NL2012537B1 - Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen. Download PDF

Info

Publication number
NL2012537B1
NL2012537B1 NL2012537A NL2012537A NL2012537B1 NL 2012537 B1 NL2012537 B1 NL 2012537B1 NL 2012537 A NL2012537 A NL 2012537A NL 2012537 A NL2012537 A NL 2012537A NL 2012537 B1 NL2012537 B1 NL 2012537B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
agricultural
forestry product
wax
trees
product
Prior art date
Application number
NL2012537A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2012537A (nl
Inventor
Visser Anthony
Jacobus Van Voorthuisen Albertus
Original Assignee
Visser 's-Gravendeel Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Visser 's-Gravendeel Holding B V filed Critical Visser 's-Gravendeel Holding B V
Priority to NL2012537A priority Critical patent/NL2012537B1/nl
Priority to PCT/NL2015/050199 priority patent/WO2015152711A1/en
Priority to SE1651292A priority patent/SE542597C2/en
Publication of NL2012537A publication Critical patent/NL2012537A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2012537B1 publication Critical patent/NL2012537B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G7/00Botany in general
    • A01G7/06Treatment of growing trees or plants, e.g. for preventing decay of wood, for tingeing flowers or wood, for prolonging the life of plants
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/10Devices for affording protection against animals, birds or other pests
    • A01G13/105Protective devices against slugs, snails, crawling insects or other climbing animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/08Devices for filling-up flower-pots or pots for seedlings; Devices for setting plants or seeds in pots
    • A01G9/088Handling or transferring pots
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/02Packaging agricultural or horticultural products
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B25/00Packaging other articles presenting special problems
    • B65B25/02Packaging agricultural or horticultural products
    • B65B25/026Packaging flower pots
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B5/00Packaging individual articles in containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, jars
    • B65B5/10Filling containers or receptacles progressively or in stages by introducing successive articles, or layers of articles
    • B65B5/106Filling containers or receptacles progressively or in stages by introducing successive articles, or layers of articles by pushers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/50Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage
    • B65D85/52Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for living organisms, articles or materials sensitive to changes of environment or atmospheric conditions, e.g. land animals, birds, fish, water plants, non-aquatic plants, flower bulbs, cut flowers or foliage for living plants; for growing bulbs
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B5/00Packaging individual articles in containers or receptacles, e.g. bags, sacks, boxes, cartons, cans, jars
    • B65B5/06Packaging groups of articles, the groups being treated as single articles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Ecology (AREA)
  • Forests & Forestry (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Evolutionary Biology (AREA)
  • Marine Sciences & Fisheries (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Packaging Of Special Articles (AREA)

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET BESCHERMEN TEGEN INVLOEDEN VAN GEWASSEN, ZOALS BOMEN
De onderhavige uitvinding betreft een inrichting en/of een werkwijze voor het beschermen van ten minste één land-of bosbouwproduct, zoals bomen en in het bijzonder jonge bomen, tegen aantasting door bij voorbeeld kevers, bij voorkeur voorafgaand aan transport van het land- of bosbouwproduct. Tevens kan de inrichting zien op een werkwijze en inrichting voor het daaropvolgend in een houder verpakken van een land- of bosbouwproduct, zoals een gewas of bomen.
Tot op heden wordt het aanbrengen van bestrijdingsmiddelen en/of beschermingsmiddelen hand matig uitgevoerd, in het bijzonder wanneer dergelijke middelen plakkerig of kleverig zijn, omdat bijvoorbeeld in het geval van wax ter bescherming tegen bepaalde soortenkevers aantasting van geautomatiseerde inrichtingen voor het aanbrengen daarvan een aanzienlijk probleem is. In het bijzonder in het geval van gebruik van lastig te verwerken middelen, zoals wax, wordt in de betreffende techniek telkens gebruik gemaakt van het hand matig verwerken van dergelijke middelen en het handmatig aanbrengen daarvan op, in of aan jonge bomen of andere land- of bosbouwproducten.
Tot op heden gebeurt het in de houder verpakken van in het bijzonder (jonge) bomen ook uitsluitend handmatig.
Aldus bestaat er een behoefte, die tot op heden niet is vervuld, om geautomatiseerd (jonge) bomen en andere land- of bosbouwproducten te bewerken om daarop lastig te verwerken middelen, zoals wax, aan te kunnen brengen in houders te kunnen verpakken. Juist doordat een werkbare oplossing in het verleden nooit is verwezenlijkt, geeft dit een maat voor de nieuwheid en inventiviteit van de uitvinding.
De uitvinding betreft namelijk een werkwijze en een inrichting met met de werkwijze overeenkomende elementen, componenten en aspecten, waarbij de werkwijze omvat: het aanbrengen van wax op, in of aan het land- of bosbouwproduct; en het deponeren van de wax op ten minste een stam of steel daarvan.
Aldus kunnen de producten gedurende transport in de houder - vaak een kartonnen doos - beschermd worden en blijven tegen schadelijke invloeden, zoals ziektekiemen, kevers en dergelijke. Door het deponeren van wax op een stam of steel daarvan, is een optimalere bescherming te bewerkstelligen dan wanneer beschermingsstoffen en bestrijdingsstoffen in het loof of in een substraat worden gedeponeerd, in het bijzonder als de te bestrijden verschijnselen bijvoorbeeld kevers betreffen. Opgemerkt wordt in dit verband, dat geenszins van de uitvinding is uitgesloten dat wax terecht komt op loof of takken van de jonge bomen en/of andere land- of bosbouwproducten; in hoofdzaak is wel vereist dat ten minste en aanzienlijk deel van de wax terecht komt op de stam of steel. Daarenboven is vanzelfsprekend een verregaande graad van automatisering te verwezenlijken, die het handmatig verwerken van wax of ander middel op efficiënte, goedkope en doeltreffende wijze overbodig kan maken.
Vele uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn denkbaar, waarvan er enkele op niet limitatieve wijze zijn gedefinieerd in afhankelijke conclusies en aan de orde komen in de hiernavolgende beschrijving van een uitvoeringsvorm hieronder, waartoe de uitvinding niet kan zijn beperkt, aangezien beperking van de beschermingsomvang uitsluitend toekomt aan onafhankelijke conclusies.
Zo kan een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding de verdere eigenschap vertonen van het kantelen van het land- of bosbouwproduct ten opzichte van een rechtop staande stand daarvan naar een gekantelde stand daarvan. Als gevolg van het kantelen van de land- of bosbouwproducten tijdens het deponeren van de wax op een stam of steel daarvan, is te verzekeren dat het middel in hoofdzaak alleen daar terechtkomt, waar deze gewenst is, te weten op, in of aan het land- of bosbouwproduct, zonder nadelige effecten op een inrichting voor het verwezenlijken van de werkwijze. In het bijzonder, doch niet uitsluitend in samenhang met een dergelijke schuinstand of kantelstand, kan het gunstig zijn als de werkwijze volgens de uitvinding omvat: het in een stroom wax uitstorten van de wax over het land- of bosbouwproduct. Een dergelijke stroom kan een surplus aan wax bevatten en worden opgevangen om herbruikt te worden, zodat een dergelijke uitvoeringsvorm alsnog zeer efficiënt kan zijn, ondanks het vermoeden op voorhand dat hiermee veel verspilling zal optreden.
In een alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm kan een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding de eigenschap vertonen van het in een spray wax aanbrengen van de wax op het land- of bosbouwproduct. Een spray kan beheerst worden aangebracht en sproeikoppen kunnen selectief in werking worden gesteld, bij voorkeur indien een jonge boom of ander land- of bosbouwproduct zich bevindt in de nabijheid van een desbetreffende sproeikop.
In een andere of aanvullende uitvoeringsvorm kan een werkwijze volgens de uitvinding omvatten: het om een lengteas roteren van het land- of bosbouwproduct , tijdens het in de stroom uitstorten of met een spray aanbrengen van de wax daarop. In een dusdanige uitvoeringsvorm van de werkwijze is het mogelijk om een goede verdeling van de wax of enig ander middel te bewerkstelligen om de omtrek van jonge bomen of andere land- of bosbouwproducten heen, en in het bijzonder om de stam of steel daarvan heen.
Verder kan een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze de verdere eigenschap vertonen van, voorafgaand aan het aanbrengen van wax op, in of aan het land- of bosbouwproduct: het selecteren van zieke of dode exemplaren van het land- of bosbouwproduct; en het verwijderen van de zieke of dode exemplaren. Aangezien met de werkwijze een verregaande graad van automatisering te verwezenlijken is, biedt een dergelijke geautomatiseerde selectie van zieke of dode exemplaren een verdere verbetering in de zin dat geen zieke of dode exemplaren worden onderworpen aan het aanbrengen van wax, wax wordt bespaard, en op de plaats van bestemming ook geen dode of zieke exemplaren worden afgeleverd, zonder enige menselijke tussenkomst op de plaats van herkomst. Aldus komt het verder ook tot een optimale vulgraad van de houder, zonder op voorhand al dode of zieke producten te verpakken en de betreffende ruimte in de houder te verkwisten. In een dusdanige uitvoeringsvorm met het selecteren, kan de werkwijze verder de eigenschap vertonen dat het selecteren omvat: het registreren van een beeld van ten minste één exemplaar van het land- of bosbouwproduct, en het vergelijken van een geregistreerd beeld met een referentie om de zieke of dode exemplaren te selecteren, waarbij de referentie er ten minste één is uit de groep, welke omvat: lengte, kleur en gedeelte bladgroen in geregistreerd beeld. Met beeldvorming en -verwerking kan snel en betrouwbaar worden besloten of een product gezond, ziek of dood is om verpakken daarvan te voorkomen. Aldus is een technisch realistisch te verwezenlijken invulling te geven aan het selecteren van zieke of dode exemplaren om die niet te waxen en/of in te pakken.
Opgemerkt dient te worden, dat het op welke wijze dan ook selecteren van zieke of dode exemplaren geheel equivalent is aan, zo niet hetzelfde is als, het detecteren van gezonde exemplaren om een restant, dat ziek of dood moet zijn, af te voeren of althans niet aan het waxen of daarop volgend inpakken te onderwerpen.
Een alternatieve of aanvullende uitvoeringsvorm kan namelijk de eigenschappen vertonen van het in een houder verpakken van het land- of bosbouwproduct, omvattende: het op een transportplaat verzamelen van het land- of bosbouwproduct; het inbrengen van de transportplaat met het land- of bosbouwproduct daarop in de houder; het terugtrekken van de transportplaat; en het tegenhouden van het land- of bosbouwproduct in de houder. De werkwijze kan daarbij verder de eigenschap vertonen van het verschaffen van een transportplaat met afmetingen die in hoofdzaak overeenkomen met binnenafmetingen van de houder. Met dergelijke uitvoeringsvorm is het mogelijk om een geautomatiseerd inpakproces te verschaffen, waar dat voorheen ook, net als het aanbrengen van middelen, handmatig geschiede.
Zoals hieraan voorafgaand al is opgemerkt, betreft de onderhavige uitvinding tevens uitvoeringsvorm een van een inrichting, met eigenschappen, elementen en componenten, die overeenkomen met de werkwijze stappen, zoals die hierboven al aan de orde zijn gesteld, en met dezelfde voordelen en/of eigenschappen. Een soortgelijke overweging geldt voor een ander aspect, te weten een houder met ten minste één exemplaar van een land- of bosbouw product, dat daarin is aangebracht onder gebruikmaking van een uitvoeringsvorm van de werkwijze of inrichting.
Hier wordt nog verwezen naar een uitvoeringsvorm van een inrichting, waarbij de applicator een deponeeropening en een opvang tegenover elkaar ten opzichte van het land- of bosbouwproduct omvat, en verder een terugvoer van de opvang naar de deponeeropening. Een eenvoudige uitstroom openingen kan al volstaan, waarbij een opvangbak tegenover een dergelijke uitstroom openingen kan zijn opgesteld ten opzichte van tussen de uitstroomopeningen en de opvang gepositioneerde bomen of andere land- en bosbouwproducten.
De terugvoer is bruikbaar en nuttig voor het terugvoeren van overtollig uitgestort wax en het alsnog kunnen aanbrengen daarvan op een boom of ander gewas.
Aanvullend op of als alternatief voor de stroom wax kan de inrichting ten minste één sproeikop omvatten. Als in de inrichting ten minste twee sproeikoppen zijn aangebracht, kunnen deze zijn gepositioneerd op ten minste twee posities uit de groep, die omvat: boven elkaar; tegenover elkaar ten opzichte van het land- of bosbouwproduct; achter elkaar in een langsbewegingsrichting van het land- of bosbouwproduct. Aldus is een gelijkmatige verdeling van aan te brengen wax te verwezenlijken. De inrichting volgens de uitvinding kan verder omvatten: een met de ten minste ene sproeikop verbonden besturing, welke is ingericht om de sproeikop selectief in en buiten werking te stellen. Aldus kan op gebruik of verbruik van wax worden bespaard. De besturing kan zijn verbonden met een nabijheidsensor, welke is ingericht om een detectie signaal te genereren en naar de besturing te sturen, wanneer het land- of bosbouwproduct zich in de nabijheid van de ten minste ene sproeikop bevindt. Alsdan is een selectieve sproeibewerking met de ten minste ene sproeikop optimaal af te stemmen op een omstandigheid dat een jonge boom of land-of tuinbouwproduct zich daadwerkelijk bij de sproeikop bevindt, zodat overmatig gebruik of verbruik van wax te minimaliseren is.
In nog een andere uitvoeringsvorm kan een inrichting de eigenschap vertonen van een transporteur voor het langs de applicator voeren van het land- of bosbouwproduct en het deponeren van de wax daarin, -op of aan. Wanneer wax wordt gedeponeerd op jonge bomen onder een schuinstand en de jonge bomen onder deze schuinstand worden getransporteerd langste applicatie door, bijvoorbeeld tussen de uitstroomopeningen en de opvang in, kan een verregaande graad van automatisering worden verwezenlijkt met gelijktijdig een gewenste zekerheid dat afdoende wax is gedeponeerd op een boom of ander land- of bosbouwproduct, voordat dit bijvoorbeeld in een doos of andere houder wordt verpakt, bijvoorbeeld voor transport.
In een zeer gunstige uitvoeringsvorm kunnen diverse eerder benoemde componenten en elementen worden gecombineerd. Zo is het mogelijk dat het transportmechanisme en ten minste één van kantelmechanisme en het roteermechanisme als eenheid zijn vormgegeven. Hiermee is een verregaande eenvoud van de inrichting te bewerkstelligen, hetgeen bijdraagt aan commerciële en technische levensvatbaarheid daarvan.
Na de voorgaande en enigszins abstracte uiteenzetting van de onderhavige uitvinding zal hieronder een meer concrete uitvoeringsvorm daarvan in meer detail worden beschreven onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 tot en met Fig. 18 een opeenvolging van stappen in een mogelijke uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding tonen, welke zijn te bewerkstelligen met een inrichting, waarvan schematisch delen, componenten en elementen zijn weergegeven;
Fig. 19 een inrichting en werkwijze, waarbij in meer detail het aanbrengen van wax op (jonge) bomen is getoond;
Fig. 20Ά tot en met 20C de werking in diverse stadia tonen van een transporteur in de inrichting volgens Fig. 19; en
Figuren 21, 22, 23, en 24 schematische aanzichten tonen van verschillende vormgevingen van een applicator voor het aanbrengen van wax op een (jonge) boom.
In fig. 1 is een rij 1 met jonge bomen 2 getoond. De bomen 2 dienen te worden verpakt in een doos 4 als uitvoeringsvorm van een houder in de zin van de onderhavige uitvinding. Van de doos is ten minste één zijde 5 open. De werkwijze en inrichting volgens de onderhavige uitvinding zijn gebaseerd op een transportplaat 6 in samenhang met een schuif 8 en met als optie ook opstaande randen 7 aan de transportplaat 4.
Op de rij 1 met bomen 2 is een camera 3 gericht, zoals in meer detail is getoond in Fig. 2. De camera registreert een beeld van de rij 1 met bomen 2, en aldus ook van de afzonderlijke bomen 2.
Fig. 3 toont een voorbeeld van een met de camera 3 geregistreerd beeld van de bomen 2 in een rij 1. Elke van de bomen 2 wordt vergeleken met een referentie. In de weergave van figuur 3 is de referentie een hoogte van de bomen 2, welke met streeplijn 9 in fig. 3 is weergegeven. Over de streeplijn 9 staan goed/fout aanduidingen 10; voor elke van de bomen 2 een dusdanige aanduiding 10. In de rij 1, van links naar rechts, zijn de derde en vijfde bomen 2 onder de maat, die is vastgelegd met de als streeplijn 9 weergegeven referentie.
In fig. 4 is weergegeven, dat de betreffende van de bomen 2 (de derde en vijfde in de rij 1 van links naar rechts) worden afgevoerd in de richting van pijl A. De betreffende van de bomen 2 zijn onvoldoende ontwikkeld, en derhalve mogelijk ziek of zelfs al dood. Vandaar, dat deze betreffende van de bomen 2 kunnen worden verwijderd. De opengevallen plaatsen in de rij 1 met bomen 2 worden bij voorkeur weer opgevuld met gezonde bomen 2.
Aldus is met de weergaven van figuren 2, 3 en 4 de functie en werking van een selector in de zin van de onderhavige uitvinding getoond. De selector heeft als voornaamste doel selecteren en verwijderen of afvoeren van zieke en dode exemplaren of bomen 2. Het kan hier tevens bomen betreffen, die eenvoudigweg onder de maat zijn, om aan bepaalde commerciële criteria te voldoen. Bijvoorbeeld kan een verkoop van bomen zijn gebaseerd op een minimale ontwikkeling en groeihoogte daarvan. De geselecteerde van de bomen 2 worden dan niet als afval weg geworpen, maar kunnen terug naar een groeiplaats om verder te ontwikkelen.
Opgemerkt wordt, dat de aldus functionerende selector als referentie gebruik kan maken van een ontwikkeling of groeihoogte. Andere criteria kunnen ook worden gehanteerd, zoals de kleur van bladeren of naalden (teveel grijs of bruin kan wijzen op ziekte of dood). Als alternatief kan ook worden gekeken naar het deel ten opzichte van het geheel van het geregistreerde beeld, dat in beslag wordt genomen door blad of naalden, om aan de hand daarvan een beslissing te kunnen nemen over bereikte groei en eventueel afvoer of terugvoer van de bomen 2.
In figuren 5A, 5B en 5C is de werking weergegeven van een applicator. Deze omvat tenminste een grijper voor het aangrijpen van de potten 11 met daarin de bomen 2 in de rij 1. De grijper dient dan te zijn ingericht om de bomen 2 te kantelen in de richting van pijl B in fig. 5A. Een dergelijke grijper vormt dan deel van een kantelmechanisme.
In fig. 5B is getoond, dat een wax 12 wordt aangebracht op een boom 2. Wax is een uitvoeringsvorm van een beschermingsstof of bestrijdingsstof, welke is bedoeld en werkzaam is om kevers (althans bepaalde soorten kevers) te verjagen, die anders de bomen 2 zouden kunnen aanvreten. In fig. 5B wordt gebruik gemaakt van een kwast 13. Er dient echter opgemerkt te worden, dat de kanteling van de bomen 2 in de rij 1 juist het eenvoudigweg uitstorten van wax op de stammen 14 van de bomen 2 mogelijk maakt, zoals onder in samenhang met figuren 19 en 20A-20C is beschreven. Op elke stam 14 komt een hoeveelheid wax 12 terecht, terwijl een overmaat aan wax onder de stammen 14 van de bomen 2 kan worden opgevangen om terug gevoerd te worden naar een uitstort om alsnog over een stam 14 van een boom 2 aangebracht te worden.
Na het aanbrengen van de wax 12 (of enig andere beschermingsstof of bestrijdingsstof) , kan de rij 1 met bomen 2 weer terug gekanteld worden in de richting van pijl C in fig. 5C, waartoe bij voorkeur dezelfde grijper wordt toegepast, waarmee de bomen 2 in de rij in fig. 5A ook zijn gekanteld in de richting van pijl B.
In fig. 19 en fig. 20 tonen schematisch een inrichting 17 voor het verwezenlijken van de stappen in figuren 5A, 5B en 5C. De inrichting 17 omvat een aanvoer 18, waar overheen klossen 20 met daarop pennen 21 aan te voeren zijn. Bomen worden aangevoerd in een tray en opgestoken. Grijpers pakken de bomen bij het bladgedeelte (of aan of om een stam) aan, en de grijpers worden zijdelings verplaatst naar de klossen 20 met pennen 21. Camera's 3 controleren en geven informatie over elke boom door aan de grijpers. Afgekeurde bomen worden in de opening tussen de transportbanen geplaatst en vallen op een afvalband. Goedgekeurde bomen worden in de klossen 20 met pennen 21 geplaatst en gaan door naar een wax inrichting 23. Deze camera's 3 vervullen aldus in combinatie met een (niet getoonde) besturing en de grijpers een selectiefunctie, zoals is beschreven in samenhang met figuren 2 - 4.
Tussen de pennen 21 en op de klossen 20 is substraat 22 te klemmen, met daarin een boom 19 of ander land- of bosbouw product. De klossen 20 worden over een transportbaan van de aanvoer 18 gevoerd naar een ingang van de wax inrichting 23. Nadat gewaxte bomen bij station 36 in dozen zijn verpakt, keren de lege doppen terug naar vulposities, waar de bomen in trays worden aangevoerd en bij grijpers met in de nabijheid daarvan de camera's voor selectie van gezonde bomen om te worden gewaxt.
De wax inrichting 23 omvat een voorraad 24, die via leidingen 25 is verbonden met uitstroombalken 26, waar stromen wax 27 uit kunnen stromen. Vloeibare wax wordt met een additief van pigment middels (niet getoonde) pompen gevoerd van de voorraad 24 naar de balken 26. In de voorraad 24 kunnen maatregelen zijn getroffen om de wax vloeibaar te houden, zoals verwarmingselementen, en/of meer in het bijzonder ook roer- of slagorganen. Er is een of meer dan een van de balken 26 verschaft, en bij twee of meer van de balken 26 zijn deze bij voorkeur op verschillende hoogtes aangebracht. Aldus kan wax worden aangebracht op bomen 19 met verschillende lengtes of hoogtes, nadat deze in een schuine stand zijn gebracht. Onder de balken 26 is een opvangbak 28 aangebracht voor opvang van uit de balken 26 gestroomd wax, dat niet is gehecht aan een van de bomen 19. In de opvangbak 28 zijn roer- of slagorganen aangebracht onm de wax vloeibaar te houden. Vanuit de opvangbak 28 kan wax worden gezuiverd, bijvoorbeeld in een leiding of component onderweg naar de voorraad 24, en rond gepompt, om weer terecht te komen bij de balken 26, om uit te stromen over bomen 19. Toevoer van aanvullende was kan gebeuren bij smeltinrichting 29, waar blokken wax met pigment in gelegd kunnen worden, waarbij een verwarmingselement 30 in werking kan worden gesteld om de toe te voeren wax te smelten.
In de wax inrichting 23, zoals in figuur een 20A-20 C is getoond, worden de klossen 20 met een snarentransporteur 31 langs uit balken 26 stromende wax gevoerd. De snarentransporteur 31 omvat verder een geleider 32, waar glijblokken 33 langs bewegen. In figuur 20C vertoont de geleider 32 aan de rechterzijde een verhoging, waarbij de klossen 20 onder een schuinstand komen te staan, als gevolg van de inklemming tussen de snaren van de snarentransporteur 31 en de glijblokken 33, alsmede de oriëntatie van de geleider 32.
Aan een uitgang zijde van de wax inrichting 17 worden met wax overspoelde bomen opgesteld op de klossen 20, met substraat 22 van de bomen 19 tussen de pennen 21. Een grijper 35 is opgesteld tussen de uitgang 34 van de wax inrichting 23 en een schematisch weergegeven inpakinrichting 36, welke hieronder nader zal worden beschreven.
Over de wax inrichting 23 valt nog op te merken, dat deze bij voorkeur nog schermmiddelen omvat, zoals kettingen of iets dergelijks, om te voorkomen dat uit de balken 26 stromende wax elders terecht komt dan op de bomen 19.
Hiermee valt een bijzonder schone manier van het aanbrengen van wax op de bomen 19 te verwezenlijken.
Verder valt nog op te merken, dat de snarentransporteur 31 samenwerkt met aanvullende snaren 37 en de beide snarentransporteurs in dezelfde richting draaien, maar met verschillende snelheden, zodat de klossen 20 roteren om een lengteas van bomen 20. Aldus wordt het rondom de bomen aanbrengen van wax bevorderd. Doordat meer dan een minimum aan wax over de bomen uit wordt gestroomd en de bomen aldus om een lengteas daarvan roteren, wordt bij de basis van stammen van bomen (op het substraat) een krans of rozet aan was gevormd. Als gevolg hiervan worden de bomen juist op deze locatie extra goed beschermd.
In fig. 6 is getoond, dat een rij 1 met bomen 2 wordt gezet op een transportplaat 6, zoals die ook al in fig. 1 is weergegeven. De rij 1 met bomen 2 is even lang als de breedte van de transportplaat 6 tussen de opstaande randen 7 daarvan. Voor het verplaatsen van de rij 1 met bomen 2 in de richting van pijl D, en dus op de transportplaat 6, kan gebruik worden gemaakt van een standaard transporteur of grijper 35 in Fig. 19.
Met de rij bomen 2 op de transportplaat 6, kan een aanslag 15 in de richting van pijl E tegen de transportplaat 6 worden gezet, zoals in fig. 7 is getoond. Daaropvolgend kan de schuif 8 in beweging worden gebracht in de richting van pijl F om de rij met bomen 2 aan te duwen tegen de aanslag 15. Zoals in fig. 8 is weergegeven, wordt de schuif 8 vervolgens terug gehaald in de richting van pijl G om vloeroppervlakken vrij te maken op de transportplaat 6 voor het daarop plaatsen van nieuwe rijen met bomen 2, zoals in fig. 9 is getoond. Na plaatsing van elke rij 1 met bomen 2 wordt de schuif 8 in beweging gebracht om de bomen 2 zo compact mogelijk tegen elkaar aan te plaatsen, zoals in fig. 10 is weergegeven. Deze stappen worden herhaald tot de toestand in fig. 11 is bereikt, waarbij een draagvlak van de transportplaat 6 geheel is gevuld met bomen 2.
De gewaxte bomen worden in een alternatieve uitvoeringsvorm in dozen verpakt op de in figuur 19 getoonde wijze. Een rij bomen wordt overgezet op een plaat 38 met zijdelingse opstaande rand 39 en op de plaats behouden tegengehouden met pennen 42. Naast elkaar opgestelde rijen bomen 40, 41 zijn versprongen ten opzichte elkaar. Aldus passen pennen 42 met zo weinig mogelijk tussenruimte tussen afzonderlijke bomen in een rij 41. Een volgende rij van de pennen 42 in een teruggetrokken stand houdt de tweede bomenrij 41 op zijn plaats, waarna de in figuur 19 vooruitgestoken rij pennen 42 (die tot dan de eerste bomenrij 40 heeft tegengehouden) tussen de tweede rij bomen 41 door wordt teruggetrokken. Dit proces herhaalt zich totdat het oppervlak van de plaat 38 is gevuld met rijen bomen 40, 41, ... , en de doos 43 gevuld kan worden. De plaat 38 met de zijdelingse opstaande rand 39 wordt samen met een duwer 44 in de doos 43 geschoven en als de plaat 38 in de doos 43 is gepositioneerd, blijft de duwer 44 stationair terwijl de plaat 38 terug wordt getrokken. Als de bomen 40, 41 in de doos 44 staan, gaat de duwer 44 samen met of over de plaat 38 terug naar een uitgangspositie.
Erop volgend, en zoals in fig. 12 is getoond, wordt de transportplaat 6 met daarop de bomen 2 bij een doos 4 gepositioneerd en, zoals in fig. 13 is getoond, in de doos 4 verplaatst in de richting van pijl H in fig. 13. Hierbij wordt opgemerkt, dat de breedte van de transportplaat 6 overeenkomt met de breedte van de doos 4, zodat de doos 4 optimaal wordt gevuld. De doos 4 als uitvoeringsvorm van een houder in de zin van de onderhavige uitvinding kan een kartonnen doos zijn.
Vervolgens wordt de transportplaat 6 terug getrokken in de richting van pijl I in fig. 14, terwijl de schuif 8 stationaire wordt gehouden. Aldus wordt de transportplaat 6 onder de potten 11 van de bomen 2 uitgetrokken, waarbij de stationaire schuif 8 voorkomt, dat de potten 11 en bomen 2 mee terug bewegen, en in de doos 4 blijven.
Als de transportplaat 6 helemaal is terug getrokken uit de doos 4 in de richting van pijl I in fig. 14, wordt ook de schuif 8 terug getrokken in de richting van pijl J in fig. 15.
Daarna worden flappen 16 van de doos 4 gevouwen over de open zijden 5 van de doos 4, zoals in figuren 16 en 17 is getoond, om een transporteerbare gesloten doos 4 op te leveren, zoals die in fig. 18 is getoond.
Figuur 21 toont een alternatieve of aanvullende vormgeving van of voor een applicator 50 voor het aanbrengen van wax op ten minste de stam of steel van een jonge boom of ander land- of tuinbouwproduct. De applicator 50 omvat volgens de uitvinding ten minste één sproeikop, en in de getoonde uitvoeringsvorm zelfs zes sproeikoppen 51 omvat, in twee rijen 52, 53 van elk drie sproeikoppen 51 boven elkaar, waarbij de rijen 52, 53 op afstand van elkaar zijn gelegen in de richting van een transport van de bomen 2 met een schematisch weergegeven transporteur 54. De sproeikoppen kunnen aan een montageplaat 56 zijn aangebracht. Een soortgelijke applicator 50 kan tegenover de sproeikoppen 51 ten opzichte van de langs bewegende bomen 2 zijn aangebracht, zoals in figuren 22 en 23 blijkt. De bomen 2 kunnen meer of minder lange stammen of stelen hebben, zoals in figuur 21 is getoond. Daarbij kan een sproeikop 51 op een geschikt hoogte in werking worden gesteld als een boom 2 langs de rij 52 of 53 met sproeikoppen 51 wordt getransporteerd. Een selectie van sproeikoppen 51 in elke rij 52, 53 kan in werking worden gesteld, als of wanneer nabijheid van een boom bij een rij 52 of 53 is gedetecteerd middels een detector 57, welke hiertoe kan zijn verbonden met een besturing 58, zoals in figuren 21, 22 en 23 is weergegeven. Deze besturing 58 kan stuursignalen naar de sproeikoppen sturen om deze selectief in werking (figuur 22) of buiten werking (figuur 23) te stellen. De detector 57 kan zijn ingericht om hoogte van de bomen 2 te bepalen om sproeikoppen 51 tot op een gewenst hoogte in rij 52 of 53 in werking te stellen. Soortgelijke overwegingen kunnen de hoogte van de potten of cups 55 betreffen, waarbij onderste van de sproeikoppen 52 in elke van de rijen 52, 53 in of buiten werking kunnen worden gesteld bij het voorbij bewegen van de potten of cups 55. Daarbij kan het een doel zijn om ook substraat in de potten of cups 55 met wax te bedekken en zelfs een laag wax aan te brengen tot een korte afstand onder de bovenrand van de potten met daarin de bomen 2.
De bomen 2 in potten kunnen middels transporteur 54 in cups met daarin de potten 55 worden getransporteerd in de richting van pijl N en dan in het bijzonder in de nabijheid van de sproeikoppen 51 worden geroteerd in de richting van pijl P om een lengteas van de bomen 2. Er kunnen één, twee of meer dan twee rijen 52, 53 met sproeikoppen 51 zijn aangebracht. De cups of potten 55 kunnen bij of voor elke rij 52, 53 worden geroteerd over een hoek, die evenredig is met ten minste 1/n waarbij n het aantal rijen 52, 53 met sproeikoppen 51 is, zodat elke boom rondom ten minste éénmaal geheel wordt besproeid door de sproeikoppen 51.
In figuur 24 is een variant van een applicator 60 getoond, waarin twee sproeikoppen 51 aan een om een as 61 in de richting van pijl R draaibaar en U-vormig frame 59 zijn gemonteerd, dat wil zeggen tegenover elkaar ten opzichte van de boom 2. Het frame 59 aan de as 61 kan in de richting van pijl Q op- en neer beweegbaar zijn gemonteerd. Aan het frame 59 kunnen aanvullend camera's zijn aangebracht voor selectie van bomen (en eventuele ejectie van dode of zieke bomen), of voor detectie van nabijheid van bomen om de sproeikoppen 51 in en/of buiten werking te stellen. Het frame 59 kan over een boom 2 worden neergelaten (Q) en geroteerd (R) met de sproeikoppen in werking, om ten minste een stam of steel daarvan te bedekken met wax.
In het voorgaande is de onderhavige uitvinding beschreven, in hoofdzaak op basis van een werkwijze.
Componenten, elementen en aspecten van een inrichting voor het verwezenlijken van de opeenvolgende stappen van de werkwijze liggen, naar kennisneming van de voorgaande beschrijving, binnen het bereik van de vakman in het betreffende gebied. Zo is met betrekking tot het kantelen van potten met daarin bomen hierboven al opgemerkt, dat daartoe gebruik kan worden gemaakt van een grijper. Dit moet dan een grijper zijn die een rij bomen tegelijk aan kan grijpen, of elk afzonderlijk boompje kan aangrijpen, om dit te doen kantelen. Tevens is beschreven dat het aanbrengen van wax kan geschieden met de in samenhang met Fig. 19 en 20 beschreven inrichting, zonder te kwasten, waarbij schuinstanden van bomen wordt verwezenlijkt in de transporteur volgens fig. 20. Het kantelen heeft voornamelijk en alleen nut in een uitvoeringsvorm met daarin het uitschenken van wax over stammen, en het kwasten van wax kan ook plaatsvinden in een positionering rechtop van de bomen. Met de bomen rechtop kan het vloeiend aanbrengen van wax niet of moeilijk worden verwezenlijkt. De wax kan om dit te laten vloeien warm zijn gemaakt, zonder schadelijke effecten op de bomen. In fig. 16 is weergegeven, dat de doos 4 of houder 2 open zijden 5 heeft, maar de doos kan aan alle zijden gesloten zijn, behalve waar de transportplaat 6 toegang moet worden verschaft tot het binnenste van de doos 4.
Zo blijkt wel, dat er vele aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn binnen het kader van de onderhavige uitvinding, die dan ook niet is beperkt tot de specifiek getoonde en beschreven uitvoeringsvorm, maar slechts door de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusies in bepaalde uitvoeringsvormen kan bijvoorbeeld een selector ontbreken en gewoonweg alle aangevoerde rijen bomen worden verpakt in dozen. In een andere uitvoeringsvorm, is het mogelijk, dat de applicator voor het aanbrengen van wax of andere beschermings- of bestrijdingsstoffen achterwege wordt gelaten. Ook hier betreft het slechts voorbeelden, en één of beide van de selector en de applicator kunnen juist wel zijn verwezenlijkt.

Claims (24)

1. Een werkwijze van het beschermen van ten minste één land- of bosbouwproduct, zoals bomen en in het bijzonder jonge bomen, tegen aantasting door bij voorbeeld kevers, bij voorkeur voorafgaand aan transport van het land- of bosbouwproduct, omvattende: - het aanbrengen van wax op, in of aan het land- of bosbouwproduct; en - het deponeren van de wax op ten minste een stam of steel daarvan.
2. De werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende het kantelen van het land- of bosbouwproduct ten opzichte van een rechtop staande stand daarvan naar een gekantelde stand daarvan.
3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende het in een stroom wax uitstorten van de wax over het land- of bosbouwproduct.
4. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, verder omvattende het in een spray wax aanbrengen van de wax op het land- of bosbouwproduct.
5. De werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder onvattende het om een lengteas roteren van het land- of bosbouwproduct, tijdens het in de stroom uitstorten of met een spray aanbrengen van de wax daarop.
6. De werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende, voorafgaand aan het aanbrengen van wax op, in of aan het land- of bosbouwproduct: het selecteren van zieke of dode exemplaren van het land- of bosbouwproduct; en het verwijderen van de zieke of dode exemplaren.
7. De werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het selecteren omvat: het registreren van een beeld van ten minste één exemplaar van het land- of bosbouwproduct, en het vergelijken van een geregistreerd beeld met een referentie om de zieke of dode exemplaren te selecteren, waarbij de referentie er ten minste één is uit de groep, welke omvat: lengte, kleur en gedeelte bladgroen in geregistreerd beeld.
8. De werkwijze volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, verder omvattende het in een houder verpakken van het land- of bosbouwproduct, omvattende: - het op een transportplaat verzamelen van het land- of bosbouwproduct; - het inbrengen van de transportplaat met het land- of bosbouwproduct daarop in de houder; - het terugtrekken van de transportplaat; en - het tegenhouden van het land- of bosbouwproduct in de houder.
9. De werkwijze volgens conclusie 8, verder omvattende het verschaffen van een transportplaat met afmetingen die in hoofdzaak overeenkomen met binnenafmetingen van de houder.
10. Een inrichting voor het beschermen van ten minste één land- of bosbouwproduct, zoals bomen en in het bijzonder jonge bomen, tegen aantasting door bij voorbeeld kevers, bij voorkeur voorafgaand aan transport van het land- of bosbouwproduct, omvattende: - ten minste één applicator, waarmee in gebruik wax op, in of aan het land- of bosbouwproduct aan te brengen is; - waarbij de applicator is ingericht voor het deponeren van de wax op ten minste een stam of steel van het land- of bosbouwproduct.
11. De inrichting volgens conclusie 10, verder omvattende een kantelmechanisme, waarmee in gebruik het land- of bosbouwproduct te kantelen is ten opzichte van een rechtop staande stand daarvan naar een gekantelde stand daarvan, waarbij de applicator is ingericht voor het deponeren van de wax op ten minste een stam of steel van het land- of bosbouwproduct in een met het kantelmechnisme gekantelde stand daarvan.
12. De inrichting volgens conclusie 10 of 11, waarbij de applicator ten minste één sproeikop omvat.
13. De inrichting volgens conclusie 12, waarbij ten minste twee sproeikoppen zijn aangebracht op ten minste twee posities uit de groep, die omvat: boven elkaar; tegenover elkaar ten opzichte van het land- of bosbouwproduct; achter elkaar in een langsbewegingsrichting van het land- of bosbouwproduct.
14. De inrichting volgens conclusie 12 of 13, verder omvattende een met de ten minste ene sproeikop verbonden besturing, welke is ingericht om de sproeikop selectief in en buiten werking te stellen.
15. De inrichting volgens conclusie 14, verder omvattende een met de besturing verbonden nabijheidsensor, welke is ingericht om een detectie signaal te genereren en naar de besturing te sturen, wanneer het land- of bosbouwproduct zich in de nabijheid van de ten minste ene sproeikop bevindt.
16. De inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 - 15, verder omvattende een rotatie-mechanisme voor het in gebruik om een lengte-as roteren van het land- of bosbouwproduct in een gekantelde toestand daarvan, tijdens deponeren van de wax daarop.
17. De inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 - 16, verder omvattende een selector voor het voorafgaand aan het aanbrengen van de wax in, op of aan het land- of bosbouwproduct selecteren van zieke of dode exemplaren van het land- of bosbouwproduct; en een afvoer voor het verwijderen van de zieke of dode exemplaren.
18. De inrichting volgens conclusie 17, waarbij de selector een camera of ander beeld registrerende inrichting omvat voor het registreren van een beeld van ten minste één exemplaar van het land- of bosbouwproduct, en is ingericht voor het vergelijken van een geregistreerd beeld met een referentie om de zieke of dode exemplaren te selecteren, waarbij de referentie er ten minste één is uit de groep, welke omvat: lengte, kleur en gedeelte bladgroen in geregistreerd beeld.
19. De inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 - 18, waarbij de applicator een deponeeropening en een opvang tegenover elkaar ten opzichte van het land- of bosbouwproduct omvat, en verder een terugvoer van de opvang naar de deponeeropening.
20. De inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 - 19, verder omvattende een transporteur voor het langs de applicator voeren van het land- of bosbouwproduct en het deponeren van de wax daarin, -op of aan.
21. De inrichting volgens conclusie 20, waarbij het transportmechanisme en ten minste één van kantelmechanisme en het roteermechanisme als eenheid zijn vormgegeven.
22. De inrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 10 - 21, welke voor het in een houder verpakken van het land- of bosbouwproduct, zoals een gewas of bomen, omvat: - een beweegbare transportplaat voor het daarop verzamelen van het land- of bosbouwproduct; - een met de transportplaat samenwerkende transporteur voor het inbrengen van de transportplaat met het land- of bosbouwproduct daarop in de houder en het terugtrekken van de transportplaat uit de houder; en - een ten opzichte van de transportplaat beweegbare schuif voor het tegenhouden van het land- of bosbouwproduct in de houder tijdens het terugtrekken van de transportplaat uit de houder.
23. De inrichting volgens conclusie 22, waarbij de transportplaat afmetingen heeft die in hoofdzaak overeenkomen met binnenafmetingen van de houder.
24. Houder, bevattende ten minste één exemplaar van een land- of bosbouwproduct, daarin aangebracht onder gebruikmaking van een uitvoeringsvorm van de werkwijze of inrichting volgens voorgaande conclusies.
NL2012537A 2014-04-01 2014-04-01 Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen. NL2012537B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012537A NL2012537B1 (nl) 2014-04-01 2014-04-01 Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen.
PCT/NL2015/050199 WO2015152711A1 (en) 2014-04-01 2015-03-30 Device and method for protection of crops, such as trees
SE1651292A SE542597C2 (en) 2014-04-01 2015-03-30 Device and method for protection of crops, such as trees

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012537A NL2012537B1 (nl) 2014-04-01 2014-04-01 Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012537A NL2012537A (nl) 2016-01-12
NL2012537B1 true NL2012537B1 (nl) 2016-02-15

Family

ID=50733274

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012537A NL2012537B1 (nl) 2014-04-01 2014-04-01 Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen.

Country Status (3)

Country Link
NL (1) NL2012537B1 (nl)
SE (1) SE542597C2 (nl)
WO (1) WO2015152711A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3140472A1 (fr) 2022-10-03 2024-04-05 Acoudesign Dispositif de generation d’ondes acoustiques et/ou vibratoires sur une structure souple

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE468232B (sv) * 1991-04-02 1992-11-30 Mats Hagner Saett och anordning foer inlindning av vaextplantor i skyddande material
NO941997D0 (no) * 1994-05-30 1994-05-30 Norsk Hydro As Fremgangsmåte for belegging av fröplante og system for fremgangsmåtens utförelse
NO303041B1 (no) * 1996-09-23 1998-05-25 Norsk Hydro As FremgangsmÕte og anordning for automatisk pÕf÷ring av voks pÕ del av stamme pÕ plante
US6606820B2 (en) * 1996-10-17 2003-08-19 Maquinas Agricolas Jacto, S.A. Spraying apparatus for agricultural chemicals
US7665244B2 (en) * 2007-12-18 2010-02-23 Revolutionary Garden Products, Inc. Plant mover system and method
WO2010018567A2 (en) * 2008-08-11 2010-02-18 The Agricultural Research Organization Device and method for sorting flowers
NO20111669A1 (no) * 2011-08-31 2013-03-01 Norsk Wax As Vokspaforingsmaskin

Also Published As

Publication number Publication date
SE1651292A1 (en) 2016-09-30
SE542597C2 (en) 2020-06-09
NL2012537A (nl) 2016-01-12
WO2015152711A1 (en) 2015-10-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2234652T3 (es) Clasificadora.
NL2008673C2 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van voer.
CA2715389C (en) Mobile system for improving the picking and preliminary processing of apples, citrus, stone fruit and like objects
NL1031292C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het faciliteren bij de oogst van gewassen.
NL9500296A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verpakken van land- en tuinbouwprodukten.
NL1031944C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bufferen van houders met planten.
US20220007590A1 (en) System and method for automating transfer of plants within an agricultural facility
EP3917309B1 (en) Harvesting device and method for harvesting fruit hanging from a plant
NL2012537B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het beschermen tegen invloeden van gewassen, zoals bomen.
BR112020004016A2 (pt) sistema de entrega de sementes
NL1025625C2 (nl) Stelsel en werkwijze voor het kweken/verplaatsen van gewassen.
AU2019200492A1 (en) Mobile system for improving the picking and preliminary processing of apples, citrus, stone fruit and like objects
NL2003715C2 (nl) Verwerkingssyteem voor planthouders.
NL1036829C2 (nl) Inrichting voor het verzamelen van vruchten tijdens het oogsten ervan.
NL2002623C2 (nl) Oogstinrichting voor producten zoals paprika's.
NL7906281A (nl) Beweegbare oogstmachine.
NL1034384C2 (nl) Inrichting voor het overdragen van een stortbaar product, met name een voedingsproduct, op of in een onderliggend product.
NL1027511C2 (nl) Inrichting voor het plukken van champignons.
NL1031081C2 (nl) Neerzet- en opraaprobot voor potten.
NL1015186C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het verdelen van gevogelte over opvangbakken.
US20230263091A1 (en) Self loading vegetable harvester
NL2029906B1 (nl) Inrichting voor het plukken van champignons
NL1018970C2 (nl) Bloemorientatiewijziging bij bossen.
NL2023335B1 (en) Apparatus and method for harvesting tubers or bulbs
EP4408168A1 (fr) Installation pour traiter des volatiles nouvellement éclos à haute cadence

Legal Events

Date Code Title Description
HC Change of name(s) of proprietor(s)

Owner name: VISCON GROUP HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: VISSER 'S-GRAVENDEEL HOLDING B.V.

Effective date: 20221125