NL2009035C2 - Centrifuge voor het centrifugeren van een massa en gebruik van een dergelijke inrichting voor het drogen van een massa. - Google Patents

Description

CENTRIFUGE VOOR HET CENTRIFUGEREN VAN EEN MASSA EN GEBRUIK VAN EEN DERGELIJKE INRICHTING VOOR HET DROGEN VAN EEN MASSA

5 De uitvinding heeft betrekking op een centrifuge voor het centrifugeren van een massa, bijvoorbeeld groente, zoals sla, spinazie, wortel, kool, en dergelijk, omvattende: - een geperforeerde centrifugeertrommel met een min of meer horizontaal opgestelde rotatie-as; 10 - toevoermiddelen voor het toevoeren van de massa aan de trommel, en - afvoermiddelen voor het afvoeren van de massa vanaf de trommel.

Een dergelijke centrifuge is op zichzelf bekend en 15 wordt in de voedingsindustrie toegepast voor het drogen van groente, zoals sla, spinazie, wortel, kool, en dergelijk, nadat de groente gewassen is. Een dergelijke op zichzelf bekende centrifuge omvat een eerste lopende band voor het toevoeren van de massa aan de trommel en een tweede lopende 20 band voor het afvoeren van de massa vanaf de trommel. De eerste lopende band is verplaatsbaar opgesteld tussen een eerste positie, waarin de eerste lopende band zich op afstand van de trommel bevindt en een tweede positie, waarin de eerste lopende band zich tot in de trommel uitstrekt.

25 Telkens wordt tijdens het centrifugeren van een bepaalde hoeveelheid massa, waarbij de trommel roteert met een voor het drogen van de massa geschikt toerental, de eerste lopende band gevuld met een nieuwe hoeveelheid te centrifugeren massa, terwijl de eerste lopende band zich in 30 zijn eerste positie bevindt. Nadat de bepaalde hoeveelheid massa voldoende droog is wordt het toerental waarmee de trommel roteert tijdelijk verlaagd, en wordt de trommel in een verticaal vlak zodanig geroteerd, dat het einde van de 2 trommel waar tweede lopende band is opgesteld zich op een lager punt bevindt dan het einde waar de eerste lopende band is opgesteld, zodat de massa uit de trommel op de tweede lopende band valt en daardoor afgevoerd wordt. Nadat de 5 trommel althans in hoofdzaak leeg is, roteert de trommel in het verticale vlak terug naar zijn positie, waarin de rotatie-as zich in hoofdzaak horizontaal bevindt. Op dat moment verplaatst de eerste lopende band zich naar zijn tweede positie voor het aan de trommel toevoeren van de 10 nieuwe hoeveelheid te centrifugeren massa, nog steeds onder het verlaagde toerental van de trommel. Na het toevoeren van de massa aan de trommel verplaatst de eerste lopende band zich terug naar zijn eerste positie, waar deze opnieuw gevuld wordt, en wordt het toerental van de trommel verhoogd 15 naar het genoemde geschikte toerental.

De hierboven beschreven op zichzelf bekende centrifuge heeft een aantal nadelen. Een eerste nadeel is, dat het toerental waarmee de trommel roteert tijdens het toevoeren en afvoeren van de massa tijdelijk verlaagd wordt, en voor 20 het drogen weer verhoogd wordt, hetgeen extra energie kost voor het schakelen tussen de twee toerentallen. Een tweede nadeel is, dat de eerste lopende band tijdens het verplaatsen tussen zijn eerste positie en zijn tweede positie niet gevuld kan worden, wat extra tijd en kosten met 25 zich meebrengt. Een derde nadeel is, dat het legen van de trommel batch-gewijs plaatsvindt, terwijl overige processen zoals het wassen van de massa continu doorlopende processen zijn.

Het is een doel van de uitvinding om de bovengenoemde 30 nadelen althans gedeeltelijk te ondervangen. In het bijzonder is het een doel van de uitvinding om een centrifuge van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen 3 waarmee de massa in een continu doorlopend proces gedroogd kan worden.

Hiertoe vertoont de centrifuge van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding de bijzonderheid, dat: 5 - aan de trommel middelen voor het op enige afstand van de binnenomtrekswand van de trommel houden van de massa zijn toegevoegd, en - de trommel een zich in de richting van de afvoermiddelen verwijdende vorm vertoont, zodanig, dat 10 tijdens het centrifugeren de in de trommel aanwezige massa vanaf de toevoermiddelen naar de afvoermiddelen verplaatst wordt.

Vanwege de centrifugale kracht wordt de massa in de trommel naar de binnenomtrekswand van de trommel gedreven.

15 Wanneer de massa volgens de uitvinding op enige afstand van de binnenomtrekswand van de trommel wordt gehouden en de trommel een zich in de richting van de afvoermiddelen verwijdende vorm vertoont, wordt de massa tijdens het centrifugeren in de richting van de afvoermiddelen 20 getransporteerd, waardoor de massa tijdens het centrifugeren continu aan de trommel kan worden toegevoerd en continu van de trommel kan worden afgevoerd. Hierbij kan de trommel continu met één toerental roteren, namelijk met het voor het drogen van de massa geschikte toerental. Bijvoorbeeld ligt 25 dit toerental tussen 80 - 600 omwentelingen per minuut.

In een uitvoeringsvorm van de centrifuge volgens de uitvinding omvatten de middelen voor het op enige afstand van de binnenomtrekswand van de trommel houden van de massa vast opgestelde gastoevoermiddelen voor het via de 30 perforaties toevoeren van een gas onder druk aan de binnenomtrekswand van de trommel over een deel van de omtrek daarvan, zodanig, dat in dat deel van de omtrek van de 4 binnenomtrekswand de massa op de genoemde enige afstand wordt gehouden door het gas onder druk.

Het gas wordt in een richting, die in hoofdzaak loodrecht op de binnenomtrekswand van de trommel staat, via 5 de perforaties toegevoerd aan de binnenomtrekswand van de trommel. Het gas blaast de massa weg van de omtrekswand, zodat de massa op de genoemde enige afstand wordt gehouden. Hierbij wordt ook het water, dat zich in de massa bevindt, op de genoemde enige afstand gehouden, zodat in het deel van 10 de omtrek waar het gas wordt toegevoerd het water de trommel niet kan verlaten. In het overige deel van de omtrek, waar geen gas wordt toegevoerd, zal de massa met water op gewone wijze tegen de wand van de trommel gedrukt worden, zodat in het overige deel van de omtrek het water de trommel via de 15 perforaties zal verlaten. Doordat de gastoevoermiddelen vast opgesteld zijn, waarbij de trommel roteert ten opzichte van de gastoevoermiddelen, zal het gas telkens aan een ander deel van de binnenomtrekswand van de trommel worden toegevoerd. Gedurende één omwenteling van de trommel zal de 20 massa zich dus telkens van en naar de omtrekswand verplaatsen, waarbij in het deel van de binnenomtrekswand waar gas toegevoerd wordt de massa op de genoemde enige afstand van de wand wordt gehouden, waarbij de massa zich in de richting van de afvoermiddelen zal verplaatsen, en 25 waarbij in het overige deel van de omtrek de massa tegen de wand gedrukt wordt, zodat het water uit de massa geslingerd wordt en via de perforaties de trommel zal verlaten.

Een ander voordeel van de gastoevoermiddelen als middelen voor het op enige afstand houden van de 30 binnenomtrekswand van de trommel houden van de massa, is dat het water, dat zich tussen verschillende delen van de massa bevindt, bijvoorbeeld tussen sla- of spinazieblaadjes, zich opnieuw zal rangschikken tussen de massa wanneer dit door 5 het gas op de genoemde afstand van de wand wordt gehouden. Hierdoor zal het water in het overige deel van de omtrek eenvoudiger uit de massa geslingerd worden, zodat de massa met de centrifuge volgens de uitvinding sneller en/of beter 5 gedroogd wordt dan met de op zichzelf bekende centrifuge.

Het deel van de omtrek waaraan het gas wordt toegevoerd is bij voorkeur tussen 5 - 40% van de totale omtrek, en het overige deel van de omtrek waaraan geen gas toegevoerd wordt is derhalve bij voorkeur tussen 60 - 95% van de totale 10 omtrek van de trommel.

Het gas onder druk is bij voorkeur lucht. De lucht heeft een geringe overdruk, bijvoorbeeld tussen 0,03 - 0,10 bar.

In een praktische uitvoeringsvorm van de centrifuge 15 volgens de uitvinding omvatten de gastoevoermiddelen twee tegenover elkaar aan de buitenzijde van de trommel vast opgestelde gaskamers, die zich elk over een bepaald deel van de omtrek van de omtrekswand over de lengte van de trommel uitstrekken, voor het in twee tegenover elkaar gelegen delen 20 van de omtrek van de binnenomtrekswand toevoeren van het gas onder druk, zodanig, dat in de twee tegenover elkaar gelegen delen van de omtrek van de binnenomtrekswand de massa op de genoemde enige afstand wordt gehouden door het gas onder druk. De gaskamers dichten bijvoorkeur nagenoeg luchtdicht 25 af op de trommel.

Twee tegenover elkaar gelegen gaskamers bieden het voordeel, dat de belasting van de massa op de trommel symmetrisch verdeeld is over de omtrek van de trommel. In plaats van twee gaskamers kunnen de gastoevoermiddelen elk 30 aantal gaskamers omvatten, zoals drie of vier gaskamers. De gaskamers zijn bij voorkeur verdeeld over de omtrek van de trommel aan de buitenzijde daarvan opgesteld, bij voorkeur 6 zodanig, dat de hoek tussen twee opeenvolgende gaskamers telkens gelijk is.

Als een symmetrische belasting niet vereist is kunnen de gastoevoermiddelen tevens één gaskamer omvatten, die zich 5 over de lengte van de trommel over een deel van de omtrek van de trommel uitstrekt.

Om te voorkomen, dat de massa aan het afvoereinde van de trommel uit de trommel weggeslingerd wordt, omvatten de afvoermiddelen bij voorkeur een aan de trommel aansluitende 10 cilindrische wand. De wand vertoont aan zijn onderzijde een opening waaronder transportmiddelen opgesteld zijn voor het vanaf de centrifuge transporteren van de massa.

In een uitvoeringsvorm van de centrifuge volgens de uitvinding strekken de toevoermiddelen zich tot in de 15 trommel uit, waarbij de toevoermiddelen zich tot nabij de binnenomtrekswand van de trommel uitstrekken voor het nabij de binnenomtrekswand toevoeren van de massa aan de trommel.

Door het nabij de binnenomtrekswand van de trommel toevoeren van de massa wordt de massa eenvoudig meegenomen 20 door de wand van de trommel.

De toevoermiddelen strekken zich bij voorkeur tot net in de trommel uit, zodat de massa over een zo groot mogelijk deel van de lengte van de trommel gedroogd wordt.

De toevoermiddelen omvatten praktisch een L-vormige 25 transportband, waarvan een eerste deel in de lengterichting van de trommel opgesteld is, en waarvan een tweede deel dwars op de lengterichting van de trommel opgesteld is, welk tweede deel zich tot nabij de binnenomtrekswand van de trommel uitstrekt.

30 De L-vormige transportband kan bijvoorbeeld twee transportbanden omvatten, die in de vorm van een L opgesteld zijn.

7

De trommel vertoont bijvoorbeeld een frustoconische vorm.

De uitvinding heeft tevens betrekking op het gebruik van een dergelijke inrichting voor het drogen van een massa, 5 bijvoorbeeld groente, zoals sla, spinazie, wortel, kool, en dergelij k.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarin: figuur 1 een perspectivisch vooraanzicht van de 10 centrifuge volgens de uitvinding toont; figuur 2 de centrifuge uit figuur 1 doorzichtig weergeeft; en figuur 3 een perspectivisch achteraanzicht van de centrifuge uit figuur 1 toont.

15 De figuren 1-3 tonen een centrifuge 1 voor het drogen van groente, zoals sla, spinazie, wortel, kool, en dergelijke. Elke groente, die geschikt is voor droging in een centrifuge, kan in de centrifuge 1 gedroogd worden. De centrifuge 1 omvat een in hoofdzaak horizontaal opgestelde 20 geperforeerde frustoconische centrifugeertrommel 2. De trommel 2 wordt roterend aangedreven met een continu toerental van ongeveer tussen de 80 - 600 omwentelingen per minuut, welk toerental geschikt is voor het drogen van de massa. Zich in de trommel 2 bevindende groente wordt door 25 het roteren van de trommel 2 tegen de binnenomtrekswand van de trommel geperst, waarbij zich in en/of tussen de groente bevindend water de trommel 2 via de perforaties verlaat, zodat de groente gedroogd wordt. Om de trommel 2 heen is een cilindervormige mantel 3 aangebracht voor het opvangen van 30 het uit de groente geslingerde water. Eventueel kan de mantel 3 een aan de trommel 2 aangepaste, frustoconische vorm vertonen.

8

Aan een toevoereinde van de trommel 2 is een zich in de langsrichting van de trommel 2 uitstrekkende transportband 4 opgesteld, en een zich dwars op de langsrichting tot nabij de binnenomtrekswand van de trommel 2 uitstrekkende 5 transportband 5, die aan een naar de trommel 2 gekeerd einde van de transportband 4 opgesteld is. Voor het toevoeren van groente aan de trommel 2 wordt de transportband 4 geladen met groente, waarna de transportband 4 de groente naar de transportband 5 transporteert. De transportband 5 10 transporteert de groente vervolgens tot nabij de binnenomtrekswand van de trommel 2, zodat de groente eenvoudig door de wand van de trommel 2 meegenomen wordt.

Aan weerszijden van de trommel 2 zijn twee luchtkamers 6 vast opgesteld. Twee ventilatoren 7 voeren lucht onder 15 druk, bijvoorbeeld lucht met een overdruk tussen 0,03 - 0,10 bar, aan de luchtkamers 6 toe, welke lucht via de perforaties in de trommel 2 aan het binnenomtreksoppervlak daarvan wordt toegevoerd. De luchtkamers 6 omvatten zijwanden 8, die zich tot nabij de trommel 2 uitstrekken, 20 zodat de luchtkamers 6 nagenoeg luchtdicht afdichten op de trommel 2. Doordat de trommel 2 een frustoconische vorm heeft en zich in een van de transportbanden 4, 5 afgekeerde richting verbreedt, neemt de breedte 9 van de zijwanden 8 over de lengte van de trommel 2 af. Door het toevoeren van 25 de lucht aan de trommel 2 wordt de groente in het gebied van elke luchtkamer 6 over enige afstand van de binnenomtrekswand van de trommel 2 weggeblazen, zodat in die gebieden, vanwege de zich verbredende, frustoconische vorm van de trommel 2, de groente in de van de transportbanden 4, 30 5 afgekeerde richting getransporteerd wordt. In de overige gebieden wordt de groente, zoals hierboven beschreven, tegen de binnenomtrekswand van de trommel 2 geperst voor het verwijderen van zich in en/of tussen de groente bevindend 9 water. Gedurende één omwenteling van de trommel 2 zal de groente zich dus telkens in het gebied van elke luchtkamer 6 van de omtrekswand van de trommel 2 in radiale richting naar binnen toe verplaatsen, en in de overige gebieden naar de 5 omtrekswand van de trommel 2. Op deze wijze wordt de groente gedurende het drogen in het gebied van elke luchtkamer 6 een stukje verder in de van de transportbanden 4, 5 afgekeerde richting getransporteerd.

Aan een afvoereinde van de trommel 2 is een zich dwars 10 op de langsrichting van de trommel 2 uitstrekkende transportband 11 opgesteld, voor het afvoeren van de groente vanaf de trommel 2. Om te voorkomen, dat de groente, die gedurende het drogen in de richting van de transportband 11 getransporteerd wordt, weggeslingerd wordt, wordt de groente 15 opgevangen door een aan de trommel 2 aansluitende cilindrische wand 10, welke wand 10 aan zijn onderzijde een opening 12 vertoont voor het op de transportband 11 laden van de groente.

Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet beperkt is tot 20 de hierboven besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar zich tevens uitstrekt tot andere varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

25

Claims (8)

1. Centrifuge voor het centrifugeren van een massa, bijvoorbeeld groente, zoals sla, spinazie, wortel, kool, en dergelijk, omvattende: - een geperforeerde centrifugeertrommel met een min of meer horizontaal opgestelde rotatie-as; 10. toevoermiddelen voor het toevoeren van de massa aan de trommel, en - afvoermiddelen voor het afvoeren van de massa vanaf de trommel; met het kenmerk, dat: 15. aan de trommel middelen voor het op enige afstand van de binnenomtrekswand van de trommel houden van de massa zijn toegevoegd, en - de trommel een zich in de richting van de afvoermiddelen verwijdende vorm vertoont, zodanig, dat 20 tijdens het centrifugeren de in de trommel aanwezige massa vanaf de toevoermiddelen naar de afvoermiddelen verplaatst wordt.

2. Centrifuge volgens conclusie 1, waarbij de middelen voor 25 het op enige afstand van de binnenomtrekswand van de trommel houden van de massa vast opgestelde gastoevoermiddelen omvatten voor het via de perforaties toevoeren van een gas onder druk aan de binnenomtrekswand van de trommel over een deel van de omtrek daarvan, zodanig, dat in het deel van de 30 omtrek van de binnenomtrekswand de massa op de genoemde enige afstand wordt gehouden door het gas onder druk.

3. Centrifuge volgens conclusie 2, waarbij de gastoevoermiddelen twee tegenover elkaar aan de buitenzijde van de trommel vast opgestelde gaskamers omvatten, die zich elk over een bepaald deel van de omtrek van de omtrekswand 5 over de lengte van de trommel uitstrekken, voor het in twee tegenover elkaar gelegen delen van de omtrek van de binnenomtrekswand toevoeren van het gas onder druk, zodanig, dat in de twee tegenover elkaar geleden delen van de omtrek van de binnenomtrekswand de massa op de genoemde enige 10 afstand wordt gehouden door het gas onder druk.

4. Centrifuge volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afvoermiddelen een aan de trommel aansluitende cilindrische wand omvatten, welke wand aan zijn onderzijde 15 een opening vertoont, waarbij onder de opening transportmiddelen zijn opgesteld voor het vanaf de centrifuge transporteren van de massa.

5. Centrifuge volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 20 de toevoermiddelen zich tot in de trommel uitstrekken, en waarbij de toevoermiddelen zich tot nabij de binnenomtrekswand van de trommel uitstrekken voor het nabij de binnenomtrekswand toevoeren van de massa.

6. Centrifuge volgens conclusie 5, waarbij de toevoermiddelen een L-vormige transportband omvatten, waarvan een eerste deel in de lengterichting van de trommel opgesteld is, en waarvan een tweede deel dwars op de lengterichting van de trommel opgesteld is, welk tweede deel 30 zich tot nabij de binnenomtrekswand van de trommel uitstrekt.

7. Centrifuge volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de trommel een frustoconische vorm vertoont.

8. Gebruik van een centrifuge voor het centrifugeren van een 5 massa, bijvoorbeeld groente, zoals sla, spinazie, wortel, kool, en dergelijk, voor het drogen van de massa.