NL2006897C2

NL2006897C2 - Werkwijze en inrichting voor het in zijn registerpositie plaatsen van een drukplaat.

Info

Publication number: NL2006897C2
Application number: NL2006897A
Authority: NL
Inventors: Petrus Johannes Marie Otten
Original assignee: Av Flexologic Bv
Priority date: 2011-06-06
Filing date: 2011-06-06
Publication date: 2012-12-10
Also published as: EP2532522A1; US9308716B2; US20120304881A1

Description

Werkwijze en inrichting voor het in zijn registerpositie plaatsen van een drukplaat

De uitvinding betreft het in register positioneren van drukplaten, zoals flexodrukplaten. De uitvinding betreft in het bijzonder een werkwijze voor het in zijn registerpositie 5 plaatsen van een flexibele drukplaat, waarvan de positie van tenminste een deel van de afbeelding in de registerpositie van de drukplaat bekend is, omvattende de stappen van het op een drager plaatsen van de drukplaat, het detecteren van de positie van tenminste twee merktekens waarvan de relatieve positie bekend is door middel van een camera terwijl de drukplaat op de drager is geplaatst en het transporteren van de drukplaat van 10 de positie waarin hij op de drager is geplaatst naar de registerpositie.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP-A-0 329 228 en uit EP-A-1 727 677.

Bij de uit deze documenten bekende werkwijze zijn de te positioneren drukplaten van 15 tenminste twee specifieke merktekens voorzien. Omdat de relatieve positie van deze merktekens ten opzichte van de drukplaat bekend zijn, kan de drukplaat in register worden geplaatst door middel van referentie aan deze merktekens.

Bij de uit EP-A-0 329 228 bekende werkwijze worden twee camera’s gebruikt die beide 20 zijn gekoppeld met een monitor. De camera’s worden zodanig gepositioneerd dat in de monitoren geprojecteerde paskruizen samenvallen met de projectie van de merktekens van de in register geplaatste drukplaat. Het positioneren van de monitoren kan met de hand plaats vinden, maar kan ook onder automatische besturing plaatsvinden. Wanneer aldus de camera’s naar de juiste positie zijn gebracht, wordt de drukplaat zodanig 25 gemanipuleerd totdat de projectie van de merktekens in de monitor samenvalt met de paskruisen op de monitor. Opgemerkt wordt dat hierbij twee merktekens noodzakelijk zijn en dat de werkwijze twee camera’s behoeft.

De werkwijze die in EP-A-1 727 677 staat beschreven werkt echter automatisch; de 30 camera is ingericht voor het waarnemen van de positie van de merktekens op de drukplaten door aan een besturingsorgaan en het besturingsorgaan berekent het traject van de drukplaten naar de registerpositie. Vervolgens verplaatst een transportorgaan de drukplaat naar de registerpositie volgens het berekende traject. Ook hier wordt gebruik gemaakt van twee merktekens.

2

In beide gevallen behoeft de werkwijze een drukplaat, die is voorzien van tenminste twee merktekens, evenals de informatie waar deze merktekens zich op de drukplaat bevinden, oftewel de relatieve positie van de merktekens ten opzichte van de drukplaat. 5 Deze merktekens worden afgedrukt op het drukwerk. Nu de kwaliteit van door middel van flexodruktechnieken vervaardigd drukwerk toeneemt, worden deze merktekens, die veelal ook terug te vinden zijn op het drukwerk, meer en meer als hinderlijk ervaren. Door gebruik te maken van merktekens met zeer kleine afmetingen, die ook wel bekend zijn als ‘microdots’ wordt aan een deel van deze bezwaren tegemoet gekomen, maar er 10 resteert een toenemende behoefte aan drukplaten die niet meer afdrukkende merktekens zijn voorzien.

Om aan deze eis tegemoet te komen, verschaft de uitvinding een werkwijze van de hierboven genoemde soort waarbij voorafgaande aan het detecteren van de positie van 15 de merktekens, tenminste één van de merktekens wordt gedefinieerd door de camera te bewegen totdat een punt binnen het deel van de afbeelding waarvan de relatieve positie bekend is binnen het door de camera waargenomen deel van de afbeelding valt en de positie van het merkteken tezamen met door de camera waargnomen eigenschappen van het merkteken wordt opgeslagen.

20

De uitvinding verschaft eveneens een inrichting voor het in zijn registerpositie plaatsen van een flexibele drukplaat die van tenminste twee merktekens is voorzien en waarbij de positie van de tenminste twee merktekens in de registerpositie bekend is, waarbij de inrichting is voorzien van een drager voor het dragen van de in zijn registerpositie te 25 positioneren drukplaat, een beweegbare camera die is ingericht voor het waarnemen van tenminste een deel van de drager en een met de camera verbonden besturingsorgaan voor het herkennen van de twee merktekens en voor het detecteren van de plaats van de tenminste twee herkende merktekens, waarbij het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van zich binnen het 30 waameemgebied van de camera op de drukplaat bevindende afbeelding voorafgaand aan het detecteren van de positie van de merktekens.

Deze werkwijze maakt het mogelijk gebruik te maken van willekeurig te definiëren merktekens die gevormd kunnen worden door delen van de drukplaat die tot het af te 3 drukken beeld behoren. Hierdoor vervalt de noodzaak tot het gebruik van specifieke merktekens. De definitie van de merktekens vindt plaats door de camera zodanig te plaatsen dat het beoogde merkteken binnen het waameemgebied van de camera valt.

5 Wanneer gebruik wordt gemaakt van twee of meer merktekens, zijn deze bij voorkeur gelijk. In dat geval behoeft slechts een enkele definitie van het merkteken plaats te vinden. Hiertoe wordt bij een specifieke uitvoeringsvorm na de definitie van een eerste merkteken een overeenkomstig tweede merkteken opgezocht en de positie van het tweede merkteken vastgesteld. Ook is het mogelijk dat een aantal drukplaten, 10 mogelijkerwijs verschillende drukplaten van hetzelfde merkteken wordt voorzien. Hierbij wordt aangenomen dat het door de platen af te drukken beeld in digitale representatie beschikbaar is zodat de gedefinieerde merktekens in de digitale representatie kunnen worden opgezocht en de positie van het merkteken of de merktekens ten opzichte van het af te drukken beeld kan worden bepaald. Met behulp 15 van deze gegevens kan de registerpositie van de merktekens in de drukplaat worden bepaald.

Het is eveneens mogelijk gebruik te maken van onderling verschillende delen van de afbeelding. Hiertoe wordt, na de definitie van een eerste merkteken, een tweede 20 merkteken gedefinieerd door de camera te bewegen totdat een punt binnen het deel van de afbeelding waarvan de relatieve positie bekend is, binnen het door de camera waargenomen deel van de afbeelding valt en de positie van het tweede merkteken tezamen met door de camera waargnomen eigenschappen van het tweede merkteken opgeslagen.

25

Er ontstaat een aantrekkelijke uitvoeringsvorm wanneer de gebruiker de camera beweegt totdat één van de merktekens samenvalt met een markering in een het door de camera waargenomen beeld weergevende monitor, de gebruiker het besturingsorgaan activeert wanneer het merkteken samenvalt met de markering en het besturingsorgaan 30 tijdens de activering van het besturingsorgaan visueel waarneembare eigenschappen van het met de markering samenvallende afbeeldingsdeel als merkteken opslaat.

4

Deze uitvoeringsvorm verschaft eveneens een inrichting van de bovengenoemde soort, omvattende een monitor voor het weergeven van het door de camera waargenomen beeld, waarbij de monitor is voorzien van een markering, zoals een dradenkruis.

5 Bij voorkeur is het besturingsorgaan ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van een specifiek op de drukplaat aangebracht merkteken.

Er zijn verschillende mogelijkheden om het merkteken te definiëren; volgens een eerste 10 uitvoeringsvorm wordt het merkteken gevormd door een specifiek op de drukplaat aangebracht merkteken. Hiermede wordt weliswaar een van de voordelen van de uitvinding, namelijk het voorkomen van storende afdrukken van merktekens niet voorkomen, maar de uitvoeringsvorm kan aantrekkelijk zijn voor toepassing bij drukplaten volgens een bestaand ontwerp, dat nog is voorzien van dergelijke specifieke 15 merktekens. De uitvoeringsvorm verschaft dan ook een werkwijze van de hierboven genoemde soort, waarbij de gebruiker het waameemgebied van de camera verandert totdat een specifiek op de drukplaat aangebracht merkteken zich binnen het deelwaameemgebied van de camera bevindt. De uitvoeringsvorm betreft eveneens een inrichting, waarbij het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van 20 visueel waarneembare eigenschappen van een specifiek op de drukplaat aangebracht merkteken.

Het heeft echter de voorkeur dat gebruik gemaakt wordt van een klein deel van de te drukken afbeelding als merkteken. Dit wordt uitgedrukt in een werkwijze, waarbij de 25 gebruiker het waameemgebied van de camera verandert totdat een onderscheidend klein deel van de af te drukken afbeelding zich binnen het waameemgebied van de camera bevindt en door een inrichting waarbij het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van een onderscheidend klein deel van de af te drukken afbeelding. De uitvinding betreft eveneens een 30 dergelijke inrichting waarbij het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van een zich binnen het waameemgebied van de camera bevindend deel van de afbeelding op de dmkplaat.

5

Bij de hierboven toegelichte uitvoeringsvormen is steeds sprake van een klein deel van de afbeelding dat als referentie of merkteken fungeert. Het is echter eveneens mogelijk gebruik te maken van een groter deel van de afbeelding. Hiertoe verschaft een desbetreffende uitvoeringsvorm een werkwijze waarbij de gebruiker het 5 waameemgebied van de camera verandert totdat een deel van de contour van de drukplaat zich binnen het waameemgebied van de camera bevindt en een inrichting waarbij het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van een deel van de contour van de drukplaat. De uitvinding betreft eveneens een dergelijke inrichting waarbij het besturingsorgaan is 10 ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van een deel van de contour van de drukplaat.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm wordt na het bepalen van de plaats van de tenminste twee merktekens, de tenminste ene camera verplaatst naar een positie 15 waarbij de markering in de monitor samenvalt met de registerpositie van één van de merktekens. Deze verplaatsing kan onder besturing van het besturingsorgaan plaatsvinden, maar eveneens met de hand, waarbij het besturingsorgaan de betreffende informatie aanlevert. Voor het eerste geval verschaft een voorkeursuitvoeringsvorm een aandrijfelement voor het transporteren van de camera naar een positie waarin de in de 20 monitor van de camera aanwezige markering samenvalt met de registerpositie van de merktekens.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens de uitvinding de stap van het door een met de camera verbonden besturingsorgaan bepalen van de plaats 25 van het tenminste ene merkteken en het berekenen van het bewegingstraject van de drukplaat van de positie waarin de drukplaat op de drager is geplaatst naar zijn registerpositie. Hiermede wordt de uitvinding toepasbaar op een automatische montagemachine, zoals beschreven is in EP-A-1 727 677. De uitvinding betreft dan ook een desbetreffende inrichting, die is voorzien van een transportelement voor het 30 transporteren van de drukplaat naar de registerpositie onder besturing van het besturingsorgaan.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen, waarin voorstellen: 6

Figuur 1: een schematisch perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van de uitvinding;

Figuur 2: een blokschema van de in figuur 1 afgebeelde uitvoeringsvorm;

Figuur 3: een schematisch perspectivisch aanzicht van delen van de in figuur 1 5 afgebeelde uitvoeringsvorm; en

Figuur 4: een schematisch perspectivisch aanzicht van overeenkomstige delen van een alternatieve uitvoeringsvorm.

Figuur 1 toont een in zijn geheel met 1 aangeduide montagetafel, die is voorzien van 10 een frame 2, waarop een draagplaat 3 voor het dragen van een drukplaat 4 is geplaatst. Door middel van een niet in de tekening weergegeven lagering is een cilinder 5 in het frame gelagerd. Deze cilinder 5 kan worden gevormd door een drukcilinder, maar het is eveneens mogelijk dat de cilinder 5 als drager voor een montagehuls fungeert. Langs de lange zijden van de draagplaat 3 is een paar geleiderails 6 aangebracht, waarop een 15 camerabrug 7, die is voorzien van twee camera’s 8 in de lengterichting van de draagplaat kan bewegen. De camera’s 8 zijn in de dwarsrichting van de draagplaat eveneens beweegbaar. Een manipulatorbrug 9 is eveneens in de lengterichting van de draagplaat beweegbaar langs de geleiderails 6. Aan de onderzijde van de manipulatorbrug 9 zijn niet weergegeven manipulatoren aangebracht voor het 20 transporteren van drukplaten 4. Hierbij zijn de manipulatorbrug 9 en de camerabrug 7 ingericht om langs en onder elkaar door te bewegen.

Figuur 2 toont een blokschema van de montagetafel volgens de uitvinding. Hierin zijn de onderdelen met dezelfde referentiecijfers aangeduid als in figuur 1. De basis van het 25 blokschema wordt gevormd door een processor 10, die gekoppeld is met een toetsenbord 11, een monitor 12 en een geheugen 13. Deze onderdelen vormen bij voorkeur een deel van een personal computer. De processor 10 is verbonden met de in figuur 1 door de manipulatorbrug bedekte manipulator 14. Voorts zijn beide camera’s 8 verbonden met de processor voor het doorgeven van hun beelden opdat deze beelden op 30 de monitor kunnen worden weergegeven. Het is overigens niet uitgesloten dat de door de camera’s 8 opgewekte beelden op aparte monitoren worden weergegeven. De positie van de camera’s is elk instelbaar door middel van een motor 15. Hierbij wordt opgemerkt dat de camera’s in twee richtingen beweegbaar zijn, hetgeen symbolische door een enkele motor 15 wordt weergegeven. Het zal overigens duidelijk zijn dat de 7 camera’s zijn voorzien van andere bestuurbare variabelen zoals diafragma en brandpuntsinstelling.

Vervolgens zal, mede aan de hand van figuur 3 worden beschreven hoe de werkwijze 5 volgens de uitvinding wordt toegepast. Als voorbeeld wordt gebruik gemaakt van een drukplaat 4A, zoals deze in figuur 3 is weergeven. De drukplaat 4A omvat de afbeelding van een kat 20, en in tegenoverliggende hoeken een vogel 21 en een muis 22. De drukplaat 4A is niet voorzien van specifieke merktekens zoals paskruizen. Volgens de onderhavige uitvinding worden twee delen van de afbeelding op de drukplaat 4A 10 gekozen die gemakkelijk kunnen worden onderscheiden en die voldoende ver van elkaar af liggen om als merkteken te kunnen fungeren. Bij het onderhavige voorbeeld worden hierbij de punt 23 van de snavel van de vogel 21 en de punt 24 van de neus van de muis 22 gekozen.

15 Hiertoe wordt, evenals bij de werkwijze volgens de stand van de techniek, de drukplaat 4A op de draagplaat 3 gelegd. Vervolgens wordt één van de camera’s 8 tot boven een gekozen deel van de drukplaat 4 geplaatst, in de onderhavige uitvoeringsvorm tot boven de vogel 21. Het beeld dat door de camera 8 wordt waargenomen wordt weergegeven op de monitor 12. In het deel van de monitor 12 dat het beeld van de vogel 21 weergeeft 20 is een dradenkruis 25 geprojecteerd, en de camera 8 wordt zodanig gemanipuleerd dat het kruising van de draden van het dradenkruis 25 samenvalt met het gekozen punt, te weten de punt 23 van de snavel van de vogel 21. Wanneer deze punt 23 samenvalt met het centrum van het dradenkruis 25 wordt een commando aan de processor gegeven. Hierop slaat de processor de locatie van het punt op, evenals het op de monitor 25 weergeven beeld of een deel hiervan. Vervolgens wordt deze procedure herhaald voor het andere deel van de afbeelding, namelijk de punt 24 van de neus van de muis 22. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van dezelfde camera 8 als die gebruikt is voor het eerste deel van de afbeelding, maar het is ook mogelijk gebruik te maken van een tweede camera, zoals bij de in figuren 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm. Aldus 30 worden ook de coördinaten van de punt 24 van de neus van de muis 22 opgeslagen, tezamen met het op de monitor weergeven beeld of een deel daarvan.

Vervolgens vergelijkt de processor de opgeslagen twee deelbeelden met de in het geheugen van de processor aanwezige digitale weergave van de afbeelding van de 8 drukplaat 4A. Uit deze vergelijking wordt de werkelijke positie van de drukplaat 4A op de draagplaat 3 berekend. Nu deze informatie bekend is, kan, onder de veronderstelling dat de gewenste positie van de drukplaat 4A op de cilinder 5, ook wel aangeduid met registerpositie, bekend is, het traject van de werkelijke positie op de draagplaat naar de 5 gewenste registerpositie worden bepaald en kan met het resultaat van deze berekening de manipulator desbetreffend worden bestuurd. Hierbij wordt opgemerkt dat de middelen voor een dergelijke automatische montage op zichzelf bekend zijn uit de octrooiaanvrage EP-A-1 727 677.

10 Dezelfde werkwijze kan worden uitgevoerd met een drukplaat die wel van specifieke markeringstekens is voorzien. In veel gevallen is de relatieve positie van deze markeringstekens bekend, zodat de definitie eigenlijk niets toevoegt en het slechts noodzakelijk is de positie van de merktekens vast te stellen. Dit komt sterk overeen met de leer van EP-A-1 727 677. Wanneer echter de positie van de merktekens niet bekend 15 zou zijn, kan bij het definitie van het merkteken niet alleen de positie ervan worden opgenomen maar ook de relatieve positie van het merkteken ten opzichte van de contour worden bepaald en daarmede de registerpositie.

De bovenstaande werkwijze wordt hier uitgevoerd met de definitie van twee 20 verschillende delen van het beeld, namelijk de punt van de snavel van de vogel en de punt van de neus van de muis; wanneer de afbeelding zich ertoe leent, bijvoorbeeld bij een afbeelding met een zich herhalend patroon, kan gebruik worden gemaakt een deel van de afbeelding dat twee maal voorkomt in de af te drukken afbeelding. Hierbij behoeft slechts één maal een merkteken te worden gedefinieerd.

25

Voorts komt het in de praktijk voor dat meer dan één identieke drukplaat op eenzelfde drukcilinder moet worden geplaatst. Hierbij hoeft slechts bij de eerste drukplaat één merkteken worden gedefinieerd, of, wanneer de merktekens verschillend zijn, twee merktekens.

30

Ten slotte toont figuur 4 hoe de punten van de contour 26 van de drukplaat 4 als merkteken worden gebruikt. Hierbij neemt aanvankelijk de camera 8 de gehele drukplaat 4, met inbegrip van het hierop afgebeelde konijn weer en wordt vervolgens ingezoomd op twee, bij voorkeur diagonaal gelegen, hoekpunten, zijnde delen van de 9 contour van de drukplaat. Beide hoekpunten 26, 27 worden dan als merkteken gedefinieerd en als zodanig opgeslagen. Hierbij wordt wel opgemerkt dat deze uitvoeringsvorm vereist dat de randen van de drukplaat 4 nauwkeurig zijn afgesneden of in elk geval maatvast zijn. Wanneer dit niet het geval is, kunnen de hoekpunten 26, 27 5 van andere zich aan de randen van de drukplaat bevindende structuren worden gebruikt, zoals kaders.

Het zal duidelijk zijn dat diverse veranderingen in de hier beschreven uitvoeringsvormen kunnen worden aangebracht binnen het kader van de uitvinding, 10 zoals deze is gedefinieerd door de bijbehorende conclusies.

15

Claims

1. Werkwijze voor het in zijn registerpositie plaatsen van een flexibele drukplaat, waarvan de positie van tenminste een deel van de afbeelding in de registerpositie van de 5 drukplaat bekend is, omvattende de volgende stappen: - het op een drager plaatsen van de drukplaat; - het detecteren van de positie van tenminste twee merktekens waarvan de relatieve positie bekend is door middel van een camera terwijl de drukplaat op de drager is geplaatst; en 10. het transporteren van de drukplaat van de positie waarin hij op de drager is geplaatst naar de registerpositie, met het kenmerk, dat voorafgaande aan het detecteren van de positie van de merktekens, tenminste één van de merktekens wordt gedefinieerd door de camera te bewegen totdat een punt binnen het deel van de afbeelding waarvan de relatieve positie 15 bekend is binnen het door de camera waargenomen deel van de afbeelding valt en de positie van het merkteken tezamen met door de camera waargnomen eigenschappen van het merkteken wordt opgeslagen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na de definitie van een 20 eerste merkteken een overeenkomstig tweede merkteken wordt opgezocht en de positie van het tweede merkteken wordt vastgesteld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat na de definitie van een eerste merkteken een tweede merkteken wordt gedefinieerd door de camera te bewegen 25 totdat een punt binnen het deel van de afbeelding waarvan de relatieve positie bekend is, binnen het door de camera waargenomen deel van de afbeelding valt en de positie van het tweede merkteken tezamen met door de camera waargnomen eigenschappen van het tweede merkteken wordt opgeslagen.

4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de gebruiker de camera beweegt totdat één van de merktekens samenvalt met een markering in een het door de camera waargenomen beeld weergevende monitor, de gebruiker het besturingsorgaan activeert wanneer het merkteken samenvalt met de markering en het besturingsorgaan tijdens de activering van het besturingsorgaan visueel waarneembare eigenschappen van het met de markering samenvallende afbeeldingsdeel als merkteken opslaat.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de gebruiker 5 het waameemgebied van de camera verandert totdat een specifiek op de drukplaat aangebracht merkteken samenvalt met een in de monitor van de camera geprojecteerde markering.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de gebruiker 10 het waameemgebied van de camera verandert totdat een onderscheidend deel van de af te drukken afbeelding samenvalt met een in de monitor van de camera geprojecteerde markering.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de gebruiker 15 het waameemgebied van de camera verandert totdat een deel van de contour van de drukplaat samenvalt met een in de monitor van de camera geprojecteerde markering.

8. Werkwijze volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat na bepalen van de plaats van de tenminste twee merktekens het bewegingstraject van de 20 dmkplaat van de positie waarin de drukplaat op de drager is geplaatst naar zijn registerpositie wordt berekend en een transportorgaan de drukplaat over dit traject transporteert.

9. Werkwijze volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat 25 na het bepalen van de plaats van de tenminste twee merktekens, de tenminste ene camera wordt verplaatst naar een positie waarbij de markering in de monitor samenvalt met de registerpositie van één van de merktekens.

10. Inrichting voor het in zijn registerpositie plaatsen van een flexibele drukplaat die 30 van tenminste twee merktekens is voorzien en waarbij de positie van de tenminste twee merktekens in de registerpositie bekend is, waarbij de inrichting omvat: - een drager voor het dragen van de in zijn registerpositie te positioneren dmkplaat; - een beweegbare camera die is ingericht voor het waarnemen van tenminste een deel van de drager; - een met de camera verbonden besturingsorgaan voor het herkennen van de twee merktekens en voor het detecteren van de plaats van de tenminste twee herkende merktekens; en met het kenmerk, dat het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan 5 van visueel waarneembare eigenschappen van zich binnen het waameemgebied van de camera op de drukplaat bevindende afbeelding voorafgaand aan het detecteren van de positie van de merktekens.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de inrichting een 10 monitor omvat voor het weergeven van het door de camera waargenomen beeld en dat de monitor is voorzien van een markering, zoals een dradenkruis.

12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare 15 eigenschappen van zich in de omgeving van een markering binnen het waameemgebied van de camera op de drukplaat bevindende afbeelding.

13. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare 20 eigenschappen van een specifiek op de drukplaat aangebracht merkteken.

14. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het besturingsorgaan is ingericht voor het als merkteken opslaan van visueel waarneembare eigenschappen van een deel van de contour van de drukplaat. 25

15. Inrichting volgens een van de conclusies 10-14, gekenmerkt door een transportelement voor het transporteren van de drukplaat naar de registerpositie onder besturing van het besturingsorgaan.

16. Inrichting volgens een van de conclusies 10-14, gekenmerkt door een aandrijfelement voor het transporteren van de camera naar een positie waarin de in de monitor van de camera aanwezige markering samenvalt met de registerpositie van de merktekens.