NL2004431C2 - Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object. - Google Patents

Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object. Download PDF

Info

Publication number
NL2004431C2
NL2004431C2 NL2004431A NL2004431A NL2004431C2 NL 2004431 C2 NL2004431 C2 NL 2004431C2 NL 2004431 A NL2004431 A NL 2004431A NL 2004431 A NL2004431 A NL 2004431A NL 2004431 C2 NL2004431 C2 NL 2004431C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
disinfection
mat
supply line
liquid
fluid
Prior art date
Application number
NL2004431A
Other languages
English (en)
Inventor
Kevin Koene
Original Assignee
Kevin Koene
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kevin Koene filed Critical Kevin Koene
Priority to NL2004431A priority Critical patent/NL2004431C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2004431C2 publication Critical patent/NL2004431C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61LMETHODS OR APPARATUS FOR STERILISING MATERIALS OR OBJECTS IN GENERAL; DISINFECTION, STERILISATION OR DEODORISATION OF AIR; CHEMICAL ASPECTS OF BANDAGES, DRESSINGS, ABSORBENT PADS OR SURGICAL ARTICLES; MATERIALS FOR BANDAGES, DRESSINGS, ABSORBENT PADS OR SURGICAL ARTICLES
    • A61L2/00Methods or apparatus for disinfecting or sterilising materials or objects other than foodstuffs or contact lenses; Accessories therefor
    • A61L2/16Methods or apparatus for disinfecting or sterilising materials or objects other than foodstuffs or contact lenses; Accessories therefor using chemical substances
    • A61L2/18Liquid substances or solutions comprising solids or dissolved gases
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61LMETHODS OR APPARATUS FOR STERILISING MATERIALS OR OBJECTS IN GENERAL; DISINFECTION, STERILISATION OR DEODORISATION OF AIR; CHEMICAL ASPECTS OF BANDAGES, DRESSINGS, ABSORBENT PADS OR SURGICAL ARTICLES; MATERIALS FOR BANDAGES, DRESSINGS, ABSORBENT PADS OR SURGICAL ARTICLES
    • A61L2202/00Aspects relating to methods or apparatus for disinfecting or sterilising materials or objects
    • A61L2202/10Apparatus features
    • A61L2202/15Biocide distribution means, e.g. nozzles, pumps, manifolds, fans, baffles, sprayers

Description

P30235N LOO/ENY
Korte aanduiding: Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object.
De uitvinding heeft betrekking op een desinfectiesysteem dat is voorzien van een desinfectiemat en een toevoerinrichting voor het toevoeren van een desinfectievloeistof aan de desinfectiemat. De desinfectiemat wordt bijvoorbeeld gebruikt om een loopvlak van een band van een voertuigwiel, een schoenzool of een klauw van een dier te ontsmetten.
5 Een desinfectiemat is algemeen bekend. De desinfectiemat omvat bijvoorbeeld een vloeistofdichte onderlaag, een vloeistofabsorberende tussenlaag, en een vloeistofdoorlatende bovenlaag, die boven op elkaar zijn aangebracht. De desinfectiemat wordt op een ondergrond gelegd, zoals een vloer, de grond of de straat. Vervolgens wordt de desinfectiemat handmatig besproeid met een desinfectievloeistof, bijvoorbeeld met een 10 gieter. De desinfectievloeistof passeert door de vloeistofdoorlatende bovenlaag heen en wordt opgenomen in de vloeistofabsorberende tussenlaag.
Als een voertuig, zoals een vrachtwagen of heftruck, vervolgens over de desinfectiemat rijdt, komt het loopvlak van een band van een voertuigwiel via de bovenlaag in aanraking met de in de tussenlaag opgenomen desinfectievloeistof. Op dezelfde manier 15 maakt de desinfectievloeistof contact met een schoenzool of een klauw van een dier als een persoon respectievelijk dier op de desinfectiemat gaat staan. Hierdoor wordt het risico van besmettingen gereduceerd.
De desinfectievloeistof verdampt echter relatief snel uit de desinfectiemat. Om de desinfecterende eigenschappen te waarborgen is het noodzakelijk om de desinfectiemat 20 regelmatig door middel van de gieter te besproeien met desinfectievloeistof. In de praktijk is gebleken dat dit echter niet of onvoldoende gebeurt. Hierdoor verliest de desinfectiemat de desinfecterende werking daarvan, zodat het risico van besmetting toch aanzienlijk is.
Een doel van de uitvinding is een desinfectiesysteem te verschaffen, waarbij de betrouwbaarheid is verbeterd.
25 Dit doel is volgens de uitvinding bereikt door een desinfectiesysteem, in het bijzonder voor het desinfecteren van een loopvlak van een band van een voertuigwiel, een schoenzool of een klauw van een dier, omvattende een desinfectiemat, en een toevoerinrichting voor het toevoeren van een desinfectievloeistof aan de desinfectiemat, waarbij de toevoerinrichting is voorzien van een toevoerleiding voor het toevoeren van de 30 desinfectievloeistof aan de desinfectiemat en een inrichting voor het onder druk toevoeren -2- van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding, waarbij de toevoerleiding is verbonden met de desinfectiemat, en waarbij de toevoerleiding is aangebracht door de desinfectiemat en is voorzien van zijdelingse uitstroomopeningen voor het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat.
5 Volgens de uitvinding hoeft de desinfectiemat niet handmatig te worden besproeid, maar is de toevoerinrichting uitgevoerd voor het automatisch aan de desinfectiemat toevoeren van desinfectievloeistof. De inrichting voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding verplaatst de desinfectievloeistof door de toevoerleiding naar de desinfectiemat. De desinfectievloeistof omvat bijvoorbeeld water en 10 desinfectiemiddel. De desinfectievloeistof stroomt vervolgens uit de toevoerleiding en komt in de desinfectiemat terecht. De toevoerleiding is verbonden met de desinfectiemat en is aangebracht door de desinfectiemat. Aangezien de toevoerleiding is voorzien van zijdelingse uitstroomopeningen voor het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat stroomt de desinfectievloeistof uit de toevoerleiding in de desinfectiemat.
15 Doordat de toevoerleiding zich door de desinfectiemat uitstrekt, wordt de desinfectievloeistof verdeeld over de desinfectiemat. Hierdoor bezit de desinfectiemat over het gehele of nagenoeg gehele oppervlak daarvan desinfecterende werking. Met de toevoerleiding en de inrichting voor het daaraan onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof kan de toevoer van desinfectievloeistof aan de desinfectiemat nauwkeurig worden geregeld. Hierdoor bevat 20 de desinfectiemat steeds voldoende desinfectievloeistof om de desinfecterende eigenschappen te waarborgen. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van het desinfectiesysteem.
Een verder voordeel is dat het desinfectiesysteem volgens de uitvinding gebruiksvriendelijker is. In plaats van het besproeien van de desinfectiemat met een zware 25 gieter met chemische desinfectievloeistof, waarbij de desinfectievloeistof vaak op een persoon morst, is de automatische toevoer van desinfectievloeistof aan de desinfectiemat met de automatische toevoerinrichting volgens de uitvinding veilig en nauwkeurig doseerbaar. Tegelijkertijd kan de desinfectiemat met de automatische toevoer in hoofdzaak plat blijven, zodat een voertuig daaroverheen kan rijden.
30 Het is mogelijk, dat de inrichting voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding is voorzien van een vloeistofpomp, die een eerste inlaat voor water en een tweede inlaat voor desinfectiemiddel omvat, waarbij de vloeistofpomp een uitlaat voor de desinfectievloeistof omvat, die is verbonden met de toevoerleiding. Het via de eerste inlaat toegevoerde water en het aan de tweede inlaat 35 toegevoerde desinfectiemiddel worden in de vloeistofpomp vermengd tot de -3- desinfectievloeistof. De desinfectievloeistof verlaat de vloeistofpomp vervolgens via de uitlaat. Aangezien de desinfectievloeistof wordt gemaakt door water en geconcentreerd desinfectiemiddel in de vloeistofpomp te mengen, wordt het geconcentreerde desinfectiemiddel gemengd met water juist voorafgaand aan het toevoeren aan de 5 desinfectiemat. Dit is bijzonder gunstig voor het behoud van de desinfecterende eigenschappen.
De desinfectiemat kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld is de desinfectiemat voorzien van een onderlaag en een op de onderlaag aangebrachte bovenlaag, waarbij de bovenlaag in hoofdzaak vloeistofdoorlatend is. De toevoerleiding 10 verloopt bijvoorbeeld tussen de onderlaag en de bovenlaag. De onderlaag kan in hoofdzaak vloeistofdicht zijn. Daarbij is het mogelijk, dat een tussenlaag is aangebracht tussen de onderlaag en de bovenlaag, waarbij de tussenlaag vloeistofabsorberend is.
De onderlaag is bijvoorbeeld gemaakt van EPDM of EPDM rubber, terwijl de bovenlaag een doek van PP kan omvatten. De tussenlaag is vervaardigd uit een 15 absorptiemateriaal, dat een aanzienlijke hoeveelheid desinfectievloeistof kan opnemen. Andere materialen zijn echter ook mogelijk.
De desinfectiemat wordt met de onderlaag daarvan binnen of buiten op een ondergrond gelegd, zoals een vloer, de grond of de straat. De desinfectiemat is plat uitgevoerd, zodat een voertuig daaroverheen kan rijden. De desinfectiemat heeft 20 bijvoorbeeld een hoogte die kleiner is dan 10 cm, zoals kleiner dan 5 cm of kleiner dan 2 cm.
In een uitvoeringsvorm heeft de desinfectiemat een rechthoekige vorm met twee lange zijden en twee smalle zijden, waarbij de toevoerleiding zich in hoofdzaak evenwijdig aan de lange zijden uitstrekt. Tijdens gebruik rijdt een voertuig in langsrichting over de 25 desinfectiemat, d.w.z. in langsrichting van de toevoerleiding. Hierdoor is de toevoerleiding minder gevoelig voor slijtage, hetgeen gunstig is voor de levensduur daarvan. Tegelijkertijd kan de desinfectievloeistof in hoofdzaak over de volledige desinfectiemat worden verdeeld.
In een uitvoeringsvorm omvat de toevoerleiding een flexibele slang, die is opgenomen in een in hoofdzaak stijve behuizing. De behuizing kan zijn gemaakt van 30 kunststof of metaal, zoals aluminium. De behuizing is bijvoorbeeld uitgevoerd als goot of koker, waarin de flexibele slang is opgenomen. Dit beschermt de flexibele slang als een zwaar voertuig daaroverheen rijdt, zoals een vrachtwagen of heftruck.
In een uitvoeringsvorm is de hoeveelheid van de desinfectievloeistof die door de toevoerinrichting wordt toegevoerd aan de desinfectiemat regelbaar. Bijvoorbeeld kan een 35 klep in de toevoerleiding worden aangebracht om de massastroom desinfectievloeistof naar -4- de desinfectiemat te regelen. Als de toevoerinrichting een vloeistofpomp omvat, kan de hoeveelheid van de desinfectievloeistof die door de vloeistofpomp onder druk wordt toegevoerd aan de toevoerleiding regelbaar zijn, bijvoorbeeld door de vloeistofpomp aan/uit te schakelen of het vermogen van de vloeistofpomp in te stellen.
5 Het is mogelijk dat het desinfectiesysteem is voorzien van ten minste een sensor en een regeleenheid, die is verbonden met de sensor voor het ontvangen van een meetsignaal van de sensor en met de toevoerinrichting voor het in respons op het meetsignaal van de sensor afgeven van een regelsignaal aan de toevoerinrichting voor het regelen van de hoeveelheid van de desinfectievloeistof die door de toevoerinrichting wordt toegevoerd aan 10 de desinfectiemat.
De sensor kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld omvat de sensor een luchtvochtigheidssensor. Als de desinfectiemat is neergelegd op een ondergrond van een ruimte, kan de luchtvochtigheidssensor de luchtvochtigheid in die ruimte meten. De luchtvochtigheid heeft invloed op de snelheid waarmee de 15 desinfectievloeistof uit de desinfectiemat verdampt. Afhankelijk van de door de sensor gemeten luchtvochtigheid kan de regeleenheid een regelsignaal naar de toevoerinrichting sturen om de desinfectiemat bij te vullen met desinfectievloeistof.
Het is mogelijk dat de sensor een niveausensor omvat, die is aangebracht in de desinfectiemat voor het waarnemen van een vulniveau van de desinfectievloeistof in de 20 desinfectiemat. Om de desinfecterende werking van de desinfectiemat te waarborgen is het gewenst dat het vulniveau van de desinfectievloeistof in de desinfectiemat zich boven een minimaal niveau in de desinfectiemat bevindt. De regeleenheid ontvangt het meetsignaal van de niveausensor en kan waarnemen als het vulniveau van de desinfectievloeistof daalt tot onder het minimale niveau. De regeleenheid genereert vervolgens een regelsignaal dat 25 wordt afgegeven aan de toevoerinrichting om een gewenste hoeveelheid desinfectievloeistof naar de desinfectiemat te laten stromen.
In een uitvoeringsvorm is het desinfectiesysteem voorzien van een tijdschakelaar voor het aanschakelen en uitschakelen van het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat door de toevoerinrichting. Met de tijdschakelaar kan de 30 desinfectievloeistof op voorafbepaalde tijdstippen worden toegevoerd aan de desinfectiemat. De tijdstippen zijn zodanig ingesteld, dat de desinfectiemat niet “opdroogt” en voldoende desinfectievloeistof in de desinfectiemat aanwezig blijft.
In een uitvoeringsvorm omvat het desinfectiesysteem meerdere desinfectiematten, waarbij de toevoerleiding is voorzien van een transportleidinggedeelte en meerdere 35 toevoerleidinggedeelten die elk vanaf het transportleidinggedeelte zijn verbonden met -5- telkens een van de desinfectiematten. De toevoerleidinggedeelten zijn afgetakt van het transportleidinggedeelte. Elke desinfectiemat is door middel van een van de toevoerleidinggedeelten en het transportleidinggedeelte verbonden met de gemeenschappelijke vloeistofpomp. Om meerdere desinfectiematten te voorzien van 5 desinfectievloeistof wordt slechts een vloeistofpomp gebruikt. Het desinfectiesysteem met meerdere desinfectiematten is hierdoor relatief goedkoop.
In een tuinbouwbedrijf of ander bedrijf zijn bijvoorbeeld tientallen desinfectiematten nodig. Bekend is om de desinfectiematten 5-7 maal per dag handmatig bij te vullen om de desinfectiematten voldoende vochtig te houden. Dit betekent dat een volledige 10 arbeidskracht nodig is om de desinfectiematten te besproeien. Volgens de uitvinding kunnen de desinfectiematten automatisch worden natgehouden, hetgeen tot een besparing op arbeidskosten leidt.
Het is mogelijk dat elk toevoerleidinggedeelte is voorzien van een regelklep. De massastroom van het transportleidinggedeelte via het toevoerleidinggedeelte naar de 15 desinfectiemat kan door de regelklep worden geregeld. Bijvoorbeeld is het toevoerleidinggedeelte afsluitbaar door de regelklep. De regeleenheid kan zijn verbonden met de regelkleppen voor het besturen daarvan. De regeleenheid bepaalt in dat geval op welke tijdstippen welke desinfectiematten worden bijgevuld.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een kas, omvattende een teeltruimte voor 20 het telen van gewassen, en een behandelruimte voor het behandelen van gewassen, waarbij de behandelruimte is verbonden met de teeltruimte door ten minste een doorgang voor het transporteren van gewassen vanuit de teeltruimte naar de behandelruimte en omgekeerd, alsmede een desinfectiesysteem zoals hierboven beschreven, waarbij de desinfectiemat van het desinfectiesysteem is aangebracht in de behandelruimte of in de 25 doorgang. Via de doorgang rijden bijvoorbeeld heftrucks en veilingwagens veelvuldig vanuit de behandelruimte naar de teeltruimte en omgekeerd. Besmetting van de teeltruimte kan aanleiding geven tot verlies van de gewassen in de teeltruimte. Met het desinfectiesysteem volgens de uitvinding kan het besmettingsrisico aanzienlijk worden gereduceerd.
Overigens kan het desinfectiesysteem volgens de uitvinding naast de land- en 30 tuinbouw ook worden toegepast in de levensmiddelenindustrie, op agrarische bedrijven, in magazijnen, luchthavens, chemische bedrijven, scholen en openbare gebouwen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een desinfectiesysteem zoals hierboven beschreven, omvattende het aanbrengen van de desinfectiemat op een ondergrond, en het door middel van de inrichting voor het onder druk 35 toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding toevoeren van -6- desinfectievloeistof aan de desinfectiemat. De inrichting voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding is bijvoorbeeld een vloeistofpomp.
Daarbij is het mogelijk dat een grootheid wordt gemeten, zoals de luchtvochtigheid en/of het vulniveau van de desinfectievloeistof in de desinfectiemat, waarbij het toevoeren 5 van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat wordt geregeld afhankelijk van de gemeten grootheid. Ook kan het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat worden geregeld door middel van een tijdschakelaar.
De uitvinding heeft verder betrekking op een desinfectiesysteem, in het bijzonder voor het desinfecteren van een loopvlak van een band van een voertuigwiel, een 10 schoenzool of een klauw van een dier, omvattende een desinfectiemat, en een toevoerinrichting voor het automatisch toevoeren van een desinfectievloeistof aan de desinfectiemat. Dit desinfectiesysteem kan zijn uitgevoerd zoals beschreven in een of meer van de conclusies 1-15.
Daarbij is het mogelijk dat de automatische toevoerinrichting is voorzien van een 15 vloeistofpomp of een andere inrichting voor het onder druk toevoeren van een desinfectievloeistof aan de toevoerleiding. Bijvoorbeeld omvat die inrichting een houder voor desinfectievloeistof die op een hoogte boven de desinfectiemat is aangebracht. De desinfectievloeistof stroomt dan onder invloed van zwaartekracht onder druk in de toevoerleiding en via de toevoerleiding in de desinfectiemat. In de toevoerleiding bevindt 20 zich bijvoorbeeld een klep om de toevoer van desinfectievloeistof te regelen.
Daarbij is het verder mogelijk, dat de desinfectievloeistof wordt gemaakt door geconcentreerd desinfectiemiddel te verdunnen met water en de verdunde desinfectievloeistof op te slaan in de houder. De verdunde desinfectievloeistof verliest na verloop van tijd de desinfecterende werking daarvan. Niettemin kan de automatische 25 toevoer van de verdunde desinfectievloeistof aan de desinfectiemat zodanig worden geregeld, bijvoorbeeld met de klep in de toevoerleiding, dat ontsmetting met de desinfectiemat is gewaarborgd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bedienen van een desinfectiesysteem met een desinfectiemat, in het bijzonder voor het desinfecteren van een 30 loopvlak van een band van een voertuigwiel, een schoenzool of een klauw van een dier, omvattende het aanbrengen van de desinfectiemat op een ondergrond, en het automatisch toevoeren van desinfectievloeistof aan de desinfectiemat. Deze werkwijze kan de maatregelen volgens conclusies 18 en/of 19 omvatten.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening 35 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
-7-
Figuur 1 toont schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een desinfectiesysteem volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede volgens ll-ll in figuur 1.
Figuur 3 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van een desinfectiesysteem 5 volgens de uitvinding.
Figuur 4 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een kas met een desinfectiesysteem volgens de uitvinding.
Het desinfectiesysteem 1 omvat een desinfectiemat 3, die is neergelegd op een ondergrond, zoals een vloer, de grond of de straat. De desinfectiemat 3 heeft in dit 10 uitvoeringsvoorbeeld een rechthoekige vorm met twee lange zijden en twee smalle zijden. Een band van een voertuigwiel kan in langsrichting over de desinfectiemat 3 rijden om het loopvlak daarvan te ontsmetten. Ook kan een persoon met schoeisel op de desinfectiemat 3 gaan staan om de schoenzolen te desinfecteren.
De desinfectiemat 3 omvat een in hoofdzaak vloeistofdichte onderlaag 14 die is 15 gemaakt van EPDM rubber. Het benedenoppervlak van de onderlaag 14 heeft anti-slip werking, zodat de desinfectiemat 3 niet of nauwelijks over de ondergrond verschuift als een voertuigwiel over de desinfectiemat 3 heen rijdt. Aan het bovenoppervlak van de onderlaag 14 is een vloeistofabsorberende tussenlaag 15 aangebracht. De tussenlaag 15 omvat een sponsachtig materiaal. Om vervuiling en slijtage van de tussenlaag 15 te reduceren is de 20 tussenlaag 15 afgedekt door een vloeistofdoorlatende bovenlaag 16. De bovenlaag 16 is bijvoorbeeld gemaakt van een poreus doek, zoals PP filterweefsel. De onderlaag 14, tussenlaag 15 en bovenlaag 16 zijn aan elkaar bevestigd.
Het desinfectiesysteem 1 omvat een toevoerinrichting 5 voor het automatisch toevoeren van desinfectievloeistof aan de desinfectiemat 3. De toevoerinrichting 5 omvat in 25 dit uitvoeringsvoorbeeld een regelbare vloeistofpomp 7, die is voorzien van twee inlaten 8,9 en een uitlaat 10. De vloeistofpomp 7 is bijvoorbeeld een doseerpomp. De eerste inlaat 8 is aansluitbaar op een watervoorraad, zoals een waterleiding of een reservoir met hemelwater. Met de tweede uitlaat 9 kan een houder met geconcentreerd desinfectiemiddel worden verbonden. De vloeistofpomp 7 verpompt het water en het geconcentreerde 30 desinfectiemiddel in een gewenste verhouding. De aldus gevormde desinfectievloeistof verlaat de vloeistofpomp 7 via de uitlaat 10.
De massastroom desinfectievloeistof uit de uitlaat 10 is regelbaar door middel van de regeleenheid 23 en/of de tijdschakelaar 24, die zijn verbonden met de regelbare vloeistofpomp 7. De uitlaat 10 mondt uit in een toevoerleiding 6 die is verbonden met de 35 desinfectiemat 3. De desinfectievloeistof is toevoerbaar aan de desinfectiemat 3 door middel -8- van de toevoerleiding 6. Optioneel is in de toevoerleiding 6 een regelklep aangebracht (niet weergegeven), die verbonden kan zijn met de regeleenheid 23 zodat de massastroom door de toevoerleiding 6 door middel van de regelklep instelbaar is.
De toevoerleiding 6 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een flexibele slang 18. De 5 flexibele slang 18 is in langsrichting van de desinfectiemat 3 door de tussenlaag 15 tussen de onderlaag 14 en bovenlaag 16 aangebracht. De flexibele slang 18 is opgenomen in een behuizing 19 om de flexibele slang 18 tegen beschadigingen te beschermen, bijvoorbeeld als een heftruck of veilingwagen daaroverheen rijdt. De behuizing 19 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee opstaande stroken, bijvoorbeeld van kunststof of aluminium.
10 In het gedeelte van de toevoerleiding 6 dat zich door de desinfectiemat 3 uitstrekt, zijn zijdelingse uitstroomopeningen aangebracht (niet weergegeven). De vloeistofpomp 7 verplaatst de desinfectievloeistof vanaf de uitlaat 10 via de toevoerleiding 6 naar de desinfectiemat 3. De desinfectievloeistof stroomt vervolgens via de uitstroomopeningen in de tussenlaag 15, die de desinfectievloeistof absorbeert.
15 Om de automatische toevoer van desinfectievloeistof naar de desinfectiemat 3 te regelen zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld twee sensoren 21, 22 voorzien. De sensor 21 is een luchtvochtigheidssensor voor het meten van de luchtvochtigheid in de omgeving van de desinfectiemat 3. De sensor 22 is een niveausensor die op een gewenst minimaal niveau is aangebracht in de desinfectiemat 3. De luchtvochtigheidssensor 21 en de niveausensor 22 20 zijn verbonden met de regeleenheid 23, bijvoorbeeld door middel van een kabel of draadloos (niet weergegeven).
De regeleenheid 23 ontvangt een meetsignaal van de sensoren 21, 22. In respons op het meetsignaal van de sensoren 21, 22, d.w.z. afhankelijk van de gemeten luchtvochtigheid en/of het waarnemen dat het vulniveau van de desinfectievloeistof in de 25 desinfectiemat 3 is gedaald tot onder het gewenste minimale niveau, stuurt de regeleenheid 23 een regelsignaal naar de vloeistofpomp 7 om de massastroom desinfectievloeistof uit de uitlaat 10 te regelen. De vloeistofpomp 7 kan ook zijn verbonden met een tijdschakelaar 24 die de vloeistofpomp 7 op voorafbepaalde tijdstippen aanschakelt en uitschakelt.
Figuur 3 toont schematisch een tweede uitvoeringsvorm van het desinfectiesysteem 30 volgens de uitvinding. Dezelfde of soortgelijke onderdelen zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. Het in figuur 3 weergegeven desinfectiesysteem omvat meerdere desinfectiematten 3, die elk via de toevoerleiding 6 zijn aangesloten op een gemeenschappelijke vloeistofpomp 7.
De toevoerleiding 6 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een transportleidinggedeelte 35 26 en toevoerleidinggedeelten 27, die zich vanaf het transportleidinggedeelte 26 aftakken -9- naar de desinfectiematten 3. Het transportleidinggedeelte 27 dat is aangesloten op de uitlaat 10 van de vloeistofpomp 7 omvat een kraan 36 (optioneel). Elk transportleidinggedeelte 26 is voorzien van een regelklep 28 voor het regelen van de massastroom van de desinfectievloeistof door het transportleidinggedeelte 27 naar de 5 desinfectiemat 3. De regelkleppen 28 zijn bijvoorbeeld uitgevoerd als afsluiters voor het afsluiten/openen van het bijbehorende transportleidinggedeelte 27.
Elke regelklep 28 is verbonden met de regeleenheid 23, d.w.z. elke regelklep 28 kan worden bestuurd door de regeleenheid 23. Dit is schematisch met een stippellijn aangegeven voor de in figuur 3 links getekende regelklep 28. De andere regelkleppen 28 10 zijn echter eveneens verbonden met de regeleenheid 23, bijvoorbeeld door een kabel of draadloos.
Overigens kunnen de desinfectiematten ook elk door een afzonderlijke toevoerleiding zijn verbonden met de vloeistofpomp.
De eerste inlaat 8 is verbonden met een waterleidingnet 40. Om verontreiniging van 15 het waterleidingnet 40 als gevolg van terugstroming te voorkomen is tussen het waterleidingnet 40 en de eerste inlaat 8 van de vloeistofpomp 7 een terugstromingspreventie-inrichting aangebracht. Aangezien de eerste inlaat 8 ook verbonden kan zijn met een andere watervoorraad, is de terugstromingpreventie-inrichting optioneel.
20 De terugstromingspreventie-inrichting omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld achtereenvolgens een afsluiter 41, een eerste terugslagklep 42, een filter 43, een kraan 44 en een tweede terugslagklep 45, gezien in de richting vanaf het waterleidingnet 40 naar de eerste inlaat 8 van de vloeistofpomp 7. Hoewel niet getoond in figuur 1 kan een dergelijke of andere terugstromingspreventie-inrichting ook zijn aangebracht bij die uitvoeringsvorm. De 25 tweede inlaat 9 van de vloeistofpomp 7 is verbonden met een houder 37 die is gevuld met geconcentreerd desinfectiemiddel.
Figuur 4 toont een kas met een teeltruimte 30 voor het telen van gewassen, en een behandelruimte 31 voor het behandelen van gewassen, zoals het sorteren, verpakken en/of laden van gewassen. De behandelruimte 31 is door een doorgang 32 verbonden met de 30 teeltruimte 30. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat de behandelruimte 31 een laadruimte 51 met een toegangsdeur 38 voor voertuigen, zoals vrachtwagens of heftrucks. Naast de toegangsdeur 38 bevindt zich een ingang 39 voor personen. Vanaf de laadruimte 51 loopt een gang 50 naar de doorgang 32. Vanzelfsprekend kan de kas anders zijn ingericht.
De kas is voorzien van een desinfectiesysteem met meerdere desinfectiematten 3 35 zoals beschreven aan de hand van figuur 2. De desinfectiematten 3 zijn aangebracht ter - 10- plaatse van de toegangsdeur 38, de ingang 39, de doorgang 32 en op andere plaatsen van de behandelruimte 31. Als bijvoorbeeld een veilingwagen van buiten via de toegangsdeur 38, de laadruimte 31, de gang 50 en de doorgang 32 naar de teeltruimte 30 rijdt, worden de banden van de veilingwagen door drie verschillende desinfectiematten ontsmet. Het risico 5 van besmetting van het gewas in de teeltruimte 30 is hierdoor minimaal.
De vloeistofpomp 7 is verbonden met de regeleenheid 23 in een kantoorruimte van de behandelruimte 31 (schematisch aangegeven met een stippellijn). De regeleenheid 23 is bijvoorbeeld geïntegreerd met een klimaatcomputer voor het regelen van het klimaat in de teeltruimte van de kas. De regeleenheid 23 en de vloeistofpomp 7 zijn door een 10 besturingskabel of draadloos met elkaar verbonden. De vloeistofpomp 7 is via toevoerleidingen 6 verbonden met de desinfectiematten 3, zoals schematisch aangegeven met doorgetrokken lijnen.
De uitvinding is niet beperkt tot het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. De vakman kan verschillende aanpassingen aanbrengen die binnen de reikwijdte van de 15 uitvinding liggen. Bijvoorbeeld is het mogelijk dat de vloeistofpomp is vervangen door een alternatieve inrichting voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding. De inrichting voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding omvat bijvoorbeeld een houder voor het opnemen van de desinfectievloeistof die is aangebracht op een hoogte boven de desinfectiemat. De 20 desinfectievloeistof kan in dat geval onder invloed van zwaartekracht naar de desinfectiemat stromen.

Claims (18)

1. Desinfectiesysteem (1), in het bijzonder voor het desinfecteren van een loopvlak van een band van een voertuigwiel, een schoenzool of een klauw van een dier, omvattende een desinfectiemat (3), en een toevoerinrichting (5) voor het toevoeren van een desinfectievloeistof aan de desinfectiemat, waarbij de toevoerinrichting (5) is voorzien van 5 een toevoerleiding (6) voor het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat (3) en een inrichting (7) voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding (6), met het kenmerk, dat de toevoerleiding (6) is verbonden met de desinfectiemat (3), en de toevoerleiding (6) is aangebracht door de desinfectiemat (3) en is voorzien van zijdelingse uitstroomopeningen (20) voor het toevoeren van de 10 desinfectievloeistof aan de desinfectiemat (3).
2. Desinfectiesysteem volgens conclusie 1, waarbij de inrichting (7) voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding (6) is voorzien van een vloeistofpomp (7), die een eerste inlaat (8) voor water en een tweede inlaat (9) voor 15 desinfectiemiddel omvat, en waarbij de vloeistofpomp (7) een uitlaat (10) voor de desinfectievloeistof omvat, die is verbonden met de toevoerleiding (6).
3. Desinfectiesysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de desinfectiemat (3) is voorzien van een onderlaag (14) en een op de onderlaag (14) aangebrachte bovenlaag 20 (16), waarbij de bovenlaag (16) in hoofdzaak vloeistofdoorlatend is.
4. Desinfectiesysteem volgens conclusie 3, waarbij de onderlaag (14) in hoofdzaak vloeistofdicht is.
5. Desinfectiesysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij een tussenlaag (15) is aangebracht tussen de onderlaag (14) en de bovenlaag (16), en waarbij de tussenlaag (15) vloeistofabsorberend is.
6. Desinfectiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 30 desinfectiemat (3) een rechthoekige vorm met twee lange zijden en twee smalle zijden heeft, en waarbij de toevoerleiding (6) zich in hoofdzaak evenwijdig aan de lange zijden uitstrekt. - 12-
7. Desinfectiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de toevoerleiding (6) een flexibele slang (18) omvat, die is opgenomen in een in hoofdzaak stijve behuizing (19).
8. Desinfectiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de massastroom van de desinfectievloeistof die door de toevoerinrichting (5) wordt toegevoerd aan de desinfectiemat (3) regelbaar is.
9. Desinfectiesysteem volgens conclusie 8, waarbij het desinfectiesysteem (1) is 10 voorzien van ten minste een sensor (21, 22) en een regeleenheid (23), die is verbonden met de sensor (21, 22) voor het ontvangen van een meetsignaal van de sensor (21, 22) en met de toevoerinrichting (5) voor het in respons op het meetsignaal van de sensor (21, 22) afgeven van een regelsignaal aan de toevoerinrichting (5) voor het regelen van de hoeveelheid van de desinfectievloeistof die door de toevoerinrichting (5) wordt toegevoerd 15 aan de desinfectiemat (3).
10. Desinfectiesysteem volgens conclusie 9, waarbij de sensor een luchtvochtigheidssensor (21) omvat.
11. Desinfectiesysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de sensor een niveausensor (22) omvat, die is aangebracht in de desinfectiemat (3) voor het waarnemen van een vulniveau van de desinfectievloeistof in de desinfectiemat (3).
12. Desinfectiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem 25 is voorzien van een tijdschakelaar (24) voor het op voorafbepaalde tijdstippen aanschakelen en uitschakelen van het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat (3) door de toevoerinrichting (5).
13. Desinfectiesysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij meerdere 30 desinfectiematten (3) zijn voorzien, en waarbij de toevoerleiding (6) is voorzien van een transportleidinggedeelte (26) en meerdere toevoerleidinggedeelten (27) die elk vanaf het transportleidinggedeelte (26) zijn verbonden met telkens een van de desinfectiematten (3).
14. Desinfectiesysteem volgens conclusie 13, waarbij elk toevoerleidinggedeelte (27) is 35 voorzien van een regelklep. - 13-
15. Kas, omvattende een teeltruimte (30) voor het telen van gewassen, en een behandelruimte (31) voor het behandelen van gewassen, waarbij de behandelruimte (31) door ten minste een doorgang (32) is verbonden met de teeltruimte (30) voor het 5 transporteren van gewassen tussen de behandelruimte (31) en de teeltruimte (30), alsmede een desinfectiesysteem (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de desinfectiemat (3) van het desinfectiesysteem (1) is aangebracht in de behandelruimte (31).
16. Werkwijze voor het bedienen van een desinfectiesysteem (1) volgens een van de 10 voorgaande conclusies, omvattende: - het aanbrengen van de desinfectiemat (3) op een ondergrond, - het door middel van de inrichting (7) voor het onder druk toevoeren van de desinfectievloeistof aan de toevoerleiding (6) toevoeren van desinfectievloeistof aan de toevoerleiding (6) en het toevoeren van de desinfectievloeistof vanaf die inrichting (7) via de 15 toevoerleiding (6) aan de desinfectiemat (3).
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij een grootheid wordt gemeten, zoals de luchtvochtigheid en/of het vulniveau van de desinfectievloeistof in de desinfectiemat, en waarbij het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat (3) wordt geregeld 20 afhankelijk van de gemeten grootheid.
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij het toevoeren van de desinfectievloeistof aan de desinfectiemat (3) wordt geregeld door middel van een tijdschakelaar (24). 25
NL2004431A 2010-03-18 2010-03-18 Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object. NL2004431C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004431A NL2004431C2 (nl) 2010-03-18 2010-03-18 Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2004431 2010-03-18
NL2004431A NL2004431C2 (nl) 2010-03-18 2010-03-18 Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2004431C2 true NL2004431C2 (nl) 2011-09-20

Family

ID=42315695

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2004431A NL2004431C2 (nl) 2010-03-18 2010-03-18 Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2004431C2 (nl)

Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2989965A (en) * 1958-03-13 1961-06-27 Acoustica Associates Inc Footwear decontaminating apparatus
FR2590473A1 (fr) * 1985-11-22 1987-05-29 Mauro Bernard Dispositif pour desinfecter les chaussures
NL8600100A (nl) * 1986-01-20 1987-08-17 Gerrit Jan Vink Voetontsmettings-borstelinrichting.
US6668842B1 (en) * 2000-01-13 2003-12-30 Bradley Corporation Apparatus and method for sanitizing or washing footwear
US6739286B2 (en) * 2001-12-26 2004-05-25 Rick Vander Veen Automated foot bath apparatus and method
US20070271715A1 (en) * 2006-05-24 2007-11-29 Don Scoralle Spray-wipe shoe sole cleaning apparatus and method of use
US20080104782A1 (en) * 2006-11-02 2008-05-08 Hughes Randall L Shoe and foot cleaning and disinfecting system
US20090098031A1 (en) * 2007-10-10 2009-04-16 Tc Enterprise Method and apparatus for sanitizing shoe soles
WO2009088379A1 (en) * 2008-01-11 2009-07-16 Erince Alaittin Electric door mat

Patent Citations (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2989965A (en) * 1958-03-13 1961-06-27 Acoustica Associates Inc Footwear decontaminating apparatus
FR2590473A1 (fr) * 1985-11-22 1987-05-29 Mauro Bernard Dispositif pour desinfecter les chaussures
NL8600100A (nl) * 1986-01-20 1987-08-17 Gerrit Jan Vink Voetontsmettings-borstelinrichting.
US6668842B1 (en) * 2000-01-13 2003-12-30 Bradley Corporation Apparatus and method for sanitizing or washing footwear
US6739286B2 (en) * 2001-12-26 2004-05-25 Rick Vander Veen Automated foot bath apparatus and method
US20070271715A1 (en) * 2006-05-24 2007-11-29 Don Scoralle Spray-wipe shoe sole cleaning apparatus and method of use
US20080104782A1 (en) * 2006-11-02 2008-05-08 Hughes Randall L Shoe and foot cleaning and disinfecting system
US20090098031A1 (en) * 2007-10-10 2009-04-16 Tc Enterprise Method and apparatus for sanitizing shoe soles
WO2009088379A1 (en) * 2008-01-11 2009-07-16 Erince Alaittin Electric door mat

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4185782A (en) Broadcast sprayer
CA2841631C (en) Manure-removal device
US4955538A (en) Applicator and method for the delivery of granular and liquid products to turf areas
US11602257B2 (en) Low-moisture footwear sanitizing system
US6237283B1 (en) Linked sub-irrigation reservoir system
NL2013400B1 (nl) Inrichting voor het onderhouden van op een stalvloer aanwezig bodembedekkingsmateriaal.
US20100008725A1 (en) Roller drum assembly for packing a surface
US7950351B2 (en) Combined applicator and feeder for livestock
US20220194329A1 (en) Cart Sanitation Station
NL2004431C2 (nl) Systeem en werkwijze voor het desinfecteren van een object.
US9381551B2 (en) Methods and systems for use in washing bulk containers
US2518771A (en) Portable lawn sprayer
JP4725212B2 (ja) 栽培施設
KR102424872B1 (ko) 가로수보호대 적용 물 공급장치 및 그 시스템
KR101333419B1 (ko) 방제기의 약액 가열방지 및 동결방지장치
US2645986A (en) Gravel spreader
NL1043051B9 (nl) Mat, voor afgeven van vloeistof aan wielen of voetzolen in te ontsmetten omgeving met extra verlengingsflappen voor optimale overrijdbaarheid.
KR200449759Y1 (ko) 개량된 살균,탈취기능을 갖는 세륜기
US20070272164A1 (en) Liquid applicator for livestock
KR20240027170A (ko) 영상데이터 기반 무인 변량살포가 가능한 행거롤러형 방제시스템
EP3488690A1 (en) Autonomous cleaning vehicle and animal shed provided therewith
US575375A (en) Watering-cart
NL2007148C2 (nl) Ontsmettingsmat.
NL1036124C2 (nl) Device for treating animals, comprising a tray which is suitable to be trod upon by the animals.
NL2004312C2 (nl) Systeem voor het bevochtigen van planten, werkwijze voor het bevochtigen van planten, ophanginrichting voor planten.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20210401