NL2006402C2 - AGRICULTURAL MACHINE. - Google Patents

AGRICULTURAL MACHINE. Download PDF

Info

Publication number
NL2006402C2
NL2006402C2 NL2006402A NL2006402A NL2006402C2 NL 2006402 C2 NL2006402 C2 NL 2006402C2 NL 2006402 A NL2006402 A NL 2006402A NL 2006402 A NL2006402 A NL 2006402A NL 2006402 C2 NL2006402 C2 NL 2006402C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
additional motor
speed
tractor
agricultural machine
drive line
Prior art date
Application number
NL2006402A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Markus Baldinger
Klaus Aumayr
Thomas Reiter
Wolfgang Schremmer
Original Assignee
Alois Pa Ttinger Maschinenfabrik Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Alois Pa Ttinger Maschinenfabrik Gmbh filed Critical Alois Pa Ttinger Maschinenfabrik Gmbh
Priority to NL2006402A priority Critical patent/NL2006402C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006402C2 publication Critical patent/NL2006402C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D69/00Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
    • A01D69/005Non electric hybrid systems, e.g. comprising mechanical and/or hydraulic and/or pneumatic drives
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D69/00Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
    • A01D69/02Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers electric
    • A01D69/025Electric hybrid systems
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D69/00Driving mechanisms or parts thereof for harvesters or mowers
    • A01D69/06Gearings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/14Adaptations of gearing for driving, loading or unloading means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01FPROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
    • A01F15/00Baling presses for straw, hay or the like
    • A01F15/08Details
    • A01F15/0841Drives for balers

Description

- 1 -- 1 -

Landbouwmachine.Agricultural machine.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine om aan te bouwen aan een trekker, met ten minste één werkrotor voor de bodembewerking of het 5 bewerken van het oogstgoed die aangedreven kan worden door een aandrijving, waarbij de aandrijving een mechanische aandrijflijn heeft die gekoppeld kan worden met een aftakas van een trekker voor het aandrijven van de werkrotor vanaf de aftakas van de trekker. Een dergelijke landbouwmachine kan hierbij in het bijzonder uitgevoerd zijn in de vorm van een laad- en/of perswagen met een inrichting voor het opnemen van oogstgoed, waarvan de 10 opneemrotor en/of de rotor voor het verdere transport via een mechanische aandrijflijn vanaf de aftakas van de trekker aangedreven kan worden.The present invention relates to an agricultural machine for attaching to a tractor, with at least one working rotor for cultivating the soil or processing the crop that can be driven by a drive, the drive having a mechanical drive line that can be coupled with a PTO shaft of a tractor for driving the working rotor from the PTO shaft of the tractor. Such an agricultural machine can here in particular be designed in the form of a loading and / or pressing wagon with a device for picking up harvested goods, the pick-up rotor and / or the rotor for further transport via a mechanical drive line from the power take-off shaft from the tractor.

Bij aanbouwwerktuigen voor landbouwmachines, zoals bijvoorbeeld een laadwagen, een pers, een maaimachine of een machine voor hooiwinning in de vorm van een keermachine of een zwader, maar echter ook een bodembewerkingsmachine, zoals 15 bijvoorbeeld een roterende eg, worden de werkrotoren die de respectieve, bodembewerking of de bewerking van het oogstgoed uitvoeren op de gebruikelijke wijze aangedreven door een mechanische aandrijflijn die via een scharnieras vanuit de aftakas van de trekker wordt gevoed. Via de aftakas van de trekker kunnen betrekkelijk hoge aandrijfmomenten worden verschaft die opgewassen zijn tegen de respectievelijk op te leggen taken en ook bij een 20 hoge belasting van de werkrotoren het toerental daarvan garanderen. Dergelijke mechanische aandrijvingen vanuit de aftakas van de trekker zijn evenwel weinig variabel voor wat betreft hun toerental, resp. het tegen de werkrotor aanliggende aandrijfmoment. Zo is het bijvoorbeeld met trekkers van een ouder bouwtype nauwelijks mogelijk om het aandrijftoerental te verminderen wanneer bijvoorbeeld tijdelijk een kleinere hoeveelheid gras, 25 resp. een kleiner zwad oogstgoed opgenomen en fijngesneden moet worden, wat echter noodzakelijk zou zijn om een hoge snijkwaliteit te waarborgen, ook bij dergelijke kleinere hoeveelheden gras.In the case of attachments for agricultural machines, such as for instance a loading wagon, a press, a mowing machine or a hay-making machine in the form of a turning machine or a swather, but also a soil-processing machine, such as for example a rotary harrow, the work rotors which carrying out soil treatment or processing of the harvested material in the usual manner driven by a mechanical drive line which is fed via a pivot axis from the PTO of the tractor. Relatively high driving moments can be provided via the power take-off shaft of the tractor which can cope with the tasks to be imposed and which also guarantee the speed of rotation of the work rotors in the case of a high load on the work rotors. Such mechanical drives from the power take-off shaft of the tractor are, however, little variable with regard to their speed, respectively. the driving moment against the working rotor. For example, with tractors of an older type of construction it is hardly possible to reduce the driving speed when, for example, a smaller amount of grass, resp. a smaller swath of crop must be picked up and cut finely, which would however be necessary to ensure a high cutting quality, also with such smaller amounts of grass.

Om een dergelijke hogere variabiliteit van het aandrijftoerental en het aandrijfmoment voor de werkrotor te kunnen verschaffen werd er reeds voorgesteld om de mechanische 30 aandrijflijn vanaf de aftakas te vervangen door een elektromotor of een hydraulische motor die de respectieve werkrotor aandrijft en qua toerental en draaimoment daarvan betrekkelijk eenvoudig gevarieerd kan worden over een groter bereik. Bijvoorbeeld wordt in DE 10 2008 014 998 A1 een opneeminrichting voor een laadwagen beschreven met een op zich gebruikelijke puntroller en een daarop volgende transportrotor die telkens worden 35 aangedreven door middel van een elektromotor die is opgenomen in het inwendige van de rotor. Hierbij ontstaan er echter problemen voor wat betreft de realisatie van voldoende hoge aandrijfmomenten, omdat elektromotoren bij een begrensde constructiewijze geen willekeurig hoge aandrijfmomenten kunnen verschaffen. Ofwel moeten er elektromotoren van een groot -2- formaat gebruikt worden, ofwel worden er meerdere elektromotoren ingebouwd. Genoemde DE 10 2008 014 998 stelt dit aangaande voor om aan beide zijden van de vergaartrommel rechts en links telkens een elektromotor aan te brengen en deze eventueel uit te voeren als een driefasenmotoren om in zijn geheel een voldoende hoog aandrijfmoment te kunnen 5 verschaffen. Dit leidt echter niet alleen wederom tot ruimteproblemen en een hoog gewicht, maar ook tot betrekkelijk hoge constructiekosten.In order to be able to provide such a higher variability of the driving speed and the driving torque for the working rotor, it has already been proposed to replace the mechanical drive line from the PTO shaft by an electric motor or a hydraulic motor which drives the respective working rotor and is relatively relatively variable in terms of speed and torque thereof. can easily be varied over a larger range. For example, DE 10 2008 014 998 A1 describes a pick-up device for a loading wagon with a point roller which is usual per se and a subsequent transport rotor, which are each driven by means of an electric motor which is accommodated in the interior of the rotor. Here, however, problems arise with regard to the realization of sufficiently high driving moments, because electric motors cannot provide any high driving moments with a limited construction method. Either large-sized electric motors must be used, or several electric motors must be installed. Said DE 10 2008 014 998 proposes this with regard to arranging an electric motor on both sides of the collecting drum on the right and left, and possibly designing it as a three-phase motor in order to be able to provide a sufficiently high driving moment as a whole. However, this not only leads to space problems and a high weight, but also to relatively high construction costs.

De uitvinding beoogt een verbeterde landbouwmachine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die nadelen van de stand van de techniek vermijdt en laatst genoemde op een voordelige wijze verder ontwikkelt. Bij voorkeur dient er voor de werkrotor 10 een aandrijving verschaft te worden die varieert over een groot toerentalbereik en aangepast kan worden aan verschillende vereisten voor wat betreft het draaimoment, zonder dat dit gerealiseerd wordt ten koste van een volumineuze bouwconstructie met veel benodigde plaatsruimte en hoge constructiekosten.The invention has for its object to provide an improved agricultural machine of the type mentioned in the preamble which avoids disadvantages of the prior art and further develops the latter advantageously. Preferably, a drive must be provided for the working rotor 10 that varies over a large speed range and can be adapted to different torque requirements, without this being achieved at the expense of a bulky building construction with much space requirement and high construction costs. .

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt door een landbouwmachine volgens 15 conclusie 1. Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn onderwerp van de volgconclusies.According to the invention this object is achieved by an agricultural machine according to claim 1. Preferred embodiments of the invention are the subject of the subclaims.

Er wordt dus voorgesteld om de aandrijving uit te voeren als een hybride aandrijving en te voorzien van vermogensbronnen van een verschillend type om de voordelen van verschillende aandrijfeenheden met elkaar te combineren. Voor het verschaffen van het 20 basisvermogen wordt de mechanische aandrijflijn gebruikt om de werkrotor vanuit de aftakas van de trekker te voorzien van een basis aandrijfmoment, terwijl voor het bereiken van de noodzakelijke variabiliteit qua toerental en qua aanpassing van het aandrijfmoment een extra motor ingeschakeld kan worden die gevoed wordt met een niet-mechanische, gemakkelijker te regelen energie, in het bijzonder een elektrische energie of een drukfluïdum in de vorm van 25 hydraulische druk of gasdruk. Volgens de uitvinding bezit de aandrijving voor de werkrotor aanvullend aan de mechanische aandrijflijn een elektrisch aangedreven, of door een drukfluïdum aangedreven extra motor, waarvan het aandrijfmoment superponeerbaar is op het vanuit de aftapas van de trekker komende aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn. Al naar gelang de behoefte kan bij het vanuit de aftakas van de trekker komende 30 aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn een aanvullend moment door de extra motor worden bijgeschakeld, zodat de aandrijfrotor gelijktijdig vanuit de aftakas van de trekker en vanuit de extra motor wordt aangedreven door de mechanische aandrijflijn. Op voordelige wijze kan het vanuit de extra motor komende aandrijfmoment qua hoogte en ook qua richting gevarieerd worden, d.w.z. er kan zowel een negatief, alsook een positief aanvullend moment 35 bijgeschakeld worden om het aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn te verhogen of te verminderen.It is therefore proposed to design the drive as a hybrid drive and to provide power sources of a different type to combine the advantages of different drive units. To provide the basic power, the mechanical drive line is used to provide the working rotor from the PTO shaft of the tractor with a basic drive torque, while an additional motor can be switched on to achieve the necessary variability in speed and drive torque adjustment. which is fed with a non-mechanical, easier to control energy, in particular an electrical energy or a pressure fluid in the form of hydraulic pressure or gas pressure. According to the invention, the drive for the working rotor has, in addition to the mechanical drive line, an electrically driven, or pressure-driven, additional motor, the drive moment of which can be superimposed on the drive moment of the mechanical drive line coming from the draw-off shaft of the tractor. Depending on the need, an additional moment can be switched on by the additional motor at the drive moment of the mechanical drive line from the power take-off, so that the drive rotor is driven simultaneously from the power take-off shaft of the tractor and from the extra motor mechanical powertrain. Advantageously, the driving moment coming from the additional motor can be varied in height and also in direction, i.e. a negative as well as a positive additional moment can be added to increase or reduce the driving moment of the mechanical drive line.

De extra motor kan in principe op een verschillende plaatsen zijn aangebracht en bijvoorbeeld onafhankelijk van de mechanische aandrijflijn die vanaf de aftakas van de -3- trekker komt, gekoppeld zijn met de werkrotor. Bijvoorbeeld kan de extra motor geïntegreerd zijn in de werkrotor, in het bijzonder in een binnenruimte zijn aangebracht waar de werktuigen omheen lopen, terwijl de mechanische aandrijflijn op een andere plaats in ingrijping staat met de werkrotor. Bij voorkeur kan de extra motor evenwel met de werkrotor verbonden worden 5 via de mechanische aandrijflijn die hiertoe een vertakkingspunt bezit. Vanuit het genoemde vertakkingspunt leidt een eerste deel van de aandrijflijn naar de aftakas van de trekker, resp. een aansluitstuk van de aftakas, terwijl een tweede deel van de aandrijflijn leidt naar de extra motor en een derde deel van de aandrijflijn naar de werkrotor. Het genoemde vertakkingspunt vormt als het ware een splitsing waarbij het vanuit de aftakas komende vermogen en het 10 vanuit de extra motor komende vermogen samengebracht worden en vervolgens samen via het als het ware stroomafwaarts liggende deel van de aandrijflijn toegevoerd worden aan de werkrotor. Hierdoor worden ruimteproblemen bij de werkrotor vermeden en er wordt een grotere vormgevingsvrijheid bij de opstelling van de extra motor bereikt.The additional motor can in principle be arranged at different locations and, for example, be coupled to the working rotor independently of the mechanical drive line coming from the PTO shaft of the tractor. For example, the additional motor can be integrated in the working rotor, in particular arranged in an inner space around which the tools run, while the mechanical drive line is engaged with the working rotor at another location. However, the additional motor can preferably be connected to the working rotor via the mechanical drive line, which has a branching point for this purpose. From the said branching point, a first part of the drive line leads to the PTO shaft of the tractor, respectively. a connecting piece of the power take-off, while a second part of the drive line leads to the additional motor and a third part of the drive line to the working rotor. Said branching point forms, as it were, a split where the power coming from the power take-off and the power coming from the additional motor are brought together and then fed together via the part of the drive line that is downstream, as it were, to the working rotor. This avoids space problems at the work rotor and a greater freedom of design is achieved when setting up the additional motor.

Op voordelige wijze wordt het genoemde vertakkingspunt gevormd door een 15 transmissie-eenheid die een uitgaande transmissieas bezit die verbonden kan worden met de werkrotor, een ingaande transmissieas bezit die verbonden kan worden met de aftakas van de trekker en een met de extra motor verbindbaar aansluitelement van de motor bezit. Het genoemde motoraansluitelement kan hierbij op verschillende wijze zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld in de vorm van een transmissiewiel dat in ingrijping staat met de uitgaande 20 transmissieas, of de ingaande transmissieas. De aanhechting van de extra motor kan hierbij direct of indirect plaatsvinden, d.w.z. de uitgaande motoras van de extra motor kan direct gekoppeld zijn met het genoemde motoraansluitelement van de transmissie-eenheid, of als alternatief onder tussenschakeling van een verdere transmissietrap aangesloten zijn aan het genoemde motoraansluitelement van de genoemde transmissie-eenheid.Advantageously, said branching point is formed by a transmission unit that has an outgoing transmission shaft that can be connected to the working rotor, an incoming transmission shaft that can be connected to the PTO shaft of the tractor and a connecting element of the additional motor owns the engine. Said motor connection element can be embodied here in different ways, for instance in the form of a transmission wheel which is in engagement with the outgoing transmission shaft, or the incoming transmission shaft. The attachment of the additional motor can take place directly or indirectly here, ie the output motor shaft of the additional motor can be directly coupled to the said motor connection element of the transmission unit, or alternatively connected to the said motor connection element with the interposition of a further transmission stage. of said transmission unit.

25 De genoemde transmissie-eenheid kan hierbij in principe verschillend uitgevoerd zijn.The transmission unit mentioned can in principle be of different design.

Volgens een voordelige uitvoering van de uitvinding kan als vertakkingspunt een planeetwieltransmissie zijn aangebracht die op voordelige wijze verschillende bedrijfsmodi voor de aanhechting van de extra motor kan realiseren, waarbij de genoemde planeetwieltransmissie in één trap of in meerdere trappen uitgevoerd kan zijn. Volgens een 30 voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het holle wiel van de planeetwieltransmissie - resp. bij een meertrappige uitvoeringsvorm van één van de holle wielen van de planeetwieltransmissie - het bovengenoemde motoraansluitelement vormen, waaraan de extra motor bevestigd wordt. In een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan de extra motor direct verbonden zijn met het holle wiel of ook via een tussentransmissie verbonden zijn met 35 het holle wiel, waarbij bij voorkeur het holle wiel een uitwendig aangrijpvlak bezit in de vorm van een buitenste vertanding, waarmee de elektromotor op de genoemde wijze direct of indirect in aangrijping staat om het holle wiel rotatorisch aan te drijven.According to an advantageous embodiment of the invention, a planet wheel transmission can be provided as a branching point which can advantageously realize various operating modes for the attachment of the additional motor, wherein said planet wheel transmission can be carried out in one stage or in several stages. According to an advantageous embodiment of the invention, the hollow wheel of the planetary gear transmission - resp. in a multi-stage embodiment of one of the hollow wheels of the planetary gear transmission - forming the above-mentioned motor connection element to which the additional motor is attached. In a further development of the invention, the additional motor can be directly connected to the hollow wheel or can also be connected via an intermediate transmission to the hollow wheel, wherein the hollow wheel preferably has an external engagement surface in the form of an outer toothing, with which the electric motor is directly or indirectly engaged in the aforementioned manner for rotating the hollow wheel in a rotational manner.

-4--4-

In een verdere ontwikkeling van de uitvinding is de trap van de planeetwieltransmissie waaraan de extra motor is aangehecht, naar keuze blokkeerbaar of deblokkeerbaar, waardoor verschillende bedrijfsmodi voor de aanhechting van de extra motor bereikt kunnen worden. Wanneer de hiervoor bestemde blokkeerinrichting is vastgezet en de trap van de 5 planeetwieltransmissie dienovereenkomstig is geblokkeerd, dan bezit de trap van de planeetwieltransmissie een vaste overbreng-, resp. reductieverhouding, zodat de extra motor slechts synchroon met het ingangs-, resp. uitgangstoerental van de transmissietrap aangedrreven kan worden. Levert de extra motor geen aandrijfmoment, zodat deze slechts meeloopt, dan wordt het aandrijfmoment voor de aandrijfrotor geheel en al verschaft vanuit 10 de aftakas. Wordt evenwel vanuit de extra motor een aandrijfmoment ingeschakeld, dan wordt het resultaat van het vanuit de aftakas van de trekker verschafte aandrijfmoment verhoogd of verminderd, zodat het gehele aandrijfmoment dat de aandrijfrotor ter beschikking staat voldoende is voor de volgende verhouding:In a further development of the invention, the stage of the planet gear transmission to which the additional motor is attached is optionally lockable or unblockable, whereby different operating modes for the attachment of the additional motor can be achieved. When the blocking device intended for this purpose is fixed and the stage of the planetary gear transmission is correspondingly blocked, then the stage of the planetary gear transmission has a fixed transmission and resp. reduction ratio, so that the additional motor is only synchronous with the input or resp. output speed of the transmission stage can be driven. If the additional motor does not provide a driving moment, so that it only travels, the driving moment for the driving rotor is provided entirely from the PTO shaft. However, if a drive torque is switched on from the additional motor, the result of the drive torque provided from the PTO shaft of the tractor is increased or decreased, so that the entire drive torque available to the drive rotor is sufficient for the following ratio:

Mges= Mz +/- Me, 15 waarbij Mges het gehele aandrijfmoment is dat de aandrijfrotor ter beschikking staat, Mz het vanuit de aftakas van de trekker komende aandrijfmoment van de aandrijflijn is en Me het aandrijfmoment van de extra motor is.Mges = Mz +/- Me, where Mges is the entire drive torque available to the drive rotor, Mz is the drive torque of the drive line coming from the PTO shaft of the tractor and Me is the drive torque of the additional motor.

Wordt evenwel de tevoren genoemde blokkeerinrichting gelost, dan kan via de extra motor die in ingrijping staat met het holle wiel van de trap van de planeetwieltransmissie, de 20 transmissieverhouding van de trap van de planeetwieltransmissie gevarieerd worden, resp. het uitgangstoerental van de transmissietrap ten opzichte van het ingangstoerental gevarieerd worden, waarbij ook een optellen, resp. aftrekken van de verschillende aandrijfmomenten in de zin van de bovengenoemde relatie plaatsvindt.However, if the aforementioned blocking device is released, the transmission ratio of the stage of the planet wheel transmission can be varied via the additional motor which is in engagement with the hollow wheel of the stage of the planet wheel transmission. the output speed of the transmission stage can be varied with respect to the input speed, whereby addition and resp. subtraction of the different driving moments within the meaning of the above-mentioned relationship.

Door middel van een blokkeren en deblokkeren van de trap van de 25 planeetwieltransmissie verkrijgt de aandrijflijn een vrijheidsgraad die het mogelijk maakt om het uitgangszijdige toerental van de mechanische aandrijflijn en daarmee het toerental van de werkrotor ten opzichte van het ingangstoerental van de mechanische aandrijflijn en daarmee ten opzichte van de aftakas van de trekker te variëren door middel van een variëren van het aandrijfmoment en/of het toerental van de bijgeschakelde extra motor. Een dergelijke 30 vrijheidsgraad kan ook zijn gevormd in een andere uitvoering, bijvoorbeeld kan op de zijde van de aftakas van het bovengenoemde motoraansluitelement een vrijloop ingebouwd zijn in de aandrijflijn die het mogelijk maakt om via de extra motor het toerental van de werkrotor ten opzichte van de op zich door het toerental van de aftakas vooraf bepaalde snelheid te verhogen. Als alternatief of additioneel kunnen ook koppelingen of andere transmissie-35 elementen zijn aangebracht die een slip mogelijk maken om de genoemde vrijheidsgraad te realiseren.By means of blocking and unblocking the stage of the planetary gear transmission, the drive line obtains a degree of freedom which makes it possible to increase the output speed of the mechanical drive line and thus the speed of the working rotor relative to the input speed of the mechanical drive line. to vary with respect to the power take-off of the tractor by means of varying the driving moment and / or the speed of the additional engine connected. Such a degree of freedom can also be formed in a different embodiment, for instance on the side of the power take-off shaft of the above-mentioned motor connection element a freewheel can be built into the drive line which makes it possible to adjust the speed of the working rotor relative to the working rotor via the additional motor. by increasing the speed of the PTO predetermined speed. Alternatively or additionally, couplings or other transmission elements can also be provided which enable a slip to realize the said degree of freedom.

Als alternatief of additioneel kan er ook in voorzien zijn om de extra motor af te koppelen van de aandrijflijn, resp. de aandrijfrotor, zodat de aandrijfrotor alleen vanaf de -5- aftakas aangedreven kan worden. Hiertoe kan een geschikte motorkoppeling aangebracht zijn voor het afkoppelen van de extra motor.Alternatively or additionally, it may also be provided to disconnect the additional motor from the power train, resp. the drive rotor, so that the drive rotor can only be driven from the PTO shaft. A suitable motor coupling can be provided for this purpose to disconnect the additional motor.

De extra motor kan op verschillende wijzen bestuurd en/of geregeld worden om het bedrijf van de werkrotor aan te passen aan verschillende bedrijfsomstandigheden en/of 5 verschillende bedrijfsfuncties te realiseren. Bijvoorbeeld kan de extra motor voor wat betreft zijn afgegeven aandrijfmoment en/of zijn toerental variabel bestuurd en/of geregeld worden om variaties in de uitwendige belasting op de werkrotor en/of in het verschaffen van het vermogen van de aftakas van de trekker te compenseren. Als alternatief of additioneel kan het toerental en/of het aandrijfmoment van de extra motor gevarieerd worden om een 10 aanpassing van het bedrijfspunt van de werkrotor aan verschillende oogst- en/of bodemeigenschappen te bereiken. Bijvoorbeeld kan bij de opneeminrichting voor oogstgoed van een laadwagen of een pers het toerental van de opneemrotor en/of van de rotor voor het verdere transport verlaagd worden, wanneer het op te nemen zwad oogstgoed kleiner wordt of verhoogd moet worden wanneer het zwad oogstgoed groter wordt om enerzijds een 15 optimale snijkwaliteit te bereiken en anderzijds om verstoppingen te vermijden. Hiertoe kan de extra motor voor wat betreft zijn vermogensafgifte op snelheid gebracht worden, resp. qua snelheid gereduceerd worden en/of qua werkrichting omgeschakeld worden om een negatief of een positief aandrijfmoment bij te schakelen. Anderzijds kan het aandrijfmoment van de extra motor, bijvoorbeeld bij een roterende eg, op snelheid gebracht worden wanneer een 20 sensorapparaat een hardere bodem of een grotere werkdiepte vaststelt, wat een groter aandrijfmoment van de cirkeltanden vereist.The additional motor can be controlled and / or controlled in different ways to adapt the work rotor operation to different operating conditions and / or to realize different operating functions. For example, the additional motor can be variably controlled and / or controlled with regard to its output torque and / or its rotational speed to compensate for variations in the external load on the working rotor and / or in providing the power of the PTO shaft of the tractor. Alternatively or additionally, the speed and / or the torque of the additional motor can be varied to achieve an adjustment of the operating point of the working rotor to different harvesting and / or soil properties. For example, in the case of the pick-up device for harvested goods from a loading wagon or a press, the speed of the pick-up rotor and / or of the rotor for further transport can be reduced if the swath of crop to be picked up becomes smaller or needs to be increased when the swath of the crop becomes larger on the one hand to achieve optimum cutting quality and on the other hand to avoid blockages. For this purpose the additional motor can be brought up to speed with regard to its power output, respectively. be reduced in speed and / or switched in working direction to switch on a negative or a positive drive moment. On the other hand, the driving moment of the additional motor, for example with a rotating harrow, can be brought up to speed when a sensor device detects a harder bottom or a larger working depth, which requires a larger driving moment of the circular teeth.

In een verdere ontwikkeling van de uitvinding bezit een regelinrichting voor het regelen van de extra motor registratiemiddelen voor het registreren van de uitwendige belasting op de werkrotor, alsook regelmiddelen voor het regelen van de vermogensopname 25 van de extra motor, afhankelijk van de geregistreerde uitwendige belasting. De registratiemiddelen kunnen hierbij in principe verschillende uitgevoerd zijn. Bijvoorbeeld kunnen de registratiemiddelen een sensorinrichting omvatten, door middel waarvan het volume, de dichtheid, de geometrie und/of de gesteldheid van het door de werkrotor te bewerken oogstgoed wordt geregistreerd, zodat het aandrijfmoment en/of het toerental van 30 de extra motor afhankelijk van de geregistreerde grootte(n) van het oogstgoed geregeld worden. Als alternatief of additioneel kunnen de registratiemiddelen ook een sensorinrichting omvatten voor het registreren van reactiekrachten en/of reactiemomenten aan de werkrotor die door de uitwendige belasting op de werkrotor geïnduceerd worden en zodoende een indirecte maat voor de uitwendige belasting vormen. Een dergelijke sensorinrichting kan 35 bijvoorbeeld krachtmeters en/of draaimomentmeters aan de werkrotor, of daarmee verbonden aandrijfelementen omvatten.In a further development of the invention, a control device for controlling the additional motor has recording means for recording the external load on the working rotor, as well as control means for controlling the power consumption of the additional motor, depending on the recorded external load. The recording means can in principle be of different design. For example, the recording means may comprise a sensor device, by means of which the volume, density, geometry and / or condition of the crop to be processed by the working rotor is recorded, so that the driving moment and / or the speed of the additional motor depend on the registered size (s) of the crop are regulated. Alternatively or additionally, the recording means may also comprise a sensor device for recording reaction forces and / or moments of reaction at the working rotor that are induced by the external load on the working rotor and thus form an indirect measure of the external load. Such a sensor device can for instance comprise force meters and / or torque meters on the working rotor, or drive elements connected thereto.

Als alternatief of additioneel kan de regelinrichting registratiemiddelen omvatten voor het registreren van het toerental en/of het aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn, -6- resp. de aftakas van de trekker, zodat de regelinrichting de vermogensafgifte van de extra motor, afhankelijk van het geregistreerde vermogen van de aftaks van de trekker kan regelen. In het bijzonder kan de vermogensafgifte van de extra motor aangepast worden aan schommelingen en/of onvoldoende grenswaarden van het vermogen van de aftakas van de 5 trekker om het gewenste toerental en het gewenste draaimoment aan de werkrotor ter beschikking te stellen.Alternatively or additionally, the control device may comprise recording means for registering the speed and / or the torque of the mechanical drive line, -6- resp. the PTO shaft of the tractor, so that the control device can control the power output of the additional motor, depending on the registered power of the PTO of the tractor. In particular, the power output of the additional motor can be adapted to fluctuations and / or insufficient limits of the power of the power take-off shaft of the tractor to make the desired rotational speed and the desired torque available to the working rotor.

In een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan de regelinrichting een trap voor de gewenste waarde omvatten door middel waarvan een instelwaarde voor het aandrijfmoment en/of het toerental van de aandrijfrotor wordt bepaald. De regelinrichting kan hierbij in het 10 bijzonder het aandrijfmoment en/of het toerental van de extra motor zodanig regelen, dat het totaal van het vanaf de aftakas van de trekker komende aandrijfmoment en het positieve/negatieve aandrijfmoment van de extra motor overeenkomt met de bepaalde instelwaarde, of zo goed mogelijk in de nabijheid daarvan komt. Het laatste kan bijvoorbeeld optreden, wanneer onder extreme bedrijfsomstandigheden een aandrijfmoment aan de 15 aandrijfrotor op zich verschaft zou moeten worden dat als gevolg van de feitelijke begrenzing van het aandrijfmoment van de extra motor en van het draaimoment van de aftakas niet ter beschikking gesteld kan worden, zodat slechts een meest nabijkomende waarde ingevoerd kan worden.In a further development of the invention, the control device may comprise a stage for the desired value by means of which a setting value for the driving moment and / or the speed of the driving rotor is determined. The control device can in particular control the driving moment and / or the speed of the additional motor in such a way that the total of the driving moment coming from the PTO shaft of the tractor and the positive / negative driving moment of the additional motor correspond to the determined set value , or comes as close to it as possible. The latter can occur, for example, when under extreme operating conditions a drive torque should be provided on the drive rotor per se that due to the actual limitation of the drive torque of the additional motor and the torque of the PTO shaft cannot be made available, so that only the most adjacent value can be entered.

De genoemde instelwaarde voor het aandrijfmoment, resp. het toerental van de 20 aandrijfrotor kan hierbij afhankelijk van verschillende parameters bepaald worden, in het bijzonder kan hierbij rekening worden gehouden met eigenschappen van het te bewerken oogstgoed als de afmetingen van het zwad, de dichtheid van het oogstgoed of dergelijke, of de bodemparameters als bodemgesteldheid en -hardheid, of de parameters van het bedrijf van de machine, zoals de werkdiepte.The stated setting value for the drive torque, resp. the speed of the drive rotor can in this case be determined depending on different parameters, in particular the properties of the crop to be processed such as the dimensions of the swath, the density of the crop or the like, or the soil parameters as soil conditions can be taken into account. and hardness, or the parameters of the operation of the machine, such as the working depth.

25 De uitvinding wordt onderstaand nader toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld en bijbehorende tekeningen. In de tekeningen tonen: fig. 1: een schematisch zijaanzicht van een landbouwmachine volgens een voordelige uitvoering van de uitvinding in de vorm van een laadwagen, waarvan de opneeminrichting voor het van de bodem opnemen van het 30 oogstgoed een werkrotor omvat die aandrijfbaar is door middel van een mechanische aandrijflijn vanaf de aftakas van de trekker en hiertoe gesuperponeerd wordt door een extra motor in de vorm van een elektromotor, en fig. 2: een schematisch aanzicht op doorsnede van een planeetwieltransmissie, 35 waarbij de elektromotor is aangebracht aan het holle wiel van deze transmissie, waarbij de genoemde planeetwieltransmissie zit in de aandrijflijn van de laadwagen uit figuur 1 die de werkrotor van de opneeminrichting van de laadwagen verbindt met de aftakas van de trekker.The invention is further elucidated below with reference to a preferred exemplary embodiment and associated drawings. In the drawings: Fig. 1: shows a schematic side view of an agricultural machine according to an advantageous embodiment of the invention in the form of a loading wagon, the pick-up device for receiving the crop from the ground comprising a working rotor which is drivable by means of of a mechanical drive line from the power take-off of the tractor and is superimposed for this purpose by an additional motor in the form of an electric motor, and Fig. 2: a schematic cross-sectional view of a planetary gear transmission, the electric motor being mounted on the hollow wheel of this transmission, said planetary gear transmission being in the drive line of the loading wagon of figure 1 which connects the working rotor of the pick-up device of the loading wagon to the PTO of the tractor.

-7--7-

Aan de in fig. 1 getoonde trekker 1 is een als een aanbouwwerktuig uitgevoerde landbouwmachine in de vorm van een oogstmachine aangebouwd, die volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is uitgevoerd in de vorm van een laadwagen.Attached to the tractor 1 shown in Fig. 1 is an agricultural machine in the form of a harvesting machine designed as an extension tool, which machine is designed in the form of a loading wagon according to an advantageous embodiment of the invention.

De in fig. 1 getoonde laadwagen omvat hierbij meerdere werkaggregaten die elk een 5 draaibaar gelagerde werkrotor 4 omvatten. Een eerste werkaggregaat vormt hierbij de pick-up 91, waarvan de puntroller een werkrotor 4 vormt voor het van de bodem vergaren van oogstgoed. Deze werkrotor 4 in de vorm van de puntroller is draaibaar gelagerd om een liggende dwarsas en wordt rotatorisch aangedreven door een aandrijving 3 om op de bodem liggend oogstgoed te transporteren naar een transportkanaal.The loading wagon shown in Fig. 1 herein comprises several working units, each comprising a work rotor 4 rotatably mounted. A first working aggregate herein forms the pick-up 91, the tip roller of which forms a working rotor 4 for gathering harvested goods from the ground. This working rotor 4 in the form of the tip roller is rotatably mounted about a horizontal transverse axis and is rotatably driven by a drive 3 for transporting harvested material lying on the ground to a transport channel.

10 Een verder werkaggregaat met een rotatorisch aandrijfbare werkrotor 4 is een op de pick-up 19 volgende transporteur 20 die het door de pick-up 19 opgenomen oogstgoed overneemt en transporteert naar de opslag 21 voor oogstgoed. Ook de werkrotor 4 van deze transporteur 20 kan in een verdere ontwikkeling van de uitvinding een arbeidslichaam omvatten dat draaibaar gelagerd is om een liggende dwarsas. Vanaf de omtrek daarvan 15 staan rotortanden af die het oogstgoed transporteren. In een verdere ontwikkeling van de uitvinding kan bij deze werkrotor 4 een snijwerk met snijmessen behoren om het naar de opslag 21 voor oogstgoed getransporteerde oogstgoed fijn te snijden.A further working unit with a rotatably drivable working rotor 4 is a conveyor 20 following the pick-up 19, which takes over the harvested goods picked up by the pick-up 19 and transports them to the harvested storage 21. In a further development of the invention, the working rotor 4 of this conveyor 20 can also comprise a working body which is rotatably mounted about a horizontal transverse axis. From the circumference thereof, rotor teeth are disposed which transport the crop. In a further development of the invention, this working rotor 4 may include a cutting unit with cutting blades for finely cutting the harvested material transported to the storage material 21.

Een verder werkaggregaat van de laadwagen kan een aan de achterzijde van de laadwagen aangebrachte doseerinrichting zijn met ten minste één, bij voorkeur meerdere 20 doseerwalsen die aan de achterzijde het oogstgoed gedoseerd uitladen uit de opslag 21 voor oogstgoed. De genoemde doseerwalsen kunnen eveneens werkrotoren 4 vormen die rotatorisch worden aangedreven.A further working unit of the loading wagon can be a dosing device arranged at the rear of the loading wagon with at least one, preferably a plurality of dosing rollers, which dosedly unload the crop from the storage 21 for crop material at the rear. The said metering rollers can also form working rotors 4 which are rotatably driven.

Om de genoemde werkrotoren 4 van de werkaggregaten aan te drijven, is een aandrijving 3 aangebracht die ten eerste een mechanische aandrijflijn 6 omvat die via een 25 scharnieras 22 verbonden kan worden met een aftakas 5 van een trekker, zodat de genoemde mechanische aandrijflijn 6 vanaf de trekker gevoed wordt met een draaimoment.In order to drive said working rotors 4 of the working aggregates, a drive 3 is provided which firstly comprises a mechanical drive line 6 which can be connected via a pivot axis 22 to a PTO shaft of a tractor, so that said mechanical drive line 6 from the tractor is fed with a torque.

Aanvullend aan de genoemde mechanische aandrijflijn 6 omvat de aandrijving 3 een extra motor 7 die in de getekende uitvoering op voordelige wijze een elektromotor kan zijn. Hierbij zou het in principe mogelijk zijn om een afzonderlijke extra motor 7 aan elk van de 30 bovengenoemde werkrotoren 4 toe te voegen om het aandrijfmoment dat via de mechanische aandrijflijn 6 ter beschikking gesteld is, individueel bij elke werkrotor 4 afzonderlijk te kunnen variëren. Als alternatief is het echter ook mogelijk om alle werkrotoren 4, of op voordelige wijze meerdere, groepsgewijs samengevoegde werkrotoren 4 te voorzien van een gemeenschappelijke extra motor 7, waarbij op voordelige wijze bij een bewerkingstaak 35 samenwerkende werkrotoren 4 op deze wijze samengevoegd kunnen zijn. Bijvoorbeeld kunnen de puntrollers van de pick-up 19 en de transportrotor van de transporteur 20 ondersteund worden door een gemeenschappelijke extra motor 7.In addition to the aforementioned mechanical drive line 6, the drive 3 comprises an additional motor 7, which in the shown embodiment can advantageously be an electric motor. In this case, it would in principle be possible to add a separate additional motor 7 to each of the above-mentioned working rotors 4 in order to be able to vary the torque momentarily made available via the mechanical drive line 6 individually for each working rotor 4. Alternatively, however, it is also possible to provide all work rotors 4, or advantageously several, work group 4 assembled in groups, with a common additional motor 7, whereby work rotors 4 cooperating in a processing task 35 can advantageously be joined in this way. For example, the point rollers of the pick-up 19 and the transport rotor of the conveyor 20 can be supported by a common additional motor 7.

-8--8-

Zoals figuur 1 toont, bezit de mechanische aandrijflijn 6 hiertoe een vertakkingspunt 8, waaraan de vanuit de aftakas 5 van de trekker komende aandrijfenergie en de vanuit de extra motor 7 komende aandrijfenergie samengebracht worden. In de getekende uitvoeringsvorm is het vertakkingspunt 8 getoond tussen de aftakas 5 van de trekker en de pick-up 19, alsook 5 tussen de transporteur 20, waarbij echter ook andere vertakkingssystemen mogelijk zijn.As Figure 1 shows, the mechanical drive line 6 for this purpose has a branching point 8, at which the drive energy coming from the PTO shaft 5 of the tractor and the drive energy coming from the additional motor 7 are brought together. In the embodiment shown, the branching point 8 is shown between the PTO shaft 5 of the tractor and the pick-up 19, as well as between the conveyor 20, but other branching systems are also possible.

Vanaf het vertakkingspunt 8 leidt een eerste deel 6a van de aandrijflijn naar de genoemde aftakas 5 van de trekker, terwijl een tweede deel 6b van de aandrijflijn is gekoppeld met de extra motor en een derde deel 6c van de aandrijflijn leidt naar de werkrotoren 4 van de pick-up 19 en de transporteur 20.From the branching point 8 a first part 6a of the drive line leads to the aforementioned PTO shaft of the tractor, while a second part 6b of the drive line is coupled to the additional motor and a third part 6c of the drive line leads to the working rotors 4 of the pick-up 19 and the transporter 20.

10 Het genoemde vertakkingspunt 8 wordt in de getekende uitvoering op voordelige wijze gevormd door een aandrijfeenheid 9 waarvan de ingaande transmissieas 11 wordt gevormd door het bovengenoemde eerste deel 6a van de aandrijflijn en waarvan de uitgaande transmissieas 10 wordt gevormd door het bovengenoemde derde deel 6c van de aandrijflijn. Zoals figuur 2 toont kan de genoemde transmissie-eenheid 9 op voordelige wijze uitgevoerd 15 zijn als een planeetwieltransmissie. Het aandrijfrondsel 23 dat onverdraaibaar verbonden is met de ingaande transmissieas 11 kamt met een aantal planeetwielen 24 die gelijktijdig in ingrijping staan met een hol wiel 13, zodat de genoemde planeetwielen 24 om de ingaande transmissieas 11 en het daarmee verbonden aandrijfrondsel 23 lopen. De genoemde planeetwielen 24 zijn hierbij gelagerd aan een planeetdrager 25 die onverdraaibaar is 20 verbonden met de uitgaande transmissieas 10 en de omloopbeweging van de planeetwielen 24 overbrengt op de uitgaande transmissieas 10.Said branching point 8 is advantageously formed in the shown embodiment by a drive unit 9 whose input transmission shaft 11 is formed by the above-mentioned first part 6a of the drive line and whose output transmission shaft 10 is formed by the above-mentioned third part 6c of the powertrain. As Fig. 2 shows, said transmission unit 9 can advantageously be designed as a planet wheel transmission. The drive pinion 23, which is non-rotatably connected to the input transmission shaft 11, combs with a number of planet wheels 24 which are simultaneously engaged with a hollow wheel 13, so that said planet wheels 24 run around the input transmission shaft 11 and the associated drive pinion 23. Said planet wheels 24 are herein mounted on a planet carrier 25 which is non-rotatably connected to the outgoing transmission shaft 10 and transmits the orbital movement of the planet wheels 24 to the outgoing transmission shaft 10.

Via het genoemde holle wiel 13 is daarbij ook de extra motor 7 aangehecht, zodat het holle wiel 13 in zoverre het in de aanhef genoemde motoraansluitstuk 12 vormt. In de getekende uitvoering is de extra motor 7 daarbij direct aan het holle wiel aangebracht en 25 hiermee gekoppeld. Als alternatief zou de extra motor 7 echter natuurlijk ook via een trap van een tussentransmissie bevestigd kunnen zijn.The additional motor 7 is thereby also attached via said hollow wheel 13, so that the hollow wheel 13 forms the motor connecting piece 12 mentioned in the preamble. In the embodiment shown, the additional motor 7 is thereby arranged directly on the hollow wheel and coupled thereto. However, as an alternative, the additional motor 7 could of course also be confirmed via a stage of an intermediate transmission.

De extra motor 7 leidt zijn aandrijfmoment via het holle wiel 13 de transmissie-eenheid 9 binnen, zodat het aandrijfmoment van de extra motor 7 gesuperponeerd kan worden op het vanaf de aftakas 5 van de trekker komende aandrijfmoment.The additional motor 7 directs its driving moment through the hollow wheel 13 into the transmission unit 9, so that the driving moment of the additional motor 7 can be superimposed on the driving moment coming from the PTO shaft 5 of the tractor.

30 Hierbij zijn op voordelige wijze verschillende bedrijfsmodi mogelijk. Via een blokkeerinrichting 17 kan de trap van de planeetwieltransmissie naar keuze geblokkeerd of gedeblokkeerd worden, bijvoorbeeld doordat de planeetwielen 24 aan de planeetdrager 25 geblokkeerd worden, zodat deze onverdraaibaar zijn verbonden met de planeetdrager 25. In de geblokkeerde toestand bezit de planeettransmissie een overbrengverhouding van 1:1, 35 d.w.z. de uitgaande transmissieas 10 draait mee met het toerental van de ingaande transmissieas 1. Zonder additioneel vermogen vanuit de extra motor 7 wordt hierbij het aandrijfmoment geheel en al opgebracht vanuit de aftakas 5 van de trekker. Anderzijds kan vanaf de extra motor 7 een positief of een negatief aandrijfmoment bijgeschakeld worden, -9- zodat het door de uitgaande transmissieas 10 verschafte aandrijfmoment voor de werkrotor 4 wordt samengesteld uit het aandrijfmoment van de aftakas 5, alsook uit het aandrijfmoment van de extra motor 7. Het toerental komt hierbij overeen met dat van de aftakas 5 van de trekker.Different operating modes are advantageously possible here. Via a blocking device 17 the stage of the planet wheel transmission can be optionally blocked or unblocked, for example in that the planet wheels 24 are blocked on the planet carrier 25, so that they are non-rotatably connected to the planet carrier 25. In the blocked state the planet transmission has a transmission ratio of 1 : 1, 35 ie the outgoing transmission shaft 10 rotates with the speed of the incoming transmission shaft 1. Without additional power from the additional motor 7, the drive torque is hereby applied entirely from the PTO shaft 5 of the tractor. On the other hand, a positive or a negative driving moment can be connected from the additional motor 7, so that the driving moment for the working rotor 4 provided by the output transmission shaft 10 is composed of the driving moment of the PTO shaft 5, as well as the driving moment of the additional motor 7. The speed here corresponds to that of the PTO shaft 5 of the tractor.

5 Wordt echter de trap van de planeettransmissie gedeblokkeerd, dan kan de overbrengverhouding van de transmissie-eenheid 9 gevarieerd worden door een variatie van het toerental van de extra motor 7 en daardoor een variatie van het toerental van het holle wiel 13. Gelijktijdig wordt het aandrijfmoment van de extra motor 7 met inachtneming van de overbreng-/reductieverhouding gesuperponeerd op het aandrijfmoment vanuit de trekkeras 5. 10 Eventueel kan de extra motor 7 via een motorkoppeling 18 ook geheel en al worden afgekoppeld van de transmissie-eenheid, waarbij er hierbij op voordelige wijze in voorzien kan zijn dat in dit geval het holle wiel 13 rotatorisch vastgezet kan worden.However, if the stage of the planetary gear is unblocked, the transmission ratio of the transmission unit 9 can be varied by a variation of the speed of the additional motor 7 and thereby a variation of the speed of the hollow wheel 13. At the same time, the driving moment becomes of the additional motor 7 taking into account the transmission / reduction ratio superimposed at the driving moment from the tractor axle 5. Optionally, the additional motor 7 can also be completely disconnected from the transmission unit via a motor coupling 18, whereby advantageous can be provided in such a way that in this case the hollow wheel 13 can be rotatably fixed.

De blokkeerinrichting 17 wordt hierbij evenals de extra motor 7 op voordelige wijze aangestuurd door een regelinrichting 14 die in de getekende uitvoering is aangebracht aan de 15 landbouwmachine 2 in de vorm van een elektronische jobcomputer, maar echter ook eventueel aan de zijde van de trekker aangebracht zou kunnen zijn.The blocking device 17, like the additional motor 7, is advantageously controlled here by a control device 14 which, in the shown embodiment, is arranged on the agricultural machine 2 in the form of an electronic job computer, but which could, however, also be arranged on the side of the tractor. can be.

De genoemde regelinrichting 14 registreert aan de ene kant via registratiemiddelen 15 die bijvoorbeeld een ultrasone sensor voor het registreren van zwaden kunnen omvatten de uitwendige belasting op de werkrotor 4. Aan de andere kant is de regelinrichting 14 20 verbonden met registratiemiddelen 16 om het bedrijfspunt met inbegrip van het toerental en het aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn 6, resp. de aftakas 5 van de trekker te registreren. Met inachtneming van de uitwendige belasting, alsook van het bedrijfspunt van de aftakas van de trekker bestuurt de genoemde regelinrichting 14 vervolgens de extra motor 7 voor wat betreft het afgeleverde aandrijfmoment en het toerental daarvan, alsook de 25 bovengenoemde blokkeerinrichting 17 om de planeettransmissie te blokkeren, resp. de planeettrap vrij te geven.Said control device 14 registers on the one hand via external recording means 15 which, for example, an ultrasonic sensor for recording windrows, the external load on the working rotor 4. On the other hand, the control device 14 is connected to recording means 16 around the operating point including of the speed and the drive torque of the mechanical drive train 6, resp. register the PTO shaft 5 of the tractor. Taking into account the external load as well as the point of operation of the power take-off shaft of the tractor, the said control device 14 then controls the additional motor 7 with regard to the delivered torque and the speed thereof, as well as the above-mentioned blocking device 17 to block the planetary transmission, resp. to release the planet step.

De extra motor 7 kan vanaf de trekker 1 voorzien worden van elektrische energie. Eventueel kan echter ook een aan de landbouwmachine 2 aangebrachte generator gebruikt worden voor de stroomvoorziening die bijvoorbeeld aangedreven kan worden via een 30 hydraulische motor of ook via de aftakas van de trekker.The additional motor 7 can be supplied with electrical energy from the tractor 1. Optionally, however, a generator provided on the agricultural machine 2 can also be used for the power supply which can for instance be driven via a hydraulic motor or also via the power take-off of the tractor.

Claims (13)

1. Landbouwmachine voor het aanbouwen aan een trekker (1), in het bijzonder in de vorm van een laad- en/of perswagen, met ten minste één werkrotor (4) voor de 5 bodembewerking of het bewerken van het oogstgoed die aangedreven kan worden door een aandrijving (3), waarbij de aandrijving (3) een mechanische aandrijflijn (6) omvat die gekoppeld kan worden met een aftakas (5) van een trekker voor het aandrijven van de werkrotor (4) vanaf de aftakas (5) van de trekker, met het kenmerk, dat de aandrijving (3) aanvullend aan de mechanische aandrijflijn (6) een elektrisch aangedreven, of een door een 10 drukfluïdum aangedreven extra motor (7) omvat, waarvan het aandrijfmoment superponeerbaar is op het vanuit de aftapas (5) van de trekker komende aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn (6).Agricultural machine for attaching to a tractor (1), in particular in the form of a loading and / or pressing wagon, with at least one working rotor (4) for tillage or processing of the harvestable material that can be driven by a drive (3), the drive (3) comprising a mechanical drive line (6) that can be coupled to a PTO shaft (5) of a tractor for driving the working rotor (4) from the PTO shaft (5) tractor, characterized in that the drive (3), in addition to the mechanical drive line (6), comprises an electrically driven, or an additional motor (7) driven by a pressure fluid, the drive moment of which is superimposable on the output shaft (5) ) drive torque of the mechanical drive line (6) coming from the tractor. 2. Landbouwmachine volgens de voorafgaande conclusie, waarbij de extra motor (7) via de aandrijflijn (6) verbonden kan worden met de werkrotor (4), waarbij de aandrijflijn 15 (6) een vertakkingspunt (8) bezit van waaruit een eerste deel (6a) van de aandrijflijn leidt naar de aftakas (5) van de trekker en/of een aansluitstuk van de aftakas, een tweede deel (6b) van de aandrijflijn leidt naar de extra motor (7) en een derde deel (6c) van de aandrijflijn leidt naar de werkrotor (4).Agricultural machine according to the preceding claim, wherein the additional motor (7) can be connected via the drive line (6) to the working rotor (4), the drive line 15 (6) having a branching point (8) from which a first part ( 6a) from the power train leads to the PTO shaft (5) of the tractor and / or a PTO connector, a second part (6b) from the power train leads to the additional motor (7) and a third part (6c) from the drive line leads to the working rotor (4). 3. Landbouwmachine volgens de voorafgaande conclusie, waarbij het 20 vertakkingspunt (8) is gevormd door een transmissie-eenheid (9) die een met de werkrotor (4) verbindbare uitgaande transmissieas (10) bezit, een met de aftakas (5) van de trekker verbindbare ingaande transmissieas (11), en een met de extra motor (7) verbindbaar motoraansluitelement (12) bezit.3. An agricultural machine as claimed in the preceding claim, wherein the branching point (8) is formed by a transmission unit (9) which has an output transmission shaft (10) connectable to the working rotor (4), and a branching shaft (5) of the the tractor has an input transmission shaft (11) which can be connected and the motor connection element (12) which can be connected to the additional motor (7). 4. Landbouwmachine volgens de voorafgaande conclusie, waarbij de 25 transmissie-eenheid is uitgevoerd als een planeetwieltransmissie, waarbij de extra motor (7) bij voorkeur gekoppeld kan worden met een hol wiel (13) van de planeetwieltransmissie.4. Agricultural machine according to the preceding claim, wherein the transmission unit is designed as a planetary gear transmission, wherein the additional motor (7) can preferably be coupled to a hollow wheel (13) of the planetary gear transmission. 5. Landbouwmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de aandrijflijn (6) een vrijheidsgraad, bij voorkeur in de vorm van een vrijloop, een koppeling en/of een ontgrendelbaar transmissie-element bezit door middel waarvan het uitgangszijdige 30 toerental van de mechanische aandrijflijn (6) en daarmee het toerental van de werkrotor (4) ten opzichte van het ingaande toerental van de mechanische aandrijflijn (6) varieerbaar is door middel van een variëren van het aandrijfmoment en/of het toerental van de bijgeschakelde extra motor (7).5. Agricultural machine as claimed in any of the foregoing claims, wherein the drive line (6) has a degree of freedom, preferably in the form of a freewheel, a coupling and / or an unlockable transmission element by means of which the output speed of the mechanical drive line (6) and thus the speed of the working rotor (4) relative to the input speed of the mechanical drive line (6) can be varied by varying the drive torque and / or the speed of the additional motor (7) connected. 6. Landbouwmachine volgens de beide voorafgaande conclusies, waarbij de 35 planeetwieltransmissie een losneembare blokkeerinrichting (17) bezit voor het blokkeren van de trap van de planeetwieltransmissie, waarbij bij een vastgezette blokkeerinrichting (17) de trap van de planeetwieltransmissie een vaste overbreng-/reductieverhouding bezit en de extra motor slechts bijgeschakeld kan worden in een vaste toerentalverhouding ten opzichte -11 - van de ingaande transmissieas, en waarbij bij een geloste blokkeerinrichting (17) de overbreng-/reductieverhouding van de trap van de planeetwieltransmissie veranderd kan worden door een wijziging van het toerental van de bijgeschakelde extra motor (7) die bij voorkeur gekoppeld is met het holle wiel van de planeetwieltransmissie.An agricultural machine according to the two preceding claims, wherein the planetary gear transmission has a detachable blocking device (17) for blocking the stage of the planetary gear transmission, wherein with a locked blocking device (17) the stage of the planetary gear transmission has a fixed transmission / reduction ratio and the additional motor can only be switched on in a fixed speed ratio with respect to the input transmission shaft, and wherein with a released blocking device (17) the transmission / reduction ratio of the stage of the planet wheel transmission can be changed by a change in the rotational speed of the additional motor (7) connected, which is preferably coupled to the hollow wheel of the planetary gear. 7. Landbouwmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij een motorkoppeling (18) is aangebracht voor het afkoppelen van de extra motor (7) van de aandrijflijn (6) en/of van de werkrotor (4), en een aandrijven van de werkrotor (4) alleen bewerkstelligd is door de mechanische aandrijflijn (6) vanaf de aftakas (5) van de trekker.An agricultural machine according to any one of the preceding claims, wherein a motor coupling (18) is arranged for disconnecting the additional motor (7) from the drive line (6) and / or from the working rotor (4), and driving the working rotor (4) has only been effected by the mechanical drive line (6) from the power take-off (5) of the tractor. 8. Landbouwmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij een 10 regelinrichting (14) is aangebracht voor het regelen van de extra motor (7), afhankelijk van de uitwendige belasting op de werkrotor (4), en/of afhankelijk van het bedrijfspunt van de aftakas (5) van de trekker.8. Agricultural machine as claimed in any of the foregoing claims, wherein a control device (14) is arranged for controlling the additional motor (7), depending on the external load on the working rotor (4), and / or depending on the operating point of the PTO shaft (5) of the tractor. 9. Landbouwmachine volgens de voorafgaande conclusie, waarbij de regelinrichting (14) registratiemiddelen (15) bezit voor het registreren van de uitwendige 15 belasting op de werkrotor (4) en regelmiddelen bezit voor het regelen van de vermogensopname van de extra motor (7), afhankelijk van de geregistreerde uitwendige belasting.9. Agricultural machine according to the preceding claim, wherein the control device (14) has recording means (15) for recording the external load on the working rotor (4) and control means for controlling the power consumption of the additional motor (7), depending on the registered external load. 10. Landbouwmachine volgens de voorafgaande conclusie, waarbij de registratiemiddelen (15) een sensorinrichting bezitten voor het registreren van het volume, de 20 dichtheid, de geometrie en/of de aard van het door de werkrotor (4) te bewerken oogstgoed en de regelmiddelen de extra motor (7) besturen voor wat betreft het draaimoment en/of het toerental, afhankelijk van het geregistreerde volume, de geregistreerde geometrie en/of de geregistreerde aard van het oogstgoed.10. Agricultural machine according to the preceding claim, wherein the recording means (15) have a sensor device for recording the volume, the density, the geometry and / or the nature of the crop to be processed by the working rotor (4) and the control means. control additional motor (7) in terms of torque and / or speed, depending on the recorded volume, the registered geometry and / or the registered nature of the crop. 11. Landbouwmachine volgens een van de voorafgaande conclusies 8 t/m 10, 25 waarbij de regelinrichting (14) registratiemiddelen (16) omvat voor het registreren van het toerental en/of het aandrijfmoment van de mechanische aandrijflijn (6) en/of de aftakas (5) van de trekker en regelmiddelen bezit voor het regelen van het aandrijfmoment en/of het toerental van de extra motor (7), afhankelijk van het geregistreerde aandrijfmoment en/of het geregistreerde toerental van de aandrijflijn (6) en/of de aftakas (5) van de trekker.11. Agricultural machine as claimed in any of the foregoing claims 8 to 10, wherein the control device (14) comprises recording means (16) for registering the speed and / or the torque of the mechanical drive line (6) and / or the power take-off (5) of the tractor and has control means for controlling the driving moment and / or the speed of the additional motor (7), depending on the registered driving moment and / or the registered speed of the driving line (6) and / or the PTO shaft (5) of the tractor. 12. Landbouwmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de regelinrichting (14) een trap voor de instelwaarde bezit voor het bepalen van een instelwaarde voor het aandrijfmoment en/of het toerental van de aandrijfrotor (4) en regelmiddelen bezit voor het regelen van het aandrijfmoment en/of het toerental van de extra motor (7) zodanig, dat het geheel van het vanaf de aftakas (5) van de trekker komende 35 aandrijfmoment (Mz) en het positieve of negatieve aandrijfmoment (Me) van de extra motor (7) overeenkomt met de bepaalde instelwaarde van de werkrotor (4) of bij slechts begrensde momentenreserves hiermee zo goed mogelijk overeenkomt. -12-An agricultural machine according to any one of the preceding claims, wherein the control device (14) has a step for setting value for determining a setting value for the driving moment and / or the speed of the driving rotor (4) and for controlling means for controlling the drive torque and / or the speed of the additional motor (7) such that all of the drive torque (Mz) coming from the PTO shaft (5) and the positive or negative torque (Me) of the additional motor (7) ) corresponds to the determined setting value of the working rotor (4) or corresponds to this as well as possible with only limited moment reserves. -12- 13. Landbouwmachine volgens een van de voorafgaande conclusies, waarbij de regelinrichting (14) een regeltrap voor het toerental omvat voor het verhogen en/of verlagen van het door de aftakas (5) van de trekker verschafte toerental van de aandrijflijn (6), afhankelijk van een geregistreerde eigenschap van het te bewerken oogstgoed en/of de 5 bodem, waarbij de genoemde regeltrap voor het toerental de vermogensopname van de extra motor (7) varieert.An agricultural machine according to any one of the preceding claims, wherein the control device (14) comprises a speed control stage for increasing and / or decreasing the speed of the drive line (6) provided by the PTO shaft (5) of the tractor, depending on of a registered property of the crop to be processed and / or the soil, wherein said speed control stage varies the power consumption of the additional motor (7).
NL2006402A 2011-03-16 2011-03-16 AGRICULTURAL MACHINE. NL2006402C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006402A NL2006402C2 (en) 2011-03-16 2011-03-16 AGRICULTURAL MACHINE.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006402 2011-03-16
NL2006402A NL2006402C2 (en) 2011-03-16 2011-03-16 AGRICULTURAL MACHINE.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006402C2 true NL2006402C2 (en) 2012-09-18

Family

ID=44557158

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006402A NL2006402C2 (en) 2011-03-16 2011-03-16 AGRICULTURAL MACHINE.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2006402C2 (en)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0819374A1 (en) * 1996-07-16 1998-01-21 Usines Claas France S.A. Gear drive for big balers
US6052978A (en) * 1998-03-21 2000-04-25 Deere & Company Ensilage harvester variable speed feed roll drive
US6105353A (en) * 1996-05-28 2000-08-22 Claas Kgaa Planetary transmission for baler
EP1974601A1 (en) * 2007-03-31 2008-10-01 Maschinenfabrik Bernhard Krone GmbH Large baling press
EP1982574A1 (en) * 2007-04-18 2008-10-22 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges. m.b.H. Harvester

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6105353A (en) * 1996-05-28 2000-08-22 Claas Kgaa Planetary transmission for baler
EP0819374A1 (en) * 1996-07-16 1998-01-21 Usines Claas France S.A. Gear drive for big balers
US6052978A (en) * 1998-03-21 2000-04-25 Deere & Company Ensilage harvester variable speed feed roll drive
EP1974601A1 (en) * 2007-03-31 2008-10-01 Maschinenfabrik Bernhard Krone GmbH Large baling press
EP1982574A1 (en) * 2007-04-18 2008-10-22 Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges. m.b.H. Harvester

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7640718B2 (en) Attachment for harvesting stalk-like goods where each cutting and conveying element is controlled individually
RU2536963C2 (en) Attachment with transversal transporter and regulated rotary speed
US8626402B2 (en) Drive arrangement and method for a work machine with two internal combustion engines
EA015771B1 (en) Drive system for harvesting machine
JP2017023044A (en) combine
NL2006402C2 (en) AGRICULTURAL MACHINE.
BE1019097A3 (en) AUTOTRACTED HARVESTING MACHINE.
JP5437865B2 (en) Work vehicle and example combine
EA016231B1 (en) Harvesting machine
JP5808280B2 (en) Traveling vehicle
DK2448108T3 (en) Agricultural work machine
JP5067855B2 (en) Harvesting machine
CA2530169C (en) Drive for a crop picking head
WO2013111639A1 (en) Combine
JP5448869B2 (en) Combine
JP3549058B2 (en) Combine
JP5437866B2 (en) Work vehicle
JP5457083B2 (en) Combine
JP3736546B2 (en) Combine
JP2021023108A (en) Combine harvester
JP2002017139A (en) Raising device of combine harvester
JP5244086B2 (en) Work vehicle
JP2010022278A (en) Combined harvester
JP3692702B2 (en) Combine
JP4608952B2 (en) Combine

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220401