NL2005288C2 - Wasinrichting en werkwijze voor het wassen van objecten. - Google Patents

Description

WASINRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET WASSEN VAN OBJECTEN

De onderhavige uitvinding betreft een wasinrichting voor het wassen van objecten, meer specifiek 5 voor het wassen van voorwerpen en speciaal handen.

Bekende wasinrichtingen zijn voorzien van een wasbak waarbij handen met water uit een kraan worden gewassen. Hierbij kan desgewenst zeep worden gebruikt. In gebruik worden handen vaak op een niet geheel hygiënische 10 wijze gewassen. Dit betreft onder meer het te kort wassen, teveel zeep gebruik of juist geen zeep gebruik alsook het "droog schudden" van gewassen handen om hierna de handen af te drogen. Dit speelt zich af in woningen, echter, ook op centrale plaatsen zoals, horeca, schouwburgen, 15 voetbalstadions en tijdelijke voorzieningen zoals festivals, kermissen en tentenkampen.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel bovengenoemde problemen met wasinrichtingen op te lossen of ten minste te reduceren.

20 Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een wasinrichting voor het wassen van objecten, omvattende: - een wasbak voorzien van een wand die ten minste gedeeltelijk een wasruimte omgeeft, en een opening voor het invoeren van een te wassen object; 25 - ten minste één aan of nabij de wand aangebrachte vloeistofuitlaat; - ten minste één aan of nabij de wand aangebrachte luchtuitlaat; - met de luchtuitlaat verbonden luchttoevoermiddelen 30 voor het aanvoeren van lucht naar de luchtuitlaat; - met de vloeistofuitlaat verbonden vloeistoftoevoermiddelen voor het aanvoeren van vloeistof naar de vloeistofuitlaat; en 2 - vloeistofafvoermiddelen voor het afvoeren van vloeistof.

Bij voorkeur is de gebruikte vloeistof water, of is water het hoofdbestanddeel van de vloeistof.

5 Door het voorzien van een wasbak die ten minste gedeeltelijk een wasruimte vormt, definieert en omgeeft, waarbij een vloeistofuitlaat wordt voorzien aan of nabij de wand, kunnen objecten, bijvoorbeeld voorwerpen en in het bijzonder handen, worden gewassen zonder overmatig "gespat". 10 Hiermee wordt reeds de hygiëne van het handenwassen verbeterd. De vloeistofuitlaat is hierbij bij voorkeur gericht in een richting in hoofdzaak parallel aan het vlak dat wordt opgespannen door de opening in de wasbak. Dit betekent bijvoorbeeld dat indien voor de conventionele 15 opstelling van de wasbak wordt gekozen waarbij de opening zich in hoofdzaak in het horizontale vlak bevindt, de vloeistofuitlaat in gebruik een horizontale of in hoofdzaak horizontale uitstroom realiseert, of een uitstroom onder een beperkte hoek met het horizontale vlak. Hiermee wordt 20 bewerkstelligd dat de vloeistof in hoofdzaak binnen de wasruimte blijft.

Voorts is ten minste één aan of nabij de wand aangebrachte luchtuitlaat voorzien. De luchtuitlaat kan op een kleinere of grotere afstand van de opening 25 gepositioneerd zijn ten opzichte van de vloeistof uitlaat.

Ook kan de luchtuitlaat verspreid op verschillende afstanden voorzien worden. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm bevindt de luchtuitlaat zich op een kleinere afstand van de opening dan de vloeistofuitlaat. Door deze 30 luchtuitlaat dichter bij de opening te positioneren dan de vloeistofuitlaat wordt als het ware een luchtscherm gerealiseerd. Bij voorkeur blaast de luchtuitlaat in gebruik lucht uit in een richting in hoofdzaak parallel met het vlak 3 gevormd door de opening van de wasinrichting of onder een beperkte hoek daarmee. Door de luchtuitlaat te positioneren dichter bij de opening wordt bewerkstelligd dat na het wassen van de objecten deze door de uitgeblazen lucht van 5 bij voorkeur een luchtscherm worden teruggetrokken uit de wasinrichting. Het wassen zelf gebeurt derhalve zelf onder de luchtstroom, in hoofdzaak in de vloeistofstroom afkomstig uit de vloeistofuitlaat. Hiermee wordt het spatten verder beperkt. Luchttoevoermiddelen en vloeistoftoevoermiddelen 10 zorgen voor de aanvoeren van lucht respectievelijk vloeistof naar de bijbehorende uitlaten. Bijvoorbeeld omvatten deze toevoermiddelen buizen en een pomp. De gebruikte vloeistof wordt met de vloeistofafvoermiddelen afgevoerd uit de wasruimte.

15 In een voordelige uitvoeringsvorm van de wasinrichting volgens de uitvinding wordt water zonder toevoegingen gebruikt. Dergelijke toevoegingen betreffen bijvoorbeeld zeep, alcohol, vaste deeltjes etc. Het afzien van toevoegingen heeft een aantal voordelen waaronder dat er 20 geen doseerinstallatie in de handenwasser nodig is. Dit maakt de constructie eenvoudiger, goedkoper en minder storingsgevoelig. De toevoegstoffen raken niet op en hoeven niet te worden bijgevuld. Dit verhoogt de bedrijfszekerheid. De toevoegstoffen hoeven bij een zuiveringsproces er niet 25 uit gehaald te worden. Gebruikers krijgen geen allergische reacties op stoffen.

Bij voorkeur heeft de wasinrichting volgens de uitvinding een zodanige inrichting dat de stroom van waterdruppeltjes nooit langer aanstaat dan de luchtstroom.

30 Dit ter voorkoming van brandwonden. Dit voorkomt dat als er alleen heet water uitkomt in grote druppels de gebruiker zijn handen er aan brandt. Een voorbeeld van een dergelijke preventieve maatregel is door de benodigde waterdruk te 4 genereren met de luchtdruk. Als de luchtdruk dan wegvalt, valt automatisch ook de waterdruk weg, ook bij spanningsuitval. Dit leidt tot een veilige wasinrichting.

Optioneel kan in de wasbak een ondersteuning 5 voorzien worden waar handen, een voorwerp, of voeten op plaatsbaar zijn, bijvoorbeeld een waterdoorlatend rekje.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt hierbij gebruik gemaakt van een zuiger voor het afzuigen van vloeistof. Hiermee wordt de gebruikte 10 vloeistof in het geheel afgevoerd uit de wasruimte om daarmee de hygiëne verder te vergroten. Het is bovendien mogelijk dat de zuiger naast vloeistof ook lucht afzuigt.

Bovendien is het mogelijk door het voorzien van een zuiger dat de wasbak onder een hoek ten opzichte van de 15 zwaartekracht kan worden geplaatst. Bijvoorbeeld bevindt het openingsvlak van de wasbak zich parallel aan de richting van de zwaartekracht. Dat wil zeggen, de wasbak is 90° gedraaid ten opzichte van conventionele wasbakken. Verder is een uitvoering denkbaar waarin de wasbak op de kop wordt 20 voorzien.

Bij voorkeur voorziet de luchtuitlaat in gebruik een luchtstroom die de wasruimte in hoofdzaak afdekt, als een soort luchtscherm, of in ieder geval de opening daarvan afdekt. Hiermee wordt bewerkstelligd dat een min of meer 25 afgesloten wasruimte ontstaat waarbinnen de vloeistof in hoofdzaak blijft opgesloten. Dit voorkomt het spatten. Bijkomend wordt hiermee bewerkstelligd dat een soort pre-droogeffect wordt gerealiseerd om het eerder genoemde "droog schudden" van de handen te vermijden.

30 Bijvoorbeeld omvat de luchtuitlaat luchtmessen of is deze uitgevoerd als een blazer in combinatie met een daar tegenover gepositioneerde zuiger. Bij voorkeur is de 5 luchtuitlaat van de opening af gericht, zodat de vloeistof in de wasbak wordt geblazen.

Bijvoorbeeld omvat de inrichting verder een condensor voor de productie van water.

5 In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de vloeistofuitlaat vernevelingsmiddelen. Hiermee wordt de vloeistofstroom in gebruik verneveld om daarmee het contact tussen de reinigende vloeistofstroom en de objecten te vergroten. Hiermee kan de hygiëne verder worden verbeterd.

10 Bovendien is door vernevelen relatief weinig vloeistof nodig om objecten te bevochten. Dit is efficiënt en bovendien milieuvriendelijk.

Bij voorkeur omvatten de vernevelingsmiddelen een tussenkamer en een persluchttoevoer. In de tussenkamer 15 worden onder waterdruk versproeide waterdruppels met behulp van de perslucht verder verneveld tot extreem kleine druppels. De druppels verkrijgen op deze wijze een zeer hoge snelheid. Door de kleine afmetingen van de druppels, wordt bewerkstelligd dat deze in kleine poriën kunnen doordringen. 20 Door de hoge snelheid van de druppels, heeft de vernevelde vloeistof een verbeterde reinigende werking. Door het geringe watervolume en door de luchtstroom ontstaat niet of nauwelijks een waterfilm op het oppervlak van het te wassen voorwerp, zodat wordt voorkomen dat een dergelijke waterfilm 25 aankomende waterdruppels afremt.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de vloeistoftoevoermiddelen verwarmingsmiddelen voor het realiseren van een warme vernevelde vloeistof.

Bij voorkeur zijn de verwarmingsmiddelen ingesteld 30 om de vloeistof te verwarmen tot een temperatuur boven 80 °C, bij meer voorkeur boven 90 °C en met meeste voorkeur boven 100°C.

6

Bijvoorbeeld zijn de verwarmingsmiddelen verbonden met de vernevelingsmiddelen.

Door het toevoeren van een warme vloeistof, en bij voorkeur een hete vloeistof, wordt de reinigende werking van 5 de vloeistof vergroot. De vloeistof met hoge temperatuur doet vetten smelten. Hierdoor worden vetten effectief verwijderd van het te wassen object. Bij voorkeur is de temperatuur van de vloeistof zodanig dat vetten smelten.

In het bijzonder voor het wassen van handen is het 10 gebruik van een warme vernevelde vloeistof voordelig. Door de hoge temperatuur gaan de poriën van de huid open, waardoor de huid intensief gereinigd wordt. Bovendien is verrassenderwijs gebleken dat de warme of hete nevel, niet te heet aandoet. Hoewel een onvernevelde waterstraal met een 15 temperatuur van ongeveer 50 graden als onverdraagbaar heet wordt ervaren en zelfs tot brandwonden kan leiden, is gebleken dat een vernevelde vloeistof met een temperatuur van ten minste 80 °C niet als te warm wordt ervaren. Dit wordt veroorzaakt doordat de kleine druppeltjes van de 20 vernevelde vloeistof een geringe warmtecapaciteit hebben. Tevens is het aantal warme deeltjes beperkt. Ook heeft de gelijktijdig aanwezige luchtstroom een koelend effect op de handen. De temperatuur van de vernevelde vloeistof voelt zelfs weldadig aan.

25 Het voorzien van middelen voor het realiseren van een warme nevel heeft bovendien het voordeel dat het object na het wassen in zekere mate is opgewarmd, waardoor het object sneller droogt.

Bijvoorbeeld omvatten de verwarmingsmiddelen een 30 gloeispiraal of zonneboiler.

Bij voorkeur is de inrichting verder voorzien van een geïsoleerde vloeistofopslag. Hierdoor kan het opgeslagen water voor een lange periode op een hoge temperatuur worden 7 gehouden. Bij voorkeur is dit een temperatuur van 70 - 100 °C. Hierdoor wordt de vloeistof in ieder geval gedeeltelijk gedesinfecteerd. Daarnaast wordt groei van bacteriën, virussen en andere micro-organismen tegengegaan of afgeremd.

5 Hiermee wordt een inrichting verkregen voor het hygiënisch reinigen van objecten. Met slechts een geringe energietoevoer kan het water gedurende lange tijd op temperatuur worden gehouden.

Het wordt opgemerkt dat bovengenoemde 10 vernevelingsmiddelen, met of zonder de genoemde verwarmingsmiddelen en/of vloeistofopslag, ook kan worden toegepast in een andere inrichting dan de wasinrichting volgens de onderhavige uitvinding. In het bijzonder is een dergelijke inrichting voordelig voor het wassen van handen. 15 In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de wasinrichting middelen voor het hergebruiken van vloeistof.

Door middelen te voorzien voor het hergebruiken van vloeistof wordt bewerkstelligd dat een soort van mobiele 20 wasinrichting wordt verkregen. Dergelijke mobiele wasinrichtingen zijn eenvoudig plaatsbaar, bijvoorbeeld bij tijdelijke voorzieningen zoals tentenkampen, festivals en kermissen. Door het hergebruik van vloeistof hoeft geen separate leiding, zoals een waterleiding, naar de 25 wasinrichting te worden voorzien. Bijkomend geldt dat hiermee een meer duurzame wasinrichting wordt voorzien waarmee op efficiëntere wijze met de vloeistof wordt omgesprongen zonder hiermee het hygiënische belang van bijvoorbeeld het handenwassen te ondergraven.

30 Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een filter voor het scheiden van vloeistof en zeep en/of vuil. Door het vloeistof-vuil-zeepmengsel te scheiden kan de vloeistof opnieuw worden gebruikt. Het zeep en/of vuil kan apart 8 worden opgeslagen dan wel worden afgevoerd. Door het hergebruik van vloeistof wordt de hoeveelheid reststroom of afvalstroom significant beperkt. Als bijkomend voordeel geldt dat er geen vaste rioolaansluiting is, waarmee wordt 5 bewerkstelligd dat het mobiele karakter van de wasinrichting verder wordt versterkt. Hiermee kan de wasinrichting in beginsel overal worden geplaatst, zoals op de reeds genoemde tijdelijke voorzieningen alsook in horeca, zoals snackbars, en eventueel bij stallen in geval van het uitbreken van een 10 ziekte aldaar.

In een eerste mogelijke uitvoeringsvorm wordt het zeep en het vuil gezamenlijk gescheiden van de vloeistof. De vloeistof wordt vervolgens hergebruikt en het zeep en vuil wordt separaat opgeslagen om afgevoerd te worden. In een 15 tweede uitvoeringsvorm wordt het vuil gescheiden van de vloeistof en zeep en wordt de vloeistof en zeep opnieuw gebruikt. Het separaat gescheiden vuil wordt opgeslagen voor verdere afvoer. Hierbij omvat de wasinrichting bij voorkeur een vloeistofreservoir voor het opslaan van vloeistof, 20 zeepreservoir en/of vuilreservoir. Afhankelijk van de gekozen uitvoeringsvorm dient het vuilreservoir af en toe geledigd te worden en dienen de vloeistof en eventueel het zeepreservoir af en toe gecontroleerd te worden en, indien nodig, aangevuld te worden. Hierbij is het mogelijk om 25 bijvoorbeeld niveausensoren of gewichtsindicatoren te voorzien bij deze reservoirs om een autonome melding naar bijvoorbeeld een onderhoudsdienst mogelijk te maken.

In het kader van de onderhavige aanvrage wordt onder zeep een ruime betekenis verstaan waarmee elke stof 30 wordt begrepen die een reinigende werking heeft op voorwerpen of handen.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt de scheiding van vloeistof van 9 zeep en/of vuil uitgevoerd in een soort van cassette waarin bijvoorbeeld een microfiltratie UV-lichtbehandeling, koolstoffiltratie, reiniging met chloor of andere reinigingsmethode wordt uitgevoerd. Een filtercassette kan 5 eenvoudig worden vervangen, inclusief water en verzamelde vuil.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvatten de vloeistoftoevoermiddelen middelen voor het toevoeren van 10 vloeistof voorzien van een niet-oplosbare stof.

Door het toevoeren van vloeistof met een daarin niet oplosbare stof is het mogelijk om een goede reinigende werking te verkrijgen en gelijktijdig een goede scheidbaarheid van de gebruikte stoffen te bewerkstelligen. 15 Bijvoorbeeld wordt water met zand, kunststofbolletjes of magnesium oxide-deeltjes toegepast. De reinigende werking wordt bijvoorbeeld verkregen door een niet-oplosbare stof met een licht schurende werking, zoals zand.

20 Aanvullend of in combinatie hiermee zijn in een mogelijke uitvoeringsvorm volgens de uitvinding vloeistoftoevoermiddelen voor het toevoeren van gedemineraliseerd water. Dergelijk gedemineraliseerd water wordt bijvoorbeeld verkregen door gebruik te maken van 25 omgekeerde osmose of een deïonisatie-inrichting, bijvoorbeeld met behulp van herbruikbare harsampullen. Door het gebruik van dit water kan de hoeveelheid zeep tot een minimum worden beperkt terwijl toch een goede reinigende functie wordt verkregen waarbij de hygiëne optimaal blijft. 30 Bij voorkeur kan in het geheel afgezien worden van zeep zodanig dat ook geen zogeheten zeepdispenser of zeeppomp nodig is.

10

Bovendien wordt bij het reinigen van voorwerpen, gladde oppervlakken, zoals glazen of mokken, voorkomen dat na drogen vlekken ontstaan door achterblijvende zouten.

Voorts kan, eveneens als alternatief of in 5 combinatie met de eerder genoemde maatregel, een daarvoor geschikte alcohol worden toegevoegd aan de vloeistof om daarmee de reinigende werking van de vloeistof te versterken. Doordat alcohol verdampt, wordt bovendien bewerkstelligd dat de objecten sneller drogen. Het wordt 10 opgemerkt dat alcohol kan worden toegevoegd aan gedemineraliseerd water of kraanwater of dat alcohol het hoofdbestanddeel kan zijn van de vloeistof die wordt toegevoerd door de vloeistoftoevoer.

Bij voorkeur omvat de wasinrichting een uitlaat 15 voor een dergelijk genoemd desinfectiemiddel. Eveneens is het mogelijk de wasinrichting te voorzien van een separate of gecombineerde uitlaat voor een geurmiddel. Hiermee wordt de algehele wasbeleving verder vergroot.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens 20 de onderhavige uitvinding omvat de wasinrichting een tweede luchtuitlaat aangebracht aan of nabij de wand waarbij de tweede luchtuitlaat is gepositioneerd tussen de eerste luchtuitlaat en de vloeistofuitlaat.

Door het voorzien van een tweede luchtuitlaat 25 wordt enerzijds het effect van het anti-spatscherm, verkregen met de eerste luchtuitlaat, versterkt. Bijkomend wordt met de tweede luchtuitlaat het genoemde pre-droogeffect verder versterkt waardoor het "droog schudden" van de handen niet langer relevant is. Door het bij voorkeur 30 scheiden van het anti-spateffect en het droogeffect, tot voor zover mogelijk althans, kan voor de eerste luchtuitlaat een laminaire stroming zoveel mogelijk behouden blijven om daarmee een goede afdekking te verkrijgen. Voor de tweede 11 luchtuitlaat kan bij voorkeur een turbulente stroming worden verkregen om daarmee het drogend effect te vergroten.

Hiermee wordt het hygiënische effect verder versterkt. Door het gebruik van de tweede luchtuitlaat kan een geheel 5 drogend effect worden bewerkstelligd. Hierbij is het gebruik van handdoeken en blowers niet langer vereist. Dit betekent dat hiermee de met name in openbaar toegankelijke wasruimten de hoeveelheid handdoeken wordt beperkt, of zelfs geheel wordt verwijderd. Dit heeft als bijkomend voordeel dat het 10 onderhoud van een wasruimte sterk gereduceerd kan worden. Voorts kan het gebruik van blazers of blowers sterk worden gereduceerd. Dergelijke blazers worden in de praktijk veelvuldig gebruikt in openbaar toegankelijke wasruimten en hebben als belangrijk nadeel dat deze de hygiëne reduceren 15 doordat met de blaaslucht een verspreiding van vloeistofdruppels over de gehele ruimte optreedt. Bijkomend geldt dat door af te zien van dergelijke blazers het energiegebruik sterk gereduceerd kan worden. Dit draagt bij aan de algehele duurzaamheid van de wasinrichting volgens de 20 uitvinding. Een verder bijkomend voordeel van het gebruik van de tweede luchtuitlaat met het versterkt droogeffect is dat deze droging op automatische wijze plaatsvindt en gebruikers van de wasinrichting derhalve niet met natte handen vertrekken. Natte handen dragen tot wel duizend keer 25 zoveel bacteriën over dan droge handen. Na het wassen moeten de handen door de luchtlagen worden bewogen. Derhalve wordt deze geïntegreerde droging met de wasinrichting volgens de onderhavige uitvinding een vergroot hygiënisch effect bewerkstelligd.

30 Voor de versterking van het droogeffect wordt bij voorkeur een verwarmingselement voorzien in de luchttoevoermiddelen. Een dergelijk verwarmingselement kan 12 worden voorzien voor de eerste luchtuitlaat en/of tweede luchtuitlaat.

Bij voorkeur schakelt het verwarmingselement in gebruik tegelijkertijd in met de vloeistoftoevoermiddelen.

5 Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de uitstromende lucht opwarmt gedurende het wassen van een object, zoals handen. Tijdens het wassen fungeert de lucht als spatscherm. Daarna dient de dan opgewarmde lucht voor het drogen van het object.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de wasinrichting een luchtafzuiger en een daaraan gekoppelde luchtreiniger.

Bijvoorbeeld is de luchtafzuiger gecombineerd met een zuiger voor het afzuigen van vloeistof. Bij voorkeur is 15 een dergelijke gecombineerde zuiger ingesteld om lucht van vloeistof te scheiden.

Door de koppeling van de luchtafzuiger aan een luchtreiniger, wordt bewerkstelligd dat afgezogen lucht wordt gereinigd. Bijvoorbeeld omvat de luchtreiniger een 20 inrichting voor het ioniseren van lucht. Bij voorkeur wordt de lucht ontwatert, gedesinfecteerd en/of verwarmd. Doordat de lucht wordt gereinigd, wordt een hygiënische inrichting voor het wassen van handen verkregen.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens 25 de onderhavige uitvinding omvat de wasinrichting sensoren voor het detecteren van de vochtigheidsgraad van het object.

Door het voorzien van sensoren is het mogelijk de hoeveelheid drooglucht af te stemmen op de behoefte. Hiermee wordt een uitdrogend effect van handen tegengegaan.

30 Bijkomend wordt het gebruik van enige vorm van energie verder gereduceerd.

Bij voorkeur wordt tevens sensoren voorzien voor de detecteren van de reinigingsgraad of vuilgraad van de 13 objecten. Hiermee is het mogelijk om met behulp van een regelsysteem gekoppeld aan de betreffende sensoren de hoeveelheid vloeistof en/of reinigingsmiddel daarbij af te stemmen op de behoefte. Hiermee kan het gebruik van 5 vloeistof en/of reinigingsmiddelen beperkt worden. Ten aanzien van het reinigingsmiddel werkt dit kostenbesparend. Ten aanzien van de vloeistof, bijvoorbeeld water, heeft dit met name een duurzaamheidseffect.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm 10 volgens de onderhavige uitvinding omvat de wasinrichting een met de luchttoevoermiddelen en/of vloeistoftoevoermiddelen gekoppelde persluchtinstallatie.

Door het gebruik van de persluchtinstallatie als primaire energiebron of krachtbron zijn geen grote 15 energieomzettingen vereist voor de wasinrichting ten aanzien van het wassen en het drogen. Bij voorkeur verzorgt een compressormotor voldoende luchtdruk in het drukvat met de perslucht. Dit drukvat is aangesloten op de luchtuitlaten, luchtmessen of luchtnozzels ten behoeve van het drogen.

20 Met de gebruikte lucht kunnen bijvoorbeeld in de retourstroom de afvalstoffen of reststoffen eveneens worden gedroogd. Hierdoor kan de afvalstroom worden omgezet naar een geheel of gedeeltelijk ingedroogde massa die periodiek verwijderd kan worden. Hiermee wordt bewerkstelligd dat geen 25 vaste rioolaansluiting nodig is en dat het periodieke onderhoud voor het afvoeren van deze ingedroogde massa zeer beperkt kan blijven.

Overigens behoort het ook tot de mogelijkheden om een centrale persluchtvoorziening te gebruiken voor 30 verschillende wasinrichtingen. Hiermee kunnen kosten verbonden aan een dergelijke persluchtinstallatie gereduceerd worden. De benodigde energie wordt in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding geleverd met 14 accu's en/of zonnecellen. Hiermee wordt benodigde energie voor bijvoorbeeld de compressor op duurzame wijze geleverd en hoeft geen vaste elektriciteitaansluiting voorzien te worden. Dit laatste aspect speelt met name bij tijdelijke 5 voorzieningen op bijvoorbeeld festivals. Ook is het mogelijk de benodigde energie te krijgen met behulp van een handmatig of anderszins door een gebruiker bedienbare pomp, bijvoorbeeld een voetpomp. Hiermee wordt het duurzame karakter van de wasinrichting verder vergroot en wordt een 10 kosteneffectieve uitvoering verkregen die desgewenst ook op meer locaties inzetbaar is.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het wassen van objecten met de wasinrichting zoals bovenstaand beschreven.

15 Een dergelijke werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen als beschreven voor de inrichting.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij wordt verwezen 20 naar de bijgevoegde tekeningen, waarin: - figuur 1 een wasinrichting en een gebruiker toont; - figuur 2 een wasinrichting volgens figuur 1 in gedeeltelijke doorsnede toont; - figuur 3 een tweede uitvoeringsvorm van een 25 wasinrichting toont; - figuur 4 een derde uitvoeringsvorm van een wasinrichting toont; en - figuur 5 een vierde uitvoeringsvorm van een wasinrichting toont.

30 Wasinrichting 2 omvat een wasbak 4 op staander 6.

Wasbak 4 omvat opening 8 waarin objecten kunnen worden geplaatst. In de getoonde situatie wordt hand 10 van 15 gebruiker 12 gewassen met wasinrichting 2. Wasbak 4 en staander 6 zijn vervaardigd uit roestvrij staal (RVS).

Wasbak 4 heeft aan de binnenzijde gaatjes 14 waaruit water stroomt, waardoor een watervlak 16 wordt 5 gevormd. Gebruiker 12 brengt zijn hand 10 in watervlak 16 om deze te wassen. Boven gaatjes 14 zijn aan de wand van wasbak 4 luchtmessen 18 voorzien. Hieruit stroomt lucht 20. De lucht 20 vormt een luchtscherm dat opening 8 hoofdzakelijk afsluit, zodat opspattend water van watervlak 16 niet uit 10 opening 8 spat, maar wordt tegengehouden door luchtstroming 20 .

Het water van watervlak 16 is afkomstig uit waterreservoir 22. Waterreservoir 22 is door middel van buis 24 verbonden met compressor 26. Door de druk van compressor 15 26 stroomt water van waterreservoir 22 via buis 28 naar zeepreservoir 30. Vervolgens stroomt het water en zeepmengsel via buis 32 naar uitstroomopeningen 14. In plaats van zeep kan ook een ander middel worden voorzien in zeepreservoir 30, bijvoorbeeld alcohol of een niet-oplosbare 20 stof. Ook is een uitvoeringsvorm denkbaar waarin zeepreservoir 30 achterwege wordt gelaten.

Compressor 26 is via buis 34 verbonden met luchtmessen 18, zodat luchtmessen 18 een luchtscherm vormen door luchtstroom 20.

25 Wasbak 4 omvat een afvoer 36, waardoorheen gebruikt water naar reservoir 38 wordt geleid. De afvoer 36 houdt vaste stoffen zoals sigaretten en kauwgum tegen. Door middel van zuiger 40 wordt een luchtstroom 42, 44 gecreëerd, die het water afzuigt richting reservoir 38.

30 Wasinrichting 46 (figuur 3) omvat een behuizing 48 uit polypropyleen. Het is mogelijk behuizing 48 te vervaardigen uit een transparant of gedeeltelijk transparant materiaal. Behuizing 48 omvat een wasruimte 50 voor het 16 wassen van objecten, zoals handen 10. Aan behuizing 52 is een wateruitvoer voorzien, waaruit in gebruik water stroomt dat waterscherm 54 vormt. Verder is in behuizing 48 een blazer 56 voorzien die in gebruik een luchtscherm 58 5 creëert. Luchtscherm 58 sluit wasruimte 50 af, zodat water dat van waterscherm 54 spat wordt tegengehouden door luchtscherm 58.

Behuizing 48 omvat bovendien een afvoer 60 voor de afvoer van vuil water en lucht. Daarnaast is ledverlichting 10 61 voorzien, die zorgt voor verlichting van binnenzijde van wasruimte 50 en voor een aangenaam ogend geheel. Ledverlichting 61 is voorzien onder waterscherm 54, zodat specifiek dit scherm wordt verlicht. Hierdoor is het waterscherm goed te herkennen.

15 Wasinrichting 62 omvat staander 64 en wasbak 66.

Wasbak 66 is voorzien van twee openingen 68, 70, waarin objecten, zoals handen 10, kunnen worden gebracht om deze te wassen. Wasbak 66 vormt zo als het ware een wastunnel.

Wasinrichting 72 omvat drie wasbakken (figuur 5). 20 De wasbakken komen overeen met de wasbak zoals getoond in figuur 2. Door meerdere wasbakken te voorzien op een enkele staander, kunnen de voorzieningen voor drie wasbakken worden geïntegreerd in één staander. Bijvoorbeeld is er slechts één persluchtinstallatie noodzakelijk voor het verzorgen van 25 perslucht voor drie wasbakken. Dit is kosteneffectief en energie-efficiënt.

Voor het wassen van een object 10, zoals handen, wordt object 10 in een wasbak 4 (figuur 2) gebracht. Een sensor detecteert de aanwezigheid van het object in wasbak 30 4. Een luchtscherm wordt gevormd door middel van luchtmessen 18. Water wordt verneveld en in wasbak 4 gebracht door middel van vloeistoftoevoer 14. Bij voorkeur wordt warm of heet water voorzien, bij voorkeur met een temperatuur van 17 70-100 graden. Hiertoe is waterreservoir eventueel voorzien van verwarmingsmiddelen. Bij voorkeur wordt het water verneveld door middel van een tussenkamer waarin onder waterdruk versproeide druppels met behulp van perslucht 5 extra verneveld worden.

De onderhavige uitvinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan vele modificaties 10 denkbaar zijn. Hoewel in het voorgaande met name gesproken is over een wasinrichting bedoeld voor handen is het ook mogelijk om andere objecten te wassen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een vaatwasser werkend volgens dezelfde principes. Zo is bijvoorbeeld het gebruik 15 van gedemineraliseerd water gunstig ter voorkoming van vlekken op glazen en dergelijke. De wasinrichting kan zijn uitgevoerd voor het wassen van ten hoogste één object, maar ook om een complete vaat te wassen. Ook is het mogelijk om de wasinrichting zoals bovenstaand beschreven uit te voeren 20 als een soort blaasinrichting of wasblaasinrichting waarmee het gebruik van de huidige blazers kan worden teruggedrongen. Bijvoorbeeld is de wasbak vervaardigd uit een kunststof, roestvrij staal, een keramisch materiaal, koolstofvezel of glas. Bij voorkeur reinigt en droogt de 25 wasinrichting volgens de uitvinding zichzelf.

Claims (18)

1. Wasinrichting voor het wassen van objecten, omvattende: 5. een wasbak voorzien van een wand die ten minste gedeeltelijk een wasruimte omgeeft, en een opening voor het invoeren van een te wassen object; - ten minste één aan of nabij de wand aangebrachte vloeistofuitlaat; 10. ten minste één aan of nabij de wand aangebrachte luchtuitlaat; - met de luchtuitlaat verbonden luchttoevoermiddelen voor het aanvoeren van lucht naar de luchtuitlaat; - met de vloeistofuitlaat verbonden 15 vloeistoftoevoermiddelen voor het aanvoeren van vloeistof naar de vloeistofuitlaat; en - vloeistofafvoermiddelen voor het afvoeren van vloeistof.

2. Wasinrichting volgens conclusie 1, waarin de vloeistofafvoermiddelen een zuiger voor het afzuigen van vloeistof omvat.

3. Wasinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarin 25 de luchtuitlaat in gebruik een luchtstroom voorziet die de wasruimte hoofdzakelijk afdekt.

4. Wasinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de vloeistofuitlaat vernevelingsmiddelen omvat. 30

5. Wasinrichting volgens conclusie 4, waarin de vloeistoftoevoermiddelen verwarmingsmiddelen omvatten voor het realiseren van een warme vernevelde vloeistof, waarin de verwarmingsmiddelen zijn ingesteld om de vloeistof te 5 verwarmen tot een temperatuur boven 80 °C, bij voorkeur boven 90 °C en met meeste voorkeur boven 100°C.

6. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-5, omvattende middelen voor het hergebruiken 10 van vloeistof.

7. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusie 1-6, omvattende een filter voor het scheiden van vloeistof en zeep en/of vuil. 15

8. Wasinrichting volgens conclusie 6 of 7, omvattende een vloeistofreservoir, zeepreservoir en/of vuilreservoir.

9. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-8, waarin de vloeistoftoevoermiddelen middelen voor toevoer van vloeistof voorzien van een niet-oplosbare stof, omvatten.

10. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-9, waarin de vloeistoftoevoermiddelen middelen voor toevoer van gedemineraliseerd water omvatten.

11. Wasinrichting volgens ten minste één van de 30 conclusies 1-10, omvattende een uitlaat voor een desinfectiemiddel en/of een geurmiddel.

12. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-11, waarin een tweede luchtuitlaat is aangebracht aan of nabij de wand, waarbij de tweede luchtuitlaat gepositioneerd is tussen de eerste luchtuitlaat 5 en de vloeistofuitlaat.

13. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-12, waarin de luchttoevoermiddelen een verwarmingselement omvatten. 10

14. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-13, omvattende een luchtafzuiger en een daaraan gekoppelde luchtreiniger.

15. Wasinrichting volgens ten minste één van de conclusies 1-14, omvattende sensoren voor het detecteren van de vochtigheidsgraad van het object.

16. Wasinrichting volgens ten minste één van de 20 conclusies 1-15, omvattende een met de luchttoevoermiddelen en/of vloeistoftoevoermiddelen gekoppelde persluchtinstallatie.

17. Werkwijze voor het wassen van objecten met de 25 wasinrichting volgens ten minste één van de voorgaande conclusies.

18. Werkwijze volgens conclusie 17, waarin het verwarmingselement in gebruik tegelijkertijd inschakelt met 30 de vloeistoftoevoermiddelen.