NL2004391C2 - Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2004391C2 NL2004391C2 NL2004391A NL2004391A NL2004391C2 NL 2004391 C2 NL2004391 C2 NL 2004391C2 NL 2004391 A NL2004391 A NL 2004391A NL 2004391 A NL2004391 A NL 2004391A NL 2004391 C2 NL2004391 C2 NL 2004391C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- curable mass
- penetration body
- cavity
- pile
- container
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D5/00—Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
- E02D5/22—Piles
- E02D5/34—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same
- E02D5/46—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making in situ by forcing bonding agents into gravel fillings or the soil
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D15/00—Handling building or like materials for hydraulic engineering or foundations
- E02D15/02—Handling of bulk concrete specially for foundation or hydraulic engineering purposes
- E02D15/04—Placing concrete in mould-pipes, pile tubes, bore-holes or narrow shafts
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D5/00—Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
- E02D5/22—Piles
- E02D5/34—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same
- E02D5/38—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making by use of mould-pipes or other moulds
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02D—FOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
- E02D5/00—Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
- E02D5/22—Piles
- E02D5/34—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same
- E02D5/38—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making by use of mould-pipes or other moulds
- E02D5/385—Concrete or concrete-like piles cast in position ; Apparatus for making same making by use of mould-pipes or other moulds with removal of the outer mould-pipes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Paleontology (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Piles And Underground Anchors (AREA)
Description
Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van een paal in een bodem omvattende een hol penetratielichaam om in de bodem te 5 worden ontvangen met een axiale holte om daarin een uithardbare massa te ontvangen en omvattende toevoermiddelen die ingericht zijn om de uithardbare massa in de holte te voeren. Voorts heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een werkwijze voor het in een bodem vervaardigen van een paal, waarbij een hol penetratielichaam met een axiale holte voor een uithardbare massa tot een 10 voorafbepaalde paaldiepte in de bodem wordt gedreven en de uithardbare massa bij het bereiken van een bepaalde indringdiepte in de holte van het penetratielichaam wordt gebracht.
Een inrichting en werkwijze van de in de aanhef vermelde soort zijn bekend uit de 15 Europese octrooiaanvrage EP1686214 van aanvraagster. De daarin beschreven inrichting omvat een hol penetratielichaam dat in een bodem wordt gedreven en pompmiddelen voor het in de holte van het penetratielichaam pompen van een uithardbare massa. De inrichting omvat meetmiddelen die een reeds gepompte hoeveelheid uithardbare massa meten. Volgens de daarin beschreven werkwijze 20 wordt het penetratielichaam eerst tot een indringdiepte in de bodem gedreven, waarna de uithardbare massa met de pompmiddelen in de axiale holte van het penetratielichaam wordt gepompt en een in de axiale holte gepompte hoeveelheid uithardbare massa wordt gemeten.
25 Alhoewel met de bekende inrichting en werkwijze prima een paal in de bodem kan worden vervaardigd, kleeft hieraan echter ook een bezwaar. De inrichting is namelijk relatief complex en daarmee kostbaar, en met de werkwijze is relatief veel tijd gemoeid per vervaardiging van een paal in de bodem.
30 Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een inrichting die aan het genoemde bezwaar tegemoet komt.
LA10.1440NL1.nl.wpd -2-
Om het beoogde doel te bereiken heeft een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de toevoermiddelen een houder omvatten met een bufferruimte voor het daarin houden van een op een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa en dat de houder is voorzien 5 van lossingsmiddelen om de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa althans nagenoeg volledig vanuit de bufferruimte in de holte te introduceren. Doordat een omvang van het toegepaste penetratielichaam vast staat en veelal de paaldiepte al vooraf is bepaald, kan worden berekend welke hoeveelheid uithardbare massa nodig is om een paal in de bodem te vervaardigen. Door een hoeveelheid uithardbare massa 10 van tevoren in de bufferruimte af te stemmen op deze berekende hoeveelheid en vervolgens deze afgestemde hoeveelheid met lossingsmiddelen van hieruit althans nagenoeg volledig in de holte te introduceren, wordt op eenvoudige wijze een juiste hoeveelheid uithardbare massa in de holte gebracht, zonder dat daarbij een hoeveelheid reeds in de holte geïntroduceerde massa dient te worden gemeten.
15 Relatief gecompliceerde en kostbare meetmiddelen zijn aldus niet nodig.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de lossingsmiddelen pompmiddelen omvatten die de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa althans nagenoeg volledig vanuit de 20 bufferruimte van de houder in de holte introduceren. De pompmiddelen zijn in staat om een hoeveelheid uithardbare massa uit de bufferruimte van de houder eventueel over een afstand naar het penetratielichaam te pompen om de uithardbare massa in de holte te introduceren. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de pompmiddelen 25 instelmiddelen omvatten waarmee een althans nagenoeg volledig te verpompen hoeveelheid uithardbare massa instelbaar is. De pompmiddelen kunnen aldus van tevoren worden ingesteld om betrouwbaar de op een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa ineens te verpompen.
-3-
Als houder kan voor de onderhavige uitvinding bijvoorbeeld worden uitgegaan van een reservoir met een bufferruimte die voldoende groot is om de op een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa in te houden. Het reservoir kan bijvoorbeeld een op afstand van het penetratielichaam gelegen vat zijn waaruit de 5 op een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa met de pompmiddelen wordt gepompt en via een toevoerleiding over de afstand naar de axiale holte in het penetratielichaam wordt gevoerd. Om onverhoopte verspilling van uithardbare massa tegen te gaan is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding in een bijzondere uitvoeringsvorm gekenmerkt doordat de houder aan een onderzijde is 10 voorzien van een stortopening waaraan een in de bufferruimte ontvangen hoeveelheid uithardbare massa losbaar is, en dat positioneringsmiddelen zijn voorzien om de houder met de stortopening boven een toevoeropening van het penetratielichaam te positioneren. Door de stortopening van de houder met de positioneringsmiddelen nauwkeurig boven de toevoeropening van het 15 penetratielichaam te positioneren, zal de uithardbare massa na lossing vrijwel volledig in de axiale holte worden geïntroduceerd. Hierbij zal dan niet of nauwelijks uithardbare massa verloren gaan. Eventuele verspilling van uithardbare massa wordt helemaal voorkomen in een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding waarbij koppelmiddelen zijn voorzien om de 20 houder te koppelen aan het penetratielichaam waarbij de bufferruimte in althans nagenoeg lekvrije communicatie verkeert met de axiale holte.
In nog een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de lossingsmiddelen bedienbare afsluitmiddelen 25 omvatten die zijn voorzien in de stortopening van de houder. De afsluitmiddelen kunnen vanuit een de stortopening afsluitende dichte stand handmatig in een open stand worden gezet om een althans nagenoeg volledige inhoud van de houder ineens aan de stortopening vrij te geven. Door de afsluitmiddelen kan de houder reeds worden gevuld met een op het beoogde paalvolume afgemeten hoeveelheid 30 uithardbare massa voordat het penetratielichaam de voorafbepaalde paaldiepte heeft -4- bereikt. Hierdoor wordt vermeden dat de juiste hoeveelheid uithardbare massa na het bereiken van de paaldiepte nog moet worden afgemeten. Aldus voorziet de uitvinding in een inrichting waarmee in bijzonder korte tijd een paal in de bodem kan worden vervaardigd.
5
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de houder vernauwt vanaf een bovenzijde naar een onderzijde waaraan de stortppening is voorzien. Door deze vernauwing, welke in een bijzondere uitvoeringsvorm een taps toelopende vorm heeft, wordt een volledige 10 lossing van de uithardbare massa in de houder aan de stortopening bevorderd. Hierbij blijft niet of nauwelijks restmateriaal van de uithardbare massa achter in de houder.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de houder aan een bovenzijde althans ten dele open 15 is. Zodoende kan een hoeveelheid uithardbare massa eenvoudig van bovenaf in de houder worden aangebracht, en is bovendien ten alle tijden een inhoud van de houder gemakkelijk te inspecteren.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige 20 uitvinding gekenmerkt doordat de houder is voorzien van indicatormiddelen om een indicatie te geven van een hoeveelheid in de bufferruimte gehouden uithardbare massa. In een bijzondere uitvoeringsvorm hiervan is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de indicatormiddelen een visueel waarneembare maatverdeling omvatten aan een naar de bufferruimte gekeerde zijde 25 van een houderwand. De indicatormiddelen, en in het bijzonder de maatverdeling, vereenvoudigen het nauwkeurig afmeten van een op een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa in de houder.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige 30 uitvinding gekenmerkt doordat de houder een buffervat omvat waarin de -5- bufferruimte een volume heeft die althans nagenoeg overeenkomt met het beoogde paalvolume. Hierdoor kan de bufferruimte simpelweg volledig worden afgevuld om tot de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa voor het beoogde paalvolume te komen.
5
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de houder een stel onderling gescheiden bufferruimtes omvat die ieder een volume hebben die althans nagenoeg overeenkomt met het beoogde paalvolume. Door iedere bufferruimte van te voren te vullen met 10 een hoeveelheid uithardbare massa die is afgestemd op het beoogde paalvolume, kunnen met.de houder meerdere palen in de bodem worden vervaardigd voordat de houder weer dient te worden bijgevuld. Dit levert een aanzienlijke tijdwinst op wanneer meerdere palen in de grond dienen te worden vervaardigd.
15 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de inrichting volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat terugtrekmiddelen zijn voorzien om het penetratielichaam uit de bodem terug te trekken en dat controlemiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om een lossingssnelheid van de uithardbare massa door de lossingsmiddelen af te stemmen op een terugtreksnelheid van de 20 terugtrekmiddelen. Door dè terugtrekmiddelen kan het penetratielichaam uit de bodem worden teruggetrokken om voor het vervaardigen van een volgende paal op een verdere locatie opnieuw te kunnen worden ingezet. Het paalvolume is in dit geval groter dan een volume van de axiale holte in het penetratielichaam, zodat een op het paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa niet volledig in de axiale holte 25 past. Om te vermijden dat een overschot van de uithardbare massa verloren gaat, dient het penetratielichaam tijdens het storten van de uithardbare massa te worden teruggetrokken met een zodanige terugtreksnelheid dat het penetratielichaam bijna volledig uit de grond is teruggetrokken zodra een laatste hoeveelheid uithardbare massa uit de houder wordt gelost. Daarentegen mag de terugtreksnelheid ook niet te 30 hoog liggen vanwege het risico dat een in de bodem vervaardigd boorgat instort -6- voordat de uithardbare massa aan het boorgat is vrijgegeven. Voor een juiste terugtreksnelheid is de inrichting aldus voorzien van controlemiddelen.
De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een houder toepasbaar in een 5 inrichting volgens de onderhavige uitvinding.
Met de onderhavige uitvinding wordt verder beoogd te voorzien in een efficiënte werkwijze voor het vervaardigen van een paal in de bodem.
10 Om het beoogde doel te bereiken heeft een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat een voor een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa nauwkeurig wordt afgemeten en na het bereiken van de bepaalde indringdiepte althans nagenoeg volledig in de holte van het penetratielichaam wordt geïntroduceerd. Door een op een beoogd paalvolume 15 afgestemde hoeveelheid uithardbare massa van tevoren nauwkeurig af te meten en volledig, oftewel ineens, in de holte te introduceren, wordt een belangrijke tijdwinst geboekt, omdat het dan niet nodig is om eerste een reeds in de holte geïntroduceerde hoeveelheid uithardbare massa te meten en vervolgens een resterende hoeveelheid uithardbare massa te introduceren om tot de op een beoogd paalvolume afgestemde 20 hoeveelheid uithardbare massa te komen.
In een bijzonder praktische uitvoeringsvorm is de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het penetratielichaam na het bereiken van de paaldiepte uit de bodem wordt verwijderd onder uitstroming van de uithardbare 25 massa uit een open uiteinde van het penetratielichaam in een in de bodem achtergelaten holte. Zodoende blijven er geen onderdelen in de bodem achter, en kan de inrichting geheel opnieuw worden ingezet voor het vervaardigen van een verdere paal op een verdere locatie.
-7-
In een alternatieve bijzondere uitvoeringsvorm is de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding echter gekenmerkt doordat de axiale holte van het penetratielichaam na het bereiken van de paaldiepte wordt volgestort met de nauwkeurig afgemeten hoeveelheid uithardbare massa onder achterlating van het 5 penetratielichaam in de bodem. Door voor iedere paal uit te gaan van een penetratielichaam dat wordt achtergelaten in de bodem, hoeft een gebruikte inrichting waarmee het penetratielichaam in de bodem wordt gedreven niet te wachten tot de axiale holte is volgestort met uithardbare massa, maar kan deze direct worden ingezet op een volgende locatie om daar een verder penetratielichaam in de 10 bodem te drijven. De houder met daarin een afgestemde hoeveelheid uithardbare massa kan dan bijvoorbeeld met aparte positioneringsmiddelen boven het reeds in de bodem aangebracht penetratielichaam worden gepositioneerd om de uithardbare massa in de axiale holte te introduceren. Doordat aldus tijdens het storten van de uithardbare massa alvast een volgend penetratielichaam in de bodem kan worden 15 gedreven, resulteert dit in een aanzienlijke tijdbesparing, waardoor een groter aantal palen in de grond kan worden vervaardigd binnen een relatief kort tijdsbestek.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: 20 Figuur 1A-1D een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding in respectievelijk een eerste, tweede, derde en vierde stand tijdens een werkwijze volgens de uitvinding
Figuur 2A-2B een doorsnede respectievelijk perspectivisch aanzicht van een 25 uitvoeringsvoorbeeld van een houder toepasbaar in de inrichting volgens de uitvinding.
De figuren zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen, ter wille van de duidelijkheid, sommige dimensies in meer of mindere mate 30 overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel -8- mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
Zoals in figuur IA - 1D in een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding wordt getoond omvat de inrichting 1 een penetratielichaam 2 dat in de 5 grond kan worden gedreven om daarin een ruimte te voorzien waarin een uithardbare massa kan worden aangebracht om een paal te vervaardigen. Met de inrichting 1 kan een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding worden uitgevoerd waarbij in een eerste stap, zoals is afgebeeld in figuur IA, een mobiel voertuig 4 van de inrichting 1 het penetratielichaam 2 positioneert boven een bodemlocatie waar een paal, zoals 10 bijvoorbeeld een funderingspaal, in de grond dient te worden vervaardigd. In een tweede stap van de werkwijze, afgebeeld in figuur 1B, wordt het penetratielichaam 2 in de bodem gedreven om daarin een schachtvormige ruimte te voorzien. Het penetratielichaam kan daarbij als boorlichaam worden uitgevoerd voorzien van schoepbladen om met een rotatiegang in de bodem te worden gedreven, maar wordt 15 in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgegaan van een gladde buis 2 die door trillen, drukken of heien in de bodem kan worden gedreven. Vervolgens wordt een houder 3 die reeds is gevuld met een op het paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa, bijvoorbeeld een betonmengsel, boven een open uiteinde van het penetratielichaam gepositioneerd, zoals is afgebeeld in figuur 1C. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van 20 additionele positioneringsmiddelen worden bereikt. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt hiervoor echter hetzelfde mobiele voertuig 4 toegepast waarmee het penetratielichaam op de juiste locatie werd gepositioneerd. De uithardbare massa wordt vervolgens volledig, in één stap, vanuit de houder 3 via het open uiteinde in een axiale holte van het penetratielichaam gestort. Aan een tegenoverliggend uiteinde van 25 het penetratielichaam 2 wordt de uithardbare massa 10 via een verdere opening uit de axiale holte vrijgegeven aan de schachtvormige ruimte. Tenslotte wordt, zoals weergegeven in figuur 1D, het penetratielichaam uit de bodem teruggetrokken onder achterlating van de uithardbare massa 10 in de schachtvormige ruimte. Na uitharding vormt de massa aldus een paal in de bodem. De inrichting 1 kan van controlemiddelen 30 zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om een snelheid van terugtrekken van het -9- penetratielichaam 2 te controleren en af te stemmen op een lossingssnelheid van de uithardbare massa uit de houder. Hierdoor wordt tegengegaan dat het penetratielichaam te snel wordt teruggetrokken voordat de uithardmassa uit de axiale holte wordt vrijgegeven aan de schachtvormige ruimte, of dat het penetratielichaam 5 juist te langzaam wordt teruggetrokken zodat de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa niet ineens in de axiale holte past en boven de bodem wordt verspild.
Alhoewel in dit uitvoeringsvoorbeeld het penetratielichaam uit de bodem wordt teruggetrokken zodat deze vervolgens op een verdere locatie kan worden ingezet om 10 een verdere paal in de bodem te vervaardigen, is het in een alternatieve werkwijze volgens de.onderhavige uitvinding ook mogelijk om het penetratielichaam in de bodem te laten zitten en de axiale holte vol te storten met uithardbare massa. Hierdoor kan tijdens het volstorten van de axiale holte het voertuig 4 alvast met een verder penetratielichaam naar een verdere locatie worden gereden om daar een 15 verdere paal in de bodem te vervaardigen. In dit geval worden additionele positioneringsmiddelen, bijvoorbeeld een mobiele hefkraan, ingezet om de houder boven het reeds in de bodem aangebrachte penetratielichaam te positioneren.
Een uitvoeringsvoorbeeld van een houder toepasbaar in de inrichting volgens de 20 uitvinding wordt getoond in figuur 2A en 2B. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat de houder 3 een aan een bovenzijde open buffervat met een door een houderwand begrensde bufferruimte 5 om daarin een hoeveelheid uithardbare massa te ontvangen. Door de open bovenzijde kan eenvoudig de benodigde uithardbare massa in de bufferruimte worden aangebracht. De bufferruimte is trechtervormig om een 25 lossing daaruit van daarin ontvangen uithardbare massa te bevorderen. Aan een onderzijde is het buffervat 3 in een stortopening 9 voorzien van handmatig bedienbare afsluitmiddelen, een langs een rotatieas 6 stelbare afsluitklep 8, waarmee een in de bufferruimte 5 ontvangen hoeveelheid uithardbare massa handmatig kan worden gelost. Het buffervat 3 is aan een naar de bufferruimte gekeerde zijde van de 30 houderwand voorzien van indicatormiddelen 7, in de vorm van een visueel -10- waarneembare schaalverdeling, om een indicatie te geven van een hoeveelheid in de bufferruimte gehouden uithardbare massa. Bij voorkeur omvat de houder 3 een bufferruimte met een volume dat althans nagenoeg overeenkomt met het beoogde paalvolume, zodat de bufferruimte eenvoudig tot de rand kan worden afgevuld voor 5 een precieze afstemming van .op de voor een paal benodigde hoeveelheid uithardbare massa.
Alhoewel de houder in dit uitvoeringsvoorbeeld als los onderdeel is beschreven, d.w.z. separaat van het penetratielichaam, kan in plaats daarvan ook worden uitgegaan van 10 een houder dat op een open uiteinde van een penetratielichaam is gefixeerd. Zo kan bijvoorbeeld een metalen houder op het open uiteinde van een metalen penetratielichaam worden gelast en vervolgens als samenstel in de bodem worden gedreven. Hierdoor hoeft de houder niet langer nauwkeurig boven het penetratielichaam worden gepositioneerd, en wordt aldus een mogelijke verspilling 15 van uithardbare massa bij het in de holte storten daarvan voorkomen.
In een verder uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de onderhavige uitvinding omvat de houder een vat dat op enige afstand van het penetratielichaam op de bodem is geplaatst. Uithardbare massa wordt met pompmiddelen uit het vat 20 gepompt en vervolgens via een toevoerleiding, bijvoorbeeld een betonslang, naar een toevoeropening van het penetratielichaam geleid. De pompmiddelen kunnen met instelmiddelen worden ingesteld om een op het paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa vanuit de bufferruimte volledig, dat wil zeggen ineens, althans nagenoeg zonder tussenpozen, naar de toevoeropening te pompen en in de axiale 25 holte van he penetratielichaam te introduceren. Door de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa van tevoren nauwkeurig met de instelmiddelen in te stellen en vervolgens deze hoeveelheid met de pompmiddelen van hieruit althans nagenoeg volledig in de holte te introduceren, wordt op eenvoudige wijze een juiste hoeveelheid uithardbare massa in de holte gebracht. Relatief gecompliceerde en kostbare 30 meetmiddelen die een in de holte geïntroduceerde hoeveelheid uithardbare massa -11- meten om hieruit te bepalen hoeveel uithardbare massa nog aan de holte dient te worden toegevoerd, kunnen hiervoor achterwege worden gelaten. Aldus voorziet de uitvinding in een inrichting waarmee in korte tijd en op eenvoudige wijze een paal in de bodem kan worden vervaardigd.
5
Hoewel de uitvinding aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.
Claims (16)
1. Inrichting voor het vervaardigen van een paal in een bodem omvattende een hol penetratielichaam om in de bodem te worden ontvangen met een axiale holte om 5 daarin een uithardbare massa te ontvangen en omvattende toevoermiddelen die ingericht zijn om de uithardbare massa in de holte te voeren, met het kenmerk dat de toevoermiddelen een houder omvatten met een bufferruimte voor het daarin houden van een op een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa en dat lossingsmiddelen zijn voorzien om de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa 10 althans nagenoeg volledig vanuit de bufferruimte in de holte te introduceren.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de lossingsmiddelen pompmiddelen omvatten die de afgestemde hoeveelheid uithardbare massa althans nagenoeg volledig vanuit de bufferruimte van de houder in de holte introduceren. 15
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de pompmiddelen instelmiddelen omvatten waarmee een althans nagenoeg volledig te verpompen hoeveelheid uithardbare massa instelbaar is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de houder aan een onderzijde is voorzien van een stortopening waaraan een in de bufferruimte ontvangen hoeveelheid uithardbare massa losbaar is, en dat positioneringsmiddelen zijn voorzien om de houder met de stortopening boven een toevoeropening van het penetratielichaam te positioneren. 25
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de lossingsmiddelen bedienbare afsluitmiddelen omvatten die zijn voorzien in de stortopening van de houder. -13-
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat de houder vernauwt vanaf een bovenzijde naar een onderzijde waaraan de stortopening is voorzien.
7. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk 5 dat de houder aan een bovenzijde althans ten dele open is.
8. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder is voorzien van indicatormiddelen om een indicatie te geven van een hoeveelheid in de bufferruimte gehouden uithardbare massa. 10
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de indicatormiddelen een visueel waarneembare maatverdeling omvatten aan een naar de bufferruimte gekeerde zijde van een houderwand.
10. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de houder een buffervat omvat waarin de bufferruimte een volume heeft die althans nagenoeg overeenkomt met het beoogde paalvolume.
11. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk 20 dat de houder een stel ondèrling gescheiden bufferruimtes omvat die ieder een volume hebben die althans nagenoeg overeenkomt met het beoogde paalvolume.
12. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat terugtrekmiddelen zijn voorzien om het penetratielichaam uit de bodem terug te 25 trekken en dat controlemiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om een lossingssnelheid van de uithardbare massa door de lossingsmiddelen af te stemmen op een terugtreksnelheid van de terugtrekmiddelen.
13. Houder toepasbaar in een inrichting volgens één of meer der voorgaande 30 conclusies. -14-
14. Werkwijze voor het in een bodem vervaardigen van een paal, waarbij een hol penetratielichaam met een axiale holte voor een uithardbare massa tot een voorafbepaalde paaldiepte in de bodem wordt gedreven en de uithardbare massa bij 5 het bereiken van een bepaalde indringdiepte in de holte van het penetratielichaam wordt gebracht, met het kenmerk dat een voor een beoogd paalvolume afgestemde hoeveelheid uithardbare massa nauwkeurig wordt afgemeten en na het bereiken van de bepaalde indringdiepte althans nagenoeg volledig in de holte van het penetratielichaam wordt geïntroduceerd. 10
15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat het penetratielichaam na het bereiken van de paaldiepte uit de bodem wordt verwijderd onder uitstroming van de uithardbare massa uit een open uiteinde van het penetratielichaam in een in de bodem achtergelaten holte. 15
16. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de axiale holte van het penetratielichaam na het bereiken van de paaldiepte wordt volgestort met de nauwkeurig afgemeten hoeveelheid uithardbare massa onder achterlating van het penetratielichaam in de bodem.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2004391A NL2004391C2 (nl) | 2010-03-12 | 2010-03-12 | Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem. |
EP11157975A EP2365137A1 (en) | 2010-03-12 | 2011-03-11 | Device and method for preparing a pole in a surface |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2004391A NL2004391C2 (nl) | 2010-03-12 | 2010-03-12 | Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem. |
NL2004391 | 2010-03-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2004391C2 true NL2004391C2 (nl) | 2011-09-13 |
Family
ID=42670555
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2004391A NL2004391C2 (nl) | 2010-03-12 | 2010-03-12 | Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2365137A1 (nl) |
NL (1) | NL2004391C2 (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2008107C2 (nl) * | 2012-01-11 | 2013-07-15 | Decombi B V | Samenstel voor het in een bodem vervaardigen van een langwerpig constructie-element en een verdringingslichaam. |
CN106894418B (zh) * | 2017-02-28 | 2019-08-13 | 济南轨道交通集团有限公司 | 一种碎石层植预制桩的跑浆治理方法 |
CN111910634A (zh) * | 2020-07-27 | 2020-11-10 | 中国建筑第二工程局有限公司 | 一种岩溶地质冲击成孔施工方法 |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH265778A (de) * | 1948-02-11 | 1949-12-31 | Svenska Entreprenad Aktiebolag | Verfahren und Vorrichtung zum Giessen von Betonpfählen in einem Baugrund. |
US2660862A (en) * | 1948-09-25 | 1953-12-01 | Capblanch Julian | Apparatus for constructing posts in the ground |
US3808822A (en) * | 1971-04-07 | 1974-05-07 | Bolt Associates Inc | Process and system for increasing load-bearing capacity of soil |
US5647690A (en) * | 1995-06-08 | 1997-07-15 | Landau; Richard Erwin | Low cost installation of columns of material |
EP1686214A1 (en) * | 2005-01-26 | 2006-08-02 | Ecodrie B.V. | Method and device for producing a pile in the earth |
Family Cites Families (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP3341079B2 (ja) * | 1999-11-18 | 2002-11-05 | 株式会社山辰組 | コンクリート打設用ホッパー |
-
2010
- 2010-03-12 NL NL2004391A patent/NL2004391C2/nl active
-
2011
- 2011-03-11 EP EP11157975A patent/EP2365137A1/en not_active Withdrawn
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH265778A (de) * | 1948-02-11 | 1949-12-31 | Svenska Entreprenad Aktiebolag | Verfahren und Vorrichtung zum Giessen von Betonpfählen in einem Baugrund. |
US2660862A (en) * | 1948-09-25 | 1953-12-01 | Capblanch Julian | Apparatus for constructing posts in the ground |
US3808822A (en) * | 1971-04-07 | 1974-05-07 | Bolt Associates Inc | Process and system for increasing load-bearing capacity of soil |
US5647690A (en) * | 1995-06-08 | 1997-07-15 | Landau; Richard Erwin | Low cost installation of columns of material |
EP1686214A1 (en) * | 2005-01-26 | 2006-08-02 | Ecodrie B.V. | Method and device for producing a pile in the earth |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP2365137A1 (en) | 2011-09-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2004391C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van een paal in een bodem. | |
DK141854B (da) | Fremgangsmåde og apparat til fremstilling af betonpæle på deres blivende sted. | |
CN205049766U (zh) | 一种翻斗式雨量计 | |
CN107014975B (zh) | 轴/径向变形可测的非饱和水力特性测量装置及测量方法 | |
NL1012243C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het in de bodem vervaardigen van een paal. | |
JP7187743B2 (ja) | コンクリート打ち分けの確認方法およびコンクリート構造物の構築方法 | |
US9022696B2 (en) | Device and method for introducing a filling material | |
CN206505075U (zh) | 一种混凝土早龄期自生体积变形的测试装置 | |
JP2016176310A (ja) | 場所打ちコンクリート杭の施工方法 | |
CN110722678A (zh) | 一种预制桩泵送布料方法 | |
JP5327948B2 (ja) | 杭穴充填物の採取方法、採取装置 | |
CN113089675A (zh) | 测量输料导管与混凝土液面高差的方法及装置 | |
CN209082505U (zh) | 新型隔水栓结构 | |
CN110947930A (zh) | 基于熔料供给量的压铸机的注射条件修正方法 | |
CN111608184A (zh) | 管桩灌芯装置 | |
CN207951373U (zh) | 农药浓度自动配比控制装置 | |
CN202330423U (zh) | 一种提拉式塌落度测试桶 | |
CN105606174A (zh) | 高精度量杯 | |
CN103691333A (zh) | 干粉投加装置 | |
CN219650183U (zh) | 一种混凝土试模 | |
US7484912B1 (en) | Method and apparatus for consolidating concrete test samples | |
RU2393439C1 (ru) | Способ калибровки резервуаров | |
JP2022174895A (ja) | 粘性密度測定装置および粘性密度測定方法 | |
CN101851937B (zh) | 灌注桩节式探砼器 | |
CN204125976U (zh) | 用于测量灌注桩空桩长度的测篮 |