 12 of the hook members 3. To that end, the second robot means 23 carry a substrate guide 27 which is shown on a larger scale in Figures 4a-c. This substrate guide 27 consists of the pipe section 28 which is closed in the circumferential direction and which is connected via a pivot bearing 32 to a fixed supply pipe section 33, the relatively open part 29 (for example opened more than 270 degrees) with guide plate 31 and the relatively closed part 30 (for example over 270 degrees). The substrate 5 is passed through / along these parts.

De substraatgeleiding 27 wordt in de positie geplaatst zoals weegegeven in figuur 4c, waarbij de geleidingsplaat 31 in wezen verticaal staat. Vervolgens wordt de substraatgeleiding 27 zodanig gemanipuleerd dat het relatief open gedeelte 29 op een enigszins hoger niveau nabij de onderste haak 12 van het aan de hoofdlijn 4 hangende haakorgaan 3 wordt gepositioneerd. De geleidingsplaat 31 kan daarbij aan komen tegen de flens 13 van het haakorgaan 3. Het substraat 5 ligt ter plaatse van het relatief open gedeelte 29 grotendeels vrij, zodanig dat het substraat door neerwaarts verplaatsen van de substraatgeleiding 27 in de onderste haak 12 van het haakorgaan 3 kan worden geschoven. De geleidingsplaat 31 geleidt daarbij de lip 15 van de onderste haak 12 aan de buitenzijde. Bij voorkeur heeft het substraat 5 een zodanige dikte dat het substraat in de onderste haak 12 wordt geklemd.The substrate guide 27 is placed in the position as shown in Fig. 4c, the guide plate 31 being essentially vertical. Subsequently, the substrate guide 27 is manipulated such that the relatively open part 29 is positioned at a slightly higher level near the lower hook 12 of the hook member 3 hanging on the main line 4. The guide plate 31 can thereby come into contact with the flange 13 of the hook member 3. The substrate 5 is largely free at the location of the relatively open portion 29, such that the substrate by moving the substrate guide 27 downwards into the lower hook 12 of the hook member 3 can be slid. The guide plate 31 thereby guides the lip 15 of the lower hook 12 on the outside. The substrate 5 preferably has such a thickness that the substrate is clamped in the lower hook 12.

Nadat aldus het haakorgaan 3 is verbonden met het substraat 5, wordt de substraatgeleiding 27 verdraaid over ongeveer 90 graden rond het draailager 32, naar de in figuur 4b weergegeven stand. In die stand kunnen de substraatgeleiding 27 en het haakorgaan 3 uit elkaar worden geschoven in de langsrichting van het substraat, waarna door geschikte manipulatie van de tweede robotmiddelen 23 de substraatgeleiding naar het volgende haakorgaan 3 kan worden onder vorming van een lus 6, 7.Thus, after the hook member 3 is connected to the substrate 5, the substrate guide 27 is rotated about 90 degrees around the pivot bearing 32, to the position shown in Figure 4b. In that position, the substrate guide 27 and the hook member 3 can be pushed apart in the longitudinal direction of the substrate, whereafter by suitable manipulation of the second robot means 23 the substrate guide to the next hook member 3 can be formed, forming a loop 6, 7.

Bij de in de figuren 5-8 weergegeven variant van de installatie wordt het substraat met behulp van de gemotoriseerde windas 38 aangevoerd door de geleidering 37. Het substraat valt op de van boven open beugel 35 of goot, en komt vanwege de vorm daarvan in het midden terecht. Nadat een zekere lengte aan substraat is toegevoerd, wordt de werking van de gemotoriseerde windas 38 onderbroken. Vervolgens kan het substraat door één van de grijporganen 36 worden gegrepen en gevoerd worden naar het aan de hoofdlijn 4 bevestigde haakorgaan. Het substraat wordt daarbij in de onderste haak 12 van dat haakorgaan 3 gedrukt. Het betreffende grijporgaan 36 keert vervolgens terug naar de neutrale stand.In the variant of the installation shown in Figs. 5-8, the substrate is supplied by means of the motorized winch 38 through the guide ring 37. The substrate falls onto the bracket 35 or gutter that is open from above and, because of its shape, enters into the right. After a certain length has been supplied to substrate, the operation of the motorized winch 38 is interrupted. The substrate can then be gripped by one of the gripping members 36 and fed to the hook member attached to the main line 4. The substrate is thereby pressed into the lower hook 12 of said hook member 3. The respective gripping member 36 then returns to the neutral position.

De gemotoriseerde windas 38 voert vervolgens weer een lengte van het substraat toe op de hiervoor beschreven wijze, waarna het andere grijporgaan 36 in actie komt en het substraat wordt ingehaakt in een haakorgaan aan de andere hoofdlijn 4. Daarbij worden de grote en kleine lussen 6, 7 gevormd zoals hiervoor beschreven. Tot slot wordt de gehele installatie verplaatst langs de hoofdlijnen 4, waarna de hiervoor beschreven stappen worden herhaald.The motorized winch 38 then again supplies a length of the substrate in the manner described above, whereafter the other gripping member 36 comes into action and the substrate is hooked into a hook member on the other main line 4. The large and small loops 6, 7 shaped as described above. Finally, the entire installation is moved along the main lines 4, after which the steps described above are repeated.

Lijst van verwijzingstekens 1. Installatie voor het invangen van mosselzaad 2. Inrichting voor het opbouwen van de installatie 1 3. Haakorgaan voor gebruik in de installatie 1 4. Hoofdlijn 5. Substraat 6. Grote lus substraat 7. Kleine lus substraat 8. Drijflichaam of ton 9. Waterlichaam 10. Centraal draaglichaam van haakorgaan 3 11. Bovenste haak van haakorgaan 3 12. Onderste haak van haakorgaan 3 13. Flens van haakorgaan 14. Lijf van haakorgaan 15. Lip van haakorgaan 16. Gestel 17. Gelei dingsmiddelen 18. Glijbaan 19. Rol 20. Drijver 21. Opbouw op gestel 22. Eerste robotmiddelen 23. Tweede robotmiddelen 24. Rails 25. Grijper van eerste robotmiddelen 26. Strak gespannen part van hoofdlijn 27. Substraatgeleiding 28. Pijpstuk substraatgeleiding 29. Relatief open deel substraatgeleiding 30. Relatief gesloten deel substraatgeleiding 31. Gelei dingsplaat 32. Draailager 3 3. T oevoerpij pstuk 34. Registermiddelen 35. Goot of beugel 36. Grijporgaan 37. Geleidering 38. Windas 39. Rails 40. RailsList of reference signs 1. Mussel seed trapping plant 2. Plant building device 1 3. Hook for use in the plant 1 4. Main line 5. Substrate 6. Large loop substrate 7. Small loop substrate 8. Floating body or barrel 9. Water body 10. Central support body of hook member 3 11. Upper hook of hook member 3 12. Lower hook of hook member 3 13. Flange of hook member 14. Body of hook member 15. Tab of hook member 16. Frame 17. Guide means 18. Slide 19. Role 20. Floater 21. Structure on frame 22. First robot means 23. Second robot means 24. Rails 25. Gripper of first robot means 26. Tightly stretched part of main line 27. Substrate guide 28. Pipe piece substrate guide 29. Relatively open part substrate guide 30. Relatively closed part of the substrate guide 31. Guide plate 32. Pivot bearing 3 3. Supply pipe piece 34. Register means 35. Gutter or bracket 36. Gripping member 37. Guide 38. Pivot 39. Rails 40. Rai ls

Claims (19)

1. Werkwijze voor het invangen van waterorganismen, zoals mosselzaad, door middel van een soepel langwerpig substraat (5) zoals een touw of kabel, dat zich hoofdzakelijk in het waterlichaam (9) bevindt, omvattende de stappen van: - het verschaffen van tenminste een in wezen zich langs het wateroppervlak van een waterlichaam uitstrekkende langwerpige hoofdlijn (4), zoals een touw of kabel, - het op elke hoofdlijn (4) aanbrengen van starre draagorganen (3) die zich afstanden van elkaar bevinden en die zich neerwaarts uitstrekken vanaf genoemde hoofdlijn, - het aanbrengen van het substraat (5) aan de draagorganen (3) onder vorming van substraatlussen (6, 7) die in het waterlichaam (9) reiken, - het doen afzetten van de waterorganismen op de substraatlussen (6, 7).Method for catching aquatic organisms, such as mussel seed, by means of a flexible elongate substrate (5) such as a rope or cable, which is mainly located in the body of water (9), comprising the steps of: - providing at least one elongated main line (4), such as a rope or cable, extending substantially along the water surface of a body of water, - providing rigid support members (3) on each main line (4) which are spaced apart and extend downwards from said body main line, - applying the substrate (5) to the support members (3) to form substrate loops (6, 7) which extend into the body of water (9), - causing the water bodies to deposit on the substrate loops (6, 7) . 2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stappen van: - het onder trekvoorspanning brengen van tenminste een part (26) van een hoofdlijn (4), - het aanbrengen van de starre draagorganen (3) op dat onder voorspanning gebrachte part van de hoofdlijn.Method according to claim 1, comprising the steps of: - tensioning at least a part (26) of a main line (4), - applying the rigid support members (3) to that pre-stressed part of the main line . 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende de stappen van: - het verschaffen van twee hoofdlijnen (4) naast elkaar, - het vormen van substraatlussen (6, 7) tussen telkens een draagorgaan dat is aangebracht op de ene hoofdlijn en een draagorgaan dat is aangebracht op de andere hoofdlijn.Method as claimed in claim 1 or 2, comprising the steps of: - providing two main lines (4) next to each other, - forming substrate loops (6, 7) between in each case a support member arranged on the one main line and a support member that is arranged on the other main line. 4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stappen van: - het toepassen van tenminste een draagorgaan (3) met haken (11, 12) aan de van elkaar afgekeerde einden van het draagorgaan, - het aanbrengen van een der haken (11) van het draagorgaan aan een hoofdlijn (4), bij voorkeur onder inklemming van de hoofdlijn (4) in die haak (11), - het haken van het substraat (5) aan de andere haak (12) van dat draagorgaan, bij voorkeur onder inklemming van het substraat (5) in die haak (12).Method as claimed in any of the foregoing claims, comprising the steps of: - applying at least one support member (3) with hooks (11, 12) at the ends of the support member remote from each other, - applying one of the hooks (11 ) of the support member on a main line (4), preferably while clamping the main line (4) in said hook (11), - hooking the substrate (5) on the other hook (12) of that support member, preferably while clamping the substrate (5) in that hook (12). 5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende het toepassen van een substraat (5) in de vorm van een touw met een open vezelig of pluizig karakter.A method according to any one of the preceding claims, comprising applying a substrate (5) in the form of a rope with an open fibrous or fluffy character. 6. In combinatie, tenminste een langwerpige soepele hoofdlijn (4), zoals een touw of kabel, meerdere draagorganen (3), een langwerpig soepel substraat (5) alsmede een inrichting (2) voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, welke inrichting omvat een gestel (16) voorzien van geleidingsmiddelen (17) voor het met betrekking tot het gestel ondersteunen en langs het gestel geleiden van de tenminste ene langwerpige soepele hoofdlijn (4), bij voorkeur onder vorming van tenminste een onder trekvoorspanning staand part (26) van elke hoofdlijn, eerste robotmiddelen (22) voor het aanbrengen van draagorganen (3) op elke hoofdlijn (4), bij voorkeur op het onder voorspanning gebracht part (26) daarvan, zodanig dat de draagorganen zich op, bij voorkeur regelmatige, afstand van elkaar bevinden en zich neerwaarts uitstrekken vanaf die hoofdlijn, toevoermiddelen voor het toevoeren van draagorganen aan de eerste robotmiddelen, alsmede tweede robotmiddelen (23) voorzien van een substraatgeleiding (27) waarlangs het langwerpige soepele substraat (5) geleidbaar is, welke tweede robotmiddelen zijn uitgevoerd voor het aan de draagorganen (3) hangen van het substraat (5) onder vorming van telkens een substraatlus (6, 7) tussen twee draagorganen.6. In combination, at least one elongated flexible main line (4), such as a rope or cable, a plurality of support members (3), an elongated flexible substrate (5) and a device (2) for carrying out the method according to any one of the preceding claims , which device comprises a frame (16) provided with guide means (17) for supporting and guiding along the frame the at least one elongated flexible main line (4), preferably with the formation of at least one tensioned part (26) of each main line, first robot means (22) for mounting support members (3) on each main line (4), preferably on the biased portion (26) thereof, such that the support members are positioned on, preferably regular , are spaced apart and extend downwards from that main line, supply means for supplying support members to the first robot means, as well as second robot means (23) provided with a substrate guide (27) along which the elongate flexible substrate (5) can be guided, which second robot means are designed for suspending the substrate (5) from the support members (3), forming in each case a substrate loop (6, 7) between two supporting members. 7. Combinatie volgens conclusie 6, omvattende geleidingsmiddelen (17) die zijn uitgevoerd voor het naast elkaar geleiden van twee hoofdlijnen (4) in de langsrichting van het gestel (16), waarbij de eerste robotmiddelen (22) en eventueel de tweede robotmiddelen (23) dwars ten opzichte van de geleidingsmiddelen (17) verplaatsbaar zijn tussen twee dwarsposities voor het in de eerste dwarspositie daarvan bedienen van de ene hoofdlijn en voor het in de tweede dwarspositie daarvan bedienen van de andere hoofdlijn.Combination according to claim 6, comprising guide means (17) which are designed for guiding two main lines (4) side by side in the longitudinal direction of the frame (16), wherein the first robot means (22) and optionally the second robot means (23 ) are movable transversely to the guide means (17) between two transverse positions for operating one main line in the first transverse position thereof and for operating the other main line in the second transverse position thereof. 8. Combinatie volgens conclusie 6 of 7, waarbij de eerste robotmiddelen (22) en de tweede robotmiddelen (23) in langsrichting verplaatsbaar zijn ten opzichte van het gestel (16).A combination according to claim 6 or 7, wherein the first robot means (22) and the second robot means (23) are movable in the longitudinal direction relative to the frame (16). 9. Combinatie volgens conclusie 7 of 8, waarbij de eerste robotmiddelen (22) grijpmiddelen (25) omvatten voor het manipuleren van een draagorgaan (3), welke grijpmiddelen en een draagorgaan registermiddelen (34) omvatten voor het in een nominale positie positioneren van het draagorgaan ten opzichte van de grijper.Combination according to claim 7 or 8, wherein the first robot means (22) comprise gripping means (25) for manipulating a support member (3), which gripping means and a support member comprise register means (34) for positioning the support in a nominal position carrier relative to the gripper. 10. Combinatie volgens conclusie 9, waarbij de draagorganen (3) zijn uitgevoerd als haakorganen met elk twee naar elkaar gekeerde haken (11, 12), de grijpmiddelen (25) van de eerste robotmiddelen (22) dubbel zijn uitgevoerd voor het grijpen van tenminste twee haakorganen spiegelsymmetrisch ten opzichte van elkaar, bij voorkeur zodanig dat de haken (11, 12) van het ene haakorgaan (3) daarvan zijn afgekeerd van de haken (112, 12) van het andere haakorgaan (3) daarvan.Combination as claimed in claim 9, wherein the carrying members (3) are designed as hook members with two hooks (11, 12) facing each other, the gripping means (25) of the first robot means (22) being double designed for gripping at least two hook members mirror-symmetrically with respect to each other, preferably such that the hooks (11, 12) of one hook member (3) thereof are remote from the hooks (112, 12) of the other hook member (3) thereof. 11. Combinatie volgens conclusies 10 voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de tweede robotmiddelen (23) dwars ten opzichte van de geleidingsmiddelen (17) verplaatsbaar zijn tussen twee dwarsposities voor het in de eerste dwarspositie daarvan bedienen van de ene hoofdlijn en voor het in de tweede dwarspositie daarvan bedienen van de andere hoofdlijn, en waarbij de substraatgeleiding (27) een kanaal omvat waarin het substaat opneembaar is, welk kanaal een eerste in dwarsdoorsnede in wezen gesloten kanaalgedeelte (28) heeft, een daarop aansluitend tweede kanaalgedeelte (29) dat in dwarsdoorsnede een relatief grote opening heeft alsmede een op het tweede kanaalgedeelte aansluitend derde kanaalgedeelte (30) dat in dwarsdoorsnede een relatief kleine opening heeft die kleiner is dan de opening van het tweede kanaalgedeelte, welke substraatgeleiding draaibaar rond de langsas daarvan is opgehangen aan de tweede robotmiddelen (23) tussen een draaistand waarin het substraat (5) door inhaken in samenwerking brengbaar is in de onderste haak (12) van een aan een hoofdlijn (4) opgehangen draagorgaan (3) en een tweede draaistand waarin dat in samenwerking met het substraat (5) gebrachte haakorgaan (3) door in langsrichting verschuiven van de substraatgeleiding (27) en het draagorgaan ten opzichte van elkaar, verschuifbaar is uit de substraatgeleiding (27).Combination according to claim 10 for performing the method according to claim 4, wherein the second robot means (23) are movable transversely to the guide means (17) between two transverse positions for operating the one main line in the first transverse position thereof and for operating the other main line in the second transverse position thereof, and wherein the substrate guide (27) comprises a channel in which the substance can be received, which channel has a first channel section (28) which is substantially closed in cross-section, a second channel section adjoining it ( 29) which has a relatively large opening in cross-section and a third channel part (30) which connects to the second channel part and which has a relatively small opening in cross-section smaller than the opening of the second channel part, which substrate guide is rotatably suspended about its longitudinal axis at the second robot means (23) between a rotational position in which it substitutes hook (5) can be brought into engagement by hooking into the lower hook (12) of a support member (3) suspended from a main line (4) and a second pivot position in which said hook member (3) brought into cooperation with the substrate (5) by longitudinally shifting the substrate guide (27) and the support member relative to each other is slidable from the substrate guide (27). 12. Combinatie volgens conclusie 10 voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 4, waarbij de substraatgeleiding (27’) een aan de bovenzijde open goot of beugel (35) omvat in wezen midden tussen beide hoofdlijnen (4) en waarbij de tweede robotmiddelen (23’) een tenminste een grijporgaan (36) omvatten die nabij een eind van de goot of de beugel (35) opwaarts beweegbaar is voor het grijpen en uit de goot of de beugel tillen van een daarin opgenomen substraat (5) en het overbrengen van het aldus gegrepen substraat (5) aan de onderste haak (12) van een aan een hoofdlijn (4) opgehangen haakorgaan (3).A combination according to claim 10 for carrying out the method according to claim 4, wherein the substrate guide (27 ') comprises a gutter or bracket (35) open at the top, essentially midway between the two main lines (4) and wherein the second robot means ( 23 ') comprise at least one gripping member (36) which is movable upwardly near an end of the trough or the bracket (35) for gripping and lifting from the trough or the bracket a substrate (5) received therein and transferring the substrate (5) thus gripped on the lower hook (12) of a hook member (3) suspended from a main line (4). 13. Combinatie volgens conclusie 12, waarbij zich aan de zijde van het tenminste ene grijporgaan (36) dat is afgekeerd van de zijde waar zich de goot of beugel (35) bevindt, een geleidingsring (37) is voorzien die centraal ten opzichte van de goot of beugel (36) is gepositioneerd.A combination as claimed in claim 12, wherein a guide ring (37) is provided on the side of the at least one gripping member (36) remote from the side where the gutter or bracket (35) is located. gutter or bracket (36) is positioned. 14. Combinatie volgens conclusie 13, waarbij een windas (38) is voorzien voor het toevoeren van het substraat.A combination according to claim 13, wherein a windlass (38) is provided for supplying the substrate. 15. Combinatie volgens een der conclusies 6-14, waarbij de geleidingsmiddelen (17) zijn uitgevoerd voor het geleiden van twee hoofdlijnen (4) die onderling zijn verbonden door drijflichamen (8) die zich op, bij voorkeur regelmatige, afstand van elkaar bevinden langs de hoofdlijnen, de lengte van de geleiding (17) groter is dan de afstand tussen twee drijflichamen (8) die een gespannen part (26) van de hoofdlijnen insluiten zodanig dat genoemde drijflichamen op de geleidingsmiddelen zijn ondersteund, en de eerste (22) en tweede (23) robotmiddelen bij het bedienen van de hoofdlijnen zich bevinden ter hoogte van het gespannen part tussen genoemde drijflichamen.Combination according to one of claims 6-14, wherein the guide means (17) are designed for guiding two main lines (4) which are interconnected by floating bodies (8) which are spaced apart, preferably at regular intervals, along the main lines, the length of the guide (17) is greater than the distance between two floating bodies (8) enclosing a tensioned part (26) of the main lines such that said floating bodies are supported on the guide means, and the first (22) and second (23) robot means for operating the main lines are located at the level of the tensioned part between said floating bodies. 16. Combinatie volgens een der conclusies 6-15, omvattende tenminste een drijver (20) waarop het gestel (16) is ondersteund, voor het doen drijven van de inrichting ten opzichte van het waterlichaam (9) waarin of waarboven zich de soepele hoofdlijn(en) zich bevindt/bevinden, en/of omvattende aangrijpmiddelen voor het daarop doen aangrijpen van een manipulator, hefmiddel en degelijke aan boord van een vaartuig, voor het aan dat vaartuig ondersteunen van de inrichting ten opzichte van het waterlichaam waarin of waarboven zich de soepele hoofdlij n(en) zich bevindt/bevinden.Combination according to any of claims 6-15, comprising at least one float (20) on which the frame (16) is supported, for driving the device relative to the water body (9) in which or above which the flexible main line ( and) is / and comprises engaging means for engaging a manipulator, lifting means and the like on board a vessel, for supporting the device on that vessel relative to the body of water in which or above which the flexible main line (s) is / are. 17. Inrichting (20) voor gebruik in de combinatie volgens een der conclusies 6-16, omvattende een gestel (16) voorzien van geleidingsmiddelen (17) voor het met betrekking tot het gestel ondersteunen en langs het gestel geleiden van tenminste een langwerpige soepele hoofdlijn (4), eerste robotmiddelen (22) voor het aanbrengen van draagorganen (3) op elke hoofdlijn (4), toevoermiddelen voor het toevoeren van draagorganen aan de eerste robotmiddelen, alsmede tweede robotmiddelen (23) voorzien van een substraatgeleiding (27) waarlangs een langwerpig soepel substraat (5) geleidbaar is, welke tweede robotmiddelen zijn uitgevoerd voor het aan de draagorganen (3) hangen van het substraat (5).Device (20) for use in the combination according to one of claims 6-16, comprising a frame (16) provided with guide means (17) for supporting and guiding at least one elongated flexible main line with respect to the frame (4), first robot means (22) for mounting support members (3) on each main line (4), feed means for supplying support members to the first robot means, and second robot means (23) provided with a substrate guide (27) along which a elongate flexible substrate (5) can be guided, which second robot means are designed for suspending the substrate (5) from the support members (3). 18. Haakorgaan (3) voor gebruik bij de inrichting volgens conclusie 9-14 of een der conclusies 15-17 wanneer afhankelijk van conclusie 914, omvattende een centraal draaglichaam (10) en aan tegenoverliggende einden van dat draaglichaam telkens een haak (11, 12), welke haken naar elkaar zijn gekeerd en elk een naar buiten van het draaglichaam af gerichte geleidingslip (15) omvatten voor het in de haak geleiden van een hoofdlijn (4) of substraat (5).18. Hook member (3) for use with the device according to claims 9-14 or one of claims 15-17 when dependent on claim 914, comprising a central support body (10) and a hook (11, 12) at opposite ends of said support body ), which hooks face each other and each comprise a guide lip (15) directed outwards from the support body for guiding a main line (4) or substrate (5) into the hook. 19. Haakorgaan (3) volgens conclusie 18, waarbij het draaglichaam (10) een T-vormige dwarsdoorsnede heeft met een flens (13) die overgaat in de haken (11, 12) en een midden ten opzichte van de flens uitstekend lijf (14), en bij voorkeur de hoogte van het lijf geleidelijk afneemt in de richting naar de haken.A hook member (3) according to claim 18, wherein the support body (10) has a T-shaped cross-section with a flange (13) which merges into the hooks (11, 12) and a body (14) protruding from the flange ), and preferably the height of the body gradually decreases in the direction towards the hooks.
NL2012580A 2014-04-07 2014-04-07 Method and installation for catching mussel seed. NL2012580B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012580A NL2012580B1 (en) 2014-04-07 2014-04-07 Method and installation for catching mussel seed.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012580A NL2012580B1 (en) 2014-04-07 2014-04-07 Method and installation for catching mussel seed.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012580A NL2012580A (en) 2016-01-18
NL2012580B1 true NL2012580B1 (en) 2016-03-08

Family

ID=50896412

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012580A NL2012580B1 (en) 2014-04-07 2014-04-07 Method and installation for catching mussel seed.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2012580B1 (en)

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2546714A1 (en) * 1983-06-01 1984-12-07 Bretagne Casiers Device for fastening the support cords of oyster-brood (spat) cords on lines for raising shellfish in open water and system for raising shellfish which is equipped with such a device
GB9908300D0 (en) * 1999-04-13 1999-06-02 Xplora Products Limited Apparatus for growing and harvesting shellfish, particularly mussels
NO314682B1 (en) * 2000-11-28 2003-05-05 Sintef Fiskeri Og Havbruk As Cultivation plants for aquatic organisms
ES2254007B1 (en) * 2004-09-23 2007-08-01 Andres Quinta Cortiñas PROVISION TO HANDLE GROWING STRINGS IN FLOATING STRUCTURES.
WO2009009838A1 (en) * 2007-07-19 2009-01-22 Peter Kvietelaitis Improvements in or relating to mollusc farming

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012580A (en) 2016-01-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR101724059B1 (en) Harvest device of seaweed
NO20101207A1 (en) Device for holding and positioning equipment by - and method of feeding fish in - a fish cage
NO334957B1 (en) Aquaculture system.
JP2019520072A (en) Seaweed harvester
KR101535067B1 (en) An auto-supply apparatus for shellfish culture
CN105993378A (en) Kelp harvesting ship
EP2308314A3 (en) Hanging device for hanging sausage chains
KR101148865B1 (en) Apparatus for farming seaweed
NL2012580B1 (en) Method and installation for catching mussel seed.
KR101311371B1 (en) An apparatus for auto inserting a seaweed
RU2528490C2 (en) Method and apparatus for depositing dispersant or other substances on water surface
NL1023156C2 (en) Method and device for harvesting shellfish.
EP2767156B1 (en) A method to cut wires grown over with plants in a crop wire hoisting system and an apparatus for applying the method
KR101527060B1 (en) Transplanting spores clamp
NL1017274C2 (en) Stable device and method for operating such a stable device.
NL1026350C2 (en) Device for fishing shellfish.
CN107295989A (en) A kind of scallop machine of falling cage
NL1025255C1 (en) Method and device for breeding shellfish and vessel, in particular intended for use with this method and device.
JP3225482U (en) Drop off cultured seafood recovery equipment
KR20220002524U (en) Rotary automatic catching device
JP2017139987A (en) Object take-out device, object take-out method and object take-out sorting method
JP2004008209A (en) Method and apparatus for cleaning surface of shells of scallop in mimizuri culture
JP2010100150A (en) Conveying method and conveying apparatus
NL2013101B1 (en) Fishing device.
NO20180528A1 (en) Appliance path for tool carrier

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230501