NL2011056C2 - Sproei-inrichting voor een toiletpot, een toiletpot met een dergelijke sproei-inrichting en een toiletbril met een dergelijke sproei-inrichting. - Google Patents

Description

P105/NLpd

Sproei-inrichting voor een toiletpot, een toiletpot met een dergelijke sproei-inrichting en een toiletbril met een dergelijke sproei-inrichting

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sproei-inrichting voor gebruik bij een toiletpot volgens conclusie 1. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een toiletpot en een toiletbril met een dergelijke sproei-inrichting.

Een dergelijke sproei-inrichting is in de techniek bekend. Bijvoorbeeld wordt in NL7513783 een toiletbril beschreven met daaraan bevestigde armen die elk een sproeiorgaan dragen waardoorheen een spoelvloeistof kan worden gevoerd om een toiletgebruiker een mogelijkheid tot hygiënische reiniging van het zitvlak te verschaffen .

Die bekende sproei-inrichting verschaft de mogelijkheid het zitvlak te reinigen. Echter, een nadeel van het gebruik van dubbele armen, elk met een eigen sproeiorgaan, is dat de nauwkeurigheid van de sproeirichting laag is. Hierdoor wordt de vloeistofstraal naar lichaamsposities gesproeid waar die niet gewenst is wat een onhygiënische behandeling tot gevolg heeft. Interactie van de beide vloeistofstralen uit de verschillende sproeiorganen leidt bovendien tot een verdere onnauwkeurigheid in de sproeirichting.

De uitvinding heeft nu tot doel een verbeterde sproei-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen.

Tevens heeft de uitvinding tot doel een verbeterde sproei-inrichting te verschaffen die een vooraf ingestelde sproeirichting met zekerheid kan behouden.

In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel een sproei-inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die een nauwkeurig regelbare sproeirichting kan verschaffen.

Op overeenkomstige wijze heeft de uitvinding tot doel een toiletpot en een toiletbril te verschaffen die de bovengenoemde voordelen kan verschaffen.

Ter verkrijging van ten minste een van de hiervoor genoemde voordelen, verschaft de uitvinding volgens een eerste uitvoerings vorm een sproei-inrichting die de maatregelen van conclusie 1 bevat. Deze sproei-inrichting heeft het effect dat de stabiliteit van de armen zeer hoog is, waardoor het sproeiorgaan een zeer nauwkeurig definieerbare sproeirichting verschaft. De reiniging van het zitvlak zal hierdoor zeer hygiënisch kunnen plaatsvinden. Doordat het sproeiorgaan aan beide armen is gekoppeld zal de nauwkeurigheid ook gedurende lange tijd behouden blijven.

Het is gebleken dat de armen, waarschijnlijk vanwege de onderlinge koppeling middels het sproeiorgaan, tijdens gebruik een hoge stabiliteit verlenen aan het sproeiorgaan, waardoor de door de uit het sproeiorgaan gesproeide vloeistof uitgeoefende krachten geen invloed hebben op de sproeirichting van de vloeistof.

Het heeft hierbij in het bijzonder de voorkeur dat het sproeiorgaan een centrale as omvat en ten minste een van de armen decentraal ten opzichte van de centrale as met het sproeiorgaan is gekoppeld. Hierdoor kan een nauwkeurige sproeirichting worden verschaft door bijvoorbeeld een van de armen iets verder of juist minder ver te laten draaien dan de andere arm, wat een verzwenking van het sproeiorgaan levert. De sproeirichting kan hierdoor nauwkeurig worden geregeld.

Een bijzonder efficiënt toervoermiddel voor spoelvloeistof die slechts weinig ruimte inneemt en een esthetisch aantrekkelijk uiterlijk heeft wordt verkregen wanneer de toevoermiddelen voor het toevoeren van vloeistof in ten minste een van de armen is gelegen .

Een zeer nauwkeurige instelling van de sproeirichting wordt verkregen wanneer elke arm is verbonden met een motor voor het doen zwenken van de arm tussen een in hoofdzaak nabij de rand gelegen positie en een van de rand afgelegen positie. Het heeft met name de voorkeur dat de motor een stappenmotor is, aangezien daarmee een nauwkeurige positionering van beide armen kan worden verkregen .

Bij voorkeur bezit de sproei-inrichting een regelorgaan voor het onafhankelijk aansturen van de motoren.

De toiletbril volgens de uitvinding omvat bij voorkeur een geheugenmodule voor het opslaan van de positie van beide armen in een van de rand afgelegen positie. Bijvoorbeeld kan met een een voudige aan/uit-knop de sproei-inrichting worden geactiveerd waardoor de armen naar de vooraf ingestelde positie binnen een spoel-ruimte van een toiletpot worden verplaatst en de spoelbehandeling kan aanvangen.

Om meerdere gebruikers de sproei-inrichting te laten gebruiken zonder het sproeiorgaan afzonderlijk te laten instellen, heeft het de voorkeur dat de geheugenmodule ten minste twee posities kan opslaan, voor verschillende gebruikers.

Om een bestaande toiletpot in hoofdzaak integraal te kunnen voorzien van een sproei-inrichting volgens de uitvinding heeft het de voorkeur dat deze een aan een rand van de toiletpot te koppelen behuizing omvat, welke behuizing is ingericht voor het daaraan scharnierbaar bevestigen van de armen. Bij voorkeur is de behuizing voorts voorzien van koppelorganen voor het bevestigen van een toiletbril aan de behuizing, om de toiletbril op de behuizing af te steunen, zoals de toiletbril gebruikelijk op de rand van de toiletpot afsteunt.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een sproei-inrichting zoals hiervoor genoemd, waarbij het sproeiorgaan een tussen twee uiteinden verlopende centrale as heeft, waarbij ten minste een van de eerste en tweede arm decentraal ten opzichte van de as scharnierbaar aan het sproeiorgaan is gekoppeld, zodanig dat de decentraal gekoppelde arm om een rotationele hoek rond de centrale as kan roteren. Dit maakt een eenvoudige en nauwkeurige positionering van het sproeiorgaan mogelijk door de beide armen relatief ten opzichte van elkaar te verplaatsen, bijvoorbeeld middels de hiervoor genoemde motoren.

Om een nauwkeurige positionering van het sproeiorgaan te kunnen geven, heeft het de voorkeur dat de rotationele hoek ten minste 10° is, bij voorkeur ten minste 30°, met meer voorkeur ten minste 60°.

De uitvinding heeft voorts bettrekking op een toiletpot met een door een omgaande rand gedefinieerde spoelruimte en een sproei-inrichting volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de sproei-inrichting [a] een arm omvat welke met een eerste uiteinde scharnierbaar aan de rand is verbonden en aan een tweede uiteinde een sproeiorgaan omvat, en [b] toevoermiddelen omvat voor het toe voeren van een vloeistof aan het sproeiorgaan; zodanig dat het tweede uiteinde van de arm in een eerste positie in hoofdzaak nabij de rand is gepositioneerd en in een tweede positie in hoofdzaak in de spoelruimte is gepositioneerd, met het kenmerk, dat de sproei-inrichting twee armen omvat welke met hun eerste uiteinde aan weerszijden van de spoelruimte scharnierbaar aan de rand zijn verbonden en welke met hun tweede uiteinde middels het sproeiorgaan onderling zijn gekoppeld. Hiermee worden de voordelen van de sproei-inrichting zoals hiervoor beschreven, ook met de toiletpot verkregen.

Tevens heeft de uitvinding betrekking op een toiletbril met een sproei-inrichting volgens de uitvinding, welke toiletbril een zitelement met een centrale opening en aan weerszijden van de opening voorziene benen omvat, waarbij de sproei-inrichting een scharnierbaar met het zitelement verbonden arm omvat welke aan het van de toiletbril afgelegen uiteinde een sproeiorgaan omvat alsmede toevoermiddelen voor het toevoeren van een vloeistof aan het sproeiorgaan, met het kenmerk, dat de sproei-inrichting twee aan elke been van de toiletbril bevestigde armen omvat welke aan de van het zitelement afgelegen uiteinden middels het sproeiorgaan onderling zijn gekoppeld. Hiermee worden de voordelen van de sproei-inrichting zoals hiervoor beschreven, ook met de toiletbril verkregen.

Ten slotte heeft de uitvinding betrekking op een toiletbril zoals hiervoor genoemd en met een sproei-inrichting, waarbij ten minste een van: - een opneemorgaan voor opname van de armen tijdens een rust-positie waarbij ze zijn gepositioneerd in hoofdzaak tegen de toiletbril aan, - een voorziening voor bevestiging van de arm aan het zitelement, - de motor, en - een toevoermiddel voor het toevoeren van vloeistof naar een arm, is geïntegreerd in het zitelement. Dit verschaft een esthetisch aantrekkelijk uiterlijk, dat er bovendien toe leidt dat de inrichting eenvoudig kan worden gereinigd, wat verontreiniging en contaminatie beperkt kan houden. Daarnaast neemt de sproei-inrichting weinig ruimte in, in de toiletbril.

De uitvinding zal hierna aan de hand van een tekening nader worden uitgelegd. De tekening toont hierbij in:

Fig. 1 een vereenvoudigd onderaanzicht van een toiletbril volgens de uitvinding,

Fig. 2 een vereenvoudigd zijaanzicht van een toiletbril volgens de uitvinding,

Fig. 3 een vereenvoudigd detailaanzicht van een sproeiorgaan volgens de uitvinding,

Fig. 4 een perspectivisch aanzicht van een toiletpot met een sproei-inrichting volgens de uitvinding,

Fig. 5 een zijaanzicht van een toiletpot met een sproei-inrichting in gedeeltelijke doorsnede en

Fig. 6 een vooraanzicht van een toiletpot met een sproei-inrichting in gedeeltelijke doorsnede.

In de figuren zijn overeenkomstige onderdelen doorgaans middels dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 4, 5 en 6 zijn voor overeenkomstige onderdelen in sommige gevallen andere verwijzingscijfers gebruikt dan in de Fig. 1, 2 en 3. De voor een praktische uitvoering van de uitvinding noodzakelijke onderdelen zijn niet alle getoond, vanwege de eenvoud van de weergave.

Fig. 1 toont een schematisch onderaanzicht van een toiletbril 1 volgens de uitvinding welke is voorzien van een sproei-inrichting 2. De toiletbril 1 omvat een zitelement 3 dat twee in hoofdzaak parallelle benen 4, 5 omvat die aan weerszijden van een opening 6 zijn gelegen. De sproei-inrichting 2 omvat een sproeiorgaan 7 dat aan twee armen 8, 9 is gekoppeld. De beide armen 8, 9 zijn elk scharnierbaar verbonden ten opzichte van een been 4, respectievelijk 5.

In Fig. 1 is voorts een toevoermiddel 10 getoond voor het toevoeren van vloeistof, bijvoorbeeld water, naar het sproeiorgaan 7. Het toevoermiddel 10 is gekoppeld met een van de armen 8; 9, welke arm 8; 9 een doorvoer omvat voor het daar doorheen naar het sproeiorgaan 7 voeren van de vloeistof.

Aan de benen 4, 5 zijn tevens motoren 11, 12 voorzien om de armen 8, 9 te doen scharnieren of zwenken 18 ten opzichte van de benen 4, 5. Hierdoor kunnen de armen 8, 9, samen met het sproeior-gaan 7, ten opzichte van de benen 4, 5 worden gezwenkt.

Fig. 2 toont verder aan hoe de armen 8, 9 ten opzichte van het zitelement 3 kunnen zwenken 18. In een eerste, met een doorgetrokken lijn getekende, toestand zijn de armen 8, 9 (slechts arm 8 en het sproeiorgaan 7 zijn zichtbaar in Fig. 2) in een positie tegen het zitelement 3 aan gelegen. In onderbroken lijn is aangeduid hoe het sproeiorgaan 7 en de armen 8, 9 in een tweede, gezwenkte toestand op afstand van het zitelement 3 zijn gelegen. De tweede positie is de sproeistand of spoelstand, waarin spoelvloeistof, bijvoorbeeld water, via het sproeiorgaan kan worden gesproeid om het zitvlak van een gebruiker te reinigen.

In Fig. 3 is een meer gedetailleerd aanzicht van het sproeiorgaan 7 met de armen 8, 9 getoond. Het sproeiorgaan 7 omvat sproeiopeningen 13 getoond waar doorheen de vloeistof uit het sproeiorgaan 7 wordt gesproeid. Het sproeiorgaan 7 heeft een centrale as 14, waaromheen het sproeiorgaan 7 kan worden geroteerd door de armen 8, 9 ten opzichte van elkaar te bewegen. De armen 8, 9 zijn elk decentraal ten opzichte van de centrale as 14 of rota-tieas 14 aan het sproeiorgaan 7 bevestigd. De bevestiging is roteerbaar 15, 16, 17 uitgevoerd om het sproeiorgaan 7 te kunnen roteren en om de armen 8, 9 onafhankelijk van het sproeiorgaan 7 te kunnen bewegen. De sproeirichting van de vloeistof uit de sproeiopeningen 13 is hiermee zeer nauwkeurig in te stellen. Door een van de armen 8, 9 meer of juist minder ver te verplaatsen vanuit de ruststand kan een nauwkeurige sproeirichting worden ingesteld.

Fig. 4, 5 en 6 tonen een toiletpot 19 met een spoelruimte 20 en een sproei-inrichting 21. Het sproeiorgaan 22 is in de spoelruimte 20 gelegen, op afstand van de rand 23. In de rand 23 is een opneemorgaan 24 voorzien waar het sproeiorgaan 22 in kan worden opgeborgen wanneer deze niet in gebruik is.

In de Fig. 4, 5 en 6 is een behuizing 25 voorzien waar de sproei-inrichting 21 scharnierbaar aan is bevestigd. De behuizing 25 omvat koppelingsorganen 28 voor bevestiging van een toiletbril 29 .

Een alternatieve wijze van opbergen van de sproei-inrichting 21 is weergegeven in Fig. 5, waar nabij de voorzijde 26 van de behuizing 25 een uitsparing 27 in de rand is voorzien waar de armen van het sproei-orgaan in kunnen worden opgenomen wanneer de sproei-inrichting niet in gebruik is, dat wil zeggen in de rustpo-sitie is geplaatst.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding wordt slechts beperkt door de bijgevoegde conclusies.

De uitvinding strekt zich tevens uit over elke combinatie van maatregelen die hiervoor onafhankelijk van elkaar zijn beschreven.

Claims (14)

1. Sproei-inrichting voor gebruik bij een toiletpot met een door een omgaande rand gedefinieerde spoelruimte, waarbij de sproei-inrichting [a] een arm omvat welke met een eerste uiteinde schar-nierbaar nabij de rand is gelegen en aan een tweede uiteinde een sproeiorgaan omvat, en [b] toevoermiddelen omvat voor het toevoeren van een vloeistof aan het sproeiorgaan; zodanig dat het tweede uiteinde van de arm in een eerste positie in hoofdzaak nabij de rand is gepositioneerd en in een tweede positie in hoofdzaak in de spoelruimte is gepositioneerd, met het kenmerk, dat de sproei-inrichting twee armen omvat welke met hun eerste uiteinde aan weerszijden van de spoelruimte scharnierbaar nabij de rand zijn gelegen en welke met hun tweede uiteinde middels het sproeiorgaan onderling zijn gekoppeld.

2. Sproei-inrichting volgens conclusie 1, waarbij het sproeiorgaan een centrale as omvat en ten minste een van de armen decentraal ten opzichte van de centrale as met het sproeiorgaan is gekoppeld.

3. Sproei-inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de toevoermiddelen voor het toevoeren van vloeistof in ten minste een van de armen is gelegen.

4. Sproei-inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij elke arm is verbonden met een motor voor het doen zwenken van de arm tussen een in hoofdzaak nabij de rand gelegen positie en een van de rand afgelegen positie.

5. Sproei-inrichting volgens conclusie 4, waarbij de motor een stappenmotor is.

6. Sproei-inrichting volgens conclusie 4, omvattende een regelor-gaan voor het onafhankelijk aansturen van de motoren.

7. Sproei-inrichting volgens conclusie 6, omvattende een geheugen- module voor het opslaan van de positie van beide armen in een van de rand afgelegen positie.

8. Sproei-inrichting volgens conclusie 7, waarbij de geheugenmodu-le ten minste twee posities kan opslaan, voor verschillende gebruikers .

9. Sproei-inrichting volgens een der conclusies 1-8, omvattende een aan een rand van de toiletpot te koppelen behuizing, welke behuizing is ingericht voor het daaraan scharnierbaar bevestigen van de armen.

10. Sproei-inrichting volgens een der conclusies 1-9, waarbij het sproeiorgaan een tussen twee uiteinden verlopende centrale as heeft, waarbij ten minste een van de eerste en tweede arm decentraal ten opzichte van de as scharnierbaar aan het sproeiorgaan is gekoppeld, zodanig dat de decentraal gekoppelde arm om een rotati-onele hoek rond de centrale as kan roteren.

11. Sproei-inrichting volgens conclusie 10, waarbij de rotationele hoek ten minste 10° is, bij voorkeur ten minste 30°, met meer voorkeur ten minste 60°.

12. Toiletpot met een door een omgaande rand gedefinieerde spoel-ruimte en een sproei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de sproei-inrichting [a] een arm omvat welke met een eerste uiteinde scharnierbaar aan de rand is verbonden en aan een tweede uiteinde een sproeiorgaan omvat, en [b] toevoermiddelen omvat voor het toevoeren van een vloeistof aan het sproeiorgaan; zodanig dat het tweede uiteinde van de arm in een eerste positie in hoofdzaak nabij de rand is gepositioneerd en in een tweede positie in hoofdzaak in de spoelruimte is gepositioneerd, met het kenmerk, dat de sproei-inrichting twee armen omvat welke met hun eerste uiteinde aan weerszijden van de spoelruimte scharnierbaar aan de rand zijn verbonden en welke met hun tweede uiteinde middels het sproeiorgaan onderling zijn gekoppeld.

13. Toiletbril met een sproei-inrichting volgens een der conclusies 1-11, welke toiletbril een zitelement met een centrale opening en aan weerszijden van de opening voorziene benen omvat, waarbij de sproei-inrichting een scharnierbaar met het zitelement verbonden arm omvat welke aan het van de toiletbril afgelegen uiteinde een sproeiorgaan omvat alsmede toevoermiddelen voor het toevoeren van een vloeistof aan het sproeiorgaan, met het kenmerk, dat de sproei-inrichting twee aan elke been van de toiletbril bevestigde armen omvat welke aan de van het zitelement afgelegen uiteinden middels het sproeiorgaan onderling zijn gekoppeld.

14. Toiletbril volgens conclusie 13 met een sproei-inrichting, waarbij ten minste een van: - een opneemorgaan voor opname van de armen tijdens een rust-positie waarbij ze zijn gepositioneerd in hoofdzaak tegen de toiletbril aan, - een voorziening voor bevestiging van de arm aan het zitelement, - de motor, en - een toevoermiddel voor het toevoeren van vloeistof naar een arm, is geïntegreerd in het zitelement.