NL2003581C2 - Object geactiveerde reclame. - Google Patents

Description

Object geactiveerde reclame

De uitvinding betreft een combinatie van een object en een inrichting voor het tonen van beelden, zoals reclame, welke 5 inrichting omvat: - afbeeldingsmiddelen voor het afbeelden van beelden, zoals reclame; - detectiemiddelen voor het detecteren van het object; - besturingsmiddelen voor het aansturen van de 10 afbeeldingsmiddelen afhankelijk van het gedetecteerde object.

Een dergelijk combinatie is bijvoorbeeld bekend uit US 2008 186179. In deze publicatie wordt een combinatie beschreven waarbij verschillende producten door detectiemiddelen gedetecteerd kunnen worden en afhankelijk van het type product, 15 dat gedetecteerd is, kan vervolgens specifieke data van het product getoond worden. Daartoe kan eventueel ook een commercial behoren. Het nadeel van de combinatie volgens de stand van techniek is echter, dat de getoonde data gerelateerd is aan het gedetecteerde soort product.

20 Het is nu een doel van de uitvinding om een combinatie te verschaffen, waarbij het bovengenoemde nadeel verminderd wordt of zelfs voorkomen.

Dit doel wordt bereikt met een combinatie volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat het object deel uitmaakt 25 van een groep objecten van slechts één type.

De afbeeldingsmiddelen worden volgens de uitvinding aangestuurd bij de detectie van een object. Daarbij zijn de afgebeelde beelden onafhankelijk van het type object, aangezien er volgens de uitvinding gebruik wordt gemaakt van slechts één 30 type object. De objecten worden dan ook volgens de uitvinding gebruikt als trigger om beelden, die onafhankelijk zijn van de objecten, te tonen op de afbeeldingsmiddelen. Dit in tegenstelling tot de stand van techniek waarbij de objecten de afbeeldingsmiddelen aansturen om beelden afhankelijk van het 35 object te tonen.

2

In een uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat het object een identificatiemiddel, dat door de detectiemiddelen gedetecteerd kan worden. Met een identificatiemiddel is het mogelijk voor de combinatie volgens 5 de uitvinding om een object van de uitvinding te onderscheiden van andere objecten, die zich mogelijk in de omgeving van de detectiemiddelen bevinden. Daarnaast is het mogelijk om met behulp van de identificatiemiddelen een aantal objecten in te delen in één groep. Hierdoor wordt het mogelijk om vanuit een 10 grote groep objecten afzonderlijke subgroepen te definiëren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding is het identificatiemiddel een RFID-tag.

Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding zijn de besturingsmiddelen 15 geprogrammeerd om afhankelijk van de gedetecteerde objecten beelden te tonen. Hierbij is het bijvoorbeeld mogelijk om een groep beelden toe te wijzen aan het één type object. Zo kan bijvoorbeeld geprogrammeerd worden welk type reclame getoond wordt, wanneer een object van de combinatie volgens de 20 uitvinding gedetecteerd wordt.

Bij voorkeur worden de beelden geselecteerd afhankelijk van de voorkeur van een gebruiker. Zo kan de reclame toegespitst worden op de interesses van de gebruiker.

Weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de 25 combinatie volgens de uitvinding omvat een dispenser voor het afgeven van objecten, waarbij bij het afgeven van de objecten de objecten gedetecteerd worden en de besturingsmiddelen geprogrammeerd worden op basis van de afgegeven, gedetecteerde objecten. Zo kan een gebruiker bijvoorbeeld zijn voorkeur voor 30 bepaalde reclame kenbaar maken aan de dispenser en vervolgens verschillende objecten uit de dispenser nemen. De besturingsmiddelen worden dan zo geprogrammeerd, dat de uitgenomen objecten tot één groep, dan wel soort behoren.

Wanneer vervolgens een object uit deze groep gedetecteerd wordt, 35 kan een beeld, reclame of een instructievideo getoond worden, 3 overeenkomstig met de voorkeur van de gebruiker.

In een andere uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding omvat de inrichting middelen voor het ten gehore brengen van geluid.

5 In een zeer geprefereerde uitvoeringsvorm van de combinatie volgens de uitvinding zijn de objecten golfballen. Daarbij heeft het de voorkeur dat de afbeeldingsmiddelen een beeldscherm, zoals een TFT-scherm omvatten.

Een golfer kan een aantal golfballen uit een dispenser 10 halen, waarbij de golfer zijn voorkeur aangeeft voor een bepaald type informatie en / of reclame. Wanneer de golfer vervolgens één van de ballen langs de detectiemiddelen beweegt, bijvoorbeeld bij het afslaan, kan vervolgens een reclame of andere informatie getoond worden op het beeldscherm.

15 De uitvinding omvat verder een driving range omvattende een aantal afslagplaatsen, die elk van elkaar gescheiden worden door een inrichting van een combinatie volgens de uitvinding.

Bijvoorkeur zijn de detectiemiddelen aangebracht in de bodem van de afslagplaats. Hierdoor kan een golfer op de 20 gebruikelijke wijze ballen afslaan vanaf de afslagplaats en telkens na de afslag wordt een beeld op afbeeldingsmiddelen getoond, die de afslagplaatsen van elkaar scheiden.

Het is volgens de uitvinding ook mogelijk om beelden te tonen op beeldschermen anders dan de afslagplaats van elkaar 25 scheidende beeldschermen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om beelden te tonen op een scherm bij de 50m aanduiding van de driving range of op schermen bij het clubhuis.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader getoond aan de hand van de bijgaande tekeningen.

30 Figuur 1 toont een schematisch overzicht van een uitvoeringsvorm van een driving range volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont schematisch een uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding voor toepassing op een driving range volgens figuur 1.

35 In figuur 1 wordt een driving range 1 getoond. Deze 4 driving range heeft een aantal afslagplaatsen 2. De afslagplaatsen 2 zijn van elkaar gescheiden door beeldschermen 3. Op een afslagplaats 3 oefent een golfer G zijn swing door het wegslaan van golfballen 4. Zodra een golfbal 4 weggeslagen 5 wordt, zal dit gedetecteerd worden en wordt een reclame op het beeldscherm 3 getoond.

In figuur 2 is schematisch een combinatie volgens de uitvinding getoond. Onder de afslagplaats 2, waarop een golfbal 4 is geplaatst, is een detector 5 aangebracht. Deze detector 5 10 kan een in de golfbal 4 geplaatste RFID tag 6 detecteren. Het zou ook mogelijk zijn om in slagrichting achter de afslagplaats 2 een detectiepoort op te stellen, waarmee de golfbal 4 gedetecteerd kan worden. Hierdoor wordt voorkomen, dat twee op de afslagplaats liggende golfballen gelijktijdig gedetecteerd 15 worden.

De data van de gedetecteerde RFID tag 6, zoals een uniek nummer of gewoon de aanwezigheid van de RFID tag 6, wordt door de detector 5 doorgestuurd aan de besturing 7.

De besturing 7 stuurt vervolgens het beeldscherm 3 aan. 20 Het kan zijn, dat de besturing 7 een reclame of beeld laat zien op het beeldscherm 3, zodra een golfbal 4 gedetecteerd wordt, maar het kan ook zijn, dat de besturing 7 de beelden pas laat zien, zodra de golfbal 4 weer buiten bereik van de detector 5 is.

25 In figuur 2 is verder schematisch een golfbal-dispenser 8 getoond. Deze golfbal-dispenser 8 kan via een afgifteopening 9 een aantal golfballen 4 afgeven. Deze golfballen 4 worden bijvoorbeeld afgegeven na betaling of na het invoeren van een gebruikersnaam, via het besturingspaneel 10.

30 Via dit besturingspaneel 10 kan de voorkeur van een golfer worden ingegeven. Vervolgens worden een aantal golfballen 4 afgegeven. Daarbij gaan de golfballen 4 langs een tweede detector 11, die verbonden is met de besturing 7. Hierdoor weet de besturing 7, welke golfballen 4 tot een bepaalde groep 35 behoren. Samen met de door de gebruiker ingegeven voorkeur kan 5 vervolgens de besturing 7 bij detectie van één van deze golfballen 4 een gewenste afbeelding of reclame tonen op het beeldscherm 3.

Met een dergelijk combinatie volgens de uitvinding is 5 het mogelijk om de voorkeur van een geregistreerde gebruiker centraal op te slaan. Wanneer de gebruiker via de dispenser golfballen neemt, kan de besturing 7 aan de hand van de eerder opgeslagen voorkeuren een selectie maken uit reclames en andere beelden, die vervolgens op het beeldscherm, behorend bij de 10 afslagplaats waar de gebruiker afslaat, getoond worden.

Claims (11)

1. Combinatie van een object en een inrichting voor het 5 tonen van beelden, zoals reclame, welke inrichting omvat: - afbeeldingsmiddelen voor het afbeelden van beelden, zoals reclame; - detectiemiddelen voor het detecteren van het object; - besturingsmiddelen voor het aansturen van de 10 afbeeldingsmiddelen afhankelijk van het gedetecteerde object, met het kenmerk, dat het object deel uitmaakt van een groep objecten van slechts één type.

2. Combinatie volgens conclusie 1, waarbij het object een identificatiemiddel omvat, dat door de detectiemiddelen 15 gedetecteerd kan worden.

3. Combinatie volgens conclusie 2, waarbij het identificatiemiddel een RFID-tag is.

4. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturingsmiddelen geprogrammeerd zijn om afhankelijk 20 van de gedetecteerde objecten beelden te tonen.

5. Combinatie volgens conclusie 4, waarbij de beelden geselecteerd worden afhankelijk van de voorkeur van een gebruiker.

6. Combinatie volgens één van de conclusies 4 of 5, 25 omvattende een dispenser voor het afgeven van objecten, waarbij bij het afgeven van de objecten de objecten gedetecteerd worden en de besturingsmiddelen geprogrammeerd worden op basis van de afgegeven, gedetecteerde objecten.

7. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, 30 waarbij de inrichting middelen voor het ten gehore brengen van geluid omvat.

8. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de objecten golfballen zijn.

9. Combinatie volgens één van de voorgaande conclusies, 35 waarbij de afbeeldingsmiddelen een beeldscherm, zoals een TFT- scherm omvatten.

10. Driving range omvattende een aantal afslagplaatsen, die elk van elkaar gescheiden worden door een inrichting van een combinatie volgens één van de voorgaande conclusies.

11. Driving range volgens conclusie 10, waarbij de detectiemiddelen zijn aangebracht in de bodem van de afslagplaats.