NL2005513C2 - Werkwijze voor het vervaardigen van een verbandmiddel. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een verbandmiddel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een verbandmiddel. Meer in het bijzonder betreft de onderhavige 5 uitvinding een verbandmiddel bestaande uit een aan zichzelf hechtend materiaal zoals een rubbermateriaal dat zelfvulkaniserend is. Dit wordt in een verpakking aan de gebruiker geleverd waarbij het verbandmiddel gewikkeld is, zigzag gevouwen of uit gestapelde verbandmiddelen bestaat. Teneinde voortijdig hechten te vermijden is het verbandmiddel eenzijdig of tweezijdig van een beschermlaag voorzien. De 10 eigenschappen van het verbandmiddel zijn zodanig dat bij het op de huid aanbrengen geen of verwaarloosbare hechting met de huid, haren of ander weefsel plaatsvindt terwijl bij het op elkaar aanbrengen van twee delen verbandmiddel een onderlinge verbinding plaatsvindt zodat een elastisch rondom sluitend geheel ontstaat.

Het op de markt verkrijgbare product heeft verhoudingsgewijs slechte 15 eigenschappen in het bijzonder met betrekking tot de hechting en elasticiteit.

De onderhavige uitvinding beoogt in een werkwijze te voorzien waarbij een bijzonder elastisch verbandmiddel verwezenlijkt wordt dat bij het tegen elkaar aandrukken van het materiaal bijzonder snel in hechting voorziet.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven werkwijze verwezenlijkt doordat 20 deze omvat: het voorzien in een voorlopervel, het aan weerszijden van dat voorlopervel aanbrengen van zwavel bevattende vellen, het gedurende ten minste 1 uur bij ten minste 40°C verwarmen van de zo 25 verkregen wikkel, en het verpakken van het zo verkregen product.

Volgens de onderhavige uitvinding vindt verwarming gedurende verhoudingsgewijs lange tijd plaats. Gebleken is dat zwavel uit de zwavel bevattende vellen dan optimaal in staat is met het rubbermateriaal te reageren zodat een zelfhechtend 30 (zelfVulkaniserend) rubbermateriaal ontstaat. Bovendien is gebleken dat door het verhoudingsgewijs lang bij de hierboven genoemde temperatuur verwarmen het materiaal met verhoudingsgewijs geringe dikte aan de werkwijze onderworpen kan worden zonder dat bij later gebruik breukgevaar ontstaat door de met de werkwijze 2 volgens de onderhavige uitvinding verkregen bijzonder goede elastische eigenschappen. De combinatie van tijd en temperatuur bepaalt het effect van de uitvinding. Dat wil zeggen indien de tijd verhoudingsgewijs kort zoals 1 uur gekozen wordt dient de temperatuur verhoudingsgewijs hoog, bijvoorbeeld 75°C of meer te zijn 5 en omgekeerd. Meer in het bijzonder heeft het uitgangsmateriaal een maximale dikte van 3 mm en is meer in het bijzonder ongeveer 0,8 mm dik.

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de onderhavige uitvinding omvat het rubbermateriaal natuurrubber. Meer in het bijzonder omvat het rubbermateriaal gesteriliseerd rubber. Daardoor kunnen allergene reacties veroorzakende eiwitten 10 onschadelijk gemaakt worden. Indien dergelijke materiaalsoorten gebruikt worden is geen (allergische) reactie van het menselijk lichaam te verwachten. Meer in het bijzonder omvat het rubber crêperubber.

De voorlopervellen worden bij voorkeur als stapel toegevoerd waarbij de vellen onderling gescheiden zijn door afdeklagen. Volgens een bijzondere uitvoering van de 15 onderhavige uitvinding wordt elk voorlopervel in een aantal stroken gesneden waarbij de stroken overeenkomen met het uiteindelijk te verkopen product of veelvoud van de te verkopen producten. Als voorbeeld wordt een voorlopervel met een afmeting van lxl m genoemd, waarbij de stroken bijvoorbeeld een breedte van ongeveer 6 cm hebben.

20 Na het verwijderen van de afdeklagen worden deze vervangen door beschermlagen met de hieronder te beschrijven samenstelling. De breedte van deze beschermlagen kan gelijk zijn aan de hierboven beschreven breedte van de rubber stroken maar is bij een voorkeursuitvoering iets breder. Door het aan weerszijden uitsteken ten opzichte van het voorlopervel is het mogelijk dat bij het verbandmiddel 25 door de gebruiker een vrij uitstekend deel van de beschermlaag gemakkelijk aangegrepen kan worden voor het verwijderen daarvan.

Volgens een bijzondere uitvoering van de onderhavige uitvinding worden dergelijke stroken op zichzelf gewikkeld tot een wikkel. Dit wikkelen kan door rollen gebeuren maar het is eveneens mogelijk een en ander zigzagsgewijs op elkaar te 30 vouwen. Bij het wikkelen wordt/worden tussen het velmateriaal de hierboven beschreven beschermlaag of beschermlagen aangebracht. Vanzelfsprekend is eerder de eventueel aanwezige afdeklaag van het voorlopervel verwijderd. Het is mogelijk zowel 3 aan een zijde of aan beide zijden van het voorlopervel een beschermlaag aan te brengen. Het is eveneens mogelijk zonder gebruik van een wikkel te werken.

De beschermlaag bestaat bij voorkeur uit vetvrij papier zoals in de stand der techniek bekend bakpapier ook wel aangegeven als sulfaatpapier. Als bijzonder 5 voorbeeld daarvan wordt genoemd Sulpac Sulfurise.

Begrepen zal worden dat ook andere sulfaat of zwavel bevattende beschermlagen toegepast kunnen worden. Als voorbeeld wordt een vierkantemetergewicht van 30-50 g genoemd en meer in het bijzonder is het gewicht van de beschermlaag ongeveer 45 g/m2.

10 Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering worden de delen van de hierboven beschreven wikkel tijdens de verwarming tegen elkaar gedrukt. Dit kan op enigerlei spanmiddel zoals een spanband verwezenlijkt worden. Bovendien worden een aantal wikkels zoals hierboven beschreven op elkaar gestapeld tijdens het verwarmen. Al deze maatregelen dienen voor het tegen elkaar drukken van de beschermlaag en het 15 rubbermateriaal. Daardoor ontstaat een (geringe) hechting tussen de beschermlaag en het rubbermateriaal en kan bovendien zwavel in de beschermlagen in het rubber opgenomen worden.

Zoals hierboven aangegeven bepaalt de combinatie van tijd en temperatuur de kwaliteit van het product. Bij een hogere temperatuur hoort een kortere tijd en 20 omgekeerd. Het verwarmen vindt bij voorkeur tussen 60 en 75° plaats gedurende bij voorkeur 10-12 uur. Verwarmen kan op enige in de stand der techniek voorstelbare wijze plaatsvinden. Als voorbeeld worden straling (ook magnetron) en dergelijke genoemd. Bij voorkeur vindt verwarming door luchtverwarming plaats.

Het voorlopervel heeft bij voorkeur een structuur, bijvoorbeeld een geribbelde, 25 crêpestructuur of structuur met andere onregelmatigheden terwijl het uiteindelijke verbandmiddel gladder is.

Na de hierboven beschreven warmtebehandeling kan het product al dan niet na afkorten en opnieuw wikkelen verpakt worden zoals bijvoorbeeld in een doosje.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld 30 uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 het voorlopervel in perspectief;

Fig. 2 een uit het voorlopervel gesneden strook;

Fig. 3 een wikkel; 4

Fig. 4 de wikkel volgens fig. 3 voorzien van een klemband;

Fig. 5 een aantal wikkels in een verwarmingskast;

Fig. 6 de verpakking van het product in een doosje; en

Fig. 7 schematisch het aanbrengen van het product volgens de uitvinding op de 5 duim van een mens.

In fig. 1 is met 10 een voorlopervel getoond. Dit bestaat uit steriel rubber materiaal waarvan het oppervlak een onregelmatige structuur heeft. Een voorbeeld van een dergelijk gestructureerd voorlopervel is een crêpestructuur. Dit voorlopervel 10 heeft een dikte tussen 0,5 en 2 mm en is in het onderhavige uitvoeringvoorbeeld 10 ongeveer 0,8 mm dik.

Aan beide zijden daarvan is een afdeklaag 11 aangebracht.

Tijdens de eerste stap van de onderhavige uitvinding wordt het in fig. 1 getoonde vel 10 met afdeklagen 11 tot stroken 12 gesneden zoals getoond in fig. 2. Als voorbeeld van de in fig. 2 getoonde strook wordt een lengte van ongeveer een meter en een 15 breedte van ongeveer 6 centimeter genoemd.

Vervolgens worden de afdeklagen 11 van het voorlopervel 10 verwijderd en wordt aan weerszijden daarvan een strook met een beschermlaag 13 aangebracht. Deze strook 13 heeft een breedte van b.v. 7 cm en lengte die overeenkomt met de lengte van de in fig. 2 getoonde strook 12. Deze beschermlaag bestaat uit sulfaatpapier zoals het 20 hierboven genoemde Sulpac Sulfurise met een gewicht van ongeveer 45 g/m2. In fig. 3 is getoond dat een wikkel 15 verkregen wordt door het opwikkelen van de combinatie van beschermlaag 13 en voorlopervel 10. Het is eveneens mogelijk een en ander zigzagvormig te stapelen.

De zo verkregen wikkel 15 wordt onder drukspanning gebracht door het 25 aanbrengen van een klemband 14. Dit is in fig. 4 getoond.

In fig. 5 is een luchtverwarmingskast 16 getoond waarin een temperatuur van 40-100°C en meer in het bijzonder ongeveer 60-75°C gehandhaafd kan worden.

In deze verwarmingskast 16 wordt een aantal wikkels 15 boven elkaar geplaatst. Vervolgens vindt verwarming gedurende ten minste 9 uur en in meer het bijzonder 30 10-12 uur plaats. Begrepen zal worden dat de verwarmingstijd zowel verlengd kan worden tot ten minste 20 uur als verkort kan worden tot ten minste 1 uur. Begrepen zal worden dat indien de verwarmingskast voldoende groot is het niet noodzakelijk is in wikkels te voorzien. Het voorlopervel aan weerszijden begrensd door beschermlagen 5 13 kan met andere voorlopervellen met beschermlagen gestapeld worden. Bovendien kan behalve door de klemband 14 door het gewicht van de bovenliggende vellen materiaal of door een extra gewicht voorbelasting van de beschermlaag op het rubbermateriaal verkregen worden. Eventueel wordt tijdens het verwarmen de volgorde 5 van de stapeling gewijzigd.

Gebleken is dat het in de beschermlaag 13 aanwezige zwavel reageert met het rubber en zo de eigenschappen daarvan wijzigt. Enerzijds ontstaat een verbandmiddel 9 waarvan de op elkaar liggende delen (bij het verwijderen van de beschermlagen 13) bijzonder snel en goed hechten. Bovendien is aanzienlijke rek daarvan mogelijk zonder 10 dat breuk ontstaat. Door de verhoudingsgewijs geringe dikte is een dergelijke rek door de gebruiker eenvoudig te verwezenlijken zonder dat plaatselijke insnoering gevolgd door breuk te vrezen valt.

In fïg. 6 is de verpakking van de wikkel 15 na de behandeling in kast 16 getoond. Het is mogelijk de wijze van wikkelen aan te passen zoals blijkt ter vergelijking van 15 fïg. 3/4 en fig. 6. In fig. 3 was een en ander in spiraalvorm gewikkeld terwijl in fïg. 6 sprake is van een zigzag vorm. Bovendien kan afkorting plaatsvinden.

Als voorbeeld van een verpakking wordt een doosje 7 getoond. Indien het vel resp. de strook 12 afgekort wordt ontstaan veldeel resp. strookdelen die met 5 aangegeven zijn fïg. 6.

20 In fïg. 7 is een duim 6 getoond waarom een dergelijk veldeel 5 gewikkeld wordt na het verwijderen van de beschermlagen 13.

Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk een bijzonder homogeen elastisch product te verkrijgen dat met geringe inspanning aangebracht kan worden en zich door de hoge elasticiteit nauwsluitend aanpast aan het lichaamsdeel waarop of om dit 25 aangebracht wordt. Doordat het niet aan de huid of ander weefsel hecht is het verwijderen pijnloos terwijl door het aan elkaar hechten van de uiteinden van het verbandmiddel 9 een snelle stabiele hechting verkregen wordt zodat bijvoorbeeld bij nog bloedende wonden dadelijk permanente afdekking verkregen kan worden. Het verbandmiddel volgens de onderhavige uitvinding heeft talloze toepassingen voor 30 allerlei soorten bloedende wonden, brandwonden, schaafwonden en dergelijke. Bovendien is het verbandmiddel waterdicht en de hechtende verbinding waterbestendig. Bovendien is het verbandmiddel door de geringe dikte luchtdoorlatend hetgeen enerzijds de gebruiker minimaal beperkt in zijn handelingen en anderzijds het 6 genezingsproces bevordert. Behalve het hierboven beschreven gebruik waarbij direct contact met menselijk, dierlijk of plantaardig weefsel plaatsvindt, is het mogelijk een ander onderliggend verband met het verbandmiddel volgens de onderhavige uitvinding te fixeren.

5 Na het bovenstaande zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding. De beschermingsomvang wordt bepaald door de bijgaande conclusies. Bovendien worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor de volgconclusies onafhankelijk van de materie van de hoofdconclusie.

10

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een verbandmiddel (9), welk verbandmiddel aan zichzelf hechtend en niet aan de menselijke huid hechtend 5 rubbermateriaal omvat, omvattende het combineren van dat verbandmiddel met een beschermlaag (8), welke werkwijze omvat: het voorzien in een voorlopervel (10), het aan weerzijden van dat voorlopervel aanbrengen van zwavel bevattende 10 vellen (13), het gedurende ten minste 1 uur bij ten minste 40°C verwarmen van de zo verkregen wikkel (15), en het verpakken van het zo verkregen product.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij dat rubbermateriaal natuurrubber omvat.

3. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat rubbermateriaal steriel rubber omvat.

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat rubbermateriaal een maximale dikte van 3 mm en bij voorkeur 0,8 mm omvat.

5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het voorzien in voorlopervellen (10) omvat het voorzien in gestapelde voorlopervellen, waarbij 25 tussen die vellen een afdeklaag (11) aanwezig is, welke afdeklaag voor het toevoegen van die zwavel bevattende laag (13) van die voorlopervellen (10) verwijderd wordt.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die 30 voorlopervellen voor het toevoegen van die zwavel bevattende vellen (13) in stroken (12) gesneden wordt en die zwavel bevattende vellen een met die stroken overeenkomende vorm omvatten.

7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het vormen van een wikkel van dat voorlopervel het tegen elkaar drukken van aangrenzende veldelen (5) omvat.

8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij het tegen elkaar drukken van die veldelen door het om een wikkel (15) aanbrengen van spanmiddelen (14) verwezenlijkt wordt.

9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een aantal wikkels 10 bij het verwarmen op elkaar gestapeld wordt.

10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verwarmen bij 60-75 °C plaatsvindt.

11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verwarmen gedurende 10-12 uur plaatsvindt.

12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat zwavel bevattende vel een vetvrij papiervel is. 20

13. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat zwavel bevattende vel een gewicht van 30-50 gram/m2 omvat.

14. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat voorlopervel 25 een geribde structuur heeft en het verbandmiddel in hoofdzaak glad is.

15. Verbandmiddel verkregen met de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies.