NL2012532A - Onderlossende afvalcontainer en werkwijze voor het ledigen van een dergelijke afvalcontainer. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Onderlossende afvalcontainer en werkwijze voor het ledigen van een dergelijke afvalcontainer

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afvalcontainer van het onderlossende type dat is ingericht teneinde door een afvalverzamelvoertuig met een hijsinrichting met ten minste twee verticaal ten opzichte van elkaar verplaatsbare bedieningsorganen te worden opgetild om ter plaatse te worden geledigd in een op het afvalverzamelvoertuig aanwezige verzamelbak, de afvalcontainer omvattende een behuizing met een invoeropening voor afval, een persinrichting ingericht voor het samenpersen van afval in de afvalcontainer, of althans het vanuit de invoeropening in een opneemruimte van de afvalcontainer persen van afval en een uitlaatopening die is voorzien aan de onderkant van de afvalcontainer voor het ledigen van de afvalcontainer, afsluitmiddelen voor het afsluiten van de uitlaatopening en een takelinrichting ingericht voor samenwerking met een hijsinrichting van een afvalverzamelvoertuig, waarbij de takelinrichting is voorzien van door genoemde bedieningsorganen van een afvalverzamelvoertuig in hoofdzaak in verticale richting ten opzichte van elkaar manipuleerbare, met de behuizing en/of de afsluitmiddelen verbonden, manipulatiemiddelen, die zodanig zijn ingericht dat de uitlaatopening door bediening ervan door middel van genoemde bedieningsorganen van het afvalverzamelvoertuig met de afsluitmiddelen is te openen en te sluiten en daarbij de afsluitmiddelen de gesloten positie te vergrendelen en te ontgrendelen. Verder wordt opgemerkt, dat wat voor de één afval is, voor een ander een waardevolle grondstof kan zijn. De term afval dient hier breed te worden geïnterpreteerd, als hetgeen door een persoon of bedrijf wordt weggedaan. Het kan bijvoorbeeld ook te reinigen textiel betreffen. De persinrichting kan integraal deel uitmaken van de afvalcontainer. Het is echter ook denkbaar dat de persinrichting ontkoppelbaar aan de afvalcontainer is voorzien.

Een afvalcontainer van het in de inleiding beschreven type is bekend, bijvoorbeeld uit EP 2011745. Een dergelijk bekend type afvalcontainer is bestemd om, gedeeltelijk ondergronds, aan een openbare weg te worden geplaatst. De manipulatiemiddelen van de afvalcontainer zijn typisch voor een dergelijke afvalcontainer, en zijn vormgegeven als drie ten opzichte van de behuizing verticaal beweegbare met de behuizing van de afvalcontainer verbonden stangen met een takeloog waarvan er twee elk zijn verbonden met één van twee om horizontale as scharnierbare afsluitkleppen voor de uitlaatopening verbonden stangen. Voor het ledigen van de afvalcontainer rijdt een afvalverzamelvoertuig, in de regel een vrachtwagen met een aan de bovenzijde open verzamelbak, tot naast de afvalcontainer. Vervolgens wordt de afvalcontainer door de hijsinrichting van het afvalverzamelvoertuig, uitgerust met drie haken als bedieningsmiddelen, opgetild tot boven een op het afvalverzamelvoertuig aanwezige verzamelbak. Daarbij worden de hijsogen ten opzichte van de containerbehuizing omhoog getrokken. Vervolgens worden de twee, elk met een afsluitklep verbonden, stangen ten opzichte van de derde stang omlaag bewogen. De afvalcontainer hangt aldus met de derde stang aan één bedieningsorgaan van de hijsinrichting van het afvalverzamelvoertuig, terwijl de twee andere stangen ten opzichte daarvan naar beneden bewegen en de afsluitkleppen aan de onderzijde van de afvalcontainer de vrijheid geven open te scharnieren, waardoor in de afvalcontainer aanwezig afval door de uitlaatopening in de verzamelbak van het voertuig valt. Vervolgens worden de twee omlaag bewogen stangen weer ten opzichte van de derde stang omhoog bewogen om de uitlaatopening weer met de afsluitkleppen af te sluiten en de afsluitkleppen in de afgesloten positie te vergrendelen. Daarna wordt de afvalcontainer door de hijsinrichting op diens plaats teruggezet.

Een nadeel van de bekende afvalcontainer is dat die slechts beperkt toegankelijk is voor een afvalverzamelvoertuig met genoemde hijsinrichting. Boven de bekende afvalcontainer dient immers voldoende ruimte aanwezig te zijn om de afvalcontainer ter lediging met de hijsinrichting van diens plaats te tillen. Dit beperkt de inzetbaarheid van de afvalcontainer.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een afvalcontainer van het in de inleiding besproken type te verschaffen die breder inzetbaar is dan de bekende afvalcontainer, ook indien die op een moeilijk bereikbare locatie staat opgesteld, en makkelijker benaderbaar is door een afvalverzamelvoertuig met een genoemde hijsinrichting kan worden geledigd. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat de afvalcontainer is voorzien van verplaatsingsmiddelen die zijn ingericht voor het over een ondergrond kunnen verplaatsen van de afvalcontainer. De verplaatsingsmiddelen verschaffen aldus de mogelijkheid om de afvalcontainer volgens de uitvinding direct of indirect via de verplaatsingsmiddelen over een ondergrond te verplaatsen van een niet of moeilijk voor een afvalverzamelvoertuig bereikbare locatie naar een goed bereikbare ledigingslocatie. De verplaatsingsmiddelen kunnen vast of ontkoppelbaar met de afvalcontainer zijn verbonden. Aldus kan de afvalcontainer op een overdekte standlocatie, al dan niet inpandig, worden gepositioneerd om de afvalcontainer voor het ledigen ervan over de ondergrond naar een ledigingslocatie te verplaatsen waar voldoende ruimte aanwezig is om de afvalcontainer met een vrachtwagen met hijsinrichting te naderen, zodat de afvalcontainer door een vrachtwagen als afvalverzamelvoertuig kan worden genaderd en geledigd. De persinrichting kan bijvoorbeeld in of in het verlengde van de invoeropening van de afvalcontainer zijn voorzien, zodat afval dat in de afvalcontainer wordt gedeponeerd, indien de ruimte in de afvalcontainer-behuizing is gevuld, of indien de invoeropening zich niet boven in de container bevindt, in de reeds gevulde ruimte wordt geperst. Aldus kan het afval indien nodig verdicht in de afvalcontainer worden opgeslagen. Dit reduceert de frequentie waarmee een afvalcontainer dient te worden geledigd.

Afvalcontainers met dergelijke verplaatsingsmiddelen, bijvoorbeeld wielen, zijn weliswaar sinds lange tijd bekend, maar dat zijn in de regel geen onderlossende afvalcontainers en/of geen afvalcontainers van het type met een takelinrichting bestemd om de afvalcontainer boven een verzamelbak van een van een hijsinrichting voorzien afvalverzamelvoertuig te ledigen.

Het heeft volgens de uitvinding de voorkeur dat de verplaatsingsmiddelen rijdmiddelen omvatten die zijn ingericht voor het rijdend over een ondergrond verplaatsen van de afvalcontainer. Rijdmiddelen kunnen assen met wielen omvatten, maar ook rollen of andersoortige rijdmiddelen.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvatten de verplaatsingsmiddelen geleidingsmiddelen die zijn ingericht voor het geleidend over een ondergrond verplaatsen van de afvalcontainer. Dergelijke geleidingsmiddelen kunnen zijn ingericht voor samenwerking met eerder genoemde rijdmiddelen, maar dat is niet noodzakelijk.

Teneinde het verplaatsen van de afvalcontainer te vergemakkelijken kunnen de verplaatsingsmiddelen motorisch zijn aangedreven.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding maken de verplaatsingsmiddelen integraal deel uit van de afvalcontainer, zodat de afvalcontainer en de verplaatsingsmiddelen niet bij elke ledigingsactie van elkaar hoeven te worden ontkoppeld. De verplaatsingsmiddelen kunnen alternatief ook geheel of ten dele losneembaar zijn van de afvalcontainer, zodat één set verplaatsingsmiddelen voor verscheidene afvalcontainers kan worden gebruikt.

Om te voorkomen dat de afsluitmiddelen van de onderlossende afvalcontainer ongewenst van een afsluitende positie naar een geopende positie verplaatsen zijn de afsluitmiddelen verbonden met vergrendel- en ontgrendel-middelen, omvattende een vergrendel- en ontgrendel-mechanisme, waarmee de afsluitmiddelen in de afsluitende toestand vergrendelbaar, respectievelijk voor het ledigen ontgrendelbaar zijn. Bij een voorkeursuitvoering volgens de uitvinding kan vergrendeling en ontgrendeling door één en hetzelfde mechanisme worden uitgevoerd.

Het is daarbij gunstig indien vergrendel- en ontgrendelmiddelen van het vergrendel- en ontgrendelmechanisme zijn opgenomen in of zijn verbonden met de verticaal ten opzichte van elkaar beweegbare manipulatiemiddelen. Aldus is een multifunctionele manipulatie verschaft.

Een verdere of alternatieve voor opname van verpakkingsafval in de afvalcontainer, met name kunststof- en kartonafval, efficiënte maatregel is dat bij een voorkeursuitvoeringsvorm ten minste een prik- of snijorgaan is voorzien voor het doorprikken of -snijden van in de afvalcontainer gedeponeerde verpakkingen. Dit maakt een grotere verdichting van in de afvalcontainer opgeslagen afval mogelijk.

Additioneel of alternatief kan een maalinrichting zijn voorzien voor het vermalen van afval dat in de invoeropening is gedeponeerd. Ook dit verhoogt de efficiëntie van de opslag van afval in de afvalcontainer.

Additioneel of alternatief is een pletorgaan voorzien voor het pletten van afval dat in de afvalcontainer is gedeponeerd, voordat het afval in de afvalcontainer komt. Een pletorgaan onderscheidt zich van een persinrichting, doordat het pletorgaan is ingericht voor het pletten van afval bij het in de afvalcontainer deponeren ervan, terwijl een persinrichting is voorzien voor het aandrukken van afval bij een afvalcontainer waarvan de opneemruimte voor afval is gevuld.

Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het ledigen van een afvalcontainer volgens het eerste aspect van de uitvinding, omvattende de stappen van: a) het over een ondergrond van een standlocatie voor de afvalcontainer naar een voor ledigen geschikte ledigingslocatie verplaatsen van de afvalcontainer; b) het op de ledigingslocatie met een daartoe ingericht afvalverzamelvoertuig met een hijsinrichting tot boven een op het afvalverzamelvoertuig geplaatste verzamelbak tillen en het aldaar ledigen van de afvalcontainer; c) het op de ondergrond terugplaatsen van de afvalcontainer; en d) het vervolgens over de ondergrond terug naar de standlocatie van de afvalcontainer verplaatsen van de afvalcontainer.

De voordelen van een dergelijke werkwijze corresponderen met de voordelen van een afvalcontainer volgens het eerst aspect van de uitvinding. Doordat de afvalcontainer is voorzien van verplaatsingsmiddelen kan de afvalcontainer op een andere locatie, de standlocatie, worden geplaatst dan een locatie, de ledigingslocatie, die makkelijk toegankelijk is voor een afvalverzamelvoertuig en/of waar de afvalcontainer met en hijsinrichting kan worden opgetild. De standlocatie is bij voorkeur, maar niet noodzakelijk, een vaste locatie. De ledigingslocatie kan minder vast gedefinieerd zijn, zolang de afvalcontainer maar eenvoudig door een afvalverzamelvoertuig kan worden gelokaliseerd en genaderd. Afvalcontainers met een genoemde typerende takelinrichting en van het onderlossend type zijn al lang bekend. Ook zijn reeds lange tijd afvalcontainers bekend die zijn voorzien van wielen. Dat zijn afvalcontainers die bijvoorbeeld bij het lossen worden gekanteld, waarna afval uit een afvoeropening aan de bovenzijde of zijkant van de afvalcontainer in een verzamelvoertuig wordt gelost. Niet eerder zijn afvalcontainers met een genoemde typerende takelinrichting met manipulatie-middelen die samenwerken met bedieningsorganen van een hijsinrichting van een afvalverzamelvoertuig gecombineerd met wielen met het oogmerk een dergelijke afvalcontainer op een voor een afvalverzamelvoertuig onbereikbare standlocatie te kunnen gebruiken. De uitvinder heeft uitgevonden dat door deze combinatie de mogelijkheid wordt verschaft om met één afvalverzamelvoertuig zowel de bekende onderlossende afvalcontainers als verrijdbare afvalcontainers te ledigen.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding bevindt de standlocatie van de afvalcontainer zich, in een gebouw en bevindt de invoeropening van de afvalcontainer zich daarbij onder een uitmonding van een stortkoker. Een dergelijke opstelling is bijzonder geschikt voor gebouwen als appartementen complexen, bejaardentehuizen, ziekenhuizen of dergelijke, waarbij vanuit veel, eventueel onder andere boven elkaar gelegen locaties, afval in de afvalcontainer kan worden gedeponeerd, bijvoorbeeld via een buizensysteem. Voor een geschikt afvalverzamelvoertuig met de typische hijsinrichting is een dergelijke standlocatie onbereikbaar of is althans de afvalcontainer niet door de hijsmiddelen van een afvalverzamelvoertuig of althans de afvalcontainer niet door de hijsmiddelen naderbaar.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend slechts bij wijze van voorbeeld nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden van een afvalcontainer volgens de onderhavige uitvinding en onder verwijzing naar de bijgevoegde tekening waarin:

Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een afvalcontainer volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een alternatieve uitvoeringsvorm van een afvalcontainer volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 3 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht toont van de afvalcontainer uit figuur 2;

Figuur 4 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht toont van de afvalcontainer uit figuur 2, in een toestand met geopende afvoeropening.

Nu kijkend naar figuur 1 wordt een perspectivisch aanzicht getoond van een afvalcontainer 1 volgens de onderhavige uitvinding. De afvalcontainer 1 heeft een behuizing 2 die een opneemruimte 2a omgeeft waarin bij toepassing afval wordt opgenomen. De behuizing 2 heeft naast de opneemruimte 2a ook een kast 3 in de bovenkant waarvan zich invoeropening 4 bevindt. De invoeropening 4 staat via een (niet getoonde) verbindingsopening in verbinding met de opneemruimte 2a van behuizing 2. Bij de verbindingsopening bevindt zich een persblok 5 dat zijwaarts, in de richting van pijl P, heen en weer beweegbaar is. Aan de bovenzijde van behuizing 2 bevinden zich drie ogen 6a, 6b, 6c als deel van manipulatiemiddelen van een takelinrichting, waarin de typerende verticaal manipuleerbare bedieningsorganen van een hijsinrichting van een afvalverzamelvoertuig kunnen grijpen. Onder de behuizing 2 bevinden zich twee kleppen 7, 8 als afsluitmiddelen die een (in figuur 1 niet zichtbare) afvoeropening afsluiten en scharnierbaar zijn om een as aan naar de kast 3 gerichte rand, respectievelijk een as aan de van de kast 3 afgekeerde rand van de betreffende klep 7, 8. Onder klep 8 bevinden zich twee wielen 10, waarvan er in figuur 1 slechts één zichtbaar is. Onder kast 3 bevindt zich eveneens een wiel 11 (in dit geval een zwenkwiel) en een trekstang 12.

Figuur 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een afvalcontainer 21 volgens de onderhavige uitvinding. In figuur 2 zijn met figuur 1 corresponderende elementen aangeduid met een verwijzingscijfer dat 20 hoger ligt dan dat van een vergelijkbaar element in figuur 1. Afvalcontainer 21 wijkt onder andere af van afvalcontainer 1 doordat onder kast 23 twee zwenkwieltjes 31 zijn voorzien (in figuur 2 is slechts een van beide wieltjes 31 zichtbaar) en doordat een motor 33 is voorzien met een trekstang 32 met (in figuur 2 niet getoonde) bedieningsmiddelen voor de motor 33. Motor 33 drijft een wiel 34 aan en rust behalve op wiel 34 op twee zijwielen 35 (waarvan er in figuur 2 slechts een zichtbaar is), zodat een motorische trekinrichting voor de afvalcontainer beschikbaar is. De trekinrichting is (ont)koppelbaar met de afvalcontainer.

Figuur 3 toont een schematisch doorsnedeaanzicht van de afvalcontainer uit figuur 2 (zonder trekinrichting) volgens een verticale langsdoorsnede die zich uitstrekt door de ogen 26a, 26b, 26c van de takelinrichting. In het doorsnedeaanzicht is zichtbaar hoe afval vanuit de invoeropening 24 via een in de richting van de pijl P transleerbaar verplaatsbaar persblok 25 in de door behuizing 22 gedefinieerde opneemruimte 22a kan worden gevoerd. In figuur 3 is zichtbaar dat vanuit takelstangen 36a, 36c, die deel zijn van de manipulatiemiddelen, kabels richting kleppen 27, 28 lopen.

Figuur 4 toont een verticaal langsdoorsnedeaanzicht van de afvalcontainer 21 uit figuur 3, waarbij de kleppen 27, 28 de afvoeropening 29 vrijgeven. Hiertoe zijn ogen 26a, 26b, 26c van afvalcontainer 21 aangegrepen en gemanipuleerd door bedieningsmiddelen van een in figuur 4 niet zichtbare hijsinrichting van een afvalverzamelvoertuig. Ogen 26a, 26c zijn verlaagd ten opzichte van oog 26b. Hierdoor zijn kabels 37, 38 gevierd, waardoor kleppen 27, 28, om scharnierassen 39, 40 naar beneden zijn gescharnierd en afvoeropening 29 vrijgeven. Dit gebeurt nadat afvalcontainer 21 door middel van de genoemde hijsinrichting tot boven een verzamelbak van een afvalverzamelvoertuig is gehesen. Het takelmechanisme met verticaal ten opzichte van elkaar manipuleerbare ogen 26a, 26, 26c en stangen 36a, 36b, 36c die samenwerken met kabels 37, 38 is typerend voor dit type afvalcontainers en is aldus voor een vakman voldoende bekend en behoeft geen nadere toelichting. Voor een gedetailleerde beschrijving van het op zich bekende vergrendel- en ontgrendelmechanisme van het takel-mechanisme wordt verder verwezen naar een beschrijving in EP 2011745 A1 op naam van de huidige aanvrager. Dit om een onnodige beschrijving van een op zich bekend mechanisme te voorkomen.

Een afvalcontainer 1, 21 volgens de onderhavige uitvinding kan voor het verzamelen van afval op een standlocatie onder een overkapping in de brede zin van het woord worden geplaatst. Een overkapping kan een afdak zijn, maar kan ook een plafond van een inpandige ruimte van een gebouw betreffen. Indien onder een overkapping geplaatst kan de afvalcontainer 1, 21 voor het ledigen ervan door middel van trekstang 12 handmatig of door middel van motor 33 aangedreven naar een ledigingslocatie worden verreden waar de afvalcontainer 1, 21 door middel van een afvalverzamelvoertuig met een hijsinrichting kan worden opgetakeld tot boven een verzamelbak op het afvalverzamelvoertuig. Een afvalcontainer 1, 21 volgens de onderhavige uitvinding kan overigens ook met behoud van voordelen van de onderhavige uitvinding op een standlocatie zonder overkapping worden geplaatst, die niet of moeilijk bereikbaar is voor een afvalverzamelvoertuig van het genoemde type. In dat geval kan de afvalcontainer 1, 21 naar een voor een dergelijk afvalverzamelvoertuig bereikbare ledigingslocatie worden verreden. De afvalcontainer 1, 21 kan op de betreffende locatie direct na aankomst met behulp van een hijsinrichting van een afvalverzamelvoertuig worden opgetild en geledigd. Alternatief kan de afvalcontainer 1, 21 op de ledigingslocatie worden achtergelaten tot een afvalverzamelvoertuig naar de betreffende locatie rijdt om de afvalcontainer 1, 21 te ledigen. Vervolgens kan de afvalcontainer 1, 21 direct na het ledigen, of desgewenst enige tijd later, naar standlocatie worden teruggereden.

De onderhavige uitvinding is in de bijgevoegde figuren en in de daarbij behorende beschrijving bij wijze van voorbeeld nader toegelicht. De figuren en de beschrijving hebben echter geen beperkende invloed op de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Het moge duidelijk zijn dat verschillende, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, aanpassingen denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding zoals die in de conclusies is gedefinieerd. Zo kan de invoeropening van een afvalcontainer op een andere positie zijn voorzien, bijvoorbeeld bovenin de behuizing van de afvalcontainer. Verder kan de takelinrichting een alternatief mechanisme omvatten waarmee de de afvoeropening afsluitende kleppen in een afsluitende toestand vergrendelbaar zijn en ook vanuit de afgesloten toestand kunnen worden ontgrendeld. Dergelijke alternatieven zijn bekend als een schotelmechanisme, of als een mechanisme waarbij een stang verticaal verplaatsbaar is in een holle buis, waarbij de stang en de buis als manipulatiemiddel functioneert. Wanneer een afvalcontainer volgens de onderhavige uitvinding op met wielen ervan samenwerkende rails is geplaatst is het mogelijk om een licht lopend systeem te verschaffen voor het verplaatsen van een mogelijk zware afvalcontainer. In dat geval zou de afvalcontainer ook gemotoriseerd door een met een afvalverzamelvoertuig verbonden trekkabel naar het afvalverzamelvoertuig toe kunnen worden getrokken, bijvoorbeeld wanneer de afvalcontainer daarbij een hoogte zou moeten overwinnen. De trekstang en eventueel de motor kunnen integraal deel uitmaken van de afvalcontainer maar kunnen alternatief door middel van koppelmiddelen aan/van de afvalcontainer worden ontkoppeld. Verder kan naast een persinrichting een alternatieve voorziening zijn aangebracht voor het efficiënt benutten van een afvalcontainer. Te denken valt bijvoorbeeld aan een prikinrichting voor het doorprikken van bijvoorbeeld flessen die met een dop kunnen zijn afgesloten, snijmiddelen voor het verkleinen van in de afvalcontainer gedeponeerd afval, pletmiddelen zoals een wals voor het samendrukken van afval voordat het vanuit de invoeropening in de opneemruimte van de afvalcontainer komt, et cetera. De voorbeelduitvoering heeft een heen en weer beweegbaar persblok. Andere persinrichtingen, zoals bijvoorbeeld een schroefpers, kunnen alternatief worden toegepast.

Claims (11)

1. Afvalcontainer van het onderlossend type dat is ingericht teneinde door een afvalverzamelvoertuig met een hijsinrichting met ten minste twee verticaal ten opzichte van elkaar verplaatsbare bedieningsorganen te worden opgetild om ter plaatse te worden geledigd in een op het afvalverzamelvoertuig aanwezige verzamelbak, de afvalcontainer omvattende een behuizing met een invoeropening voor afval, een persinrichting voor het samenpersen van de inhoud van de afvalcontainer en een uitlaatopening die is voorzien aan de onderkant van de afvalcontainer voor het ledigen van de afvalcontainer, afsluitmiddelen voor het afsluiten van de uitlaatopening en een takelinrichting ingericht voor samenwerking met een hijsinrichting van een afvalverzamelvoertuig, waarbij de takelinrichting is voorzien van door genoemde bedieningsorganen van een afvalverzamelvoertuig in hoofdzaak in verticale richting ten opzichte van elkaar manipuleerbare, met de behuizing en/of de afsluitmiddelen verbonden, manipulatiemiddelen, die zodanig zijn ingericht dat de uitlaatopening door bediening ervan door middel van genoemde bedieningsorganen van het afvalverzamelvoertuig met de afsluitmiddelen is te openen en te sluiten, en daarbij de afsluitmiddelen in een gesloten positie te vergrendelen en te ontgrendelen, met het kenmerk, dat de afvalcontainer is voorzien van verplaatsingsmiddelen die zijn ingericht voor het over een ondergrond verplaatsen van de afvalcontainer.

2. Afvalcontainer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen rijdmiddelen omvatten die zijn ingericht voor het rijdend over een ondergrond verplaatsen van de afvalcontainer.

3. Afvalcontainer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen geleidingsmiddelen omvatten die zijn ingericht voor het geleidend over een ondergrond verplaatsen van de afvalcontainer.

4. Afvalcontainer volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen integraal deel uitmaken van de afvalcontainer.

5. Afvalcontainer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsluitmiddelen zijn verbonden met vergrendel- en ontgrendelmiddelen, omvattende een vergrendel- en ontgrendelmechanisme, waarmee de afsluitmiddelen vergrendelbaar, respectievelijk ontgrendelbaar zijn.

6. Afvalcontainer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat vergrendelen ontgrendelmiddelen van het vergrendel- en ontgrendelmechanisme zijn opgenomen in of zijn verbonden met de verticaal ten opzichte van elkaar manipuleerbare manipulatiemiddelen.

7. Afvalcontainer volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een prik- of snijorgaan is voorzien voor het doorprikken of -snijden van in de afvalcontainer gedeponeerde verpakkingen.

8. Afvalcontainer volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een maalinrichting is voorzien voor het vermalen van afval dat in de invoeropening is gedeponeerd.

9. Afvalcontainer volgens één of meer van de conclusies voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een pletorgaan is voorzien voor het pletten van afval dat in de afvalcontainer is gedeponeerd voordat het afval in de afvalcontainer komt.

10. Werkwijze voor het ledigen van een afvalcontainer volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 9, omvattende de stappen van: a) het over een ondergrond van een standlocatie voor de afvalcontainer naar een voor ledigen geschikte ledigingslocatie verplaatsen van de afvalcontainer; b) het met een daartoe ingericht afvalverzamelvoertuig met een hijsinrichting tot boven een op het afvalverzamelvoertuig geplaatste verzamelbak tillen en het aldaar van de afvalcontainer; c) het op de ondergrond terugplaatsen van de afvalcontainer; en d) het vervolgens over de ondergrond terug naar de standlocatie van de afvalcontainer verplaatsen van de afvalcontainer.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de standlocatie van de afvalcontainer zich bevindt in een gebouw en dat de invoeropening van de afvalcontainer zich bevindt onder een uitmonding van een stortkoker.