NL2009404C2 - Seton voor de behandeling van een fistel, werkwijze voor het vormen van een gesloten lus uit een seton, alsmede smeltklem daarvoor. - Google Patents

Description

Seton voor de behandeling van een fistel, werkwijze voor het vormen van een gesloten lus uit een seton, alsmede smeltklem daarvoor.

TECHNISCH VAKGEBIED

5 [0001] De uitvinding heeft betrekking op een seton voor het behandelen van een fistel, en in het bijzonder van een peri-anale fistel. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vormen van een gesloten lus uit de seton, en op een smelttang voor gebruik in deze werkwijze.

10 STAND VAN DE TECHNIEK

[0002] Een draineerstreng of seton is een draad die wordt geplaatst in een fistelkanaal, waarvan de uiteinden vervolgens worden verbonden om een gesloten lus te vormen. De aanwezigheid van de draineerstreng in het fistelkanaal verzekert dat het fistelkanaal open blijft, zodat ontstekingen worden tegengegaan, en de genezing wordt 15 bevorderd. Enkele geschikte materialen voor het vormen van setons zijn hechtingsdraad, rubber, en medicinale draad.

[0003] Setons worden bijvoorbeeld gebruikt in het genezen van peri-anale fistels. Een peri-anale fistel is een ontstekende abnormale buisdoorgang die gevormd is tussen het anale kanaal en de peri-anale huid. Oorzaken voor peri-anale fistels zijn onder 20 andere infecties van anale klieren, de ziekte van Crohn, trauma, of gezwellen.

[0004] Uit octrooidocument W02005/020823Al is een sonde voor plaatsing van een draineerstreng in een peri-anaal fistelkanaal bekend. De sonde waaraan de streng verbonden is wordt door een peri-anaal huidoppervlak het fistelkanaal binnen gebracht, vervolgens door het kanaal geleid, en dan via de anus weer naar buiten gehaald. Na 25 plaatsing van de draineerstreng middels de bekende sonde kunnen de twee uiteinden van de draineerstreng onderling worden verbonden door ze samen te binden tot een knoop. Via andere bekende verbindingswijzen kunnen de uiteinden ook worden verbonden door een hechtingsdraad rondom de uiteinden van de seton te binden. Volgens bovenstaande wijzen kan een zogenoemde “losse seton” of “permanente 30 seton” worden gevormd, welke gedurende langere tijd in het anale gebied bevestigd blijft om te voorkomen dat de uitgang van het fistelkanaal geblokkeerd wordt. Hierdoor wordt het fistelkanaal continu gedraineerd, en wordt abcesvorming tegengegaan.

2

[0005] Er is gebleken dat bij permanente plaatsing van de seton volgens W02005/020823A1 de aanwezigheid van de knoop tot pijnlijke en anderszins oncomfortabele situaties voor de patiënt leidt.

5 KORTE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING

[0006] Een doel van de uitvinding is daarom om een seton voor behandeling van een fistel te verschaffen, die in geplaatste toestand een verbeterd gebruikscomfort aan de patiënt biedt.

[0007] Dit doel is bereikt door volgens een eerste aspect van de uitvinding te 10 voorzien in een seton voor de behandeling van een fistel, waarbij de seton een draad omvat met een eerste en een tweede draaduiteinde, waarbij de seton voorzien is van verbindingsmiddelen voor het in de langsrichting van de draad verbinden van de draaduiteinden tot een gladde verbinding, zodanig dat de seton een gladde gesloten lus vormt.

15 [0008] Zowel het aanbrengen van een knoop alsook het verbinden van de uiteinden van de seton door middel van een hechting volgens bekende methodes maken de ingreep complexer. De knoop van de geplaatste seton is relatief moeilijk schoon te houden, en heeft de neiging om na plaatsing naar de ingang van het fistelkanaal te draaien. Doordat de seton volgens dit aspect van de uitvinding voorzien is van de 20 genoemde verbindingsmiddelen, kunnen de uiteinden van de geplaatste seton worden verbonden om een gladde verbinding te vormen, zodanig dat de gehele seton een gladde gesloten lus vormt. Dit vereenvoudigt het plaatsen van de seton bij de patiënt. De term “draad” dient hier ruim te worden geïnterpreteerd, en duidt op relatief langwerpige (orde van centimeters), dunne (orde van millimeters of minder), flexibele 25 structuren die de vakman geschikt acht voor gebruik als seton. De draad kan bijvoorbeeld een massieve, gedraaide of gevlochten structuur hebben, of (ten minste gedeeltelijk) een holle buisvorm hebben. Met “langsrichting van de draad” wordt hier de lokale hoofdas van de draad bedoeld, welke correspondeert met de lokale raaklijn, welke langs de draad kan variëren. Onder “verbindingsmiddelen” kunnen hier zowel 30 een enkele verbindingsstructuur alsook meerdere samenwerkende verbindingsstructuren worden begrepen. Volgens hieronder besproken uitvoeringsvormen kunnen deze verbindingsmiddelen al aanwezig zijn aan of nabij de draaduiteinden, of tijdens plaatsing van de seton middels een speciale 3 bevestigingsoperatie aan of nabij de draaduiteinden worden aangebracht. Met “gladde gesloten lus” wordt hier bedoeld dat er bij de verbinding van de draaduiteinden van de seton geen knoop of abrupte (d.w.z. niet gladde) verdikking wordt gevormd, die een kanaalobstructie kan vormen door vastzetting in het fistelkanaal. In afwezigheid van 5 knopen of abrupte verdikkingen kan elk gedeelte van de geplaatste seton ongehinderd door het fistelkanaal bewegen zodat de geplaatste seton vrij door het fistelkanaal kan roteren zonder discomfort voor de patiënt te veroorzaken. Tevens is door de roteervrijheid elk gedeelte van de gladde gesloten lus eenvoudig bereikbaar te maken en te reinigen. Het zal duidelijk zijn dat de seton volgens dit aspect ook voor andere 10 toepassingen dan fistels en op andere locaties in het lichaam dan in fistelkanalen kan worden ingezet.

[0009] Volgens een uitvoeringsvorm van de seton, omvatten de verbindingsmiddelen een thermoplastisch materiaal.

[0010] Het thermoplastische materiaal in de verbindingsmiddelen maakt het 15 mogelijk om de draaduiteinden van de seton tot een gladde verbinding samen te smelten, door toevoer van thermische energie naar de samengevoegde draaduiteinden. Geschikte thermoplastische materialen voor de huidige toepassing zijn bijvoorbeeld polyurethaan of polycarbonaat. De thermische energie kan eenvoudig, snel, en op gecontroleerde wijze naar de verbindingsmiddelen worden toegevoerd, bijvoorbeeld 20 door middel van een warmte-element of via ultrageluid of straling. De draad van de seton kan tevens geheel of gedeeltelijk zijn gemaakt van het bovengenoemde thermoplastische materiaal. Bij samensmelting van de thermoplastische verbindingsmiddelen zal tevens een verwarmd thermoplastisch gedeelte van de draad meesmelten, zodat de resulterende gladde verbinding extra stevigheid zal krijgen.

25 [0011] Voor het samensmelten verschaft de uitvinding volgens een ander aspect een hand-bedienbare en eventueel gedeeltelijk steriliseerbare smelttang. Hiermee kan een bevestigingsmethode uitgevoerd worden waarmee plaatsing van de seton op eenvoudige, snelle, en steriele wijze kan worden uitgevoerd. De smelttang en de bevestigingsmethode volgens deze andere aspecten worden verderop besproken.

30 [0012] Volgens uitvoeringsvormen van de seton kunnen de draaduiteinden op allerlei geschikte manieren gevormd zijn. Zijn kunnen bijvoorbeeld gevormd zijn als complementaire verbindingsvlakken die zodanig gevormd zijn dat ze een vormgesloten verbinding kunnen vormen. Zo is het mogelijk dat de complementaire 4 verbindingsvlakken op een transversaal in elkaar hakende wijze zijn uitgevoerd. Enkele alternatieve uitvoeringsvormen worden hieronder beschreven.

[0013] Volgens een uitvoeringsvorm van de seton omvatten de verbindingsmiddelen een eerste uitsparing voorzien aan het eerste draaduiteinde en 5 voorzien van een eerste binnenoppervlak in een langsrichting van de draad, en een eerste insteekdeel met een eerste buitenoppervlak in de langrichting van de draad die ten minste gedeeltelijk gelijkvormig is aan de eerste uitsparing.

[0014] Ten minste een gedeelte van het buitenoppervlak van het eerste insteekdeel van de seton heeft een vorm die overeenkomt met het binnenoppervlak van de eerste 10 hulsuitsparing aan het eerste uiteinde van de seton. Hierdoor kan het insteekdeel vormsluitend in de uitsparing worden opgenomen, om zo een klemverbinding te vormen. Als het insteekdeel en eventueel het eerste draaduiteinde thermoplastisch materiaal omvatten, dan kan de gladde verbinding snel permanent worden gemaakt. Volgens verdere uitvoeringsvormen kan het eerste insteekdeel vastzitten aan het tweede 15 draaduiteinde, of kan het eerste insteekdeel zijn gevormd als een separate verbindingspen die zowel in de eerste uitsparing aan het eerste draaduiteinde alsook in een eventuele tweede uitsparing aan het tweede draaduiteinde kan worden gestoken. Volgens een andere verdere uitvoeringsvorm is de draad gevormd als een cilindrische massieve structuur, met een cilindervormig tweede draaduiteinde die het eerste 20 insteekdeel vormt, en met aan het eerste draaduiteinde een verdikte thermoplastische verbindingsstructuur die langs de langsrichting van de draad een cilindervormige eerste uitsparing omvat, waarin het cilindervormige eerste insteekdeel vormgesloten kan worden opgenomen. Door smelting van de verdikte verbindingsstructuur rondom het tweede draaduiteinde wordt de gladde verbinding gevormd. De lengte van de 25 cilindrische draad kan vooraf naar wens aan het tweede draaduiteinde worden ingekort (bijvoorbeeld door te knippen).

[0015] Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de draad gevormd door een flexibele buis met een buisbinnenzijde die aan het eerste draaduiteinde de eerste uitsparing vormt.

30 [0016] Volgens deze uitvoeringsvorm is de draad gevormd als een flexibele buis waarvan de binnenzijde van de buis aan het eerste draaduiteinde overgaat in de uitsparing bedoeld voor verbinding met het eerste insteekdeel. De buis kan op ieder gewenst punt dwars kan worden doorgeknipt of doorgesneden om aan het resulterende 5 uiteinde een nieuwe uitsparing te vormen, waarin het corresponderende insteekdeel kan worden vastgemaakt. De seton volgens deze uitvoeringen is daardoor na aanbrengen in het fistelkanaal eenvoudig aan betreffende uiteinden in te korten, om deze op een gewenste lengte te maken alvorens de gesloten lus te vormen.

5 [0017] De buis kan geheel of gedeeltelijk zijn gemaakt van het bovengenoemde thermoplastische materiaal. Bij samensmelting van de thermoplastische verbindingsmiddelen zal het verwarmde thermoplastische gedeelte van de buis meesmelten, zodat de resulterende gladde verbinding extra stevigheid zal krijgen.

[0018] Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvatten de verbindingsmiddelen 10 een tweede uitsparing voorzien aan het tweede draaduiteinde en voorzien van een tweede binnenoppervlak in de langsrichting van de draad, en een thermoplastisch verbindingslichaam voorzien van het eerste insteekdeel en van een tweede insteekdeel met een tweede buitenoppervlak in de langsrichting van de draad die ten minste gedeeltelijk gelijkvormig is aan de tweede uitsparing.

15 [0019] Het thermoplastisch verbindingslichaam vormt een tussengelegen penstructuur of plugstructuur die de eerste en tweede draaduiteinden met elkaar kan verbinden. Bij het voorbeeld van de draad gevormd als een flexibele buis zal de binnenzijde van de buis ook aan het tweede draaduiteinde overgaan in de uitsparing bedoeld voor opname van het tweede insteekdeel, die bijvoorbeeld gevormd is door het 20 tweede uiteinde van een verbindingspen.

[0020] Volgens weer een verdere uitvoeringsvorm omvat het verbindinglichaam tussen het eerste insteekdeel en het tweede insteekdeel een transversale verdikking.

[0021] Het “transversale” karakter van de verdikking duidt op een verdikking in het vlak loodrecht op de lokale langsrichting van de draad. Deze verdikking verschaft 25 een lateraal klemgebied waarmee het thermoplastische verbindingslichaam eenvoudig vooraf in een gewenste oriëntatie in het opnamegebied van een smeltklem volgens een ander aspect van de uitvinding kan worden geplaatst. Door het verbindingslichaam vooraf in de smeltklem te plaatsten is het niet nodig om eerstgenoemde met de hand vast te houden tijdens het plaatsen van de seton, en kan de resulterende 30 bewegingsvrijheid worden benut om de draaduiteinden snel en eenvoudig om de insteekdelen van het verbindingslichaam in de smelttang te schuiven, alvorens deze te verbinden.

6

[0022] Volgens verdere uitvoeringsvormen heeft het thermoplastische verbindingslichaam een afwijkende kleur in verhouding tot de draad en de draaduiteinden.

[0023] Het visuele contrast door de afwijkende kleur tussen de draad met 5 draaduiteinden enerzijds en het thermoplastische lichaam anderzijds maakt het mogelijk om de draaduiteinden eenvoudig rondom de insteekdelen van het thermoplastische verbindingslichaam in de smeltklem volgens een ander aspect van de uitvinding te plaatsen. Volgens een andere uitvoeringsvorm omvatten de verbindingsmiddelen een huls van thermoplastisch materiaal, waarbij de huls voorzien 10 is van een hulsbinnenzijde die vormgesloten om buitenzijden van beide draaduiteinden plaatsbaar is, om zo de gladde verbinding te vormen.

[0024] In deze uitvoeringsvorm wordt de gladde gesloten lus gevormd door de draaduiteinden van de solide draad (dus zonder verbindingsmiddelen aan de uiteinden) in een verbindingshuls te plaatsen, en laatstgenoemde vervolgens te verwarmen om het 15 geheel aan elkaar te smelten. De huls kan voorafgaand aan het sluiten van de seton al in de smelttang geplaatst zijn, zodat het positioneren van de draaduiteinden in de smelttang vereenvoudigd wordt.

[0025] Volgens een uitvoeringsvorm heeft de draad een cirkelvormige dwarsdoorsnede, met een draaddiameter die bij voorkeur in het bereik van 0,5 mm tot 20 5 mm ligt, en in het bijzonder in het bereik van 1,5 mm tot 2,5 mm ligt.

[0026] Vanwege de cirkelvormige dwarsdoorsnede zal de seton een minimale buigweerstand hebben in de vereiste krommingsrichting voor sluiten van de lus. In het bijzonder resulteert een cirkelvormige dwarsdoorsnede in een isotrope buigweerstand zonder voorkeursbuigrichting, en in onafhankelijkheid van de locale oriëntaties van de 25 uiteinden bij onderlinge verbinding. Een (eventueel gedeeltelijk) elliptische of anders gevormde dwarsdoorsnede voor de draad is in principe ook mogelijk.

[0027] Volgens een tweede aspect en in overeenstemming met de bovenstaande effecten en voordelen voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het vormen van een gesloten lus uit een seton geschikt voor de behandeling van een fistel, waarbij de seton 30 een draad met twee draaduiteinden omvat, en waarbij de werkwijze omvat: - het vormen van een gladde verbinding middels verbindingsmiddelen voor het verbinden van de uiteinden in de langsrichting van de draad, en - het vormen van de seton tot een gladde gesloten lus.

7

[0028] Volgens voorkeursuitvoeringsvormen wordt de werkwijze volgens dit aspect ingezet voor niet-therapeutische toepassingen waarin de seton tot een gladde gesloten lus wordt gevormd.

[0029] Volgens een uitvoeringvorm van de werkwijze omvatten de 5 verbindingsmiddelen een thermoplastisch materiaal, en omvat de werkwijze tevens: -het verschaffen van een smeltklem voorzien van een opnamegebied voor het opnemen van de verbindingsmiddelen en de draaduiteinden, en voorzien van een smeltbron in het opnamegebied; - het op samenwerkende wijze plaatsen van de verbindingsmiddelen en de draaduiteinden in het opnamegebied, en - het samensmelten van de 10 verbindingsmiddelen tot de gladde verbinding door middel van de smeltbron.

[0030] Met “smeltbron” wordt hier een bron bedoeld die op gecontroleerde wijze het thermoplastische materiaal tot het smeltpunt kan brengen. Het smelten kan op voor de vakman bekende manieren worden geïnduceerd, bijvoorbeeld door toevoer van thermische energie uit een warmtebron, door ultrasone trillingen uit een ultrageluid 15 transducent, of door elektromagnetische straling.

[0031] Volgens bovengenoemde verdere uitvoeringsvormen van de seton kunnen de verbindingsmiddelen een separaat thermoplastisch verbindinglichaam (bijvoorbeeld een verbindingshuls, of een verbindingspen of -plug met een eerste en tweede insteekdeel met eventuele verdikking in het midden). In aansluiting hierop omvat een 20 corresponderende verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze dan het vooraf plaatsen van het thermoplastisch verbindinglichaam in het opnamegebied van de smeltklem, en het vervolgens plaatsen van uitsparingen van de draaduiteinden over en rondom de insteekdelen van het thermoplastisch verbindinglichaam. In deze uitvoeringsvorm hoeft het verbindingslichaam niet te worden vastgehouden tijdens plaatsing van de seton in 25 een fistelkanaal, zodat de handen van de gebruiker vrij blijven voor nauwkeurige plaatsing van de draaduiteinden in de smeltklem.

[0032] Volgens een derde aspect voorziet de uitvinding in een smeltklem voor het verbinden van de draaduiteinden van de seton volgens het eerste aspect, waarbij de smeltklem omvat: - een tweetal samenwerkende klemdelen, voorzien van een 30 opnamegebied voor het omsluiten van de verbindingsmiddelen in een gesloten toestand van de klemdelen, en - een smeltbron in het opnamegebied, voor het toevoeren van thermische energie naar de verbindingsmiddelen indien aanwezig in het opnamegebied.

8

[0033] Met een dergelijke smeltklem wordt het mogelijk om op zeer eenvoudige wijze het thermoplastische materiaal in de verbindingsmiddelen van de seton op gecontroleerde wijze te smelten, en zo de seton tot een gladde gesloten lus te vormen.

[0034] Volgens een uitvoeringsvorm omvat de smeltklem een sluitmechaniek voor 5 het gesloten houden van de klemdelen tijdens toevoer van thermische energie naar de verbindingsmiddelen indien aanwezig in het opnamegebied.

[0035] Volgens een uitvoeringsvorm omvat de smeltklem een koelelement in het opnamegebied, voor het onttrekken van thermische energie aan de verbindingsmiddelen in verbonden toestand indien aanwezig in het opnamegebied.

10 [0036] Door gebruik van het koelelement kan de thermische energie die in een vorige stap is toegevoerd naar de thermoplastische verbindingsmiddelen om deze te doen smelten, na het vormen van de draadverbinding weer worden afgevoerd. Hierdoor zal het thermoplastische materiaal sneller stollen, zodat de gladde verbinding zeer snel kan worden gerealiseerd.

15 [0037] Volgens een verdere uitvoeringsvorm omvat de smeltklem een besturingseenheid voor het aansturen van ten minste één van de smeltbron, het koelelement, en het sluitmechaniek.

[0038] De besturingseenheid is ingericht om bijvoorbeeld de temperatuur in het opnamegebied te reguleren, en kan zijn ingericht om de gebruiker van de smeltklem te 20 informeren over de verschillende stadia van het smeltproces en de (verwachte) toestand van de draaduiteinden en verbindingsmiddelen in de smelttang.

[0039] Volgens een uitvoeringsvorm is de smeltklem gevormd als een draagbare smelttang met armen voorzien van de klemdelen en het opnamegebied aan armuiteinden, waarbij de armen onderling schamierbaar verbonden zijn voor het 25 handmatig in de gesloten toestand brengen van de smelttang.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

[0040] Vervolgens zullen uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding uitsluitend bij wijze van voorbeeld worden beschreven aan de hand van de begeleidende schematische 30 tekeningen, waarbij corresponderende onderdelen door corresponderende verwijzingssymbolen zijn aangegeven.

[0041] Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een seton gevormd tot een gladde gesloten lus volgens het eerste aspect van de uitvinding; 9

[0042] Fig.2 toont een uitvoeringsvorm van een seton in niet gesloten toestand;

[0043] Fig.3 toont een uitvoeringsvorm van een smeltklem volgens het derde aspect van de uitvinding, en

[0044] Fig.3a toont een gedeelte van de uitvoeringsvorm van de smeltklem uit 5 Fig.3.

[0045] De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet ter beperking van de beschermingsomvang die wordt gedefinieerd door de conclusies.

10 BESCHRIJVING VAN UITVOERINGSVORMEN

[0046] Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een seton 1 voor de behandeling van een fistel 32 volgens het eerste aspect van de uitvinding. De seton 1 is aangebracht in een fistelkanaal 34 van een patiënt 30 en omvat een draad met een eerste draaduiteinde 4 en een tweede draaduiteinde 6 die samen gevormd zijn tot een gladde verbinding 8, 15 zodat de aangebrachte seton 1 een gladde gesloten lus 3 vormt. De gladde verbinding 8 en gladde gesloten lus 3 kunnen via verschillende uitvoeringsvormen van de seton 1 worden gerealiseerd, waarvan hieronder enkele verder worden toegelicht.

[0047] Fig.2a toont een uitvoeringsvorm van een seton 1 in niet-gesloten toestand. De setondraad 2 is gevormd door een flexibele buis 10 met een buisbinnenzijde 12, die 20 aan het eerste draaduiteinde 4 overgaat in een eerste uitsparing 14 met een eerste binnenoppervlak 16 in de lokale langsrichting S van de draad 2. Aan het tweede draaduiteinde 6 gaat de buisbinnenzijde 12 over in een tweede uitsparing 22, met een tweede binnenoppervlak 24 in de lokale langsrichting S van de draad 2. De getoonde buisvormige draad 2 heeft een cirkel vormige dwarsdoorsnede A, met een 25 buitendiameter 01 die bijvoorbeeld een waarde van ongeveer 1,67 mm (5 french) heeft. De buis 10 kan eenvoudig worden ingekort tot een gewenste lengte alvorens de draaduiteinden 4, 6 met elkaar worden verbonden. Verbindingsmiddelen van de seton 1 worden deels gevormd door de eerste en tweede uitsparingen 14, 22, en deels door een thermoplastisch verbindingslichaam 13 in de vorm van een verbindingsplug met een 30 centrale verdikking 21. Deze verbindingsplug 13 kan met een eerste insteekdeel 18 en een tweede insteekdeel 26 in de eerste uitsparing 14 respectievelijk de tweede uitsparing 22 worden gestoken. De buitenoppervlakken 20, 28 van de insteekdelen 18, 26 zijn complementair gevormd aan de eerste en tweede uitsparingen 14, 22, zodat deze 10 klemmend in elkaar kunnen worden gestoken. Het thermoplastische materiaal van de verbindingsplug 13 is bijvoorbeeld gemaakt van een thermoplastisch materiaal zoals polyurethaan of polycarbonaat. De buis is hier ook gemaakt van een dergelijk thermoplastische materiaal. De thermoplastische verbindingsplug 13 kan in een 5 afwijkende kleur ten opzichte van de buis 10 en de draaduiteinden 4, 6 zijn uitgevoerd. Door toevoer van thermische energie naar de plug 13 die is ingestoken in de uitsparingen 14, 22 worden de draaduiteinden 4, 6 van de seton 1 en de plug 13 tot een stevige gladde verbinding 8 samengesmolten.

[0048] In Fig.2b is een andere uitvoeringsvorm van de seton 1 getoond die identiek 10 is aan de uitvoeringsvorm in Fig.2a, maar waarin het verbindingslichaam 13 anders gevormd is. Het verbindingslichaam is hier gevormd als een verbindingspen 13 gemaakt van een thermoplastisch materiaal (bijvoorbeeld zoals boven besproken). De verbindingspen 13 heeft een eerste insteekdeel 18 en een tweede insteekdeel 26 met eerste en tweede buitenoppervlakken 20, 28 die in elkaar overlopen, zonder een 15 tussenliggende transversale verdikking 21. De draaduitenden 4, 6 kunnen derhalve tijdens verbinding door middel van de verbindingspen 13 in direct contact met elkaar worden gebracht.

[0049] Volgens een andere uitvoeringsvorm getoond in Fig.2c zijn de draad en de draaduiteinden 4, 6 massief en cilindervormig, en omvatten de verbindingsmiddelen 20 een huls 29 van thermoplastisch materiaal. De huls 29 is voorzien van een hulsbinnenzijde die vormgesloten om buitenzijden van beide draaduiteinden 4, 6 plaatsbaar is. Daardoor kan de huls 29 door toevoer van thermische energie plastisch worden vervormd om samen met de draaduiteinden de gladde verbinding 8 te vormen.

[0050] In een andere (niet getoonde) uitvoeringsvorm in de draad gevormd als een 25 cilindrische massieve structuur, met een cilindervormig tweede draaduiteinde die het eerste insteekdeel vormt, en met aan het eerste draaduiteinde een verdikte thermoplastische verbindingsstructuur die langs de langsrichting van de draad een cilindervormige eerste uitsparing omvat, waarin het cilindervormige eerste insteekdeel vormgesloten kan worden opgenomen. Door smelten van de verdikte 30 verbindingsstructuur rondom het tweede draaduiteinde wordt de gladde verbinding gevormd. De lengte van de cilindrische draad kan vooraf naar wens aan het tweede draaduiteinde worden ingekort, bijvoorbeeld door te knippen.

11

[0051] De bovenbeschreven setons 1, en alternatieve uitvoeringsvormen van de seton 1 volgens het eerste aspect, kunnen worden gevormd tot een gladde gesloten lus 3 in de langsrichting S van de draad 2, door het vormen van de draaduiteinden 4, 6 en verbindingsmiddelen 13 - 28 tot een gladde verbinding 8. Dit kan bijvoorbeeld worden 5 gerealiseerd door gebruik van een smelttang 40 volgens een derde aspect, waarvan een uitvoeringsvorm hieronder in detail wordt beschreven.

[0052] Figs.3 en 3a tonen een uitvoeringsvorm van een smeltklem 40 volgens dit derde aspect van de uitvinding, welke klem gevormd is als een draagbare smelttang 40 met armen 43, 45 die onderling scharnierbaar verbonden zijn, zodat de smelttang door 10 handbediening in de gesloten toestand kan worden gebracht. De armen 43, 45 van de smeltklem 40 vormen aan uiteinden een tweetal samendrukbare klemdelen 42, 44 welke voorzien zijn van een opnamegebied 46 voor het omsluiten van de setonverbindingsmiddelen indien de klemdelen 42, 44 in een gesloten toestand zijn gebracht. Volgens een corresponderende werkwijze dienen de verbindingsmiddelen 13 15 en de draaduiteinden 4, 6 van de seton 1 in het opnamegebied 46 te worden geplaatst.

[0053] De smeltklem 40 omvat een smeltbron 48 in het opnamegebied 46, ingericht voor het toevoeren van thermische energie naar de verbindingsmiddelen. Met een dergelijke smeltklem 40 wordt het mogelijk om op zeer eenvoudige wijze het thermoplastische materiaal in de verbindingsmiddelen van de seton 1 op gecontroleerde 20 wijze te smelten met thermische energie aangevoerd door de smeltbron 48, om zo de draaduiteinden 4, 6 van de seton 1 tot een gladde verbinding 8 te vormen, en zo de seton 1 tot een gladde gesloten lus 3 te vormen

[0054] De getoonde smeltklem 40 heeft een sluitmechaniek 54 voor het gesloten houden van de klemdelen 42, 44 tijdens toevoer van thermische energie naar de 25 verbindingsmiddelen (indien aanwezig in het opnamegebied 46). De tang 40 kan voorzien zijn van een veerelement 56 om de armen 43, 45 van elkaar te dwingen, en de klemdelen 42, 44 weer te openen, bijvoorbeeld zodra het sluitmechaniek 54 uitgeschakeld wordt. Ook heeft de smeltklem 40 een koelelement 49 in het opnamegebied 46, voor het onttrekken van thermische energie aan de 30 verbindingsmiddelen in gladde verbonden toestand.

[0055] De smeltklem 40 heeft een besturingseenheid 50 voor het aansturen van de smeltbron 48, het koelelement 49, en het sluitmechaniek 54. Door gebruik van het koelelement 49 kan de thermische energie die in een vorige stap is toegevoerd naar de 12 thermoplastische verbindingsmiddelen, na het vormen van de gladde draadverbinding weer worden afgevoerd. Hierdoor zal het thermoplastische materiaal sneller stollen, zodat de gladde verbinding 8 zeer snel kan worden gerealiseerd.

[0056] Fig.3a toont de eerste en tweede klemdelen 42, 44 van de smelttang 40.

5 Getoond is dat een separaat thermoplastisch verbindingslichaam 13 (hier een verbindingsplug met transversale verdikking zoals in Fig.2a) in het opnamegebied 46 geplaatst kan zijn. Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze kan het thermoplastisch verbindinglichaam 13 vooraf in het opnamegebied 46 van de smeltklem 40 geplaatst worden. De draad 2 van de seton 1 wordt vervolgens door een 10 gewenst kanaal (bijvoorbeeld fistelkanaal 34) getrokken, en eventueel ingekort tot een gewenste lengte. Vervolgens worden de draaduiteinden 4, 6 met de uitsparingen 14, 22 over en rondom de insteekdelen 18, 26 van het thermoplastisch verbindinglichaam 13 in de smelttang 40 geplaatst. In deze uitvoeringsvorm hoeft het verbindingslichaam niet te worden vastgehouden tijdens plaatsing van de seton 1 in een fistelkanaal 34, zodat de 15 handen van degene(n) die de seton 1 aanbrengen vrij blijven voor nauwkeurige plaatsing van de draaduiteinden 4, 6 in de smelttang 40. Vervolgens kan de smelttang 40 worden gesloten, en de smeltbron 48 worden geactiveerd. Nadat de draaduiteinden 4, 6 en verbindingslichaam 13 aan elkaar zijn gesmolten tot de gladde verbinding 8 kan het geheel eventueel worden gekoeld met behulp van het koelelement 49. Tijdens het 20 gehele proces houdt het sluitmechaniek 54 de klemdelen 42, 44 gesloten.

[0057] Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven uitvoeringsvormen slechts beschreven zijn bij wijze van voorbeeld en niet in enige begrenzende betekenis, en dat verschillende wijzigingen en aanpassingen mogelijk zijn zonder buiten de omvang van de uitvinding te komen en dat de reikwijdte slechts bepaald wordt door de 25 bij gevoegde conclusies.

13

LIJST VAN VERWIJZINGSTEKENS

1 seton 2 draad 3 gladde gesloten lus 5 4 eerste draaduiteinde 6 tweede draaduiteinde 8 gladde verbinding 10 buis 12 buisbinnenzijde 10 13 thermoplastisch verbindingslichaam 14 eerste uitsparing 16 eerste binnenoppervlak 18 eerste insteekdeel 20 eerste buitenoppervlak 15 21 transversale verdikking 22 tweede uitsparing 24 tweede binnenoppervlak 26 tweede insteekdeel 28 tweede buitenoppervlak 20 29 huls 30 patiënt 32 fistel 34 fistelkanaal 40 smelttang 25 42 eerste klemdeel 43 eerste arm 44 tweede klemdeel 45 tweede arm 46 opnamegebied 30 48 smeltbron 49 koelelement 50 besturingseenheid 52 optische indicator 14 54 sluitmechaniek 56 veer A dwarsdoorsnede S langsrichting 5 01 eerste diameter

LITERATUURLIJST

10 [1] DROP, J G. ‘Integrated Circuit Personalization at the Module Level’. IBM tech.

dis. bull. October 1974, Vol.l7,No.5, p. 1344 - 1345, ISSN 2345-6789.

Claims (16)

1. Seton (1) voor de behandeling van een fistel (32), waarbij de seton een draad (2) omvat met een eerste en een tweede draaduiteinde (4, 6), met het kenmerk dat 5 de seton voorzien is van verbindingsmiddelen (13-29) voor het in de langsrichting (S) van de draad verbinden van de draaduiteinden tot een gladde verbinding (8), zodanig dat de seton een gladde gesloten lus (3) vormt.

2. Seton (1) volgens conclusie 1, waarbij de verbindingsmiddelen (13 - 29) een 10 thermoplastisch materiaal omvatten.

3. Seton (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verbindingsmiddelen (13 - 29) omvatten: - een eerste uitsparing (14) voorzien aan het eerste draaduiteinde (4) en voorzien 15 van een eerste binnenoppervlak (16) in een langsrichting (S) van de draad (2), en - een eerste insteekdeel (18) met een eerste buitenoppervlak (20) in de langrichting van de draad die ten minste gedeeltelijk gelijkvormig is aan de eerste uitsparing.

4. Seton (1) volgens conclusie 3, waarbij de draad (2) gevormd is door een flexibele 20 buis (10) met een buisbinnenzijde (12) die aan het eerste draaduiteinde (4) de eerste uitsparing (14) vormt.

5. Seton (1) volgens conclusie 3 of 4, waarbij de verbindingsmiddelen (13 - 29) omvatten: 25. een tweede uitsparing (22) voorzien aan het tweede draaduiteinde (4) en voorzien van een tweede binnenoppervlak (20) in de langsrichting (S) van de draad (2), en - een thermoplastisch verbindingslichaam (13) voorzien van het eerste insteekdeel (18) en van een tweede insteekdeel (26) met een tweede buitenoppervlak (28) in de langsrichting van de draad die ten minste gedeeltelijk gelijkvormig is aan de 30 tweede uitsparing.

6. Seton (1) volgens conclusie 5, waarbij het verbindinglichaam (13) tussen het eerste insteekdeel (18) en het tweede insteekdeel (26) een transversale verdikking (21) omvat.

7. Seton (1) volgens conclusie 5 of 6, waarbij het thermoplastische verbindingslichaam (13) een afwijkende kleur heeft in verhouding tot de draad (2) en de draaduiteinden (4, 6).

8. Seton (1) volgens conclusie 2, waarbij de verbindingsmiddelen (13 - 29) een huls 10 (29) van thermoplastisch materiaal omvatten, waarbij de huls voorzien is van een hulsbinnenzijde die vormgesloten om buitenzijden van beide draaduiteinden (4, 6. plaatsbaar is, om zo de gladde verbinding te vormen.

9. Seton (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de draad (2) een 15 cirkelvormige dwarsdoorsnede (A) heeft, met een draaddiameter (01) die bij voorkeur in het bereik van 0,5 mm tot 5 mm ligt, en in het bijzonder in het bereik van 1,5 mm tot 2,5 mm ligt.

10. Werkwijze voor het vormen van een gesloten lus uit een seton (1) geschikt voor 20 de behandeling van een fistel (32), waarbij de seton een draad (2) met twee draaduiteinden (4, 6) omvat, gekenmerkt door - het vormen van een gladde verbinding (8) middels verbindingsmiddelen (13 -29) voor het verbinden van de uiteinden in de langsrichting (S) van de draad, en 25. het vormen van de seton (2) tot een gladde gesloten lus (3).

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de verbindingsmiddelen (13 - 29) een thermoplastisch materiaal omvatten, en waarbij de werkwijze omvat: - het verschaffen van een smeltklem (40) voorzien van een opnamegebied (46) 30 voor het opnemen van de verbindingsmiddelen en de draaduiteinden (4, 6), en voorzien van een smeltbron (48) in het opnamegebied; - het op samenwerkende wijze plaatsen van de verbindingsmiddelen en de draaduiteinden in het opnamegebied; - het samensmelten van de verbindingsmiddelen tot de gladde verbinding (8) door middel van de smeltbron.

12. Smeltklem (40) voor het verbinden van de draaduiteinden (4, 6) van de seton (1) 5 volgens een van de conclusies 2-9, omvattende: - een tweetal samenwerkende klemdelen (42, 44), voorzien van een opnamegebied (46) voor het omsluiten van de verbindingsmiddelen (13 - 29) in een gesloten toestand van de klemdelen, en - een smeltbron (48) in het opnamegebied, voor het toevoeren van thermische 10 energie naar de verbindingsmiddelen indien aanwezig in het opnamegebied.

13. Smeltklem (40) volgens conclusie 12, omvattende: - een sluitmechaniek (54) voor het gesloten houden van de klemdelen (42, 44) tijdens toevoer van thermische energie naar de verbindingsmiddelen (13 - 29) 15 indien aanwezig in het opnamegebied (46).

14. Smeltklem (40) volgens een van de conclusies 12 - 13, omvattende: - een koelelement (49) in het opnamegebied (46), voor het onttrekken van thermische energie aan de verbindingsmiddelen (13 - 29) in verbonden toestand 20 indien aanwezig in het opnamegebied.

15. Smeltklem (40) volgens een van de conclusies 12 - 14, omvattende: - een besturingseenheid (50) voor het aansturen van ten minste één van de smeltbron (48), het koelelement (49), en het sluitmechaniek (54). 25

16. Smeltklem (40) volgens een van de conclusies 12 - 15, gevormd als een draagbare smelttang (40) en voorzien van armen (43, 45) met de klemdelen (42, 44) en het opnamegebied (46) aan armuiteinden, waarbij de armen onderling schamierbaar verbonden zijn voor het handmatig in de gesloten toestand brengen 30 van de smelttang.