NL2005840C2

NL2005840C2 - METHOD AND DEVICE FOR THE PROCESSING OF FLOWERS IN WHICH DISTANCES BETWEEN STRIPS ARE ADJUSTED IN TRANSPORT OF FOLLOWING FLOWERS.

Info

Publication number: NL2005840C2
Application number: NL2005840A
Authority: NL
Inventors: Adrianus Franciscus Geest
Original assignee: Florian Holding B V
Priority date: 2010-12-08
Filing date: 2010-12-08
Publication date: 2012-06-11

Description

P93500NL00P93500NL00

Titel: Werkwijze en inrichting voor de verwerking van bloemen waarin afstanden tussen steeleinden bij transport van achtereenvolgende bloemen worden aangepast.Title: Method and device for processing flowers in which distances between stalk ends are adjusted during transport of successive flowers.

De uitvinding heeft betrekking op de verwerking van bloemen, met name op het automatisch sorteren en bossen van snijbloemen zoals tulpenbloemen, en de aanvoer van bloemen naar een verwerkingsinrichting. Voor het automatisch sorteren en / of bossen van bloemen is het in 5 de praktijk nodig gebleken dat de bloemen op regelmatige equidistante afstanden op een transporteur worden aangeboden, of tenminste op gehele veelvouden van een basisafstand. In het voortraject van de verwerkingsmachine is het echter voordelig als de bloemen op onregelmatige afstanden kunnen worden ingevoerd. Dat maakt het 10 makkelijker om de bloemen met de hand op hoog tempo op de transporteur te leggen, of op een andere manier in te voeren. Het is daarom wenselijk om een onregelmatige stroom bloemen machinaal regelmatig te maken.The invention relates to the processing of flowers, in particular to the automatic sorting and bunching of cut flowers such as tulip flowers, and the supply of flowers to a processing device. For automatic sorting and / or bunching of flowers, it has been found necessary in practice for the flowers to be offered at regular equidistant distances on a conveyor, or at least at entire multiples of a basic distance. However, in the preliminary stage of the processing machine, it is advantageous if the flowers can be introduced at irregular distances. This makes it easier to place the flowers on the conveyor at high speed by hand, or to import them in another way. It is therefore desirable to machine irregular irregular flow of flowers.

Uit NL1024375.is hiervoor een oplossing bekend die toepasbaar is voor bloemen die aan de knop kunnen worden opgehangen. Voor bloemen 15 die niet aan de knop kunnen worden opgehangen, zoals tulpen en fresia’s is er door de firma Bercomex een oplossing bedacht waarmee deze bloemen aan de steel hangend door een achttal bandenparen worden getransporteerd, waarbij deze bandenparen individueel met servomotoren worden aangedreven. Door het steeds meten waar de stelen zich bevinden 20 en het onderling versnellen en vertragen van deze bandenparen kunnen de bloemen op regelmatige afstanden worden verkregen. Deze oplossing is echter duur en complex en vereist veel onderdelen.A solution for this is known from NL1024375. which is applicable to flowers that can be hung from the bud. For flowers that cannot be hung on the bud, such as tulips and freesias, a solution has been devised by the Bercomex company with which these flowers are suspended from the stem by eight pairs of tires, whereby these pairs of tires are driven individually with servomotors. By always measuring where the stems are located and mutually accelerating and decelerating these pairs of tires, the flowers can be obtained at regular distances. However, this solution is expensive and complex and requires many parts.

Het is onder meer een doel om te voorzien in een inrichting voor het verwerken van bloemen waarin een onregelmatige stroom bloemen op 2 een compacte en eenvoudige manier machinaal regelmatig gemaakt kan worden zonder dat het nodig is om de bloemen aan de knop op te hangen.It is, inter alia, an object to provide an arrangement for processing flowers in which an irregular flow of flowers can be made regularly in a compact and simple manner without the need for hanging the flowers on the bud.

Er wordt voorzien in een werkwijze van verwerking van bloemen waarin 5 - bloemen liggend op een transporteur getransporteerd worden, met de steel dwars op de transportrichting van de transporteur; - steeleinden van bloemen individueel tijdelijk tegengehouden worden tot een afstand tot een naburige steel gelijk is aan een voorafbepaalde afstand of een veelvoud van die voorafbepaalde afstand 10 - tenminste direct na het tegenhouden een wrijvingskracht wordt uitgeoefend op de steeleinden, met een sterkte die ervoor zorgt dat de kans op verschuiven van de steeleinden na het tegenhouden vermindert. Bijvoorkeur wordt de sterkte zo gekozen dat de steeleinden na het tegenhouden niet kunnen verschuiven.A method of processing flowers is provided in which flowers lying on a conveyor are transported, with the stem transverse to the conveying direction of the conveyor; - stem ends of flowers are temporarily temporarily retained until a distance from a neighboring stem is equal to a predetermined distance or a multiple of that predetermined distance - a frictional force is exerted on the stem ends at least immediately after holding back, with a strength that ensures that reduces the chance of the stem ends shifting after stopping. Preferably, the strength is chosen such that the stem ends cannot shift after being stopped.

15 Door de combinatie van tegenhouden en uitoefenen van een wrijfkracht wordt het mogelijk om steeleinden van bloemen die veerkrachtig zijn, zoals van tulpen, op een transporteur op regelmatige aftanden van elkaar te brengen. Het tegenhouden kan gebeuren door de steeleinden tijdelijk tot stilstand te brengen, of de snelheid van de steeleinden te 20 verminderen ten opzichte van die van de transporteur of zelfs om te keren. Het uitoefenen van de wrijvingskracht direct na het tegenhouden kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door de wrijvingskracht uit te oefenen over minstens een deel traject van het transport met de transporteur waarbinnen zich de middelen bevinden om de steeleinden tegen te houden.The combination of restraining and applying a frictional force makes it possible to place stalk ends of flowers that are resilient, such as of tulips, on a conveyor at regular teeth from each other. The stopping can be done by temporarily stopping the handle ends, or reducing the speed of the handle ends relative to that of the conveyor or even reversing it. The application of the frictional force immediately after the restraint can be realized, for example, by exerting the frictional force over at least a part of the transport with the conveyor within which the means are provided for retaining the stem ends.

25 In een uitvoeringsvorm wordt de wrijvingskracht uitgeoefend door het steeleinde met een eerste transportelement tegen een tweede transportelement aan te drukken, waarbij het eerste en tweede transportelement gelijk met de transporteur transporteren, of waarvan één de transporteur is. Op deze wijze kan op een voorspelbare manier een 30 wrijvingskracht worden uitgeoefend. In een uitvoeringsvorm is het eerste 3 en/of het tweede transportelement voorzien van een laag veerkrachtig materiaal, zoals schuimrubber, voor contact met het steeleinde. Zodoende wordt een beter beheersbare wrijvingskracht gerealiseerd.In one embodiment the frictional force is exerted by pressing the stem end with a first transport element against a second transport element, wherein the first and second transport element convey simultaneously with the conveyor, or one of which is the conveyor. In this way a frictional force can be exerted in a predictable manner. In one embodiment the first 3 and / or the second transport element is provided with a layer of resilient material, such as foam rubber, for contact with the stem end. In this way a more manageable frictional force is achieved.

In een uitvoeringsvorm wordt het tegenhouden uitgevoerd door een 5 tussen een blokkeerstand en niet-blokkeerstand beweegbare stopper die in de blokkeerstand nagenoeg rakend aan de twee transporterende elementen is opgesteld. Zodoende wordt het risico van rotatie van de bloemen gereduceerd. In een uitvoeringsvorm is de stopper tussen de twee transporterende elementen en de transporteur opgesteld. Dit vermindert 10 het risico van rotatie nog verder.In one embodiment, the restraining is carried out by a stopper movable between a blocking position and a non-blocking position, which stopper is arranged in the blocking position substantially touching the two transporting elements. In this way the risk of rotation of the flowers is reduced. In one embodiment, the stopper is arranged between the two conveying elements and the conveyor. This further reduces the risk of rotation.

In een uitvoeringsvorm worden de bloemen na het tegenhouden op regelmatige afstanden van elkaar, of op gehele veelvouden van een basisafstand, in een sorteer- en /of bosinrichting gebracht en gesorteerd en/of gebost.In one embodiment, after holding back, the flowers are brought at regular distances from each other, or at entire multiples of a basic distance, in a sorting and / or bunching device and sorted and / or bunched.

15 In een uitvoeringsvorm wordt voorzien in een inrichting voor verwerking van bloemen, voorzien van - een transporteur voor transport van liggende bloemen met stelen van de bloemen dwars op een transportrichting van de transporteur; - een steeldetector opgesteld bij de transporteur, voor detectie van positie 20 van de steeleinden van de bloemen op de transporteur; - een selectief activeerbare stopper, gekoppeld aan de steeldetector en ingericht om in response op de detectie een steeleinde van een detecteerde steel tijdens transport van de steel met de transporteur tegen te houden gedurende een tijdsinterval dat afhankelijk van de gedetecteerde positie 25 bestuurd wordt; - een wrijvingselement met een aandrijving om het wrijvingselement mee te transporteren met de transporteur, ingericht om bij het tegenhouden een wrijvingskracht uit te oefenen op de steeleinden die verplaatsing van de steeleinden ten opzichte van de transporteur tegenwerkt.In one embodiment, a device for processing flowers is provided, comprising: - a conveyor for transporting lying flowers with stems of the flowers transverse to a conveying direction of the conveyor; - a stem detector arranged at the conveyor, for detecting position 20 of the stem ends of the flowers on the conveyor; - a selectively activatable stopper, coupled to the handle detector and adapted to stop a handle end of a detected handle during transport of the handle with the conveyor during a time interval that is controlled depending on the detected position; - a friction element with a drive for transporting the friction element along with the conveyor, adapted to exert a frictional force on the stem ends when restraining movement of the stem ends relative to the conveyor.

44

In een andere uitvoeringsvorm wordt voorzien in een inrichting voor verwerking van bloemen, voorzien van - een transporteur voor transport van liggende bloemen met stelen van de bloemen dwars op een transportrichting van de transporteur; 5 - een steeldetector opgesteld bij de transporteur, voor detectie van positie van de stelen (bijvoorkeur steeleinden) van de bloemen op de transporteur; - een veeltal stoppers individueel activeerbare stoppers, die in een rij in een transportrichting van de transporteur zijn opgesteld; - een besturingssysteem dat aan de steeldetector en de stoppers gekoppeld is 10 en ingericht is om in reactie op detectie van een positie van een steel (bijvoorkeur steeleinde) een stopper uit de rij voor de steel te selecteren, en de geselecteerde stopper selectief naar een blokkerstand te sturen voor het selectief tegenhouden van het steeleinde van de steel. Door het gebruik van een veeltal stoppers, waaruit voor individuele bloemen gekozen kan worden 15 wordt het mogelijk om de foutfrequentie te verminderen waarop het niet mogelijk is om individuele bloemen op de gewenste afstand gescheiden te houden. Daarbij kan optioneel een wrijvingselement gebruikt worden om verschuiving na het tegenhouden tegen te gaan, als dat nodig is.In another embodiment, a device for processing flowers is provided, comprising: - a conveyor for transporting lying flowers with stems of the flowers transverse to a conveying direction of the conveyor; - a stem detector arranged at the conveyor, for detecting the position of the stems (preferably stem ends) of the flowers on the conveyor; - a plurality of stoppers that can be activated individually, arranged in a row in a transport direction of the conveyor; - a control system which is coupled to the stem detector and the stoppers and which is adapted to select a stopper from the row for the stem in response to detection of a position of a stem (preferably stem end), and selectively select the selected stopper for a blocking position to selectively retain the stem end of the stem. By using a plurality of stoppers, from which individual flowers can be selected, it becomes possible to reduce the error frequency at which it is not possible to keep individual flowers separated at the desired distance. A friction element can optionally be used to prevent shifting after stopping, if necessary.

De genoemde steel en de geselecteerde stopper zullen verder als 20 eerste steel en eerste stopper worden aangeduid. In een verdere uitvoeringvorm is het besturingssysteem ingericht om in reactie op detectie van een positie van een tweede steel die stroomopwaarts van de eerste steel op de transporteur ligt, te controleren of een afstand tussen de eerste en tweede steel door het tegen houden van de eerste steel kleiner wordt dan 25 een drempelwaarde, en in dat geval een tweede stopper uit de rij te selecteren voor de tweede steel, in de transportrichting van de transporteur stroomopwaarts van de eerste stopper, en de tweede stopper selectief naar een blokkerstand te sturen voor het selectief tegenhouden van het steeleinde van de tweede steel. Op deze manier kan de genoemde 30 foutfrequentie teruggebracht worden.The said stem and the selected stopper will further be referred to as the first stem and first stopper. In a further embodiment, the control system is adapted to check, in response to detection of a position of a second shank lying on the conveyor upstream of the first shank, whether a distance between the first and second shank by holding back the first shank becomes less than a threshold value, and in that case select a second stopper from the row for the second handle, in the conveying direction of the conveyor upstream of the first stopper, and selectively steer the second stopper to a blocking position for selectively retaining from the stem end of the second stem. In this way, the mentioned error rate can be reduced.

55

Deze en andere doelstellingen en voordelige aspecten van de inrichting zullen blijken uit de beschrijving van uitvoeringsvormen aan de hand van de volgende figuren.These and other objects and advantageous aspects of the device will be apparent from the description of embodiments with reference to the following figures.

Figuur 1 toont een inrichting voor het verwerken van bloemen 5 Figuur 2 toont bovenaanzicht van een transporteurFigure 1 shows a device for processing flowers. Figure 2 shows a top view of a conveyor

Figuur 3 toont een flow-chart van besturing van stoppersFigure 3 shows a flow chart for controlling stoppers

Figuur 4-7 tonen dwarsaanzichten van een transporteurFigures 4-7 show cross views of a conveyor

Figuur 1 toont een inrichting voor het verwerken van bloemen, 10 voorzien van een transporteur 10, een spatieerinrichting 12, een inspectiestation 14, een uitlijnstation 16 en een bindstation 18. Verder wordt een ontbolstation 11 getoond dat bijvoorbeeld gebruikt wordt om bollen van tulpenstelen te verwijderen. Naast, of in plaats van, een ontbolstation 11 kan ook een station voor afsnijden van blad, of twijgen laag 15 aan de steel gebruikt worden, zoals een ontbladeraar of een bijblad-verwijderaar.Figure 1 shows a device for processing flowers, provided with a conveyor 10, a spacer device 12, an inspection station 14, an alignment station 16 and a binding station 18. Furthermore, a deburring station 11 is shown which is used, for example, to remove bulbs from tulip stems . In addition to, or instead of, a debarking station 11, it is also possible to use a station for cutting off leaves, or twigs of layer 15 on the stem, such as a defoliator or a leaf remover.

In bedrijf worden bloemen, zoals tulpen, bijvoorbeeld met de hand of door ontbolstation 11 op transporteur 10 gelegd en met transporteur 10 naar inspectiestation 14 gevoerd, waar zij individueel geïnspecteerd worden, 20 bijvoorbeeld om de positie van de bloemknop te meten. Van inspectiestation 14 worden de bloemen naar uitlijnstation 16 gevoerd. Uitlijnstation 16 past de relatieve positie van de knoppen aan, zoals deze bepalend is voor de relatieve hoogte van de knoppen in een uiteindelijke bos. Van uitlijnstation 16 worden de bloemen naar bindstation 18 gevoerd, waarin groepen 25 uitgelijnde bloemen in bossen worden samengebonden.In operation, flowers, such as tulips, are placed on conveyor 10 by hand or by debarking station 11 and conveyed by conveyor 10 to inspection station 14 where they are inspected individually, for example to measure the position of the flower bud. The flowers are fed from inspection station 14 to alignment station 16. Alignment station 16 adjusts the relative position of the buttons as it determines the relative height of the buttons in a final bunch. The flowers are fed from alignment station 16 to binding station 18, in which groups of aligned flowers are tied together in bunches.

De bloemen worden liggend op transporteur 10 aangevoerd, met de steel dwars op de transportrichting van transporteur 10 (dat wil zeggen niet parallel, bijvoorbeeld in hoofdzaak loodrecht, bijvoorbeeld onder een hoek tussen 70-110 graden met de transportrichting, of tussen 40-140 graden).The flowers are supplied lying on conveyor 10, with the stem transverse to the conveying direction of conveyor 10 (i.e. not parallel, e.g. substantially perpendicular, e.g. at an angle between 70-110 degrees with the conveying direction, or between 40-140 degrees ).

30 Dit maakt het mogelijk om de bloemen eenvoudig, bijvoorbeeld met de hand, 6 in de inrichting in te brengen. Verderop in de inrichting kunnen de bloemen in een verticale positie gebracht worden, en eventueel weer terug in een liggende positie. Bekende ontbolstations 11 hebben het nadeel dat het moeilijk is om bloemen, zoals tulpen na het station op gelijke afstanden van 5 elkaar, op transporteur 10 te krijgen, of op veelvouden van een gelijke basisafstand. Dit probleem speelt ook als bloemen snel met de hand op transporteur 10 gelegd worden, of bewerkt worden in een snijstation. Spatieerinrichting 12 zorgt voor zoveel mogelijk gelijke afstanden tussen de stelen van opeenvolgende liggende bloemen op transporteur 10, of gehele 10 veelvouden van een gelijke basisafstand. Bijvoorkeur worden voor de meerderheid van de bloemen de gelijke afstanden gerealiseerd, en maar bij uitzondering een geheel veelvoud.This makes it possible to introduce the flowers into the device in a simple manner, for example by hand. Further on in the device, the flowers can be brought into a vertical position, and possibly back to a horizontal position. Known debugging stations 11 have the disadvantage that it is difficult to get flowers, such as tulips after the station, at equal distances from each other, on conveyor 10, or at multiples of an equal base distance. This problem also arises when flowers are quickly placed by hand on conveyor 10, or are processed in a cutting station. Spacing device 12 ensures as much as possible equal distances between the stems of successive lying flowers on conveyor 10, or whole multiples of an equal base distance. Preferably, the same distances are achieved for the majority of the flowers, and an exceptionally multiple multiple.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van transporteur 10 en spatieerinrichting 12. Transporteur 10 bevat een eindloze transportband 20. 15 De transportrichting van transportband 20 is met een pijl 20a aangegeven. Bij wijze van illustratie zijn enkele bloemen 20b op transportband 20 aangegeven. Met “bloem” wordt het geheel van steel en één of meer bloemknoppen aan de steel aangeduid. Het uiteinde van de steel waar zich de bloemknoppen niet bevinden wordt steeleinde genoemd. Met steeleinde 20 wordt niet alleen het eindpunt van de steel bedoeld maar ook een deel van de steel dat zich van het eindpunt uitstrekt, bijvoorbeeld tot het midden van de steel.Figure 2 shows a top view of conveyor 10 and spacer device 12. Conveyor 10 comprises an endless conveyor belt 20. The conveying direction of conveyor belt 20 is indicated by an arrow 20a. Some flowers 20b are indicated on conveyor belt 20 by way of illustration. "Flower" refers to the whole of the stem and one or more flower buds on the stem. The end of the stem where the flower buds are not located is called the stem end. With stem end 20 is not only meant the end point of the stem but also a part of the stem that extends from the end point, for example to the center of the stem.

Spatieerinrichting 12 bevat een detector 22, een besturingscomputer 24 en stoppers 26. Besturingscomputer 24 is 25 bijvoorkeur voorzien van een programmeerbare processor, een klokcircuit en één of meer geheugens voor een programma voor de processor en voor besturingsgegevens. Besturingscomputer 24 dient in de getoonde uitvoeringsvorm als een besturingssysteem. Waar hier geschreven wordt dat het besturingssysteem is ingericht om bepaalde functie te vervullen omvat 30 dit uitoefenen van die functies door de processor onder besturing van een 7 programma voor die functies, maar ook implementatie met speciaal voor de functie ontworpen circuits valt hier onder. Besturingscomputer 24 kan behalve een programma voor de hier beschreven bewerking ook programma’s bevatten voor het besturen van andere verwerkingsstappen, 5 en aansluitingen voor andere detectoren en/of actuatoren.Space device 12 includes a detector 22, a control computer 24 and stoppers 26. Control computer 24 is preferably provided with a programmable processor, a clock circuit and one or more memories for a program for the processor and for control data. In the embodiment shown, control computer 24 serves as a control system. Where it is written here that the control system is designed to fulfill a specific function, this includes the exercise of those functions by the processor under the control of a program for those functions, but this also includes implementation with circuits specially designed for the function. Control computer 24 may contain, in addition to a program for the processing described here, programs for controlling other processing steps, 5 and connections for other detectors and / or actuators.

Besturingscomputer 24 heeft een ingang die aan detector 22 gekoppeld is en uitgangen die aan besturingsingangen van stoppers 26 gekoppeld zijn. Stoppers 26 staan in een rij langs transportband 20 opgesteld, op in de transportrichting achtereenvolgende horizontale posities 10 (posities in het vlak van figuur 2). Stoppers 26 zijn in verticale richting beweegbaar (loodrecht op het vlak van tekening in figuur 2). De horizontale positie van stoppers 26 in de richting dwars ten opzichte van de transportrichting transportband 20 is zodanig dat een deel van de steel van elke bloem 20b door de horizontale posities van alle stoppers 26 15 getransporteerd wordt. Detector 22, bijvoorbeeld een fotocel, staat stroomopwaarts van stoppers 26 bijvoorkeur op nagenoeg gelijke afstand van transporteur 10 in de richting dwars ten opzichte van de transportrichting van transportband 20 als stoppers 26. Stoppers 26 en detector 22 staan bijvoorkeur aan de zijde van transportband waar het 20 uiteinde van de steel zonder bloemknoppen liggen (de bloemknoppen zitten aan de andere kant van de steel bij de andere zijde van transportband 20).Control computer 24 has an input that is coupled to detector 22 and outputs that are coupled to control inputs of stoppers 26. Stoppers 26 are arranged in a row along conveyor belt 20, at horizontal positions 10 consecutive in the conveying direction (positions in the plane of Figure 2). Stoppers 26 are movable in the vertical direction (perpendicular to the plane of the drawing in Figure 2). The horizontal position of stoppers 26 in the direction transverse to the conveying direction of conveyor belt 20 is such that a part of the stem of each flower 20b is conveyed through the horizontal positions of all stoppers 26. Detector 22, for example a photocell, is upstream of stoppers 26 preferably at substantially the same distance from conveyor 10 in the direction transverse to the conveying direction of conveyor belt 20 as stoppers 26. Stoppers 26 and detector 22 are preferably on the side of conveyor belt where the The end of the stem is without flower buds (the flower buds are on the other side of the stem on the other side of conveyor belt 20).

Besturingscomputer 24 stuurt verticale beweging van individuele stoppers 26 tussen een eerste positie waarin de betrokken stopper 26 passerende stelen blokkeert en een tweede positie waarin de betrokken 25 stopper 26 passerende stelen niet blokkeert. Besturingscomputer 24 bestuurt de tijdstippen Tl, T2 waarop verschillende stoppers 26 respectievelijk van de eerste naar de tweede positie schakelen en terug. Stoppers 26 kunnen bijvoorbeeld pneumatisch, met magneten in bekrachtigingspoelen of met electromotoren tussen de verschillende standen 30 geschakeld worden, waarbij de besturing door middel van het sturen van 8 pneumatische kleppen of door het sturen van een electrische stroom bestuurd kunnen worden.Control computer 24 controls vertical movement of individual stoppers 26 between a first position in which the relevant stopper 26 blocks passing stems and a second position in which the involved stopper 26 does not block passing stems. Control computer 24 controls the times T1, T2 at which different stoppers 26 switch from the first to the second position and back, respectively. Stoppers 26 can, for example, be switched between the different positions 30 pneumatically, with magnets in excitation coils or with electric motors, whereby the control can be controlled by controlling 8 pneumatic valves or by controlling an electric current.

Individuele stoppers 26 worden telkens gebruikt om enkele steel tijdelijk tegen te houden, waardoor de positie van de betrokken steel in de 5 transportrichting van transporteur 10 verschuift. De tijdsduur Τ2-ΤΓ van het tegenhouden wordt gekozen volgens de relatie T2-T1-X/V waarbij X de gewenste verschuiving is om de steel op een vaste afstand tot een voorgaande steel te brengen, Tl’ het tijdstip waarop de stopper de steel begint te stoppen en V de transportsnelheid van transporteur 10. (Hierbij is 10 aangenomen dat het tijdstip Tl waarop de betrokken stopper 26 naar de blokkerende stand schakelt tevens het tijdstip van het begin van het blokkeren van de steel is. De betrokken stopper 26 kan naar de blokkerende stand schakelt vóórdat de steel bij de betrokken stopper 26 aankomt. Wanneer de stopper pas vlak voor de aankomst naar de blokkerende stand 15 geschakeld wordt dan geldt T1=T1’. In een uitvoeringsvorm wordt het tijdstip van schakelen naar de blokkerende stand aangepast aan de aanvoerafstand A tot de voorgaande steel, waarbij T1=TT+Y met Y een vast tijdverschil, tenzij de afstand tot de voorgaande steel kleiner is dan V*Y, in welk geval Tl evenredig dichter bij Tl’ gekozen wordt: T1=T1’ + A/V.Individual stoppers 26 are in each case used to temporarily hold back a single handle, whereby the position of the handle in question shifts in the transport direction of conveyor 10. The duration Τ2-ΤΓ of the retention is chosen according to the relationship T2-T1-X / V where X is the desired shift to bring the stem at a fixed distance to a previous stem, T1 'the time at which the stopper starts the stem and V the transport speed of conveyor 10. (It is assumed here that the time T1 at which the relevant stopper 26 switches to the blocking position is also the time of the start of blocking the stem. The stopper 26 concerned can go to the blocking position switches before the stem arrives at the relevant stopper 26. If the stopper is switched to the blocking position 15 just before arrival, then T1 = T1 '. In one embodiment, the time of switching to the blocking position is adapted to the supply distance A to the preceding stem, where T1 = TT + Y with Y a fixed time difference, unless the distance to the preceding stem is smaller than V * Y, in which case T1 is proportionately closer to j T1 "is selected: T1 = T1" + A / V.

20 Doordat stoppers 26 en detector 22 aan de zijde van transportband 20 staan waar het uiteinde van de steel zonder bloemknoppen liggen is de detectie en verschuiving van de stelen met stoppers beter bestuurbaar.Because stoppers 26 and detector 22 are on the side of conveyor belt 20 where the end of the stem is without flower buds, the detection and shifting of the stems with stoppers is more controllable.

Als er voldoende afstand is tussen de aangevoerde stelen kan 25 telkens dezelfde stopper 26 gebruikt worden, bijvoorbeeld de meest stroomafwaarts gelegen stopper 26. Andere stoppers 26 hoeven dan alleen gebruikt te worden als stelen aangevoerd worden die op een afstand liggen die zo klein is dat na verschuiving te weinig ruimte overblijft om een stopper 26 tussen de stelen in de blokkerende stand te brengen. Dit gebeurt 30 bijvoorbeeld als een eerste en tweede steel zich op zo’n afstand bevinden, 9 waarbij de eerste steel eerder voorbijkomt op transporteur 10 dan de tweede steel en beide tijdelijk moeten worden geblokkeerd. In dat geval wordt eerst de tweede steel tijdelijk geblokkeerd met een stopper 26 die niet de meest stroomafwaarts gelegen stopper 26 is, en vervolgens wordt de 5 eerste steel geblokkeerd met een verder stroomafwaarts gelegen stopper 26.If there is sufficient distance between the stems supplied, the same stopper 26 can be used in each case, for example the most downstream stopper 26. Other stoppers 26 then only need to be used if stems are supplied that are at a distance so small that after shift too little space remains to bring a stopper 26 between the stems in the blocking position. This happens, for example, when a first and a second handle are at such a distance, 9 with the first handle coming earlier on conveyor 10 than the second handle and both must be temporarily blocked. In that case, first the second stem is temporarily blocked with a stopper 26 that is not the most downstream stopper 26, and then the first stem is blocked with a stopper 26 located further downstream.

Figuur 3 toont een flow-chart van een besturingsprogramma van stoppers 26 door besturingscomputer 24. Volgens het programma werkt besturingscomputer 24 telkens een plan bij, met een serie toewijzingen van stoppers 26 aan gedetecteerde stelen. Elke toewijzing bevat geplande 10 tijdstippen van schakelen tussen de eerste en tweede positie van de toegewezen stoppers 26. In het kader de beschrijving van het plan worden verschillende stoppers 26 aangeduid met nummers die oplopen als functie van positie tegen de transportrichting van transporteur 10 in. De meest stroomafwaarts gelegen stopper 26 heeft dus bijvoorbeeld nummer 1, en 15 achtereenvolgens minder stroomafwaarts gelegen stoppers 26 hebben nummers 2, 3 enzovoort.Figure 3 shows a flow chart of a control program of stoppers 26 by control computer 24. According to the program, control computer 24 updates a plan each time, with a series of assignments of stoppers 26 to detected stems. Each assignment contains planned 10 times of switching between the first and second position of the assigned stoppers 26. In the context of the description of the plan, different stoppers 26 are indicated with numbers that run as a function of position against the transport direction of conveyor 10. The most downstream stopper 26 thus has, for example, number 1, and successively fewer downstream stoppers 26 have numbers 2, 3 and so on.

In een eerste stap 31 wordt het plan geïnitialiseerd in een toestand waarin geen enkele stopper 26 nog aan een steel is toegewezen.In a first step 31, the plan is initialized in a state in which no stopper 26 is assigned to a stem.

In een tweede stap 32 ontvangt besturingscomputer 24 een 20 detectiesignaal van detector 22 dat een tijdstip T van passage van een nieuw gedetecteerde steel langs detector aangeeft, en daarmee op basis van de transportsnelheid van transporteur 10 de voorspelde tijdstippen van toekomstige passage van de nieuw gedetecteerde steel langs stoppers 26. In tweede stap 32 bepaalt besturingscomputer 24 de afstand D van de nieuw 25 gedetecteerde steel tot de laatst voorgaande steel na uitvoering van het bestaande plan.In a second step 32, control computer 24 receives a detection signal from detector 22 indicating a time T of passage of a newly detected stem past detector, and thus based on the transport speed of conveyor 10 the predicted times of future passage of the newly detected stem along stoppers 26. In second step 32, control computer 24 determines the distance D from the newly detected stem to the last preceding stem after execution of the existing plan.

In een derde stap 33 vergelijkt besturingscomputer 24 deze afstand D met een vooraf ingestelde wensafstand W. Als de afstand D kleiner is dan de wensafstand voert besturingscomputer 24 een vierde step 34 uit waarin 30 besturingscomputer 24 de laagst genummerde stopper 26 bepaalt waarvoor 10 geldt dat deze in de niet blokkerende stand staat op het voorspelde tijdstip van aankomst van gedetecteerde steel bij deze stopper 26.In a third step 33, control computer 24 compares this distance D with a preset desired distance W. If the distance D is smaller than the desired distance, control computer 24 performs a fourth step 34 in which control computer 24 determines the lowest-numbered stopper 26 for which it holds that this is in the non-blocking position at the predicted time of arrival of detected stem at this stopper 26.

In een vijfde stap 35 genereert besturingscomputer 24 een toewijzing van deze gekozen stopper 26 aan de gedetecteerde steel. Daarbij 5 kiest besturingscomputer 24 het geplande tijdstip Tl van schakelen van de niet-blokkerende stand van de gekozen stopper 26 naar de blokkerende stand zo dat ruim voor aankomst van de steel bij de toegewezen stopper 26 ligt. Besturingscomputer 24 kiest het tijdstip T2=T1’+(W-D)/V van schakelen terug van de blokkerende stand naar de niet-blokkerende stand 10 van de gekozen stopper afhankelijk van het verschil W-D tussen de wensafstand en de afstand D tot de laatst voorgaande steel, het tijdstip Tl’ van het begin van het blokkeren en de transportsnelheid V van transporteur 10.In a fifth step 35, control computer 24 generates an assignment of this selected stopper 26 to the detected stem. Here, control computer 24 selects the scheduled time T1 for switching from the non-blocking position of the selected stopper 26 to the blocking position so that well before the stem arrives at the assigned stopper 26. Control computer 24 selects the time T2 = T1 '+ (WD) / V of switching back from the blocking position to the non-blocking position 10 of the selected stopper depending on the difference WD between the desired distance and the distance D to the last preceding stem , the time T1 'of the start of blocking and the transport speed V of conveyor 10.

In een zesde stap 36 schakelt besturingscomputer 24 stoppers 26 15 volgens het plan voor een actueel kloktijd. In een zevende stap 37 test besturingscomputer 24 of detector 22 een nieuwe steel gedetecteerd heeft.In a sixth step 36, control computer 24 switches stoppers 26 according to the plan for a current clock time. In a seventh step 37, control computer 24 tests whether detector 22 has detected a new stem.

Zo ja, dan herhaalt besturingscomputer 24 het proces vanaf tweede stap 32. Anders herhaalt besturingscomputer 24 het proces vanaf zesde stap 36. Als de afstand D in derde stap 33 gelijk blijkt aan de wensafstand of groter dan 20 voert besturingscomputer 24 zesde stap 36 direct uit. Hoewel een voorbeeld is gegeven waarin derde stap 33 test op kleiner zijn van de afstand D dan de wensafstand, kan ook getest worden op gelijkheid aan een geheel aantal malen de voorafbepaalde basis-wensafstand Wo. In dat geval kan de wensafstand W=n*Wo gekozen worden als een geheel aantal malen de 25 basis-wensafstand Wo dat hoger of gelijk is aan D.If so, control computer 24 repeats the process from second step 32. Otherwise, control computer 24 repeats the process from sixth step 36. If the distance D in third step 33 proves to be the desired distance or greater than 20, control computer 24 performs sixth step 36 directly . Although an example has been given in which third step 33 tests to be smaller than the desired distance from the distance D, it is also possible to test for equality with an integer number of times the predetermined basic desired distance Wo. In that case the desired distance W = n * Wo can be chosen as a whole number of times the basic desired distance Wo that is higher or equal to D.

Hoewel een specifiek algoritme beschreven is zal het duidelijk zijn dat een vergelijkbaar effect op andere manieren bereikt kan worden. Zo hoeft bijvoorbeeld niet altijd de meest stroomafwaarts beschikbare stopper 26 gekozen te worden. Keuze van de meest stroomafwaarts 30 beschikbare stopper 26 heeft het voordeel dat makkelijk grotere groepen 11 dichtbij elkaar liggende stelen behandeld kunnen worden. Wanneer zo’n grote groep niet passeert kan zonder bezwaar ook een niet meest stroomafwaarts beschikbare stopper 26 gekozen worden.Although a specific algorithm has been described, it will be appreciated that a similar effect can be achieved in other ways. For example, it is not always necessary to select the most downstream stopper 26 available downstream. Selecting the stopper 26 most available downstream 30 has the advantage that larger groups 11 can be handled close to each other. If such a large group does not pass, a stopper 26 that is not available most downstream can be chosen without objection.

In een uitvoeringsvorm kan een steel achtereenvolgens met 5 meerdere stoppers worden tegengehouden, zodat de totale verschuiving wordt opgebouwd uit delen die door verschillende stoppers tot stand gebracht worden. Door een stroomopwaarts gelegen stopper 26 niet de gehele verschuiving te laten uitvoeren wordt het mogelijk de stroomopwaarts gelegen stopper 26 eerder beschikbaar te krijgen voor een 10 later aangevoerde steel. Daardoor kan de kans gereduceerd worden dat niet alle stelen op de gewenste afstand gebracht kunnen worden. In deze uitvoeringsvorm wijst besturingscomputer 24 in vijfde stap 35 tenminste één extra stopper aan de steel toe, met een nummer dat lager is dan dat van de in vierde stap toegewezen stopper 26, en verdeelt besturingscomputer 24 15 de berekende verschuiving (W-D)/V (of (n*Wo-D)/V) over de toegewezen stoppers. Daarbij minimaliseert besturingscomputer 24 het deel van de verschuiving dat aan de hoogst genummerde toegewezen stopper wordt toegedeeld voor zover mogelijk gezien de beschikbaarheid van verder stroomafwaarts opgestelde stoppers 26.In one embodiment, a stem can be consecutively retained with a plurality of stoppers, so that the total shift is built up from parts produced by different stoppers. By not allowing an upstream stopper 26 to perform the entire shift, it becomes possible to make the upstream stopper 26 available earlier for a stem supplied later. As a result, the chance can be reduced that not all stems can be brought to the desired distance. In this embodiment, control computer 24 assigns at least one additional stopper to the stem in fifth step 35, with a number lower than that of stopper 26 assigned in fourth step, and control computer 24 distributes the calculated shift (WD) / V ( or (n * Wo-D) / V) over the assigned stoppers. Thereby, control computer 24 minimizes the portion of the shift that is allocated to the highest-numbered assigned stopper as far as possible in view of the availability of stoppers 26 located further downstream.

20 Bij overmatig grote groepen dichtbij elkaar liggende stelen kan een situatie optreden dat het onmogelijk wordt om alle stelen op gelijke aftanden te brengen. In een uitvoeringsvorm is besturingscomputer 24 ingericht om in dit geval één of meer paren stelen als één steel te behandelen en de stelen van het paar tegen elkaar te schuiven.In the case of excessively large groups of stems lying close to each other, a situation may arise that makes it impossible to bring all the stems to the same teeth. In one embodiment, control computer 24 is arranged in this case to treat one or more pairs of handles as one handle and to slide the handles of the pair against each other.

25 Besturingscomputer 24 kan ingericht zijn om een signaal te geven dat dit optreedt, zodat de extra steel handmatig kan worden verwijderd, of besturingscomputer 24 kan een verwijdereenheid het paar verderop automatisch laten verwijderen. In sommige gevallen kan het paar stelen verder samen verwerkt worden, waardoor incidenteel bossen met een extra 30 bloem gevormd worden. Naarmate meer stoppers 26 gebruikt worden is de 12 kans dat dit nodig is kleiner. In een praktijkproef bleek met acht stoppers de kans al tot rond een procent te zijn teruggebracht.Control computer 24 can be arranged to give a signal that this occurs, so that the extra stem can be removed manually, or control computer 24 can have a removal unit automatically remove the pair further on. In some cases the pair of stems can be further processed together, whereby occasional bunches with an extra flower are formed. The more stoppers 26 are used, the less likely this is to be needed. In a practical trial with eight stoppers, the chance had already been reduced to around one percent.

Figuur 4 en 5 tonen uitvoeringsvormen met maatregelen om een wrijvingskracht op te wekken aan de stelen, met een sterkte die enerzijds 5 door stoppers 26 overwonnen kan worden en anderzijds groot genoeg is om te voorkomen dat stelen na het blokkeren kunnen terugveren.Figures 4 and 5 show embodiments with measures to generate a frictional force on the stems, with a strength that can be overcome on the one hand by stoppers 26 and on the other hand is large enough to prevent stems from springing back after blocking.

Figuur 4 toont een dwarsaanzicht van een uitvoeringsvorm in een vlak loodrecht op de transportrichting. De transporteur bevat in deze uitvoeringsvorm een transportband 40 en een transportsnaar 42, die met 10 gelijke snelheid worden aangedreven. Stoppers 26 (slechts één zichtbaar) zijn tussen transportband 40 en een transportsnaar 42 opgesteld, bijvoorkeur zo dicht mogelijk naast transportsnaar 42. Stopper 26 wordt met een getrokken lijn in de niet-blokkerende stand getoond, en met een gestippelde lijn in de blokkerende stand. De afstand tussen transportband 15 40 en transportsnaar 42 is zo klein dat verschillende delen van dezelfde bloem 44 tegelijk op transportband 40 en transportsnaar 42 kunnen rusten. Het steunoppervlak van transportsnaar 42 (dwz het oppervlak dat de steel steunt) is minstens ter plaatse van stoppers hoger opgesteld dan het steunoppervlak van transportband 40. Het hoogteverschil is bijvoorbeeld 3 20 centimeter, of tussen de 1 en 10 centimeter. Transportband 40 en transportsnaar 42 kunnen ook een teruglopend gedeelte hebben (niet getoond) dat onder of boven transportband 40 en/of transportsnaar 42 terugloopt. De inrichting bevat een aandrijving om transportband 40 en transportsnaar 42 op gelijke snelheid aan te drijven. De aandrijving kan 25 bijvoorbeeld gerealiseerd worden door transportband 40 en transportsnaar 42 rond wielen te leiden die met overeenkomstige snelheid worden aangedreven door een enkele motor, of door een vaste koppeling tussen transportband 40 en transportsnaar 42, of door gesynchroniseerde motoren die respectievelijk transportband 40 en transportsnaar 42 aandrijven.Figure 4 shows a transverse view of an embodiment in a plane perpendicular to the transport direction. In this embodiment, the conveyor comprises a conveyor belt 40 and a conveyor belt 42, which are driven at the same speed. Stoppers 26 (only one visible) are arranged between conveyor belt 40 and a conveyor belt 42, preferably as close as possible to conveyor belt 42. Stopper 26 is shown with a solid line in the non-blocking position, and with a dotted line in the blocking position. The distance between conveyor belt 40 and conveyor belt 42 is so small that different parts of the same flower 44 can rest on conveyor belt 40 and conveyor belt 42 simultaneously. The supporting surface of conveyor belt 42 (ie the surface supporting the stem) is positioned higher at least at the location of stoppers than the supporting surface of conveyor belt 40. The difference in height is, for example, 3 centimeters, or between 1 and 10 centimeters. Conveyor belt 40 and conveyor belt 42 may also have a receding portion (not shown) that recoils below or above conveyor belt 40 and / or conveyor belt 42. The device comprises a drive for driving conveyor belt 40 and conveyor belt 42 at the same speed. The drive can for instance be realized by guiding conveyor belt 40 and conveyor belt 42 around wheels which are driven at a corresponding speed by a single motor, or by a fixed coupling between conveyor belt 40 and conveyor belt 42, or by synchronized motors carrying conveyor belt 40 and conveyor belt respectively 42 drive.

1313

In bedrijf rusten de stelen zowel op transportband 40 en transportsnaar 42. Naarmate het steunoppervlak van transportsnaar 42 hoger ligt boven transportband 40 rusten de stelen relatief meer op transportsnaar 42, waardoor een versterkte wrijvingskracht wordt 5 opgewekt. Bij het blokkeren van een steel 44 met stopper 26 verschuift de steel op transportsnaar 42, en doordat de steel 44 tenminste gedeeltelijk op transportsnaar 42 rust veert de steel niet vanzelf terug. Door stopper 26 zo dicht mogelijk naast transportsnaar 42 op te stellen, of tenminste dichter bij transportsnaar 42 dan bij transportband 40, wordt zoveel mogelijk een 10 verschuiving van de stelen gerealiseerd, met een minimum aan draaiing rond een verticale as door het punt waar de steel op transportsnaar 42 rust.In operation, the stems rest on both conveyor belt 40 and conveyor belt 42. The higher the support surface of conveyor belt 42 is above conveyor belt 40, the stems rest relatively more on conveyor belt 42, whereby an increased frictional force is generated. When blocking a stem 44 with stopper 26, the stem shifts on transport string 42, and because the stem 44 at least partially rests on transport string 42, the stem does not spring back by itself. By placing stopper 26 as close to conveyor belt 42 as possible, or at least closer to conveyor belt 42 than to conveyor belt 40, a shift of the stems is achieved as much as possible, with a minimum of rotation about a vertical axis through the point where the stem rests on transport string 42.

Figuur 5 toont een dwarsaanzicht van een uitvoeringsvorm in een verticaal vlak parallel aan de transportrichting. In deze uitvoeringsvorm is boven transportsnaar 42 een schuimband 50 aangebracht die gelijklopend 15 met transportband 40 en transportsnaar 42 word aangedreven, tegen transportsnaar 42 aangedrukt of hoogstens op zo’n afstand van transportsnaar 42 dat stelen 44 in bedrijf tussen transportsnaar 42 en schuimband 50 ingeklemd getransporteerd worden. Een schuimband is een band waarvan het oppervlak is bedekt met schuimrubber (bijvoorbeeld 1 20 centimeter dik), zodat een relatief stroef, veerkrachtig indrukbaar oppervlak wordt verkregen. In plaats van schuimrubber kan ander veerkrachtig materiaal gebruikt worden. Net als bij de uitvoeringsvorm van figuur 4 omvat de inrichting een aandrijving om transportband 40 transportsnaar 42 en schuimband 50 op gelijke snelheid aan te drijven.Figure 5 shows a transverse view of an embodiment in a vertical plane parallel to the transport direction. In this embodiment a foam belt 50 is arranged above conveyor belt 42 which is driven simultaneously with conveyor belt 40 and conveyor belt 42, pressed against conveyor belt 42 or at most at such a distance from conveyor belt 42 that stems 44 are transported clamped between conveyor belt 42 and foam belt 50 in operation. to become. A foam tape is a tape whose surface is covered with foam rubber (e.g. 1 centimeter thick), so that a relatively rough, resiliently compressible surface is obtained. Other resilient material may be used instead of foam rubber. As with the embodiment of Figure 4, the device comprises a drive for driving conveyor belt 40, conveyor belt 42, and foam belt 50 at the same speed.

25 In bedrijf wordt een steel 44 door het blokkeren met stopper 26 tussen transportsnaar 42 en schuimband 50 verschoven, waarna transportsnaar 42 en schuimband 50 de steel 44 geklemd houden zodat deze niet terugveert. De afstand tussen transportsnaar 42 en schuimband 50 wordt in samenhang met de materiaaleigenschappen zo gekozen dat de 30 resulterende wrijvingskracht op de stelen kleiner is dan de kracht die 14 stoppers 26 op de stelen kunnen uitoefenen zonder schade te veroorzaken, en voldoende groot om terugveren van de stelen te voorkomen. Het kan volstaan dat de schuimlaag van schuimband 50 contact maakt met transportsnaar 42. De afstand kan desgewenst eenvoudig experimenteel 5 ingesteld worden door stelen over de transportband te transporteren en de afstand tussen transportsnaar 42 en schuimband 50 aan te passen totdat daarbij het gewenste effect wordt verkregen. Hoewel een voorkeursuitvoeringsvorm getoond is waarin de tussenruimte tussen transportsnaar 42 en schuimband 50 hoger staat dat het bovenoppervlak 10 van transportband 40, zal duidelijk zijn dat de tussenruimte ook op gelijke hoogte met transportband 40 zou kunnen staan. Een hogere stand van de tussenruimte heeft het voordeel dat een kleiner deel van de bloem op de transportband rust, waardoor minder wrijvingskracht aan het steeleinde nodig is.In operation, a stem 44 is displaced by blocking with stopper 26 between conveyor belt 42 and foam belt 50, whereafter conveyor belt 42 and foam belt 50 hold the stem 44 clamped so that it does not spring back. The distance between conveyor string 42 and foam belt 50 is chosen in connection with the material properties such that the resulting frictional force on the stems is smaller than the force that 14 stoppers 26 can exert on the stems without causing damage, and is sufficiently large to spring back the to steal. It may suffice that the foam layer of foam belt 50 makes contact with conveyor belt 42. If desired, the distance can easily be adjusted experimentally by transporting stems over the conveyor belt and adjusting the distance between conveyor belt 42 and foam belt 50 until the desired effect is thereby obtained . Although a preferred embodiment has been shown in which the gap between conveyor belt 42 and foam belt 50 is higher than the upper surface 10 of conveyor belt 40, it will be clear that the gap could also be at the same height as conveyor belt 40. A higher position of the gap has the advantage that a smaller part of the flower rests on the conveyor belt, so that less frictional force is required at the stem end.

15 Hoewel uitvoeringsvormen met een transportsnaar 42 en een schuimband 50, zal het duidelijk zijn dat in plaats van transportsnaar 42 bijvoorbeeld ook een verdere schuimband, een combinatie van meerdere transportsnaren, of een verdere transportband gebruikt kan worden (bijvoorbeeld een verdere transportband die onder een hoek ten opzichte van 20 transportband 40 is opgesteld, overeenkomstig de getoonde de buigingshoek van de steel). In plaats van schuimband 50 kunnen bijvoorbeeld één of meer transportsnaren, of een verdere transportband gebruikt worden.Although embodiments with a conveyor belt 42 and a foam belt 50, it will be clear that instead of conveyor belt 42, for example, a further foam belt, a combination of a plurality of conveyor belts, or a further conveyor belt can be used (for example a further conveyor belt that is angled) relative to conveyor belt 40, according to the angle of bend of the shank shown). Instead of foam belt 50, for example, one or more conveyor belts, or a further conveyor belt can be used.

Doordat transportsnaar 42 en een schuimband 50 aan de zijde van de transportband 40 staan waar het uiteinde van de steel zonder 25 bloemknoppen ligt wordt het inklemmen eenvoudiger en wordt schade aan de knoppen vermeden.Because conveyor belt 42 and a foam belt 50 are on the side of the conveyor belt 40 where the end of the stem is without flower buds, clamping is simpler and damage to the buds is avoided.

De keuze tussen de uitvoeringsvormen van figuren 4 en 5, of andere uitvoeringsvormen, hangt af van de omstandigheden. Voor stelen die door het blokkeren zonder buiging min of meer star verschuiven op 30 transporteur 10 kunnen transportsnaar 42 en/of schuimband 50 overbodig 15 zijn. Bij contact via het blad kan meer wrijvingskracht nodig zijn. Voor beperkt veerkrachtig buigbare stelen kan alleen een transportsnaar 42 voldoende zijn.The choice between the embodiments of Figures 4 and 5, or other embodiments, depends on the circumstances. For stems which, due to blocking without bending, move more or less rigidly onto conveyor 10, conveyor belt 42 and / or foam belt 50 may be superfluous. Contact with the blade may require more frictional force. For limited resiliently bendable stems, only a conveyor string 42 may suffice.

Hoewel een uitvoeringsvorm getoond is waarin stoppers 26 met een 5 verticale beweging omhoog in de blokkerende stand gebracht wordt en met een verticale beweging omlaag in de niet blokkerende stand, zal het duidelijk zijn dat hiervoor alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk zijn. Zo kan de onderkant van tenminste een deel van stoppers 26 met een verticale beweging omlaag in de blokkerende stand gebracht wordt en met een 10 verticale beweging omhoog in de niet blokkerende stand. Ook kan de stopper bijvoorbeeld met een draaiende beweging rond een as tussen de blokkerende en niet-blokkerende stand bewogen worden, waarbij respectievelijk in de blokkerende stand een deel van de stopper een obstakel in het pad van de steel op transporteur 10 vormt en in de niet-blokkerende 15 stand geen deel van de stopper een obstakel in het pad vormt. Ook kan een horizontale beweging van de stopper dwars op de transportrichting van transporteur 10 gebruikt worden om tussen de standen te schakelen.Although an embodiment has been shown in which stoppers 26 are brought into the blocking position with a vertical movement upwards and in the non-blocking position with a vertical movement downwards, it will be clear that alternative embodiments are possible for this purpose. For example, the underside of at least a part of stoppers 26 can be brought downwards with a vertical movement into the blocking position and with a vertical movement upwards into the non-blocking position. The stopper can also be moved, for example, with a rotating movement around an axis between the blocking and non-blocking position, wherein in the blocking position, respectively, a part of the stopper forms an obstacle in the path of the shank on conveyor 10 and in the staple -blocking position no part of the stopper forms an obstacle in the path. A horizontal movement of the stopper transversely to the conveying direction of conveyor 10 can also be used to switch between the positions.

Hoewel uitvoeringsvormen getoond zijn met stopper 26 op vaste posities in de transportrichting van transporteur 10, waardoor het 20 verschuiven van de stelen een gevolg is van de beweging van transporteur 10, kan in andere uitvoeringsvormen ook gebruik gemaakt worden van stoppers 26 die bij het stoppen in de transportrichting van transporteur 10 bewegen, zodat de verschuiving minstens ten dele een gevolg is van een dergelijke beweging van een stopper 26.Although embodiments are shown with stopper 26 at fixed positions in the conveying direction of conveyor 10, whereby the movement of the stems is a consequence of the movement of conveyor 10, in other embodiments use can also be made of stoppers 26 which when stopping in move the transport direction of conveyor 10, so that the shift is at least in part a consequence of such a movement of a stopper 26.

25 Hoewel uitvoeringsvormen getoond zijn met stoppers 26 tussen transportsnaar 42 en transportband 40 kunnen stoppers 26 ook aan de andere kant van transportsnaar 42 worden aangebracht. Gebruik van stoppers 26 tussen transportsnaar 42 en transportband 40 vermindert echter de kans op rotatie.Although embodiments are shown with stoppers 26 between conveyor belt 42 and conveyor belt 40, stoppers 26 can also be arranged on the other side of conveyor belt 42. However, the use of stoppers 26 between conveyor belt 42 and conveyor belt 40 reduces the chance of rotation.

1616

Figuur 6 toont een uitvoeringsvorm waarin stoppers 26 een gevorkt deel omvatten, met tanden die aan weerszijden van transportsnaar 42 en schuimband 50 lopen. In bedrijf worden stelen zodoende aanweerszij den van transportsnaar 42 en schuimband 50 gestopt. Op deze manier wordt het 5 risico van draaiing van de steel gereduceerd. Hoewel de gevorkte stopper bij wijze van voorbeeld voor de uitvoeringsvorm getoond wordt zal het duidelijk zijn dat deze in alle uitvoeringsvormen met één of meer wrijvingselementen gebruikt kan worden.Figure 6 shows an embodiment in which stoppers 26 comprise a forked part, with teeth running on either side of conveyor belt 42 and foam belt 50. In operation, stems are thus stopped on the sides of conveyor belt 42 and foam belt 50. In this way the risk of turning the stem is reduced. Although the forked stopper is shown by way of example for the embodiment, it will be understood that it can be used in all embodiments with one or more frictional elements.

Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm waar stoppers 26 zich boven 10 transportband 40 bevinden, waarbij een stopper 26 naar beneden bewogen wordt van de niet blokkerende toestand naar de blokkerende toestand en omhoog terug naar de niet-blokkerende toestand. In de blokkerende toestand is de afstand tussen de onderkant van stopper 26 en het bovenoppervlak van transportband 40 kleiner dan de afstand van het 15 bovenoppervlak tot een hoogste punt van steel 44, en bijvoorkeur kleiner dan een halve steeldikte. In deze uitvoeringsvorm kan schuimband 50 (of een ander meetransporterend element) boven het bovenoppervlak van transportband 40 aangebracht worden, om samen met het bovenoppervlak voor de wrijving te zorgen.Figure 7 shows an embodiment where stoppers 26 are located above conveyor belt 40, wherein a stopper 26 is moved down from the non-blocking state to the blocking state and up back to the non-blocking state. In the blocking state, the distance between the bottom of stopper 26 and the upper surface of conveyor belt 40 is smaller than the distance from the upper surface to a highest point of stem 44, and preferably less than half a stem thickness. In this embodiment, foam belt 50 (or another measuring transport element) can be arranged above the upper surface of conveyor belt 40, to provide friction together with the upper surface.

20 In een uitvoeringsvorm is de inrichting voor zien van een ketting, of ander transportmiddel, waarin op regelmatige afstanden grijpers zijn aangebracht. In de ze uitvoeringsvorm worden de stelen na het verschuiven overgenomen met de grijpers. De gelijke afstanden tussen de stelen maken het grijpen daarbij makkelijker. In de grijpers kunnen de stelen van een in 25 hoofdzaak horizontale liggende positie naar een in hoofdzaak verticaal hangende stand gebracht worden voor de verdere verwerking zoals uitlijnen van knoppen en/of binden.In one embodiment the device is provided with a chain, or other transport means, in which grippers are arranged at regular distances. In this embodiment, the stems are taken over with the grippers after shifting. The equal distances between the stems make it easier to grasp. In the grippers, the stems can be brought from a substantially horizontal position to a substantially vertically hanging position for further processing such as aligning knobs and / or binding.

Nadat de afstand tussen stelen regelmatig is gemaakt kunnen de steeleinden ook ingeklemd worden tussen bijvoorbeeld schuimbanden voor 30 verdere verwerking. De schuimbanden kunnen met een twist worden 17 opgesteld, zodat de stelen van een in hoofdzaak horizontale liggende positie naar een in hoofdzaak verticaal hangende stand gebracht kunnen worden. (Met twist wordt bedoeld dat een denkbeeldige lijn in een vlak loodrecht op de -gelijke- transportrichting van de schuimbanden tussen de assen van de 5 schuimbanden in het verloop van het transport kantelt van een verticale oriëntatie naar een horizontale oriëntatie).After the distance between stems has been made regular, the stem ends can also be clamped between, for example, foam bands for further processing. The foam bands can be arranged with a twist, so that the stems can be moved from a substantially horizontal position to a substantially vertical position. (By twist is meant that an imaginary line in a plane perpendicular to the direction of transport of the foam belts between the axes of the foam belts in the course of transport tilts from a vertical orientation to a horizontal orientation).

Zodoende kan een heroriëntatie eenheid gerealiseerd worden met grijpers aan een ketting of getwiste schuimbanden, waarmee de stelen nadat ze op gelijke afstanden gebracht zijn van een in hoofdzaak horizontale 10 oriëntatie naar een in hoofdzaak verticale oriëntatie gebracht kunnen worden.A reorientation unit can thus be realized with grippers on a chain or twisted foam belts, with which the stems can be brought from a substantially horizontal orientation to a substantially vertical orientation after they have been brought at equal distances.

In een uitvoeringsvorm worden bloemen gestort op een transportband met gescheiden vakken voor respectievelijke groepen bloemen, waarbij elke groep tot een bos gebonden wordt. Nadat een groep in 15 een vak volledig is kan de transportband met gescheiden vakken ten opzichte van de stortplaats getransporteerd worden, zodat een volgend vak onder de stortplaats gepositioneerd wordt. Hier maken de regelmatige afstanden het mogelijk om bloemen gecontroleerd één voor één binnen welgedefinieerde vakken te laten vallen.In one embodiment, flowers are deposited on a conveyor with separate compartments for respective groups of flowers, with each group being tied into a bunch. After a group in a compartment is complete, the conveyor belt can be transported with separate compartments relative to the landfill, so that a subsequent compartment is positioned below the landfill. Here the regular distances make it possible to drop flowers within well-defined boxes one by one in a controlled manner.

20 Hoewel een uitvoeringsvorm met een transporteur 10 met een gesloten transportvlak getoond is zal het duidelijk zijn dat elk soort transporteur gebruikt kan worden waarop bloemen liggend getransporteerd kunnen worden, zoals bijvoorbeeld een transporteur met een veeltal parallel transporterende snaren, en transporterend net enzovoort.Although an embodiment with a conveyor 10 with a closed conveying surface is shown, it will be clear that any type of conveyor can be used on which flowers can be transported lying, such as for instance a conveyor with a plurality of parallel conveying strings, and conveying net and so on.

25 Transporteur 20 kan met constante snelheid transporteren. Maar het is ook mogelijk om de snelheid te variëren, waarmee de benodigde tijdsduur van het tegenhouden kan worden aangepast. In een uitvoeringsvorm is transporteur verder voorzien van middelen om de bloemen verder uit te richten na het verschuiven, bijvoorbeeld door een V profiel omhoog te 30 brengen in een deel van het transporttraject waar de steeleinden nog met 18 een wrijvingselement worden vastgehouden, waarbij de steel bij het omhoogbrengen tussen de benen van de V gecentreerd wordt, bijvoorbeeld in het midden van de bloem, of tussen het midden en het wrijvingselement.Transporter 20 can transport at a constant speed. But it is also possible to vary the speed with which the required time period of stopping can be adjusted. In one embodiment, the conveyor is further provided with means for further aligning the flowers after shifting, for example by raising a V profile in a part of the transport path where the stem ends are still held with a frictional element, the stem being at raising is centered between the legs of the V, for example in the center of the flower, or between the center and the friction element.

Claims

A method of processing flowers - wherein flowers lying on a conveyor are transported, with the stem transverse to the transport direction of the conveyor; - stem ends of flowers are individually temporarily retained until a distance from a neighboring stem is equal to a predetermined distance or a multiple of that predetermined distance - at least immediately after holding back a frictional force is exerted on the stem ends, with a strength that ensures that reduces the chance of the stem ends shifting after stopping.

2. Method as claimed in claim 1, wherein the frictional force is exerted by pressing the stem end with a first transport element against a second transport element, wherein the first and second transport element transport simultaneously with the conveyor, or one of which is the conveyor.

Method according to claim 2, wherein the stopper is arranged between at least one of the transport elements and the conveyor.

4. Method as claimed in claim 2 or 3, wherein the restraining is carried out by a stopper movable between a blocking position and a non-blocking position, which stopper is arranged almost touching the two transporting elements in the blocking position.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the flowers are brought into a sorting and / or bunching device after being held back and sorted and / or bunched.

6. Device for processing flowers, provided with 25. a conveyor for transporting lying flowers with stems of the flowers perpendicular to a conveying direction of the conveyor; - a stem detector arranged at the conveyor, for detecting the position of the stem ends of the flowers on the conveyor; - a selectively activatable stopper, coupled to the stem detector and adapted to stop a stem end of a detected stem during transport of the stem with the conveyor in response to the detection for a time interval that is controlled depending on the detected position; - a frictional element with a drive for transporting the frictional element along with the conveyor, adapted to exert a frictional force on the stem ends when stopping, which counteracts displacement of the stem ends relative to the conveyor.

7. Device as claimed in claim 6, wherein the friction element comprises a first and second transport element, each with a transport surface that transports with the conveyor, or where the second transport element is a conveyor belt of the conveyor, wherein the transport surfaces of the first and second transport element to each other are turned at a mutual distance so that in the presence of a stem end between the transport surfaces, the stem end is pressed by the first transport element against the transport surface of the second transport element.

Device as claimed in claim 6 or 7, wherein the friction element and the conveyor comprise respective support surfaces for supports of the stem ends, wherein the support surface of the friction element is arranged higher than the support surface of the conveyor.

Device as claimed in any of the claims 6 to 8, wherein the stopper is arranged between the friction element and the conveyor.

10. Device as claimed in any of the claims 6 to 9, wherein the stopper is arranged such that the stopper in a stem end blocking position in a direction transverse to the conveying direction of the conveyor substantially touches the frictional element.

11. Device as claimed in claim 6, wherein the stopper is movable to a blocking position in which an underside of the stopper is situated substantially against a support surface of the conveyor for supporting the lying flowers, and in which device the friction element has a transport surface which transports along. with the conveyor, and faces the support surface at a mutual distance such that the transport surface presses the stem end against the support surface.

12. Device as claimed in any of the claims 6-11, provided with a plurality of stoppers arranged in a row along a conveying direction of the conveyor, and wherein the device is further provided with a control system which is coupled to the handle detector and the stoppers and is adapted to select a stopper from the row for the stem in response to detection of a position of a stem, and selectively steer the selected stopper to a blocking position for selectively retaining the stem end of the stem.

13. Device as claimed in claim 12, wherein said handle and the selected stopper are referred to as first handle and first stopper, and wherein the control system is arranged in response to detection of a position of a second handle upstream of the first handle on the conveyor check whether a distance between the first and second shafts becomes smaller than a threshold value by holding back the first shank, and in that case select a second stopper from the row for the second shank, in the transport direction of the conveyor upstream of the first stopper, and selectively steer the second stopper to a blocking position for selectively retaining the stem end of the second stem.

14. Device as claimed in any of the claims 6 to 13, provided with a reorientation unit adapted to clamp the stems after being stopped with the stopper and bring them clamped from a horizontal position to a vertical position.