NL2007806C2

NL2007806C2 - HORTICULTURAL GREENHOUSE.

Info

Publication number: NL2007806C2
Application number: NL2007806A
Authority: NL
Inventors: Johannes Gerardus Anna Meijer
Original assignee: Dalsem Tuinbouwprojecten B V
Priority date: 2011-11-17
Filing date: 2011-11-17
Publication date: 2013-05-21

Description

NLP190220NLP190220

TuinbouwkasGreenhouse

ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION

De uitvinding heeft betrekking op een tuinbouwkas met een dakconstructie. Bij bekende tuinbouwkassen wordt de 5 dakconstructie gedragen door een of meer draagtralies, die ondersteund worden door een of meer rijen draagpoten. Een draagtralie bestaat gewoonlijk uit een hogergeplaatste horizontale bovenligger en een lagergeplaatste horizontale onderligger die met elkaar verbonden zijn door middel van 10 diagonalen om de benodigde stijfheid te verkrijgen. De diagonalen zijn aan de uiteinden ervan gebogen, zodat de gebogen uiteinden horizontaal en parallel met de liggers aangebracht kunnen worden en door middel van een las bevestigd kunnen worden aan de liggers. Teneinde de lengte 15 van de las te vergroten en daarmee de verbinding te versterken wordt vaak gebruik gemaakt van verstevigingsstrippen die loodrecht en verticaal op de ligger staan en die zowel aan de diagonaal als de ligger worden vastgelast.The invention relates to a horticultural greenhouse with a roof construction. In known horticultural greenhouses, the roof construction is supported by one or more supporting bars, which are supported by one or more rows of supporting legs. A support lattice usually consists of a higher-placed horizontal upper girder and a lower-placed horizontal lower girder which are connected to each other by means of diagonals to obtain the required stiffness. The diagonals are bent at their ends, so that the bent ends can be arranged horizontally and parallel to the beams and can be attached to the beams by means of a weld. In order to increase the length of the weld and thereby strengthen the connection, often use is made of reinforcement strips which are perpendicular and vertical to the beam and which are welded to both the diagonal and the beam.

20 Een nadeel van de bovengenoemde constructie is dat de diagonalen door het buigen minder sterk worden. De kans op een zogenaamde brosse breuk in de diagonalen neemt hiermee toe. Bij een breuk van een diagonaal kan een draagtralie plotseling bezwijken bij een geringe belasting.A drawback of the above-mentioned construction is that the bending of the diagonals becomes less strong. This increases the chance of a so-called brittle fracture in the diagonals. In the event of a diagonal fracture, a support lattice may suddenly collapse with a low load.

22

Doel van de uitvinding is een tuinbouwkas te voorzien met een draagtralie die bestand is tegen brosse breuk in de diagonalen.The object of the invention is to provide a horticultural greenhouse with a support lattice that is resistant to brittle fracture in the diagonals.

55

SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION

De uitvinding verschaft een tuinbouwkas omvattende een dakconstructie, ten minste één horizontale draagtralie 10 voor het ondersteunen van de dakconstructie en draagpoten die ten minste een gedeelte van de draagtralie ondersteunen, waarbij de draagtralie een bovenligger en een onderligger omvat die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken en die onderling zijn verbonden met meerdere diagonalen, waarbij 15 een eerste diagonaal en een tegengesteld gerichte tweede diagonaal bij de bovenligger of bij de onderligger samenkomen bij een bevestigingsdeel dat is verbonden met de bovenligger of onderligger, waarbij het bevestigingsdeel een eerste buitenvlak in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn 20 van de eerste diagonaal en een tweede buitenvlak in hoofdzaak evenwijdig met de hartlijn van de tweede diagonaal omvat, waarbij de eerste diagonaal aan het eerste buitenvlak is vastgelast en de tweede diagonaal aan het tweede buitenvlak is vastgelast, waarbij de diagonalen over de 25 lengte van de lassen en daartussen recht zijn.The invention provides a horticultural greenhouse comprising a roof construction, at least one horizontal support lattice 10 for supporting the roof construction and support legs supporting at least a part of the support lattice, wherein the support lattice comprises an upper beam and a lower beam extending parallel to each other and which are mutually connected to a plurality of diagonals, a first diagonal and an oppositely directed second diagonal coming together at the upper girder or at the lower girder at a fastening part connected to the upper girder or lower girder, the fastening part having a first outer surface substantially parallel to the center line 20 of the first diagonal and a second outer surface substantially parallel to the axis of the second diagonal, wherein the first diagonal is welded to the first outer surface and the second diagonal is welded to the second outer surface, the diagonals over the length of the drawer and are in between.

De eerste diagonaal en de tweede diagonaal zijn over de lengte van de eindlassen en daartussen recht, waarbij het bevestigingsdeel de verbinding tussen deze diagonalen en de onderligger of bovenligger vormt. Met 30 andere woorden, de diagonalen worden ongebogen bevestigd aan de bovenligger en de onderligger, waardoor er geen buigverzwakking aanwezig is die kan leiden tot een brosse breuk. De draagtralie volgens de uitvinding is daarom goed bestand tegen brosse breuk.The first diagonal and the second diagonal are straight along the length of the end welds and between them, the attachment part forming the connection between these diagonals and the lower or upper girder. In other words, the diagonals are bent without bend to the upper and lower beams, so that there is no bending weakening that can lead to a brittle fracture. The support grating according to the invention is therefore highly resistant to brittle fracture.

35 In een uitvoeringsvorm omvat het bevestigingsdeel een eerste eindrand langs het eerste buitenvlak en een tweede eindrand langs het tweede buitenvlak, waarbij het 3 bevestigingsdeel langs de eerste eindrand en de tweede eindrand is vastgelast aan de onderligger of bovenligger. De trekkrachten en drukkrachten worden hierbij vanuit de diagonalen en het bevestigingsdeel over de eindranden 5 doorgeleid naar de bovenligger en onderligger, waardoor de spanningen in het overgangsgebied, namelijk over de las, ruim onder de bezwijkspanningen van het materiaal blijven.In one embodiment the fixing part comprises a first end edge along the first outer surface and a second end edge along the second outer surface, wherein the fixing part is welded along the first end edge and the second end edge to the lower or upper girder. The tensile forces and compressive forces are passed on from the diagonals and the fastening part over the end edges to the upper beam and lower beam, whereby the stresses in the transition region, namely over the weld, remain well below the collapse stresses of the material.

In een uitvoeringsvorm daarvan bezitten de bovenligger een recht ondervlak en de onderligger een recht 10 bovenvlak die naar elkaar zijn gekeerd, waarbij het bevestigingsdeel met de eerste eindrand en tweede eindrand evenwijdig aan het ondervlak of bovenvlak aan dat ondervlak of bovenvlak is vastgelast. De eindranden vormen een lijncontact waarlangs de las eenvoudig kan worden aangelegd. 15 In een uitvoeringsvorm zijn de eerste eindrand en tweede eindrand dwars op de lengterichting van de bovenligger of onderligger gericht, waardoor voornoemde krachten over de breedte van de bovenligger of onderligger kunnen worden overgedragen.In one embodiment thereof, the upper girder have a straight lower surface and the lower girder have a straight upper surface that face each other, wherein the fixing part is welded with the first end edge and second end edge parallel to the bottom surface or top surface on that bottom surface or top surface. The end edges form a line contact along which the weld can easily be applied. In one embodiment, the first end edge and second end edge are directed transversely to the longitudinal direction of the upper beam or lower beam, whereby said forces can be transmitted across the width of the upper beam or lower beam.

20 In een uitvoeringsvorm kruisen de eerste diagonaal en de tweede diagonaal elkaar aan de van de bovenligger of onderligger afgekeerde zijde van het bevestigingsdeel.In one embodiment, the first diagonal and the second diagonal intersect on the side of the fixing member remote from the upper or lower girder.

In een symmetrisch opgebouwde uitvoeringsvorm strekken de eerste diagonaal en de tweede diagonaal zich aan 25 de tegengestelde zijden van een denkbeeldig middenlangsvlak van de draagtralie uit.In a symmetrical construction, the first diagonal and the second diagonal extend on the opposite sides of an imaginary center longitudinal plane of the support lattice.

In een productietechnisch gunstige uitvoeringsvorm is het bevestigingsdeel een recht prismatisch hoekprofiel met twee dwars op elkaar gerichte benen. Het hoekprofiel kan 30 van een lange hoeklijst worden afgezaagd.In a production-technically favorable embodiment, the fixing part is a straight prismatic corner profile with two legs directed transversely to each other. The corner profile can be cut off from a long corner rail.

In een uitvoeringsvorm staan de hartlijn van de diagonalen onder een hoek van 40-60 graden, bij voorkeur ongeveer 45 graden ten opzichte van de hartlijnen van de bovenligger en onderligger. Eventuele hoekverschillen tussen 35 de buitenvlakken en de daarlangs gelegen eindgedeelten van de diagonalen kunnen daarbij worden opgevangen deze op te vullen met de lassen.In one embodiment, the center line of the diagonals are at an angle of 40-60 degrees, preferably about 45 degrees, with respect to the center lines of the upper and lower beams. Any angular differences between the outer surfaces and the end portions of the diagonals located alongside them can thereby be compensated for filling them with the welds.

44

In een uitvoeringsvorm zijn de diagonalen staafvormig, bij voorkeur met een ronde doorsnede.In one embodiment the diagonals are rod-shaped, preferably with a round cross-section.

In een uitvoeringsvorm is de draagtralie vervaardigd van staal.In one embodiment, the support lattice is made of steel.

5 In een uitvoeringsvorm daarvan is de draagtralie voorzien van een uitwendige zinklaag.In one embodiment thereof, the bearing lattice is provided with an external zinc layer.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 10 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.

1515

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENBRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 20 van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:

Figuur 1 een isometrisch aanzicht van een tuinbouwkas met draagtralies volgens de uitvinding;Figure 1 is an isometric view of a greenhouse with bearing bars according to the invention;

Figuur 2 de voorste draagtralie van de tuinbouwkas 25 volgens figuur 1;Figure 2 shows the front support lattice of the horticultural greenhouse 25 according to Figure 1;

Figuren 3A-3C twee isometrische aanzichten en een recht aanzicht van een detail van de draagtralie zoals aangegeven met de cirkel IIIA-C in figuur 2; enFigures 3A-3C show two isometric views and a straight view of a detail of the support grating as indicated by the circle IIIA-C in Figure 2; and

Figuren 4A en 4B twee isometrische aanzichten van 30 een detail van de draagtralie zoals aangegeven met de cirkel IVA-C in figuur 2.Figures 4A and 4B show two isometric views of a detail of the support lattice as indicated by the circle IVA-C in Figure 2.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS

De tuinbouwkas 1 volgens de uitvinding zoals weergegeven in figuur 1 is van het Venlo type, en omvat een 35 5 aantal op afstand van elkaar opgestelde, identieke vakwerk-poten 2a-2f die in de lengterichting van de tuinbouwkas 1 gerichte rijen zijn opgesteld. De vakwerkpoten 2a-2f zijn met identieke, zich horizontaal uitstrekkende draagtralies 5 3a-3f verbonden voor het vormen van een draagconstructie voor het dak 4.The horticultural greenhouse 1 according to the invention as shown in figure 1 is of the Venlo type, and comprises a number of spaced apart, identical lattice legs 2a-2f which are arranged in the longitudinal direction of the horticultural greenhouse 1. The lattice legs 2a-2f are connected to identical, horizontally extending support bars 3a-3f for forming a support structure for the roof 4.

Figuur 2 toont de voorste draagtralie 3f in meer detail. De draagtralie 3f omvat een rechte bovenligger 21 en een rechte onderligger 22 in de vorm van holle, rechthoekige 10 kokers die zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken. De draagtralie 3f omvat twee dwars daarop gerichte bevestigingsplaten 23, 25 waarmee de uiteinden van de bovenligger 21 en onderligger 22 zijn verbonden, een middenkoker 24 die de middens van de bovenligger 21 en de 15 onderligger 22 met elkaar verbindt, en meerdere eerste rechte diagonaalstaven 26 en tegengesteld daarop gerichte tweede rechte diagonaalstaven 27 die aan de uiteinden op nader toegelichte wijze door middel van eerste hoekprofielen 31 en tweede hoekprof ielen 51 zijn verbonden met de 20 bovenligger 21 respectievelijk onderligger 22. De eerste diagonaalstaven 26 en de tweede diagonaalstaven 27 zijn in doorsnede rond en massief. Alternatief zijn deze rond buisvormig. De diagonaalstaven 26, 27 kunnen verschillende diktes bezitten, hetgeen afhankelijk is van de grootte van 25 de trekbelasting of drukbelasting, en dus van de plaats van de diagonaalstaven 26, 27 in de draagtralie 3f.Figure 2 shows the front support grating 3f in more detail. The support lattice 3f comprises a straight upper beam 21 and a straight lower beam 22 in the form of hollow, rectangular tubes extending parallel to each other. The support lattice 3f comprises two transversely directed mounting plates 23, to which the ends of the upper girder 21 and lower girder 22 are connected, a center tube 24 which connects the centers of the upper girder 21 and the lower girder 22, and a plurality of first straight diagonal bars 26 and oppositely directed second straight diagonal bars 27 which are connected at their ends in a further explained manner by means of first angle profiles 31 and second angle profiles 51 to the upper beam 21 and lower beam 22. The first diagonal bars 26 and the second diagonal bars 27 are in section round and solid. Alternatively, these are round tubular. The diagonal bars 26, 27 can have different thicknesses, which depends on the magnitude of the tensile load or compression load, and thus on the location of the diagonal bars 26, 27 in the support lattice 3f.

De componenten van de draagtralie 3f zijn vervaardigd van staal, waarbij de draagtralie 3f na het onderling verbinden van de componenten is voorzien van een 30 beschermende zinklaag door middel van galvanisatie.The components of the support grating 3f are made of steel, the support grating 3f being provided with a protective zinc layer by means of galvanization after the components are interconnected.

Figuren 3A-3C tonen een gedeelte van de bovenligger 21 en van de eerste diagonaalstaaf 26 en de tweede diagonaalstaaf 27 die samenkomen bij één van de eerste hoekprofielen 31. Het eerste hoekprofiel 31 omvat een 35 recht eerste been 32 en een recht tweede been 33 die dwars op elkaar staan en die in elkaar overgaan via een rechte hoekrand 38. Het eerste been 32 bezit een rechte eerste 6 eindrand 36 en het tweede been 33 bezit een rechte tweede eindrand 37 die zich evenwijdig aan elkaar en bij voorkeur in aanliggend contact met het naar de onderligger 22 gekeerde rechte ondervlak 28 van de bovenligger 21 5 uitstrekken.Figures 3A-3C show a portion of the upper girder 21 and of the first diagonal bar 26 and the second diagonal bar 27 that come together at one of the first angle profiles 31. The first angle profile 31 comprises a straight first leg 32 and a straight second leg 33 which are perpendicular to each other and merge into one another via a straight corner edge 38. The first leg 32 has a straight first 6 end edge 36 and the second leg 33 has a straight second end edge 37 which is parallel to each other and preferably in adjacent contact with the extend straight bottom surface 28 of the upper girder 21 facing the lower girder 22.

Het eerste hoekprofiel 31 bezit een recht eerste buitenvlak 34 en een recht tweede buitenvlak 35. De eerste diagonaalstaaf 26 en de tweede diagonaalstaaf 27 strekken zich met de hartlijn S evenwijdig aan het raakvlak R van het 10 dichtstbijzijnde buitenvlak 34, 35 uit en zijn bij voorkeur in aanliggend contact met dat buitenvlak 34, 35. De eerste diagonaalstaven 26 bevinden zich daarbij ten opzichte van de tweede diagonaalstaven 27 aan tegengestelde zijden van een denkbeeldig verticaal middenvlak van de draagtralie 3f, en 15 zijn daarbij op het kruispunt boven de hoekrand 38 in aanliggend puntcontact met elkaar.The first corner profile 31 has a straight first outer surface 34 and a straight second outer surface 35. The first diagonal bar 26 and the second diagonal bar 27 extend with the axis S parallel to the tangent plane R of the nearest outer surface 34, 35 and are preferably in abutting contact with said outer surface 34, 35. The first diagonal bars 26 are thereby located on opposite sides of an imaginary vertical central surface of the support lattice 3f with respect to the second diagonal bars 27, and are thereby adjacent at the intersection above the corner edge 38 point contact with each other.

Het eindgedeelte van de eerste diagonaalstaaf 26 is over de volle breedte van het eerste buitenvlak 34 middels twee evenwijdige eerste lassen 42 aan weerszijden 20 vastgelast aan het eerste hoekprofiel 31, en het eindgedeelte van de tweede diagonaalstaaf 27 is over de volle breedte van het tweede buitenvlak 35 middels twee evenwijdige tweede lassen 43 aan weerszijden vastgelast aan het eerste hoekprofiel 41. Het eerste hoekprofiel 41 is over 25 de volle lengte van de eerste eindrand 36 en de tweede eindrand 37 middels een derde las 40 respectievelijk vierde las 41 vastgelast aan de bovenligger 21.The end portion of the first diagonal bar 26 is welded over the full width of the first outer surface 34 by two parallel first welds 42 on either side 20 to the first angle profile 31, and the end portion of the second diagonal bar 27 is over the full width of the second outer surface 35 welded on either side to the first angle profile 41 by means of two parallel second welds 43. The first angle profile 41 is welded over the full length of the first end edge 36 and the second end edge 37 to the upper beam 21 by means of a third weld 40 and fourth weld 41 respectively. .

Figuur 3C toont de geometrisch relevante aspecten van de draagtralie 3f. De hartlijn S van de diagnaalstaven 30 26, 27 staat onder een hoek A van 40-60 graden ten opzichteFigure 3C shows the geometrically relevant aspects of the support lattice 3f. The center line S of the diagnostic bars 26, 27 is at an angle A of 40-60 degrees with respect to

van de hartlijn T van de onderligger 21 en onderligger 22. De benen 32, 33 van het hoekprofiel staan onder een hoek Bof the center line T of the lower beam 21 and lower beam 22. The legs 32, 33 of the corner profile are at an angle B

van 90 graden. De hartlijn S van de diagonaalstaven 26, 27 staat evenwijdig aan de raaklijn R van het buitenvlak 34, 35 35 waarlangs deze aanligt, met een tolerantie van plus of minus 5 graden. De diagonaalstaven 26, 27 zijn over de volle lengte recht. Met andere woorden, de uiteinden worden niet 7 gebogen om deze aan te passen aan de aansluiting. De diagonaalstaven 26, 27 zijn in lijncontact met het betreffende buitenvlak 34, 35. Bij eventuele hoekverschillen tussen de raaklijn R en de hartlijn S is er geen sprake van 5 een zuiver lijncontact maar wordt de tussenruimte opgevuld middels de eerste lassen 42 en de tweede lassen 43.of 90 degrees. The center line S of the diagonal bars 26, 27 is parallel to the tangent line R of the outer surface 34, 35 along which it abuts, with a tolerance of plus or minus 5 degrees. The diagonal bars 26, 27 are straight over the full length. In other words, the ends are not bent to adapt to the connection. The diagonal bars 26, 27 are in line contact with the respective outer surface 34, 35. In the case of any angular differences between the tangent line R and the center line S, there is no question of a pure line contact, but the gap is filled by means of the first welds 42 and the second welds. 43.

Figuren 4A en 4B tonen een gedeelte van de onderligger 22 en van de eerste diagonaalstaaf 2 6 en de tweede diagonaalstaaf 27 die samenkomen bij een van de 10 tweede hoekprofielen 51. De diagonaalstaven 26, 27, het tweede hoekprofiel 51 en de onderligger 22 zijn op dezelfde wijze als hierboven beschreven onderling vastgelast.Figures 4A and 4B show a portion of the lower girder 22 and of the first diagonal bar 26 and the second diagonal bar 27 that meet at one of the second angle profiles 51. The diagonal bars 26, 27, the second angle profile 51 and the bottom girder 22 are on welded together in the same way as described above.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 15 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.

Claims

1. Horticulture greenhouse comprising a roof construction, at least one horizontal support lattice for supporting the roof construction and support legs supporting at least a part of the support lattice, the support lattice comprising an upper beam and a lower beam extending parallel to each other and being mutually parallel connected to a plurality of diagonals, a first diagonal and an oppositely directed second diagonal coming together at the upper beam or at the lower beam at a fastening part connected to the upper beam or lower beam, the fastening part having a first outer surface substantially parallel to the center line of the first diagonal and a second outer surface substantially parallel to the axis of the second diagonal, wherein the first diagonal is welded to the first outer surface and the second diagonal is welded to the second outer surface, the diagonals along the length of the welds and right in between jn.

2. Horticulture greenhouse according to claim 1, wherein the fixing part comprises a first end edge along the first outer surface and a second end edge along the second outer surface, wherein the fixing part along the first end edge and the second end edge is welded to the lower or upper girder.

3. Horticulture greenhouse as claimed in claim 2, wherein the upper girder has a straight lower surface and the lower girder have a straight upper surface facing each other, wherein the fixing part with the first end edge and second end edge is welded parallel to the bottom surface or top surface on that bottom surface 30 or top surface. .

Horticulture greenhouse according to claim 2 or 3, wherein the first end edge and second end edge are oriented transversely to the longitudinal direction of the upper or lower girder.

5. Horticulture greenhouse according to any one of the preceding claims, wherein the first diagonal and the second diagonal cross each other on the side of the fixing part remote from the upper or lower girder.

6. Horticulture greenhouse according to any one of the preceding claims, wherein the first diagonal and the second diagonal extend on the opposite sides of an imaginary middle longitudinal plane of the support lattice.

7. Horticulture greenhouse according to any one of the preceding claims, wherein the fixing part is a straight prismatic corner profile with two legs directed transversely to each other.

8. Horticulture greenhouse as claimed in any of the foregoing claims, wherein the center line of the diagonals are at an angle of 40-60 degrees, preferably about 45 degrees, with respect to the center lines of the upper and lower girders.

A greenhouse according to any one of the preceding claims, wherein the diagonals are rod-shaped, preferably with a round cross-section.

10. Horticulture greenhouse according to any one of the preceding claims, wherein the bearing lattice is made of steel.

The horticultural greenhouse according to claim 10, wherein the support lattice is provided with an external zinc layer.

12. Greenhouse with one or more of the characterizing measures described in the attached description and / or shown in the attached drawings. -o-o-o-o-o-o-o-o- FG / HZ