NL2010407C2 - Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof. - Google Patents

Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof. Download PDF

Info

Publication number
NL2010407C2
NL2010407C2 NL2010407A NL2010407A NL2010407C2 NL 2010407 C2 NL2010407 C2 NL 2010407C2 NL 2010407 A NL2010407 A NL 2010407A NL 2010407 A NL2010407 A NL 2010407A NL 2010407 C2 NL2010407 C2 NL 2010407C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tubular body
pouring spout
spout according
liquid
venting channel
Prior art date
Application number
NL2010407A
Other languages
English (en)
Inventor
Peter Heinz Maria Gelder
Original Assignee
Gvg Oliehandel B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gvg Oliehandel B V filed Critical Gvg Oliehandel B V
Priority to NL2010407A priority Critical patent/NL2010407C2/nl
Priority to DK14712055.4T priority patent/DK2964563T3/en
Priority to PL14712055T priority patent/PL2964563T3/pl
Priority to CA2904171A priority patent/CA2904171C/en
Priority to EP14712055.4A priority patent/EP2964563B1/en
Priority to PCT/NL2014/050137 priority patent/WO2014137216A2/en
Priority to US14/773,106 priority patent/US9783404B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2010407C2 publication Critical patent/NL2010407C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D7/00Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
    • B67D7/005Spouts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/06Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages
    • B65D47/061Closures with discharging devices other than pumps with pouring spouts or tubes; with discharge nozzles or passages with telescopic, retractable or reversible spouts, tubes or nozzles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D47/00Closures with filling and discharging, or with discharging, devices
    • B65D47/04Closures with discharging devices other than pumps
    • B65D47/32Closures with discharging devices other than pumps with means for venting
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D7/00Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes
    • B67D7/04Apparatus or devices for transferring liquids from bulk storage containers or reservoirs into vehicles or into portable containers, e.g. for retail sale purposes for transferring fuels, lubricants or mixed fuels and lubricants
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B39/00Nozzles, funnels or guides for introducing articles or materials into containers or wrappers
    • B65B39/04Nozzles, funnels or guides for introducing articles or materials into containers or wrappers having air-escape, or air-withdrawal, passages
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67CCLEANING, FILLING WITH LIQUIDS OR SEMILIQUIDS, OR EMPTYING, OF BOTTLES, JARS, CANS, CASKS, BARRELS, OR SIMILAR CONTAINERS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; FUNNELS
    • B67C11/00Funnels, e.g. for liquids
    • B67C2011/30Funnels, e.g. for liquids comprising venting means
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D3/00Apparatus or devices for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
    • B67D3/04Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer
    • B67D3/043Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer with a closing element having a linear movement, in a direction perpendicular to the seat
    • B67D3/044Liquid-dispensing taps or cocks adapted to seal and open tapping holes of casks, e.g. for beer with a closing element having a linear movement, in a direction perpendicular to the seat and venting means operated automatically with the tap

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Closures For Containers (AREA)

Description

Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof. Een dergelijke schenktuit wordt doorgaans op de vloeistofhouder, bijvoorbeeld een jerrycan, geplaatst om vervolgens mogelijk te maken dat vloeistof uit de vloeistofhouder in bijvoorbeeld een benzinetank wordt overgebracht.
Een dergelijke schenktuit, zoals beschreven in de aanhef van conclusie 1, is bekend uit DE10238752B4. De bekende schenktuit omvat een eerste buisvormig lichaam welke aan een einde daarvan is aangepast voor plaatsing op de vloeistofhouder, een tweede buisvormig lichaam welke samen met het eerste buisvormige lichaam een doorgang vormt voor het uitgeven van de vloeistof, en een in axiale richting op afstand van het eerste buisvormige lichaam geplaatst afsluitdeel. Het eerste en tweede buisvormige lichaam kunnen telescopisch ten opzichte van elkaar bewegen tussen een open en gesloten toestand, waarbij in de open toestand het tweede buisvormige lichaam een radiale opening tussen het afsluitdeel en het eerste buisvormige lichaam ten minste ten dele vrijgeeft en waarbij in de gesloten toestand het tweede buisvormige lichaam de opening blokkeert.
De bekende schenktuit omvat tevens een ontluchtingskanaal voor het vanaf buiten aanvoeren van lucht naar de vloeistofhouder. Dit kanaal strekt zich ten minste ten dele in het eerste buisvormige lichaam uit.
Aan deze bekende schenktuit kleven echter een aantal nadelen. Allereerst is gebleken dat de totale hoeveelheid tijd welke nodig is om een gegeven hoeveelheid vloeistof over te brengen in sommige gevallen ongewenst hoog is. Het overbrengen van vloeistof vindt veelal plaats in twee stadia. In een eerste stadium is de vloeistofstroming nog niet constant. In dit stadium is er geen evenwicht bereikt tussen luchtaanvoer door het ontluchtingskanaal en vloeistofafvoer door de doorgang. Dit heeft een schokkend schenken tot gevolg. In het tweede stadium is een dergelijk evenwicht wel bereikt waardoor met relatief hoge snelheid geschonken kan worden. Het is gebleken dat de bekende schenktuit voor sommige toepassingen een ongewenst lange tijd nodig heeft om tot dit tweede stadium te geraken.
Het bereiken van bovenstaand evenwicht is vooral bij "slappe" vloeistofhouders extra lastig. Dit komt omdat een slappe vloeistofhouder eerst in elkaar zal zakken/zuigen alvorens er voldoende onderdruk ontstaat in de vloeistofhouder om de lucht aan te zuigen de vloeistofhouder in.
Een verder nadeel is gelegen in het feit dat de bekende schenktuit kan blokkeren doordat vloeistof in het ontluchtingskanaal raakt. Hierdoor zal de vloeistofuitvoer in het meest extreme geval zelfs stoppen.
De onderhavige uitvinding heeft als doel een schenktuit te verschaffen bij welke bovenstaande nadelen zich niet tot nauwelijks voordoen.
Volgens de uitvinding is dit doel bereikt doordat het ontluchtingskanaal vast verbonden is met het tweede buisvormige lichaam. Hierdoor zal in de open toestand van de schenktuit het ontluchtingskanaal aanzienlijk hoger liggen dan het afsluitdeel tijdens het schenken. Het is gebleken dat hierdoor minder snel vloeistof in het ontluchtingskanaal zal geraken waardoor het risico op het schokkend schenken wordt verminderd. Tevens zal de totale hoeveelheid tijd welke nodig is voor het schenken verminderd worden omdat het bovengenoemde tweede stadium sneller zal worden bereikt.
Bij "slappe" vloeistofhouders leidt de onderhavige vinding in het bijzonder tot het eerder bereiken van een evenwicht tussen luchtaanvoer door het ontluchtingskanaal en vloeistofafvoer door de doorgang. Doordat het evenwicht eerder bereikt wordt kan volstaan worden met relatief slappere vloeistofhouders. Dergelijke vloeistofhouders vereisen minder materiaalgebruik. Een mogelijke verklaring voor dit positieve effect, welke hier enkel als voorbeeld gegeven wordt en welke niet beperkend dient te worden uitgelegd, is dat vanwege de lagere luchtweerstand van het ontluchtingskanaal tijdens het schenken er minder onderdruk in de vloeistofhouder nodig is om lucht aan te zuigen.
De opening welke ten minste ten dele wordt vrijgegeven door het tweede buisvormige lichaam in de open toestand is bij voorkeur een radiale opening.
In de gesloten toestand kan het tweede buisvormige lichaam tegen het afsluitdeel aanliggen voor het afsluiten van de doorgang in axiale richting. Mogelijke vormen voor het afsluitdeel zijn vlakke onderdelen welke in de gesloten toestand loodrecht op de doorgang en/of het ontluchtingskanaal staan.
Het afsluitdeel kan zijn ingericht voor het gelijktijdig afsluiten van het ontluchtingskanaal en de doorgang in de gesloten toestand. Dit heeft als voordeel dat bij aanvang van het schenken, waarbij de vloeistof door de doorgang naar beneden beweegt, er weinig tot geen vloeistof in het ontluchtingskanaal komt. Hierdoor wordt het tweede stadium sneller bereikt en bestaat er minder gevaar op het schokkend schenken dan wel blokkeren van de vloeistofstroom. Hiertoe kan het tweede buisvormige deel aan een van het eerste buisvormige lichaam af gericht einde een axiale opening hebben welke in eenzelfde vlak ligt als een axiale opening van de ontluchtingsbuis, welke openingen van het tweede buisvormige lichaam en de ontluchtingsbuis door het afsluitdeel worden geblokkeerd in de gesloten toestand.
Het ontluchtingskanaal kan zijn gevormd door een buisvormig element. Bij voorkeur zijn zowel het ontluchtingskanaal als het eerste en/of tweede buisvormige lichaam cilindrisch uitgevoerd met bij voorkeur vlakke uiteinden.
Het tweede buisvormige lichaam kan schuifbaar geplaatst zijn om een uiteinde van het eerste buisvormige lichaam. Hierdoor wordt een telescopische opstelling van eerste en tweede buislichaam bereikt waarbij het tweede buislichaam in de ruimte tussen het afsluitdeel en het eerste buislichaam beweegt en aan de eerste buislichaam zijde zich tot voorbij deze ruimte uitstrekt.
Het tweede buisvormige lichaam kan in axiale richting een stap hebben in binnenafmeting welke een aanslag vormt voor het begrenzen van de telescopische beweging van het eerste en tweede buisvormige lichaam. Bij het naar het eerste buislichaam bewegen van het tweede buislichaam kan het tweede buislichaam gestopt worden door de aanslag.
Het afsluitdeel kan vast verbonden zijn met het eerste buisvormige lichaam. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden indien het afsluitdeel een sluitoppervlak omvat en een axiaal verbindingsstuk dat zich vanuit het sluitoppervlak uitstrekt tot het eerste buisvormige lichaam en hieraan gekoppeld is. Andere mogelijkheden voor het verbinden van het afsluitdeel aan het eerste buislichaam worden niet uitgesloten. Ook klikverbindingen zijn mogelijk. Doorgaans zal bij de fabricage van de schenktuit het tweede buislichaam op het eerste buislichaam worden geplaatst. Hierna zal het afsluitdeel geplaatst worden. Het biedt productietechnisch voordelen indien dit eenvoudig kan geschieden bijvoorbeeld door middel van verbindingsarmen met radiaal uistekende delen welke in overeenkomstige uitsparingen in het eerste buislichaam kunnen vallen voor het vastklikken van het afsluitdeel.
Het ontluchtingskanaal kan middelen omvatten voor het ten minste locaal begrenzen van de doorstroomsnelheid van lucht en/of het ten minste locaal begrenzen van het intreden van de vloeistof. Zo kan de schenktuit een in het ontluchtingskanaal opgenomen terugslagklep omvatten voor het verhinderen van het in het ontluchtingskanaal intreden van vloeistof vanuit de vloeistofhouder. Het begrenzen van de doorstroomsnelheid van lucht kan bereikt worden indien het ontluchtingskanaal aan een einde daarvan, bij voorkeur het van het afsluitdeel af gerichte einde, locaal een kleinere binnenafmeting heeft. Hierbij wordt opgemerkt dat in de meeste situaties het ontluchtingskanaal in de vloeistof in de vloeistofhouder eindigt. De kleinere binnenafmeting zal de stromingsweerstand verhogen voor zowel vloeistof als lucht. Hierdoor is de balans luchtaanvoer en vloeistofuitvoer te regelen zodat sneller het tweede stadium zal worden bereikt. De exacte afmetingen van een dergelijke versmalling van het ontluchtingskanaal zullen mede afhangen van de viscositeit van de vloeistof. Een te grote opening zal sneller tot gevolg hebben dat vloeistof in het ontluchtingskanaal komt. Een te smalle opening zal de luchtaanvoer onnodig beperken waardoor het tweede stadium niet tot veel later zal worden bereikt.
De schenktuit kan verder een veerkrachtig element omvatten voor het onder veerspanning brengen van de telescopische beweging tussen het eerste en tweede buisvormige lichaam. Het eerste en/of tweede buisvormige lichaam kunnen zijn voorzien van radiaal uitstekende randen tussen welke een veer ligt opgesloten. Het gebruik van de eerdergenoemde aanslag kan hierbij als beveiliging dienen ter voorkoming van beschadiging van de veer.
Het tweede buisvormige lichaam kan zijn voorzien van een zich in radiale richting uitstekend lichaam welke geschikt is voor aangrijping door een openingsrand van een ontvangende vloeistofhouder voor het bewegen naar de open toestand. Doorgaans zal de vloeistofhouder brandstof en/of olie omvatten welke in een ontvangende vloeistofhouder zoals een brandstoftank moet worden overgebracht. Hierbij heeft de brandstoftank een vulopening waarvan de rand zal samenwerken met het tweede buisvormige lichaam zodanig dat bij plaatsing van de schenktuit in de vulopening de rand het tweede buisvormige lichaam zal bewegen naar de tweede toestand. Het zich radiaal uitstekende lichaam kan hierbij verzekeren dat de schenktuit niet te smal is in radiale richting waardoor er geen aangrijping zal plaatsvinden. Verder kan een dergelijk uistekend lichaam dienen als afdichting tijdens het schenken. Hiertoe wordt het uitstekende lichaam bij voorkeur gevormd door een rubberen uitstekende rand, die zo gedimensioneerd is dat in zo veel mogelijk gevallen de opening zo goed mogelijk afgedicht wordt.
Het ontluchtingskanaal en het tweede buisvormige lichaam kunnen integraal gevormd zijn, bijvoorbeeld door beide elementen te vervaardigen uit één en hetzelfde stuk kunststof.
De uitvinding ziet tevens op een schenktuit waarbij het afsluitdeel een sluitoppervlak omvat en een axiaal verbindingsstuk dat zich vanuit het sluitoppervlak uitstrekt tot het eerste buisvormige lichaam en hieraan gekoppeld is.
Volgens dit aspect van de uitvinding omvat de schenktuit middelen voor het verend bevestigen van het axiale verbindingsstuk aan het eerste buisvormige lichaam. Een dergelijke verende constructie voorkomt of vermindert het risico op schade wanneer de schenktuit op de grond valt. Dit is in het bijzonder van belang indien de schenktuit zich nog op de vloeistofhouder bevindt in verband met het gevaar op lekkage. Dit aspect kan los gezien worden van de vaste bevestiging van het ontluchtingskanaal aan het tweede buisvormige lichaam.
De schenktuit kan hierbij een veer omvatten welke tussen het axiale verbindingsstuk en het eerste buisvormige lichaam is geplaatst. Verder kunnen het eerste buisvormige lichaam en het axiale verbindingsstuk beide een steun omvatten tussen welke steunen de veer geplaatst is. Naast of in plaats van een veer kunnen ook veerkrachtige elementen of materialen gebruikt worden voor het bereiken van dezelfde voordelen.
De steun in het eerste buisvormige lichaam kan bijvoorbeeld een zich radiaal in het eerste buisvormige lichaam uitstrekkende structuur omvatten zoals een dwarsbalk. De steun in het axiale verbindingsstuk kan bijvoorbeeld een radiaal uitstrekkende verdikking omvatten. Zodoende is het mogelijk de veer in axiale richting te plaatsen tussen de verdikking en de dwarsbalk.
In het hiernavolgende zal de uitvinding in meer detail worden besproken gebruikmakende van de bij gevoegde figuren, waarbij:
Figuur 1 een uitvoeringsvorm van een schenktuit volgens de uitvinding toont;
Figuur 2 een geëxplodeerd aanzicht toont van de schenktuit uit figuur 1;
Figuren 3A-C respectievelijk een bovenzicht en twee dwarsdoorsneden van de schenktuit uit figuur 1 tonen;
Figuur 4 een onderaanzicht toont van de schenktuit uit figuur 1; en
Figuur 5 de montage toont van het ontluchtingskanaal van de schenktuit uit figuur 1.
Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een schenktuit 1 volgens de uitvinding welke is gemonteerd op een vloeistofhouder 2. Schenktuit 1 omvat een eerste buisvormig lichaam 3 welke aan een onderzijde is aangepast voor montage op vloeistofhouder 2. Verder omvat schenktuit 1 een tweede buisvormig lichaam 4 welke telescopisch kan bewegen ten opzichte van eerste buisvormig lichaam 3. Aan de bovenzijde van schenktuit 1 is een afsluitdeel 5 aangebracht voor het axiaal afsluiten van schenktuit 1. Meer detail van schenktuit 1 is zichtbaar in figuur 2, welke een geëxplodeerd aanzicht toont, in figuur 3A welke een bovenaanzicht toont en in figuren 3B en 3C welke schenktuit 1 tonen in respectievelijk open en gesloten toestand.
Schenktuit 1 omvat een ontluchtingskanaal welke in de getoonde uitvoeringsvorm is vormgegeven als een buis 6. Hierbij is buis 6 vast verbonden aan tweede buisvormig lichaam 4.
Tweede buisvormig lichaam 4 is schuifbaar geplaatst over een uiteinde van eerste buisvormig lichaam 3. De schuifbeweging staat onder veerspanning door een veer 7. Hierbij duwt veer 7 tweede buisvormig deel 4 naar de gesloten toestand, zie figuur 3C.
Buis 6 strekt zich uit vanaf de bovenzijde van tweede buisvormig lichaam 4 tot in eerste buisvormig lichaam 3. Aan de onderzijde is buis 6 voorzien van een verkleining 8 in diameter voor het locaal verhogen van de stromingsweerstand. Verkleining 8 kan in andere uitvoeringsvormen achterwege gelaten worden naar gelang de aard van de doelvloeistof in de vloeistofhouder.
Tweede buisvormig lichaam 4 is voorzien van een uitstekende rand 9 welke gemaakt is uit veerkrachtig materiaal zoals rubber. Rand 9 komt tijdens het schenken in aanraking met een rand van een vulopening van bijvoorbeeld een brandstoftank. Door deze aangrijping zal tweede buisvormig deel 4 naar eerste buisvormig deel 3 bewegen en zal dientengevolge schenktuit 1 geopend worden, zie figuur 3B. Indien schenktuit 1 uit de brandstoftank genomen wordt, zal tweede buisvormig deel 4 door de veerkracht naar de gesloten positie schuiven.
Voor de bevestiging van schenktuit 1 aan vloeistofhouder 2 is deze voorzien van een moer 10 welke aan de binnenzijde is voorzien van schroefdraad die overeenkomt met de schroefdraad in de rand van de vulopening van vloeistofhouder 2. Voor de afdichting kan een afdichtingring 11, zoals een O-ring, gebruikt worden welke tussen moer 10 en flens 12 wordt aangedrukt.
Afsluitdeel 5 omvat een sluitoppervlak 13 en een axiaal verbindingsstuk 14. Op verbindingsstuk 14 zijn een tweetal moeren 15, 16 aangebracht als ook een veer 17. Figuur 4 toont de bevestiging van afsluitdeel 5 in schenktuit 1. Hiertoe is eerste buisvormig deel 3 voorzien van een dwarsverbinding 18 welke is voorzien van een opening voor het daarin opnemen van axiaal verbindingsstuk 14. Tijdens de fabricage van schenktuit 1 wordt eerst tweede buisvormig lichaam 4 over eerste buisvormig lichaam 3 geplaatst. Hierna wordt vanaf de bovenzijde afsluitdeel 5 zonder moer 16 geplaatst en door de opening in dwarsverbinding 18 gebracht. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van geleiders 21 welke tegen de binnenzijde van tweede buisvormig deel 4 steunen. Doordat moer 15 dient als aanslag voor veer 17 zal veer 17 worden opgesloten tussen dwarsverbinding 18 en moer 15. Vervolgens wordt moer 16 aan een andere zijde van dwarsverbinding 18 op verbindingsstuk 14 geschroefd voor het vastzetten daarvan. Een voordeel van deze constructie is dat afsluitdeel 5 door veer 17 minder gevoelig is voor schokken welke door schenktuit 1 moeten worden opgevangen indien deze bijvoorbeeld op de grond valt. Dit is in het bijzonder belangrijk indien schenktuit 1 aan vloeistofhouder 2 verbonden is en deze laatste brandstof bevat. Indien namelijk afsluitdeel 5 zou afbreken, ontstaat het gevaar dat brandstof uit vloeistofhouder 2 stroomt. Volgens de uitvinding kan afsluitdeel 5 samen met tweede buisvormig deel 4 naar beneden bewegen voor het opvangen van dergelijke krachten.
Voor de bevestiging van buis 6 omvat tweede buisvormig deel 4 een klip 19 welke zich in een niet weergegeven groef in de binnenzijde van tweede buisvormige deel 4 bevindt.
Klip 19 verschaft een klemmende verbinding tussen buis 6 en tweede buisvormig deel 4. Binnen de context van de onderhavige uitvinding is het tevens mogelijk om buis 6 en tweede buisvormig deel 4 integraal uit te voeren bijvoorbeeld in kunststof.
Voor de afdichting tussen eerste en tweede buisvormig deel 3, 4 is een afdichtingring 20, zoals een O-ring, opgenomen in tweede buisvormig deel 4.
Uit figuren 3B en 3C is duidelijk dat eerste en tweede buisvormige lichamen 3, 4 een doorgang vormen voor vloeistof uit vloeistofcontainer 2. Deze doorgang wordt in axiale richting geblokkeerd door afsluitdeel 5. Tussen afsluitdeel 5 en de bovenzijde van eerste buisvormige lichaam 3 is een radiale opening aanwijsbaar welke ongeacht de toestand ten minste ten dele door tweede buisvormige lichaam 4 wordt afgeschermd. In de open toestand is er een radiale opening 22 tussen afsluitdeel 5 en de bovenzijde van tweede buisvormig deel 4. Door deze openingen 22 zal tijdens het schenken de vloeistof vloeistofhouder 2 verlaten en zal lucht aangezogen worden. In de gesloten toestand weergegeven in figuur 3C zijn openingen 22 afgedekt door tweede buisvormig lichaam 4.
Uit figuren 3B en 3C is duidelijk dat buis 6 tijdens het bewegen van tweede buisvormig deel 4 met dit deel meebeweegt. Hierdoor ligt tijdens het schenken buis 6 hoger dan bij de bekende schenktuit. Hierdoor zal tijdens het schenken sneller het tweede stadium bereikt worden doordat er minder risico is op het invangen van vloeistof. Immers, ter plaatse van buis 6 heeft de vloeistof voornamelijk een stroming welke neerwaarts is gericht.
Uit figuur 3A is duidelijk dat de opening van buis 6 en de opening van tweede buisvormig lichaam 4 in één en hetzelfde vlak liggen. Hierdoor kan afsluitvlak 13 van afsluitdeel 5 beide openingen in de gesloten toestand effectief afsluiten. Hierdoor is er minder risico op het invangen van vloeistof in buis 6 voorafgaand aan het schenken met name indien vloeistofhouder 2 en schenktuit 1 op hun kop dan wel zeer schuin worden gehouden, wat gebruikelijk is voor het schenken.
Het moge de vakman duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de weergegeven voorbeelden maar dat de beschermingsomvang wordt bepaald door de bij gevoegde conclusies. Wijzigingen in de getoonde uitvoeringsvormen zijn hierbij mogelijk zonder af te wijken van de door de conclusies beschreven beschermingsomvang.
Het is bijvoorbeeld mogelijk het eerste buisvormige lichaam uit te voeren met een knik zodat bij de in figuur 1 getoonde positie, tweede afsluitdeel schuin naar boven wijst. Eventueel kan in dit geval gebruikt worden gemaakt van andere middelen voor het verbinden van verbindingsstuk 14 en eerste buisvormig lichaam 3.

Claims (21)

1. Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof, omvattende: een eerste buisvormig lichaam welke aan een einde daarvan is aangepast voor plaatsing op de vloeistofhouder; een tweede buisvormig lichaam welke samen met het eerste buisvormige lichaam een doorgang vormt voor het uitgeven van de vloeistof; een in axiale richting op afstand van het eerste buisvormige lichaam geplaatst afsluitdeel, waarbij het eerste en tweede buisvormige lichaam telescopisch ten opzichte van elkaar kunnen bewegen tussen een open en gesloten toestand, waarbij in de open toestand het tweede buisvormige lichaam een opening tussen het afsluitdeel en het eerste buisvormige lichaam ten minste ten dele vrijgeeft en waarbij in de gesloten toestand het tweede buisvormige lichaam de opening blokkeert; een ontluchtingskanaal voor het vanaf buiten aanvoeren van lucht naar de vloeistofhouder en welke zich ten minste ten dele in het eerste buisvormige lichaam uitstrekt; met het kenmerk, dat het ontluchtingskanaal vast verbonden is met het tweede buisvormige lichaam.
2. Schenktuit volgens conclusie 1, waarbij de opening een radiale opening is.
3. Schenktuit volgens conclusie 1 of 2, waarbij in de gesloten toestand het tweede buisvormige lichaam tegen het afsluitdeel aanligt voor het afsluiten van de doorgang in axiale richting.
4. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitdeel is ingericht voor het gelijktijdig afsluiten van het ontluchtingskanaal en de doorgang in de gesloten toestand.
5. Schenktuit volgens conclusie 4, waarbij het tweede buisvormige deel aan een van het eerste buisvormige lichaam af gericht einde een axiale opening heeft welke in eenzelfde vlak ligt als een axiale opening van de ontluchtingsbuis, welke openingen van het tweede buisvormige lichaam en de ontluchtingsbuis door het afsluitdeel worden geblokkeerd in de gesloten toestand.
6. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ontluchtingskanaal gevormd wordt door een buisvormig element.
7. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede buisvormige lichaam schuifbaar geplaatst is om een uiteinde van het eerste buisvormige lichaam.
8. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede buisvormige lichaam in axiale richting een stap heeft in binnenafmeting welke een aanslag vormt voor het begrenzen van de telescopische beweging van het eerste en tweede buisvormige lichaam.
9. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het afsluitdeel vast is verbonden met het eerste buisvormige lichaam.
10. Schenktuit volgens conclusie 9, waarbij het afsluitdeel een sluitoppervlak omvat en een axiaal verbindingsstuk dat zich vanuit het sluitoppervlak uitstrekt tot het eerste buisvormige lichaam en hieraan gekoppeld is.
11. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ontluchtingskanaal middelen omvat voor het ten minste locaal begrenzen van de doorstroomsnelheid van lucht en/of het ten minste locaal begrenzen van het intreden van de vloeistof.
12. Schenktuit volgens conclusie 11, verder omvattende een in het ontluchtingskanaal opgenomen terugslagklep voor het verhinderen van het in het ontluchtingskanaal intreden van vloeistof vanuit de vloeistofhouder.
13. Schenktuit volgens conclusie 11 of 12, waarbij het ontluchtingskanaal aan een einde daarvan, bij voorkeur het van het afsluitdeel af gerichte einde, locaal een kleinere binnenafmeting heeft.
14. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een veerkrachtig element voor het onder veerspanning brengen van de telescopische beweging tussen het eerste en tweede buisvormige lichaam.
15. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede buisvormige lichaam voorzien is van een zich in radiale richting uitstekend lichaam welke geschikt is voor aangrijping door een openingsrand van een ontvangende vloeistofhouder voor het bewegen naar de open toestand.
16. Schenktuit volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ontluchtingskanaal en het tweede buisvormige lichaam integraal gevormd zijn.
17. Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof, omvattende: een eerste buisvormig lichaam welke aan een einde daarvan is aangepast voor plaatsing op de vloeistofhouder; een tweede buisvormig lichaam welke samen met het eerste buisvormige lichaam een doorgang vormt voor het uitgeven van de vloeistof; een in axiale richting op afstand van het eerste buisvormige lichaam geplaatst afsluitdeel, waarbij het eerste en tweede buisvormige lichaam telescopisch ten opzichte van elkaar kunnen bewegen tussen een open en gesloten toestand, waarbij in de open toestand het tweede buisvormige lichaam een opening tussen het afsluitdeel en het eerste buisvormige lichaam ten minste ten dele vrijgeeft en waarbij in de gesloten toestand het tweede buisvormige lichaam de opening blokkeert; waarbij het afsluitdeel een sluitoppervlak omvat en een axiaal verbindingsstuk dat zich vanuit het sluitoppervlak uitstrekt tot het eerste buisvormige lichaam en hieraan gekoppeld is. met het kenmerk, dat de schenktuit middelen omvat voor het verend bevestigen van het axiale verbindingsstuk aan het eerste buisvormige lichaam.
18. Schenktuit volgens conclusie 17, waarbij de schenktuit een veer omvat welke tussen het axiale verbindingsstuk en het eerste buisvormige lichaam is geplaatst.
19. Schenktuit volgens conclusie 18, waarbij het eerste buisvormige lichaam en het axiale verbindingsstuk beide een steun omvatten tussen welke steunen de veer geplaatst is.
20. Schenktuit volgens een van de conclusies 16-18, verder omvattende een ontluchtingskanaal voor het vanaf buiten aanvoeren van lucht naar de vloeistofhouder en welke zich ten minste ten dele in het eerste buisvormige lichaam uitstrekt, waarbij het ontluchtingskanaal vast verbonden is met het tweede buisvormige lichaam.
21. Schenktuit volgens conclusie 20, waarbij de schenktuit verder is uitgevoerd zoals gedefinieerd in een van de conclusies 1-16.
NL2010407A 2013-03-07 2013-03-07 Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof. NL2010407C2 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010407A NL2010407C2 (nl) 2013-03-07 2013-03-07 Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof.
DK14712055.4T DK2964563T3 (en) 2013-03-07 2014-03-07 SPILLS FOR DISPENSING A LIQUID PRESENT IN A LIQUID CONTAINER
PL14712055T PL2964563T3 (pl) 2013-03-07 2014-03-07 Dziobek do nalewania, do wydawania cieczy obecnej w pojemniku na ciecz
CA2904171A CA2904171C (en) 2013-03-07 2014-03-07 Pouring spout for dispensing a liquid present in a liquid container
EP14712055.4A EP2964563B1 (en) 2013-03-07 2014-03-07 Pouring spout for dispensing a liquid present in a liquid container
PCT/NL2014/050137 WO2014137216A2 (en) 2013-03-07 2014-03-07 Pouring spout for dispensing a liquid present in a liquid container
US14/773,106 US9783404B2 (en) 2013-03-07 2014-03-07 Pouring spout for dispensing a liquid present in a liquid container

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010407A NL2010407C2 (nl) 2013-03-07 2013-03-07 Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof.
NL2010407 2013-03-07

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010407C2 true NL2010407C2 (nl) 2014-09-10

Family

ID=50346077

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010407A NL2010407C2 (nl) 2013-03-07 2013-03-07 Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US9783404B2 (nl)
EP (1) EP2964563B1 (nl)
CA (1) CA2904171C (nl)
DK (1) DK2964563T3 (nl)
NL (1) NL2010407C2 (nl)
PL (1) PL2964563T3 (nl)
WO (1) WO2014137216A2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3051776B1 (fr) * 2016-05-25 2018-06-29 Total Marketing Services Embout de recipient de liquide destine a s'adapter sur un embout de reservoir
DE102016009489A1 (de) 2016-08-05 2018-02-08 Andreas Stihl Ag & Co. Kg Tankbefüllvorrichtung mit einer Belüftung für einen Flüssigkeitsbehälter
CA3001597A1 (en) 2018-04-16 2019-10-16 Le Groupe Dsd Inc. Vented spout for a liquid storage container
CA3028492A1 (en) 2018-12-21 2020-06-21 Le Groupe Dsd Inc. Vented spout for a liquid storage container
CN110481991B (zh) * 2018-12-24 2020-07-17 杭州鼎升机械有限公司 一种倒油便利的便携式油罐
CA3032442A1 (en) 2019-02-01 2020-08-01 Le Groupe Dsd Inc. Vented spout for a liquid-storage container
CN112607213B (zh) * 2020-12-19 2022-08-02 烟台海普制盖有限公司 容器及其瓶盖
US20220281653A1 (en) * 2021-03-04 2022-09-08 Eduardo Maggiolo Fuel container assembly
FR3131913B1 (fr) * 2022-01-17 2024-03-29 Promens Sa Dispositif de connexion fluidique entre deux reservoirs

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1345965A (en) * 1919-09-19 1920-07-06 Frederick W Shute Container for volatile liquids
US3078883A (en) * 1961-10-23 1963-02-26 Jr Richard W Beall Acid solution dispenser
US5076333A (en) * 1987-03-16 1991-12-31 Vemco, Inc. Pour spout
US5762117A (en) * 1987-03-16 1998-06-09 Law; Verl Vented pour spout automatically accommodating of transferred fluid viscosity
US5259423A (en) * 1988-06-27 1993-11-09 Link Research & Development, Inc. Liquid flow control system
US5107909A (en) * 1991-02-04 1992-04-28 Donovan Terrence E Retractable, self-ventilating, self-stopping pouring spout
US5228487A (en) * 1991-09-27 1993-07-20 Briggs & Stratton Corporation Pour spout
WO1995028335A1 (en) * 1994-04-15 1995-10-26 Vemco, Inc. Vented pour spout automatically accommodating of fluid viscosity
US6435380B1 (en) * 1999-08-18 2002-08-20 Western Industries, Inc. Self-sealed spout
US6227419B1 (en) * 1999-08-18 2001-05-08 Chilton Industries Spout
US6889732B2 (en) 2002-08-12 2005-05-10 Clifford Harry Allen No-spill, vapor-recovery, container spout
DE10238752B4 (de) * 2002-08-23 2010-09-09 Andreas Stihl Ag & Co. Einrichtung zum Abfüllen von Flüssigkeiten
US7089975B2 (en) * 2003-06-02 2006-08-15 Blitz U.S.A., Inc. Self-venting spout
US8201595B2 (en) * 2008-09-30 2012-06-19 Trippi Jr John Pour spout assembly with winged stop structure
US8800826B2 (en) * 2012-07-17 2014-08-12 Scepter Manufacturing, Llc Self-venting spout

Also Published As

Publication number Publication date
CA2904171A1 (en) 2014-09-12
EP2964563B1 (en) 2018-01-03
PL2964563T3 (pl) 2018-07-31
WO2014137216A3 (en) 2014-11-20
EP2964563A2 (en) 2016-01-13
US9783404B2 (en) 2017-10-10
WO2014137216A2 (en) 2014-09-12
DK2964563T3 (en) 2018-04-16
CA2904171C (en) 2021-04-20
US20160016780A1 (en) 2016-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2010407C2 (nl) Schenktuit voor het uitgeven van een zich in een vloeistofhouder bevindende vloeistof.
US8827124B2 (en) Liquid dispensing device
EP3471891B1 (fr) Dispositif de distribution de produit fluide
MX2020002724A (es) Cierre para un recipiente.
RU2670363C1 (ru) Сливное устройство
RU2017123286A (ru) Дозатор
FR3026726A1 (fr) Dispositif de conditionnement et d'application au moyen d'une pipette
EP3416748B1 (fr) Organe de distribution et distributeur comprenant un tel organe
WO2012114035A1 (fr) Distributeur de produit fluide.
RU2018131186A (ru) Система для удерживания емкости
JP6208740B2 (ja) 燃料蒸気弁システムおよびその構成要素
ES2674422T3 (es) Dispositivo de extracción y de distribución de un producto viscoso, sin retorno de aire
FR2605293A1 (fr) Bouchon equipe d'une valve de degazage
FR3042586A1 (fr) Bouteille de fluide sous pression
EP2784360B1 (fr) Dispositif pour gérer l'écoulement de liquide
FR2831142A1 (fr) Distributeur de produit fluide
EP3715996B1 (fr) Unité de mélange et robinet mitigeur comprenant une telle unité de mélange
US10370160B2 (en) Safety nozzle and safety valve
NL2018664B1 (nl) Houder voor het houden van een vloeistof en werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder
EP4039612B1 (fr) Bouchon verseur amélioré destiné a etre fixé au col d'un récipient
NL2020035B1 (nl) Houder voor het houden van een vloeistof en werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder
FR3131913A1 (fr) Dispositif de connexion fluidique entre deux reservoirs
FR3059708B1 (fr) Carter d'huile d'un moteur de vehicule
JP6848444B2 (ja) 注出口栓及び包装容器
FR3060632A1 (fr) Ferme-porte