NL2005391C2 - Kratdrager. - Google Patents

Description

Kratdrager

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kratdrager omvattende een lichaam met een eerste deel uitgevoerd voor aangrijping met een krat en een tweede 5 deel uitgevoerd als bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel een rechthoekige begrenzing heeft.

Een dergelijke kratdrager is bekend uit NL 8700428. Daarin wordt een op een bagagedrager van een fiets bevestigde constructie getoond bestaande uit koppelmiddelen en een steunplaat. De koppelmiddelen dienen nabij een eindwand van 10 het krat in het krat geplaatst te worden en de steunplaat drukt van buiten tegen die wand en de koppelmiddelen. Daardoor kan een klemmende opsluiting van die wand gerealiseerd worden.

Doordat het krat aan het uiteinde opgesloten wordt zal een dergelijke constructie bij verhoudingsgewijs korte bagagedrager niet werken omdat dan het gevaar bestaat bij 15 het rijden over oneffenheden door de schok het krat uit de kratdrager te verliezen. Bovendien is de afstand tussen de steunplaat en de koppelmiddelen kritisch. Immers als deze afstand te klein is, is het niet mogelijk het krat op de gewenste wijze aan te brengen en indien deze afstand te groot is zal het krat verhoudingsgewijs los op de bagagedrager aangebracht zijn met alle mogelijke gevolgen van dien.

20 Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een vereenvoudigde kratdrager te voorzien waarbij het niet noodzakelijk is de onderlinge positie van de verschillende delen ten opzichte van elkaar af te stellen. Bovendien is het het doel van de onderhavige uitvinding in een vereenvoudigde kratdrager te voorzien die het krat in bijzonder stabiele positie ten opzichte van de bagagedrager vastlegt.

25 Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding in een kratdrager te voorzien waarbij een stevige aangrijping van het krat zonder ruimte verwezenlijkt kan worden zonder dat bijzondere maatregelen genomen moeten worden en waarbij verschillende soorten kratten met de kratdrager vervoerd kunnen worden zonder dat opnieuw afstellen noodzakelijk is.

30 Volgens de onderhavige uitvinding worden deze doelen verwezenlijkt bij een hierboven beschreven kratdrager waarbij het eerste deel omvat een bovendeel, een benedendeel en een daartussen liggend overgangsdeel, waarbij dat bovendeel een eerste kleinere dikte omvat, dat benedendeel een tweede grotere dikte omvat en het 2 overgangsdeel hellend van het eerste deel naar het tweede deel is uitgevoerd, waarbij de rand van dat tweede deel/overgangsdeel als klemrand is uitgevoerd.

Volgens de onderhavige uitvinding vindt de opname van het krat op de kratdrager met een enkel deel plaats dat zich in het hart van het krat bevindt. Meer in het bijzonder 5 is de kratdrager volgens de uitvinding uitgevoerd voor het ontvangen van kratten met een centrale handgreep. Gebleken is dat zich bij en onder die handgreep een holte bevindt die verrassenderwijs bijzonder goed gebruikt kan worden voor het ontvangen van de kratdrager volgens de uitvinding. Het is mogelijk gebleken met behulp van eenvoudig klemmen van de kratdrager ten opzichte van de begrenzing van die holte in 10 het krat bij de centrale greep, in stevige aangrijping tussen krat en kratdrager te voorzien. Productietoleranties en verschillende soorten kratten kunnen eenvoudig opgenomen worden omdat klemming over een gebied plaatsvindt en niet in een punt.

Het bevestigingsdeel kan op enigerlei voorstelbare wijze aan de bagagedrager bevestigd worden. Dit kan bijvoorbeeld uit twee of meer verschillende onderdelen 15 bestaan die met behulp van een schroefbevestiging een buis of dergelijke van de bagagedrager omklemmen.

Aangrijping op de bagagedrager kan zowel aan de binnenzijde als buitenzijde daarvan plaatsvinden. Echter wordt vanwege het universeel toepasbaar zijn van de kratdrager volgens de onderhavige uitvinding de voorkeur gegeven aan het uitwendig 20 aangrijpen zodat geen belemmering van dwarsverbindingen en dergelijke in de bagagedrager ondervonden wordt. Gebleken is dat de afmeting van de uitwendige begrenzing van de buis van de bagagedrager ligt in het bereik tussen 7-16 mm en de opname van de kratdrager is uitgevoerd zodanig dat deze een dergelijk bereik kan omvatten.

25 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding omvat het bevestigingsdeel twee benen die elk met het eerste deel verbonden zijn en elk voorzien zijn van een opname voor het aangrijpen van een bagagedrager. Een dergelijke opname kan een langwerpige sleuf omvatten die bijvoorbeeld zijdelings op/over de bagagedrager geplaatst wordt. Daarbij kan een vergrendelingsmechanisme aanwezig 30 zijn zoals een snaplip.

Daarbij is het mogelijk de kratdrager op eenvoudig verwijderbare wijze aan te brengen of in een meer permanente bevestiging daarvan te voorzien. Een en ander is 3 afhankelijk van de toegepaste vergrendeling en de mogelijkheden tot het verwijderen daarvan.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een samenstel omvattende een kratdrager en een gebruiksvoorwerp, waarbij dat gebruiksvoorwerp 5 omvat een U-vormig deel, waarbij tussen de benen van die U en daaronder een insteekruimte aanwezig is, waarbij die kratdrager omvat een lichaam met een eerste deel voor aangrijping met dat gebruiksvoorwerp en een tweede deel uitgevoerd als bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel een rechthoekige begrenzing heeft, waarbij dat eerste deel omvat een bovendeel, een benedendeel en een 10 daartussen liggend overgangsdeel, waarbij dat bovendeel een eerste kleinere dikte omvat, dat benedendeel een tweede grotere dikte omvat, waarbij het eerste deel van die kratdrager in die insteekruimte is aangebracht en dat opsluit.

Daarbij kan het gebruiksvoorwerp enig voorstelbaar voorwerp zijn dat bijvoorbeeld achterop een fiets geplaatst moet worden zoals een kinderzitje, 15 boodschappenmand of enige andere houder.

Volgens een bijzondere uitvoering omvat het samenstel een krat en meer in het bijzonder een drankkrat.

Bovendien heeft de uitvinding betrekking op een combinatie omvattende een rechthoekig krat met centrale draaggreep, een kratdrager omvattende een lichaam 20 met een eerste deel uitgevoerd voor aangrijping met een krat en een tweede deel uitgevoerd als bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel een rechthoekige begrenzing heeft, waarbij het eerste deel omvat een bovendeel, een benedendeel en een daartussen liggend overgangsdeel, waarbij dat bovendeel een eerste kleinere dikte omvat, dat benedendeel een tweede grotere dikte omvat en een 25 langwerpige bagagedrager, waaraan die kratdrager bevestigd is, waarbij de lange zijde van het bierkrat zich in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting van die kratdrager uitstrekt.

Tot slot heeft de uitvinding betrekking op een fiets voorzien van de hierboven beschreven kratdrager. Voor zowel kratdrager, het samenstel als de combinatie en de 30 fiets zoals in de conclusies beschreven, geldt dat bij de verschillende uitvoeringsvarianten kenmerken van andere uitvoeringsvarianten toegepast kunnen worden. Dat wil zeggen een combinatie bestaande uit het rechthoekige bierkrat en bierkratdrager kan op enige hierboven beschreven wijze uitgevoerd zijn.

4

De hierboven beschreven kratdrager is bij voorkeur uit kunststof vervaardigd en meer in het bijzonder door spuitgieten. Doordat de kratdrager het krat centraal aangrijpt wordt in optimale balancering van het krat voorzien waardoor het gevaar van losraken door onbalans vermeden wordt. Volgens een bijzondere uitvoering van de onderhavige 5 uitvinding staat het krat dwars op de bagagedrager waardoor het krat verhoudingsgewijs ver naar achteren op bijvoorbeeld een fiets geplaatst kan worden zodat geen gevaar van belemmering voor de fietser of het zadel bestaat.

Begrepen zal worden dat indien geen krat op de kratdrager staat deze kratdrager als handgreep kan functioneren voor het verplaatsen van bijvoorbeeld een fiets.

10 Begrepen zal worden dat het mogelijk is bijzondere houders niet zijnde kratten zodanig uit te voeren dat deze in combinatie met de hierboven beschreven kratdrager gebruikt kunnen worden. Een voorbeeld daarvan zijn boxachtige constructies die voor het verplaatsen van goederen met de fiets gebruikt kunnen worden.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekeningen 15 afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont:

Fig. 1 schematisch een deel van een fiets voorzien van de kratdrager en krat volgens de uitvinding;

Fig. 2 in perspectief de kratdrager volgens de uitvinding;

Fig. 3 een detail van de kratdrager; 20 Fig. 4 schematisch een opengewerkt bierkrat in combinatie met de kratdrager volgens de uitvinding; en

Fig. 5 de afbeelding volgens fig. 4 in een richting loodrecht op die van fig. 4.

In fig. 1 is met 1 een deel van een fiets aangegeven voorzien van een bagagedrager 2. Daarop is met behulp van de hierna te beschrijven kratdrager 4 een 25 krat 3 bevestigd. Uit fig. 1 is duidelijk dat het krat rechthoekig is en de lange zijde zich dwars op de rijrichting van de fiets uitstrekt. Daardoor kan het krat verhoudingsgewijs ver naar achteren op het rijwiel en meer in het bijzonder de bagagedrager geplaatst worden zonder dat gevaar voor conflict met het zadel of de zich op het rijwiel bevindende persoon valt te vrezen.

30 Uit fig. 2 blijken details van de kratdrager 4. Dit bestaat uit een een geheel zijnd lichaam met een eerste deel 5 en een tweede deel 6. Het tweede deel 6 is als bevestigingsdeel uitgevoerd en het eerste deel 5 dient voor aangrijping met het krat. Het eerste deel 5 bestaat uit een bovendeel 7, een daarop aansluitend overgangsdeel 8 5 en een benedendeel 9. Het overgangsdeel 8 is hellend uitgevoerd en het benedendeel is voorzien van kleurvlakken 11. Ter plaatse van het klemvlak 11 is het benedendeel "dikker" dan het bovendeel. De dikte van het bovendeel is met dl aangegeven terwijl de dikte van het benedendeel met d2 aangegeven is. Het tweede of bevestigingsdeel 6 is 5 voorzien van een langwerpige sleuf 13 en een bij het uiteinde van het betreffende been liggende afschuining 14. Een en ander is zodanig uitgevoerd dat bij het langs de bagagedrager 2 naar beneden drukken van de kratdrager 4 de benen 15 uit elkaar gedrukt worden door de afschuining 14 die in contact komt met de bagagedrager. Dit omdat de bagagedrager van buiten aangegrepen wordt door de afschuining 14. 10 Vervolgens komt de sleuf 13 voor het deel van de bagagedrager te liggen waar bevestiging plaats moet vinden en veren de benen 15 terug zodat de sleuf om het betreffende deel van de bagagedrager komt te liggen. Zoals uit fig. 3 blijkt is een grendellip 12 aanwezig die deze beweging naar de bagagedrager toe toestaat maar de retourbeweging voorkomt. Dit betekent dat in de toestand getoond in fig. 1 de 15 kratdrager stevig verbonden is met de bagagedrager en niet daarvan verwijderd kan worden. Begrepen zal worden dat het ook mogelijk is om zonder de grendellip voldoende bevestiging van de kratdrager aan een bagagedrager te verkrijgen indien voldoende veerkracht tussen de benen 15 aanwezig is. Ook is het mogelijk door het passend uitvoeren van de sleuf 13 in opsluiting te voorzien. Dit kan door bijvoorbeeld 20 sleuf 13 enigszins naar boven uitgebreid uit te voeren waardoor de kratdrager bij het opbrengen van verticale belasting vaster op de bagagedrager gedrukt wordt.

In fig. 4 is een krat 3 in langsdoorsnede afgebeeld. Het blijkt dat dit krat voorzien is van een centrale handgreep 16 en daarnaast respectievelijk daaronder bevindt zich een holte 17. Deze holte is aan weerszijden versterkt door middel van een schot 18 25 waardoor ter plaatse een bijzonder stevige constructie ontstaat. In fig. 5 is een en ander in dwarsdoorsnede afgebeeld. Uit fig. 4 en 5 blijkt dat het eerste deel 5 van de kratdager klemmend in deze holte 17 opgenomen is waarbij in het bijzonder het klemvlak 11 tegen het krat komt te liggen en in een onverplaatsbare positionering van het krat voorziet. Naarmate het gewicht van het krat (door de inhoud daarvan) groter 30 wordt zal een steviger positionering plaatsvinden.

Door het gebruik van twee op afstand liggende benen en het U-vormig uitvoeren van het eerste deel van de kratdrager ontstaat enige veerkracht waardoor het klemmen 6 verder bevorderd wordt. Deze veerkracht kan bovendien gebruikt worden voor de klemming van het tweede deel aan de bagagedrager.

De kratdrager volgens de uitvinding is uit kunststof vervaardigd. Begrepen zal worden dat deze uit elk ander materiaal geproduceerd kan zijn. Bovendien is het 5 mogelijk tussen de twee benen 15 een flap aan te brengen, dat wil zeggen de tussenliggende ruimte niet open te laten.

Bevestiging van de kratdrager op de bagagedrager kan op de hierboven beschreven wijze plaatsvinden waarna het krat op de bagagedrager geplaatst wordt. Echter is het ook mogelijk de kratdrager eerst met de krat te koppelen en vervolgens 10 krat met kratdrager op de bagagedrager aan te brengen. Zo is het mogelijk bij een met producten gevuld krat de kratdrager volgens de uitvinding aan te brengen die daarna direct nuttig gebruikt kan worden.

Na het bovenstaande zullen bij degene bekwaam in de stand der techniek dadelijke varianten opkomen die voor de hand liggend zijn na het bovenstaande en 15 liggen in het bereik van de bijgaande conclusies. Bovendien worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor varianten die uitsluitend beschreven worden in de volgconclusies, dat wil zeggen zonder combinatie met onafhankelijke conclusies.

Claims (12)

1. Kratdrager (4) omvattende een lichaam met een eerste deel (5) uitgevoerd voor aangrijping met een krat (3) en een tweede deel (6) uitgevoerd als 5 bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel (5) een rechthoekige begrenzing heeft, met het kenmerk, dat het eerste deel (5) omvat een bovendeel (7), een benedendeel (9) en een daartussen liggend overgangsdeel (8), waarbij dat bovendeel (7) een eerste kleinere dikte (dl) omvat, dat benedendeel een tweede grotere dikte (d2) omvat en het overgangsdeel (8) hellend van het 10 eerste deel naar het tweede deel is uitgevoerd, waarbij de rand (11) van dat tweede deel/overgangsdeel als klemrand is uitgevoerd.

2. Kratdrager volgens conclusie 1, waarbij dat bevestigingsdeel (6) omvat twee met het eerste deel verbonden benen elk voorzien van een opname (13) voor het 15 aangrijpen van een bagagedrager.

3. Kratdrager volgens conclusie 2, waarbij die opname van een vergrendeling (12) voorzien is.

4. Kratdrager volgens conclusie 2, waarbij dat been voorzien is van een hoekafschuining (14).

5. Samenstel omvattende een kratdrager en een gebruiksvoorwerp, waarbij dat gebruiksvoorwerp omvat een U-vormig deel, waarbij tussen de benen van die U 25 en daaronder een insteekruimte (17) aanwezig is, waarbij die kratdrager (4) omvat een lichaam met een eerste deel (5) voor aangrijping met dat gebruiksvoorwerp en een tweede deel (6) uitgevoerd als bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel (5) een rechthoekige begrenzing heeft, met het kenmerk, dat dat eerste deel (5) omvat een bovendeel (7), een 30 benedendeel (9) en een daartussen liggend overgangsdeel (8), waarbij dat bovendeel (7) een eerste kleinere dikte (dl) omvat, dat benedendeel een tweede grotere dikte (d2) omvat, waarbij het eerste deel van die kratdrager in die insteekruimte (17) is aangebracht en dat opsluit.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij het overgangsdeel (8) hellend van het eerste deel naar het tweede deel is uitgevoerd, waarbij de rand (11) van dat tweede deel-overgangsdeel als klemrand is uitgevoerd. 5

7. Samenstel volgens conclusie 5 of 6, waarbij dat gebruiksvoorwerp een krat omvat.

8. Stelsel omvattende een kratdrager en een bagagedrager, waarbij die kratdrager 10 omvat een lichaam met een eerste deel (5) uitgevoerd voor aangrijping met een krat (3) en een tweede deel (6) uitgevoerd als bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel (5) een rechthoekige begrenzing heeft, met het kenmerk, dat het eerste deel (5) omvat een bovendeel (7), een benedendeel (9) en een daartussen liggend overgangsdeel (8), waarbij dat bovendeel (7) een eerste 15 kleinere dikte (dl) omvat, dat benedendeel een tweede grotere dikte (d2) omvat en het bevestigingsdeel omvat twee met het eerste deel verbonden benen, elk voorzien van een opname (13) voor het aangrijpen van een bagagedrager (2).

9. Stelsel volgens conclusie 8, waarbij die opname (13) van een vergrendeling 20 voorzien is en die vergrendeling een snapvergrendeling omvat voor het vastleggen van een deel van die bagagedrager in die opname.

10. Combinatie omvattende een rechthoekig krat (3) met centrale draaggreep (16), een kratdrager omvattende een lichaam met een eerste deel (5) uitgevoerd voor 25 aangrijping met een krat (3) en een tweede deel (6) uitgevoerd als bevestigingsdeel voor een bagagedrager, waarbij dat eerste deel (5) een rechthoekige begrenzing heeft, met het kenmerk, dat het eerste deel (5) omvat een bovendeel (7), een benedendeel (9) en een daartussen liggend overgangsdeel (8), waarbij dat bovendeel (7) een eerste kleinere dikte (dl) omvat, dat benedendeel 30 een tweede grotere dikte (d2) omvat en een langwerpige bagagedrager (2), waaraan die kratdrager (4) bevestigd is, waarbij de lange zijde van het bierkrat zich in hoofdzaak loodrecht op de langsrichting van die kratdrager uitstrekt.

11. Combinatie volgens conclusie 10, waarbij die kratdrager ongeveer in het midden van de langsuitbreiding van die bagagedrager aan die bagagedrager bevestigd is.

12. Fiets (1) voorzien van het samenstel volgens conclusie 4. 5