NL2003755C2 - Verpakking voor een vloeibare of pasteuze massa, zoals verf. - Google Patents

Description

Verpakking voor een vloeibare of pasteuze massa, zoals verf

De uitvinding betreft een verpakking voor een vloeibare 5 of pasteuze massa, zoals verf.

Verf wordt gewoonlijk in blikken of kunststof emmers verpakt. Daarbij worden acryl en latex-achtige verven veelal in kunststof emmers verpakt, terwijl blikken gewoonlijk lakken bevatten.

10 Verfblikken hebben typisch een cilindrische of conische vorm. Bij het transport van dergelijke verpakkingen wordt veel loze ruimte getransporteerd. Allereerst wordt veel loze ruimte in beslag genomen bij het transport van de lege blikken en emmers naar de verffabrikant. Bovendien wordt veel loze ruimte 15 in beslag genomen vanwege alle opslag bij de verffabrikant van lege verpakkingen. Verder nemen cilindrische en conische blikken ook nog veel loze ruimte in, nadat deze afgevuld zijn. Bij een opeenstapeling van blikken op een pallet zal er altijd veel loze ruimte tussen de blikken aanwezig zijn.

20 Kunststof emmers zijn er in conische vorm, maar ook in een min of meer rechthoekige vorm. Om de emmer voldoende stevigheid te geven, is deze voorzien van verstevigingsribben, met name rond de rand van de opening. Door deze verstevigingsribben kunnen de rechthoekige en conische emmers 25 niet direct tegen elkaar aan geplaatst worden op een pallet en zal er alsnog veel loze ruimte aanwezig zijn tijdens transport. Voor de conische emmers geldt het zelfde nadeel als bij de blikken dat er erg veel loze ruimte tussen de verpakkingen aanwezig is.

30 Daarnaast heeft een kunststof emmer het nadeel dat veel kunststof nodig is voor de fabricage, o.a. door de nodige verstevigingen. Bovendien wordt de nodige energie verbruikt tijdens de productie van de kunststof emmer en wordt er veel CO2 gegenereerd, waardoor een kunststof emmer uiteindelijk een hoge 35 milieubelasting vormt. Tevens wordt er metaal gebruikt bij de 2 fabricage van kunststof emmers. Het metaal dient als handvat.

Verder hebben zowel een verfblik als een emmer het nadeel, dat het uitschenken van de vloeibare of pasteuze massa niet eenvoudig gaat. Doordat een groot deel van de rand van de 5 opening van de houder gebruikt wordt bij het uitschenken, ontstaat hierdoor een relatief brede straal, die gemakkelijk tegen de buitenzijde van de houder aankomt, wanneer het uitschenken gestopt wordt. Dit is niet gebruikersvriendelijk.

Een ander nadeel van de bekende verfblikken en emmers is 10 dat de verf na het openen van de verpakking beperkt houdbaar is. Dit komt doordat na het openen van de verpakking lucht in de verpakking komt, die de kwaliteit van de verf aantast. Daarnaast wordt door de gebruiker vaak gereedschap gebruikt om de verf te roeren, waardoor verontreinigingen, zoals bacteriën in de verf 15 kunnen komen en schimmelvorming kan ontstaan.Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een verpakking, die omvat: - een vormvaste behuizing; en 20 - een in de vormvaste behuizing aangebrachte flexibele houder voor de pasteuze massa; waarbij de flexibele houder een afsluitbare uitstroomopening omvat.

Door de scheiding van de functies van de verpakking in 25 een vormvaste behuizing en een flexibele houder is het mogelijk de verpakking na gebruik milieuvriendelijker te verwerken. De flexibele houder, die bijvoorkeur van kunststof is, en de vormvaste behuizing, die bijvoorkeur van karton is, zijn zeer eenvoudig te scheiden, waardoor deze separaat kunnen worden 30 verwerkt conform de richtlijnen van de overheid.

Daarnaast kan door de flexibele houder de verf langer goed blijven. Wanneer de uitstroomopening geopend wordt, is het niet nodig dat er lucht bij de verf komt. De flexibele houder zal door het uitstromen van de pasteuze massa vanzelf in elkaar 35 zakken, waardoor er geen lucht nodig is om het volume van de 3 uitgestroomde massa te vervangen.

In een uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding omvat de flexibele houder een bodemwand, een opstaande omtrekswand en een bovenwand omvat.

5 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding omvat de flexibele houder een afsluitbare vulopening. Via de vulopening kan de verpakking in de fabriek gemakkelijk gevuld worden. De afmetingen van de vulopening kunnen daarbij aangepast worden aan de vulmachines, terwijl de 10 uitstroomopening juist de gewenste afmetingen kan hebben voor het laten uitstromen van de verf.

Daarnaast heeft een vulopening het voordeel dat eenvoudig een kleurstof aan de verf toegevoegd kan worden. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk in bouwmarkten een standaard witte 15 verf op kleur te laten maken.

Verder kan de vulopening gebruikt worden om wanneer de flexibele houder leeg is, de binnenzijde te laten drogen. Nadat de flexibele houder aan de binnenzijde is gedroogd en geen vloeibare verfresten meer aanwezig zijn, kan de flexibele houder 20 gewoon bij het huisvuil of het geldende afvalstroom van de betreffende gemeente, weggegooid worden.

Bijvoorkeur is de afsluitbare vulopening diametraal tegenover de uitstroomopening aangebracht. Hierdoor is het mogelijk om de uitstroomopening op het laagste punt te houden en 25 de vulopening op het (nagenoeg) hoogste punt. Door in deze stand de vulopening te openen en de uitstroomopening open te zetten, is het mogelijk het laatste restje verf uit de flexibele houder te laten stromen. Vervolgens kan de houder dan aan de binnenzijde gedroogd worden. Bijvoorkeur is de afsluitbare 30 vulopening in de bovenwand is aangebracht. Daarnaast heeft het de voorkeur dat de afsluitbare uitstroomopening is aangebracht nabij de bodemwand.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding omvat de uitstroomopening een buisvormig 35 deel, dat met een eerste eind is aangebracht aan de flexibele 4 houder. Dit buisvormig deel kan bij voorkeur uit de vormvaste behuizing gebogen worden, zodat de uitstroomopening zich op enige afstand van de behuizing bevindt. Dit vereenvoudigt het uitschenken van de pasteuze massa uit de verpakking.

5 In een verdere uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding heeft het eerste eind van het buisvormige deel een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnede. Daarbij is het ovale deel bij voorkeur dicht bij de bodem van de flexibele houder aangebracht. Wanneer nu de flexibele houder leegloopt en als gevolg daarvan 10 in elkaar zakt, wordt door de ovale dwarsdoorsnede het risico beperkt dat de in elkaar gezakte houder het buisvormige deel aan de binnenzijde afsluit.

Bijvoorkeur is verder bij een verpakking volgens de uitvinding op de afsluitbare uitstroomopening een kraan 15 aangebracht. Met een dergelijke kraan kan de uitstromende hoeveelheid pasteuze massa gemakkelijk gedoseerd worden.

In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding is de vormvaste behuizing balkvormig. De balkvorm is gelijk aan een rechthoekige en 20 vierkante doosvorm. Door deze vorm kan de verpakking zeer compact gestapeld worden op bijvoorbeeld een pallet, waardoor loze ruimte nagenoeg volledig voorkomen kan worden.

Het is zeer geprefereerd wanneer bij een verpakking volgens de uitvinding de vormvaste behuizing een kartonnen doos 25 is. Met een kartonnen doos kan een stevige behuizing verkregen worden tegen lage kosten. Bovendien kan een kartonnen doos uit een plano gevouwen worden, waardoor de transportkosten van de kartonfabrikant naar de verffabrikant geminimaliseerd kunnen worden. Verder heeft het gebruik van karton het voordeel, dat 30 karton gemakkelijk gerecycled kan worden.

Het heeft verder de voorkeur dat de verpakking een uitscheurbaar wanddeel omvat, ten einde een opening te verschaffen voor de uitstroomopening. Dit uitscheurbaar wanddeel wordt na de aanschaf van een verpakking met bijvoorbeeld verf 35 uit de vormvaste behuizing gescheurd, zodat een opening 5 ontstaat, waardoorheen het buisvormig deel gestoken kan worden.

In een andere geprefereerde uitvoeringsvorm van de verpakking volgens de uitvinding is in de vormvaste behuizing een tussenschot aangebracht. Een dergelijk tussenschot heeft in 5 het bijzonder de voorkeur bij een uitvoering van de verpakking met een buisvormig deel, waarbij het tussenschot is aangebracht tussen het buisvormig deel en de flexibele houder.

Door het tussenschot wordt het buisvormig deel gescheiden van de flexibele houder, waardoor eventuele 10 beschadiging van de flexibele houder door het buisvormig deel voorkomen wordt.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een 15 uitvoeringsvorm van een verpakking volgens de uitvinding in gesloten toestand.

Figuur 2 toont de verpakking volgens figuur 1 in geopende toestand.

Figuur 3 toont in perspectivisch aanzicht de flexibele 20 houder van figuren 1 en 2.

Figuren 4A en 4B tonen een variant op de flexibele houder volgens figuur 1.

Figuur 5 toont in perspectivisch aanzicht een aantal gestapelde verpakkingen volgens de uitvinding.

25 Figuur 6 toont in perspectivisch aanzicht een flexibele houder van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Figuur 7 toont in perspectivisch aanzicht en met uiteengenomen delen de tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

30 In figuur 1 wordt een verpakking 1 volgens de uitvinding getoond. De verpakking 1 heeft een kartonnen doos 2 met in de bovenwand 3 een geïntegreerde handgreep 4.

Aan de voorzijde van de verpakking 1 is een uitscheurbaar wanddeel 5 is voorzien. Aan de bovenzijde van dit 35 wanddeel 5 is een opening 6 voorzien, zodat een gebruiker 6 gemakkelijk met een vinger achter het wanddeel 5 kan komen om het vervolgens uit te scheuren.

In figuur 2 is het wanddeel 5 uitgescheurd, waardoor een opening in de kartonnen doos 2 ontstaat, waardoorheen een 5 buisvormig deel 7 van een flexibele houder 8 steekt. De flexibele houder 8 is in de kartonnen doos 2 aangebracht.

Aan het vrije eind van het buisvormige deel 7 is een uitstroomopening voorzien, die met een dop 9 is afgesloten.

In figuur 3 is de flexibele houder 8 zonder kartonnen 10 doos 2 getoond. De houder 8 heeft een bodemvlak 10, een van het bodemvlak 10 opstaande omtrekswand 11 en een bovenwand 12. In de bovenwand 12 is een met een dop 13 afgesloten vulopening voorzien. Aan weerszijden van de dop 13 zijn verder bevestigingsogen 14 aangebracht. Aan deze bevestigingsogen kan 15 bijvoorbeeld de handgreep 4 zijn aangebracht of kan de flexibele houder 8 worden opgehangen.

Het buisvormige deel 7 heeft ter hoogte van de aansluiting 15 op de flexibele houder 8 een ovaalvormige dwarsdoorsnede. Hierdoor kan het buisvormige deel 7 nabij de 20 bodem 10 van de flexibele houder 8 worden aangebracht, terwijl een benodigd doorstroomoppervlak behouden kan blijven.

Wanneer de flexibele houder 8 leeg is, kan de kartonnen doos 2 verwijderd worden. De doos 2 kan via het oud papier gerecycled worden.

25 De dop 13 wordt vervolgens van de flexibele houder 8 verwijderd zodat de vulopening open is en de binnenzijde van de flexibele houder 8 kan drogen. Wanneer de verfresten in de flexibele houder 8 uitgehard zijn, kan de houder 8 eenvoudig via het reguliere huisafval weggegooid worden.

30 In figuur 4A is een variant 30 op de flexibele houder 8 van figuur 1 getoond. In deze variant 30 is het buisdeel 31 met afsluitdop 32 langs de omtrekswand 33 omhoog gevouwen. In het buisvormig deel 31 is een verdikking 34 aangebracht, die in omhoog gevouwen toestand tegen de rand 35 van de omtrekswand 33 35 aanligt. Hierdoor wordt de toegang tot het buisvormige deel 31 7 afgesloten. Dit is voordelig, indien nog een kleurpasta door de verf gemengd dient te worden.

In figuur 4B is het buisvormig deel 31 omlaag gevouwen, waardoor de toegang tot het buisvormig deel 31 wordt 5 vrijgegeven. Daarbij is in de omtrekswand 33 een tweede scharnierrand 36 aangebracht, die voor een vergroting van de doorgang zorgt.

In de figuren 4A en 4B is een verdikking getoond voor het afsluiten van de doorgang naar het buisvormig deel 31. de 10 afsluiting kan in andere uitvoeringsvormen ook geschieden door een daartoe aangebrachte klep of flap.

In figuur 5 wordt een pallet 16 getoond, waarop een aantal verpakkingen 1 zijn gestapeld. Zoals duidelijk is uit de figuur zorgt de balkvormige verpakking er voor dat er geen loze 15 ruimte aanwezig is tussen de verpakkingen 1 wanneer deze op elkaar gestapeld zijn.

In figuur 6 wordt een flexibele houder 20 van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding getoond. De flexibele houder 20 heeft een bodem 21, een opstaande omtrekswand 22 en 20 een bovenwand 23. In de bovenwand 23 is een vulopening aangebracht, die afgesloten is met een dop 24. Verder is op de bovenwand een handgreep 25 aangebracht, waarmee de flexibele houder 20 eenvoudig vastgehouden kan worden.

Aan de voorzijde van de flexibele houder 20 is nabij de 25 bodem 21 een buisvormig deel 26 aangebracht aan de omtrekswand 22. Dit buisvormig deel 26 heeft aan het vrije eind een met een dop 27 afgesloten uitstroomopening.

In figuur 7 is de tweede uitvoeringsvorm met uiteengenomen delen getoond. De flexibele houder 20 wordt in een 30 kartonnen doos 28 geplaatst. Daarbij wordt het handvat 25 van de flexibele houder 20 tegen de bovenwand 23 gevouwen en wordt het buisvormige deel 26 omhoog gevouwen. Om beschadiging van de flexibele houder 20 door het buisvormige deel 26 en door de daarop aangebrachte dop 27 te voorkomen is in de kartonnen doos 35 28 een tussenschot 29 aangebracht. Dit tussenschot 29 is bij

Claims (12)

1. 2. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de flexibele houder een bodemwand, een opstaande omtrekswand en een bovenwand omvat.
2. 3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, waarbij de flexibele houder een afsluitbare vulopening omvat.
3. 4. Verpakking volgens conclusie 3, waarbij de afsluitbare vulopening diametraal tegenover de uitstroomopening is aangebracht.
4. 5. Verpakking volgens conclusie 2 en 3, waarbij de afsluitbare vulopening in de bovenwand is aangebracht.
5. 6. Verpakking volgens conclusie 2, waarbij de afsluitbare uitstroomopening is aangebracht nabij de bodemwand.
6. 7. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitstroomopening een buisvormig deel omvat, dat met een eerste eind is aangebracht aan de flexibele houder.
7. 8. Verpakking volgens conclusie 7, waarbij het eerste eind van het buisvormige deel een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnede heeft.
8. 9. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij op de afsluitbare uitstroomopening een kraan of 30 (schroef)dop is aangebracht.
9. 10. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vormvaste behuizing balkvormig of vierkantvormig is. II. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vormvaste behuizing een kartonnen doos is.
10. 12. Verpakking volgens conclusie 11, omvattende een uitscheurbaar wanddeel, ten einde een opening te verschaffen voor de uitstroomopening.
11. 13. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de vormvaste behuizing een tussenschot is 5 aangebracht.
12. 14. Verpakking volgens conclusie 13 en 7, waarbij het tussenschot is aangebracht tussen het buisvormig deel en de flexibele houder.