NL2009742C2

NL2009742C2 - SIGNALING DEVICE.

Info

Publication number: NL2009742C2
Application number: NL2009742A
Authority: NL
Inventors: Robbert Sjoerd Dijkema
Original assignee: Tauw B V
Priority date: 2012-11-01
Filing date: 2012-11-01
Publication date: 2014-05-06
Also published as: WO2014070010A1

Abstract

A signalling device for placement along a roadway, comprising a housing (10) for capturing, at a front side thereof, light emitted by passing vehicles onto a photoluminescent surface (6) disposed in the housing, which photoluminescent surface comprises a luminescent material, as well as a lens (7) for directing the captured light to the photoluminescent surface. The photoluminescent surface lies in a curved plane.

Description

Korte aanduiding: SignaleringsinrichtingShort indication: Signaling device

BESCHRIJVINGDESCRIPTION

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een signaleringsinrichting voor plaatsing langs een rijbaan, welke signaleringsinrichting een houder omvat voor het invangen van door voorbij rijdende voertuigen uitgestraald licht naar een in de houder opgenomen fotoluminescent vlak dat een luminescent materiaal omvat, alsmede een lens voor het naar het fotoluminescent vlak richten van het ingevangen 10 licht.The present invention relates to a signaling device for placement along a roadway, which signaling device comprises a holder for capturing light emitted by passing vehicles to a photoluminescent surface contained in the holder and comprising a luminescent material, as well as a lens for directing the captured light to the photoluminescent plane.

Dergelijke signaleringsinrichtingen zijn algemeen bekend uit en worden toegepast om nog enige tijd nadat het luminescent materiaal in het fotoluminescent vlak door een lichtbron is aangestraald, licht te blijven geven. Dergelijke 15 signaleringsinrichting worden bijvoorbeeld toegepast langs een openbare weg, in het bijzonder langs een rijbaan van een openbare weg waar dergelijke signaleringsinrichtingen in een donkere omgeving nog enige tijd licht blijven uitstralen nadat deze zijn aangestraald door een lichtbron van een op de rijbaan passerend voertuig. Hiermee wordt voor de periode waarin het luminescent materiaal 20 nog licht blijft uitstralen, een actieve wegmarkering verschaft voor verdere voertuigen op de rijbaan.Such signaling devices are generally known from and are used to continue to give light for some time after the luminescent material in the photoluminescent surface has been irradiated by a light source. Such a signaling device are used, for example, along a public road, in particular along a roadway of a public road where such signaling devices continue to emit light in a dark environment for some time after they have been illuminated by a light source of a vehicle passing on the roadway. Hereby, for the period in which the luminescent material 20 continues to emit light, an active road marking is provided for further vehicles on the roadway.

De aanwezigheid van een lens in de houder van de signaleringsinrichting zorgt ervoor dat het aangestraalde licht in de houder op het luminescent materiaal 25 gericht wordt. In het bijzonder wordt een bundel licht zoals uitgestraald door koplampen van een passerend voertuig door een in de houder opgenomen lens naar het fotoluminescent materiaal in het fotoluminescent vlak geconvergeerd.The presence of a lens in the holder of the signaling device ensures that the irradiated light in the holder is directed at the luminescent material. In particular, a beam of light as emitted by headlights of a passing vehicle is converged by a lens included in the holder to the photoluminescent material in the photoluminescent plane.

Dergelijke signaleringsinrichtingen hebben echter het nadeel dat het 30 fotoluminescent vlak voornamelijk effectief aangestraald wordt bij bepaalde invalshoeken. Wanneer een voertuig op een rijbaan in het verlengde van de inrichting licht op de inrichting laat stralen, wordt het licht door de lens zodanig op het fotoluminescent vlak gefocusseerd dat deze voldoende licht invangt om voor enige tijd na het aanstralen licht te blijven uitstralen. Aangezien de inrichting echter 2 vanuit verschillende posities van de voertuigen op de rijbaan met licht wordt aangestraald, vangt het fotoluminescent vlak slechts voor een deel van deze posities optimaal het licht in.Such signaling devices, however, have the disadvantage that the photoluminescent surface is mainly effectively irradiated at certain angles of incidence. When a vehicle on a roadway in line with the device causes light to radiate onto the device, the light is focused by the lens onto the photoluminescent surface such that it captures sufficient light to continue to emit light for some time after irradiation. However, since the device 2 is irradiated with light from different positions of the vehicles on the road, the photoluminescent surface optimally captures the light for only a part of these positions.

5 Een doel van de onderhavige uitvinding is daarom om een inrichting volgens de voorgenoemde inleiding te verschaffen, die het licht voor passerende voertuigen op de rijbaan op verbeterde wijze invangt. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt doordat het fotoluminescent vlak in een gekromd vlak opgenomen is. De voertuigen op de rijbaan zijn niet statisch, dit wil zeggen, ze bewegen zicht 10 voort over de rijbaan tot voorbij de signaleringsinrichting. Doordat de signaleringsinrichting wel statisch is, geeft dit bij de verschillende posities die de voertuigen daarbij innemen, een ander beeldpunt op het fotoluminescent vlak. Uit de stand van de techniek bekende signaleringsinrichting zijn voorzien van een recht fotoluminescent vlak. Echter door het vlak gekromd uit te voeren is het brandpunt 15 voor meerdere posities van de voortuigen op de rijbaan althans nagenoeg op het fotoluminescent vlak gelegen.It is therefore an object of the present invention to provide a device according to the aforementioned introduction, which captures the light for passing vehicles on the roadway in an improved manner. This object is achieved by the present invention in that the photoluminescent surface is incorporated in a curved surface. The vehicles on the carriageway are not static, that is to say, they move on over the carriageway beyond the signaling device. Because the signaling device is static, this gives a different image point on the photoluminescent surface at the various positions that the vehicles occupy thereby. Signaling devices known from the prior art are provided with a straight photoluminescent surface. However, by designing the surface curved, the focal point 15 for several positions of the vehicles on the roadway is at least substantially located on the photoluminescent surface.

Aldus wordt het doel van de onderhavige uitvinding volgens een eerste aspect bereikt, door een signaleringsinrichting te verschaffen met een verbeterde wijze van 20 invangen van het ingestraalde licht. In het bijzonder wordt er bij meerdere posities van de lichtbron op de rijbaan licht op het luminescent materiaal ingevangen waardoor meer elektronen in het luminescent materiaal aangeslagen worden. Dit resulteert in meer terugvallende elektronen naar een lager energieniveau en aldus blijft de lichtintensiteit van het uitgestraalde licht van het luminescent materiaal 25 voldoende ter signalering voor volgende voertuigen op de rijbaan.Thus, the object of the present invention according to a first aspect is achieved by providing a signaling device with an improved manner of capturing the incident light. In particular, at multiple positions of the light source on the roadway, light is captured on the luminescent material, so that more electrons are excited in the luminescent material. This results in more falling electrons to a lower energy level and thus the light intensity of the light emitted from the luminescent material remains sufficient for signaling for subsequent vehicles on the roadway.

In een verdere uitvoeringsvorm is de concave zijde of de convexe zijde van het fotoluminescent vlak naar de lens toe gericht en in een nog verdere uitvoeringsvorm omvat de lens een concave of een convexe lens.In a further embodiment, the concave side or the convex side of the photoluminescent surface faces the lens, and in a still further embodiment the lens comprises a concave or a convex lens.

3030

In een verdere uitvoeringsvorm is het fotoluminescent vlak over de dwarsdoorsnede van de signaleringsinrichting gekromd. Doordat het luminescent materiaal omvattende fotoluminescent vlak gekromd is, zorgt het bij meerdere posities van de voertuigen op de rijbaan voor een verbeterede fotoluminescente 3 werking van het materiaal. Aangezien de koplampen van de passerende voertuigen in een verafgelegen positie van de inrichting nagenoeg dwars op het lensoppervlak licht instralen, is de werking van het luminescent materiaal voor deze positie efficiënt te noemen. Echter wanneer de voertuigen de inrichting naderen zal, doordat de 5 inrichting statisch is, het licht niet meer dwars op het lensoppervlak licht instralen. Derhalve valt het beeldpunt van het invallend licht voor deze posities niet meer op het brandpunt en dus op het luminescent vlak, ten gevolge waarvan de fotoluminescente werking van de inrichting afneemt. Wanneer het fotoluminescent vlak echter over de dwarsrichting van de inrichting gekromd is, heeft dit als voordeel 10 dat het brandpunt van het door de koplampen uitgestraalde licht voor meerdere posities van de passerende voertuigen op of althans nagenoeg op het fotoluminescent vlak gelegen zijn, hetgeen resulteert in een verbeterde werking over de verschillende posities van de voertuigen op de rijbaan.In a further embodiment, the photoluminescent surface is curved over the cross-section of the signaling device. Because the luminescent material comprising the photoluminescent surface is curved, it ensures improved photoluminescent operation of the material at a plurality of positions of the vehicles on the roadway. Since the headlights of the passing vehicles radiate light transversely to the lens surface in a distant position of the device, the operation of the luminescent material for this position can be called efficient. However, when the vehicles approach the device, because the device is static, the light will no longer radiate light transversely to the lens surface. Therefore, the pixel of the incident light for these positions no longer falls on the focal point and thus on the luminescent plane, as a result of which the photoluminescent operation of the device decreases. However, when the photoluminescent surface is curved over the transverse direction of the device, this has the advantage that the focal point of the light emitted by the headlamps for several positions of the passing vehicles are on or at least substantially on the photoluminescent surface, which results in improved operation over the different positions of the vehicles on the roadway.

15 In een volgende uitvoeringsvorm is het fotoluminescent vlak zodanig gekromd dat het beeldpunt van door een voertuig uitgestraald licht door de lens voor de gehele periode van het passeren van het voertuig althans nagenoeg op het fotoluminescent vlak gelegen is.In a further embodiment, the photoluminescent surface is curved such that the image point of light emitted by a vehicle through the lens for the entire period of passing of the vehicle is located at least substantially on the photoluminescent surface.

20 De verschillende posities die een passerend voertuig op de rijbaan inneemt vormen een continue overgang van een op enige afstand van de inrichting gelegen positie tot een positie voorbij de inrichting. Over de gehele periode van deze overgang zal het beeldpunt van het instralend licht vanuit de lichtbron door de lens op een andere positie in de inrichting vallen. Doordat het vlak met luminescent 25 materiaal van de inrichting zodanig gekromd is, dat het beeldpunt van het licht van het passerend voertuig voor althans nagenoeg alle posities op de rijbaan op (of nagenoeg op) het fotoluminescent vlak gelegen is, zal het voor meerdere zo niet alle posities van het voertuig een verbeterede werking van het vlak verschaffen. Hetgeen in een verbeterde werking van de inrichting resulteert voor meerdere dan wel alle 30 posities van het passerende voertuig op de rijbaan.The different positions that a passing vehicle takes on the roadway form a continuous transition from a position at some distance from the device to a position beyond the device. Over the entire period of this transition, the image point of the incident light from the light source will fall through the lens at a different position in the device. Because the plane with luminescent material of the device is curved in such a way that the image point of the light of the passing vehicle is situated on (or virtually on) the photoluminescent plane for at least almost all positions on the roadway, it will for many if not provide improved surface operation at all positions of the vehicle. This results in an improved operation of the device for more or all of the positions of the passing vehicle on the roadway.

In een andere uitvoeringsvorm is het brandpunt kort achter het fotoluminescent vlak gelegen, en in een nog andere uitvoeringsvorm is het brandpunt kort voor het fotoluminescent vlak gelegen. Anders gezegd is in een 4 dergelijke uitvoering de afstand van het centrum van de lens tot de verschillende posities op het fotoluminescent vlak nagenoeg 1 keer, 1 keer of iets meer dan 1 keer de brandpuntsafstand. Wanneer het brandpunt voor dan wel achter het fotoluminescent vlak gelegen is, is het oppervlak waarop de elektronen in het 5 luminescent materiaal aangeslagen worden groter dan wanneer het brandpunt exact dan wel nagenoeg op het luminescent materiaal is gelegen. Dit heeft tot gevolg dat een groter oppervlak geactiveerd wordt, waarmee ook een groter oppervlak van het materiaal na zal lichten doordat er fotonen uitgestraald worden.In another embodiment, the focal point is located shortly after the photoluminescent plane, and in yet another embodiment, the focal point is shortly before the photoluminescent plane. In other words, in such an embodiment, the distance from the center of the lens to the various positions on the photoluminescent surface is substantially 1 time, 1 time or slightly more than 1 time the focal length. When the focal point is located before or after the photoluminescent plane, the area on which the electrons in the luminescent material are excited is larger than when the focal point is located exactly or substantially on the luminescent material. As a result, a larger surface area is activated, with which a larger surface area of the material will also be emitted as photons are emitted.

10 In een meer bijzondere uitvoeringsvorm is de inrichting zodanig gevormd dat de afstand van de lens tot het materiaal op 1,1 tot 2 keer de brandpuntsafstand gelegen, dan wel op 0,5 tot 1 keer de brandpuntsafstand. Meer in het bijzonder is dit tussen de 1,1 en 1,5 en 0,7 en 1.In a more special embodiment, the device is shaped such that the distance from the lens to the material is 1.1 to 2 times the focal length, or 0.5 to 1 times the focal length. More specifically, this is between 1.1 and 1.5 and 0.7 and 1.

15 De gebruikte lenzen kunnen lenzen zijn die aan één zijde concaaf of convex zijn of aan beide zijde concaaf of convex, derhalve biconvex, biconcaaf, planoconvex of planoconcaaf, ofwel concaafconvex.The lenses used can be lenses that are concave or convex on one side or concave or convex on both sides, therefore biconvex, biconcave, planoconvex or planoconcave, or concave convex.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat het luminescent materiaal 20 fosforescerend materiaal of materiaal fluorescerend materiaal.In a further embodiment the luminescent material comprises phosphorescent material or material fluorescent material.

Het luminescent materiaal, in het bijzonder het fotoluminescent materiaal is een materiaal dat de eigenschap heeft om fotonen te absorberen. Als gevolg van het absorberen worden de fotonen opnieuw uitgestraald. Dit kan gezien worden als 25 een excitatie naar een hogere energietoestand waarbij de terugval naar een lager energieniveau gepaard gaat mat de emissie van fotonen. De periode van nalichten, c.q. het opnieuw uitstralen van de fotonen, kan naar gelang plaatsvinden en kan variëren van enkele nanoseconden tot enkele seconden, enkele minuten of nog langere periodes. In een bepaalde uitvoering van fotoluminescent materiaal wordt 30 een foton van een bepaalde golflengte geabsorbeerd in het materiaal en wordt een equivalent foton direct uitgestraald. Daarbij vindt geen significante overgang van interne energie plaats tussen de opname en het uitzenden.The luminescent material, in particular the photoluminescent material, is a material that has the property to absorb photons. As a result of the absorption, the photons are emitted again. This can be seen as an excitation to a higher energy state in which the fall to a lower energy level is accompanied by the emission of photons. The period of after-exposure, or the re-irradiation of the photons, can take place depending on and can vary from a few nanoseconds to a few seconds, a few minutes or even longer periods. In a particular embodiment of photoluminescent material, a photon of a certain wavelength is absorbed into the material and an equivalent photon is directly emitted. There is no significant transition of internal energy between the recording and the transmission.

55

Bij gebruik van specifiek luminescent materiaal waarbij wel voorafgaand aan het uitzenden interne energie transitie plaatsvindt, zoals fluorescent materiaal, kunnen fotonen geabsorbeerd worden die in verhouding een hoog energieniveau bezitten ten opzichte van de uitgezonden fotonen. Dergelijk fluorescent materiaal is 5 bijzonder geschikt voor gebruik in verkeersinrichtingen waarbij verkeersdeelnemers op een openbare weg geattendeerd worden op bepaalde informatie of waarbij door middel van reflectorpalen/bermpalen de weg aangeduid wordt. In dergelijk fluorescent materiaal worden kortgolvig blauw licht omgezet in kleuren met een langere golflengte waardoor ze onder bepaalde omstandigheden actief licht lijken uit 10 te stralen.When specific luminescent material is used, whereby internal energy transition takes place prior to emitting, such as fluorescent material, photons can be absorbed which have a relatively high energy level relative to the emitted photons. Such fluorescent material is particularly suitable for use in traffic devices in which road users on a public road are alerted to certain information or in which the road is indicated by means of reflector posts. In such a fluorescent material, short-wave blue light is converted into colors with a longer wavelength, whereby they appear to emit active light under certain conditions.

Een andere bijzondere vorm van luminescent materiaal is fosforescent materiaal. Nadat fosforescent materiaal belicht wordt blijft dit nog enige tijd nalichten, dit veelal ten gevolge van het langzaam terugvallen van door bestraling 15 met licht aangeslagen elektronen. Doordat het terugvallen van de elektronen naar de grondtoestand een verboden overgang omvat, is de periode waarin het materiaal na zal blijven lichten veelal langer dan bij gebruik van fluorescent materiaal.Another special form of luminescent material is phosphorescent material. After phosphorescent material is exposed, it continues to illuminate for some time, often as a result of the slow fall in electrons excited by irradiation. Because the falling back of the electrons to the ground state comprises a prohibited transition, the period in which the material will continue to light is usually longer than when fluorescent material is used.

In een verdere uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder stelmiddelen welke 20 ingericht zijn voor het instellen van de afstand tussen het fotoluminescent vlak en de lens.In a further embodiment the device further comprises adjusting means which are adapted to adjust the distance between the photoluminescent surface and the lens.

Met de stelmiddelen kan de afstand van het fotoluminescent vlak ten opzichte van de lens ingesteld worden. In sommige situaties kan het gewenst zijn om een 25 groter oppervlak van het fotoluminescent vlak aan te stralen dan in andere situaties. Soms is een langere na-licht tijd gewenst en in andere situaties is het gewenst om in een groter na-licht oppervlak te voorzien. Door de stelmiddelen kan de afstand tussen de lens en het fotoluminescent vlak ingesteld worden, respectievelijk door het fotoluminescent vlak verder van de lens te verwijderen, dat wil zeggen de positie van 30 het fotoluminescent vlak in de inrichting aan te passen, dan wel door de positie van de lens in de inrichting aan te passen. In een andere uitvoering kan een achterzijde van de houder van de inrichting door het fotoluminescent vlak gevormd worden, waarbij de afstand van de achterzijde in een verdere uitvoeringsvorm ten opzichte van de houder instelbaar is.The distance between the photoluminescent surface and the lens can be adjusted with the adjusting means. In some situations it may be desirable to radiate a larger surface area of the photoluminescent surface than in other situations. Sometimes a longer after-light time is desired and in other situations it is desirable to provide a larger after-light surface. The distance between the lens and the photoluminescent surface can be adjusted by the adjusting means, respectively by further removing the photoluminescent surface from the lens, that is to say the position of the photoluminescent surface in the device, or by adjusting the position of the lens in the device. In another embodiment, a rear side of the holder of the device can be formed by the photoluminescent surface, the distance of the rear side being adjustable in a further embodiment with respect to the holder.

66

In een specifieke uitvoeringsvorm zijn de stelmiddelen in vaste standen instelbaar. Het in discrete standen in kunnen stellen van het fotoluminescent vlak heeft als voordeel dat een grote hoeveelheid inrichtingen op deze wijze eenvoudige 5 op elkaar af te stemmen zijn. Wanneer het voor een bepaalde rijbaan of voor een bepaald deel van een rijbaan gewenst is om het fotoluminescent vlak dichter bij de lens te plaatsen om daarmee op een korte brandpuntsafstand te liggen, kunnen eenvoudig alle betreffende inrichtingen in een bepaalde stand geplaats worden.In a specific embodiment, the adjusting means are adjustable in fixed positions. Being able to adjust the photoluminescent surface in discrete positions has the advantage that a large number of devices can easily be adjusted to each other in this way. When it is desired for a specific roadway or for a specific part of a roadway to place the photoluminescent plane closer to the lens so as to be at a short focal distance, all the devices concerned can simply be placed in a certain position.

10 In een andere uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de houder één of meer naar een achterwand uitstrekkende zijwanden waarvan de binnenzijde bij voorkeur spiegelend is uitgevoerd. Spiegelende zijwanden zorgen dat licht dat door de kopkampen van passerende voertuigen op de rijbaan op de houder worden gestraald, en welk licht niet direct door de lens op het fotoluminescent vlak 15 wordt geconvergeerd, door de spiegelende zijwanden alsnog op het fotoluminescent vlak worden weerkaatst. Derhalve worden de elektronen van het luminescent materiaal door een grotere hoeveelheid fotonen van het invallend licht in de houder aangeslagen. In een andere uitvoering bestaat slecht één zijwand uit spiegelend materiaal of is deze bekleed met spiegelend materiaal. In deze uitvoering maakt de 20 andere zijwand deel uit van het gekromd fotoluminescent vlak. Derhalve wordt de inrichting volgens deze uitvoeringsvorm gevormd door een aan de voorzijde van de houder gepositioneerde lens, een tegenover de lens aan de achterzijde van de houder gepositioneerd fotoluminescent vlak, welk vlak zodanig gekromd is dat het vloeiend overloopt in één van de zijwanden en waarbij de tweede zijwand geen deel 25 uitmaakt van het fotoluminescent vlak maar bekleed is met, of gevormd is van spiegelend materiaal.In another embodiment according to the present invention, the holder comprises one or more side walls extending to a rear wall, the inside of which is preferably mirrored. Reflective side walls ensure that light that is irradiated by the head camps of passing vehicles on the roadway on the holder, and which light is not directly converged by the lens on the photoluminescent surface, is still reflected by the reflective side walls on the photoluminescent surface. Therefore, the electrons of the luminescent material are excited by a larger amount of photons of the incident light in the holder. In another embodiment, only one side wall consists of reflective material or is covered with reflective material. In this embodiment the other side wall forms part of the curved photoluminescent surface. The device according to this embodiment is therefore formed by a lens positioned at the front of the holder, a photoluminescent surface positioned opposite the lens at the rear of the holder, which surface is curved such that it flows smoothly into one of the side walls and wherein the second side wall is not part of the photoluminescent surface but is coated with, or is formed from, reflective material.

Een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een signaleringsinrichting voor plaatsing langs een rijbaan, omvattende een houder voor 30 het aan een voorzijde invangen van door voorbij rijdende voertuigen uitgestraald licht naar een in de houder opgenomen fotoluminescent vlak dat een luminescent materiaal omvat, alsmede een convergerende lens voor het convergeren van het ingevangen licht naar het fotoluminescent vlak, waarbij de lens een veelheid lenzen omvat.A second embodiment according to the invention is characterized by a signaling device for placement along a roadway, comprising a holder for catching light emitted by vehicles passing by at a front side to a photoluminescent surface which is accommodated in the holder and which comprises a luminescent material, and converging lens for converging the captured light to the photoluminescent plane, the lens comprising a plurality of lenses.

77

Bij een uitvoeringsvorm van een signaleringsinrichting waarbij het in de houder vallend licht door één lens naar het fotoluminescent vlak wordt geconvergeerd, zal het terug gestraalde licht van het luminescent materiaal ook door 5 de ene lens weer als één bundel worden uitgestraald. Het kan in bijzondere gevallen echter gewenst zijn om een andere licht bundel te verschaffen. Bijvoorbeeld een lichtbundel die bestaat uit een veelheid parallelle lichtbundels. Wanneer volgens de tweede uitvoeringsvorm de lens een veelheid lenzen omvat, kunnen alle afzonderlijke lenzen parallel lopende lichtbundels uitstralen. Derhalve lijkt het voor 10 achteropkomende voertuigen op de rijbaan, waarvoor het licht uit de inrichting verschaft wordt, alsof de inrichting meerdere lichtbronnen omvat, hetgeen bij kan dragen aan de attenderende werking van de inrichting. Daartoe zijn in een specifiekere uitvoering de lenzen in één vlak opgenomen en in een nog verdere uitvoeringsvorm zijn de lenzen in een matrix in het vlak geordend.In an embodiment of a signaling device in which the light falling in the holder is converged by one lens to the photoluminescent surface, the back-irradiated light of the luminescent material will also be emitted as one bundle again by the one lens. However, in special cases it may be desirable to provide a different light bundle. For example, a light beam consisting of a plurality of parallel light beams. According to the second embodiment, when the lens comprises a plurality of lenses, all individual lenses can emit light beams running in parallel. Therefore, for vehicles that follow behind on the road, for which the light from the device is provided, it appears as if the device comprises several light sources, which can contribute to the alerting effect of the device. To that end, in a more specific embodiment, the lenses are arranged in one plane and in a still further embodiment the lenses are arranged in a matrix in the plane.

1515

De lenzen kunnen individueel werkende lenzen zijn welke in een lens-samenstel aan de voorzijde van het invallend licht in de houder zijn opgenomen, echter, dit kunnen ook lenzenelementen/facetten zijn die in één lens opgenomen zijn.The lenses can be individually acting lenses which are incorporated into the holder in a lens assembly at the front of the incident light, however, these can also be lens elements / facets that are incorporated in one lens.

2020

Indien de lenzen in een matrix in het vlak opgenomen zijn, kunnen deze in een bijzondere uitvoeringsvorm afwisselend werkzaam zijn en niet werkzaam zijn, dan wel op enige afstand van elkaar in het vlak zijn opgenomen. Bijvoorbeeld door per rij van de matrix afwisselend wel en geen lens deel op te nemen waardoor de 25 helft van het lens oppervlak lenselementen omvat en de andere helft geen lenselementen. Deze kunnen verder al dan niet per rij op afwisselende posities opgenomen zijn waardoor een lens-matrix verschaft wordt overeenkomstig de vakken van een schaakbord.In a special embodiment, if the lenses are incorporated in the plane in a matrix, they may alternately be active and ineffective, or may be incorporated in the plane at some distance from each other. For example, by alternately taking in a lens portion per row of the matrix, so that half of the lens surface comprises lens elements and the other half no lens elements. These may furthermore be arranged at alternate positions, whether or not per row, so that a lens matrix is provided in accordance with the sections of a chessboard.

30 De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin: figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een inrichting volgens een aspect van de onderhavige uitvinding; en 8 figuur 2 de inrichting schematisch vanuit een ander aanzicht toont volgens een aspect van de onderhavige uitvinding.The present invention will be explained below with reference to the following figures, in which: figure 1 shows a schematic view of a device according to an aspect of the present invention; and figure 2 shows the device schematically from another view according to an aspect of the present invention.

Figuren 1 toont schematisch een langsdoorsnede-aanzicht van een 5 signaleringsinrichting volgens een eerste aspect van de uitvinding, voor plaatsing langs een rijbaan van een openbare weg, in het bijzonder toont figuur 1 een bermpaal voor wegaanduiding aan verkeersdeelnemers aan de openbare weg. In figuur 1 wordt een huis 1 getoond met een bovenste zijwanden 3 en een onderste zijwand 4. De zijwanden 3, 4 zijn voorzien van een spiegelend oppervlak voor het 10 reflecteren van invallend licht op de zijwand naar het luminescent materiaal op het fotoluminescent vlak 6. Dit vlak 6 is gekromd over de dwars-as van het huis 10, zoals beter zichtbaar in figuur 2 waarbij het vlak 6 in de richting van de rechterzijwand 11 van het huis 10 de voorzijde van het huis 10 alwaar de lens 7 geplaatst is meer nadert dan aan de linkerzijwand 9.Figures 1 shows schematically a longitudinal sectional view of a signaling device according to a first aspect of the invention, for placement along a roadway of a public road, in particular Figure 1 shows a roadside post for road signaling to road users on the public road. Figure 1 shows a housing 1 with an upper side walls 3 and a lower side wall 4. The side walls 3, 4 are provided with a reflective surface for reflecting incident light on the side wall to the luminescent material on the photoluminescent surface 6. This surface 6 is curved along the transverse axis of the housing 10, as is more clearly visible in Fig. 2, wherein the surface 6 in the direction of the right-hand side wall 11 of the housing 10 approaches the front of the housing 10 where the lens 7 is placed. then on the left side wall 9.

1515

De binnenzijde van het huis 10 omvat nabij de achterwand 2 een fotoluminescent vlak 6. Op dit vlak is luminescent materiaal aanwezig, in het bijzonder is dit fosforescerend materiaal dat nalicht wanneer dit met licht uit een koplamp van een voertuig aangestraald wordt. Verschillende soorten fosforescerend 20 materiaal kunnen hiervoor gebruikt worden, naar gelang de gewenste eigenschappen van de inrichting. In het huis 10 is aan de voorzijde een bolle lens 7 aanwezig. Hierdoor wordt invallend licht geconvergeerd in de richting van de achterwand 2 op het fotoluminescent vlak 6. In andere uitvoeringen kan dit echter ook een holle, hol-vlakke, vlak-holle, bol-holle of hol-bolle lens zijn.The inside of the housing 10 comprises a photoluminescent surface 6 near the rear wall 2. Luminescent material is present on this surface, in particular this phosphorescent material is post-reflective when it is irradiated with light from a headlight of a vehicle. Different types of phosphorescent material can be used for this, depending on the desired properties of the device. A convex lens 7 is present in the housing 10 at the front. As a result, incident light is converged in the direction of the rear wall 2 on the photoluminescent surface 6. In other embodiments, however, this can also be a hollow, concave-flat, flat-concave, convex-concave or concave-convex lens.

2525

Figuur 1 toont de situatie waarbij een bundel licht 8, bijvoorbeeld afkomstig van koplampen van een auto op de rijbaan, in de richting van de pijlen Pi straalt. De bundel licht 8 valt op de lens 7 en wordt door deze lens geconvergeerd tot op het fotoluminescent vlak 6. Het fotoluminescent vlak 6 is in het verticale vlak dan ook op 30 een afstand van de lens gelegen die overeenkomt met de brandpuntsafstand. De elektronen in het fosforescerend materiaal worden door de fotonen van de geconvergeerde lichtbundel 8 aangeslagen. De elektronen kunnen echter ook door indirect licht worden aangeslagen dat vanuit een andere richting Pt via de spiegelende zijwanden 3, 4 op het vlak 6 valt.Figure 1 shows the situation in which a beam of light 8, for example coming from the headlights of a car on the roadway, shines in the direction of the arrows Pi. The beam of light 8 falls on the lens 7 and is converged by this lens to the photoluminescent plane 6. The photoluminescent plane 6 is therefore in the vertical plane at a distance from the lens corresponding to the focal length. The electrons in the phosphorescent material are excited by the photons of the converged light beam 8. However, the electrons can also be excited by indirect light that falls onto the surface 6 via the reflecting side walls 3, 4 from another direction Pt.

99

Na belichting blijft het fosforescerend materiaal nalichten. Hiervan kunnen later passerende voertuigen op de rijbaan profiteren. Derhalve wordt een actieve signaleringsinrichting, c.q. weggeleiding verschaft welke elektrisch niet gevoed hoeft 5 te worden. Onder het nagloei effect van het fosforescerend materiaal wordt licht na het passeren van het voertuig en daarmee bij afwezigheid van het invallend licht, weer via de lens 7 uit de inrichting gestraald.After exposure, the phosphorescent material continues to illuminate. Vehicles passing by on the road can benefit from this later. Therefore, an active signaling device, or conductivity, is provided which does not need to be electrically supplied. Under the afterglow effect of the phosphorescent material, light is irradiated again from the device via the lens 7 after passing the vehicle and thus in the absence of the incident light.

Figuren 2 toont schematisch een dwarsdoorsnede-aanzicht van de in figuur 1 10 weergegeven signaleringsinrichting volgens een eerste aspect van de uitvinding. In figuur 2 wordt wederom het huis 10 getoond, maar nu met de linker- 9 en rechter- 11 zijwanden. In deze figuur is duidelijk weergegeven dan het fotoluminescent vlak 6 met het fosforescerend materiaal in een gekromd vlak opgenomen is. In deze uitvoering is het vlak zodanig gekromd dat de concave zijde van het vlak naar de 15 lens 7 toe is gericht. In een andere uitvoering kan het vlak 6 echter ook als een cilinder zijn uitgevoerd en derhalve over het gehele vlak convex zijn. In een dergelijke uitvoering is het vlak 6 in een grotere cilinder opgenomen die over het gehele oppervlak daarvan één of meerdere lenselementen 7 omvat. Zodoende kan vanuit alle kanten het licht in de inrichting gestraald worden en via de lens op het 20 fotoluminescent vlak 6 vallen.Figures 2 shows schematically a cross-sectional view of the signaling device shown in Figure 1 according to a first aspect of the invention. In figure 2 the housing 10 is again shown, but now with the left 9 and right 11 side walls. This figure clearly shows that the photoluminescent surface 6 with the phosphorescent material is included in a curved surface. In this embodiment, the surface is curved such that the concave side of the surface faces the lens 7. In another embodiment, however, the surface 6 can also be designed as a cylinder and therefore be convex over the entire surface. In such an embodiment, the surface 6 is accommodated in a larger cylinder which comprises one or more lens elements 7 over the entire surface thereof. The light can thus be irradiated from all sides in the device and fall onto the photoluminescent surface 6 via the lens.

In figuur 2 wordt met positie 16 een lichtbron (L) aangeduid, bijvoorbeeld een koplamp van een auto. Wanneer deze ver van de inrichting verwijderd is, zal het beeldpunt (B) 14 van deze lichtbron nagenoeg op het brandpunt (F) van de lens 25 gelegen zijn en derhalve op de brandpuntsafstand f vanaf de lens 7. Wanneer de auto zich echter over de rijbaan in de richting van de inrichting verplaatst, zal lichtbron L ook verplaatsen. Deze komt door de plaatsing van de inrichting naast de rijbaan, steeds verder verwijderd te liggen van punt 16. In een bepaalde positie van het voertuig op de rijbaan is de lichtbron L bijvoorbeeld in positie 17 gelegen. 30 Derhalve komt het invallend licht via bundel 8 in de inrichting samen in beeldpunt (B) 15. Wanneer het fotoluminescent vlak recht zou zijn uitgevoerd, is voor een dergelijke positie van de lichtbron/auto het materiaal niet meer op de brandpuntsafstand gelegen. Zodoende is er voor die posities van de auto geen optimale werking van het fotoluminescent materiaal.In figure 2, position 16 denotes a light source (L), for example, a car headlight. When it is far away from the device, the image point (B) 14 of this light source will be situated substantially at the focal point (F) of the lens 25 and therefore at the focal distance f from the lens 7. However, when the car moves over the lane in the direction of the device, light source L will also move. This is due to the placement of the device next to the roadway, to be further and further away from point 16. In a certain position of the vehicle on the roadway, the light source L is, for example, in position 17. Therefore, the incident light via beam 8 in the device comes together in pixel (B) 15. If the photoluminescent surface were of straight design, the material is no longer at the focal length for such a position of the light source / car. Therefore, there is no optimum function of the photoluminescent material for those positions of the car.

1010

Echter, in de uitvoering volgens de uitvinding en weergegeven in figuur 2, is het fotoluminescent vlak gekromd uitgevoerd, en wordt de concave kromming van het vlak gevormd door de continue lijn van beeldpunten van 14 naar 15 die door de 5 verplaatsing van de lichtbron van 16 naar 17 gevormd worden.However, in the embodiment according to the invention and shown in Fig. 2, the photoluminescent surface is curved, and the concave curvature of the surface is formed by the continuous line of pixels from 14 to 15 which is caused by the displacement of the light source from 16 be formed to 17.

Verder worden in figuur 2 stelmiddelen 12 getoond waarmee de afstand van het fotoluminescent vlak 6 ten opzichte van de achterwand 2 ingesteld kan worden. Daarmee kan het vlak 6 op, voor of achter de brandpuntsafstand tot de lens 10 gepositioneerd worden. In het bijzonder zou dit in stappen van 1 cm ingesteld kunnen worden wanneer de brandpuntsafstand van de in het huis 10 opgenomen lens bijvoorbeeld 20 cm betreft. Relatief kan de fotoluminescent vlak met de stelmiddelen 12 op stappen van 0,1 tussen de 0,5 en 1,5 keer de brandpuntsafstand worden ingesteld.Furthermore, in figure 2 adjusting means 12 are shown with which the distance of the photoluminescent surface 6 relative to the rear wall 2 can be adjusted. The surface 6 can hereby be positioned at, before or after the focal length to the lens 10. In particular, this could be set in 1 cm increments when the focal length of the lens accommodated in the housing 10 is, for example, 20 cm. Relatively, the photoluminescent plane with the adjusting means 12 can be adjusted in steps of 0.1 between 0.5 and 1.5 times the focal length.

1515

De onderhavige uitvinding is in de bijgevoegde figuren en de bovenstaande beschrijving slechts bij wijze van voorbeeld door middel van slechts één uitvoeringsvorm weergegeven en beschreven. Het moge echter duidelijk zijn dat vele, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten 20 uitvoeringsvormen denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt gedefinieerd in de hiernavolgende conclusies. Waar in de figuren sprake is van fosforescerend materiaal kan ook een ander fotoluminescent materiaal, zoals fluorescerend materiaal worden toegepast. De toepassing van het juiste fotoluminescent materiaal is afhankelijk van de gewenste 25 nagloeitijd voor een bepaalde toepassing en de kosten van het materiaal en kan door de vakman worden bepaald. Het huis van de inrichting is hier weergegeven in een bepaalde configuratie en geometrie. Het moge duidelijk zijn dat ook daarin door de vakman bekende en voor de hand liggende varianten in worden gekozen.The present invention is illustrated and described in the accompanying figures and the above description by way of example only by means of one embodiment. It will be clear, however, that many variants, whether obvious to the person skilled in the art or not, are conceivable within the scope of the present invention which is defined in the following claims. Where phosphorescent material is used in the figures, another photoluminescent material, such as fluorescent material, can also be used. The use of the correct photoluminescent material is dependent on the desired afterglow time for a particular application and the cost of the material and can be determined by those skilled in the art. The housing of the device is shown here in a certain configuration and geometry. It will be clear that variants known and obvious variants are also selected by those skilled in the art.

30 De inrichting is in de beschrijving steeds beschreven als weggeleiding van voertuigen op een rijbaan van een openbare weg. De inrichting kan echter ook voor andere toepassingen worden ingezet, bij voorkeur bij toepassingen waarbij de richting van invallend licht bekend is, maar ook waar dit niet bekend is in de variant van het cilindrisch fotoluminescent vlak en de daar voor gelegen cilindrische lens. Bij 11 de toepassing hoeft het niet te gaan om geleiding van zich verplaatsende voertuigen of personen maar de inrichting kan ook worden toegepast als herkenningspunt in een meer statische situatie.The device is always described in the description as road guidance of vehicles on a roadway of a public road. However, the device can also be used for other applications, preferably in applications where the direction of incident light is known, but also where this is not known in the variant of the cylindrical photoluminescent surface and the cylindrical lens situated in front of it. In the application, it does not have to be a matter of guiding moving vehicles or people, but the device can also be used as a recognition point in a more static situation.

55

Claims

Claims 1. A signaling device for placement along a roadway, comprising a holder for capturing light emitted by passing vehicles to a photoluminescent surface received in the holder and comprising a luminescent material, and a lens for directing towards the photoluminescent surface the trapped light, characterized in that the photoluminescent surface is incorporated in a curved surface.

A signaling device according to claim 1, wherein the concave side of the curved surface faces the lens

The signaling device of claim 1, wherein the convex side of the curved surface faces the lens. 15

A signaling device according to claim 1 or 2, wherein the lens comprises a concave lens

5. A signaling device according to claim 1 or 2, wherein the lens comprises a convex lens

A signaling device according to any one of the preceding claims, wherein the photoluminescent surface is curved over the cross-section of the signaling device. 25

7. A signaling device according to one or more of the preceding claims, wherein the photoluminescent surface is curved such that the image point of light emitted by a vehicle through the lens is at least substantially on the photoluminescent surface for the entire period of passing of the vehicle. 30

A signaling device according to claim 7, wherein the pixel is located shortly before or shortly after the photoluminescent plane.

Signaling device according to one or more of the preceding claims, wherein the luminescent material comprises phosphorescent material.

10. A signaling device according to one or more of the preceding claims, wherein the luminescent material comprises fluorescent material.

11. A signaling device according to one or more of the preceding claims, further comprising adjusting means which are adapted to adjust the distance between the photoluminescent surface and the lens. 10

12. A signaling device according to claim 11, wherein the adjusting means are adjustable in different fixed positions.

13. A signaling device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the holder comprises one or more side walls extending towards a rear wall, the inside of which is of mirror design.

14. A signaling device as claimed in one or more of the foregoing claims, wherein the lens comprises a plurality of lenses, which are in particular received in one plane.

The signaling device of claim 14, wherein the plurality of lenses in a matrix are arranged in the plane. 25