NL2003795C - Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden in een ondergrond. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het uitvoeren van werkzaamheden in een ondergrond

De uitvinding heeft betrekking op het gebied van het uitvoeren van werkzaamheden, zoals sonderingen, in een ondergrond. Het doel van dergelijke 5 werkzaamheden kan velerlei zijn, en hangt samen met verschillende specialismen op het gebied van de bodemtechniek. Als voorbeeld wordt genoemd het onderzoeken van een bodem op de aanwezigheid van explosieven zoals achtergelaten bommen en dergelijke. Een dergelijk onderzoek is vaak nodig indien een bepaald gebied, waarvan vermoed wordt dat dergelijke explosieven aanwezig zijn, tot ontwikkeling wordt 10 gebracht. Het opruimen van explosieven is risicovol, omdat de positie van bommen en dergelijke niet bekend is.

Weliswaar wordt getracht om door middel van geavanceerde technieken, zoals door middel van magnetometers, te detecteren waar zich eventuele explosieven bevinden. Het bereik van dergelijke apparaten is echter beperkt, zodat vele sonderingen 15 nodig zijn. Bovendien moet het inbrengen van de apparaten met de nodige zorg geschieden, teneinde niet onverhoopt op een explosief te stuiten en aldus het initiëren van een explosie te voorkomen. Bij deze techniek wordt gewoonlijk een gat geboord, waarin de magnetometer wordt neergelaten. Vervolgens wordt het gat verder geboord, afhankelijk van het bereik van de magnetometer, waarna vervolgens weer een meting 20 wordt uitgevoerd. Als gevolg daarvan neemt het onderzoeken van een terrein zeer veel tijd in beslag.

Een verder uit de praktijk bekend voorbeeld betreft het uitvoeren van sonderingen in verband met het bepalen van het draagvermogen van de ondergrond, bijvoorbeeld bij het aanleggen van een weg, industrieterreinen, woningen en dergelijke. In het laatste 25 geval kan op basis van de door middel van sonderingen verkregen gegevens een betrouwbare fundatie worden ontworpen. Tevens kan door middel van een sonderingen worden vastgesteld welke opbouw de ondergrond heeft. Sonderingen kunnen in het bijzonder worden toegepast in een ondergrond met relatief zachte, samendrukbare lagen.

30 Bij het uitvoeren van sonderingen wordt een slanke orgaan toegepast dat uit een stalen buis met een kegelvormige of konusvormige punt kan bestaan. Tijdens het indrukken van het slanke orgaan wordt de weerstand die de conus ondervindt, gemeten. Daarbij worden de gegevens betreffende de mechanische weerstand en vaak ook 2 betreffende de kleef vastgelegd. Soms wordt ook de geleidbaarheid van de grond en eventueel van het grondwater gemeten. Uit deze gegevens kan een goed beeld worden verkregen van de bodemgesteldheid.

Door middel van het drukorgaan moet een kracht worden geleverd die voldoende 5 groot is om het slanke orgaan in de ondergrond te drukken. Daartoe kan bijvoorbeeld een hydraulische pers en dergelijke worden toegepast. Afhankelijk van de aard van de ondergrond, kan het slanke orgaan een vrij grote lengte, tot bijvoorbeeld 20 m, hebben. Het hanteren van een slank orgaan met een grote lengte is echter lastig, en daarom wordt een dergelijk slank orgaan samengesteld uit een aantal secties met beperkte 10 lengte. Zodra een eerste sectie in de grond gedrukt is, kan daarop een tweede sectie worden bevestigd, waarna het samenstel verder in de grond gedrongen wordt, enzovoorts. Deze handelingen moeten in omgekeerde volgorde worden uitgevoerd bij het verwijderen van het slank orgaan uit de ondergrond, nadat de meting is voltooid. Vervolgens moet dezelfde reeks handelingen worden uitgevoerd op een volgende 15 positie, enzovoorts. Het blijkt in de praktijk dat het telkens samenstellen en uit elkaar nemen van het slank orgaan een belangrijke vertraging van de werkzaamheden betekent. Vooral bij het vaststellen van de aard van de ondergrond in verband met het ontwerpen van fundaties, worden vaak korte afstanden tussen die posities gekozen. Dit leidt tot vrij hoge kosten en een vrij lange tijdsduur van het bodemonderzoek 20 Het doel van de uitvinding is daarom een werkwijze van het in de aanhef beschreven type te verschaffen waarbij een dergelijke hinderlijke vertraging kan worden vermeden. Dat doel wordt bereikt door middel van een werkwijze voor het uitvocrcn van werkzaamheden in een ondergrond omvattende de stappen van: -het op een eerste positie in de ondergrond drijven van het slanke orgaan, 25 -het op die eerste positie uit de ondergrond verwijderen van het slanke orgaan onder handhaving van de samengestelde toestand daarvan, -het geleiden van het boven het indrukapparaat uitstekende deel van het slanke orgaan, -het verplaatsen van de behandelingsinrichting naar een tweede positie op afstand 30 van de eerste positie, -het op de tweede positie in de ondergrond drijven van het slanke orgaan.

De werkwijze volgens de uitvinding wordt uitgevoerd door middel van, in combinatie, een slank orgaan dat samenstelbaar is uit meerdere achter elkaar 3 gekoppelde secties, alsmede een behandelingsinrichting voorzien van een verrijdbaar gestel en een op het gestel ondersteund indrijfapparaat voor het in de ondergrond drukken van het slanke orgaan. Deze op zich bekende sondeerrichting wordt echter op een andere wijze bedreven dan de traditionele manier. Bij de werkwijze volgens de 5 uitvinding wordt het slanke orgaan namelijk slechts één keer samengesteld, en vervolgens in samengestelde toestand gehandhaafd zodanig dat hij direct kan worden toegepast bij een volgende sondering op een andere plaats. Dit betekent een belangrijke tijdsbesparing, vooral bij een groot aantal sonderingen die op korte afstand van elkaar moeten worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld het geval is bij een slappe ondergrond.

10 Bij het uitvoeren van de eerste sondering wordt het op traditionele wijze samengesteld, zodat de werkwijze volgens de uitvinding in die eerste fase tevens de stappen omvat van: -het in de grond drukken van een eerste sectie, -het koppelen van een tweede sectie aan de bovenzijde van de eerste sectie, 15 -het verder in de grond drukken van de samengestelde eerste en tweede secties, -het koppelen van verdere secties, onder het telkens verder in de grond drukken van de samengestelde secties, totdat het slanke orgaan compleet is samengesteld.

Overigens zal bij het beëindigen van de serie sonderingen het slanke orgaan worden uiteengenomen in de aparte secties, bij het verwijderen daarvan op de laatste 20 positie. Ook hierbij geldt echter dat het demonteren van het slanke orgaan slechts één keer hoeft te worden uitgevoerd, hetgeen ook weer tijdwinst tot gevolg heeft.

Het indrijfapparaat is ondersteund op het gestel, en kan in bepaalde gevallen vast zijn bevestigd aan het gestel. Het indrijfapparaat kan dan bijvoorbeeld via een geschikte opening in het gestel het slanke orgaan in de ondergrond drukken. Volgens een de 25 voorkeur genietende uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat deze echter de stappen van: -het op de eerste positie plaatsen van het indrijfapparaat op de ondergrond, -het op de eerste positie in de ondergrond drijven van het slanke orgaan, -het op de eerste positie uit de ondergrond verwijderen van het slanke orgaan, 30 -het verwijderen van het indrukapparaat van de eerste positie, -het op de tweede positie plaatsen van het indrijfapparaat op de ondergrond.

4

Het op de ondergrond geplaatste indrijfapparaat heeft een stabiele positie, zodanig dat het slanke orgaan op geschikte wijze in de ondergrond kan worden gedrongen zonder dat het gestel daarbij ontoelaatbaar belast wordt.

De uitvinding heeft verder betrekking op de combinatie van een 5 behandelingsinrichting die een verrijdbaar gestel en een op het gestel ondersteund indrukapparaat omvat, alsmede tenminste twee secties die achter elkaar samenstelbaar zijn tot een slank orgaan. Een dergelijke combinatie is eveneens bekend. Zoals hiervoor toegelicht, worden de secties telkens stuk voor stuk op elkaar bevestigd ter vorming van het slanke orgaan, en ook weer na iedere sondering stuk voor stuk van elkaar 10 losgenomen. Bij de combinatie volgens de uitvinding is een dergelijke omslachtige gang van zaken vermeden doordat het indrijfapparaat is voorzien van een geleiding die een lengte heeft gelijk aan de lengte van tenminste twee samengestelde secties.

De geleiding met een relatief grote lengte maakt het mogelijk om het slanke orgaan in één geheel te behandelen zowel bij het verwijderen daarvan na een eerste 15 sondering, bij het vervolgens verplaatsen van de aanbrenginrichting als bij het vervolgens in de ondergrond drijven van het slanke orgaan op een andere positie. Het is daarom dus niet nodig om het slanke orgaan uiteen te nemen en weer samen te stellen op verschillende posities.

Het indrijfapparaat bezit bij voorkeur een huis waarin zich indrijfelementen 20 bevinden die kunnen aangrijpen op het slanke orgaan, waarbij de geleiding is bevestigd aan het huis van het indrijfapparaat. Deze indrijfelementen kunnen op allerlei verschillende manieren zijn uitgevoerd, die op zich bekend zijn en die er verder niet in detail zullen worden beschreven. Als voorbeeld worden genoemd hydraulische indrijfelementen. Ook zou het indrijfapparaat zoals bekend uit het Nederlandse 25 octrooischrift 1.021.599 kunnen worden toegepast. Daaruit is bekend om een slank orgaan in te klemmen tussen de twee naar elkaar gekeerde parten van een tweetal kettingen, waarbij elke schakel van een ketting een drukblok draagt met een contour die is gevormd naar, en aangrijpt op, het buitenoppervlak van het slanke orgaan.

Ter verdere vergemakkelijking van de behandeling van het slanke orgaan is bij 30 voorkeur op afstand boven het huis een tafel aangebracht, zodanig dat tussen de tafel en het huis telkens een sectie aanbrengbaar is bij het samenstellen van het slanke orgaan. De geleiding kan dan op de tafel zijn bevestigd. Deze geleiding op zijn beurt kan zijn uitgevoerd in vele verschillende vormen, onder de voorwaarde dat deze geschikt 5 moeten zijn om het lange, slanke orgaan op geschikte wijze te geleiden zonder dat verbuigingen of knik in daarvan optreedt, Als voorbeeld wordt genoemd een geleiding in de vorm van een lange, holle buis met een inwendige diameter die groter is dan de grootste dwarsafmeting van het slanke orgaan. De geleiding kan echter elke in wezen 5 prismatische geleidingsconstructie betreffen met een inwendige doorgang waarvan de dwarsafinetingen groter zijn dan de dwarsafmetingen van het slanke orgaan.

De geleidingsconstructie moet een zodanige sterkte en stijfheid bezitten dat deze, ondanks de vrij grote omhoog stekende lengte, het slanke orgaan op geschikte wijze kan ondersteunen. Dit betekent dat de geleidingsconstructie bestand moet zijn tegen de 10 schokken en zwenkingen die het gestel ondergaat bij het verrijden over een oneffen terrein tussen de verschillende posities waar sonderingen moeten worden uitgevoerd. Anderzijds is het ongewenst om de geleidingsconstructie te zwaar uit te voeren, aangezien de massatraagheid van de geleidingsconstructie de stabiliteit van de aanbrenginrichting nadelig beïnvloedt.

15 De voorkeur gaat daarom uit naar een geleidingsconstructie die aanvullend is ondersteund tegen dwarsbelastingen en doorbuigingen. Bij voorkeur is de tafel daarom voorzien van uithouders, tussen welke uithouders en een hoger gelegen deel van de geleidingsconstructie zich telkens spanorganen uitstrekken. De spanorganen die door middel van de uithouders op afstand van de geleidingsconstructie kunnen worden 20 gehouden, leveren een aanzienlijke vergroting van de buigstijfheid op, zonder dat daartoe het gewicht te veel zou toenemen. Ter verdere vergroting van de stabiliteit kunnen de spanorganen zijn geleid over hulpuithouders die zijn bevestigd aan de geleidingsconstructie.

Hiervoor reeds genoemd dat de geleidingsconstructie bijvoorbeeld zou kunnen 25 zijn uitgevoerd in de vorm van een buis. Een lichte en betrouwbare uitvoering van de geleidingsconstructie is die met een vakwerkconstructie. Een dergelijke vakwerkconstructie kan bijvoorbeeld een driehoekige of rechthoekige dwarsdoorsnede bezitten.

De uitvinding heeft verder betrekking op een behandelingsinrichting die gebruikt 30 kan worden bij de hiervoor beschreven werkwijze in combinatie. Deze behandelingsinrichting kan een verrijdbaar gestel omvatten, een op het gestel voorzien platform dat roteerbaar is ten opzichte van het gestel volgens een in wezen verticale hartlijn, een op het platform voorziene arm die roteerbaar is te opzichte van het 6 platform volgens een in wezen horizontale hartlijn, alsmede ophangmiddelen aan het vrije eind van de arm waaraan het indrukapparaat is opgehangen.

Een dergelijke behandelingsinrichting vergroot de mogelijkheden met betrekking tot het uitvoeren van sonderingen. De diverse graden van vrijheid die worden verkregen 5 door middel van het roteerbare platform en de roteerbaar daarop bevestigde arm maken het mogelijk om het indrukapparaat steeds op de gewenste positie te plaatsen. Tevens kan door middel van het gestel en de arm het indrukapparaat stevig en stabiel op de gewenste positie worden vastgehouden.

In verband met het op de gewenste wijze behandelen van het indrukapparaat 10 kunnen de ophangmiddelen een schamierverbinding omvatten tussen de arm en het huis van het indrukapparaat. Daarnaast kunnen de ophangmiddelen een actuator omvatten die enerzijds verbonden is aan de arm en anderzijds aan het huis van het indrukapparaat voor het doen roteren van het indrukapparaat te opzichte van de arm rond de schamierverbinding.

15 Uit het Amerikaanse octrooischrift 5.592.993 is een inrichting bekend met een gestel, een draaibaar op het gestel gemonteerd platform en een draaibaar aan het gestel opgehangen arm waaraan een boorinrichting is bevestigd. Deze boorinrichting bezit een telescoperende drager, die de boor, boormotor en boorstang geleidt bij uitvoeren van de boorwerkzaamheden. De drager wordt daarbij op de ondergrond geplaatst. Een 20 dergelijke inrichting is niet geschikt voor het in de grond drukken van een slank orgaan. Bovendien is deze bekende inrichting niet geschikt voor het manipuleren van een slank orgaan met grote lengte.

De uitvinding zal nu verder worden tocgclicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

25 Figuur 1 toont een zijaanzicht van de behandelingsinrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de behandelingsinrichting, in neergelaten toestand.

Figuur 3 toont een aanzicht in perspectief van een gedeelte van de 30 behandelingsinrichting.

Figuur 4 toont een gedeelte van het slanke orgaan.

In de figuren 1 en 2 is de in zijn geheel met verwijzingsteken 1 aangeduide behandelingsinrichting weergegeven, alsmede het door middel van die 7 behandelingsinrichting 1 gemanipuleerde slank orgaan 2. Het slanke orgaan 2 is, zoals weergegeven in figuur 4, opgebouwd uit een aantal standaard secties 3 en de aan het onderste eind voorziene sectie 4 met een konusvormige eind 5. De verbindingen tussen de secties 3, 4 zijn op zich bekend, en daarom verder niet in detail weergegeven. Door 5 een geschikt aantal secties 3,4 aan elkaar te verbinden, kan een slank orgaan 2 met de gewenste lengte worden verkregen, bijvoorbeeld een lengte tussen 10 en 20 m afhankelijk van de te sonderen ondergrond.

Gebruikelijk is om bij het uitvoeren van sonderingen, de sectie 4 met konusvormige eind 5 telkens te verlengen door verdere secties 3 aan te brengen, en 10 stapsgewijze het aldus zich vormende slanke orgaan 2 in de ondergrond te drukken. Omgekeerd is het gebruikelijk om, bij het verwijderen van het slanke orgaan 2 uit de ondergrond, telkens een sectie 3 los te nemen en te verwijderen, enzovoorts. Een dergelijke gang van zaken is omslachtig en kost veel tijd en geld, vooral indien grote aantallen sonderingen moeten worden uitgevoerd in een slappe ondergrond, 15 bijvoorbeeld in verband met het berekenen van een fundering.

De behandelingsinrichting 1 heeft ten doel een meer efficiënte wijze van het sonderen van de ondergrond te verschaffen. De behandelingsinrichting 1 bezit daartoe de in zijn geheel met 6 aangeduide geleiding die geschikt is voor het op en neer geleiden, bij het respectievelijk in de grond dringen respectievelijk eruit verwijderen, 20 van het slank orgaan 2. Deze geleiding 6 bestaat uit de vakwerkconstructie 7, die een driehoekige dwarsdoorsnede heeft zoals te zien is in de doorsnede van figuur 2. De vakwerkconstructie 7 kan zijn opgebouwd uit een aantal vakwerkconstructiesegmenten 8. De vakwerkconstructie 7 bezit op zich een relatief geringe buigstijfheid. Teneinde dc stijfheid van de geleiding 6 vergroten, zijn uithouders 9 voorzien welke onderdeel 25 uitmaken van de tafel 10. Deze tafel 10 is door middel van steunen 11 ondersteund op het huis 12 van indrukapparaat 13. Aan het huis 12 is verder een platform 14 bevestigd voor het bedienend personeel. Verder kan zich op de tafel 10 een voorraad 17 uit secties 3 bevinden in verband met het opbouwen respectievelijk uit elkaar nemen van het slanke orgaan 2.

30 De uithouders 9 steken uit ten opzichte van de tafel 10 en het huis 12. Vanaf de uithouders 9 strekken zich spanorganen, in het onderhavige voorbeeld trekkabels 15 uit, die via hulpuithouders 16 op een hoger niveau zijn bevestigd aan de vakwerkconstructie 7. Daarnaast kunnen nog verdere trekkabels zijn voorzien (niet 8 getoond), die zich uitstrekken vanaf de uithouders 9 tot nabij de top van de vakwerkconstructie 7. Door middel van de combinatie van de vakwerkconstructie 7, uithouders 9 en trekkabels 15 heeft de geleiding 6 een relatief hogere buigstijfheid verkregen.

5 Het geheel bestaande uit het indrukapparaat 13 met daarop de geleiding 6 is bevestigd aan het voertuig 18. Dat voertuig 18 bezit een gestel 19 voorzien van rupsen 20. Op het gestel 19 is platform 21 draaibaar om een vertikale hartlijn gemonteerd, welk platform aandrijvingen en een cabine 22 draagt. Op het platform 21 is verder een arm 23 draaibaar rond scharnier 24 met horizontale hartlijn ondersteund. Door middel 10 van de zuiger/cilinderinrichting 25 is de arm 23 rond het scharnier 24 op en neer beweegbaar.

Aan het vrije eind van de arm 23 bevindt zich een scharnier 26 waaraan de drager 27 is bevestigd. Verder is aan dat eind van de arm en actuator 28 voorzien, die enerzijds aangrijpt op de arm en anderzijds op die drager. Door de actuator 28 te 15 verlengen of te korten, kan de drager 27 worden gekanteld. Daarmee kan ook het indrijfapparaat 13 en geleiding 6 worden gekanteld, bij voorbeeld in verband met transport nadat de geleiding is verwijderd. Het indrijfapparaat 13 is daartoe opgehangen aan de drager 27. Het huis 12 van het indrijfapparaat 13 bezit voeten 29. Het indrijfapparaat 13 is voorzien van op zich bekende indrijfelementen 30, die 20 bijvoorbeeld hydraulisch aangedreven kunnen zijn.

In gebruik wordt de behandelingsinrichting 1 op de gewenste plaats gepositioneerd, en in het bijzonder wordt daarbij het indrijfapparaat 13 op de juiste positie neergezet, waarbij dc voeten 29 op het oppervlak van dc ondergrond terechtkomen. Dit kan door het voertuig 18 te manoeuvreren en ook door de arm 23 op 25 de geschikte wijze te manipuleren. Vervolgens wordt bij een eerste positie het slanke orgaan 2 samengesteld door telkens secties 3, 4 samen te stellen. Nadat het slanke orgaan 2 in de ondergrond is gedreven en gewenste resultaten zijn gekregen, kan het slanke orgaan 2 in zijn geheel, dat wil zeggen zonder de secties 3, 4 alle weer afzonderlijk los te nemen en te verwijderen, omhoog worden bewogen, waarbij de 30 geleiding 6 ervoor zorgt dat het relatief buigslappe slanke orgaan goed ondersteund is. Het voertuig 18 kan vervolgens worden verreden naar de volgende positie, waar het slanke orgaan 2 direct in de ondergrond kan worden gedreven en metingen kan 9 uitvoeren. Het oponthoud van het telkens aanbrengen van een nieuwe sectie 3 komt daarbij te vervallen, hetgeen tijdwinst oplevert en kosten bespaart.

Hoewel in het voorgaande is verwezen naar het in de grond drijven van een slank orgaan in verband met explosievenopruiming dan wel het uitvoeren van metingen, kan 5 door middel van de inrichting volgens de uitvinding ook een slank orgaan in de grond wordt gedreven in verband met andere doeleinden. Genoemd worden als voorbeeld het in de grond drijven van een slank orgaan in verband met het inbrengen of injecteren van bepaalde fluïda. In het bijzonder kan gedacht worden aan het injecteren in de bodem van bacteriële oplossingen, in verband met het bestrijden van bodemvervuiling.

10 10

Lijst van verwijzingstekens 1. Behandelingsinrichting 2. Slank orgaan 5 3. Sectie 4. Sectie met konusvormige eind 5. Konusvormige eind van sectie 6. Geleiding 7. Vakwerkconstmctie 10 8. Vakwerkconstructiesegmenten 9. Uithouder 10. Tafel 11. Steun 12. Huis 15 13. Indrijfapparaat 14. Platform 15. Spankabel 16. Hulpuithouder 18. Voertuig 20 19. Gestel 20. Rups 21. Platform 22. Cabine 23. Arm 25 24. Scharnier van arm 25. Actuator van arm 26. Scharnier 27. Drager 28. Actuator 30 29. Voet 30. Indrijfelement

Claims (17)

1. Werkwijze voor het uitvoeren van werkzaamheden in een ondergrond door middel van in combinatie een slank orgaan (2) dat samenstelbaar is uit meerdere achter 5 elkaar gekoppelde secties (3,4) alsmede een behandelingsinrichting (1) voorzien van een verrijdbaar gestel (19) en een op het gestel ondersteund indrijfapparaat (13) voor het in de ondergrond drijven van het slanke orgaan (2), omvattende de stappen van: -het op een eerste positie in de ondergrond drijven van het slanke orgaan (2), -het op die eerste positie uit de ondergrond verwijderen van het slanke orgaan (2) 10 onder handhaving van de samengestelde toestand daarvan, -het geleiden van het boven het indrukapparaat (13) uitstekende deel van het slanke orgaan (2), -het verplaatsen van de behandelingsinrichting (1) naar een tweede positie op afstand van de eerste positie, 15 -het op de tweede positie in de ondergrond drijven van het slanke orgaan (2).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stappen van: -het in de grond drijven van een eerste sectie (4), -het koppelen van een tweede sectie (3) aan de bovenzijde van de eerste sectie 20 (4), -het verder in de grond drijven van de samengestelde eerste en tweede secties (3, 4), -het koppelen van verdere secties (3,4), onder het telkens verder in de grond drijven van de samengestelde secties (3,4), totdat het slanke orgaan (2) compleet is 25 samengesteld.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende de stappen van: -het op de eerste positie plaatsen van het indrijfapparaat (13) op de ondergrond, -het op de eerste positie in de ondergrond drijven van het slanke orgaan (2), 30 -het op de eerste positie uit de ondergrond verwijderen van het slanke orgaan (2), -het verwijderen van het indrukapparaat (13) van de eerste positie, -het op de tweede positie plaatsen van het indrijfapparaat (13) op de ondergrond.

4. In combinatie, een behandelingsinricntmg (1) omvattende een verrijdbaar gestel (19) en een op het gestel ondersteund indrijfapparaat (13), alsmede tenminste twee secties (3,4) die achter elkaar samenstelbaar zijn tot een slank orgaan (2), met het kenmerk dat het indrijfapparaat (13) is voorzien van een geleiding (6) die een lengte 5 heeft gelijk aan de lengte van tenminste twee samengestelde secties (3,4), waarbij de combinatie is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één van de conclusies 1-3.

5. Combinatie volgens conclusie 4, voorzien van een indrijfapparaat (13) met een 10 huis (12) waarin zich indrijfelementen (30) bevinden die kunnen aangrijpen op het slanke orgaan (2), waarbij de geleiding (6) is bevestigd aan het huis (12) van het indrukapparaat (13).

6. Combinatie volgens conclusie 5, waarbij op afstand boven het huis (12) een 15 tafel (10) is aangebracht, zodanig dat tussen de tafel (10) en het huis (12) telkens een sectie (3, 4) aanbrengbaar is bij het samenstellen van het slanke orgaan (2).

7. Combinatie volgens conclusie 6, waarbij de geleiding (6) is bevestigd op de tafel (10). 20

8. Combinatie volgens conclusie 7, waarbij de geleiding (6) een in wezen prismatische geleidingsconstructie (7) omvat met een inwendige doorgang waarvan de dwarsafmetingen groter zijn dan de dwarsafmetingen van het slanke orgaan (2).

9. Combinatie volgens conclusie 8, waarbij de tafel (10) is voorzien van uithouders (9), tussen welke uithouders (9) en een hoger gelegen deel van de geleidingsconstructie (6) zich telkens spanorganen (15,17) uitstrekken.

10. Combinatie volgens conclusie 9, waarbij de spanorganen (15) zijn geleid over 30 hulpuithouders (16) die zijn bevestigd aan de geleidingsconstructie (7).

11. Combinatie volgens een der conclusies 8-10, waarbij de geleidingsconstructie een vakwerkconstructie (7) omvat.

12. Combinatie volgens conclusie 11, waarbij de vakwerkconstructie (7) een driehoekige of rechthoekige dwarsdoorsnede bezit.

13. Combinatie volgens een der conclusies 4-12, de behandelingsinrichting (1) omvattende een verrijdbaar gestel (19), een op het gestel voorzien platform (21) dat roteerbaar is ten opzichte van het gestel (19) volgens een in wezen verticale hartlijn, een op het platform (21) voorziene arm (23) die roteerbaar is te opzichte van het platform (21) volgens een in wezen horizontale hartlijn, alsmede ophangmiddelen (26) 10 aan het vrije eind van de arm (23) waaraan een indrijfapparaat (13) met een geleiding (6) is opgehangen.

14. Combinatie volgens conclusie 13, waarbij de ophangmiddelen een schamierverbinding (26) omvatten tussen de arm (23) en het huis (12) van het 15 indrij fapparaat (13).

15. Combinatie volgens conclusie 13 of 14, waarbij de ophangmiddelen een actuator (28) omvatten die enerzijds verbonden is aan de arm (23) en anderzijds aan het huis (12) van het indrijfapparaat (13) voor het doen roteren van het indrijfapparaat (13) 20 te opzichte van de arm rond de schamierverbinding (26).

16. Combinatie volgens conclusie 15, waarbij een drager (27) is voorzien die enerzijds is verbonden met de arm (23) en anderzijds met het huis (12) van het indrijfapparaat (13). 25

17. Combinatie volgens een der conclusies 13-16, omvattende een van rupsbanden (20) voorzien gestel (19).