NL2010688A - Landbouwoogstmachine. - Google Patents

Landbouwoogstmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL2010688A
NL2010688A NL2010688A NL2010688A NL2010688A NL 2010688 A NL2010688 A NL 2010688A NL 2010688 A NL2010688 A NL 2010688A NL 2010688 A NL2010688 A NL 2010688A NL 2010688 A NL2010688 A NL 2010688A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
unloading
harvesting machine
speed
dosing
machine according
Prior art date
Application number
NL2010688A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2010688C2 (nl
Inventor
Martin Baldinger
Markus Baldinger
Original Assignee
Alois Poettinger Maschinenfabrik Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alois Poettinger Maschinenfabrik Gmbh filed Critical Alois Poettinger Maschinenfabrik Gmbh
Publication of NL2010688A publication Critical patent/NL2010688A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2010688C2 publication Critical patent/NL2010688C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/10Unloading means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Fertilizing (AREA)

Description

Landbouwoogstmachine
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwoogstmachine, in het bijzonder in de vorm van een laadwagen, met een laadruimte en een uitlaaddoseerinrichting voor het uitladen en doseren van het oogstgoed uit/van het laadruim.
Bij landbouwoogstmachines zoals laadwagens is het wenselijk, dat in het laadruim in het bijzonder oogstgoedopslag tussentijds opgeslagen oogstgoed zoals bijvoorbeeld hooi of gras of andere halm- of bladgoed in de vorm van een gelijkmatig oogstgoedtapijt te kunnen uitladen, bijvoorbeeld om het oogstgoed in het voorbijrijden in de voedertrog van een stal-lingsinrichting uit te laden of voor andersoortige verwerking langs een uitlaadpad uit te kunnen spreiden. In het bijzonder is een compact, gelijkmatig verdeeld voedertapijt voor de opslag, beter gezegd voor de verdichting van het oogstgoed in een silo van belang. Bij toereikende gelijkmatigheid van het oogstgoedtapijt kan het vervolgens door een gesleepte wals worden verdicht, waardoor de vultijd van de gleufsilo's kan worden gereduceerd, hetgeen een gunstig effect heeft op de fermentatiekwaliteit van het kuilgras. Ook bij stationair uitladen bijvoorbeeld in een voederopslag, die eventueel kan zijn voorzien van een transportband in het uitlaadgebied, is het wenselijk, het oogstgoed zo veel mogelijk gelijkmatig uit te laden, d.w.z. een oogstgoed wad met gelijkblijvend volume en/of gelijkblijvende dichtheid en/of gelijkblijvende dikte en/of gelijkblijvende breedte van ofwel uit de oogstgoedopslag uit te laden en te doseren.
Een dergelijk gelijkmatig uitladen en doseren van oogstgoed uit/van de oogstgoedopslag van de landbouwmachine is tot nu toe vaak lastig en afhankelijk van de handigheid van de werktuigbestuurder, die met gevoel ofwel ervaring het machinetoerental en daarmee de snelheid van de uitlaaddoseerinrichting en eventueel de rijsnelheid van de oogstmachine door variatie van aandrijfbesturing aanstuurt, om een gelijkmatig oogstgoedtapijt neer te leggen. Hierbij doet zich de moeilijkheid voor, dat de machinebestuurder vaak het neergelegde oogstgoedtapijt zelf niet kan zien ofwel via de spiegel een beperkte, matige blik daarop heeft, en anderzijds veelal niet voorzienbare onregelmatigheden bijvoorbeeld ongelijkmatige opbouw van de voedervoorraad in de oogstgoedopslag van de laadwagen zelfs bij gelijkmatig gevoerde uitlaadvoortgang en uitlaadbedrijfsparameters tot een ongelijkmatige uitlaadzwad leiden. Bijvoorbeeld kunnen bij het beladen van de oogstgoedopslag verschillende gedeelten van de oogstgoedopslag met verschillende dichtheid of verschillende hoogte worden beladen, zodat de uitlaaddoseerinrichting bij uitlaadvoortgang bijvoorbeeld met behulp van een losbodem in de oogstgoedopslag en niet gelijkmatige oogstgoedhoeveelheid wordt toegevoerd, hetgeen weer resulteert in een ongelijkmatig uitlaadzwad.
De onderhavige uitvinding heeft als doel, een verbeterde landbouwoogstmachine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die de nadelen van de stand der techniek vermijdt en de laatste op voordelige wijze doorontwikkelt. In het bijzonder zal het uitladen van een gelijkmatig oogstgoedtapijt van/uit de oogstgoedopslag worden vergemakkelijkt.
Dit doel wordt door de uitvinding bereikt met een landbouwoogstgoedmachine overeenkomstig conclusie 1. Voorkeursuitvoeringsvormen volgens de uitvinding zijn onderwerp van de afhankelijke conclusies.
Er wordt in voorzien, de bij de uitlaaddoseerinrichting optredende belasting, van de uitgeladen ofwel uit te laden oogstgoedstroom of een andere voor de uitlaadvoortgang kenmerkend uitlaadbedrijfsparameter te monitoren en in afhankelijkheid daarvan een stuursignaal voor de aandrijving van de uitlaaddoseerinrichting, de transportsnelheid van de oogst-machine of een andere de uitlaadvoortgang beïnvloedende uitlaadbedrijfsparameters automatisch te bepalen. Volgens de uitvinding wordt een van de uitlaadvoortgang kenmerkende eerste uitlaadbedrijfsparameters door een monitorinrichting bewaakt en in afhankelijkheid van deze eerste uitlaadbedrijfsparameters via een besturingsinrichting en stuursignaal voor ten minste een van de uitlaadvoortgang beïnvloedende tweede uitlaadbedrijfsparameters automatisch beschikbaar gesteld. De door de besturingsinrichting stuurbare tweede uitlaadbedrijfsparameter is hierbij in het bijzonder niet identiek aan de gemonitorde aandrijfbedrijfspa-rameter, maar verschilt hiervan, zodat in afhankelijkheid van een gemonitorde uitlaadbedrijfsparameter een andere uitlaadbedrijfsparameter automatisch stuurbaar is. De uitlaadsturing beperkt zich hierbij niet tot een simpel monitoren van een vaste streefwaarde bijvoorbeeld voor het doseerwalstoerental, maar geeft een streefwaarde voor een relevante uitlaadpara-metervariabele en neemt hierbij relevante daadwerkelijke waarden van uitlaadparameters in acht.
De besturingsinrichting stuurt hierbij de genoemde ten minste enige uitlaadbedrijfsparameter bijvoorbeeld zodanig ofwel stelt het stuursignaal voor deze uitlaadbedrijfsparameter zodanig in, dat als uitkomst een ten minste bij benadering gelijkmatige oogstgoedstroom wordt uitgeladen ofwel een gelijkmatige oogstgoedstroom wordt uitgeladen en/of een gewenst profiel van het uitgeladen oogstgoedtapijt ofwel de uitgeladen oogstgoedstroom wordt bereikt. Normaal gesproken is het gewenst, een over de lengte ofwel de uitlaadtijd zoveel mogelijk gelijkblijvend oogstgoedtapijt neer te leggen ofwel oogstgoedstroom uit te laden, het kan echter ook gewenst zijn, om een over de lengte en/of over de tijd op vooraf bepaalde wijze veranderend oogstgoedtapijt neer te leggen ofwel oogstgoedstroom uit te laden, bijvoorbeeld om in vooraf bepaalde gebieden van een voedertrog meer of minder oogstgoed neer te leggen als in andere gebieden, bijvoorbeeld om jongeren dieren van minder voedsel te voorzien dan volgroeide exemplaren. De besturingsinrichting kan de betreffende de uitlaadvoortgang beïnvloedende bedrijfsparameters in afhankelijkheid van een gemonitorde uitlaadbedrijfsparameter zodanig sturen, dat het uitgeladen oogstgoedtapijt ofwel de uitgeladen oogstgoedstroom een gewenst uitlaadprofiel ofwel uitlaadtapijtdikte over de uitlaadlengte of tijd verkrijgt of zo dicht mogelijk benadert. Het gewenste uitlaadprofiel kan vooraf zijn bepaald ofwel opgeslagen zijn of in een verdere uitvoering volgens de uitvinding ook variabel worden vastgelegd, bijvoorbeeld door overeenkomstige invoermiddelen, waarmee het gewenste uitlaadprofiel vrij voorschrijfbaar of naar een voorbeeld veranderbaar is.
In de basis kunnen verschillende uitlaadbedrijfsparameters worden gemonitord en/of verscheidene uitlaadbedrijfsparameters variabel gestuurd worden. In een verdere uitvoering volgens de uitvinding bewaakt de monitorinrichting als uitlaadbedrijfsparameters de aan de uitlaaddoseerinrichting optredende belasting, bijvoorbeeld in de vorm van een transportweer-stand, een aandrijfmoment, een aandrijfkracht en/of belastingsopname van de aandrijving van de uitlaaddoseerinrichting. Op een op zich bekende wijze kan de uitlaaddoseerinrichting ten minste een roteerbaar aandrijfbare doseerwals omvatten, waarbij de monitorinrichting in dit geval voordeligerwijs het doseerwalstoerental monitort, welke ten minste in enige mate karakteristiek met de uitgeladen oogstgoedhoeveelheid varieert, daar deze sterk afhankelijk is van de doorvoerhoeveelheid van het oogstgoed door de doseerwalsinrichting. Als alternatief of aanvullend kan de uitlaaddoseerinrichting van een een oogstgoedopslagwand toebedeelde afvoertransporteur, bijvoorbeeld een opslagvloertransporteur, in het bijzonder in de vorm van een losbodem, zijn voorzien, waarbij in dit geval als alternatief of aanvullend op het monitoren van het doseerwalsmoment ook de belasting en/of aandrijfvermogen voor dit af-voertransport kan worden gemonitord.
In een voordelige verdere uitvoering volgens de uitvinding omvat de uitlaaddoseerinrichting ten minste een elektromotor en/of ten minste een hydraulische motor voor het aandrijven van ten minste een transportaggregaat van de uitlaaddoseerinrichting. Dit maakt het mogelijk om enerzijds op eenvoudige wijze de transportsnelheid van de betreffende transportaggregaat variabel aan te sturen, in het bijzonder onafhankelijk van de rijsnelheid van de oogstgoedmachine te veranderen en/of onafhankelijk van het toerental van de rijmotor, in het bijzonder van de aanhangwagenmotor aan te passen. Daarnaast kan de belasting ofwel ver-mogensopname van de uitlaaddoseerinrichting op eenvoudige wijze worden bepaald, bijvoorbeeld met een stroommeter of een andere elektrische kengroottebepalingsinrichting, om de elektrische vermogensopname van de elektromotor te bepalen, of een drukmeter of een andere hydraulische kengroottebepalingsinrichting, om de hydraulische vermogensopname van de hydrauliekmotor te bepalen.
In verdere uitvoering volgens de uitvinding kan de voornoemde monitorinrichting de elektrisch of hydraulische vermogensopname van de motor of de motoren voor het aandrijven van de doseerwals monitoren, zodat de besturingsinrichting in afhankelijkheid van de bepaalde elektrische ofwel hydraulische vermogensopname bijvoorbeeld het toerental van de genoemde doseerwals en/of de rijsnelheid van de oogstgoedmachine ofwel een besturingssig-naal hiervoor kan variëren, om een zo gelijkmatig mogelijk uitgeladen oogstgoedtapijt te verkrijgen. Als alternatief of in aanvulling hierop kan de monitorinrichting de elektrische of hydraulische vermogensopname van de losbodemaandrijving monitoren, zodat de besturingsinrichting in afhankelijkheid van de vastgestelde losbodemvermogensopname bij het uitladen de doseerwalssnelheid en/of de losbodemsnelheid en/of de rijsnelheid van de oogstgoedma-chine of een besturingssignaal hiervoor kan variëren of aanpassen, om een zo gelijkmatig mogelijk oogstgoedtapijt uit te laden of het uitgeladen oogstgoedtapijt het gewenste profiel te geven.
In het bijzonder kan hierbij de besturingsinrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat bij afnemende belasting en/of afnemend draaimoment en/of afnemende vermogensopname de doseerwalsaandrijving en/of de losbodemaandrijving of de uitlaadaandrijving in het algemeen de transportsnelheid verhoogd wordt en/of de rijsnelheid van de oogstgoedmachine gematigd wordt, in het bijzonder het doseerwalstoerental wordt verhoogd en/of de losbodemsnelheid verhoogd wordt, bijvoorbeeld zolang tot een gewenste belasting of vermogensafname wordt bereikt of een transportsnelheidsgrens wordt bereikt en/of een rijsnelheidondergrens wordt bereikt. Als alternatief of aanvullend hierop kan de transportsnelheid van de uitlaaddoseerin-richting, in het bijzonder het doseerwalstoerental en/of de losbodemsnelheid, verlaagd en/of de rijsnelheid van de oogstgoedmachine verhoogd worden, wanneer de belasting en/of de vermogensopname van de aandrijving van de uitlaaddoseerinrichting toeneemt en/of een vooraf bepaalde mate overstijgt en/of de toename in vooraf bepaalde mate overstijgt en/of over een vooraf bepaald tijdsinterval aanhoudt.
Alternatief of aanvullend kan door de monitorinrichting ook het uitgeladen en/of uit te laden oogstgoedtapijt ofwel oogstgoedvoorraad worden gemonitord. In het bijzonder kan middels een beelddetectie inrichting in de vorm van ten minste een camera het uitgeladen oogstgoedtapijt worden gedetecteerd, waarbij middels een analyse-inrichting uit het vastgelegde beeld van het uitgeladen oogstgoedtapijt de dikte en/of de breedte en/of de doorsnede-contour en/of het volume en/of de geometrie daarvan kan worden bepaald, in afhankelijkheid waarvan de besturingsinrichting ten minste één van de uitlaadvoortgang beïnvloedende uit-laadbedrijfsparameters kan aanpassen ofwel kan variëren ofwel een besturingssignaal hiervoor beschikbaar kan stellen, om de gewenste gelijkmatigheid te bereiken ofwel het gewenste uitlaadprofiel te bereiken. Wordt bijvoorbeeld middels de beelddetectie-inrichting vastgesteld, dat het oogstgoedtapijt te dun of in het algemeen te klein wordt, dan kan de besturingsinrichting bijvoorbeeld de transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting, in het bijzonder de doseerwalssnelheid verhogen. Omgekeerd kan bij een te breed of te dik oogstgoedtapijt de genoemde transportsnelheid worden gematigd. Als alternatief of aanvullend kan ook de snelheid overeenkomstig verhoogd of verlaagd worden, of kan een stuursignaal hiertoe worden afgegeven.
Als alternatief of aanvullend op een dergelijke op het uitlaadgebied gerichte beelddetectie-inrichting kan de monitorinrichting bijvoorbeeld zijn voorzien van contactloos werkende aftastin richting voor aftasten van het uitgeladen oogstgoedtapijt, bijvoorbeeld een of meer ultrasone sensoren en/of een of meerdere radarsensoren en/of een of meerdere in het hoorbare gebied werkende akoestische sensoren, middels welke de dikte en/of de hoeveelheid en/of de breedte en/of de doorsnedevorm en/of het volume en/of een andere karakteristieke grootheid van het uitgeladen oogstgoedtapijt worden bepaald.
Alternatief of aanvullend op het monitoren van het reeds uitgeladen oogstgoedtapijt kan de monitorinrichting ook de op de uitlaaddoseerinrichting toekomende oogstgoedvoor-raad ofwel tapijt ofwel stroom monitoren, bijvoorbeeld door een het stroomgebied van de do-seerwals monitorende beelddetectie-inrichting bij voorkeur omvattende ten minste een camera en/of contactloos aftastende sensoren van voornoemde soort, welke het op de doseerin-richting toekomende oogstgoed monitoren. Hierdoor kan de besturing reeds vooraf worden beïnvloed, bijvoorbeeld zodanig, dat bij een groter wordende oogstgoedhoeveelheid, die op de doseerinrichting toekomt, de losbodemaandrijving of een andere toevoer en/of de doseer-wals in zijn transportsnelheid wordt afgezwakt en/of de rijsnelheid verhoogd wordt, om de uitlaadstroom gelijkmatig te maken. Constateren bijvoorbeeld in oogstgoedopslag aangebrachte aftastsensoren en/of een de oogstgoedopslag waarnemende beelddetectie-inrichting, dat de op de doseerwals toekomende oogstgoedvoorraad toeneemt in hoogte, dan kan de besturingsinrichting de losbodemsnelheid matigen, terwijl ze deze omgekeerd ook kan verhogen, wanneer de genoemde oogstgoedopslaghoogte afneemt, om zo vooruitziend de belasting van de doseerwalsen gelijkmatig te maken.
Als alternatief of aanvullend op de voornoemde uitlaadbedrijfsparameters kan de monitorinrichting ook andere uitlaadbedrijfsparameters monitoren, bijvoorbeeld de rijsnelheid, de vullingsgraad van de oogstgoedopslag, de snijwerkkracht van een bij het beladen van het oogstgoed gebruikte snij-inrichting of de dichtheid van het in de oogstgoedopslag opgenomen oogstgoed, bijvoorbeeld door gerelateerd contactloos aftasten van het nog op de vloer liggend, op te nemen oogstgoedzwad. Bijvoorbeeld kan met toenemende rijsnelheid bij uitladen automatisch ook de transportsnelheid van de uitlaadinrichting worden verhoogd, om een gelijkmatig oogstgoedtapijt uit te laden, terwijl alternatief of aanvullend bij afnemende rijsnelheid ook de transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting kan worden gereduceerd. Als alternatief of aanvullend kunnen bijvoorbeeld ook de bepaalde oogstgoeddichtheid van het opgenomen oogstgoed en/of de snijwerkbelasting bij opnemen van het oogstgoed conclusies met betrekking tot de gesteldheid van het uit te laden oogstgoed worden getrokken, om dan die uitlaadbedrijfsparameters, welke de uitlaadvoortgang beïnvloeden, overeenkomstig aan te passen. Bijvoorbeeld kan bij zeer dicht oogstgoed en/of hoge snijwerkdruk de transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting worden gereduceerd en/of de rijsnelheid bij uitladen worden verhoogd, om de uitlaadstroom niet te hoog te laten worden.
De besturingsinrichting kan hierbij volautomatisch maar ook slechts halfautomatisch werken, bijvoorbeeld zodanig, dat een stuursignaal voor de betreffende uitlaadbedrijfspara-meter slechts wordt doorgegeven en afgegeven, om de machinebestuurder het passend ingrijpen te vergemakkelijken. Bijvoorbeeld kan een stuursignaal met betrekking tot de rijsnelheid worden afgegeven, bijvoorbeeld in de vorm van "sneller - snelheid vasthouden- langzamer", om voor de bestuurder het kiezen van de passende snelheid te vergemakkelijken. Alternatief of aanvullend hierop kan/kunnen een of alle uitlaadbedrijfsparameters door de besturingsinrichting ook volautomatisch worden aangestuurd, in het bijzonder zodanig, dat de besturingsinrichting het betreffende instelsignaal direct aan de overeenkomstige regelaar afgeeft, om de betreffende uitlaadbedrijfsparameter zoals bijvoorbeeld doseerwalssnelheid, losbodemsnelheid of rijsnelheid automatisch aan te passen, wanneer de monitorinrichting een verandering van de betreffende gemonitorde bedrijfsparameters vaststelt.
De onderhavige uitvinding wordt hiernavolgend aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en daaraan gerelateerd tekening nader verklaard. In de tekening toont:
Fig. 1: een schematisch zijaanzicht van een landbouwoogstgoedmachine in de vorm van een laadwagen.
De in fig. 1 getoonde oogstmachine in de vorm van een laadwagen 1 wordt op een op zich bekende wijze door een trekker 2 getrokken en is voorzien van een oogstgoedopneemin-richting 3, die een opneemverzameltransporteur 10 voor het opnemen en verzamelen van het oogstgoed van de grond bijvoorbeeld in de vorm van een pick-up 4 met een omlopend aan-drijfbare tandwals 12, evenals een de genoemde opneemtransporteur 10 opvolgend geplaatste laadtransporteur 11 kan zijn voorzien, welke het door de opneemverzameltransporteur 10 opgenomen oogstgoed door een transportkanaal in het laadruim of de oogstgoedop-slag 5 van de laadwagen transporteert.
In het binnenste van de laadruimte kan het oogstgoed middels een opslagvloertrans-porteur in de vorm van een losbodem 8 verder getransporteerd ofwel verdeeld worden, waarbij betreffende losbodem 8 in het bijzonder ook het uitladen van de laadruimte ofwel het uitladen van het oogstgoed dient. Genoemde losbodem 8 transporteert het oogstgoed in de laadruimte richting een samenstel van meerdere doseerwalsen, die aan de achterkant van de laadwagen ofwel de opneeminrichting 3 tegenovergelegen zijde van de laadruimte 5 kan zijn voorzien. De genoemde doseerwalsen 7 vormen tezamen met de losbodem 8 een uitlaaddo-seerinrichting 6, middels welke het in de laadruimte 5 opgenomen oogstgoed in de vorm van een oogstgoedtapijt 25 kan worden uitgeladen, terwijl de trekker 5 de laadwagen 1 met een rijsnelheid 26 voorwaarts beweegt.
Zoals fig. 1 toont, kunnen de genoemde doseerwalsen 7 bijvoorbeeld liggend boven elkaar langs de achterwand van de laadruimte 8 zijn voorzien, echter ook andere schikkingen, bijvoorbeeld in staande uitvoering kunnen zijn voorzien.
De genoemde doseerwalsen 7 zijn met een doseerwalsaandrijving 7 roterend met variabel instelbare draaisnelheid aandrijfbaar, waarbij genoemde doseerwalsaandrijving 17 vanaf trekker 2 van aandrijfenergie kan worden voorzien, voordeligerwijs onafhankelijk van het toerental van de trekkermotor of de rijsnelheid van de trekker gestuurd, d.w.z. in zijn toerental kan worden gevarieerd. In het bijzonder kan de genoemde doseerwalsaandrijving 17 een elektrische of hydraulische aandrijfmotor omvatten, die in fig. 1 slechts schematisch is weergegeven. De doseerwalsen 7 kunnen hierbij ofwel ieder enkelvoudig worden aangedreven, eventueel echter ook door een gemeenschappelijke aandrijfmotor met tussenschakeling van een koppelingsaandrijving worden aangedreven.
De voornoemde losbodem 8 is middels een losbodemaandrijving 27 aandrijfbaar, die op voordelige wijze eveneens voordeligerwijs vanaf trekker 2 wordt voorzien van energie, echter met betrekking tot zijn transportsnelheid onafhankelijk van het trekkermotortoerental en trekkerrijsnelheid instelbaar is. Voordeligerwijs kan ook hier een hydraulische of een elektrische aandrijfmotor worden toegepast.
De genoemde doseerwalsaandrijving 17 en de genoemde losbodemaandrijving 27 kunnen vanaf een besturingsinrichting 9 worden aangestuurd, welke bijvoorbeeld in de vorm van een computer op laadwagen 1 kan zijn uitgevoerd, echter eventueel ook kan zijn uitgevoerd als een besturingsterminal, welke op de trekker is geïnstalleerd.
De genoemde besturingsinrichting 9 is hierbij met diverse detectie-inrichtingen of sensoren verbonden, via welke diverse bedrijfs- of bewerkingsparameters kunnen worden gedetecteerd. Deze sensoren, die deel uitmaken van een monitorinrichting 14 voor de uitlaadaan-drijving, kunnen in het bijzonder een rijsnelheidsensor 28 voor het detecteren van de rijsnelheid 26, een draaimoment- of belastingsensor 29 voor het detecteren van het draaimoment of de belasting van de doseerwalsen 7 en een draaimoment- of belastingsensor 30 voor het detecteren van de belasting of het draaimoment van de losbodemaandrijving omvatten. De genoemde draaimoment of belastingsensoren 29 en 30 kunnen hierbij verschillend zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van stroommeetsensoren, welke de bedrijfstroom van de elektrische aandrijfmotor meten, of in de vorm van hydraulische druksensoren, die de hydraulische druk van de hydraulische aandrijving meten, en/of doorstroomsensoren, die de door de hydrauliekmotor stromende drukmiddelhoeveelheid meten.
Verder kan de genoemde monitorinrichting 14 de detectie-inrichting 15 omvatten, die het afleg- of uitlaadgebied 16 van de laadwagen 1 monitort, waarin het oogstgoedtapijt 15 wordt uitgeladen. Deze detectie-inrichting 15 kan een beelddetectie-inrichting 18 omvatten, bijvoorbeeld in de vorm van een of meerdere camera's, waarvan de beelden van uitgeladen oogstgoedtapijt 25 door een analyse-inrichting 19 worden geanalyseerd, in het bijzonder met betrekking tot de dikte en/of breedte en/of contour van het uitgeladen oogstgoedtapijt 25, om het uitgeladen volume van het oogstgoedtapijt te kunnen bepalen. In plaats van de genoemde beelddetectie-inrichting 18 kunnen ook andere detectiemiddelen zoals bijvoorbeeld contactloze aftastsensoren zijn voorzien, om de genoemde actuele waarde van het uitgeladen oogstgoedtapijt 25 te kunnen bepalen, zoals dit reeds eerder werd uitgelegd.
Verder kan de monitorinrichting 14 een detectie-inrichting 21 voor het detecteren van het oogstgoed in het toestroomgebied van de doseerwals 7 omvatten. Zoals fig. 1 toont, kan deze detectie-inrichting 21 voor het aanvoergebied van de dosering eveneens een beelddetectie-inrichting 22 bijvoorbeeld in de vorm van een of meerdere camera's omvatten, welke de laadruimte 5 in het gebied van de doseerwalsen 7 observeren. Op basis van het vastgelegde beeld kan middels een analyse-inrichting 23 worden bepaald, hoe hoog of hoe dik of hoe breed de op de doseerwalsen 7 aangevoerde oogstgoedvoorraad is of welke vorm deze bezit. Alternatief of aanvullend kunnen ook aftastsensoren 24 voor het bepalen van de oogst-goedhoeveelheid in het toestroomgebied of in het uitlaadgebied van de doseerwals 7 zijn voorzien.
Verdere detectiesensoren bijvoorbeeld voor het detecteren van de snijdruk bij de oogstgoedopname, of voor het detecteren van de dichtheid van het opgenomen oogstgoed, of voor het detecteren van de vulstand van de laadruimte kunnen eveneens met de bestu-ringsinrichting 9 zijn verbonden, zodat de genoemde besturingsinrichting 9 deze aanvullend parameters voor het aansturen van de uitlaaddoseerinrichting kan aanwenden.
Hierbij kunnen verschillende besturings- of regelingscenario's optreden: wordt bijvoorbeeld bij een snelheid van de laadwagen om en nabij een optimaal bedrijfspunt de rijsnelheid van de laadwagen 1 verhoogd, dan voert de besturingsinrichting 9 het toerental van de doseerwals 7 en de snelheid van de losbodem 8 op, en voordeligerwijs wel zodanig, dat enerzijds geen opeenhoping bij de doseerwals 7 ontstaat en anderzijds een oogstgoedtapijt 25 wordt uitgeladen met een gelijkmatige dikte of met een gelijkblijvend volume.
Bij een verlaging van de rijsnelheid vanaf een om en nabij het optimale bedrijfspunt gelegen snelheid van de laadwagen verschaft de besturingsinrichting 9 een analoge besturing, d.w.z. het toerental van de doseerwalsen 7 kan worden verminderd en/of de trans-portsnelheid van de losbodem 8 kan overeenkomstig worden verminderd, om een gelijkblijvend oogstgoedtapijt 25 uit te laden.
Constateert de monitorinrichting 14 anderzijds, dat bij op zich constante rijsnelheid het draaimoment aan de doseerwalsen 7 toeneemt of de vermogensopname van de doseerwals-aandrijving 17 toeneemt en/of de belasting van de losbodem 8 toeneemt, dan kan die besturingsinrichting 9 het toerental van de doseerwalsen 7 verhogen en/of aanvullend de rijsnelheid verhogen, om een gelijkblijvend voedertapijt te verkrijgen. Alternatief kan ook de rijsnelheid constant worden gehouden, waarbij dan eventueel door terugbrengen van het doseer-walstoerental 7 het voedertapijt gelijkblijvend kan worden gehouden. Vindt er omgekeerd een afname van het draaimoment van de doseerwals 7 of vermogensopname van de doseer-walsaandrijving 17 en/of een afname van de belasting van de losbodem 8 plaats, dan kan het doseerwalstoerental worden verhoogd en/of de rijsnelheid verlaagd worden, om een gelijkblijvend voedertapijt te verkrijgen.
Constateert de monitorinrichting 14 via de genoemde detectie-inrichting 15 anderzijds dat het uitgeladen oogstgoedtapijt 25 in het uitlaadgebied 16 bijvoorbeeld dunner of op andere wijze kleiner wordt, dan kan de besturingsinrichting 9 de transportsnelheid van de losbodem 8 verhogen en/of het toerental van de doseerwals 7 verhogen, om een grotere oogst-goedhoeveelheid uit te laden. Alternatief of aanvullend kan de besturingsinrichting 9 de rij- snelheid reduceren.
Wordt omgekeerd door de detectie-in richting 15 een toename van het uitgeladen oogstgoedtapijt gedetecteerd, dan kan analoog het doseerwalstoerental verlaagd en/of de losbodemsnelheid verlaagd en/of de rijsnelheid verhoogd worden.

Claims (16)

1. Landbouwoogstmachine, in het bijzonder een laadwagen, met een laadruimte (5) en een uitlaaddoseerinrichting (6) voor het uitladen en doseren van oogstgoed uit/van de laadruimte (5), met het kenmerk, dat een monitorinrichting (14) voor het monitoren van ten minste één voor de uitlaadvoortgang kenmerkende eerste uitlaadbedrijfsparameters, en een besturingsinrichting (9) voor het aansturen van de uitlaadvoortgang, die in afhankelijkheid van de gedetecteerde eerste uitlaadbedrijfsparameter automatisch ten minste een stuursignaal beschikbaar stelt voor het aansturen van een de uitlaadvoortgang beïnvloedende tweede uitlaadbedrijfsparameter.
2. Landbouwoogstmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de monitorinrichting (14) als uitlaadbedrijfsparameter een doseerwalsdraaimoment en/of een vermogens-opname van de uitlaaddoseerinrichting (6) en/of de geometrie en/of dichtheid van het uitgeladen oogstgoedtapijt monitort.
3. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de monitorinrichting (14) meerdere uitlaadbedrijfsparameters monitort en/of de besturingsinrichting (9) meerdere stuursignalen voor het aansturen van meerdere uitlaadbedrijfsparameters in afhankelijkheid van een of meer gemonitorde uitlaadbedrijfsparameters beschikbaar stelt.
4. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de monitorinrichting (14) een belastingsmeter voor het meten van de belasting van de uitlaaddoseerinrichting (6) als eerste uitlaadbedrijfsparameter omvat.
5. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlaaddoseerinrichting (6) ten minste een roteerbaar aandrijfbare doseerwals (7) en/of een opslagvloertransporteur, bij voorkeur in de vorm van een losbodem (8), omvat en de monitorinrichting (14) draaimomentbepaalmiddelen voor het bepalen van het aan-drijfdraaimoment van de doseerwals en/of transportweerstandbepaalmiddelen voor bepalen van de transportweerstand van de opslagvloertransporteur en/of vermogensopnamebepaal-middelen voor bepalen van de vermogensopname van een doseerwalsaandrijving en/of een opslagvloeraandrijving omvat.
6. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uitlaaddoseerinrichting (6) een doseerinrichtingaandrijving met ten minste een elektrisch of hydraulisch aangedreven motor omvat en de monitorinrichting (14) een elektri sche en/of hydraulische kentalgroottebepaalinrichting voor het bepalen van een elektrische en/of hydraulische arbeidskentalgrootte van de elektrische of hydraulische motor omvat en de besturingsinrichting (9) ten minste een uitlaadbedrijfsparameter in afhankelijkheid van het bepaalde elektrische of hydraulische kentalgrootte aanstuurt.
7. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de monitorinrichting (14) ten minste een detectie-inrichting (15) omvat voor het detecteren van vorm en/of dikte en/of breedte en/of de dwarsdoorsnede en/of gesteldheid van het uitgeladen oogstgoedtapijt als eerste uitlaadbedrijfsparameter.
8. Landbouwoogstmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de detectie-inrichting (15) ten minste een op het uitlaadgebied (16) gerichte beelddetectie-inrichting (18) en een analyse-inrichting (19) omvat voor analyse van de vastgelegde beelden en het zo bepalen van de vorm en/of dikte en/of breedte en/of de dwarsdoorsnede en/of het volume en/of de gesteldheid van het uitgeladen oogstgoedtapijt.
9. Landbouwoogstmachine volgens een der beide voorgaande conclusies, waarbij de detectie-inrichting (15) ten minste een contactloos werkende aftastin richting (20) omvat, bij voorkeur in de vorm van een radarsensor en/of een ultrasoonsensor en/of een geluidstast-sensor, voor het aftasten van het uitgeladen oogstgoedtapijt en de besturingsinrichting (9) ten minste een uitlaadbedrijfsparameter aanstuurt in afhankelijkheid van het aftastsignaal en/of een daaruit afgeleid signaal van de aftastinrichting (20).
10. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de monitorinrichting (14) ten minste een op het toestroomgebied van de uitlaaddo-seerinrichting (6) gerichte detectie-inrichting (21) omvat voor het bepalen van de vorm en/of dikte en/of breedte en/of hoogte en/of het volume en/of de dichtheid van het op de uitlaaddo-seerinrichting (6) toekomende oogstgoed.
11. Landbouwoogstmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de detectie-inrichting (21) een beelddetectie-inrichting (22) omvat voor het vastleggen van een beeld van het op de uitlaaddoseerinrichting (6) toekomende oogstgoed en een analyse-inrichting (23) omvat voor analyse van het vastgelegde beeld en bepalen van de vorm en/of dikte en/of breedte en/of hoogte en/of het volume en/of de dichtheid en/of de doorsnede van het op de uitlaaddoseerinrichting (6) toekomende oogstgoed en de besturingsinrichting ten minste een uitlaadbedrijfsparameter, in het bijzonder de losbodemsnelheid, aanstuurt in afhankelijkheid van het vastgelegde beeld en/of een daaruit afgeleide grootheid.
12. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de monitorinrichting (14) rijsnelheidbepaalmiddelen omvat voor het bepalen van de rijsnelheid en/of vulstandbepaalmiddelen omvat voor het bepalen van de vulstand van de oogstgoedopslag en/of zwaddetectiemiddelen omvat voor het detecteren van het in de oogst-goedopslag op te nemen oogstgoedzwad en/of snijkrachtbepaalmiddelen omvat voor het bepalen van de bij het opnemen van het oogstgoed optredende snijkracht.
13. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (9) als tweede uitlaadbedrijfsparameter een transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting (6), in het bijzonder een doseerwalstoerental en/of een losbo-demsnelheid, in afhankelijkheid van een signaal van de monitorinrichting (14) aanstuurt.
14. Landbouwoogstmachine volgens de voorgaande conclusie, waarbij de besturingsinrichting (9) de transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting (6) ten opzichte van de rijsnelheid en/of bij gelijkblijvende rijsnelheid varieert.
15. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (9) een stuursignaal voor de rijsnelheid van de oogstgoedma-chine beschikbaar stelt, waarbij het stuursignaal voor de rijsnelheid van de besturingsinrichting (9) ten opzichte van de transportsnelheid of bij gelijkblijvende transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting (6) varieerbaar is.
16. Landbouwoogstmachine volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsinrichting (9) zodanig is uitgevoerd, dat bij toenemende, door de monitorinrichting (14) gedetecteerde belasting van de uitlaaddoseerinrichting (6) en/of bij toenemende, door de monitorinrichting (14) gedetecteerde uitgeladen oogstgoedhoeveelheid de transportsnelheid van uitlaaddoseerinrichting (6), in het bijzonder een doseerwalstoerental, wordt gereduceerd en/of de rijsnelheid van de oogstmachine verhoogd wordt, en/of bij afnemende, door de monitorinrichting (14) gedetecteerde belasting van de uitlaaddoseerinrichting (6) en/of afnemend, door de monitorinrichting (14) gedetecteerde uitgeladen oogstgoedhoeveelheid de transportsnelheid van de uitlaaddoseerinrichting (6) en/of de rijsnelheid van de oogstgoedmachine wordt verlaagd.
NL2010688A 2012-06-22 2013-04-23 Landbouwoogstmachine. NL2010688C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE202012006091U DE202012006091U1 (de) 2012-06-22 2012-06-22 Landwirtschaftliche Erntemaschine
DE202012006091 2012-06-22

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2010688A true NL2010688A (nl) 2013-12-24
NL2010688C2 NL2010688C2 (nl) 2015-01-13

Family

ID=49475796

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010688A NL2010688C2 (nl) 2012-06-22 2013-04-23 Landbouwoogstmachine.

Country Status (2)

Country Link
DE (2) DE202012006091U1 (nl)
NL (1) NL2010688C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP3338532B1 (de) * 2016-12-23 2020-03-04 PÖTTINGER Landtechnik GmbH Landwirtschaftlicher erntegutwagen sowie verfahren zum entladen eines solchen erntegutwagens
EP3338531A1 (de) * 2016-12-23 2018-06-27 PÖTTINGER Landtechnik GmbH Landwirtschaftlicher erntegutwagen sowie verfahren zum entladen eines solchen erntegutwagens
DE102017109581A1 (de) * 2017-05-04 2018-11-08 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftlicher Transportwagen und Verfahren zum Betreiben desselben

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19604674A1 (de) * 1996-02-09 1997-08-14 Claas Saulgau Gmbh Ladewagen mit einem Kratzboden, der wahlweise mit zwei unterschiedlichen Drehzahlen antreibbar ist
DE20017510U1 (de) * 2000-10-11 2000-12-14 Gebr. Pöttinger GmbH, 86899 Landsberg Ladewagen
DE102007057645B4 (de) 2006-11-28 2013-08-01 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftlicher Transportanhänger
DE202006018149U1 (de) * 2006-11-28 2007-04-19 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliches Transportfahrzeug
DE102007018329A1 (de) * 2007-04-18 2008-10-23 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Kontinuierlich arbeitende Ballenpresse
DE202010011511U1 (de) * 2010-08-18 2011-11-23 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Gmbh Landwirtschaftlicher Transportwagen

Also Published As

Publication number Publication date
DE202012006091U1 (de) 2013-09-24
DE102013005842A1 (de) 2013-12-24
NL2010688C2 (nl) 2015-01-13
DE102013005842B4 (de) 2023-12-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2727814C (en) System and method for automated application of inoculants onto forage material
NL1031058C2 (nl) Inrichting voor het aansturen van een landbouwkundige oogstmachine.
US10694670B2 (en) Method and arrangement for control of the speed of a baler
US9854744B2 (en) Adjusting bale density setting based on bale weight and/or moisture
US10798867B2 (en) Agricultural system
BE1019181A3 (nl) Vierkantebalenpers en bijbehorende regelmethode.
EP2769614B1 (en) Continuous crop accumulator for agricultural harvesters
BE1018941A3 (nl) Een rechthoekige balenpers met een stuureenheid.
BE1019619A3 (nl) Een rechthoekige balenpers met een stuureenheid.
US7900557B2 (en) System and method for automated application of inoculants onto forage materials
US20110220677A1 (en) Method and system for controlling the unloading of grains or similar materials from a cart
NL2010688C2 (nl) Landbouwoogstmachine.
US10257987B2 (en) Feeding system for an agricultural implement
EP3461323B1 (en) Baler with dry matter content detection system
US11109535B2 (en) Combine harvester including a feeder house with a lower deflection roller
NL1041042B1 (en) Loader wagon system and method for collecting halm material and measuring contents of the collected halm material.
US11825774B2 (en) Baler system with preservative monitoring
EP4278884A1 (en) Baler implement with variable preservative system
NL2007298C2 (nl) Transportwagen voor de agrarische sector.
CA2723236C (en) System and method for automated application of inoculants onto forage materials
EP3202248B1 (en) Agricultural vehicle with a loading chamber and storing method with a crop material property sensor
NL2024507B1 (en) Container device for animal feed, and feeding system, loader wagon and automatic harvesting, transporting and feed dosing device comprising the container device