NL2009722C2

NL2009722C2 - Eindaandrijving voor een transporteur, en transporteur voorzien van een eindaandrijving.

Info

Publication number: NL2009722C2
Application number: NL2009722A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Hendrik Mijndert Menke; Leonardus Adrianus Catharinus Cornelissen
Original assignee: Rexnord Flattop Europe Bv
Priority date: 2012-10-29
Filing date: 2012-10-29
Publication date: 2014-05-01
Also published as: US20150291362A1; WO2014070000A1; US9457959B2; EP2911956B1; EP2911956A1

Description

P97313NL00

Titel: Eindaandrijving voor een transporteur, en transporteur voorzien van een eindaandrijving

De uitvinding heeft in globale zin betrekking op transporteurs, in het bijzonder op een transporteur met een transportbaan die samenwerkt met een modulaire transportmat.

Transporteurs met modulaire transportmatten zijn algemeen 5 bekend en worden toegepast voor industrieel transport, bijvoorbeeld het transporteren van verpakkingen door een productielocatie heen. Dergelijke transporteurs omvatten gewoonlijk een baan met een transportmat die omloopt tussen aan begin en einde van de transporteur gelegen omloopelementen. De transportmat is opgebouwd uit in bewegingsrichting 10 opeenvolgende rijen modules, die scharnierend met elkaar zijn verbonden. De modules hebben daartoe aan hun voorzijden en hun achterzijden een reeks respectievelijk voorwaarts en achterwaarts reikende koppelingsuiteinden, die dwars op de bewegingsrichting met onderlinge tussenruimten uiteen zijn geplaatst. De koppelingsuiteinden van 15 opeenvolgende modules werken samen: bij aangrenzende modules reiken koppelingsuiteinden tot in tussenruimten, bijvoorbeeld zoals de vingers van ineengevouwen handen. De modules van opeenvolgende rijen zijn gekoppeld met behulp van scharnierpennen die dwars op de bewegingsrichting door scharniergaten heen reiken, die in de samenwerkende koppelingsuiteinden 20 zijn aangebracht. Bij een zogenoemde rechtlopende transportmat is de steek tussen opeenvolgende modules vast gekozen. De scharnierbare koppeling van de opeenvolgende modules maakt het mogelijk dat de transportmat dwars op zijn vlak een bocht maakt, en derhalve in een eindloze baan om de omloopelementen kan omlopen.

25 De omloopelementen kunnen stationair zijn, bijvoorbeeld een stationaire buis waarvan de mantel een omloopvlak vormt, maar kunnen 2 ook roteerbaar zijn. De omloopelementen kunnen aangrijpen op de mat, zoals bijvoorbeeld een tandwiel, maar kunnen ook aangrijpingsloos zijn, bijvoorbeeld een glad omloopwiel. Ten behoeve van het geleiden van de transportmat zijn de omloopelementen vaak uitgevoerd als een set dwars op 5 de bewegingsrichting met tussenruimte uiteengeplaatste roteerbare tandwielen waarvan de tanden op de transportmat aangrijpen.

De aandrijving van de transportmat wordt vaak verzorgd door een aan het einde van de transporteur aangebrachte eindaandrijving. De eindaandrijving omvat een tandwielaandrijving, die gewoonlijk is 10 uitgevoerd als een aangedreven as met daarop een set dwars op de bewegingsrichting met tussenruimte uiteengeplaatste roteerbare tandwielen waarvan de tanden op de transportmat aangrijpen.

Om lengteuitzetting van de transportmat op te vangen, en om de samenwerking van het aangedreven tandwiel met de transportmat te 15 reguleren, wordt bij de bekende transporteurs in de eindaandrijving in het eerste deel van het tussen de omloopelementen recht teruglopende retourpart van de transportmat na de aangedreven omloopelementen een buikstuk gerealiseerd, waarin de transportmat vrij doorhangt.

Met name bij rechtlopende transportmatten met een grote lengte, 20 bijvoorbeeld een lengte van enkele tientallen meters, kan de lengteuitzetting significant zijn, en kan een groot buikstuk benodigd zijn. Met name bij zogenoemde people movers, waarbij de transportmat een lengte van meer dan 50 of 100 m kan hebben, en bij pasteurs, waarbij de transportmat een lengte van meer dan 20 m kan hebben en waarbij de 25 transportmat langs het transporttraject tientallen graden Celsius opgewarmd wordt, kan de lengte-uitzetting zeer groot zijn, ook vanwege de relatief grote trekkrachten in dit type transportmatten.

Het buikstuk echter neemt ruimte in, die vanuit oogpunt van compactheid en kosteneffectiviteit liever wordt vermeden. Ook doen er zicht 30 in de praktijk regelmatig situaties voor, waarbij deze ruimte niet 3 beschikbaar is. Zo moet bij een people mover een relatief diepe kuil in de vloer onder de transporteur worden gegraven om het buikstuk te accommoderen, en is het bij een pasteur vanwege het buikstuk moeilijk om meerdere transporteurs in dekken in een lage houwhoogte boven elkaar te 5 laten lopen.

De uitvinding beoogt een transporteur voor samenwerking met een rechtlopend modulaire transportmat met een eindaandrijving waarbij de lengteuitzetting zonder buikstuk kan worden op gevangen.

Daartoe voorziet de uitvinding in een eindaandrijving voor een 10 transporteur, omvattende een transportbaan voor het tijdens gebruik geleiden van een modulaire transportmat van het rechtlopende type, een zich op afstand langs het transportpart uitstrekkende retourgeleiding voor het retour geleiden van een retourpart van de transportmat, en een tussen de transportbaan en de retourgeleiding gelegen tandwielaandrijving voor 15 het door aangrijping op de transportmat aandrijvend om laten lopen van de transportmat van de transportbaan naar de retourgeleiding, waarbij de transportbaan en de retourgeleiding rechtdoorgaand zijn uitgevoerd, waarbij de tandwielaandrijving de transportmat aandrijft over de breedte daarvan, en waarbij de retourgeleiding een op de tandwielaandrijving 20 aansluitende, zich langs opeenvolgende rijen modules uitstrekkende geleidingsenveloppe omvat waarin beweging van het retourpart van de transportmat zowel zijwaarts in het vlak van de transportmat als dwars op het transportvlak is beperkt.

Door te voorzien in een geleidingsenveloppe in de retourgeleiding 25 waarin de transportmat dwars op het vlak van de transportmat wordt tegengehouden, kan het rechte buikstuk in het retourpart worden vermeden. In het bijzonder kan worden tegengegaan dat de mat het tandwiel te vroeg verlaat en het tandwiel langs de mat doorslaat, en dat de mat te lang met het tandwiel meebeweegt en de mat dubbelslaat. De 30 geleidingsenveloppe omvat tijdens gebruik een samendrukzone waarin 4 opeenvolgende modules van de transportmat mat zowel in een gebied dat correspondeert met aan de binnenzijde van de bocht als aan het gebied aan de buitenzijde van de bocht zonder uitknikken van de mat in een samendrukzone ineen kunnen worden geschoven. Opeenvolgende modules 5 van de mat kunnen zo over de hele breedte van de mat ineen kunnen worden gedrukt om lengteuitzetting van de transportmat op te vangen. Door speling tussen de scharnierpennen en de scharniergaten kunnen de koppelingsuiteinden van de modules van de rechtdoorlopende mat -ondanks dat zij hier niet specifiek voor zijn ontworpen- kunnen locaal dieper de 10 tussenruimten in schuiven. De lengtetoename van de gehele transportmat kan aldus in het gebied na de tandwielaandrijving door ineenschuiven van de modules worden gecompenseerd. Door toepassing van de enveloppe kan de mat daarbij zonder uitknikken retour worden geduwd. Aldus kan de transporteur vrij zijn van een buikstuk.

15 De geleidingsenveloppe betreft een eerste, rechtlopende zone van de retourgeleiding waarin zijwaartse beweging van de transportmat in het vlak van de transportmat en opwaarts en neerwaarts dwars op het transportvlak wordt begrensd. Door de opbouw van de transportmat uit relatief stijve modules en scharnierpennen, hoeft in de zone niet overal 20 fysiek een continue geleiding te zijn aangebracht die de transportmat omgeeft. In bewegingsrichting is de ongesteunde lengte kleiner dan de steek van de module, bijvoorbeeld de helft van de steek of kleiner, maar dwars op de bewegingsrichting kan de ongesteunde lengte groter zijn dan de afmeting van een module. Dwars op het vlak van de transportmat is de beweging bij 25 voorkeur begrensd tot een speling van minder dan de helft van de steek van de module. De langsranden van de transportmat zijn bij voorkeur met een speling van enkele mm gevat in continue, U vormige geleidingskanalen die recht lopen in de bewegingsrichting van de mat. Als alternatief of als toevoeging kan voorts zijwaartse beweging van de transportmat in zijn vlak 30 worden tegengegaan door rechte retourgeleidingsstrips die met hun 5 zijvlakken samenwerken met zijvlakken van geleidingselementen die ten opzichte van het in de retourgeleiding naar boven gekeerde ondervlak van de modules buitenwaarts reiken.

Het onder- en bovenvlak van de mat zijn bij voorkeur gesteund 5 door met onderlinge tussenafstand van bijvoorbeeld 10-30 cm dwars op de bewegingsrichting uiteengeplaatste geleidingen die zich eveneens in bewegingsrichting uitstrekken, waartussen de mat met enkele mm speling is opgenomen. De bovenste retourgeleiding werkt samen met het ondervlak van de transportmat in de retourgeleiding, en strekt zich daarbij langs het 10 tandwiel uit tot nabij de ‘6 uur’ positie van het tandwiel, en gaat tegen dat het tandwiel de transportmat meeneemt. De onderste retourgeleiding werkt samen met het bovenvlak van de transportmat in de retourgeleiding, en strekt zich in het vlak van het tandwiel, uit nabij de ‘6 uur’ positie, en bij voorkeur daar voorbij langs de omtrek van het tandwiel opwaarts.

15 De uitvinding heeft eveneens betrekking op een transporteur voorzien van een modulaire transportmat.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is weergegeven. In de tekening toont: 20 Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een transporteur met een modulaire rechtlopende mat;

Fig. 2 een schematisch perspectivisch vooraanzicht van een eindaandrijving van de transporteur van Fig. 1;

Fig. 3 een schematisch perspectivisch achteraanzicht van de 25 eindaandrijving van Fig. 2; en

Fig. 4 een schematisch zijaanzicht van de eindaandrijving van Fig.

2.

Opgemerkt wordt, dat de figuren slechts schematische weergaven zijn van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, die hier gegeven 30 wordt bij wijze van niet-limiterend uitvoeringsvoorbeeld. In de figuren is de 6 mat in een principeschets relatief smal en kort weergegeven. De lengte van de transportmat is in werkelijkheid echter enkele tientallen meters, bijvoorbeeld 20-100 m en de breedte kan enkele meters zijn, bijvoorbeeld 2-8 m.

5 Fig. 1 toont een transporteur 1 met een modulaire transportmat 2.

De transporteur 2 heeft een rechtdoorlopend transporttraject. De transportmat 2 loopt in een eindloze lus om tussen aan een begin 3 en een einde 4 van de transporteur 1 gelegen omloopelementen 5. De transporteur 1 omvat een transportbaan 6 voor het tijdens gebruik vlak houden en 10 geleiden van een transportpart 7 van de transportmat 2. De transportbaan 6 vormt een in hoofdzaak horizontaal steunvlak voor het transportpart 7 van de transportmat. Op het transportpart 7 kunnen in een met een pijl 8 aangegeven bewegingsrichting van de transportmat 2 producten worden getransporteerd. Het steunvlak is opgebouwd uit een reeks slijtvaste gladde 15 strips 9 die samenwerken met de onderzijden 12 van de modules 13 van de transportmat 2.

De transporteur 1 is voorts voorzien van een zich op afstand onderlangs het transportpart 7 uitstrekkende retourgeleiding 10 voor het retour geleiden van een retourpart 11 van de transportmat 2. De 20 retourgeleiding 10 omvat een reeks zich dwars op de transportrichting uitstrekkende, in bewegingsrichting 8 van de transportmat 2 met tussenafstand uiteengeplaatste geleidingsbuizen 14. De retourgeleiding 10 ondersteunt en geleidt het retourpart 11 doordat de bovenzijden 15 van de modules 13 van de transportmat 2 op de geleidingsbuizen 14 rusten. De 25 transporteur 1 is voorzien van een aan het einde 3 gelegen eindaandrijving 15, die in Fig. 2-4 in detail is getoond.

De eindaandrijving 15 omvat een niet weergegeven aandrijfeenheid, hier een elektromotor, die een tussen de transportbaan 6 en de retourgeleiding 10 gelegen tandwielaandrijving 16 aandrijft. De 30 tandwielaandrijving omvat een roteerbaar op gestelde as 30 die de 7 omloopelementen 5 draagt, die zijn uitgevoerd als van tandkransen 17 voorziene tandwielen 29. De tandwielen 29 laten transportmat 2 door aangrijping van de tandkransen op de modules 13 aandrijvend omlopen van de transportbaan 6 naar de retourgeleiding 10.

5 De transportmat 2 is opgebouwd uit in bewegingsrichting 8 opeenvolgende rijen 18 van modules 13. De modules 13 zijn aan hun voor-en achterzijden 19, 20 voorzien van met onderlinge tussenruimten 21 uiteengeplaatste koppelingsuiteinden 22. De koppelingsuiteinden 22 reiken daarbij tot in tussenruimten 21 van aangrenzende modules 13. De 10 opeenvolgende modules 13 zijn gekoppeld met behulp van zich dwars op de bewegingsrichting 8 uitstrekkende scharnierpennen 23. De scharnierpennen 23 reiken door in de koppelingsuiteinden aangebrachte scharniergaten 27 heen. In bewegingsrichting 8 is de nominale steek van de modules 13 constant, bijvoorbeeld 2.54 cm (1 inch). In het transportpart zijn de modules 15 13 op hun nominale steek, of door slijtage, trekkracht en/of thermische uitzetting iets daarboven.

Dwars op de bewegingsrichting 8 zijn in dit voorbeeld meerdere modules 13 naast elkaar in de rijen 18 opgenomen. Ook zijn hier de modules 13 van opeenvolgende rijen 18 ten opzichte van elkaar versprongen zoals in 20 een baksteenpatroon. Opgemerkt wordt, dat het eveneens mogelijk is om rijen 18 van de mat 2 met slechts een module 13 te vormen, en om de modules 13 niet versprongen in de transportmat 2 op te nemen. De modules 13 zijn in dit voorbeeld vervaardigd uit kunststofmateriaal, bijvoorbeeld PBT, Acetaal of Nylon, maar andere materialen zijn eveneens mogelijk. De 25 scharnierpennen 23 zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld gemaakt van een ander soort kunststofmateriaal, bijvoorbeeld PBT of PP, maar andere materialen zijn eveneens mogelijk, zoals staal. Het specifieke ontwerp van de modules van de modulaire rechtlopende mat is voor het onderwerp van deze aanvrage niet relevant.

8

Verwijzend naar Fig. 2-4 is daarin een eindaandrijving getoond voor de transporteur van Fig. 1. De figuren tonen de eindaandrijving 15, omvattende een transportbaan 6 voor het tijdens gebruik geleiden van een transportpart 7 van een modulaire transportmat 2 van het rechtdoorlopende 5 type, een zich op afstand langs het transportpart 7 uitstrekkende retourgeleiding 10 voor het retour geleiden van een retourpart 11 van de transportmat 2, en een tussen de transportbaan 6 en de retourgeleiding 10 gelegen tandwielaandrijving 16 voor het door aangrijping op de transportmat 2 aandrijvend om laten lopen van de transportmat 2 van de 10 transportbaan 6 naar de retourgeleiding 1.

Voorts is te zien dat de retourgeleiding 10 van de eindaandrijving 15 een op de tandwielaandrijving 16 daarvan aansluitende, zich langs opeenvolgende rijen 18 van modules 13 uitstrekkende geleidingsenveloppe E. In de geleidingsenveloppe E wordt beweging van het retourpart 7 van de 15 transportmat 2 zowel zijwaarts in het vlak van de transportmat 2 als bovenen onderwaarts dwars op het vlak van de transportmat 2 beperkt. In de geleidingsenveloppe is de transportmat 2 slechts vrij om in transportrichting 8 te bewegen. Opeenvolgende modules 13 van de transportmat 2 worden over de gehele breedte van de transportmat zonder 20 uitknikken van de mat, in een samendrukzone S ineen geschoven. Hier wordt de lengte uitzetting van de mat gecompenseerd, zodat geen volumineus buikstuk nodig is.

De geleidingsenveloppe E betreft een rechtlopende zone van de retourgeleiding 10 die zich uitstrekt vanaf het tandwiel 32, waarin de 25 transportmat 2 zijwaarts in het vlak van de transportmat 2 en dwars op het vlak van de transportmat 2 is opgesloten. Dwars op het vlak van de transportmat 2 is de beweging begrensd tot een speling van enkele mm. De langsranden 26, 28 van de transportmat 2 kunnen zijn met een speling van enkele mm gevat zijn in niet- weergegeven continue U-vormige 30 geleidingskanalen. Het ondervlak en het bovenvlak van de transportmat 2 9 mat zijn gesteund door met onderlinge tussenafstand dwars op de bewegingsrichting uiteengeplaatste retourgeleidingen 31,33. De geleidingen 31,33 strekken zich eveneens in bewegingsrichting 8 uit.

De bovenste retourgeleiding 31 is hier uitgevoerd als een strip, en 5 werkt samen met het ondervlak van de transportmat 2 dat in de retourgeleiding 10 boven ligt. De bovenste retourgeleiding 31 strekt zich daarbij langs het tandwiel 32 uit tot bij de ‘6 uur’ positie van het tandwiel. Deze bovenste retourgeleiding 31 gaat tegen dat het tandwiel 32 de transportmat 2 opwaarts te ver meeneemt. De bovenste retourgeleiding 10 merkt voorts met zijn zijvlakken samen met zijvlakken van geleidingselementen 31 die in de mat 2 zijn aangebracht, en die ten opzichte van het in het retourpart 11 naar boven gekeerde onderzijde buitenwaarts reiken. Aldus kan zijwaartse verschuiving van het retourpart in het vlak van de transportmat worden tegengegaan. De onderste retourgeleiding 33 15 werkt samen met het bovenvlak van de transportmat 2 dat in de retourgeleiding 10 naar onder gekeerd is. De onderste retourgeleiding 33 is hier eveneens stripvormig uitgevoerd. De onderste retourgeleiding strekt zich in het vlak van het tandwiel 29 uit tot aan de ‘6 uur’ positie, en loopt van daar langs de omtrek van het tandwiel 29 opwaarts tot aan de ‘3 uur’ 20 positie.

De geleidingsenveloppe E wordt in dit uitvoeringsvoorbeeld dus gevormd door de bovenste geleiding 31 die opwaartse beweging van het in het retour bovengelegen ondervlak van de mat tegengaat, en die door samenwerking met geleidingselementen 34 zijwaartse beweging tegengaat, 25 en de onderste geleiding 33 die neerwaartse beweging van het in het retour ondergelegen bovenvlak van de mat tegengaat. De geleidingsenveloppe zorgt er voor, dat de mat ten gevolge van de erop uitgeoefende duwkracht alleen in de richting van de baan kan bewegen, zodat de lengtetoename van de mat kan worden gecompenseerd doordat locaal de speling uit de mat wordt 30 gedrukt.

10

Het tandwiel 29 van de tandwielaandrijving 16 omvat een tandkrans 17. Eventueel kunnen dwars op de bewegingsrichting 8 van de mat 2 meerdere tandwielen uiteen zijn geplaatst. De tanden van aangrenzende tandkransen zijn dan op dezelfde hoekposities aangebracht, 5 en hun tussenruimten langs de omtrek van het tandwiel 29 corresponderen met de nominale steek van de modules 13. De tanden reiken hier tot in de tussenruimtes en werken met hun tandflanken samen met kopvlakken van de koppelingsuiteinden 22. Als alternatief kunnen de tanden bijvoorbeeld ook aangrijpen in aandrijfkamers in de onderzijden van de modules, of op de 10 scharnierpennen.

Voor wat betreft de strekking van deze openbaarmaking wordt er op gewezen, dat technische maatregelen die specifiek zijn beschreven, vatbaar kunnen zijn voor een functionele generalisatie. Voorts wordt er op gewezen, dat -voorzover niet expliciet aangegeven- dergelijke technische 15 maatregelen los kunnen worden gezien van de context van het gegeven uitvoeringsvoorbeeld, en voorts los gezien kunnen worden van de technische maatregelen waarmee zij in de context van het voorbeeld samenwerken.

Voor wat betreft de beschermingsomvang wordt er op gewezen dat de uitvinding niet beperkt is tot het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, 20 en dat vele varianten mogelijk zijn. Zo kunnen delen van het transporttraject stijgend of dalend zijn, en kan het retour eventueel boven het transportpart zijn gelegen. Tevens is het mogelijk dat het transportpart van de transportmat bij het omlopen vanaf de transportbaan via een of meer geleidingsrollen naar de tandwielaandrijving wordt geleid, bijvoorbeeld een 25 of meer zich over de breedte van de mat uitstrekkende geleidingsrollen met relatief geringe diameter die met hun rotatieas parallel aan de aandrijfas van de tandwielaandrijving tussen de tandwielaandrijving en de transportbaan zijn opgesteld. Een dergelijke opstelling heeft als voordeel, dat de transporteur ter plaatse van de geleidingsrol kan aansluiten op een 30 volgende transportinrichting, en door de relatief geringe diameter van de 11 geleidingsrol relatief dicht op de volgende transportinrichting kan aansluiten. Een dergelijke geleidingsrol kan ook nabij het begin van de retourgeleiding zijn aangebracht, om er voor te zorgen dat de transportmat gecontroleerd over een groter deel van de omtrek over het tandwiel loopt.

5 Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn, en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.

12

LIJST VAN VERWIJZINGSCIJFERS

1. Transporteur 2. Transportmat 5 3. Begin 4. Einde 5. Omloopelement 6. Transportbaan 7. Transportpart 10 8. Pijl 9. Strips 10. Retourgeleiding 11. Retourpart 12. Onderzijde module 15 13. Module 14. Geleidingsbuizen 15. Eindaandrijving 16. Tandwielaandrijving 17. Tandkrans 20 18. Rij 19. Voorzijde 20. Achterzijde 21. Tussenruimte 22. Koppelingsuiteinde 25 23. Scharnierpen 24. Langsrand 25. Scharniergat 26. Langsrand 27. As 30 28. Bovenste retourgeleiding 13 29. Tandwiel 30. Onderste retourgeleiding 31. Geleidingselementen 32. Geleidingskanaal 5 33. Geleidingskanaal E Geleindingsenveloppe S Samendrukzone 10

Claims

1. Eindaandrijving voor een transporteur, omvattende een transportbaan voor het tijdens gebruik geleiden van een transportpart van een rechtlopende modulaire transportmat, een zich op afstand langs het transportpart uitstrekkende retourgeleiding voor het retour geleiden van 5 een retourpart van de transportmat, en een tussen de transportbaan en de retourgeleiding gelegen tandwielaandrijving voor het door aangrijping op de transportmat aandrijvend om laten lopen van de transportmat van de transportbaan naar de retourgeleiding, waarbij de transportbaan en de retourgeleiding een bochtstuk omvatten waar respectievelijk het 10 transportpart en het retourpart van de transportmat in hun vlak door een bocht worden geleid, met het kenmerk, dat de retourgeleiding een op de tandwielaandrijving aansluitende, zich langs opeenvolgende rijen modules uitstrekkende geleidingsenveloppe omvat waarin beweging van het retourpart van de transportmat zowel zijwaarts in het vlak van de 15 transportmat als dwars op het transportvlak is beperkt.

2. Eindaandrijving volgens conclusie 1, waarbij de geleidingsenveloppe een samendrukzone omvat waarin tijdens gebruik opeenvolgende modules van de transportmat zonder uitknikken van de mat in een samendrukzone ineen worden geschoven.

3. Eindaandrijving volgens conclusie 1 of 2, waarbij de geleidingsenveloppe in langsrichting verlopende, gestrekte U vormige geleidingskanalen omvatten waarin de tijdens gebruik langsranden van de transportmat zijn opgenomen.

4. Eindaandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 25 geleidingsenveloppe dwars op de transportichting uiteengeplaatste, zich in bewegingsrichting van de transportmat uitstrekkende bovenste en onderste retourgeleidingen omvatten waartussen de transportmat tijdens met enkele mm speling is opgenomen.

5. Eindaandrijving volgens conclusie 4, waarbij de onderste retourgeleidingen steeds in het vlak een omloopelement zijn gelegen.

6. Eindaandrijving volgens conclusie 4 of 5, waarbij de bovenste retourgeleidingen steeds naast een omloopelement zijn gelegen.

7. Transporteur, omvattende een modulaire transportmat van het rechtlopende type die in een eindloze lus omloopt tussen aan een begin en een einde van de transporteur gelegen omloopelementen, een transportbaan 10 voor het tijdens gebruik vlak houden en geleiden van een transportpart van de transportmat, een zich op afstand onderlangs het transportpart uitstrekkende retourgeleiding voor het retour geleiden van een retourpart van de transportmat, en een aan het einde van de transporteur tussen de transportbaan en de retourgeleiding gelegen eindaandrijving volgens een 15 der voorgaande conclusies.