NL8700428A - Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak. - Google Patents
Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8700428A NL8700428A NL8700428A NL8700428A NL8700428A NL 8700428 A NL8700428 A NL 8700428A NL 8700428 A NL8700428 A NL 8700428A NL 8700428 A NL8700428 A NL 8700428A NL 8700428 A NL8700428 A NL 8700428A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- crate
- coupling
- coupling means
- frame
- opening
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62J—CYCLE SADDLES OR SEATS; AUXILIARY DEVICES OR ACCESSORIES SPECIALLY ADAPTED TO CYCLES AND NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. ARTICLE CARRIERS OR CYCLE PROTECTORS
- B62J7/00—Luggage carriers
- B62J7/08—Equipment for securing luggage on carriers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Rigid Containers With Two Or More Constituent Elements (AREA)
Description
$ t VO 9063
Titel: Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak, in het bijzonder voor het opnemen van flessen, zoals bierflessen, en voorzien van een dubbelwandige, 5 holle wandconstructie met tenminste één vanaf de onderzijde van het krat of de bak toegankelijke opening, die toegang geeft tot de holle ruimte in de dubbele wandconstructie.
Kratten of bakken met bedoelde dubbele wand-10 constructie, waarvan de holle ruimte vanaf de onderzijde toegankelijk is, zijn bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage 15.097 en verdringen in toenemende mate de voordien algemeen gebruikte enkelwandige krat-of bakconstructies.
15 Een veelvuldig ondervonden probleem bij kratten of bakken, die vervoerd moeten worden, in het bijzonder indien dit vervoer dient te geschieden door een consument, is de labiliteit van een dergelijke krat of bak gevuld met flessen bij plaatsing op een aan schokken of trillingen 20 onderhevig steuntransportvlak, bijvoorbeeld de bagagedrager van een fiets of soortgelijk voertuig, welk vlak veelal een kleiner oppervlak heeft dan het bodem-oppervlak van de krat of de bak, die bijvoorbeeld 24 flessen van 30 cl, 16 flessen van 45 cl, 10 of 18 flessen 25 van 50 cl of bijvoorbeeld bij frisdranken 12 flessen van 1 liter of 10 van 1% liter kan bevatten en zodoende een aanmerkelijk eigen totaalgewicht kan hebben.
Met de uitvinding wordt beoogd met eenvoudige middelen een inrichting te verschaffen, die het bevestigen 30 van het krat of de bak op het steunvlak op snelle en betrouwbare wijze mogelijk maakt, daarbij uitgaande r: · - t * -2- en op bijzonder voordeelbiedende gebruik makend van de vanaf de onderzijde via ten minste één opening toegankelijke holle ruimte bij de dubbele wandconstructie.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt 5 door de inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of een bak te voorzien van een gestel, bevestigingsmiddelen voor het aan het steunvlak bevestigen van het gestel, en koppelmiddelen, die zodanig zijn opgesteld en ingericht, dat deze het krat of de bak 10 borgen tegen een verschuiving ten opzichte van het steunvlak en daartoe via ten minste één opening tot in de holle ruimte in de dubbele wandconstructie opneembaar zijn. Met een dergelijke inrichting is het krat of de bak stabiel met het steunvlak te koppelen door 15 het eenvoudigweg verticaal laten zakken van het krat of de bak onder het invoeren van de koppelmiddelen in de holle ruimte van de dubbele wandconstructie.
Daarbij wordt dit invoeren ondersteund door het gewicht van het krat of de bak met de zich daarin bevindende 20 flessen. Dit gewicht draagt er tevens toe bij, dat de gemaakte koppeling op betrouwbare wijze in stand blijft tijdens het transport, ook als zich daarbij trillingen of schokken voordoen. Tevens wordt de stabiliteit van een aldus gekoppelde krat of bak op gunstige 25 wijze beïnvloed, doordat de koppeling plaatsvindt aan de onderzijde van krat of bak.
Een verder optimalisering van de koppelende werking van de inrichting is te verkrijgen, als de koppelmiddelen een orgaan omvatten waarvan de dwarsdoor-30 snede in hoofdzaak gelijk is aan de opneemopening.
Door het in vorm aansluiten van de koppelmiddelen op de openingsrand worden zodoende verplaatsingen in een horizontaal vlak voorkomen.
Niet alleen een geoptimaliseerde borging 35 in horizontale richting, doch ook in verticale richting is te verkrijgen, als overeenkomstig een verdere uitvoe- j·-** ' \ ff·* t - I —.
£ . . . V .
«ï % -3- ringsvorm van de uitvinding de koppelmiddelen een orgaan omvatten met een dwarsdoorsnede die in ten minste één horizontale richting een afmeting heeft, die groter is dan de corresponderende afmeting van de opneemopening, 5 welke dwarsdoorsnede verend terugbrengbaar is tot ten minste die van de opneemopening. Door deze maatregelen wordt niet alleen een fixatie in een horizontaal vlak bewerkstelligd, doch tevens het krat of de bak op de koppelmiddelen geklemd, waardoor tevens een verbeterde 10 koppeling in verticale richting is gerealiseerd.
In het bijzonder indien het steunvlak een kleiner oppervlak heeft dan het bodemvlak van het krat of de bak verdient het overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat het 15 orgaan is voorzien van ten minste één sleuf die bestemd is voor het daarin opnemen van een dwarsschot in de dubbelwandige, holle wand. Door deze maatregelen wordt de kanteling om een horizontale as, bijvoorbeeld een zijrand van een steunvlak smaller dan het bodemvlak, 20 op effectieve wijze tegengewerkt door samenwerking van de koppelmiddelen met het dwarsschot in de dubbele wandconstructie.
In een aantal gevallen, in het bjzonder bij een verende uitvoering van de koppelmiddelen is een 25 verdere verbetering van de fixering in horizontale richting te verkrijgen, indien aan het gestel een steun-plaat is bevestigd, die op een afstand a is opgesteld vanaf de koppelmiddelen, welke afstand a in hoofdzaak gelijk is aan de dikte van het buitenwanddeel van de 30 dubbelwandige, holle wand.
In geval een deel van de binnenwand van het krat of de bak is weggelaten teneinde binnen bepaalde standaardbuitenmaten een bepaald type fles te kunnen opnemen, is daarmee rekening te houden, als een vlak 35 van het koppelorgaan in vorm is aangepast aan het buitenvlak van een tot in de holle ruimte reikend deel van f ' V * « -4- een fles.
Op bijzonder eenvoudige en goedkope wijze is de inrichting volgens de uitvinding te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm zowel 5 het gestel als de koppelmiddelen bestaan uit een plaatvormig element, waarbij het de koppelmiddelen vormende plaatvormige element in hoofdzaak is dubbelgevouwen en zich loodrecht op het gestel uitstrekt. Hierbij is tevens een efficiënte verende werking van de koppel-10 middelen te realiseren, als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding het de koppelmiddelen vormende plaatvormige element een vlak, eerste deel omvat, dat aan één uiteinde zich voortzet in een over nagenoeg doch minder dan 180° omgevouwen tweede deel, 15 dat op zijn beurt overloopt in een derde deel, dat een stompe hoek met het tweede deel insluitend zich hellend naar het eerste deel uitstrekt en eindigt in ten minste één zich in hoofdzaak loodrecht op en in de richting van het eerste deel uitstrekkende lip, 20 waarbij de horizontale afstand van de overgang tussen tweede en derde deel tot het eerste deel groter is dan de breedte van een opneemopening. Door deze maatregelen worden koppelmiddelen verkregen, die aan het bovenuiteinde eindigen in een vloeiend omgevouwen verbinding tussen 25 eerste en tweede deel, welke verbinding tezamen met het in neerwaartse richting licht divergerende tweede deel een optimaal zoekvlak geeft voor het in de opening steken van de koppelmiddelen. Bij het verder inbrengen van de koppelmiddelen veren tweede en derde deel naar 30 het eerste deel toe, waarbij een eerste klemming wordt bewerkstelligd. Deze vering verloopt soepel totdat de lip aanstuit tegen het eerste deel, waarna verdere vering dient plaats te vinden door het stomper worden van de hoek tussen het tweede en het derde deel, hetgeen 35 met grotere krachten gepaard gaat en zodoende een bijzonder effectieve klemming bewerkstelligt.
87: ' -5- ..
Een bijzonder eenvoudige en goedkope uitvoering van de inrichting in zijn totaliteit is te verkrijgen als overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding gestel en koppelmiddelen zijn vervaardigd 5 uit één enkel plaatvormig element. Daarbij kan verder nog voorzien zijn in een steunplaat als bovenbedoeld, die aan het plaatvormige element is te bevestigen, doch het is eveneens mogelijk, dat op het derde deel een vierde, een steunplaat vormend deel aansluit, dat 10 zich in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste uitstrekt.
De opbouw en constructie van de koppelinrichting is zodanig, dat in hoofdzaak een verplaatsing evenwijdig aan en een kanteling ten opzichte van het steunvlak wordt voorkomen. Derhalve is de koppelinrichting bijzonder 15 geschikt in geval het steunvlak een bagagedrager van een voertuig, bijvoorbeeld een fiets of brommer is.
Onder verwijzing naar in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de koppelinrichting volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. 20 Daarbij toont: fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een koppelinrichting die een bierkrat koppelt met een bagagedrager; fig. 2 op vergrote schaal een perspectivisch 25 aanzicht van de aan een bagagedrager bevestigde koppelinrichting; fig. 3 en 5 elk een perspectivisch deels weggebroken aanzicht die de koppeling met een bierkrat toont; 30 fig. 4 en 6 een doorsnede volgens de lijn IV-IV resp. VI-VI in fig. 3 resp. 5; fig. 7 en 8 elk een met fig. 4 of 6 overeenkomende doorsnede van een verdere uitvoeringsvorm van een koppelinrichting volgens de uitvinding; 35 fig. 9 een perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm van de koppelinrichting 8'·.
* -6- volgens de uitvinding vervaardigd uit een enkel plaatvormig element; fig. 10 een uitvoeringsvariant van de uitvoeringsvorm van de koppelinrichting volgens fig. 9; 5 en fig. 11 een andere uitvoeringsvariant van de uitvoeringsvorm van de koppelinrichting volgens fig. 9.
Fig. 1 toont in streeplijnen een koppelinrich-10 ting 1 overeenkomstig de uitvinding, waarmee een krat 2, in het bijzonder een bierkrat, is gekoppeld met een bagagedrager 3 van een fiets 41.
Fig. 2 toont meer in detail de aan de bagagedrager 3 bevestigde koppelinrichting 1 volgens de uitvin-15 ding. De koppelinrichting omvat een gestel 4, bevestigingsmiddelen 5 voor het bevestigen van het gestel 4 aan de bagagedrager 3, en koppelmiddelen 6, die zodanig zijn opgesteld en ingericht dat de koppelmiddelen 6 via ten minste één in een kratbodem 7 aangebrachte 20 opening 8 klemmend opneembaar zijn in een dubbele kratwand 9.
Het gestel 4 omvat een gehoekte metalen strook 11, waarvan een langwerpig, van opstaande randen 12, 13 voorzien been 14 is voorzien van sleufgaten 15 en 25 16. Door de sleufgaten 15 en 16 heen zijn bouten 17, 18 gestoken, en met behulp van samenwerkende moeren 19 en 20 zijn dwarsstangen 23 en 24 met ingesloten haken 21 en 22 verklemd aan het been 14. Het in hoofdzaak een rechte hoek met het been 14 insluitende andere 30 been 25 van de metalen strook 11 is voorzien van een sleuf 26 en vormt met een daarop aangebrachte kunststof bekleding 27 het in dit geval U-vormige koppelorgaan 10. Met behulp van klinknagels 128 is een gehoekte steunplaat 28 vast verbonden met het gestel 4 en op 35 een afstand a^ evenwijdig aan het koppelorgaan 10 opgesteld.
Opgemerkt wordt, dat het mogelijk is om het I /; / 'f.
6 -7- been 14 met andere bevestigingsmiddelen 5 te bevestigen aan de laterale buizen 29 en 30 van de bagagedrager 3.
Fig. 3 en 4 tonen meer in detail de klemkoppe-5 ling tussen de inrichting 1 en het bierkrat 2.
Het bierkrat 2 is voorzien van een uit een buitenwand 31 en een binnenwand 32 opgebouwde kratwand 9. Tussen de beiden wanden 31 en 32 zijn schotten 33 en 34 aangebracht. De buitenwand 31, de binnenwand 10 32 en de schotten 33 en 34 vormen rechthoekige holten, die aansluiten op rechthoekige in de bodem 7 aangebrachte openingen 8.
Het is de aanwezigheid van deze vanaf de bodem van een krat toegankelijke openingen, die het 15 inzicht hebben verschaft om een goede koppeling van het krat aan een ondergrond te realiseren, indien door deze opening 8 het koppelorgaan 10 wordt gestoken.
Daarbij is het verder noodzakelijk, dat er in hoofdzaak geen relatieve verplaatsing optreedt tussen koppelorgaan 20 10 en krat 2, en daartoe heeft het koppelorgaan 10 een dwarsdoorsnede die in hoofdzaak gelijk is aan de kratbodemopening 8. De steunplaat 28 dient enerzijds voor de geleiding van het krat bij het tot stand brengen van de koppeling tussen koppelinrichting en krat 2, 25 en anderzijds voor een verbeterde klempassing, terwijl een rotatie rond bijvoorbeeld het schot 33 sterk wordt verhinderd.
Aangezien het schot 33 in hoofdzaak in het midden van de korte zijde van het krat 2 is gelegen, 30 valt in hoofdzaak het middenlangsvlak samen met het . langsvlak van de bagagedrager.
Het overeenkomstige schot in het lange langsvlak van het krat 2 ligt een weinig buiten het middenlangsvlak, zodat indien geplaatst volgens de streep-35 puntlijn volgens fig. 1 het krat een weinig aan één van de beide zijden verder uitsteekt. Een daardoor f f -8- ontstane onbalans wordt volledig gecompenseerd door het koppelorgaan 1 overeenkomstig de uitvinding.
Fig. 5 en 6 tonen het gebruik van de koppel-inrichting 1 overeenkomstig de uitvinding voor het 5 koppelen van een bierkrat 35 dat is bestemd voor het opnemen van 16 beugelflessen 36 met een inhoud van 45 cl. In dit geval is ter hoogte van de bodemopening 37 een deel van een binnenwand 38 weggelaten en dringt aldaar de wand van de fles 36 door tot voorbij een 10 vlak door het resterende deel van de binnenwand. Teneinde een conflict tussen het koppelorgaan 10 en de fles 36 te vermijden, is de kunststof bekleding 39 voorzien van een afgeschuind vlak 40, dat daardoor tevens een deel van de kratbinnenwand gaat vormen.
15 Ofschoon niet de gehele opening 37 is gevuld door het koppelorgaan 10 is door het in de sleuf 26 opgenomen schot en de samenwerking van het koppelorgaan 10 met de steunplaat 28 een voldoend klemmende koppeling gerealiseerd die het krat 2 in hoofdzaak translatie-20 en rotatievrij koppelt aan de bagagedrager 3 indien het voertuig 41 bijvoorbeeld een hoek tot 50° maakt met het wegdek.
Fig. 7 toont een andere koppelinrichting 42 overeenkomstig de uitvinding, waarbij het koppelorgaan 25 een zodanige dwarsdoorsnede bezit, dat de kratbodemopening 43 in hoofdzaak volledig is gevuld met het koppelorgaan 42; In dit geval kan worden afgezien van de steunplaat 28.
Verder is in fig. 8 een koppelinrichting 30 44 weergegeven, waarvan het koppelorgaan 45 een zodanige vijfhoekige vorm bezit, dat deze overeenstemt met een vijfhoekige opening 46 in de bodem van het krat 35 voor beugelflessen 36. Indien dit krat dwars achterop de bagagedrager 3 is geplaatst, steekt dit krat aan 35 beide zijden over een gelijke afstand lateraal uit.
Fig. 9 toont een verdere uitvoeringsvorm 6: ' ' - -9-
- J V
van de koppelinrichting volgens de uitvinding, welke is vervaardigd uit een enkel plaatvormig element. Dit bestaat uit een eerste basisdeel 50, dat overgaat in een loodrecht daarop staand deel 51, dat via een omvouwing 5 aan zijn bovenuiteinde overgaat in een derde deel 52, waarop onder insluiting van een stompe hoek een derde deel 53 aansluit:, dat eindigt in een tot horizontaal omgebogen lip 54. Het eerste deel 51 en het tweede deel 52 sluiten onderling een scherpe hoek in, waardoor 10 het deel 52 na de omvouwing zich in benedenwaartse richting ten opzichte van het eerste deel 51 divergerend uitstrekt. Hierdoor wordt tezamen met de omvouwing een zoekvlak gevormd voor het in een bodemopening van een krat steken. De hoek tussen de delen 51 en 52 alsmede 15 de lengte van het deel 52 is daarbij zodanig gekozen, dat de horizontale afstand tussen het eerste deel 51 en de overgang tussen de delen 52 en 53 groter is dan de corresponderende breedteafmeting van de bodemopening.
Zodoende zal bij het in die opening schuiven na het 20 aanvankelijke, door de zoekvlakconstructie vergemakkelijkte insteken, een stand worden bereikt, waarbij de afstand tussen delen 51 en 52 gelijk is aan de breedte van de bodemopening. Vanaf dat moment zal verder inbrengen gepaard gaan met een verend verplaatsen van het deel 25 52 ten opzichte van het deel 51. Bij dit na het deel 51 toe veren van het deel 52 zal het deel 53 en zodoende de lip 54 worden meegenomen, hetgeen resulteert in het aanstoten van de lip 54 tegen het deel 51. Vanaf dat ogenblik dient verdere vering te geschieden door 30 het stomper worden van de hoek tussen de delen 52 en 53, hetgeen grotere krachten vereist en zodoende ook een sterkere borging en klemming van de krat op de koppelinrichting betekent.
De in fig. 9 getoonde koppelinrichting is 35 in het bijzonder bedoeld voor het dwars daarop plaatsen van een krat of bak. Daartoe zijn een tweetal sleuven f . ' : r Λ -10- 55 aanwezig, die, zoals fig. 8 toont, twee, links en rechts naast het langsmidden van de krat getoond dwars-schotten kunnen opnemen. Opgemerkt wordt nog, dat het eerste deel 50 voorzien is van hier niet weergegeven 5 bevestigingsmiddelen voor het vastmaken van de koppel-inrichting aan een steunvlak. Dit kan middels sleufgaten en schroefverbinden zoals getoond in fig. 2 of middels elke andere daartoe geschikte bevestigingsmethode.
De in fig. 10 getoonde variant van de koppel-10 inrichting volgens fig. 9 is voorzien van een steunplaat 56, die bestaat uit een omgevouwen verlenging van het derde deel 53. Voor het verkrijgen van de boven besproken vering met twee verschillende veerconstanten zijn uit de omvouwing tussen het derde deel 53 en de steunplaat 15 56 een aantal lippen 54 uitgesneden en omgevouwen in de richting van het eerste deel 51.
In fig. 11 is een variant van de uitvoeringsvorm volgens fig. 9 getoond, waarbij voorzien is in een steunplaat 57, die middels een zich loodrecht daarop 20 uitstrekkend deel 58 is bevestigd aan het eerste deel 50 van de koppelinrichting, die voor het overige op dezelfde wijze is uitgevoerd als de koppelinrichting volgens fig. 9.
Opgemerkt wordt, dat er binnen het kader 25 van de uitvinding vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld een krat te koppelen met behulp van twee koppelinrichtingen als bovenbedoeld, welke diametraal tegenover elkaar zijn opgesteld. Verder is bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 de kunststof 30 bekleding 27 uit te voeren in een veerkrachtig materiaal en met een doorsnede groter dan die van de bodemopening waarin het koppelorgaan 10 moet worden gestoken. Voor het vormen van een zoekvlak kan daarbij in neerwaartse richting wederom voorzien zijn in een divergerend uit-35 lopende vorm. Ook is de configuratie van de delen 51, 52, 53, 54, 56 en 57 op vele wijzen te variëren onder Ê · f ; ? 0 & -11- behoud van een verend klemeffeet. Zo kan bijvoorbeeld het deel 51 eenzelfde doch spiegelsymmetrische configuratie hebben als de delen 52 en 53.
f. * ' '* t'. ·.:
Claims (10)
1. Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak, in het bijzonder voor het opnemen van flessen, zoals bierflessen, en voorzien van een dubbelwandige, holle wandconstructie met tenminste 5 één vanaf de onderzijde van het krat of de bak toegankelijke opening, die toegang geeft tot de holle ruimte in de dubbele wandconstructie, gekenmerkt door een gestel, bevestigingsmiddelen voor het aan het steunvlak bevestigen van het gestel, en koppelmiddelen, die zodanig 10 zijn opgesteld en ingericht, dat deze het krat of de bak borgen tegen een verschuiving ten opzichte van het steunvlak en daartoe via ten minste één opening tot in de holle ruimte in de dubbele wandconstructie opneembaar zijn.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen een orgaan omvatten waarvan de dwarsdoorsnede in hoofdzaak gelijk is aan de opneemopening.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen een orgaan omvatten met een dwars-20 doorsnede die in ten minste één horizontale richting een afmeting heeft, die groter is dan de corresponderende afmeting van de opneemopening, welke dwarsdoorsnede verend terugbrengbaar is tot ten minste die van de opneemopening. 25 4.. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het orgaan is voorzien van ten minste één sleuf die bestemd is voor het daarin opnemen van een dwarsschot in de dubbelwandige, holle wand.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat aan het gestel een steunplaat is bevestigd, die op een afstand a_ is opgesteld vanaf de koppelmiddelen, welke afstand éi in hoofdzaak gelijk is aan de dikte van het buitenwanddeel van de dubbelwandige, holle wand. * » t*T •f * -13-
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een vlak van het koppelorgaan in vorm is aangepast aan het buitenvlak van een tot in de holle ruimte reikend deel van een fles.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zowel het gestel als de koppelmiddelen bestaan uit een plaatvormig element, waarbij het de koppelmiddelen vormende plaatvormige element in hoofdzaak is dubbelgevouwen en zich loodrecht op het gestel uitstrekt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het de koppelmiddelen vormende plaatvormige element een vlak, eerste deel omvat, dat aan één uiteinde zich voortzet in een over nagenoeg doch minder dan 180° omgevouwen tweede deel, dat op zijn beurt overloopt 15 in een derde deel, dat een stompe hoek met het tweede deel insluitend zich hellend naar het eerste deel uitstrekt en eindigt in ten minste één zich in hoofdzaak loodrecht op en in de richting van het eerste deel uitstrekkende lip, waarbij de horizontale afstand van de overgang 20 tussen tweede en derde deel tot het eerste deel groter is dan de breedte van een opneemopening.
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat gestel en koppelmiddelen zijn vervaardigd uit één enkel plaatvormig element.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat op het derde deel een vierde, een steunplaat vormend deel aansluit, dat zich in hoofdzaak evenwijdig aan het eerste uitstrekt.
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat het steunvlak een bagagedrager is.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8700428A NL8700428A (nl) | 1986-07-16 | 1987-02-20 | Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8601860 | 1986-07-16 | ||
NL8601860 | 1986-07-16 | ||
NL8700428 | 1987-02-20 | ||
NL8700428A NL8700428A (nl) | 1986-07-16 | 1987-02-20 | Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8700428A true NL8700428A (nl) | 1988-02-16 |
Family
ID=26646147
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8700428A NL8700428A (nl) | 1986-07-16 | 1987-02-20 | Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8700428A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2005391C2 (nl) * | 2010-09-24 | 2012-03-27 | Greenvalley Solutions B V | Kratdrager. |
-
1987
- 1987-02-20 NL NL8700428A patent/NL8700428A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2005391C2 (nl) * | 2010-09-24 | 2012-03-27 | Greenvalley Solutions B V | Kratdrager. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4659131A (en) | Rack for a pick-up truck | |
US5423463A (en) | Interlock panel | |
US4664347A (en) | Trash basket having integral, internally-flush vanes for supporting plastic grocery bags | |
EP0389134B1 (en) | Flexible pocket divider and support assembly | |
US5676254A (en) | Structure of tool box | |
US5876165A (en) | Dunnage bar | |
US4984759A (en) | Container support with improved bag holding means | |
US4397438A (en) | Selectively mountable article holding fastener | |
CN218433059U (zh) | 储存系统 | |
US4717020A (en) | Vertical storage toolbox | |
US5133489A (en) | Adjustable ammo box retainer | |
NL8700428A (nl) | Inrichting voor het met een steunvlak koppelen van een krat of bak. | |
EP0125996B1 (fr) | Support modulaire pour récipients de dimensions variables, notamment pour appareils d'analyse | |
US4034866A (en) | Hanger support structure for shipping container | |
US4418818A (en) | Basket carrier for bottles having transverse dividers inserted through the bottom wall | |
CN214777508U (zh) | 一种折叠收纳箱 | |
US6024241A (en) | Box divider | |
CN115432269A (zh) | 一种折叠式物流箱 | |
GB2274579A (en) | A bag holder and carrier | |
FI99001C (fi) | Tavarasäiliö | |
JPH07172440A (ja) | 仕切り付きコンテナ | |
NL2005391C2 (nl) | Kratdrager. | |
JP2539662Y2 (ja) | ハンドル付き容器 | |
GB2179027A (en) | Boxes for storing and carrying document files | |
KR200414203Y1 (ko) | 접이식 저장랙 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |