NL2010181C2 - BUILDING LIFE SYSTEM. - Google Patents

BUILDING LIFE SYSTEM. Download PDF

Info

Publication number
NL2010181C2
NL2010181C2 NL2010181A NL2010181A NL2010181C2 NL 2010181 C2 NL2010181 C2 NL 2010181C2 NL 2010181 A NL2010181 A NL 2010181A NL 2010181 A NL2010181 A NL 2010181A NL 2010181 C2 NL2010181 C2 NL 2010181C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive unit
hinge
elevator car
elevator
construction elevator
Prior art date
Application number
NL2010181A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Johannus Wilhelmus Joseph Blok
Franciscus Theodorus Cornelius Everdina Kennis
Original Assignee
Raxtar B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Raxtar B V filed Critical Raxtar B V
Priority to NL2010181A priority Critical patent/NL2010181C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2010181C2 publication Critical patent/NL2010181C2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B7/00Other common features of elevators
    • B66B7/02Guideways; Guides
    • B66B7/04Riding means, e.g. Shoes, Rollers, between car and guiding means, e.g. rails, ropes
    • B66B7/046Rollers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/16Mobile or transportable lifts specially adapted to be shifted from one part of a building or other structure to another part or to another building or structure
    • B66B9/187Mobile or transportable lifts specially adapted to be shifted from one part of a building or other structure to another part or to another building or structure with a liftway specially adapted for temporary connection to a building or other structure

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Types And Forms Of Lifts (AREA)

Description

BOUWLIFTSYSTEEMBUILDING LIFE SYSTEM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwliftsysteem voor het transporteren van goederen en/of 5 personen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een dergelijke bouwlift en op het gebruik daarvanThe present invention relates to a construction elevator system for transporting goods and / or people. The invention also relates to such a construction elevator and to the use thereof

Voor het verplaatsen van goederen en/of personen tijdens de bouw- of renovatiefase van een gebouw wordt veelvuldig gebruik gemaakt van zogenaamde bouwliften. Een 10 bouwliftsysteem is een meestal tijdelijke (niet permanente) hijsvoorziening die ondermeer is opgebouwd uit een op zichzelf staande steunconstructie, ook wel de mast genoemd, en een bouwlift die langs deze steunconstructie naar boven en naar beneden verplaatst kan worden. De mast wordt hierbij 15 vaak parallel aan de gevel van het gebouw opgesteld en op bepaalde plaatsen aan het gebouw bevestigd. De bouwlift omvat een aandrijfeenheid in de vorm van aan de mast bevestigde en daarlangs verplaatsbare aandrijfwagen. Verder omvat de bouwlift een aan de mast bevestigde en daarlangs 20 verplaatsbare liftkooi. De liftkooi kan aan de verplaatsbare aandrijfwagen zijn opgehangen en kan dus door het in beweging zetten van de aandrijfwagen omhoog en omlaag verplaatst worden.For moving goods and / or people during the construction or renovation phase of a building, so-called construction lifts are frequently used. A construction lift system is a mostly temporary (non-permanent) hoisting device that is built up, among other things, of a stand-alone support structure, also known as the mast, and a construction lift that can be moved up and down along this support structure. The mast is hereby often arranged parallel to the facade of the building and attached to the building at certain places. The construction lift comprises a drive unit in the form of a drive carriage attached to the mast and movable along it. Furthermore, the construction lift comprises a lift cage attached to the mast and movable along it. The elevator car can be suspended from the movable drive carriage and can therefore be moved up and down by moving the drive carriage.

De mast van de bouwlift omvat een groot aantal 25 achter elkaar te monteren mastdelen. In bepaalde uitvoeringen van een dergelijke mast heeft elk van de mastdelen heeft een tweetal (of een viertal) geleidingselementen. De op elkaar geplaatste geleidingselementen vormen geleiders waarlangs de 30 aandrijfwagen en de liftkooi te geleiden zijn. Verder omvat de mast een aangrijpvoorziening waarop de aandrijfwagen aan kan grijpen om zichzelf en de liftkooi omhoog en omlaag te bewegen. In bepaalde uitvoeringen omvat deze voorziening een 2 tandheugel die zich over de lengte van de mast uitstrekt. Op deze tandheugel kunnen één of meer aan een aandrijfmotor van de aandrijfwagen gekoppelde tandraderen aangrijpen om de aandrijfwagen langs de tandheugel en daardoor langs de mast 5 te verplaatsen.The mast of the construction lift comprises a large number of mast parts to be mounted one behind the other. In certain embodiments of such a mast, each of the mast parts has two (or four) guide elements. The guide elements placed on top of each other form conductors along which the drive carriage and the elevator car can be guided. Furthermore, the mast comprises an engagement feature on which the drive car can engage to move itself and the elevator car up and down. In certain embodiments this provision comprises a 2 rack that extends the length of the mast. One or more cogwheels coupled to a drive motor of the drive wagon can engage on this gear rack to move the drive wagon along the gear rack and thereby along the mast.

De koppeling tussen de aandrijfwagen en de liftkooi vindt plaats door de liftkooi op verscheidene punten aan de aandrijfwagen te bevestigen. In bepaalde uitvoeringen wordt de liftkooi bijvoorbeeld op een aantal 10 posities, bijvoorbeeld in de nabijheid van de zijkanten van de aandrijfwagen, aan de aandrijfwagen vastgemaakt.The coupling between the drive car and the elevator car takes place by attaching the elevator car to the drive car at various points. In certain embodiments, the elevator car is fixed to the drive car, for example, at a number of positions, for example in the vicinity of the sides of the drive car.

Een bezwaar van deze constructie is dat als gevolg van de productietoleranties en afwijkingen in de verticale geleiders bepaalde extra krachten kunnen optreden in de 15 constructie. Deze krachten kunnen overmatige slijtage tot gevolg hebben, bijvoorbeeld slijtage aan de looprollen, waarmee de aandrijfeenheid en de liftkooi langs de geleidingselementen geleid worden en/of aan de tanden van de tandheugel en de tandraderen waarmee de verplaatsing van de 20 aandrijfwagen en liftkooi wordt aangedreven.A drawback of this construction is that as a result of the production tolerances and deviations in the vertical conductors, certain additional forces can occur in the construction. These forces can result in excessive wear, for example wear on the running rollers, with which the drive unit and the elevator car are guided along the guide elements and / or on the teeth of the rack and the cogwheels with which the displacement of the drive truck and elevator car is driven.

Een verder bezwaar van de bekende constructie is dat deze relatief veel geluid produceert, welk geluid eveneens veroorzaakt wordt door de afwijkingen in de verticale geleiding.A further drawback of the known construction is that it produces relatively much noise, which noise is also caused by the deviations in the vertical guidance.

25 Een verder bezwaar is dat het relatief veel energie kost om de bouwlift naar boven te verplaatsen omdat de wrijvingskrachten als gevolg van de afwijkingen in de geleiding overwonnen moeten worden. De bekende bouwliften kennen derhalve een relatief hoog energieverbruik.A further drawback is that it takes a relatively large amount of energy to move the construction lift upwards because the frictional forces have to be overcome as a result of the deviations in the guide. The known construction lifts therefore have a relatively high energy consumption.

30 Het is een eerste doel van de onderhavige uitvinding een bouwlift te verschaffen waarin ten minste één van de genoemde bezwaren is ondervangen of althans is verminderd.It is a first object of the present invention to provide a construction elevator in which at least one of the aforementioned drawbacks is obviated or at least reduced.

33

Het is verder een doel van de uitvinding een bouwlift te verschaffen waarin de bouwlift beter langs de mast geleid wordt, daarbij minder weerstand ondervindt en/of daarbij relatief weinig geluid produceert.It is a further object of the invention to provide a construction lift in which the construction lift is guided better along the mast, thereby experiencing less resistance and / or thereby producing relatively little noise.

5 Zoals hierboven reeds uiteengezet is, worden de aandrijfwagen en de liftkooi langs de verticale geleidingselementen geleid via een aantal geleidingsrollen (hierin ook wel looprollen genoemd). Als gevolg van de eerdergenoemde productietoleranties en andersoortige 10 afwijkingen in de verticale geleiding zullen de looprollen op bepaalde plaatsen overmatig gaan slijten. De rollen lopen bijvoorbeeld in de praktijk vaak niet helemaal recht langs de geleidingselementen. Dit heeft tot gevolg dat de rollen na verloop van tijd een zodanige slijtage gaan vertonen, dat 15 de verplaatsing van de lift langs de geleiders minder soepel gaat verlopen. Dit kan een verdere verhoging van de slijtage veroorzaken. Voorts zal de lift in sommige situaties tijdens de verplaatsing meer lawaai maken en neemt het energieverbruik toe.As already explained above, the drive carriage and the elevator car are guided along the vertical guide elements via a number of guide rollers (also referred to herein as running rollers). As a result of the aforementioned production tolerances and other types of deviations in the vertical guide, the running rollers will wear excessively in certain places. For example, in practice the rollers often do not run completely straight along the guide elements. As a result, the rollers will show such wear over time that the displacement of the lift along the guides will proceed less smoothly. This can cause a further increase in wear. Furthermore, in some situations the lift will make more noise during the movement and energy consumption will increase.

20 Het is een doel van de uitvinding deze bezwaren te ondervangen en/of te verminderen. Tevens is het een doel van de uitvinding een bouwlift te verschaffen waarin de aandrijfeenheid en de liftkooi soepeler langs de geleidingselementen van de mast geleid kunnen worden.It is an object of the invention to overcome and / or reduce these drawbacks. It is also an object of the invention to provide a construction elevator in which the drive unit and the elevator car can be guided more smoothly along the guide elements of the mast.

25 Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt ten minste één van de doelen bereikt in een bouwlift, omvattende: - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbare liftkooi; 30 - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbaar aangebrachte aandrij feenheid; 4 - een koppeleenheid voor het aan de aandrijfeenheid koppelen van de liftkooi; waarbij de koppeleenheid omvat: - een aan de aandrijfeenheid aangebrachte of gevormde 5 eerste scharniersteun; - een aan de liftkooi aangebrachte of gevormde tweede scharniersteun; - een scharnierkoppeling tussen de eerste en tweede scharniersteun.According to a first aspect of the invention, at least one of the objectives is achieved in a construction elevator, comprising: - an elevator car that can be moved upwards and downwards along the guide elements; - a drive unit arranged movably along the guide elements in upward and downward direction; 4 - a coupling unit for coupling the elevator car to the driving unit; wherein the coupling unit comprises: - a first hinge support arranged or formed on the drive unit; - a second hinge support arranged or formed on the elevator car; - a hinge coupling between the first and second hinge support.

10 Door de scharnierende koppeling tussen de aandrijfeenheid en de liftkooi kunnen variaties in de stand van de geleidingselementen over de lengte van de mast ten minste gedeeltelijk worden opgevangen met als gevolg dat de lift soepeler over de geleidingselementen te verplaatsen is. 15 De scharnierkoppeling kan zijn ingericht om een onderlinge rotatie- en translatiebeweging van de aandrijfeenheid en liftkooi mogelijk te maken. Wanneer bijvoorbeeld de scharnierkoppeling een scharnierhuis met een eerste en tweede scharnier omvat en deze scharnieren zijn ingericht 20 voor het scharnieren van het scharnierhuis ten opzichte van respectievelijk de eerste en tweede scharniersteun, is de liftkooi niet alleen roteerbaar ten opzichte van de aandrijfeenheid, maar ook in hoogterichting en zijwaartse richting ten opzichte van elkaar verplaatsbaar..Due to the hinged coupling between the drive unit and the lift cage, variations in the position of the guide elements along the length of the mast can at least partially be absorbed, with the result that the lift can be moved more smoothly over the guide elements. The hinge coupling can be arranged to enable a mutual rotation and translation movement of the drive unit and elevator car. When, for example, the hinge coupling comprises a hinge housing with a first and second hinge and these hinges are arranged for hinging the hinge housing relative to the first and second hinge support, respectively, the elevator car is not only rotatable relative to the drive unit, but also in height and sideways direction relative to each other.

25 Bij voorkeur omvat de scharnierkoppeling een scharnier van een type dat een zwenking in ten minste twee richtingen, of zelfs drie richtingen, mogelijk maakt. De scharnierkoppeling kan bijvoorbeeld zijn ingericht om de liftkooi en aandrijfeenheid onderling in drie orthogonale 30 richtingen (Χ,Υ,Ζ) zwenkbaar te maken. Door aan de liftkooi de mogelijkheid te bieden om in essentie alle richtingen ten opzichte van de aandrijfeenheid te zwenken kan de stand van de liftkooi onafhankelijk van die van de aandrijfeenheid 5 veranderd worden zodat de aandrijfeenheid en liftkooi in wezen onafhankelijk van elkaar langs de geleiders van de mast te bewegen zijn.Preferably, the hinge coupling comprises a hinge of a type that allows pivoting in at least two directions, or even three directions. The hinge coupling can for instance be arranged to make the elevator car and drive unit mutually pivotable in three orthogonal directions (Χ, Υ, Ζ). By providing the elevator car with the possibility of pivoting essentially all directions relative to the drive unit, the position of the elevator car can be changed independently of that of the drive unit 5 so that the drive unit and elevator car are essentially independent of each other along the guides of the elevator. mast can be moved.

In uitvoeringen van de uitvinding vormt de 5 scharnierkoppeling in wezen de enige constructieve koppeling tussen de aandrijfeenheid en de liftkooi, hetgeen de zwenkbaarheid van de liftkooi ten opzichte van de aandrijfeenheid ten goede kan komen.In embodiments of the invention, the hinge coupling is essentially the only structural coupling between the drive unit and the elevator car, which can improve the pivotability of the elevator car relative to the drive unit.

In uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat de 10 scharnierkoppeling een sferisch lager. Dit sferische lager kan zijn uitgevoerd als bolscharnier. Het lager maakt het mogelijk de liftkooi in alle richtingen ten opzichte van de aandrijfeenheid te draaien.In embodiments of the invention, the hinge coupling comprises a spherical bearing. This spherical bearing can be designed as a ball joint. The bearing makes it possible to rotate the elevator car in all directions relative to the drive unit.

In een uitvoeringsvorm omvat de scharnierkoppeling 15 een scharnierhuis met een eerste en tweede doorgang voor het huisvesten van respectievelijk een eerste en tweede sferische lager. In deze uitvoering kan het eerste sferische lager bevestigd zijn aan een scharniersteun van de aandrijfeenheid en een tweede sferische lager aan een 20 scharniersteun van de liftkooi. De doorgangen zijn bij voorkeur aan de uiteinden van het scharnierhuis gesitueerd om een zo lang mogelijke zwenkarm te vormen.In one embodiment, the hinge coupling 15 comprises a hinge housing with a first and a second passage for housing a first and a second spherical bearing, respectively. In this embodiment, the first spherical bearing can be attached to a hinge support of the drive unit and a second spherical bearing to a hinge support of the elevator car. The passages are preferably located at the ends of the hinge housing to form a pivot arm as long as possible.

De scharnierkoppeling is verder in essentie centraal aan de liftkooi en/of aandrijfeenheid bevestigd 25 teneinde de liftkooi zo stabiel mogelijk langs de geleiders omhoog en omlaag te geleidenThe hinge coupling is furthermore essentially fixed centrally to the elevator car and / or drive unit in order to guide the elevator car up and down as stable as possible along the guides

Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt ten minste een van de doelen bereikt in een bouwlift voor het omhoog en omlaag transporteren van goederen en/of 30 personen, de bouwlift omvattende: - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbare liftkooi; 6 - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbaar aangebrachte aandrij feenheid; - een aantal rollenhouders waarin een of meer 5 roteerbare rollen aangebracht zin, waarbij de rollenhouders zijn ingericht voor het geleiden van respectievelijk de liftkooi en/of de aandrijfeenheid langs de geleidingselementen, waarbij ten minste één rollenhouder, bij voorkeur elk van de 10 rollenhouders, zwenkbaar aan respectievelijk de liftkooi en/of de aandrijfeenheid bevestigd zijn.According to another aspect of the invention, at least one of the objectives is achieved in a construction lift for transporting goods and / or people up and down, the construction lift comprising: - a lift cage displaceable upwards and downwards along the guide elements; 6 - a drive unit arranged movably along the guide elements in upward and downward direction; - a number of roller holders in which one or more rotatable rollers are arranged, wherein the roller holders are adapted to guide the elevator car and / or the drive unit along the guide elements, wherein at least one roller holder, preferably each of the 10 roller holders, can be pivoted are attached to the elevator car and / or the drive unit, respectively.

Door de rollenhouders van de liftkooi, de aandrijfeenheid of zowel de aandrijfeenheid als liftkooi zwenkbaar uit te voeren, kunnen de afwijkingen van de 15 geleidingselementen beter gevolgd worden. Dit kan een vermindering van de slijtage, geluidproductie en/of energieafname tot gevolg hebben.By making the roll holders of the elevator car, the drive unit or both the drive unit and elevator car pivotal, the deviations of the guide elements can be better followed. This can result in a reduction in wear, noise production and / or energy reduction.

De rollenhouders zijn bij voorkeur via een scharnier met de liftkooi en/of de aandrijfeenheid 20 verbonden. Het scharnier is bij voorkeur van een type dat een zwenking in ten minste twee, bij voorkeur drie orthogonale richtingen mogelijk maakt. In een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding is een rollenhouder met een scharnierkoppeling gekoppeld aan de liftkooi en/of 25 aandrijfeenheid. De scharnierkoppeling kan hierbij zijn ingericht om de rollenhouder in drie orthogonale richtingen (Χ,Υ,Ζ) ten opzichte van de liftkooi en/of aandrijfeenheid zwenkbaar te maken.The roller holders are preferably connected to the elevator car and / or the drive unit 20 via a hinge. The hinge is preferably of a type that allows pivoting in at least two, preferably three, orthogonal directions. In a specific embodiment of the invention, a roller holder with a hinge coupling is coupled to the elevator car and / or drive unit. The hinge coupling can be arranged here to make the roller holder pivotable in three orthogonal directions (Χ, Υ, Ζ) relative to the elevator car and / or drive unit.

In uitvoeringen van de uitvinding is de 30 rollenhouder via een sferisch lager met de liftkooi en/of aandrijfeenheid gekoppeld. Het sferisch lager kan van hetzelfde type zijn als het hierboven beschreven lager, maar 7 toepassing van andere typen lagers behoort ook tot de mogelij kheden.In embodiments of the invention, the roller holder is coupled to the elevator car and / or drive unit via a spherical bearing. The spherical bearing can be of the same type as the bearing described above, but use of other types of bearings is also possible.

In uitvoeringen van de uitvinding is een rollenhouder via een aantal scharnierkoppelingen met de 5 aandrijfeenheid/liftkooi verbonden. In andere uitvoeringen is een rollenhouder echter alleen via het sferisch lager met de liftkooi en/of aandrijfeenheid gekoppeld.In embodiments of the invention, a roller holder is connected to the drive unit / elevator car via a number of hinge couplings. In other embodiments, however, a roller holder is only coupled to the elevator car and / or drive unit via the spherical bearing.

In een bepaalde uitvoering omvat de liftkooi en/of de aandrijfeenheid een scharniersteun waaraan een 10 rollenhouder bevestigbaar is. De rollenhouder kan dan verder omvatten: - een huis; - een roteerbaar aan het huis aangebracht stel rollen; - een in het huis gehuisveste sferisch lager, in het 15 bijzonder een bolscharnier, waarbij het sferische lager bij voorkeur gerangschikt is op een positie tussen de rollen; en/of waarbij een rollenhouder slechts via een zich door het sferische lager uitstrekkende verbindingsas met een bijhorende scharniersteun verbonden is.In a particular embodiment the elevator car and / or the drive unit comprises a hinge support to which a roller holder can be attached. The roll holder can then further comprise: - a housing; - a set of rollers rotatably arranged on the housing; a spherical bearing housed in the housing, in particular a ball joint, the spherical bearing preferably being arranged at a position between the rollers; and / or wherein a roller holder is only connected to a corresponding hinge support via a connecting axis extending through the spherical bearing.

20 In een verdere uitvoering omvat de verbindingsas een excentrische as. De excentrische as is zodanig gepositioneerd dat de stand van de rollenhouder verstelbaar is ten opzichte van de liftkooi/aandrijfeenheid. De verstelling vindt bijvoorbeeld plaats in een eerste 25 richting, bijvoorbeeld de Z-richting, die orthogonaal staat ten opzichte van de verplaatsingsrichting. Door een juiste verstelling van de verschillende rollenhouders kan de liftkooi/aandrijfeenheid strak en met weinig tot geen speling over de geleidingselementen geleid worden.In a further embodiment the connecting shaft comprises an eccentric shaft. The eccentric shaft is positioned such that the position of the roller holder is adjustable relative to the elevator car / drive unit. The adjustment takes place, for example, in a first direction, for example the Z direction, which is orthogonal to the direction of movement. By correct adjustment of the different roller holders, the elevator car / drive unit can be guided tightly and with little to no play over the guide elements.

30 Wanneer bijvoorbeeld de bouwlift een eerste, tweede en derde rollenpaar voor het geleiden van de aandrijfeenheid langs een lateraal naar buiten gerichte eerste zijde van een geleidingselement, langs een naar voren 8 gerichte tweede zijde van het geleidingselement en een naar achteren gerichte derde zijde van het geleidingselement omvat, kan de aandrijfeenheid bij twee naast elkaar opgestelde geleidingselementen op stabiele wijze (en in 5 hoofdzaak zonder speling) de lift langs de beide geleidingselementen verplaatsten. Een vierde rollenpaar voor het geleiden van de aandrijfeenheid langs een lateraal naar binnen toe gerichte zijde behoort ook tot de mogelijkheden, maar is niet nodig (wanneer althans de mast een tweetal 10 naast elkaar opgestelde geleidingselementen omvat).When, for example, the construction lift has a first, second and third pair of rollers for guiding the drive unit along a laterally outwardly directed first side of a guide element, along a forward-facing second side of the guide element and a rearward-facing third side of the guide element When the guide unit comprises two guide elements, the drive unit can move the lift along the two guide elements in a stable manner (and substantially without play). A fourth pair of rollers for guiding the drive unit along a laterally inwardly directed side is also possible, but is not necessary (if at least the mast comprises two guide elements arranged next to each other).

De aandrijfeenheid kan een aan de geleidingselementen verplaatsbaar aangebracht steungestel en een of meer aan het steungestel bevestigde elektromotoren omvatten. De uitgaande as van een elektromotor kan één of 15 meer rondsels aandrijven. Het rondsel kan aangrijpen aan een aan de mast aangebrachte tandheugel. Een tandheugel kan zijn gevormd als een langwerpige staaf die aan één kant is voorzien van vertanding.The drive unit may comprise a support frame movably arranged on the guide elements and one or more electric motors fixed to the support frame. The output shaft of an electric motor can drive one or more pinions. The pinion can engage on a rack mounted on the mast. A rack and pinion may be formed as an elongated bar that is toothed on one side.

In werkzame toestand bevindt de aandrijfeenheid 20 zich boven de liftkooi (top drive), ter hoogte van de liftkooi of daaronder.In the operative state, the drive unit 20 is located above the elevator car (top drive), at the level of the elevator car or below.

Het bovengenoemde sferische lager kan op verschillende wijzen zijn uitgevoerd. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het sferische lager een binnenring 25 met een in hoofdzaak bolvormig buitenoppervlak, en een buitenring met een in hoofdzaak bolvormig binnenoppervlak, waarbij het buitenoppervlak en binnenoppervlak glijvlakken vormen en de binnenring in hoofdzaak in drie orthogonale richtingen in de buitenring roteerbaar is.The above-mentioned spherical bearing can be designed in various ways. In an embodiment of the invention, the spherical bearing comprises an inner ring 25 with a substantially spherical outer surface, and an outer ring with a substantially spherical inner surface, the outer surface and inner surface forming sliding surfaces and the inner ring rotatable in the outer ring substantially in three orthogonal directions is.

30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een bouwliftsysteem omvattende een mast en een bijbehorende bouwlift zoals hierin beschreven. De mast kan een aantal boven op elkaar plaatsbare en aan elkaar bevestigbare 9 mastelementen omvatten. De mast kan een willekeurige lengte hebben door het aan elkaar bevestigen van een voldoende aantal mastelementen. Elk mastelement kan twee of meer opstaande geleidingselementen omvatten langs het 5 buitenoppervlak waarvan de liftkooi en/of de aandrijfeenheid te geleiden zijn. Deze geleidingselementen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door buisvormige staanders die met behulp van een vakwerkconstructie aan elkaar gekoppeld zijn.The invention also relates to a construction elevator system comprising a mast and an associated construction elevator as described herein. The mast can comprise a number of mast elements which can be placed on top of each other and which can be attached to each other. The mast can be of any length by attaching a sufficient number of mast elements to each other. Each mast element can comprise two or more upright guide elements along the outer surface of which the elevator car and / or the drive unit can be guided. These guide elements can for instance be formed by tubular uprights which are coupled to each other with the aid of a truss construction.

10 De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van een dergelijk bouwliftsysteem en/of een dergelijke bouwlift.The invention also relates to the use of such a construction elevator system and / or such a construction elevator.

Verdere voordelen, kenmerken en details zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende 15 beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:Further advantages, features and details will be elucidated on the basis of the following description of some embodiments thereof. Reference is made in the description to the accompanying figures, in which:

Figuur 1 een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een bouwlift volgens 20 de uitvinding, inclusief een detailaanzicht van de koppeleenheid tussen de aandrijfeenheid en de liftkooi van een dergelijke bouwlift;Figure 1 shows a partly cut-away perspective view of an embodiment of a construction lift according to the invention, including a detailed view of the coupling unit between the drive unit and the elevator car of such a construction lift;

Figuur 2 een meer gedetailleerd aanzicht in perspectief vanaf de achterzijde van de uitvoeringsvorm van 25 figuur 1;Figure 2 shows a more detailed perspective view from the rear of the embodiment of Figure 1;

Figuur 3 een gedeeltelijk geëxplodeerd aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van de lift volgens de uitvinding;Figure 3 shows a partially exploded perspective view of an embodiment of the elevator according to the invention;

Figuur 4 een schematisch aanzicht van een 30 uitvoeringsvorm van de aandrijfeenheid en een liftkooi, waarin de mast perfect verticaal is;Figure 4 shows a schematic view of an embodiment of the drive unit and a lift cage, in which the mast is perfectly vertical;

Figuur 5 het schematische aanzicht van figuur 4, waarin de mast een knik heeft; 10Figure 5 shows the schematic view of Figure 4, in which the mast has a bend; 10

Figuur 6 een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een deel van de koppeleenheid tussen de aandrijfeenheid en de liftkooi;Figure 6 shows a perspective view of an embodiment of a part of the coupling unit between the drive unit and the elevator car;

Figuur 7 een doorsnede van de koppeleenheid van 5 figuur 6, waarin verbindingsassen in verschillende oriëntaties zijn weergegeven;Figure 7 shows a cross-section of the coupling unit of Figure 6, in which connecting shafts in different orientations are shown;

Figuur 8 een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een looprolhouder; enFigure 8 is a perspective view of an embodiment of a roller holder; and

Figuur 9 een doorsnede door het midden van de 10 looprolhouder van figuur 8.Figure 9 shows a section through the center of the roller holder of Figure 8.

Figuur 1 toont een uitvoeringsvorm van een bouwliftsysteem 1 volgens de uitvinding. Het systeem 1 omvat een mast 2 waarlangs een bouwlift 3 in hoogterichting verplaatsbaar is. De mast 2 is los van het gebouw 15 weergegeven. In de praktijk echter zal de mast op korte afstand ten opzichte van de gebouwgevel zijn geplaatst en op bepaalde regelmatige tussenafstanden aan het gebouw zijn bevestigd om een stabiele constructie te verkrijgen. De hoogte van dergelijke masten kan variëren, bijvoorbeeld 20 (maar niet hiertoe beperkt) tussen de 10 en 400 meter.Figure 1 shows an embodiment of a construction elevator system 1 according to the invention. The system 1 comprises a mast 2 along which a construction lift 3 can be moved in height. The mast 2 is shown separately from the building 15. In practice, however, the mast will be placed at a short distance from the building façade and be attached to the building at certain regular intervals to obtain a stable construction. The height of such masts can vary, for example 20 (but not limited to) between 10 and 400 meters.

De mast 2 is opgebouwd uit een aantal bovenop elkaar te stapelen en onderling te bevestigen mastelementen 25 (fig.The mast 2 is made up of a number of mast elements 25 to be stacked on top of each other and to be mutually attached (fig.

2). Elk van de bovenop elkaar gestapelde mastelementen 25 vormt hierbij een aantal verticale geleidingselementen, in 25 de weergegeven uitvoeringsvorm een viertal geleidingselementen die onderling met behulp van horizontale verbindingsprofielen 26, 29 aan elkaar zijn bevestigd. De geleidingselementen van de boven elkaar gestapelde mastelementen vormen samen een viertal geleiders 21,22,23 en 30 24. Ter versteviging van de mast kunnen (fig. 1) nog een aantal schoren 28 aan de verbindingsprofielen 26, 29 zijn gekoppeld. De verbindingsprofielen 26 zijn verder voorzien van middelen waarmee opeenvolgende mastelementen aan elkaar 11 te bevestigen zijn. Meer in het bijzonder is in figuur 2 weergegeven dat het verbindingsprofiel 26 van een bepaald mastelement 25 en het verbindingsprofiel 26' van een daaronder gepositioneerd mastelement 25' met behulp van een 5 aantal bouten 32 aan elkaar zijn vastgemaakt.2). Each of the mast elements 25 stacked on top of each other herein forms a number of vertical guide elements, in the embodiment shown four guide elements which are mutually attached with the aid of horizontal connection profiles 26, 29. The guide elements of the mast elements stacked one above the other together form four conductors 21, 22, 23 and 24. To reinforce the mast (Fig. 1), a number of struts 28 can be coupled to the connection profiles 26, 29. The connecting profiles 26 are further provided with means with which successive mast elements can be attached to each other 11. More in particular, it is shown in Figure 2 that the connection profile 26 of a particular mast element 25 and the connection profile 26 'of a mast element 25' positioned below are fastened to each other with the aid of a number of bolts 32.

In de weergegeven uitvoeringsvorm wordt de lift langs een tweetal geleiders 21, 24 geleid. In andere uitvoeringsvormen kan echter gebruik worden gemaakt van meer of minder geleiders. In andere uitvoeringen kan een twee 10 lift aan de tegenoverliggende geleiders 22,23 worden bevestigd.In the embodiment shown, the elevator is guided along two guides 21, 24. In other embodiments, however, use can be made of more or fewer conductors. In other embodiments, a two lift can be attached to the opposite guides 22, 23.

Alhoewel de mastelementen 25 redelijk nauwkeurig op elkaar kunnen worden geplaatst, zullen er toch kleine afwijkingen ten opzichte van een ideale verticale lijn 15 optreden. In figuur 5 is bijvoorbeeld weergegeven dat de mast in plaats van de overgang tussen naburige mastelementen een knik kan vertonen. Andere afwijkingen ten opzichte van de ideale lijn kunnen uiteraard ook optreden, bijvoorbeeld afwijkingen in een mastelement 25 zelf.Although the mast elements 25 can be placed on each other reasonably accurately, small deviations from an ideal vertical line 15 will nevertheless occur. Figure 5 shows, for example, that the mast can have a kink instead of the transition between neighboring mast elements. Other deviations from the ideal line can of course also occur, for example deviations in a mast element itself.

20 Om de lift omhoog en omlaag te kunnen bewegen, is de mast 2 verder voorzien van één of meer tandheugels 30, 31. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt slechts de voorste tandheugel 30 gebruikt om aangrijping te bieden voor de nader te beschrijven aandrijfmiddelen van de lift. De andere 25 tandheugel 31 wordt in deze uitvoering niet gebruikt.In order to be able to move the lift up and down, the mast 2 is further provided with one or more racks 30, 31. In the embodiment shown, only the front rack 30 is used to provide engagement for the drive means of the lift to be described in more detail. . The other gear rack 31 is not used in this embodiment.

De tandheugel 30 bestaat uit verschillende onderdelen die aan de eerdergenoemde horizontale profielen 26, 29 zijn bevestigd. De onderdelen vormen samen een van onder tot bovenaan de mast doorlopende aangrijpings-30 mogelijkheid voor een aantal tandraderen (rondsels) van de aandrijfeenheid 5 van de lift.The rack 30 consists of different parts that are attached to the aforementioned horizontal profiles 26, 29. The components together form a possibility of engagement from bottom to top of the mast for a number of cogwheels (pinions) of the drive unit 5 of the lift.

De aandrijfeenheid 5 is in figuur 1 en, in meer detail, in figuren 2 en 3 weergegeven. De aandrijfeenheid 5 12 omvat een aandrijfwagen 50 bestaande uit een frame waaraan een tweetal motoren, bijvoorbeeld elektromotoren 35 en 36, zijn bevestigd. De wagen 50 is via een groot aantal wielen, hierin ook wel rollen genoemd, langs de twee geleidings-5 elementen 21 en 24, te geleiden. De rollen zijn aangebracht in een aantal verschillende rollensets 51-60. Meer in het bijzonder zijn aan het bovenste deel van de aandrijfwagen 50 rollensets 51,55,59 aan de rechterzijde en rollensets 53,56,60 aan de rechterzijde aangebracht. Aan het onderste 10 deel van de aandrijfwagen zijn ter rechterzijde rollensets 52,57 en ter linkerzijde rollensets 54,58 aangebracht.The drive unit 5 is shown in Figure 1 and, in more detail, in Figures 2 and 3. The drive unit 12 comprises a drive carriage 50 consisting of a frame to which two motors, for example electric motors 35 and 36, are attached. The carriage 50 can be guided via a large number of wheels, also referred to herein as rollers, along the two guide elements 21 and 24. The rollers are arranged in a number of different roller sets 51-60. More specifically, on the upper part of the drive vehicle 50 roller sets 51, 55, 59 are arranged on the right-hand side and roller sets 53, 56, 60 on the right-hand side. On the right-hand side of the drive carriage there are roller sets 52.57 on the right-hand side and roller sets 54.58 on the left-hand side.

De rollensets 51,52,53,54 zijn zodanig georiënteerd dat deze de wagen langs de twee laterale naar buiten gerichte zijden van de geleidingselementen kunnen 15 geleiden. Op soortgelijke wijze zijn rollensets 55 en 56 aangebracht aan de wagen 50 om de wagen aan de achterzijde van respectievelijk hun geleidingselementen 21, 24 te geleiden, terwijl rollensets 57-60 zijn georiënteerd om de wagen aan de voorzijde te geleiden. Op deze wijze wordt de 20 rollenwagen bij elk van de geleidingselementen dus langs drie zijden geleid.The roller sets 51, 52, 53, 54 are oriented such that they can guide the carriage along the two lateral outward-facing sides of the guide elements. Similarly, roller sets 55 and 56 are provided on the carriage 50 to guide the carriage at the rear of their guide elements 21, 24, respectively, while roller sets 57-60 are oriented to guide the carriage at the front. In this way the roller carriage is thus guided along three sides at each of the guide elements.

In de getoonde uitvoeringsvorm wordt bijvoorbeeld de bovenzijde van de rolwagen 50 telkens in drie richtingen ondersteund, terwijl de onderzijde slechts in twee 25 richtingen ondersteund wordt. In andere uitvoeringsvormen kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden om ook aan de onderzijde de rolwagen 50 langs drie zijden te ondersteunen. In nog weer andere uitvoeringsvormen kan er volstaan worden met minder rollensets, bijvoorbeeld in uitvoeringen waarin 30 de onderste rollensets 52, 54, 58 en 57 achterwege zijn gelaten. Ook zijn er uitvoeringen mogelijk waarin er aan de laterale binnenzijde van de geleidingselementen rollensets zijn voorzien.In the embodiment shown, for example, the top side of the trolley 50 is supported in each case in three directions, while the bottom side is only supported in two directions. In other embodiments, it is, for example, possible to support the trolley 50 along three sides on the underside as well. In yet other embodiments it is possible to suffice with fewer roller sets, for example in embodiments in which the lower roller sets 52, 54, 58 and 57 have been omitted. Versions are also possible in which roller sets are provided on the lateral inside of the guide elements.

1313

De aandrijfwagen 50 kan met behulp van de eerdergenoemde elektromotoren 35, 36 naar boven en naar beneden worden verplaatst. Hiertoe kan elk van de elektromotoren een aandrijfrondsel 108, 109 (figuur 2) in 5 beweging zetten. Dit aandrijfrondsel 108, 109 is via verdere aandrijfrondsels 110, 111 verbonden met de eerdergenoemde tandheugel 30. De tanden van de tandwielen 110, 111 grijpen aan in de tanden van de tandheugel 30 en maken het mogelijk om de aandrijfeenheid zichzelf naar boven te laten trekken 10 of naar beneden te laten gaan. Uiteraard is de lift nog voorzien van een aantal veiligheidsvoorzieningen, waaronder een rem waarmee de liftkooi automatisch tot stilstand kan worden gebracht wanneer de aandrijving van aandrijfmotoren 35,36 onverhoopt defect zou geraken.The drive carriage 50 can be moved up and down with the aid of the aforementioned electric motors 35, 36. To this end, each of the electric motors can set a drive pinion 108, 109 (Figure 2) in motion. This drive pinion 108, 109 is connected via further drive pinions 110, 111 to the aforementioned gear rack 30. The teeth of the gear wheels 110, 111 engage in the teeth of the gear rack 30 and make it possible for the drive unit to pull itself upwards. or let it go down. The lift is of course also provided with a number of safety features, including a brake with which the lift cage can be brought to a stop automatically if the drive of drive motors 35,36 should unexpectedly fail.

15 Tot zover is de geleiding van de aandrijfwagen 50 langs de mast beschreven. Ook de liftkooi 4 van de lift wordt met behulp van dergelijke rollensets langs de mast geleid. In figuren 2 en 3 zijn dergelijke rollensets weergegeven. Aan de naar buiten gerichte laterale 20 linkerzijde van de lift is een rollenset 85 en aan de tegenoverliggende, naar buiten gerichte rechterzijde is een rollenset 85 aangebracht. Rollensets 85, 87 zijn in het bovenste deel van de liftkooi voorzien. In het onderste deel van de liftkooi zijn soortgelijke rollensets 88, 86 voorzien 25 (zie figuren 2, 3 en 5).So far the guidance of the drive carriage 50 along the mast has been described. The elevator car 4 of the elevator is also guided along the mast using such roller sets. Such roll sets are shown in Figures 2 and 3. A roller set 85 is arranged on the outwardly directed lateral left side of the elevator and a roller set 85 is arranged on the opposite, outward facing right side. Roller sets 85, 87 are provided in the upper part of the elevator car. Similar roller sets 88, 86 are provided in the lower part of the elevator car (see Figures 2, 3 and 5).

De rollensets 85-88 zijn bevestigd aan een opstaand frame 91 van de liftkooi 4. De liftkooi omvat verder een aantal onderste liggers 41, bovenste liggers 44 en een de onderste en bovenste liggers 41, 44 verbindende 30 staanders 43. De liggers 41, 44, staanders 43 en het frame 91 definiëren samen een volume waarbinnen de goederen en/of personen vervoerd kunnen worden. In de in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvorm is de liftkooi 4 alleen aan de 14 bovenzijde afgedekt met plaatmateriaal 45 en is de rest van het plaatmateriaal voor de duidelijkheid van de tekening weggelaten. Het moge duidelijk zijn dat in de praktijk ook plaatmateriaal aan de onderzijde en ten minste gedeeltelijk 5 langs de zijkanten van de liftkooi 4 is aangebracht teneinde de goederen en/of personen met voldoende veiligheid te kunnen vervoeren. In bepaalde uitvoeringsvormen is de liftkooi 4 geheel afsluitbaar en kan er via een of meer deuren toegang tot de liftkooi verkregen worden.The roller sets 85-88 are attached to an upright frame 91 of the elevator car 4. The elevator car further comprises a number of lower beams 41, upper beams 44 and uprights 43 connecting the lower and upper beams 41, 44. The beams 41, 44 , uprights 43 and frame 91 together define a volume within which the goods and / or people can be transported. In the embodiment shown in Figure 1, the elevator car 4 is only covered at the top 14 with plate material 45 and the rest of the plate material has been omitted for the sake of clarity of the drawing. It will be clear that in practice also plate material is arranged on the underside and at least partially along the sides of the elevator car 4 in order to be able to transport the goods and / or persons with sufficient safety. In certain embodiments, the elevator car 4 is completely lockable and access to the elevator car can be gained through one or more doors.

10 De koppeling tussen de aandrijfeenheid 5 en de liftkooi 4 is in figuren 1-3 in detail weergegeven. De steun van de aandrijfeenheid omvat een aan een ligger van de aandrijfeenheid 5 aangebracht stel steunwangen 62, 63. De steun van de liftkooi omvat een aan een ligger 44 van de 15 liftkooi 4 aangebracht stel steunwangen 65, 66. Tussen de bovenste steunwangen 62, 63 van de aandrijfeenheid 5 en de onderste steunwangen 65, 66 van de liftkooi 4 is een koppeleenheid aangebracht. In de weergegeven uitvoering omvat de koppeleenheid een scharnierverbinding 67. Deze is 20 opgebouwd uit een langwerpig blok met een zodanige dikte en vorm dat dit tussen de bovenste wangen 62, 63 van de bovenste scharniersteun en de onderste steunwangen 65, 66 van de onderste scharniersteun te schuiven is. Het blok van scharnierverbinding 67 omvat een eerste en tweede doorgang 25 68, 69. In de doorgangen 68, 69 zijn sferische lagers aangebracht die op hun beurt weer zijn bevestigd aan respectievelijke assen 80,81. De assen 80, 81 kunnen verder met onderdelen 94, 89 worden vastgezet op de respectievelijke steunen. Hierdoor is het blok van de 30 scharnierverbinding 67 op scharnierende wijze tussen de bovenste steun van de aandrijfeenheid 5 en de onderste steun van de liftkooi 4 aangebracht.The coupling between the drive unit 5 and the elevator car 4 is shown in detail in figures 1-3. The support of the drive unit comprises a set of support walls 62, 63 arranged on a beam of the drive unit 5. The support of the elevator car comprises a set of support walls 65, 66 arranged on a beam 44 of the elevator car 4. Between the upper support walls 62, A coupling unit is arranged 63 of the drive unit 5 and the lower support walls 65, 66 of the elevator car 4. In the embodiment shown, the coupling unit comprises a hinge connection 67. This is constructed from an elongated block of such a thickness and shape that it can be fitted between the upper cheeks 62, 63 of the upper hinge support and the lower support cheeks 65, 66 of the lower hinge support. is sliding. The block of hinge connection 67 comprises a first and second passage 68, 69. Spherical bearings are provided in the passages 68, 69, which in turn are attached to respective shafts 80.81. The shafts 80, 81 can further be fixed with parts 94, 89 on the respective supports. As a result, the block of the hinge connection 67 is hingedly arranged between the upper support of the drive unit 5 and the lower support of the elevator car 4.

1515

De scharnierverbinding 67 is in meer detail in figuren 6 en 7 weergegeven. De doorgangen 68, 69 zijn gevormd om daarin respectievelijke sferische lagers, bijvoorbeeld bolscharnieren, te huisvesten. De beide 5 sferische lagers zijn bij voorkeur identiek en hierna zal daarom de uitvoering en werking van slechts één van deze sferische lagers in detail worden beschreven.The hinge connection 67 is shown in more detail in figures 6 and 7. The passages 68, 69 are formed to accommodate respective spherical bearings therein, for example, ball joints. The two spherical bearings are preferably identical and, therefore, the design and operation of only one of these spherical bearings will be described in detail below.

Het sferisch lager omvat een buitenring 70 die bevestigd is aan de binnenzijde van de in het blok 67 10 voorziene doorgang 68,69. Het buitenoppervlak 71 van de buitenring 70 is gekromd uitgevoerd. Verder is voorzien in een binnenring 73 waarvan het buitenoppervlak 72 eveneens een gekromde vorm heeft. De vorm van het buitenoppervlak 72 is aangepast aan die van de buitenring 70, zodat de 15 binnenring 73 in alle richtingen binnenin de buitenring 70 gedraaid kan worden. Om het draaien te vergemakkelijken, wordt tussen het buitenoppervlak 71 van de buitenring 70 en het buitenoppervlak 72 van de binnenring 73 smeermiddel aangebracht. Om te voorkomen dat dit smeermiddel tussen de 20 genoemde buitenoppervlakken wegstroomt, is aan weerszijden van de buitenring een afdichting 75 en 76 aangebracht. Deze afdichting zorgt er dus voor dat het smeermiddel op de juiste plaats tussen de buitenoppervlakken van de ringen blijft en daardoor het sferische lager goed kan blijven 25 scharnieren.The spherical bearing comprises an outer ring 70 which is mounted on the inside of the passage 68,69 provided in the block 67. 10. The outer surface 71 of the outer ring 70 is curved. Furthermore, an inner ring 73 is provided whose outer surface 72 also has a curved shape. The shape of the outer surface 72 is adapted to that of the outer ring 70, so that the inner ring 73 can be rotated in all directions within the outer ring 70. To facilitate turning, lubricant is applied between the outer surface 71 of the outer ring 70 and the outer surface 72 of the inner ring 73. To prevent this lubricant from flowing away between said outer surfaces, a seal 75 and 76 is provided on either side of the outer ring. This seal thus ensures that the lubricant remains in the right place between the outer surfaces of the rings and therefore the hinged bearing can continue to pivot well.

In de centrale opening in het sferische lager kan een verbindingsas 80,81 zijn aangebracht waarmee het lager verbonden kan worden met één van de eerder genoemde steunen. Door gebruik te maken van de beide sferische lagers kunnen 30 de assen 80,81 (en de dus de daarmee verbonden steunen met de liftkooi en de aandrijfeenheid) vrij ten opzichte van elkaar gedraaid worden (fig. 7).A connecting shaft 80.81 can be provided in the central opening in the spherical bearing, with which the bearing can be connected to one of the aforementioned supports. By making use of the two spherical bearings, the shafts 80.81 (and thus the supports connected thereto with the elevator car and the drive unit) can be freely rotated relative to each other (Fig. 7).

1616

Door de koppeleenheid 6 op een enkel centraal punt aan de wagen 5 en op een soortgelijke centraal punt aan de liftkooi 4 te bevestigen en door de koppeling uit te voeren met een of meer, in de weergegeven uitvoeringsvorm twee, 5 sferische lagers (of bolscharnieren) kunnen de liftkooi en aandrijfwagen 5 onafhankelijk van elkaar bewegen. In figuren 4 en 5 is weergegeven dat het hierdoor mogelijk is om eventuele afwijkingen in de opbouw van de mast goed op te vangen. In figuur 5 is bijvoorbeeld weergegeven dat de mast 10 een knik vertoont. De aandrijfwagen 5 bevindt zich in een gedeelte van de mast dat zich enigszins schuin uitstrekt ten opzichte van dat deel van de mast waar zich de liftkooi 4 bevindt. Door de in hoofdzaak alle richtingen scharnierende ophanging (koppeling) tussen de aandrijfwagen en de liftkooi 15 is het mogelijk de verplaatsing in opwaartse richting uit te voeren zonder dat de aandrijfeenheid en liftkooi elkaar in wezen beïnvloeden. Hierdoor kunnen de aandrijfeenheid en de liftkooi de mast goed blijven volgen, ook ter plaatse van de knik, zodat de wrijving tussen de lift en de mast 20 gereduceerd kan worden. Het als gevolg van de wrijving optredende geluid kan verminderen en er treedt minder slijtage van de langs de mast bewegende onderdelen van de lift op.By attaching the coupling unit 6 to the carriage 5 at a single central point and to the elevator car 4 at a similar central point and by performing the coupling with one or more, in the shown embodiment two, spherical bearings (or ball joints) the elevator car and drive trolley 5 can move independently of each other. Figures 4 and 5 show that this makes it possible to properly absorb any deviations in the structure of the mast. Figure 5 shows, for example, that the mast 10 has a bend. The drive wagon 5 is located in a part of the mast that extends somewhat obliquely with respect to that part of the mast where the elevator car 4 is located. Due to the suspension (coupling) pivoting substantially in all directions between the drive carriage and the elevator car 15, it is possible to carry out the displacement in upward direction without the drive unit and elevator car essentially influencing each other. As a result, the drive unit and the lift cage can continue to follow the mast well, also at the bend, so that the friction between the lift and the mast can be reduced. The noise occurring as a result of the friction can decrease and there is less wear of the parts of the lift moving along the mast.

Verwijzend naar figuren 8 en 9 wordt een verder 25 aspect van de uitvinding beschreven. Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van een van de rollensets 51-60,85-88. De rolllenset omvat een looprolhouder 50 waarin een tweetal looprollen 91 en 92 zijn aangebracht. De looprollen 91 en 92 hebben een in hoofdzaak hol loopvlak 93 waarvan de vorm in 30 hoofdzaak overeenkomt met de vorm van de buitenzijde van de (buisvormige) geleidingselementen 20, 21. In gebruik kan de looprolhouder 50 langs de geleidingselementen verplaatst worden (richting P, fig. 1) en als gevolg van de holle vorm 17 van de loopvlakken wordt de bewegingsvrijheid van de liftkooi niet alleen in laterale richting maar ook in de voorwaartse of achterwaartse richting beperkt.Referring to Figures 8 and 9, a further aspect of the invention is described. Figure 8 shows an embodiment of one of the roller sets 51-60,85-88. The roll lens set comprises a roll roller holder 50 in which two rollers 91 and 92 are arranged. The running rollers 91 and 92 have a substantially hollow running surface 93, the shape of which substantially corresponds to the shape of the outside of the (tubular) guide elements 20, 21. In use, the running roll holder 50 can be moved along the guide elements (direction P Fig. 1) and due to the hollow shape 17 of the treads, the freedom of movement of the elevator car is restricted not only in the lateral direction but also in the forward or rearward direction.

De looprolhouder 50 omvat verder een huis 95 5 voorzien van een aantal openingen. In een centrale opening 96 is een sferisch lager gerangschikt. Dit sferisch lager kan een soortgelijke constructie hebben als het eerder beschreven lager. In de aan weerszijden van de centrale opening 96 aanwezige openingen 92, 98 zijn assen 99,100 10 aangebracht. De rollen 91, 92 zijn met behulp van deze assen 99, 100 roteerbaar aan het huis 95 bevestigd.The roller holder 50 further comprises a housing 95 provided with a number of openings. A spherical bearing is arranged in a central opening 96. This spherical bearing can have a similar construction to the previously described bearing. Shafts 99,100 are provided in the openings 92, 98 present on either side of the central opening 96. The rollers 91, 92 are rotatably attached to the housing 95 by means of these shafts 99, 100.

In figuur 9 is de constructie van een looprolhouder 50 in nader detail weergegeven. Getoond is dat in het huis 95 een sferisch lager is aangebracht omvattende 15 een buitenring 96 waarvan het naar buiten toe gerichte oppervlak 103 in hoofdzaak concaaf is uitgevoerd. Verder is voorzien in een binnenring 106 waarvan het buitenoppervlak 107 convex is uitgevoerd en wel zodanig dat de binnenring 106 roteerbaar in de buitenring 102 gehuisvest is. In de 20 doorgang in de binnenste ring 106 is een bevestigingselement 110 bevestigd. In een kopse zijde 111 van het bevestigingsdeel 110 is een van inwendig schroefdraad voorziene opening 112 aangebracht. In deze opening 112 kan een verbindingsas 113 (figuur 2) geschroefd worden. De 25 looprolhouder 50 is met behulp van deze verbindingsas 113 aan het frame van de aandrijfeenheid 50 of de liftkooi 4 bevestigd. Deze as 113 is door een geschikte rangschikking van de opening 112 excentrisch ten opzichte van het middenpunt van het sferische lager uitgevoerd. Dit maakt het 30 mogelijk de looprolhouder in een bepaalde richting te verstellen, bijvoorbeeld in de in de figuur 8 weergegeven Z-richting. Door verstelling van de verbindingsas 113 kunnen 18 de rollen 91, 92 met hun loopvlakken 93 strak tegen de geleidingselementen worden aangebracht.Figure 9 shows the construction of a roller holder 50 in further detail. It has been shown that a spherical bearing is provided in the housing 95, comprising an outer ring 96, the outwardly facing surface 103 of which is substantially concave. Furthermore, an inner ring 106 is provided, the outer surface 107 of which is convex and in such a way that the inner ring 106 is rotatably housed in the outer ring 102. A fastening element 110 is mounted in the passage in the inner ring 106. An opening 112 provided with internal screw thread is provided in an end face 111 of the fastening part 110. A connecting shaft 113 (Figure 2) can be screwed into this opening 112. The guide roller holder 50 is attached to the frame of the drive unit 50 or the elevator car 4 by means of this connecting shaft 113. This shaft 113 is made eccentric to the center point of the spherical bearing by a suitable arrangement of the opening 112. This makes it possible to adjust the roller holder in a specific direction, for example in the Z direction shown in Figure 8. By adjusting the connecting shaft 113, the rollers 91, 92 with their treads 93 can be fitted tightly against the guide elements.

Door de sferische lagerconstructie kunnen bij verplaatsing van de lift langs de geleidingselementen 5 eventuele afwijkingen in zowel het XY vlak, het YZ vlak als het XZ vlak worden opgevangen en past de stand van de looprolhouder zich automatisch aan aan de lokale stand van het bijbehorende geleidingselement. Hierdoor is de kans op slijtage op aan de geleider en/of het loopvlak van de rollen 10 91, 92 kleiner, is het door het rijden veroorzaakte geluidniveau te verminderen en zal het energieverbruik van de elektromotoren 35,36 die het geheel in opwaartse of neerwaartse richting verplaatsen, als gevolg van het soepeler rijden van de lift verminderen.Due to the spherical bearing construction, any deviations in both the XY plane, the YZ plane and the XZ plane can be absorbed when the lift is moved along the guide elements 5 and the position of the roller holder automatically adjusts to the local position of the associated guide element. As a result, the risk of wear on the conductor and / or the running surface of the rollers 91, 92 is smaller, the noise level caused by driving is reduced, and the energy consumption of the electric motors 35, 36 which is the whole in upward or downward reduce direction due to smoother ride of the lift.

15 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze aanpassingen en modificaties denkbaar zijn.The present invention is not limited to the embodiments thereof described herein. The requested rights are determined by the following claims, within the scope of which countless adjustments and modifications are conceivable.

2020

Claims (24)

1. Bouwlift voor het omhoog en omlaag transporteren van 5 goederen en/of personen langs een naast of in een gebouw op te stellen mast omvattende een of meer in hoofdzaak verticale geleidingselementen, de bouwlift omvattende: - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbare liftkooi; 10. een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbaar aangebrachte aandrij feenheid; - een koppeleenheid voor het aan de aandrijfeenheid koppelen van de liftkooi; 15 waarbij de koppeleenheid omvat: - een aan de aandrijfeenheid aangebrachte of gevormde eerste scharniersteun; - een aan de liftkooi aangebrachte of gevormde tweede scharniersteun; 20. een scharnierkoppeling tussen de eerste en tweede scharniersteun.1. Construction elevator for transporting goods and / or persons up and down along a mast to be arranged next to or in a building comprising one or more substantially vertical guide elements, the construction elevator comprising: - an up and down direction along the guide elements movable elevator car; 10. a drive unit arranged movably along the guide elements in upward and downward direction; - a coupling unit for coupling the elevator car to the drive unit; The coupling unit comprising: - a first hinge support arranged or formed on the drive unit; - a second hinge support arranged or formed on the elevator car; 20. a hinge coupling between the first and second hinge support. 2. Bouwlift volgens conclusie 1, waarbij de scharnierkoppeling is ingericht om een onderlinge rotatie- 25 en translatiebeweging van de aandrijfeenheid en liftkooi mogelijk te maken.2. Construction elevator as claimed in claim 1, wherein the hinge coupling is adapted to enable a mutual rotation and translation movement of the drive unit and elevator car. 3. Bouwlift volgens conclusie 1 of 2, waarbij de scharnierkoppeling een scharnierhuis met een eerste en 30 tweede scharnier omvat, waarbij het eerste en tweede scharnier zijn ingericht voor het scharnieren van het scharnierhuis ten opzichte van respectievelijk de eerste en tweede scharniersteun.3. Construction elevator as claimed in claim 1 or 2, wherein the hinge coupling comprises a hinge housing with a first and second hinge, wherein the first and second hinge are adapted for hinging the hinge housing relative to the first and second hinge support, respectively. 4. Bouwlift volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de scharnierkoppeling een tweetal scharnieren omvat en elk van de scharnieren is ingericht om de liftkooi en aandrijfeenheid onderling in drie orthogonale richtingen 5 (Χ,Υ,Ζ) zwenkbaar te maken.4. Construction elevator as claimed in claim 1, 2 or 3, wherein the hinge coupling comprises two hinges and each of the hinges is adapted to make the elevator car and drive unit pivotable relative to each other in three orthogonal directions 5 (Χ, Υ, Ζ). 5. Bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de scharnierkoppeling een sferisch lager omvat.5. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hinge coupling comprises a spherical bearing. 6. Bouwlift volgens conclusie 5, waarbij de scharnierkoppeling een scharnierhuis omvat met een eerste en tweede doorgang voor het huisvesten van respectievelijk een eerste en tweede sferische lager, waarbij het eerste sferische lager bevestigd is aan de eerste scharniersteun en 15 het tweede sferische lager bevestigd is aan de tweede scharniersteun, waarbij de doorgangen bij voorkeur aan de uiteinden van het scharnierhuis gesitueerd zijn.6. Construction elevator as claimed in claim 5, wherein the hinge coupling comprises a hinge housing with a first and second passage for housing a first and a second spherical bearing, wherein the first spherical bearing is attached to the first hinge support and the second spherical bearing is attached on the second hinge support, wherein the passages are preferably situated at the ends of the hinge housing. 7. Bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, 20 waarbij de scharnierkoppeling de enige koppeling tussen de aandrijfeenheid en de liftkooi vormt.7. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hinge coupling forms the only coupling between the drive unit and the elevator car. 8. Bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de scharnierkoppeling in essentie centraal aan de 25 liftkooi en/of aandrijfeenheid bevestigd is.8. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hinge coupling is essentially fixed centrally to the elevator car and / or drive unit. 9. Bouwlift voor het omhoog en omlaag transporteren van goederen en/of personen langs een naast of in een gebouw op te stellen mast omvattende een of meer in hoofdzaak 30 verticale geleidingselementen, bij voorkeur een bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, de bouwlift omvattende: - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbare liftkooi; - een langs de geleidingselementen in opwaartse en neerwaartse richting verplaatsbaar aangebrachte 5 aandrijfeenheid; - een aantal rollenhouders waarin een of meer roteerbare rollen aangebracht zin, waarbij de rollenhouders zijn ingericht voor het geleiden van respectievelijk de liftkooi en/of de aandrijfeenheid langs de 10 geleidingselementen, waarbij ten minste één rollenhouder, bij voorkeur elk van de rollenhouders, zwenkbaar aan respectievelijk de liftkooi en/of de aandrijfeenheid bevestigd zijn.9. Construction elevator for transporting goods and / or persons up and down along a mast to be arranged next to or in a building comprising one or more substantially vertical guide elements, preferably a construction elevator according to one of the preceding claims, comprising the construction elevator - an elevator car that can be moved up and down along the guide elements; - a drive unit arranged movably along the guide elements in upward and downward direction; - a number of roller holders in which one or more rotatable rollers are arranged, wherein the roller holders are adapted to guide the elevator car and / or the drive unit along the guide elements, wherein at least one roller holder, preferably each of the roller holders, can be pivoted on the elevator car and / or the drive unit respectively. 10. Bouwlift volgens conclusie 9, waarbij een rollenhouder met een scharnierkoppeling gekoppeld is aan de liftkooi en/of aandrijfeenheid en waarbij de scharnierkoppeling is ingericht om de rollenhouder in drie orthogonale richtingen (Χ,Υ,Ζ) ten opzichte van de liftkooi 20 en/of aandrijfeenheid zwenkbaar te maken.10. Construction elevator as claimed in claim 9, wherein a roller holder with a hinge coupling is coupled to the elevator car and / or drive unit and wherein the hinge coupling is arranged around the roller holder in three orthogonal directions (Χ, Υ, Ζ) relative to the elevator car 20 and / or drive unit pivotable. 11. Bouwlift volgens conclusie 9 of 10, waarbij een rollenhouder via een sferisch lager met de liftkooi en/of aandrijfeenheid gekoppeld is. 2511. Construction elevator as claimed in claim 9 or 10, wherein a roller holder is coupled to the elevator car and / or drive unit via a spherical bearing. 25 12. Bouwlift volgens conclusie 11, waarbij een rollenhouder alleen via het sferisch lager met de liftkooi en/of aandrijfeenheid gekoppeld is.12. Construction elevator as claimed in claim 11, wherein a roller holder is only coupled to the elevator car and / or drive unit via the spherical bearing. 13. Bouwlift volgens een van de conclusies 9-12, waarbij de liftkooi en/of de aandrijfeenheid een scharniersteun omvatten waaraan een rollenhouder bevestigbaar is, de rollenhouder verder omvattende: - een huis; - een roteerbaar aan het huis aangebracht stel rollen; - een in het huis gehuisveste sferisch lager, in het bijzonder een bolscharnier, waarbij het sferische lager bij 5 voorkeur gerangschikt is op een positie tussen de rollen; en/of waarbij een rollenhouder slechts via een zich door het sferische lager uitstrekkende verbindingsas met een bijhorende scharniersteun verbonden is.13. Construction elevator according to one of claims 9-12, wherein the elevator car and / or the drive unit comprise a hinge support to which a roller holder can be attached, the roller holder further comprising: - a housing; - a set of rollers rotatably arranged on the housing; a spherical bearing housed in the housing, in particular a spherical hinge, the spherical bearing preferably being arranged at a position between the rollers; and / or wherein a roller holder is only connected to a corresponding hinge support via a connecting axis extending through the spherical bearing. 14. Bouwlift volgens conclusie 13, waarbij de verbindingsas een excentrische as is die gerangschikt is voor het in een eerste richting verstellen van de stand van de rollenhouder ten opzichte van de liftkooi en/of de aandrijfeenheid, in het bijzonder in een eerste richting (Z) 15 orthogonaal ten opzichte van de verplaatsingsrichting.14. Construction elevator as claimed in claim 13, wherein the connecting axis is an eccentric axis which is arranged for adjusting the position of the roller holder relative to the elevator car and / or the drive unit in a first direction, in particular in a first direction (Z ) Orthogonal to the direction of movement. 15. Bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de aandrijfeenheid omvat: - een aan de geleidingselementen verplaatsbaar 20 aangebracht steungestel; - een of meer aan het steungestel bevestigde elektromotoren, waarbij de uitgaande as van een elektromotor ten minste een rondsel aandrijft dat aan kan grijpen aan een aan de mast aangebrachte tandheugel voor het omhoog en 25 omlaag bewegen van het steunelement.15. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, wherein the drive unit comprises: - a support frame displaceably arranged on the guide elements; - one or more electric motors fixed to the support frame, wherein the output shaft of an electric motor drives at least one pinion which can engage on a rack mounted on the mast for moving the support element up and down. 16. Bouwlift volgens een van de voorgaand conclusies, waarbij in werkzame toestand de aandrijfeenheid zich boven de liftkooi bevindt (top drive) en de liftkooi slechts via 30 de koppeleenheid met de aandrijfeenheid is gekoppeld.16. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, wherein in the operative state the drive unit is located above the elevator car (top drive) and the elevator car is coupled to the drive unit only via the coupling unit. 17. Bouwlift volgens een van de conclusies 9-16, omvattende een eerste, tweede en derde rollenpaar voor het geleiden van de aandrijfeenheid langs een lateraal naar buiten gerichte eerste zijde van een geleidingselement, langs een naar voren gerichte tweede zijde van het geleidingselement en een naar achteren gerichte derde zijde 5 van het geleidingselement.17. Construction elevator as claimed in any of the claims 9-16, comprising a first, second and third pair of rollers for guiding the drive unit along a laterally outward-facing first side of a guide element, along a forward-facing second side of the guide element and a third side 5 of the guide element directed backwards. 18. Bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het sferische lager omvat: - een binnenring met een in hoofdzaak bolvormig 10 buitenoppervlak; - een buitenring met een in hoofdzaak bolvormig binnenoppervlak; waarbij het buitenoppervlak en binnenoppervlak glijvlakken vormen en de binnenring in hoofdzaak in drie orthogonale 15 richtingen in de buitenring roteerbaar is.18. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, wherein the spherical bearing comprises: - an inner ring with a substantially spherical outer surface; - an outer ring with a substantially spherical inner surface; wherein the outer surface and inner surface form sliding surfaces and the inner ring is rotatable in the outer ring in substantially three orthogonal directions. 19. Bouwlift volgens conclusie 18, waarbij in werkzame toestand de buitenring in de opvangruimte is bevestigd en in de binnenring zich een verbindingsas uitstrekt welke 20 verbindingsas aan een scharniersteun bevestigd is.19. Construction elevator as claimed in claim 18, wherein in the operative condition the outer ring is mounted in the receiving space and in the inner ring a connecting axis extends, which connecting axis is attached to a hinge support. 20. Bouwliftsysteem omvattende een mast en een bijbehorende bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies. 25A construction elevator system comprising a mast and an associated construction elevator according to one of the preceding claims. 25 21. Bouwliftsysteem volgens conclusie 20, waarbij de mast een aantal boven op elkaar plaatsbare en aan elkaar bevestigbare mastdelen omvat en/of waarbij elke mastdeel een tweetal opstaande geleidingselementen omvat langs het 30 buitenoppervlak waarvan de liftkooi en/of de aandrijfeenheid te geleiden zijn.21. Construction elevator system according to claim 20, wherein the mast comprises a number of mast parts that can be placed on top of each other and can be attached to each other and / or wherein each mast part comprises two upright guide elements along the outer surface of which the elevator car and / or the drive unit can be guided. 22. Bouwliftsysteem volgens een van de conclusies 20 of 21, waarbij de geleidingselementen gevormd worden door buisvormige staanders, waarbij de staanders met een vakwerkconstructie aan elkaar gekoppeld zijn. 5A construction elevator system according to any of claims 20 or 21, wherein the guide elements are formed by tubular uprights, wherein the uprights are coupled to each other with a truss construction. 5 23. Bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende bevestigingsmiddelen voor bevestiging van de mast aan het gebouw, in het bijzonder aan de buitengevel daarvan.23. Construction elevator as claimed in any of the foregoing claims, comprising fixing means for fixing the mast to the building, in particular to the outer facade thereof. 24. Gebruik van de bouwlift volgens een van de voorgaande conclusies.Use of the construction elevator according to one of the preceding claims.
NL2010181A 2013-01-25 2013-01-25 BUILDING LIFE SYSTEM. NL2010181C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010181A NL2010181C2 (en) 2013-01-25 2013-01-25 BUILDING LIFE SYSTEM.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2010181A NL2010181C2 (en) 2013-01-25 2013-01-25 BUILDING LIFE SYSTEM.
NL2010181 2013-01-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2010181C2 true NL2010181C2 (en) 2014-07-28

Family

ID=47891863

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010181A NL2010181C2 (en) 2013-01-25 2013-01-25 BUILDING LIFE SYSTEM.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2010181C2 (en)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3049945A1 (en) * 2016-04-11 2017-10-13 Xlbv LIFTING ASSEMBLY COMPRISING A RETRACTABLE POWER UNIT

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS4967356U (en) * 1972-09-26 1974-06-12
US3831714A (en) * 1972-02-24 1974-08-27 Linden Alimak Ab Apparatus for maintaining an elevator cage in the vertical position
GB1439275A (en) * 1972-06-06 1976-06-16 Linden Alimak Ab Overload protecttion devices for hoists
JP2000313578A (en) * 1999-04-30 2000-11-14 Sanoyas Hishino Meisho Corp Elevator for construction
DE202011105039U1 (en) * 2011-08-26 2011-10-05 Geda-Dechentreiter Gmbh & Co. Kg roller guide

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3831714A (en) * 1972-02-24 1974-08-27 Linden Alimak Ab Apparatus for maintaining an elevator cage in the vertical position
GB1439275A (en) * 1972-06-06 1976-06-16 Linden Alimak Ab Overload protecttion devices for hoists
JPS4967356U (en) * 1972-09-26 1974-06-12
JP2000313578A (en) * 1999-04-30 2000-11-14 Sanoyas Hishino Meisho Corp Elevator for construction
DE202011105039U1 (en) * 2011-08-26 2011-10-05 Geda-Dechentreiter Gmbh & Co. Kg roller guide

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3049945A1 (en) * 2016-04-11 2017-10-13 Xlbv LIFTING ASSEMBLY COMPRISING A RETRACTABLE POWER UNIT

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN210567241U (en) Portable camera device of angularly adjustable
JP6025825B2 (en) A device that slides the door to the same closed position, especially for furniture, etc.
KR101700969B1 (en) Stacker crane
US20120311936A1 (en) Seating system
EP1738734A2 (en) Powered tripod wheel assembly, in particular for a wheelchair, and wheelchair featuring such a wheel assembly
FI122067B (en) The lift assembly
RU2011137646A (en) VEHICLE FOR CARGO AND PEOPLE TRANSPORTATION BY STAIRS AND FLAT SURFACE
US9630632B2 (en) Article conveying system and overhead carrier
NL8400458A (en) STAIRLIFT.
EP2586956B1 (en) Venetian blind system
NL1022760C2 (en) Device for transporting a load, in particular stairlift, from a first to a second level.
JP2007120244A (en) Lift for mechanical parking equipment
NL2001573C2 (en) Stairlift.
NL2010181C2 (en) BUILDING LIFE SYSTEM.
CN105522558A (en) Width-adjustable mobile platform and robot with same
CN108454666A (en) A kind of new type auto docking transfer trolley
US10392231B2 (en) Escalator system with vertical step risers and step-mounted angled side flanges
CN205894784U (en) Three -dimensional automatic garage
CN114838273A (en) Anti-shaking three-dimensional hanging device
CN211714929U (en) Electric sliding door system and moving vehicle
KR20150138830A (en) Vertically moving screen door with light weight
EP1988050B1 (en) Motorized stair lift
EP1051347B1 (en) Method and device for transporting people and/or goods along a path including vertical and curved sections
KR100725085B1 (en) An emergency lamp setting level adjusting apparatus of a tractor
JP2005047672A (en) Carrier in conveying means and fittings carrier

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20240201