NL2010288C2 - Mooring device. - Google Patents

Claims (19)

1. Aanmeerinrichting voor het aanmeren van een eerste schip langs een tweede schip of kade, waarbij de aanmeerinrichting is voorzien van een basisframe aan het tweede schip of kade, een lier met een aanmeerkabel die is verbonden met het basisframe, en een eindgedeelte met een eerste bevestigingsdeel dat is verbonden met het tegengestelde eind van de aanmeerkabel, een manipulator arm die aan een zijde is verbonden met het basisframe en die aan de tegengestelde zijde is verbonden met een aangrijpinrichting van de aanmeerinrichting voor het aangrijpen van de aanmeerkabel, en een tweede bevestigingsdeel voor bevestigende samenwerking met het eerste bevestigingsdeel, waarbij de aanmeerkabel zich tussen het basisframe en de aangri jprichting vrij van de manipulator arm uitstrekt.

2. Aanmeerinrichting volgens conclusie 1, waarbij de lier een trommelaandrijving met een constante spanningsregeling bevat, waarbij de constante spanningsregeling het gedeelte van de aanmeerkabel tussen de lier en de aangrijpinrichting onder constante spanning houdt bij het uitbrengen van de aanmeerkabel.

3. Aanmeerinrichting volgens conclusie 2, waarbij de aanmeerkabel zich in hoofdzaak recht uitstrekt tussen het basisframe en de aangrijpinrichting.

4. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het basisframe een kabelgeleider omvat waar de aanmeerkabel doorheen of langs is geleid, waarbij de aanmeerkabel zich tussen de kabelgeleider en de aangrijpinrichting vrij uitstrekt van de manipulator arm.

5. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de aangrijpinrichting een bus omvat waar de aanmeerkabel schuifbaar doorheen is geleid, en een haak met een sleuf voor het opnemen en vasthouden van de bus.

6. Aanmeerinrichting volgens conclusies 4 en 5, waarbij de kabelgeleider een eerste aanslag omvat en de aanmeerkabel een tweede aanslag omvat, waarbij de eerste aanslag en de tweede aanslag de bus aan zijn tegengestelde zijden opsluiten in de volledig ingehaalde positie van de aanmeerkabel.

7. Aanmeerinrichting volgens conclusie 6, waarbij in de volledig ingehaalde positie van de aanmeerkabel de bus vrij uitsteekt vanaf de eerste aanslag, waarbij de haak de bus aangrijpt door rotatie van de manipulator arm in zijn ingetrokken positie.

8. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste bevestigingsdeel een uitstekend eindaanslagdeel aan het eindgedeelte omvat, en waarbij het tweede bevestigingsdeel een vanger voor het eindaanslagdeel omvat.

9. Aanmeerinrichting volgens conclusie 8, warbij het eindaanslagdeel een stijf lichaam is dat is verbonden met de aanmeerkabel, waarbij het stijve lichaam een dikte bezit dat groter is dan de dikte van de aanmeerkabel.

10. Aanmeerinrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij het eindaanslagdeel een metalen bal is.

11. Aanmeerinrichting volgens een der conclusies 8-10, waarbij de vanger is gevormd om het eindaanslagdeel te ontvangen en te omsluiten, waarbij het eindaanslagdeel in bevestigende aanslag komt met de vanger door aan de aanmeerkabel te trekken.

12. Aanmeekabel volgens een der conclusies 8-11, waarbij de vanger aanslagvlakken omvat die samen een sleuf definiëren voor het doorleiden van de eindsectie, waarbij het eindaanslagdeel in aanslag komt met de aanslagvlakken.

13. Aanmeerinrichting volgens conclusie 12, waarbij de aanslagvlakken samen een kamer vormen voor opname van het eindaanslagdeel.

14. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eindgedeelte vanaf de aangrijpinrichting neerwaarts hangt met het eerste bevestigingsdeel aan de onderzijde daarvan.

15. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste bevestigingsdeel op een vaste afstand van de aangrijpinrichting hangt.

16. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eindgedeelte een eindkabel omvat die in serie is verbonden met de aanmeerkabel, waarbij het eerste bevestigingsdeel zich aan het tegengestelde vrije eind van de eindkabel bevindt.

17. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend twee lieren aan het basisframe, elk met een aanmeerkabel en een eerste bevestigingsdeel, en twee tweede bevestigingsdelen aan het eerste schip, waarbij de tweede bevestigingsdelen zich op een afstand van elkaar bevinden om de aanmeerkabels in een driehoeksconfiguratie vanaf het basisframe naar de tweede bevestigingsdelen te laten divergeren.

18. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de manipulator arm een reeks stijve secties omvat die onderling scharnierend met elkaar zijn verbonden.

19. Aanmeerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een afstandsbediening voor het besturen van de manipulator arm en de lier van de aanmeerinrichting.