NL2005519C2 - Combinatie van een spoelreservoir voor een toilet, een wand aangebracht voor het spoelreservoir en een bedieningselement voor het bedienen van het spoelreservoir. - Google Patents

Description

Combinatie van een spoelreservoir voor een toilet, een wand aangebracht voor het spoelreservoir en een bedieningselement voor het bedienen van het spoelreservoir 5 De uitvinding betreft een combinatie van een spoelreservoir voor een toilet, een wand aangebracht voor het spoelreservoir en een bedieningselement voor het bedienen van het spoelreservoir.

Dergelijke combinaties zijn in het bijzonder bekend bij 10 inbouwreservoirs voor sanitairruimten, zoals een toiletruimte. Hierbij wordt een inbouwreservoir aangebracht tegen een muur, waarna een wand voor het inbouwreservoir wordt aangebracht. In de wand wordt een opening aangebracht, die toegang geeft tot de inspectieopening in het inbouwreservoir. Deze opening in de wand 15 wordt afgedekt door een bedieningsplaat. De bedieningsplaat omvat een drukknop waarmee het spoelmechanisme in het inbouwreservoir bediend kan worden.

Een gebruikelijke bedieningsplaat bestaat gewoonlijk uit een framedeel, dat op de wand rondom de opening wordt 20 aangebracht. Dit framedeel is gewoonlijk door de opening heen verbonden met het inbouwreservoir en wordt veelal niet aan de wand zelf bevestigd. Over dit framedeel wordt vervolgens een kap geplaatst, waarin de drukknop is aangebracht.

Doordat het framedeel niet aan de wand zelf wordt 25 gemonteerd, kan het framedeel verschuiven en roteren. Daarnaast wordt door deze bekende constructie een op de wand liggend deel verschaft, hetgeen vanuit hygiënisch oogpunt ongunstig is.

Het is verder bekend om een bekende drukplaat op de wand aan te brengen en er vervolgens rondom de drukplaat een dikke 30 afwerklaag aan te brengen, waardoor de drukplaat in de wand verzonken lijkt te zijn. Het nadeel is echter dat de drukplaat niet meer verwijderd kan worden om toegang te krijgen tot de inspectieopening. Dit komt doordat de drukplaat omhoog geschoven moet worden om los te komen van het framedeel. Doordat de 35 drukplaat nu ingesloten is door de afwerklaag, kan deze 2 schuifbeweging niet meer gemaakt worden.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt bereikt met een combinatie volgens de 5 aanhef, waarbij het bedieningselement buiten de projectie van het spoelreservoir op de wand is aangebracht. Door het bedieningselement niet meer samen te laten vallen met de projectie van het spoelreservoir op de wand, ontstaat er meer ontwerpvrijheid voor de wijze waarop toegang verkregen wordt tot 10 het spoelreservoir en op de wijze waarop het spoelreservoir bediend wordt. Het is niet meer nodig om, zoals bij de stand van techniek, deze twee functie te combineren.

Bij een uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat de wand een opening en omvat het 15 bedieningselement een frame, welk frame ten minste voor een deel in de opening is aangebracht en waarbij het voorvlak van het frame gelijk ligt aan, dan wel verdiept ligt ten opzichte van het frontale oppervlak van de wand.

Door het frame van het bedieningselement in de opening 20 aan te brengen kan het bedieningselement verdiept in de wand liggen onafhankelijk van de wanddikte of een eventuele afwerklaag, zoals een tegellaag of stuuklaag. Daarnaast kan het frame van het bedieningselement niet meer heen en weer geschoven worden, doordat het in de opening is aangebracht. Afdekplaten 25 volgens de stand van de techniek liggen op de wand en kunnen daardoor heen en weer schuiven, terwijl het frame van de combinatie volgens de uitvinding in de opening ligt en daardoor is opgesloten.

Bijvoorkeur is op de wand een afwerklaag is aangebracht, 30 zoals een tegellaag of stuuklaag, en is het frontale oppervlak van de wand het frontale oppervlak van de afwerklaag. Doordat het frame in de opening is aangebracht, kan het frame naar wens meer of minder diep in de opening worden aangebracht, een en ander zodanig dat het bedieningselement een gewenste positie 35 heeft ten opzicht van het frontale oppervlak.

3

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is in het frame van het bedieningselement een bedieningsknop aangebracht voor bediening van het spoelreservoir. Met een dergelijke uitvoering kan de 5 bedieningsknop bijvoorbeeld volledig vlak met de omringende wand aangebracht worden.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is het frame een doosvormig deel met een achterwand en langs de omtrek van de achterwand aangebrachte 10 zijwanden. Met een dergelijk frame wordt een nis in de wand gecreëerd. In deze nis kan een bijvoorbeeld als opbergruimte gebruikt worden.

In een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding bevindt de achterwand van het doosvormige deel 15 zich, ten opzichte van het frontale oppervlak, aan de tegenoverliggende zijde van de wand bevindt. Het doosvormige deel steekt aldus door de wand heen en kan daarachter bijvoorbeeld in het spoelreservoir steken. Wanneer nu het doosvormig deel verwijderbaar is aangebracht, kan zo toegang 20 verkregen worden tot de inspectieopening van het spoelreservoir.

In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is tussen twee tegenoverliggende zijwanden een lichtsluis aangebracht voor de bediening van het spoelreservoir.

25 Sensoren zijn op zich al bekend om een spoelreservoir te bedienen. Het nadeel van de bekende sensoren is dat ze reageren op de aanwezigheid van een persoon in de sanitairruimte en is het gewoonlijk niet mogelijk om naar keuze het spoelreservoir te bedienen. Door nu in het doosvormig deel een lichtsluis aan te 30 brengen, kan bijvoorbeeld door het in de nis steken van een hand contactloos het spoelreservoir bediend worden.

In weer een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het bedieningselement een in het frame verschuifbaar subframe, zodanig dat een bovenrand van het 35 subframe gelijk gesteld kan worden met het frontale oppervlak 4 van de wand.

Dit subframe kan verschoven worden in het frame, waardoor een fijn afstelling mogelijk is. Zo kan het frame allereerst aangebracht worden op een geschikte diepte in de 5 wand, waarna het subframe gemonteerd wordt en afhankelijk van de aangebrachte afwerklaag ingesteld kan worden.

Eventueel kan het subframe een naar buiten gerichte flens omvat. Deze flens kan dan over het vaste frame heen steken als afwerking.

10 Het is voordelig wanneer het frame is aangebracht aan het spoelreservoir. Zo kan het spoelreservoir af fabriek worden voorzien met een vast frame. In combinatie met een verschuifbaar subframe kan zo op een eenvoudige wijze een montage van een bedieningselement worden voorzien, dat onafhankelijk is van de 15 dikte van de wand en een eventuele afwerklaag.

Eventueel kan het frame ten minste voor een deel in het spoelreservoir steken.

Als alternatieve uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het spoelreservoir een verticaal uit 20 de bovenzijde stekende bedieningspen, waarbij de combinatie verder een overbrenging omvat, die met de verticale bedieningspen en het bedieningselement is gekoppeld.

Bij een verticaal uit de bovenzijde stekende bedieningspen, kan het bedieningselement eenvoudig op elke 25 gewenste hoogte boven het spoelreservoir worden aangebracht door het slechts verlengen van de bedieningspen. Door de overbrenging kan vervolgens het bedieningselement op een gewenste positie op de wand worden aangebracht.

De uit de bovenzijde stekende bedieningspen kan via een 30 pneumatische overbrenging of een elektrische overbrenging gekoppeld zijn met het bedieningselement. Daarbij kan de aan de bovenzijde uitstekende bedieningspen zijn afgedekt door een op het spoelreservoir aangebrachte afdekkap. Ook hier wordt het voordeel verkregen, dat de hoogte van het bedieningselement in 35 de voorzetwand onafhankelijk is van de hoogte van het 5 spoelreservoir .

Als optie kan in de wand een nis zijn voorzien en grenst het bedieningselement aan de nis. Daarbij kan ten minste een deel van de nis verwijderbaar zijn voor toegang tot de ruimte 5 achter de wand.

In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de nis en het bedieningselement beiden aangebracht op een enkel montageframe. Hierdoor kan de nis en het bedieningselement als één geheel in de wand gemonteerd worden. Dit is onafhankelijk van het 10 spoelreservoir. Hierdoor kan deze uitvoeringsvorm ook gemakkelijk toegepast worden bij renovatie, waarbij al een spoelreservoir is voorzien.

Bijvoorkeur is de overbrenging aangebracht aan een wand van de nis. Hierdoor kan de combinatie van nis, 15 bedieningselement en overbrenging gemakkelijk als één geheel gehanteerd en gemonteerd worden.

Een aanvullend voordeel van een gecombineerde nis en bedieningselement is dat bij het aanbrengen van een afwerklaag op de wand, zoals een tegellaag er niet tussen het 20 bedieningselement en de nis betegeld hoeft te worden. Dit voorkomt veel snijwerk.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande conclusies.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een 25 eerste uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvorm in dwarsdoorsnede.

30 Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding in perspectivisch aanzicht.

Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding.

Figuur 6 toont een vijfde uitvoeringsvorm van een 35 combinatie volgens de uitvinding.

6

Figuur 7 toont een zesde uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding in dwarsdoorsnede aanzicht.

Figuur 8 toont een deel van de uitvoering volgens figuur 7 in perspectivisch aanzicht.

5 In figuur 1 wordt een eerste uitvoeringsvorm van een combinatie 1 volgens de uitvinding getoond. De combinatie 1 heeft een wand 2 met een opening waarin een frame 3 is aangebracht. Op de wand 2 is een afwerklaag 4 aangebracht. Het frame 3 is ten opzichte van het frontale oppervlak 5, d.w.z. het 10 zichtbare oppervlak van de afwerklaag 4, verdiept aangebracht.

In het frame 3 is een bedieningselement 6 aangebracht, dat via een eerste stang 7, een hefboom 8 en een tweede stang 9 met een spoelreservoir 10 is verbonden.

Zoals in figuur 2 is te zien, kan door de enigszins 15 verdiepte positie van het frame 3 een afdichting 11 worden voorzien tussen het bedieningselement 6 en de wand 2 en afwerklaag 4.

In figuur 3 wordt een tweede uitvoeringsvorm 20 getoond. Deze uitvoering 20 heeft een wand 21 met een afwerklaag 22. In 20 de opening 23 is een doosvormig element geplaatst, dat bestaat uit een achterwand 24 en zijwanden 25. Dit doosvormig element 24, 25 is verdiept aangebracht ten opzichte van het frontale oppervlak 26.

In het doosvormige element 24, 25 is een verplaatsbaar 25 subframe 27 aangebracht. Dit subframe 27 heeft een naar buiten gevouwen rand, waardoor de rand van het doosvormige element 24, 25 afgedekt wordt. Doordat het subframe 27 verplaatsbaar is in het doosvormige element 24, 25 kan er voor gezorgd worden, dat de naar buiten gevouwen rand gelijk ligt aan het frontale 30 oppervlak 26.

Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvorm van een combinatie 30. Deze combinatie heeft een wand 31 met een opening 32. Achter deze wand 31 is een spoelreservoir 33 aangebracht.

Dit spoelreservoir 33 is aangesloten op een toiletpot 34.

35 In de opening 32 is een doosvormig element aangebracht.

7

Dit doosvormig element steekt in het spoelreservoir 33. Door het doosvormige element uit de opening 32 te verwijderen kan zo direct toegang verkregen worden tot het spoelreservoir 33.

In het doosvormig element is verder een bedieningsknop 5 35 aangebracht waarmee het spoelreservoir 33 bediend kan worden.

Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvorm 40 van een combinatie volgens de uitvinding. Deze uitvoeringsvorm heeft een wand 41 met een afwerklaag 42. In de wand 41 en afwerklaag 42 is een opening 43 aangebracht. In deze opening 43 is een doosvormig 10 element met een achterwand 44 en zijwanden 45 geplaatst.

In het doosvormig element 44, 45 is een verplaatsbaar subframe 46 aangebracht, waarvan de omgevouwen rand 47 zodanig gepositioneerd kan worden, dat het gelijk ligt met het frontale oppervlak van de afwerklaag 42.

15 In de zijwanden 45 is een zender 48 en ontvanger 49 aangebracht, die een lichtsluis 50 vormen. Door het onderbreken van deze lichtsluis 50 kan een signaal gegenereerd worden, waarmee het spoelmechanisme van het spoelreservoir geactiveerd kan worden.

20 Figuur 6 toont een vijfde uitvoeringsvorm 60 van de uitvinding. De combinatie 60 heeft een spoelreservoir 61, dat achter een muur 62 is aangebracht. Op de muur 62 is een afwerklaag, bijvoorbeeld een tegellaag 63, aangebracht. Het spoelreservoir 61 is voorzien van een bedieningspen 64, die 25 verticaal uit de bovenkant steekt.

Boven het spoelreservoir 61 is een montageframe 65 aangebracht in de wand 62. Aan dit montageframe 65 is een nis 66 aangebracht en een bedieningsknop 67. Verder is aan het montageframe 65 een overbrenging 68 aangebracht, die de 30 horizontale beweging van de bedieningsknop 67 omzet naar een verticale beweging van de bedieningspen 64. Door deze overbrenging 64 is de positie van de nis 66 onafhankelijk van de positie van het spoelreservoir 61.

Verder is in de bodem van de nis 66 een inspectieluik 69 35 voorzien. Via dit inspectieluik 69 kan toegang verkregen worden 8 tot de ruimte achter de wand 62 en ook tot het spoelreservoir 61 voor bijvoorbeeld onderhoud.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede aanzicht van een zesde uitvoeringsvorm 70 volgens de uitvinding. Bij deze uitvoering 70 5 is achter een voorzetwand 71 met een afwerklaag 72 een spoelreservoir 73 aangebracht. Dit spoelreservoir 73 heeft een aan bovenzijde uitstekende bedieningspen 74.

Op het spoelreservoir 73 is een T-vormige adapter of metselhulp 75 geplaatst. Deze metselhulp 75 is in figuur 8 in 10 perspectivisch aanzicht getoond. De metselhulp 75 is voorzien van een kanaaleind 76, dat aansluit op het spoelreservoir 73, een kanaaleind 77 dat omhoog steekt en een kanaaleind 78 dat naar voor en door de voorzetwand 71 steekt.

Elk kanaaleind 76, 77, 78 is voorzien rondlopende 15 ribben, waardoor elk kanaaleind 76, 77, 78 gemakkelijk op lengte kan worden gezaagd.

In deze uitvoering kan in plaats van de bedieningspen 74 een slang van een pneumatische bediening of een elektrische kabel uit de bovenzijde van het spoelreservoir 73 steken. De 20 slang of kabel loopt dan naar een bedieningsknop 79.

Uit figuur 8 is duidelijk, dat het naar voor gerichte kanaaleind 78, waarin slechts een bedieningsknop 79 is aangebracht, een kleiner opening heeft, dan het naar boven gerichte kanaaleind 77. De bedieningsknop 79 is via een pen 80 25 en een overbrenging 81 verbonden met de bedieningspen 74 van het spoelreservoir 73.

Via het naar bovengerichte kanaaleind 77 kan makkelijk toegang verkregen worden tot het spoelreservoir 73. Dit kanaaleind 77 kan in de in figuur 7 getoonde planchet uitvoering 30 worden afgedekt door een kap 82, maar kan in andere uitvoeringen ook worden afgedekt door een nis element, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 6.

Claims (16)

1. Combinatie van een spoelreservoir voor een toilet, een wand aangebracht voor het spoelreservoir en een 5 bedieningselement voor het bedienen van het spoelreservoir, waarbij het bedieningselement buiten de projectie van het spoelreservoir op de wand is aangebracht.

2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij de wand een opening omvat en waarbij het bedieningselement een frame omvat, 10 welk frame ten minste voor een deel in de opening is aangebracht en waarbij het voorvlak van het frame gelijk ligt aan, dan wel verdiept ligt ten opzichte van het frontale oppervlak van de wand.

3. Combinatie volgens conclusie 1 of 2, waarbij op de 15 wand een afwerklaag is aangebracht, zoals een tegellaag of stuuklaag, en waarbij het frontale oppervlak van de wand het frontale oppervlak van de afwerklaag is.

4. Combinatie volgens conclusie 2 of 3, waarbij in het frame van het bedieningselement een bedieningsknop is 20 aangebracht voor bediening van het spoelreservoir.

5. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het frame een doosvormig deel is met een achterwand en langs de omtrek van de achterwand aangebrachte zijwanden.

6. Combinatie volgens conclusie 5, waarbij de achterwand 25 van het doosvormige deel zich, ten opzichte van het frontale oppervlak, aan de tegenoverliggende zijde van de wand bevindt.

7. Combinatie volgens conclusie 5 of 6, waarbij tussen twee tegenoverliggende zijwanden een lichtsluis is aangebracht voor de bediening van het spoelreservoir.

8. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bedieningselement een in het frame verschuifbaar subframe omvat, zodanig dat een bovenrand van het subframe gelijk gesteld kan worden met het frontale oppervlak van de wand.

9. Combinatie volgens conclusie 8, waarbij het subframe een naar buiten gerichte flens omvat.

10. Combinatie volgens conclusie 9, waarbij het frame is aangebracht aan het spoelreservoir.

11. Combinatie volgens conclusie 9 of 10, waarbij het 5 frame ten minste voor een deel in het spoelreservoir steekt.

12. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het spoelreservoir een verticaal uit de bovenzijde stekende bedieningspen omvat, waarbij de combinatie verder een overbrenging omvat, die met de verticale bedieningspen en het 10 bedieningselement is gekoppeld.

13. Combinatie volgens conclusie 12, waarbij in de wand een nis is voorzien en waarbij het bedieningselement grenst aan de nis.

14. Combinatie volgens conclusie 13, waarbij ten minste 15 een deel van de nis verwijderbaar is voor toegang tot de ruimte achter de wand.

15. Combinatie volgens conclusie 13 of 14, waarbij de nis en het bedieningselement beiden zijn aangebracht op een enkel montageframe.

16. Combinatie volgens één van de conclusies 13 - 15, waarbij de overbrenging is aangebracht aan een wand van de nis.