NL2006694C2 - Kouterschijf, bodembewerkingsinrichting voorzien van een kouterschijf en werkwijze voor het vervaardigen van een kouterschijf. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Kouterschijf, bodembewerkingsinrichting voorzien van een kouterschijf en werkwijze voor het vervaardigen van een kouterschijf.

5 BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op kouterschijf omvattende een centrale schijf die aan weerszijden is voorzien van een flankschijf.

Een kouterschijf is een wiel dat bij landbouwmachines wordt 10 toegepast, bijvoorbeeld voor het als deel van een mestverdeelinrichting in een bodem snijden van een sleuf waarin mest kan worden achtergelaten ter verbetering van de landbouwgrond. Een bekende kouterschijf omvat een centrale stalen schijf met doorgaande gaten. Aan weerszijden van de centrale schijf bevindt zich een stalen flankschijf. Beide flankschijven zijn aan elkaar vastgebout waarbij de bouten 15 zich door de doorgaande gaten in de centrale schijf uitstrekken. De centrale schijf is met name bestemd om in de bodem te snijden, terwijl de flankschijven met name zijn voorzien om de grond vervolgens verder opzij te drukken om een voldoende brede sleuf te maken. De centrale schijf van de bekende kouterschijf heeft daarom een iets grotere diameter dan de flankschijven. De kouterschijven zijn van staal, omdat 20 kouterschijven tijdens gebruik aan flinke slijtagekrachten worden onderworpen. De centrale schijf is vervaardigd van een harder staal dan de flankschijven, waarmee wordt bewerkstelligd dat de relatief zwaar belaste centrale schijf en de relatief minder zwaar belaste flankschijven zo gelijkmatig mogelijk afslijten.

Een nadeel van de bekende kouterschijf is dat die relatief lastig 25 hanteerbaar is, bijvoorbeeld bij het vervangen van afgesleten kouterschijven.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom volgens een eerste aspect een kouterschijf volgens de inleiding te verschaffen, die makkelijker hanteerbaar is dan de bekende kouterschijf, terwijl de functionaliteit van de kouterschijf niet of op acceptabele wijze minder is dan die van de bekende 30 kouterschijf. De betere hanteerbaarheid wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat de flankschijven althans ten minste in hoofdzaak zijn vervaardigd van kunststof. Omdat kunststof lichter is dan staal is het totale gewicht van een kouterschijf volgens de uitvinding minder zwaar dan van een vergelijkbare 2 kouterschijf volgens de bekende uitvoering. Daarmee is de kouterschijf makkelijker hanteerbaar. De centrale schijf kan, net als bij de bekende kouterschijf, zijn vervaardigd van staal, zodat de snijfunctie van de kouterschijf blijft gewaarborgd. Wanneer voor het kunststof een slijtvaste kunststof wordt gebruikt kan ook de 5 functionaliteit van de flankschijven op peil worden gehouden. Aldus is het door de uitvinding beoogde doel bereikt.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de flankschijven vervaardigd van nylon, verder bij voorkeur van teflon. Een belangrijke eigenschap van de toe te passen nylon of teflon is een goede 10 bestendigheid tegen schuifkrachten. De flankschijven van een kouterschijf worden met name belast door schuren.

Het heeft de voorkeur dat de flankschijven met elkaar zijn verbonden. Dit verschaft de mogelijkheid de centrale schijf tussen de flankschijven in te klemmen.

15 Wanneer de flankschijven met behulp van mechanische verbindingen met elkaar zijn of dienen te worden verbonden, bijvoorbeeld door middel van bout-moerverbindingen waarbij de kop van de bout en de moer verzonken in de flankschijven zijn opgenomen, kunnen twee afzonderlijke flankschijven op vergelijkbare wijze als bij de bekende kouterschijf met elkaar worden verbonden. In 20 feite kunnen eventueel flankschijven van de bestaande bekende kouterschijf worden vervangen door kunststof kouterschijven.

Het is verder denkbaar dat de flankschijven door middel van hechtmiddelen direct of via de centrale schijf met elkaar zijn verbonden. Wanneer de flankschijven elk afzonderlijk aan een centrale schijf worden gehecht, bijvoorbeeld 25 door middel van verlijming, hoeven in de centrale schijf, uiteraard afgezien van een doorgaand gat voor een rotatie-as van de kouterschijf, geen verdere doorgaande gaten te zijn voorzien. Er kunnen echter toch doorgaande gaten aanwezig zijn voor het reduceren van het gewicht van de centrale schijf en daarmee een samengestelde kouterschijf. Het is echter ook mogelijk de twee flankschijven van een kouterschijf 30 door middel van hechtmiddelen aan elkaar te bevestigen, waarbij gebruik wordt gemaakt van doorgaande gaten in de centrale schijf.

Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding vormen de beide flankschijven een integraal geheel, waarbij 3 de centrale schijf tussen de flankschijven is ingeklemd. Aldus hoeft geen extra verbinding te worden gerealiseerd tussen een flankschijf en een centrale schijf en is er ook geen verbinding die tijdens gebruik van de kouterschijf kan losraken.

Hoewel het denkbaar is dat ook de centrale schijf van de kouterschijf 5 is vervaardigd van kunststof, heeft het de voorkeur dat de centrale schijf is vervaardigd van staal. Op de centrale schijf worden door de bodem relatief grote krachten uitgeoefend, waardoor de slijtvastheid van staal een gunstige eigenschap is voor toepassing als centrale schijf.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de centrale schijf is voorzien van 10 doorgaande gaten die zich althans ten minste in hoofdzaak haaks op het vlak van de centrale schijf uitstrekken. Aldus kan het gewicht van de centrale schijf worden gereduceerd. Bovendien verschaffen de doorgaande gaten de mogelijkheid om twee aan weerszijden aangebracht, of althans aan te brengen, flankschijven met elkaar te verbinden.

15 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens onderhavige uitvinding heeft de centrale schijf een grotere buitenomtrek dan de flankschijven. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm zal de centrale schijf eerder dan de flankschijven met de bodem in contact komen en aldus een begin van een insnijding in de bodem kan maken. Echter, het is mogelijk dat de flankschijven een even grote of zelfs grotere 20 buitenomtrek hebben dan de centrale schijf. Bij gebruik zullen de flankschijven slijten, waardoor de centrale schijf vrijkomt.

De diameter van de centrale schijf is bij voorkeur gelegen in het bereik van 0,2 meter - 0,5 meter. Kouterschijven met dergelijke afmetingen worden veelal toegepast. De diameter van de centrale schijf is verder bij voorkeur groter dan 25 0,3 meter en is verder bij voorkeur kleiner dan 0,4 meter.

Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een bodembewerkingsinrichting omvattende een door een trekkend voertuig getrokken, of althans te trekken, gestel omvattende zich althans in hoofdzaak parallelle aan de, althans beoogde, rijrichting van het gestel uitgelijnde, bij 30 toepassing in een bodem snijdende kouterschijven. Met kouterschijven volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding kunnen bij een dergelijke bodembewerkingsinrichting, zoals een ploeg of een mest-uitrijdinrichting, volgens het tweede aspect van de onderhavige uitvinding kouterschijven volgens het eerste 4 aspect van de onderhavige uitvinding worden toegepast. Zo kan bij de bodembewerkingsinrichting worden geprofiteerd van de voordelen van de hierboven in combinatie met de bespreking van (varianten van) de kouterschijven volgens het eerste aspect van de uitvinding verbeterde hanteerbaarheid. Bij voorkeur, maar niet 5 noodzakelijkerwijs zijn alle kouterschijven van de bodembewerkingsmachine van het type volgens de uitvinding.

Volgens een derde aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kouterschijf, omvattende de stappen van het verschaffen van een centrale schijf en het aan de centrale schijf 10 bevestigen van twee kunststof flankschijven. Daarbij geniet een werkwijze de voorkeur, waarbij de stap van het aanbrengen van twee kunststof flankschijven omvat het in een matrijs positioneren van de centrale schijf, het in hoofdzaak sluiten van de matrijs en het in de matrijs om de centrale schijf vormen van de kunststof flankschijven. Dit kan bijvoorbeeld geschieden door middel van sinteren, spuitgieten, 15 of nylon gieten, ook wel bekend als reaction injection molding. Een voordeel van het derde aspect van de onderhavige uitvinding is dat de centrale schijf als gevolg van krimp van de flankschijven na het bevestigen van de flankschijven ervoor zorgt dat de centrale schijf stevig tussen de flankschijven is ingeklemd. Dit laat overigens onverlet dat kunststof flankschijven op conventionele wijze zoals bij de aan het begin 20 van de inleiding beschreven bekende kouterschijf, aan de centrale schijf kunnen worden bevestigd.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin:

Figuur 1a een zijaanzicht toont van een kouterschijf volgens de 25 onderhavige uitvoering;

Figuur 1b een dwarsdoorsnede-aanzicht toont volgens de lijn A-A van de kouterschijf uit figuur 1a;

Figuur 1c een zijaanzicht toont van een centrale schijf van de kouterschijf uit figuur 1a; 30 Figuur 2 een perspectivisch bovenaanzicht toont van twee maldelen voor het vervaardigen van een voorkeursuitvoeringsvorm van een kouterschijf volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 3a een zijaanzicht toont van een kouterschijf volgens de 5 onderhavige uitvinding die is vervaardigd met behulp van de mal uit figuur 2;

Figuur 3b een dwarsdoorsnede-aanzicht toont volgens de lijn B-B uit figuur 3a; en

Figuur 4 een schematisch zijaanzicht toont van een deel van een 5 mestverdeelinrichting met een kouterschijf volgens de onderhavige uitvinding.

Kijkend naar figuur 1a wordt een zijaanzicht getoond van een kouterschijf 1 met een diameter van 350 mm volgens de onderhavige uitvinding. Figuur 1b toont een dwarsdoorsnede-aanzicht volgens A-A uit figuur 1a van de kouterschijf 1. Kouterschijf 1 is samengesteld uit een in figuur 1c getoonde centrale 10 schijf 2 van gehard staal met, in dit uitvoeringsvoorbeeld, een Rockwell hardheid van ongeveer 50 HRC. Centrale schijf 2 wordt geflankeerd door twee flankschijven van 3, 4 nylon waarvan in figuur 1a slechts flankschijf 3 zichtbaar is. Door ten opzichte van elkaar uitgelijnde doorgaande gaten 5, 6, 7 in de beide flankschijven, 3, 4 respectievelijk centrale schijf 2 strekken zich bouten 8 uit die met behulp van moeren 15 9 flankschijven 3 en 4 naar elkaar trekken. Centrale schijf 2 wordt aldus tussen flankschijven 3 en 4 ingeklemd. Centraal in flankschijven 3, 4 bevinden zich cirkelvormige gaten 10, respectievelijk 11 die zijn uitgelijnd met één centraal cirkelvormig gat 12 in centrale schijf 2, zodat kouterschijf 1 op op zich bekende wijze aan een niet getoonde naaf kan worden bevestigd. Hiertoe zijn in flankschijf 3 vier 20 doorgaande bevestigingsgaten 13 voorzien die zich in samengestelde toestand van kouterschijf 1 ter hoogte van centrale gaten 11, 12 van de andere flankschijf 4, respectievelijk centrale schijf 2 bevinden. Figuur 1c tenslotte toont centrale schijf 2 zonder flankschijven. In figuur 1c is zichtbaar dat de centrale schijf 2 nabij de buitenomtrek is voorzien van trapeziumvormige gaten 14, die zijn voorzien om 25 centrale schijf 2 en daarmee kouterschijf 1 lichter te maken. Deze uitvoeringsvorm van een kouterschijf 1 behoeft, afgezien van materiaalkeuze, niet af te wijken van op zich bekende kouterschijven met metalen flankschijven.

Figuur 2 toont een mal 20 met twee maldelen 20a, 20b voor het vervaardigen van een alternatieve uitvoeringsvorm van een kouterschijf volgens 30 onderhavige uitvinding, die hierna nader wordt besproken en met 28 wordt aangeduid onder verwijzing naar figuren 3a en 3b. Beide malhelften 20a, 20b zijn voorzien van positioneringsmiddelen 21 in de vorm van doorgaande gaten voor het juist ten opzichte van elkaar op elkaar positioneren van beide maldelen 20a, 20b.

6

Voorafgaand aan het sluiten van mal 20, door het ten opzichte van elkaar positioneren van maldelen 20a, 20b, is een stalen centrale schijf 22 in maldeel 20b gelegd. Centrale schijf 22 rust op een (in figuur 2 niet zichtbare) rand die correspondeert met rand 23 in maldeel 20a. Wanneer nu de mal 20 wordt gesloten 5 door de maldelen 20a, 20b ten opzichte van elkaar boven elkaar te positioneren vormen uitsparingen 24a, 24b een inspuitkanaal (24) dat zich in de richting van centrale schijf 22 en de zich aan weerszijden daarvan bevindende holtes 25 verbreedt. Aldus stroomt bij het inspuiten van vloeibare kunststof door inspuitkanaal 24 aan weerszijden van centrale schijf 22 vloeibare kunststof in de in het middel 10 onderling verbonden holtes 25, waarvan de vorm correspondeert met die van een integraal flankschijforgaan omvattende twee flankschijven die bij de binnenomtreksrand met elkaar zijn verbonden. De maldelen 20a, 20b zijn hiertoe voorzien van verhogingen 26 die een met een asgat corresponderende ruimte vullen, op zodanige wijze, dat tussen de binnenomtreksrand van centrale schijf 22 en 15 verhogingen 26 een ruimte vrij blijft waardoorheen vloeibare kunststof van beide zijden van centrale schijf 22 bij toepassing samenvloeit voor het vormen van een integraal flankorgaan met twee flankschijven en een onderlinge verbinding daartussen.

Figuur 3a toont een zijaanzicht van een volgens bovenstaande 20 werkwijze vervaardigde kouterschijf 28, waarvan in figuur 3b een dwarsdoorsnede-aanzicht volgens lijn B-B is getoond. In figuren 3a, 3b is te zien dat centrale schijf 22 nabij de buitenomtrek is omgeven door een zogenaamd flankschijforgaan 29 met twee flankschijfdelen die nabij de binnenomtrek van centrale schijf 22 in elkaar overgaan. Aldus zijn, althans bij dit uitvoeringsvoorbeeld, centrale schijf 22, met 25 uitzondering van een centraal cirkelvormig gat, geen doorgaande gaten aanwezig. In het flankorgaan 29 zijn vier doorgaande bevestigingsgaten 30 voorzien voor het aan een naaf kunnen bevestigen van de kouterschijf 28.

Figuur 4 toont een schematisch zijaanzicht van een in een mestverdeler opgenomen kouterschijf 41 met een centrale schijf 48 en twee 30 flankschijven waarvan er in figuur 4 slechts één 49 zichtbaar is. Kouterschijf 41 is via een arm 42 en een naaf 44 verbonden met een niet getoond mestvoertuig. Wanneer het mestvoertuig over het land rijdt snijdt kouterschijf 41 een sleuf in de (niet getoonde) bodem. In de rijrichting R gezien achter kouterschijf 41 is een nozzel 45 7 via arm 46 met het mestvoertuig verbonden. Mest wordt via leidingen 47 van een tank in mestvoertuig 43 naar nozzel 45 gevoerd, zodat via nozzel 45 mest in een door kouterschijf 41 gerealiseerde sleuf kan achterlaten.

De onderhavige uitvinding is in de bijgevoegde figuren en de 5 hierboven staande beschrijving slechts aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden geïllustreerd. Het moge echter duidelijk zijn dat verschillende, al dan niet voor de vakman voor de hand liggende, varianten denkbaar zijn binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt gedefinieerd door de hierna volgende conclusies. Zo hoeft de centrale schijf van de 10 kouterschijf niet van staal te zijn vervaardigd. Ook andere geschikte materialen met een toereikende hardheid kunnen worden toegepast. De kunststof flankschijven hoeven niet van nylon of teflon te zijn vervaardigd. Ook andere kunststoffen zijn denkbaar, mits de toegepaste kunststof bestendig is tegen schuring, wanneer ze door een landbouwbodem snijden. De werkwijze voor het vervaardigen van een 15 kouterschijf is niet beperkt tot een spuitgietproces. Ook andere geschikte processen, zoals sinteren, waarmee in een mal met een centrale schijf als inlay een integraal flankschijforgaan kan worden vervaardigd vallen onder de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding. Verder hoeft een flankschijf niet door middel van bouten aan de centrale schijf en/of andere flankschijf te zijn bevestigd. Ook andere 20 bevestigingsmethoden, zoals bijvoorbeeld hechten door middel van lijm of klinken door middel van nagels zijn denkbaar.

25

Claims (15)

1. Kouterschijf omvattende een centrale schijf die aan weerszijden is voorzien van een flankschijf, met het kenmerk, dat de flankschijven althans ten 5 minste in hoofdzaak zijn vervaardigd van kunststof.

2. Kouterschijf volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de flankschijven zijn vervaardigd van nylon.

3. Kouterschijf volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flankschijven met elkaar zijn verbonden.

4. Kouterschijf volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de flankschijven met behulp van mechanische verbindingsmiddelen met elkaar zijn verbonden.

5. Kouterschijf volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de flankschijven door middel van hechtmiddelen direct of via de centrale schijf met 15 elkaar zijn verbonden.

6. Kouterschijf volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de beide flankschijven een integraal geheel vormen, waarbij de centrale schijf tussen de flankschijven is geklemd.

7. Kouterschijf volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de centrale schijf is vervaardigd van staal (speciaal type?)

8. Kouterschijf volgens één of meer van de voorgaande conclusies , met het kenmerk, dat de centrale schijf is voorzien van doorgaande gaten die zich althans ten minste in hoofdzaak haaks op het vlak van de centrale schijf uitstrekken.

9. Kouterschijf volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de centrale schijf een grotere buitenomtrek heeft dan de flankschijven.

10. Kouterschijf volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de centrale schijf is gelegen in het bereik van 0,20 m -0,50 m.

11. Bodembewerkingsinrichting omvattende een door een trekkend voertuig getrokken, of althans te trekken, gestel omvattende zich althans in hoofdzaak parallel aan de, althans beoogde, rijrichting van het gestel uitgelijnde, bij toepassing in een bodem snijdend kouterschijven volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

12. Werkwijze voor het vervaardigen van een kouterschijf, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een centrale schijf, en 5. het aan de centrale schijf bevestigen van twee kunststof flankschijven, door middel van het in een matrijs positioneren van de centrale schijf, het in hoofdzaak sluiten van de matrijs en het in de matrijs om de centrale schijf vormen van de kunststof flankschijven.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de 10 flankschijven aan de centrale schijf worden voorzien door middel van sinteren.

14. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de flankschijven aan de centrale schijf worden voorzien door middel van spuitgieten.

15. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de flankschijven aan de centrale schijf worden voorzien door middel van nylon gieten. 15