NL2012035C2

NL2012035C2 - Device for extracting moisture from a wall.

Info

Publication number: NL2012035C2
Application number: NL2012035A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Hendrikus Theodorus Johannes Schrijver
Original assignee: Schrijver Vochtbestrijding B V
Priority date: 2013-12-30
Filing date: 2013-12-30
Publication date: 2015-07-01
Also published as: EP3090105A2; WO2015102486A3; DK3553239T3; EP3553239A1; EP3553239B1; DK3090105T3; WO2015102486A2; EP3090105B1

Claims

1. Inrichting (10) voor het onttrekken van vocht uit een muur (12) of soortgelijke constructie, waarbij de inrichting is geconfigureerd om in een gat (14) in de muur te worden geplaatst, waarbij de inrichting omvat: - een voorste deel (15) dat twee openingen (16) definieert die zich in verschillende richtingen (18, 19) uitstrekken, waarbij de openingen zijn geconfigureerd om als een luchtinlaat (16A) en een luchtuitlaat (16B) te dienen, - een kamer (22), die een inwendige ruimte definieert, waarbij een luchtstroomkanaal (24) voor een hoofdluchtstroom (26) zich door de inwendige ruimte uitstrekt tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat, - een behuizing (28) die een behuizingwand (30) van de kamer vormt, waarbij de behuizing is verbonden met het voorste deel, waarbij de hoofdluchtstroom (26) die door het luchtstroomkanaal (24) stroomt vocht uit de muur (12) afvoert, gekenmerkt doordat de inrichting ten minste een scheidingswand (60, 60A) heeft die de ruimte verdeelt in een eerste kamerdeel (22A) dat via de openingen (16) in open verbinding met de buitenwereld staat en een tweede kamerdeel (22B) dat in hoofdzaak gesloten is.

2. Inrichting (10) volgens conclusie 1, waarbij de scheidingswand beweegbaar is in de lengterichting van de inrichting om de grootte van het eerste en tweede kamerdeel te variëren.

3. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een tussendeel (17) dat de behuizing en het voorste deel met elkaar verbindt, waarbij het tussendeel verschillend is van het voorste deel.

4. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het voorste deel (15) via een losneembare koppeling (100) is verbonden met de rest van het apparaat waardoor het voorste deel (15) kan worden verwijderd door een gebruiker, waarbij in het bijzonder het voorste deel via de losmaakbare koppeling (100) is verbonden met het tussendeel.

5. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een luchtstroomregelaar (100) voor het variëren van de luchtstroom na de installatie van de inrichting in een muur, waarbij in het bijzonder de luchtstroomregelaar wordt gevormd door een centrale luchtgeleider (21) met een variabele positie.

6. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een tweede scheidingswand (60b) die samen met de eerste scheidingswand de kamer in een eerste kamerdeel (22A), een tweede kamerdeel (22B) deel en een derde kamerdeel (22C) onderverdeelt, en waarin in het bijzonder de eerste en tweede scheidingswand beweegbaar zijn.

7. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (28) een eerste behuizingdeel (28A) en een tweede behuizingdeel (28B) omvat die coaxiaal zijn aangebracht, en die in het bijzonder verschillende lengtes (L1, L2) hebben.

8. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizingwand niet alleen doorlaatbaar is voor vocht maar ook luchtkanalen omvat die zich door de behuizing heen van buiten naar binnen toe uitstrekken om een luchtstroom (42A) te laten stromen van de buitenzijde (44) van de inrichting door de behuizingwand heen tot in de kamer, en waarbij de luchtkanalen een gemiddelde diameter hebben van ten minste 0,5 mm.

9. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing aan een einde (48) daarvan is voorzien van een eindplaat (46), waarbij de eindplaat luchtkanalen omvat die zich door de eindwand heen uitstrekken om een tweede luchtstroom (42B) door de eindplaat te laten stromen tot in de kamer, en waarbij de luchtkanalen een gemiddelde diameter van ten minste 0,5 mm hebben en waarbij de eindplaat in het bijzonder vervaardigd is van hetzelfde materiaal als de behuizing.

10. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de behuizing een cirkelvormige doorsnede heeft en waarbij het voorste deel een vierkante doorsnede of een rechthoekige doorsnede heeft, en waarbij in het bijzonder het tussendeel zorgt voor een overgang van een cirkelvormige doorsnede naar een rechthoekige doorsnede.

11. Inrichting (10) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in vooraanzicht het voorste deel de behuizing en het cement waarmee de behuizing is verbonden met de muur overlapt.

12. Muur (12) van een huis of een soortgelijke structuur, de muur omvattende een gat (14) en een inrichting (10) volgens conclusie 1, waarbij de inrichting is gepositioneerd in het gat.

13. Muur (12) volgens conclusie 12 en omvattende een inrichting, waarbij de muur een spouwmuur is die een eerste, binnenspouwblad (62), een tweede, buitenspouwblad (64) omvat en een spouw (66) tussen het binnen- en buitenspouwblad omvat, en waarbij de behuizingwand luchtkanalen omvat die zich door de behuizing heen uitstrekken en de spouw met de kamer verbinden, zodat tijdens gebruik een luchtstroom (42A) vanuit de spouw door de behuizingwand tot in de kamer stroomt.

14. Muur volgens conclusie 12 of 13, waarbij de inrichting een eindplaat (46) heeft aan een einde (48) daarvan, waarbij de eindplaat luchtkanalen omvat die zich door de eindwand heen uitstrekken teneinde een tweede luchtstroom (42B) te laten stromen door de eindplaat in de kamer, en waarbij de luchtkanalen een gemiddelde diameter hebben van ten minste 0,5 mm en waarbij de eindplaat in het bijzonder vervaardigd is van hetzelfde materiaal als de behuizing, waarbij een isolatielaag (72) is verbonden met de muur (12), waarbij de isolatie een opening (75) nabij een uiteinde (48) van het apparaat heeft, zodat vochtige lucht door de opening in de isolatie kan stromen en verder als een luchtstroom door de eindplaat en tot in de kamer kan stromen.

15. Muur volgens conclusie 14, waarbij een paneel (70) zoals een gipspaneel omvattende de isolatielaag (72) is verbonden met de binnenzijde (74) van de muur (12), waarbij de isolatie in contact is met de muur, waarbij de inrichting zich uitstrekt door de muur, waarbij de opening wordt verschaft in de isolatie zodat een uiteinde (48) van het apparaat rechtstreeks in contact is met het paneel (70).

16. Werkwijze voor het verbeteren van de vochtsituatie in een huis of een soortgelijke constructie, waarbij de werkwijze omvat: - het creëren van een gat (14) in een muur (12) van het huis, - het inbrengen van de inrichting volgens conclusie 1 in het gat, - het verwijderen van vocht uit de muur.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de inrichting eerst wordt geïnstalleerd met een scheidingswand in een eerste positie of zonder scheidingswand, en waarbij na een bepaalde periode de scheidingswand wordt verplaatst naar een tweede positie, verwijderd of wordt toegevoegd, zodanig dat in de laatstgenoemde periode de inrichting een ander vocht-verwijderend vermogen heeft dan in de eerste periode.

18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij de inrichting eerst wordt geïnstalleerd met een eerste scheidingswand in een eerste positie en een tweede scheidingswand in een tweede positie, en waarbij na een bepaalde periode ten minste een scheidingswand wordt verplaatst of verwijderd.

19. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies werkwijze, waarbij de inrichting (10) een tussendeel (17) heeft dat de behuizing en het voorste deel met elkaar verbindt, waarbij het tussendeel verschillend is van het voorste deel, waarbij de behuizing is vervaardigd van een keramisch materiaal en waarbij het voorste deel en het tussendeel zijn vervaardigd uit kunststof, en waarbij de behuizing met cement is bevestigd aan de muur en waarbij het tussendeel via een andere verbindingsmethode is verbonden met de behuizing.

20. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies werkwijze, waarbij het voorste deel via een losneembare koppeling (100) is verbonden met de rest van het apparaat waardoor het voorste deel (15) kan worden verwijderd door een gebruiker, waarbij in het bijzonder het voorste deel via de losmaakbare koppeling (100) is verbonden met het tussendeel, en waarbij het voorste deel van tijd tot tijd wordt verwijderd voor: - inspectie van het inwendige, - reinigen van het inwendige en / of - herpositionering van de ten minste ene scheidingswand in de kamer.

21. Werkwijze volgens een van de voorgaande werkwijzeconclusies, waarbij de inrichting (10) een luchtstroomregelaar (100) heeft voor het variëren van de luchtstroom na de installatie van de inrichting in een muur, waarbij in het bijzonder de luchtstroomregelaar wordt gevormd door een centrale luchtgeleider (21) met een variabele positie, en waarbij na een bepaalde periode de luchtstroom wordt aangepast met de luchtstroomregelaar voor het vergroten of verkleinen van de vochtverwijderende capaciteit.

22. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in een inrichting volgens conclusie 13 is voorzien, en waarbij een luchtstroom (42A) door de luchtkanalen in de behuizingwand van de spouw naar de kamer stroomt, waardoor vocht uit de spouw wordt verwijderd.

23. Werkwijze volgens een van de voorgaande werkwijzeconclusies, waarbij de behuizing is voorzien van een eindplaat (46), waarbij de eindplaat luchtkanalen omvat om een tweede luchtstroom (42B) te laten stromen van de buitenkant (44) van de inrichting door de eindplaat heen naar de kamer, waarbij een muur een paneel (14) omvat, met name een gipspaneel, dat is verbonden met de binnenzijde (74) van de muur (12), waarbij de opening (14) zich helemaal door de muur (12) heen uitstrekt, waarbij de eindplaat (46) van het apparaat rechtstreeks in contact is met het paneel, en waarbij vocht wordt verwijderd uit het paneel door de tweede luchtstroom die door de eindplaat (46) stroomt.

24. Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij het paneel (14), met name een gipspaneel, een isolatielaag (72) omvat die is verbonden met de binnenzijde (74) van de muur (12), waarbij bij de eindplaat (46) in een opening (75) in de isolatie (72) is voorzien, zodat de eindplaat (46) van het apparaat rechtstreeks in contact is met het paneel, en waarbij vocht uit het paneel wordt verwijderd door een tweede luchtstroom die door de eindplaat heen stroomt (46).

25. Inrichting (10) voor het onttrekken van vocht uit een muur (12) of soortgelijke constructie, waarbij de inrichting is geconfigureerd om in een gat (14) in de muur te worden geplaatst, waarbij de inrichting omvat: - een voorste deel (15) dat twee openingen (16) definieert die zich in verschillende richtingen (18, 19) uitstrekken, waarbij de openingen zijn geconfigureerd om als een luchtinlaat (16A) en een luchtuitlaat (16B) te dienen, - een kamer (22), die een binnenruimte definieert, waarbij een luchtstroomkanaal (24) voor een hoofdluchtstroom (26) zich door de inwendige ruimte uitstrekt tussen de luchtinlaat en de luchtuitlaat, - een behuizing (28) die een behuizingwand (30) van de kamer vormt, waarbij de behuizing is verbonden met het voorste deel, waarbij de hoofdluchtstroom (26) die door het luchtstroomkanaal (24) stroomt vocht uit de muur (12) afvoert, waarbij de inrichting een of meer van de kenmerken van conclusies 2-11 heeft.