NL2011465C2 - Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule. - Google Patents

Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule. Download PDF

Info

Publication number
NL2011465C2
NL2011465C2 NL2011465A NL2011465A NL2011465C2 NL 2011465 C2 NL2011465 C2 NL 2011465C2 NL 2011465 A NL2011465 A NL 2011465A NL 2011465 A NL2011465 A NL 2011465A NL 2011465 C2 NL2011465 C2 NL 2011465C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
axis
plate roller
body part
roller
plate
Prior art date
Application number
NL2011465A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Henricus Ignatius Maria Verkuijlen
Original Assignee
Mps Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mps Holding B V filed Critical Mps Holding B V
Priority to NL2011465A priority Critical patent/NL2011465C2/nl
Priority to BR112016005737-6A priority patent/BR112016005737B1/pt
Priority to DK14777915.1T priority patent/DK3046764T3/da
Priority to CN201480051345.8A priority patent/CN105555536B/zh
Priority to EP14777915.1A priority patent/EP3046764B1/en
Priority to US14/910,232 priority patent/US9586393B2/en
Priority to PCT/NL2014/050635 priority patent/WO2015041521A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2011465C2 publication Critical patent/NL2011465C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F5/00Rotary letterpress machines
    • B41F5/24Rotary letterpress machines for flexographic printing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F3/00Cylinder presses, i.e. presses essentially comprising at least one cylinder co-operating with at least one flat type-bed
    • B41F3/46Details
    • B41F3/54Impression cylinders; Supports therefor
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/08Cylinders
    • B41F13/24Cylinder-tripping devices; Cylinder-impression adjustments
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/08Cylinders
    • B41F13/24Cylinder-tripping devices; Cylinder-impression adjustments
    • B41F13/26Arrangement of cylinder bearings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/08Cylinders
    • B41F13/24Cylinder-tripping devices; Cylinder-impression adjustments
    • B41F13/26Arrangement of cylinder bearings
    • B41F13/32Bearings mounted on swinging supports
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/08Cylinders
    • B41F13/24Cylinder-tripping devices; Cylinder-impression adjustments
    • B41F13/34Cylinder lifting or adjusting devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/08Cylinders
    • B41F13/24Cylinder-tripping devices; Cylinder-impression adjustments
    • B41F13/34Cylinder lifting or adjusting devices
    • B41F13/36Cams, eccentrics, wedges, or the like
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41FPRINTING MACHINES OR PRESSES
    • B41F13/00Common details of rotary presses or machines
    • B41F13/08Cylinders
    • B41F13/24Cylinder-tripping devices; Cylinder-impression adjustments
    • B41F13/34Cylinder lifting or adjusting devices
    • B41F13/40Cylinder lifting or adjusting devices fluid-pressure operated
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41PINDEXING SCHEME RELATING TO PRINTING, LINING MACHINES, TYPEWRITERS, AND TO STAMPS
    • B41P2217/00Printing machines of special types or for particular purposes
    • B41P2217/10Printing machines of special types or for particular purposes characterised by their constructional features
    • B41P2217/11Machines with modular units, i.e. with units exchangeable as a whole
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B41PRINTING; LINING MACHINES; TYPEWRITERS; STAMPS
    • B41PINDEXING SCHEME RELATING TO PRINTING, LINING MACHINES, TYPEWRITERS, AND TO STAMPS
    • B41P2217/00Printing machines of special types or for particular purposes
    • B41P2217/10Printing machines of special types or for particular purposes characterised by their constructional features
    • B41P2217/14Machines with constructions allowing refurbishing, converting or updating existing presses

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rotary Presses (AREA)
  • Inking, Control Or Cleaning Of Printing Machines (AREA)

Description

Titel: Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule.
VELD
De uitvinding heeft betrekking op een drukmodule, meer in het bijzonder een drukmodule ten behoeve van flexografische drukwerkzaamhe den.
ACHTERGROND
Een flexografische drukmodule is beschreven in EP-1 567 340 ten name van aanvraagster. De daaruit bekende drukmodule is een frame dat twee tegenover elkaar gelegen framedelen omvat; een rasterwals (e. anilox roller) die roteerbaar rond een rasterwalsharthjn is gelagerd in het frame en zich uitstrekt tussen de twee tegenover elkaar gelegen framedelen; een tegendrukwals (e. impression roller) die roteerbaar rond een tegendrukwalshartlijn is gelagerd in het frame en zich uitstrekt tussen de twee tegenover elkaar gelegen framedelen; en een plaatwalssamenstel. Het plaatwalssamenstel omvat een stationaire as; twee steunringen die elk nabij een daarmee geassocieerd uiteinde van de as met de as zijn verbonden; en een plaatwals (e. plate cylinder) die roteerbaar rond een plaatwalshartlijn op de as is bevestigd. De diameter van de plaatwals stemt in hoofdzaak overeen met de diameter van de steunringen. Verder omvat de drukmodule een eerste en een tweede plaatwalshoudersamenstel die elk zijn verbonden met een daarmee geassocieerd framedeel, en die elk zijn geconfigureerd voor het daarin uitneembaar plaatsen en fixeren van een steunring van het plaatwalssamenstel. In deze publicatie wordt niet beschreven hoe enerzijds de afstand en daarmee de druk tussen de rasterwals en de plaatwals en anderzijds de afstand en daarmee de druk tussen de tegendrukwals en plaatwals kan worden ingesteld.
Voor het instelprobleem verschaft EP-1 092 536 Al een oplossing. In die pubhcatie omvat elk plaatwalshoudersamenstel voorzien van twee verzwenkbare armen die elk een steunoppervlak voor de met het betreffende plaatwalshoudersamentstel geassocieerde steunring verschaffen. De positie van elke verzwenkbare arm is instelbaar met een stelschroef. In totaal is de bekende drukmodule voorzien van vier onafhankelijk instelbare armen met elk een bijbehorende stelschroef.
Een dergelijke constructie is ingewikkeld en ook kostbaar. Bovendien is de onafhankelijke instelling van de beide afstanden aan weerszijden van de drukmodule met vier stelschroeven bewerkelijk en tijdrovend. De achterste stelschroeven zijn slecht toegankelijk voor de machinebediener. Doordat er wordt gewerkt met vier zwenkbare armen is de opleggeometrie niet gegarandeerd, dat wil zeggen dat de oplegpunten waarmee steunringen aanliggen tegen de armen door onjuiste instelling zodanig kunnen worden ingesteld dat de plaatwals niet meer centraal tussen de rasterwals en de tegendrukwals is gepositioneerd. Een dergelijke decentrale positionering kan een negatieve invloed op de drukkwaliteit hebben. Aangezien de instelling nauwkeurig dient te geschieden voor een goed druk resultaat en stilstand van de machine tot productieverlies en daarmee extra kosten leidt, is de voorgestelde oplossing voor verbetering vatbaar.
Daartoe verschaft de uitvinding een drukmodule volgens conclusie 1. Met andere woorden, een drukmodule van het hierboven, onder verwijzing naar EP-1 567 340 beschreven type die wordt gekenmerkt doordat elk plaatwalshoudersamenstel een plaatvormig lijfdeel omvat dat zich uitstrekt in een denkbeeldig lijfdeelvlak dat zich loodrecht uitstrekt op de plaatwalshartlijn, waarbij een naar de plaatwalshartlijn gekeerde zijde van het plaatvormige lijfdeel een steunringoplegoppervlak vormt dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op het lijfdeelvlak en verloopt volgens een curve die zich uitstrekt in het lijfdeelvlak, waarbij de curve spiegelsymmetrisch is ten opzichte van een denkbeeldig curvesymmetrievlak dat zich in hoofdzaak loodrecht op het lijfdeelvlak uitstrekt en ten opzichte waarvan de rasterwalshartlijn en tegendrukwalshartlijn in hoofdzaak symmetrisch zijn opgesteld en waarin de plaatwalshartlijn zich uitstrekt. De curve omvat, gezien vanaf de plaatwalshartlijn, een centraal concaaf curvedeel dat symmetrisch is ten opzichte van het centrale curvesymmetrievlak; een eerste convex curvedeel dat aansluit op een eerste uiteinde van het concave curvedeel en dat zich uitstrekt naar een eerste convex vrij uiteinde, en een tweede convex curvedeel dat aansluit op een tweede uiteinde van het concave curvedeel en dat zich uitstrekt naar een tweede convex vrij uiteinde, waarbij de beide convexe delen symmetrisch zijn ten opzichte van het curvesymmetrievlak. Verder omvat elk plaatwalshoudersamenstel een lijfdeelondersteuningssamenstel via welke het lijfdeel is verbonden met het daarmee geassocieerde framedeel, waarbij het lijfdeelondersteuningsamenstel is geconfigureerd voor het verzwenken van het lijfdeel rond een eerste zwenkhartlijn en voor het verzwenken van het lijfdeel rond een tweede zwenkhartlijn. De eerste en tweede zwenkhartlijnen zijn symmetrisch aan weerszijden van het curvesymmetrievlak gepositioneerd. De eerste zwenkhartlijn valt in hoofdzaak samen met de tegendrukwalshartlijn, dat wil zeggen valt precies samen met de tegendrukwalshartlijn dan wel strekt zich evenwijdig uit aan de tegendrukwalshartlijn waarbij de afstand tussen de eerste zwenkhartlijn en tegendrukwalshartlijn kleiner is dan 50 mm. De tweede zwenkhartlijn valt in hoofdzaak samen met de rasterwalhartlijn, dat wil zeggen valt precies valt met de rasterwalshartlijn dan wel strekt zich evenwijdig uit aan de tegendrukwalshartlijn waarbij de afstand tussen de eerste zwenkhartlijn en rasterwalshartlijn kleiner is dan 50 mm.
Door de specifieke verzwenkingsmogelijkheid rond twee zwenkhartlijnen en de hierboven gedefinieerde positionering van de zwenkhartlijnen is het mogelijk de afstand tussen de plaatwals en de rasterwals in te stellen zonder dat de afstand tussen de plaatwals en de tegendrukwals significant wordt beïnvloed. Hierdoor kan eerste de afstand tussen de plaatwals en de rasterwals worden ingesteld en vervolgens de afstand tussen de plaatwals en de tegendrukwals. Wanneer deze laatste laatste instelling plaatsvindt, wordt daarmee niet de eerdere instelling van de afstand tussen de plaatwals en de rasterwals verstoord. Bovendien kan met de drukmodule volgens de uitvinding worden gegarandeerd dat de plaatwals steeds in hoofdzaak is gecentreerd tussen de rasterwals en de tegendrukwals. Dit komt omdat er er per plaatwalshoudersamenstel slecht sprake is van één hjfdeel waarvan de curve twee oplegpunten biedt voor de daarmee geassocieerde steunring. Dit in tegenstelling tot het voorstel uit EP-1 092 536 Al waarbij voor elk oplegpunt een aparte zwenkarm is verschaft. De drukmodule volgens de uitvinding is wat betreft het aantal constructie onderdelen bovendien eenvoudiger en robuster.
De uitvinding verschaft tevens een drukmachine die is voorzien van een aantal in serie achter elkaar opgestelde drukmodules, waarbij althans één van de drukmodules een drukmodule volgens de uitvinding is.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, onder verwijzing naar de tekening worden verduidelijkt.
Opgemerkt zij dat de uitvoeringsvormen niet zijn beperkt tot de voorbeelden die zijn getoond in de tekening. De tekeningen dienen slechts ter verduidelijking. De uitvoeringsvormen kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast. Ook is het mogelijke dat meerdere uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn belichaamd in een enkele drukmodule.
KORTE AANDUIDING VAN DE FIGUREN
Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een drukmodule;
Fig. 2 toont een soortgelijk perspectiefaanzicht van de in figuur 1 weergegeven drukmodule, waarbij een deel van de omkasting van de drukmodule is weggenomen;
Fig. 3 toont een perspectiefaanzicht van de in figuren 1 en 2 weergegeven drukmodule vanuit een ander standpunt waarbij een deel van de omkasting en een aantal onderdelen van de drukmodule is weggenomen;
Fig. 4 toont een schematisch voor aanzicht van het het plaatwalshoudersamenstel, meer in het bijzonder van het lijfdeel en de excenternokken daarvan, waarbij tevens twee plaatwalssamenstellen zijn afgebeeld met verschillende diameters; en
Fig. 5 toont een voorbeeld van een drukmachine met een aantal achter elkaar opgestelde drukmodules.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
In de meest algemene termen heeft de uitvinding, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, betrekking op een drukmodule 10 (e. printing module) die is voorzien van een frame dat twee tegenover elkaar gelegen framedelen 12, 14 omvat. Verder omvat de drukmodule 10 een rasterwals 16 (e. anilox roller) die roteerbaar rond een rasterwalshartlijn La is gelagerd in het frame en zich uitstrekt tussen de twee tegenover elkaar gelegen framedelen 12, 14. Tevens is een tegendrukwals 18 (e. impression roller) aanwezig die roteerbaar rond een tegendrukwalshartlijn Li is gelagerd in het frame en die zich uitstrekt tussen de twee tegenover elkaar gelegen framedelen 12, 14. De drukmodule 10 is voorzien van een plaatwalssamenstel 20 dat een stationaire as 22 omvat, twee steunringen 24, 26 die elk nabij een daarmee geassocieerd uiteinde van de as 22 met de as 22 zijn verbonden, en een plaatwals 28 (e. plate cylinder) die roteerbaar rond een plaatwalshartlijn Lp op de as 22 is bevestigd. De diameter van de plaatwals 28 stemt in hoofdzaak overeen met de diameter van de steunringen 24, 26. Op het voordeel hiervan zal hierna worden teruggekomen. Tot slot omvat de drukmodule 10 een eerste en een tweede plaatwalshoudersamenstel 30, 32 die elk zijn verbonden met een daarmee geassocieerd framedeel 12, 14, en die elk zijn geconfigureerd voor het daarin uitneembaar plaatsen en fixeren van een steunring 24, 26 van het plaatwalssamenstel 20. Een dergelijke drukmodule 10 wordt in de praktijk aangeduid als flexodrukmodide. Er wordt gewerkt met een flexografische druktechniek, waarbij een drukplaat met een drukbeeld op de plaatwals wordt bevestigd. Inkt wordt via een inktsamenstel op de rasterwals aangebracht. Dat kan op verschillende manieren plaatsvinden, die uit de praktijk en de literatuur bekend zijn. De rasterwals kan bijvoorbeeld van inkt worden voorzien door een inktrol (e. fountain rol) die inkt opneemt uit een inktreservoir. Uit de praktijk zijn echter tevens direct-inking systemen bekend, waarbij de inkt niet uit een reservoir maar via een toevoeropening direct op de rasterwals wordt aangebracht. De rasterwals neemt een gedefinieerde hoeveelheid inkt op van de inktrol en draagt deze weer over aan de hogergelegen delen van de drukplaat. Vervolgens wordt de inkt vanaf de hoger gelegen delen overgedragen op een substraatbaan S die tussen de plaatwals en de tegendrukwals wordt doorgevoerd. Aldus wordt een drukbeeld op de substraatbaan S gevormd. Wanneer er meerkleurendruk gewenst is, wordt er gebruik gemaakt van een aantal in serie achter elkaar opgestelde drukmodulen 10, waarbij elke drukmodule 10 een drukbeeld in een andere kleur aanbrengt. Een drukmachine 100 kan naast drukmodules 10 volgens de uitvinding ook andere drukmodules 102, 104, 106 omvatten, zoals bijvoorbeeld een zeefdrukmodules, offsetdrukmodules, lamineer- en delamineermodules 112 voor het aanbrengen respectievelijk verwijderen van bijvoorbeeld metaalfolies van het substraat S. Verder is de drukmachine 100 aan een stroomopwaartse einde over het algemeen voorzien van een substraatbaanafwikkelmodule 108 en een aan een stroomafwaarts einde van een substraatbaanopwikkelmodule 110.
De hierboven in de gedetailleerde beschrijving opgesomde eigenschappen van een drukmodule 10 zijn reeds uit de praktijk bekend.
De onderhavige drukmodule 10 wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat elk plaatwalshoudersamenstel 30, 32 een plaatvormig lijfdeel 34 omvat dat zich uitstrekt in een denkbeeldig lijfdeelvlak Pb dat zich loodrecht uitstrekt op de plaatwalshartlijn Lp. Een naar de plaatwalshartlijn Lp gekeerde zijde van het plaatvormige lijfdeel 34 vormt een steunringoplegoppervlak 36 dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op het lijfdeelvlak Pb en verloopt volgens een curve C die zich uitstrekt in het lijfdeelvlak Pb. De curve C is spiegelsymmetrisch ten opzichte van een denkbeeldig curvesymmetrievlak Pc dat zich in hoofdzaak loodrecht op het lijfdeelvlak Pb uitstrekt en ten opzichte waarvan de rasterwalshartlijn La en tegendrukwalshartlijn Li in hoofdzaak symmetrisch zijn opgesteld en waarin de plaatwalshartlijn Lp zich uitstrekt. De curve C omvat, gezien vanaf de plaatwalshartlijn Lp, een centraal concaaf curvedeel Cc dat symmetrisch is ten opzichte van het centrale curvesymmetrievlak Pc. Verder omvat de curve C een eerste convex curvedeel Ci dat aansluit op een eerste uiteinde Cci van het concave curvedeel Cc en dat zich uitstrekt naar een eerste convex vrij uiteinde Cif. Verder omvat de curve C een tweede convex curvedeel C2 dat aansluit op een tweede uiteinde CC2 van het concave curvedeel Cc en dat zich uitstrekt naar een tweede convex vrij uiteinde C2f. De beide convexe delen Ci, C2 zijn symmetrisch ten opzichte van het curvesymmetrievlak Pc. Met een dergelijke curve C kan worden bewerkstelligd dat een plaatwalssamenstel 20 dat is voorzien van steunringen 24, 26 waarvan de diameter in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de plaatwals 28 steeds, dat wil zeggen bij verschillende diameters van de plaatwals 28, is gecentreerd ten opzichte van de rasterwals 16 en de tegendrukwals 18 en dat de afstand tussen plaatwals 28 en rasterwals 16 enerzijds en tussen plaatwals 28 en tegendrukwals 18 anderzijds direct in hoofdzaak correct is. Slechts voor het instellen van de juiste druk tussen rasterwals 16 en plaatswals 28 en tussen plaatwals 28 en tegendrukwals 18 is nog een kleine instelmogelijkheid gewenst. Daartoe wordt de drukmodule verder gekenmerkt doordat deze een lijfdeelondersteuningssamenstel omvat via welke het lijfdeel 34 is verbonden met het daarmee geassocieerde framedeel 12, 14. Het lijfdeelondersteuningsamenstel is geconfigureerd voor het verzwenken van het lijfdeel 34 rond een eerste denkbeeldig zwenkhartlijn Pi en voor het verzwenken van het lijfdeel rond een tweede denkbeeldig zwenkhartlijn P2. De eerste en tweede zwenkhartlijnen Pi, P2 zijn symmetrisch aan weerszijden van het curvesymmetrievlak Pc gepositioneerd. De eerste zwenkhartlijn Pi valt in hoofdzaak samen met de tegendrukwalshartlijn Li, dat wil zeggen valt precies samen met de tegendrukwalshartlijn Li dan wel strekt zich evenwijdig uit aan de tegendrukwalshartlijn Li waarbij de afstand tussen de eerste zwenkhartlijn PI en tegendrukwalshartlijn Li kleiner is dan 50 mm. De tweede zwenkhartlijn P2 valt hoofdzaak samen met de rasterwalhartlijn La, dat wil zeggen valt precies samen met de rasterwalshartlijn La dan wel strekt zich evenwijdig uit aan de tegendrukwalshartlijn La waarbij de afstand tussen de eerste zwenkhartlijn PI en rasterwalshartlijn Li kleiner is dan 50 mm.
Zoals hiervoor reeds is aangegeven, kan door deze specifieke zwenkmogelijkheid rond twee zwenkhartlijnen Pi en P2 een in hoofdzaak onafhankelijk afstandsinstelling tussen enerzijds plaatwals 28 en rasterwals 16 en anderzijds plaatwals 28 en tegendrukwals 18 worden bewerkstelligd. Immers, wanneer het lijfdeel 34 rond de eerste zwenkhartlijn Pi wordt verzwenkt, wordt de steunring 24 en daarmee de plaatwals 28 in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van het rasterwalsoppervlak ter hoogte van het raakpunt bewogen, zodat de plaatwals 28 daadwerkelijk van de rasterwals 16 wordt weg bewogen of daar naartoe wordt bewogen. De beweging van de plaatwals 28 ten opzichte van de tegendrukwals 18 verloopt veel meer tangentieel langs het oppervlak van de tegendrukwals 18 ter hoogte van het raakpunt, zodat daar geen of nauwelijks een afstandverandering optreedt. Wanneer rond de tweede zwenkhartlijn P2 wordt verzwenkt treedt het tegenovergestelde effect op, waardoor de afstand tussen de plaatwals 28 en de tegendrukwals 18 wordt ingesteld en er nauwelijks een afstandsverandering plaatsvindt tussen de plaatwals 28 en de rasterwals 16.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het lijfdeelondersteuningssamenstel een centrale zwenkas 38 omvatten die is verbonden met het daarmee geassocieerde framedeel 12, 14 en waarvan een hartlijn zich uitstrekt in het denkbeeldige curvesymmetrievlak Pc en evenwijdig is aan de plaatwalshartlijn Lp. Bij die uitvoeringsvorm is de centrale zwenkas 38 zodanig verbonden met het lijfdeel 34 dat het lijfdeel 34 tenminste verzwenkbaar is rond de centrale zwenkas 38. Verder omvat de betreffende uitvoeringsvorm een actuatorsamenstel dat aangrijpt op het lijfdeel 34 en dat is geconfigureerd voor het verzwenken van het lijfdeel 34 rond de eerste zwenkhartlijn Pi en de tweede zwenkhartlijn P2.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het actuatorsamenstel zijn ingericht voor het verzwenken van het lijfdeel 34 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30 en voor het verzwenken van het hjfdeel 34’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 32. Daarbij kan het actuatorsamenstel zijn voorzien van koppelmidden, die een gekoppelde toestand hebben waarin de verzwenking van het eerste en het tweede lijfdeel 34, 34’ gekoppeld is en die een ontkoppelde toestand hebben waarin de verzwenking van het eerste en tweede lijfdeel 34, 34’ onafhankelijk van elkaar mogelijk is.
Door aanwezigheid van dergelijke koppelmiddelen, kan in een gekoppelde toestand de positie van de plaatwals 28 worden versteld zonder dat de richting van de plaatwalshartlijn Lp verandert. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door slechts aan één knop te draaien die zich aan de voorzijde van de module bevindt die gemakkelijk toegankelijk is voor een operator. Wanneer de plaatwalshartlijn Lp niet evenwijdig is gericht aan bijvoorbeeld de rasterwalshartlijn La, kunnen de koppelmiddelen worden ontkoppeld en kan de relatieve scheefstand worden gecorrigeerd door het lijfdeel 34’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 32 onafhankelijk rond de eerste zwenkhartlijn PI te verzwenken, terwijl het lijfdeel 34 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30 niet wordt versteld.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan het actuatorsamenstel een eerste excenternok 40 omvatten die aangrijpt op een, tegenover het steunringoplegoppervlak 36 gelegen excenteroplegvlak 42 van het lijfdeel 34 dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op het lijfvlak Pb. De excenternok 40 is roteerbaar rond een eerste excenterhartlijn Lei die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de plaatwalsharthjn Lp uitstrekt. Verder omvat het actuatorsamenstel een tweede excenternok 44 die tevens aangrijpt op excenteroplegvlak 42 van het lijfdeel 34 en die roteerbaar is rond een tweede excenterhartlijn Le2 die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de plaatwalsharthjn Lp uitstrekt. De eerste en de tweede excenternokken 40, 44 en de daarmee geassocieerde eerste en tweede excenterhartlijnen Lei, Le2 spiegelsymmetisch ten opzichte van het curvesymmetrievlak Pc zijn opgesteld. De betreffende uitvoeringsvorm omvat verder een sleuf 46 in het lijfdeel 34 waarin de zwenkas 38 is opgenomen. De sleuf heeft een breedte die in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de centrale zwenkas 38 en heeft een lengte die groter is dan de diameter van de centrale zwenkas 38. De sleuf 46 heeft in de lengterichting een langshartlijn die ligt in het curvesymmetrievlak Pc, zodanig dat het lijfdeel 34 niet alleen verzwenkbaar is rond de centrale zwenkas 38 maar tevens transleerbaar is langs de centrale zwenkas 38.
Door de centrale zwenkas 38 wordt bewerkstelligd dat de lijfplaat 34 altijd in hoofdzaak gecentreerd is tussen de rasterwals 16 en de tegendrukwals 18. Doordat de lijfplaat 34 tevens is voorzien van de hierboven beschreven curve C, wordt tevens bewerkstelligd dat de plaatwals 28 telkens in hoofdzaak centraal is opgesteld tussen de rasterwals 16 en de tegendrukwals 18. De lijfplaat 34 rust op de excenternokken 40, 44. Bij verdraaiing van één van de excenternokken 40, 44, verzwenkt de lijfplaat 34 enigszins rond de centrale zwenkas 38 en transleert de zwenkplaat 34 tevens enigszins langs de centrale zwenkas 38. Ook vindt er een geringe transleerbeweging van tussen de zwenkplaat 34 en de andere excenternok 44, 40 plaats die niet wordt geroteerd. Ter hoogte van het contactgebied tussen de excenternokken 40, 44 enerzijds en het excenteroplegvalk 42 anderzijds, kan het excenteroplegvlak 42 zijn voorzien van een, gezien van af de betreffende excenternok 40, 44 convexe curve teneinde de eerste en tweede zwenkhartlijnen PI, P2 zoveel op de gewenste positie te houden tijdens het verdraaien van een excenternok 40, 44. Door de gecombineerde translatie en rotatie, vindt er feitelijk een zuivere rotatie plaats rond het eerste, dan wel tweede zwenkhartlijn Pi, P2.
In ee uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan de drukmodule 10 zijn voorzien van een eerste excenternokverbindingsas 48 die is verbonden met de eerste excenternok 40’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 32 en die zich uitstrekt van het tweede framedeel 14 naar het eerste framedeel 12 en die nabij het eerste framedeel 12 is voorzien van een eerste bedieningsknop 50 met behulp waarvan de eerste excenternok 40’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 30 verstelbaar is. Een dergelijk uitvoeringsvorm kan tevens zijn voorzien van een een tweede excenternokverbindingsas 52 die is verbonden met de tweede excenternok 44’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 32 en die zich uitstrekt van het tweede framedeel 14 naar het eerste framedeel 12 en die nabij het eerste framedeel 12 is voorzien van een tweede bedieningsknop 54 met behulp waarvan de tweede excenternok 44’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 32 verstelbaar is. Een derde bedieningsknop 56 kan zijn verbonden met de eerste excenternok 40 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30. met behulp van de derde bedieningsknop 56 kan de eerste excenternok 40 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30 verstelbaar zijn. Tot slot kan de drukmodule 10 zijn voorzien van een vierde bedieningsknop 58 die is verbonden met de tweede excenternok 44 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30. met behulp van de vierde bedieningsknop 58 kan de tweede excenternok 44 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30 verstelbaar zijn.
Door een dergelijke uitvoering kan de operator van de drukmachine waarvan de drukmodule 10 deel uitmaakt zowel het lijfdeel 34’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel 32 als het lijfdeel 34 van het eerste plaatwalshoudersamenstel 30 vanaf een voorzijde van de drukmodule 10 bedienen. De operator behoeft dus niet over de substraatbaan te reiken om de achterste lijfplaat 34’ van het tweede plaatwalshoudersamenstel te verstellen. Uit een oogpunt van comfort, maar ook uit het oogpunt van instelsnelheid en instelnauwkeurigheid is dit van voordeel.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, en die een nadere uitwerking vorm van de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm met de eerste en tweede excenternokverbindingsassen 48, 52 en die is voorzien van de hiervoor beschreven koppelmiddelen voor het tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar kunnen verstellen van de beide lijfplaten 34, 34’, kunnen de de koppelmiddelen een eerste koppeling 60 tussen derde bedieningsknop 56 en de eerste excenternokverbindingsas 48 of de daarop gemonteerde eerste bedieningsknop 50 omvatten. De eerste koppeling 60 kan zodanig zijn geconfigureerd dat beide eerste excenternokken 40, 40’ in een gekoppelde toestand van de eeste koppeling 60 tegelijkertijd worden bediend en in een ontkoppelde toestand van de eerste koppeling 60 onafhankelijk van elkaar bedienbaar zijn. Verder kan de uitvoeringsvorm zijn voorzien van een tweede koppeling 62 tussen de vierde bedieningsknop 58 en de tweede excenternokverbindingsas 52 of de daarop gemonteerde tweede bedieningsknop 54. Deze tweede koppeling kan zodanig zijn geconfigureerd dat beide tweede excenternokken 40, 40’ in een gekoppelde toestand van de tweede koppeling 62 tegelijkertijd worden bediend en in een ontkoppelde toestand van de tweede koppeling 62 onafhankelijk van elkaar bedienbaar zijn.
In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan elk plaatwalshoudersamenstel 30, 32 zijn voorzien van een daarmee geassocieerde neerhouder 64, 64’ die aangrijpt op de steunring 24, 26 of een vrij toegankelijk deel van de stationaire as 22. Dat kan bijvoorbeeld een deel van de stationaire as 22 zijn dat zich uitstrekt tussen de betreffende steunring 24, 26 en de plaatwals 28. met behulp van een dergelijke neerhouder 64, 64’ wordt het plaatwalssamenstel 20 in de plaatwalshoudersamenstellen 30, 32 gefixeerd doordat de steunringen 24, 26 tegen de curve C, C’ van de lijfdelen 34, 34’ worden getrokken of gedrukt.
Volgens een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren, kan elke neerhouder 64, 64’ een zuiger/cilinder-samenstel 66 en een daarmee verbonden een trekstang 68 omvatten. De trekstang 68 kan nabij een uiteinde zijn voorzien van een haak 70 die in een ingetrokken toestand aangrijpt op het genoemde vrij toegankelijke deel van de stationaire as 22, zodanig dat de steunringen 24, 26 tegen het steunringoplegoppervlak 36 worden getrokken of geduwd.
In een uitvoeringsvorm kan de trekstang 68 van elke neerhouder 64, 64’ tevens zijn voorzien van een draagoppervlak 72 dat zodanig is uitgevoerd dat deze in een uitgeduwde toestand van de trekstang 68 aangrijpt op het genoemde vrij toegankelijk deel van de stationaire as 22, zodanig dat het plaatwalssamenstel 20 is opgelicht en de steunringen 24, 26 van het steunringoplegoppervlak 36 van het lijfdeel 34 zijn wegbewogen.
Aldus kan het plaatwalssamenstel 20 eenvoudig uit de drukmodule 10 worden genomen en worden uitgewisseld met een ander plaatwalssamenstel 20 dat bijvoorbeeld een andere drukplaat draagt en een andere diameter heeft.
Bij de uitvoeringsvorm met de excenternokken 40, 44, 40’, 44’ zal de door de trekstangen 68, 68’ van de neerhouders 64, 64’ uitgeoefende trekkracht via de steunringen 24, 26 en de lijfdelen 34, 34’ worden opgevangen door de genoemde excenternokken 40, 44, 40’, 44’.
Aldus wordt een stabiel, eenvoudig instelbaar plaatwalshoudersamenstel 30, 32 verschaft dat een in hoofdzaak onafhankelijke instelling van de afstand tussen de plaatwals 28 en de rasterwals 16 en de afstand tussen de plaatwals 28 en de tegendrukwals 18 mogelijk maakt, terwijl tevens wordt bewerkstelligd dat de plaatwals 28 steeds in hoofdzaak gecentreerd is opgenomen tussen de rasterwals 16 en de tegendrukwals 18. Dit alles is mogelijk met een minimum aantal aan onderdelen en met een optimaal gebruiksgemak, waardoor het verkrijgen van een juiste instelling in korte tijd en dus met weinig productieverhes van de drukmachine waarvan de drukmodule 10 deel uitmaakt, kan plaatsvinden.
De uitvinding verschaft tevens een drukmachine 100 voorzien van een aantal in serie achter elkaar opgestelde drukmodules 102, 104, 106, waarbij althans één van de drukmodules een drukmodule 10 volgens de uitvinding is. De diverse uitvoeringsvormen die hierboven zijn beschreven en waarvan de meeste in de volgconclusies zijn geclaimd kunnen onafhankelijk van elkaar worden toegepast en met elkaar op verschillende wijze worden gecombineerd. De tekeningen, waarnaar in de beschrijving van de uitvoeringsvormen wordt verwezen, dienen slechts als voorbeeld van een mogehjke uitvoering van de diverse uitvoeringsvormen. De in de conclusies beperken de conclusies niet en dienen slechts ter verduidelijking.
Elementenliist 10. drukmodule 12. framedeel 14. framedeel 16. rasterwals 18. tegen drukwals 20. plaatwalssamenstel 22. stationaire as 24. steunring 26. steunring 30. eerste plaatwalshoudersamenstel 32. tweede plaatwalshoudersamenstel 34. plaatvormig lijfdeel van eerste plaatwalshoudersamenstel 34’. plaatvormig hjfdeel van tweede plaatwalshoudersamenstel 36. steunringoplegoppervlak 38. centrale zwenkas 40. eerste excenternok van eerste plaatwalshoudersamenstel 40’. eerste excenternok van tweede plaatwalshoudersamenstel 42. excenteroplegvlak 44. tweede excenternok van eerste plaatwalshoudersamenstel 44’. tweede excenternok van tweede plaatwalshoudersamenstel 46. sleuf 48. eerste excenternokverbindingsas 50. eerste bedieningsknop 52. tweede excenternokverbindingsas 54. tweede bedieningsknop 56. derde bedieningsknop 58. vierde bedieningsknop 60. eerste koppeling 62. tweede koppeling 64. neerhouder van eerste plaatwalshoudersamenstel 64’. neerhouder van tweede plaatwalshoudersamenstel 66. zuigercilindersamenstel 68. trekstang van eerste plaatwalshoudersamenstel 68’. trekstang van tweede plaatwalshoudersamenstel 70. haak 72. draagoppervlak
La. rasterwalshartlijn
Li. tegendrukwalshartlijn
Lp. plaatwalshartlijn
Pb. lijfdeelvlak C. curve
Pc. curvesymmetrievlak
Cc. centraal concaaf curvedeel
Ci. eerste convex curvedeel
Cci. eerste uiteinde van het concave curvedeel Cc
Cif. vrije uiteinde van het eerste convexe curvedeel Cl C2. tweede convex curvedeel CC2. tweede uiteinde van het concave curvedeel Cc C2f. vrije uiteinde van het tweede convexe curvedeel C2
Pi. eerste denkbeeldig zwenkhartlijn P2. tweede denkbeeldig zwenkhartlijn
Lei. eerste excenterhartlijn
Le2. tweede excenterhartlijn

Claims (11)

1. Drukmodule (10) (e. printing module) voorzien van: • een frame dat twee tegenover elkaar gelegen framedelen (12, 14) omvat; • een rasterwals (16) (e. anilox roller) die roteerbaar rond een rasterwalshartlijn (La) is gelagerd in het frame en zich uitstrekt tussen de twee tegenover elkaar gelegen framedelen (12, 14); • een tegendrukwals (18) (e. impression roller) die roteerbaar rond een tegendrukwalshartlijn (Li) is gelagerd in het frame en zich uitstrekt tussen de twee tegenover elkaar gelegen framedelen (12, 14); • een plaatwalssamenstel (20) omvattend: o een stationaire as (22); o twee steunringen (24, 26) die elk nabij een daarmee geassocieerd uiteinde van de as (22) met de as zijn verbonden; en o een plaatwals (28) (e. plate cylinder) die roteerbaar rond een plaatwalshartlijn (Lp) op de as (22) is bevestigd, waarbij de diameter van de plaatwals (28) in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de steunringen (24, 26); • een eerste en een tweede plaatwalshoudersamenstel (30, 32) die elk zijn verbonden met een daarmee geassocieerd framedeel (12, 14), en die elk zijn geconfigureerd voor het daarin uitneembaar plaatsen en fixeren van een steunring (24, 26) van het plaatwalssamenstel (20); gekenmerkt doordat elk plaatwalshoudersamenstel (30, 32) omvat: • een plaatvormig lijfdeel (34) dat zich uitstrekt in een denkbeeldig lijfdeelvlak (Pb) dat zich loodrecht uitstrekt de plaatwalshartlijn (Lp), waarbij een naar de plaatwalshartlijn (Lp) gekeerde zijde van het plaatvormige lijfdeel (34) een steunringoplegoppervlak (36) vormt dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op het lijfdeelvlak (Pb) en verloopt volgens een curve (C) die zich uitstrekt in het lijfdeelvlak (Pb), waarbij de curve (C) spiegelsymmetrisch is ten opzichte van een denkbeeldig curvesymmetrievlak (Pc) dat zich in hoofdzaak loodrecht op het lijfdeelvlak (Pb) uitstrekt en ten opzichte waarvan de rasterwalshartlijn (La) en tegendrukwalshartlijn (Li) in hoofdzaak symmetrisch zijn opgesteld en waarin de plaatwalshartlijn (Lp) zich uitstrekt, waarbij de curve (C), gezien vanaf de plaatwalshartlijn (Lp), omvat: o een centraal concaaf curvedeel (Cc) dat symmetrisch is ten opzichte van het centrale curvesymmetrievlak (Pc); o een eerste convex curvedeel (Ci) dat aansluit op een eerste uiteinde (Cci) van het concave curvedeel (Cc) en dat zich uitstrekt naar een eerste convex vrij uiteinde (Cif); en o een tweede convex curvedeel (C2) dat aansluit op een tweede uiteinde (CC2) van het concave curvedeel (Cc) en dat zich uitstrekt naar een tweede convex vrij uiteinde (C2f), waarbij de beide convexe delen (Ci, C2) symmetrisch zijn ten opzichte van het curvesymmetrievlak (Pc); • een lijfdeelondersteuningssamenstel via welke het lijfdeel (34) is verbonden met het daarmee geassocieerde framedeel (12, 14), waarbij het lijfdeelondersteuningsamenstel is geconfigureerd voor het verzwenken van het lijfdeel (34) rond een eerste zwenkhartlijn (Pi) en voor het verzwenken van het lijfdeel rond een tweede zwenkhartlijn (P2), waarbij de eerste en tweede zwenkhartlijnen (Pi, P2) symmetrisch aan weerszijden van het curvesymmetrievlak (Pc) zijn gepositioneerd, waarbij de eerste zwenkhartlijn (Pi) in hoofdzaak samenvalt met de tegendrukwalshartlijn (Li), dat wil zeggen precies samenvalt met de tegendrukwalshartlijn (Li) dan wel zich evenwijdig uitstrekt aan de tegendrukwalshartlijn (Li) waarbij de afstand tussen de eerste zwenkhartlijn (PI) en tegendrukwalshartlijn (Li) kleiner is dan 50 mm, en waarbij de tweede zwenkhartlijn (P2) hoofdzaak samenvalt met de rasterwalhartlijn (La), dat wil zeggen precies samenvalt met de rasterwalshartlijn (La) dan wel zich evenwijdig uitstrekt aan de tegendrukwalshartlijn (La) waarbij de afstand tussen de eerste zwenkhartlijn (Pl) en rasterwalshartlijn (Li) kleiner is dan 50 mm.
2. De drukmodule volgens conclusie 1, waarbij het lijfdeelondersteuningssamenstel omvat: • een centrale zwenkas (38) die is verbonden met het daarmee geassocieerde framedeel (12, 14) en waarvan een hartlijn zich uitstrekt in het denkbeeldige curvesymmetrievlak (Pc) en evenwijdig is aan de plaatwalshartlijn (Lp), waarbij de centrale zwenkas (38) zodanig is verbonden met het lijfdeel (34) dat het hjfdeel (34) tenminste verzwenkbaar is rond de centrale zwenkas (38); • een actuatorsamenstel dat aangrijpt op het hjfdeel (34) en dat is geconfigureerd voor het verzwenken van het hjfdeel (34) rond de eerste zwenkhartlijn (Pi) en de tweede zwenkharthjn (P2).
3. De drukmodule volgens conclusie 2, waarbij het actuatorsamenstel is ingericht voor het verzwenken van het hjfdeel (34) van het eerste plaatwalshoudersamenstel (30) en voor het verzwenken van het hjfdeel (34’) van het tweede plaatwalshoudersamenstel (32), waarbij het actuatorsamenstel is voorzien van koppelmidden, die een gekoppelde toestand hebben waarin de verzwenking van het eerste en het tweede hjfdeel (34, 34’) gekoppeld is en die een ontkoppelde toestand hebben waarin de verzwenking van het eerste en tweede hjfdeel (34, 34’) onafhankelijk van elkaar mogelijk is.
4. De drukmodule volgens conclusie 2 of 3, waarbij het actuatorsamenstel omvat: • een eerste excenternok (40) die aangrijpt op een, tegenover het steunringoplegoppervlak (36) gelegen excenteroplegvlak (42) van het lijfdeel (34) dat zich in hoofdzaak loodrecht uitstrekt op het lijfvlak (Pb), waarbij de excenternok (40) roteerbaar is rond een eerste excenterhartlijn (Lei) die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de plaatwalshartlijn (Lp) uitstrekt; • een tweede excenternok (44) die tevens aangrijpt op excenteroplegvlak (42) van het lijfdeel (34) en die roteerbaar is rond een tweede excenterhartlijn (Le2) die zich in hoofdzaak evenwijdig aan de plaatwalshartlijn (Lp) uitstrekt, waarbij de eerste en de tweede excenternokken (40, 44) en de daarmee geassocieerde eerste en tweede excenterhartlijnen (Lei, Le2) spiegelsymmetisch ten opzichte van het curvesymmetrievlak (Pc) zijn opgesteld; • een sleuf (46) in het lijfdeel (34) waarin de zwenkas (38) is opgenomen, waarbij de sleuf een breedte heeft die in hoofdzaak overeenstemt met de diameter van de centrale zwenkas (38) en een lengte heeft die groter is dan de diameter van de centrale zwenkas (38), waarbij de sleuf (46) in de lengterichting een langshartlijn heeft die ligt in het curvesymmetrievlak, zodanig dat het lijfdeel (34) niet alleen verzwenkbaar is rond de centrale zwenkas (38) maar tevens transleerbaar is langs de centrale zwenkas (38).
5. De drukmodule volgens conclusie 4, voorzien van: • een eerste excenternokverbindingsas (48) die is verbonden met de eerste excenternok (40’) van het tweede plaatwalshoudersamenstel (32) en die zich uitstrekt van het tweede framedeel (14) naar het eerste framedeel (12) en die nabij het eerste framedeel (12) is voorzien van een eerste bedieningsknop (50) met behulp waarvan de eerste excenternok (40’) van het tweede plaatwalshoudersamenstel (30) verstelbaar is; • een tweede excenternokverbindingsas (52) die is verbonden met de tweede excenternok (44’) van het tweede plaatwalshoudersamenstel (32) en die zich uitstrekt van het tweede framedeel (14) naar het eerste framedeel (12) en die nabij het eerste framedeel (12) is voorzien van een tweede bedieningsknop (54) met behulp waarvan de tweede excenternok (44’) van het tweede plaatwalshoudersamenstel (32) verstelbaar is; • een derde bedieningsknop (56) die is verbonden met de eerste excenternok (40) van het eerste plaatwalshoudersamenstel (30) en met behulp waarvan de eerste excenternok (40) van het eerste plaatwalshoudersamenstel (30) verstelbaar is; en • een vierde bedieningsknop (58) die is verbonden met de tweede excenternok (44) van het eerste plaatwalshoudersamenstel (30) en met behulp waarvan de tweede excenternok (44) van het eerste plaatwalshoudersamenstel (30) verstelbaar is.
6. De drukmodule volgens conclusie 5 wanneer deze afhankelijk is van conclusie 3, waarbij de koppelmiddelen omvatten: • een eerste koppeling (60) tussen derde bedieningsknop (56) en de eerste excenternokverbindingsas (48) of de daarop gemonteerde eerste bedieningsknop (50), waarbij de eerste koppeling (60) zodanig is geconfigureerd dat beide eerste excenternokken (40, 40’) in een gekoppelde toestand van de eeste koppeling (60) tegelijkertijd worden bediend en in een ontkoppelde toestand van de eerste koppeling (60) onafhankelijk van elkaar bedienbaar zijn; en • een tweede koppeling (62) tussen de vierde bedieningsknop (58) en de tweede excenternokverbindingsas (52) of de daarop gemonteerde tweede bedieningsknop (54), zodanig geconfigureerd dat beide tweede excenternokken (40, 40’) in een gekoppelde toestand van de tweede koppeling (62) tegelijkertijd worden bediend en in een ontkoppelde toestand van de tweede koppeling (62) onafhankelijk van elkaar bedienbaar zijn.
7. De drukmodule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk plaatwalshoudersamenstel (30, 32) is voorzien van een daarmee geassocieerde neerhouder (64, 64’) die aangrijpt op de steunring (24, 26) of een vrij toegankelijk deel van de stationaire as (22).
8. De drukmodule volgens conclusie 7, waarbij elke neerhouder (64, 64’) een zuiger/cilinder-samenstel (66) en een daarmee verbonden een trekstang (68) omvat, waarbij de trekstang (68) nabij een uiteinde is voorzien van een haak (70) die in een ingetrokken toestand aangrijpt op het genoemde vrij toegankelijke deel van de stationaire as (22), zodanig dat de steunringen (24, 26) tegen het steunringoplegoppervlak (36) worden getrokken of geduwd.
9. De drukmodule volgens conclusie 8, waarbij de trekstang van elke neerhouder (64, 64’) tevens is voorzien van een draagoppervlak (72) dat zodanig is uitgevoerd dat deze in een uitgeduwde toestand van de trekstang (68) aangrijpt op het genoemde vrij toegankelijk deel van de stationaire as (22), zodanig dat het plaatwalssamenstel (20) is opgelicht en de steunringen (24, 26) van het steunringoplegoppervlak (36) van het lijfdeel (34) zijn wegbewogen.
10. De drukmodule volgens conclusie 8 of 9, wanneer deze afhankelijk zijn van conclusie 5, waarbij de door de trekstangen (68, 68’) van de neerhouders (64, 64’) uitgeoefende trekkracht via de steunringen (24, 26) en de lijfdelen (34, 34’) wordt opgevangen door de genoemde excenternokken (40, 44, 40’, 44’).
11. Drukmachine voorzien van een aantal in serie achter elkaar opgestelde drukmodules, waarbij althans één van de drukmodules een drukmodule volgens één der voorgaande conclusies is.
NL2011465A 2013-09-18 2013-09-18 Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule. NL2011465C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011465A NL2011465C2 (nl) 2013-09-18 2013-09-18 Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule.
BR112016005737-6A BR112016005737B1 (pt) 2013-09-18 2014-09-17 Módulo de impressão e máquina de impressão proporcionada com uma quantidade de módulos de impressão arranjados em séries
DK14777915.1T DK3046764T3 (da) 2013-09-18 2014-09-17 Roterende udskrivningsmodul og udskrivningsanordning forsynet med et sådant udskrivningsmodul
CN201480051345.8A CN105555536B (zh) 2013-09-18 2014-09-17 印刷模块和设置有此类印刷模块的印刷机
EP14777915.1A EP3046764B1 (en) 2013-09-18 2014-09-17 Rotary printing module and printing machine provided with such printing module
US14/910,232 US9586393B2 (en) 2013-09-18 2014-09-17 Rotary printing module and printing machine provided with such printing module
PCT/NL2014/050635 WO2015041521A2 (en) 2013-09-18 2014-09-17 Printing module and printing machine provided with such printing module

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011465A NL2011465C2 (nl) 2013-09-18 2013-09-18 Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule.
NL2011465 2013-09-18

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011465C2 true NL2011465C2 (nl) 2015-03-19

Family

ID=50483422

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011465A NL2011465C2 (nl) 2013-09-18 2013-09-18 Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US9586393B2 (nl)
EP (1) EP3046764B1 (nl)
CN (1) CN105555536B (nl)
BR (1) BR112016005737B1 (nl)
DK (1) DK3046764T3 (nl)
NL (1) NL2011465C2 (nl)
WO (1) WO2015041521A2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102016215986A1 (de) * 2016-08-25 2018-03-01 Gallus Druckmaschinen Gmbh Bearbeitungswerk und Etikettendruckmaschine mit einem solchen Bearbeitungswerk
DE102016215988A1 (de) * 2016-08-25 2018-03-01 Gallus Druckmaschinen Gmbh Bearbeitungswerk und Etikettendruckmaschine mit einem solchen Bearbeitungswerk
DE102017216793A1 (de) * 2017-09-22 2019-03-28 Gallus Druckmaschinen Gmbh Vorrichtung zur Bearbeitung eines bahnförmigen oder bogenförmigen Substrats
FR3098445B1 (fr) * 2019-07-09 2021-09-17 Illinois Tool Works Machine à imprimer de type presse à dorer
FR3098446B1 (fr) * 2019-07-09 2021-07-09 Illinois Tool Works Machine à imprimer de type presse à dorer
CN110978767B (zh) * 2019-11-27 2024-05-07 东莞市源铁印刷机械有限公司 一种柔版印刷机组
CN111319347A (zh) * 2020-02-26 2020-06-23 李灵燕 一种布料印染用的辊筒装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4878427A (en) * 1987-07-21 1989-11-07 Webtron Corporation Printing station with toolless changeable plate cylinder
EP1092536A1 (en) * 1999-10-11 2001-04-18 Gi Due S.r.l. Printing unit with printing cylinder having simplified removal and locking
EP1285753A1 (en) * 2001-08-07 2003-02-26 FIN-OMET S.r.l. Printing station, particularly for a flexographic printing press
WO2004050366A1 (en) * 2002-12-02 2004-06-17 Mps Holding B.V. Printing module, and printing machine provided with such printing module
EP2006099A2 (de) * 2007-06-04 2008-12-24 Gallus Ferd. Rüesch Ag Druckmaschine

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2982204A (en) * 1956-03-19 1961-05-02 William A Roehm Printing unit for web presses
FR2342160A1 (fr) * 1976-02-25 1977-09-23 Navarre Jean Pierre Groupe d'impression flexographique

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4878427A (en) * 1987-07-21 1989-11-07 Webtron Corporation Printing station with toolless changeable plate cylinder
EP1092536A1 (en) * 1999-10-11 2001-04-18 Gi Due S.r.l. Printing unit with printing cylinder having simplified removal and locking
EP1285753A1 (en) * 2001-08-07 2003-02-26 FIN-OMET S.r.l. Printing station, particularly for a flexographic printing press
WO2004050366A1 (en) * 2002-12-02 2004-06-17 Mps Holding B.V. Printing module, and printing machine provided with such printing module
EP2006099A2 (de) * 2007-06-04 2008-12-24 Gallus Ferd. Rüesch Ag Druckmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
EP3046764B1 (en) 2019-07-17
DK3046764T3 (da) 2019-09-16
EP3046764A2 (en) 2016-07-27
US20160185099A1 (en) 2016-06-30
WO2015041521A2 (en) 2015-03-26
US9586393B2 (en) 2017-03-07
CN105555536A (zh) 2016-05-04
BR112016005737A2 (pt) 2017-09-05
BR112016005737B1 (pt) 2021-11-30
WO2015041521A3 (en) 2015-09-03
CN105555536B (zh) 2018-08-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2011465C2 (nl) Drukmodule en drukmachine voorzien van een dergelijk drukmodule.
EP3230187B1 (de) Druckaggregat
DE102015008375A1 (de) Vorrichtung zur Herstellung von Druckerzeugnissen
US8899152B2 (en) Flexographic printing using flexographic roll configurations
EP1567339B1 (en) Printing module, and printing machine provided with such printing module
EP2700504B1 (en) Adjustable form roll apparatus
EP3632684B1 (en) Printing mechanism of offset printing machine
JP2016511178A5 (nl)
CN105417246A (zh) 水松纸凸印机中的放卷装置及其放卷方法
EP3463887A1 (de) Folienprägemaschine
EP2006094A3 (en) Printing quality control method and system for relief printing press
DE102009000519A1 (de) Bogendruckmaschine
DE202007009389U1 (de) Bogenführung für Bogeninspektionssystem
JP5371219B2 (ja) 印刷機
CN205395443U (zh) 印刷机可调传墨机构
EP2161130A2 (de) Transfervorrichtung
EP2067619B1 (de) Verfahren und Antrieb zum Antreiben einer Verarbeitungsmaschine für Bogenmaterial
JP2015515401A (ja) 板を曲げることによるローラの調整を有するインク装置及び調整方法
CN203422676U (zh) 单张纸张力控制装置
EP2388141B1 (de) Verarbeitungsmaschine mit wenigstens einer Druckeinheit
CN214984185U (zh) 一种印刷机刮刀装置
DE102004060646A1 (de) Bogenpositioniervorrichtung einer Bogenzuführeinrichtung von einer Druckerpresse
DE102011006701A1 (de) Bogenverarbeitungsmaschine mit einer Auslegervorrichtung
KR101852303B1 (ko) 그라비아 인쇄기의 원단 안내로울러 위치조절장치
CN105564031A (zh) 一种便于调节位置的彩印机喷头安装结构

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201001