NL2003092C2 - Houdersysteem voor zonnepanelen. - Google Patents

Description

P29642NL00/MVM

Korte aanduiding: Houdersysteem voor zonnepanelen

De uitvinding heeft betrekking op een houdersysteem volgens de aanhef van conclusie 1.

Het is bekend om stationaire houdersystemen te verschaffen voor het houden van zonnepanelen. Deze zonnepanelen kunnen een of meer zonnecellen omvatten voor het winnen van energie uit zonlicht. Dergelijke houdersystemen zijn ingericht om op of aan objecten te 5 worden bevestigd, zoals daken van huizen, lantaarnpalen en dergelijke.

Het is van belang de zonnepanelen in een gunstige hoek ten opzichte van invallend zonlicht te plaatsen om een optimale energieopbrengst te verkrijgen. Ideaal gezien is valt het zonnelicht vrijwel loodrecht op het zonnepaneel.

De invalshoek van de zon verandert echtere gedurende de dag. Het zonnepaneel 10 dient daarom in een oriëntatie te worden opgesteld waarbij de hoek ten opzichte van de zon gedurende de dag optimaal is. Hierbij is het van belang om zowel een gunstige opwaartse hellingshoek ten opzichte van het horizontale vlak te hebben om het zonnepaneel op een gunstige hoek ten opzichte van de hoogte van de zon gedurende de dag te plaatsen. Daarnaast is het van belang het zonnepaneel in een gunstige zijwaartse hellingshoek ten 15 opzichte van een verticale vlak te plaatsen, bijvoorbeeld ten opzichte van het zuiden.

In Nederland levert een stationair zonnepaneel de hoogste opbrengst op met een opwaartse hellingshoek van 30 to 40 graden ten opzichte van een horizontaal vlak en een zijwaartse hoek van ongeveer 0 tot 10 graden ten westen van het zuiden.

Het wordt opgemerkt dat het bekend is om een of meer zonnepanelen op een 20 houder te plaatsen en deze houder mee te laten draaien met de stand van de zon. Alhoewel een dergelijk systeem een hogere opbrengst zou kunnen leveren is een dergelijk systeem complex en onderhoudsintensief.

Er zijn ook verschillende stationaire houdersystemen voor zonnepanelen bekend, bijvoorbeeld plaatvormige houders voor zonnepanelen, waarin verschillende zonnecellen in 25 een gemeenschappelijk vlak van elkaar zijn geplaatst. Dergelijke houders worden bijvoorbeeld plat op daken van huizen geplaatst. Om een goed rendement te verkrijgen is het daarbij wel van belang dat de daken een voor invallend zonlicht geschikte oriëntatie hebben, d.w.z. een gunstige opwaartse hellingshoek en een gunstige zijwaartse hoek. Als alternatief, en vaak kleiner van oppervlak worden deze houders aan masten bevestigd, 30 waarbij een statief of dergelijke is voorzien om de juiste oriëntatie ten opzichte van de zon in te stellen. Dergelijke houders steken meestal zijwaarts uit ten opzichte van de mast, wat -2- optisch ongewenst is. Bovendien is door gevoeligheid voor wind het te gebruiken oppervlak van zonnepanelen beperkt.

Het is een doel van de uitvinding een stationair houdersysteem voor zonnepanelen te verschaffen dat eenvoudig en betrouwbaar is.

5 Het doel is bereikt met een houdersysteem voor het op een object bevestigen van zonnepanelen, omvattende: - meerdere zonnepanelen, en - een houder voor het houden van de zonnepanelen, waarbij de houder een bevestigingszijde heeft die een bevestigingsvlak definieert voor bevestiging van de houder 10 aan een object, met het kenmerk dat de zonnepanelen op een lijn evenwijdig aan het bevestigingsvlak zijn aangebracht, en elk van de zonnepanelen, na bevestiging, is geplaatst in een voor invallend zonlicht gunstige opwaartse hellingshoek ten opzichte van een horizontaal vlak, waarbij de hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen tussen 20 en 70 graden 15 ligt.

Het voordeel van het houdersysteem volgens de uitvinding is dat de zonnepanelen op een compacte wijze ten opzichte van elkaar zijn geplaatst en toch op een voordelige oriëntatie ten opzichte van de zon kunnen worden geplaatst. De houder is in het bijzonder geschikt om te worden geplaatst op een vlakke of gebogen ondergrond die zelf niet een 20 geschikte opwaartse hellingshoek heeft ten opzichte van invallend zonlicht. Door de zonnepanelen op een hoek te plaatsen ten opzichte van het bevestigingsoppervlak kan wel de geschikte opwaartse hellingshoek worden verkregen, waarbij de compacte vorm wordt behouden aangezien de zonnepanelen in een lijn evenwijdig aan het bevestigingsoppervlak liggen.

25 Het wordt opgemerkt dat de genoemde hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen wordt bepaald als de hoek tussen de hoofdvlakken van de zonnepanelen en het bevestigingsvlak in de richting van de lijn evenwijdig aan het bevestigingsvlak waarop de zonnepanelen zijn aangebracht.

Een verder voordeel van het houdersysteem volgens de uitvinding is dat de houder 30 met zonnepanelen als geheel kan worden bevestigd op een object. De combinatie van houder en zonnepanelen kunnen dus op een fabricagelocatie worden gefabriceerd en daarna worden vervoerd naar de bevestigingslocatie. Het houdersysteem verschaft als het ware modules van een houder met meerdere zonnepanelen die naar behoefte op een geschikte locatie kan worden geplaatst.

35 Bij voorkeur zijn alle zonnepanelen op een zelfde hoek ten opzichte van het bevestigingsvlak geplaatst.

-3-

Het houdersysteem is in het bijzonder geschikt voor een object met een in hoofdzaak verticaal of horizontaal oppervlak voor het daaraan bevestigen van de houder. Bij een in hoofdzaak verticaal oppervlak ligt de hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen bij voorkeur tussen 50 en 60 graden, zodat de opwaartse hellingshoek van de 5 zonnepanelen na bevestiging tussen de 30 en 40 graden ligt. Overeenkomstig ligt bij een in hoofdzaak horizontaal oppervlak de hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen bij voorkeur tussen 30 en 40 graden, zodat de opwaartse hellingshoek van de zonnepanelen na bevestiging tussen de 30 en 40 graden ligt.

In een uitvoeringsvorm ligt de hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen 10 tussen 30 en 60 graden.

In een uitvoeringsvorm is de houder langwerpig. Een dergelijke uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat een groter aantal zonnepanelen op een lijn kunnen worden geplaatst, terwijl de houder met zonnepanelen gemakkelijk te vervoeren is. Bovendien is een dergelijke langwerpige vorm geschikt om te worden geplaatst op een langwerpig voorwerp, zoals een 15 paal of mast, bijvoorbeeld een mast van een windturbine.

In een uitvoeringsvorm is de houder losneembaar aan het object te bevestigen. Een dergelijke houder is gemakkelijk te vervangen. Dit is in het bijzonder van voordeel indien het houdersysteem wordt gebruikt op locaties die niet gemakkelijk te bereiken zijn zoals bijvoorbeeld bij constructies op zee of bij plaatsing op niet makkelijk te bereiken hoogte.

20 Indien er bij een dergelijke houder onderhouds- of reparatiewerkzaamheden moeten worden verricht, kan de gehele houder met zonnepanelen in een keer worden verwijderd en eventueel vervangen door een andere houder met zonnepanelen, en kunnen de onderhouds- of reparatiewerkzaamheden op een andere locatie worden uitgevoerd.

In een uitvoeringsvorm heeft de houder aan de bevestigingszijde een 25 bevestigingsoppervlak dat correspondeert met de vorm van het object waarop het zonnepaneel wordt bevestigd. In een dergelijke uitvoeringsvorm zal de vorm van het bevestigingsoppervlak passend aansluiten op het object, waarop het wordt geplaatst. Bijvoorbeeld kan het bevestigingsvlak deelcilindrisch en concaaf zijn om te worden bevestigd op een in hoofdzaak cilindrisch object, zoals een paal of mast.

30 Door een dergelijke vormgeving zal de houder goed aansluiten op het object waardoor een optisch mooi geheel ontstaat, en waardoor bovendien de wind minder invloed heeft op de stabiliteit van de houder en zonnepanelen.

In een uitvoeringsvorm omvat het houdersysteem verder een of meer wigvormige onderdelen die geplaatst kunnen worden tussen houder en een bevestigingsondergrond, 35 zoals een muur, om elk van de zonnepanelen, na bevestiging, in een gunstige hoek ten opzichte van invallend zonlicht te houden. Zoals besproken is het niet alleen van belang dat de zonnepanelen op een gunstige hellingshoek ten opzichte van de horizontaal worden -4- geplaatst, maar ook dat de zonnepanelen op een gunstige hoek ten opzichte van het zuiden worden geplaatst. Dit kan tot stand worden gebracht door het plaatsen van een wigvormig onderdeel tussen de houder en een vlak, bijvoorbeeld een muur waaraan het houdersysteem wordt bevestigd. De wigvormige onderdelen kunnen tevens worden gebruikt 5 voor het aanpassen van de opwaartse hellingshoek va de zonnepanelen.

Het wordt opgemerkt dat met wigvormige onderdelen zowel elementen met een wigvorm, als elementen die een wigvormige ruimte creëren worden bedoeld. Bijvoorbeeld kunnen twee hoekbeugelementen worden voorzien die de houder op een hoek ten opzichte van een bevestigingsondergrond plaatst.

10 Het verdient wel de voorkeur om gesloten wigvormige elementen te voorzien omdat deze de invloed van de wind op de houder verminderen aangezien de wind dan niet in de wigvormige ruimte tussen houder en bevestigingsondergrond kan komen.

De wigvormige onderdelen kunnen vooraf geproduceerde onderdelen zijn die voor bepaalde standaardmaten van de houder en met bepaalde standaardhoeken, bijvoorbeeld 5 15 en 15 graden. Dan wordt een modulair systeem verkregen waarmee een gebruiker zelf de gewenste combinatie van wigvormige onderdelen en houders met zonnepanelen kan aanschaffen om deze op een voor invallend zonlicht gunstige wijze bijvoorbeeld aan een muur van een huis te bevestigen.

Het is ook mogelijk om de wigvormige onderdelen te gebruiken om gedurende het 20 jaar de opwaartse hellingshoek van de zonnepanelen te veranderen om een voor dat gedeelte van het jaar optimale stand van de zonnepanelen ten opzichte van de zon te verkrijgen.

In een uitvoeringsvorm is de houder gevormd door twee langwerpige, bij voorkeur zaagtandvormige zijwanden, en plaatvormige delen die zijn aangebracht tussen de 25 zijwanden, waarbij de zonnepanelen in of aan de plaatvormige delen zijn bevestigd.

In een verdere uitvoeringsvorm zijn de plaatvormige delen voorzien van een opening waarin of waarachter de zonnepanelen zijn geplaatst.

In een uitvoeringsvorm kan het houdersysteem een vast op het object te bevestigen ontvangeenheid omvatten voor het daaraan losneembaar bevestigen van de houder. Een 30 dergelijke ontvangeenheid kan zijn ingericht om een snelle koppeling tussen houder en object te verkrijgen, of om het bevestigen van de houder te vereenvoudigen. Bijvoorbeeld kan een klikverbinding tussen houder en ontvangeenheid voorzien die de houder volledig en betrouwbaar koppelt, of die de houder vasthoudt tijdens het verder vastzetten van de houder bijvoorbeeld met bouten.

35 In het algemeen zal het gewenst zijn om de elektrische energie die opgewekt is met de zonnepanelen af te voeren en bijvoorbeeld op te slaan in een accu. Een dergelijke accu kan in de houder zelf zijn voorzien, maar ook in het object waarop de houder is bevestigd of -5- op een andere locatie. In het laatste geval is het voordelig om bij een uitvoeringsvorm met een ontvangeenheid de houder en de ontvangeenheid elk te voorzien van een elektrisch koppelelement die bij plaatsing van de houder op de ontvangeenheid automatisch koppelen om een elektrische koppeling tussen de ontvangeenheid en de zonnepanelen tot stand te 5 brengen. In een dergelijke uitvoeringsvorm wordt door het plaatsen van de houder op de ontvangeenheid direct de koppeling tussen zonnepanelen en accu, of eventueel een andere gebruiker van de opgewekte energie tot stand gebracht.

De uitvinding heeft verder betrekking op een windturbine voorzien van een of meer houdersystemen volgens een van de conclusies 1-13. Het voordeel van een dergelijke 10 constructie is als volgt. Er worden steeds meer windturbines zowel op land als in de zee geplaatst om windenergie te winnen. Deze windturbines worden meestal op een bepaalde hoogte geplaatst om een optimale positie te verkrijgen ten opzichte van de wind. Hiertoe worden de windturbines voorzien van een mastgedeelte. De huidige uitvinding voorziet erin dit mastoppervlak te benutten voor het plaatsen van een of meer houdersystemen voor 15 zonnepanelen om zo naast windenergie ook zonne-energie te kunnen winnen.

Het voordeel van de uitvinding is daarbij dat de houder een zeer geschikte en betrouwbare opstelling van meerdere zonnepanelen biedt voor de vorm van het mastgedeelte, waarbij tevens de wind weinig invloed heeft op de zonnepanelen.

Verdere details en kenmerken van de uitvinding zullen hiernavolgend verder worden 20 toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin:

Figuur 1a een schematisch vooraanzicht van een uitvoeringsvorm van een houdersysteem volgens de uitvinding;

Figuur 1 b een schematisch zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van Figuur 1; 25 - Figuur 1c een schematisch bovenaanzicht van de uitvoeringsvorm van Figuur 1;

Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van een houdersysteem volgens de uitvinding; en - Figuur 3 een schematisch aanzicht van twee houdersystemen volgens de uitvinding aangebracht op een windturbine.

30

Figuren 1a, 1b en 1c tonen een eerste uitvoeringsvorm van een houdersysteem volgens de uitvinding in het geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. Het houdersysteem 1 omvat een houder 2 die aan een bevestigingszijde 3 van de houder 2 een bevestigingsoppervlak 4 definieert waarmee de houder 2 te bevestigen is aan een object.

35 De houder 2 kan van elk geschikt materiaal zijn gemaakt, bijvoorbeeld metaal of kunststof.

-6-

Het bevestigingsoppervlak 4 kan een daadwerkelijk vlak zijn dat bijvoorbeeld door een in dit geval gekromd wanddeel wordt gevormd, of er kunnen een aantal bevestigingselementen, bijvoorbeeld bevestigingsbeugels zijn voorzien die dit bevestigingsvlak 4 vormen. De term bevestigingsvlak 4 wordt hier gebruikt om het vlak aan 5 te duiden dat wordt gedefinieerd door de bevestigingsmiddelen voor het aan een object bevestigen van de houder 2.

Het bevestigingsoppervlak 4 is concaaf en deelcilindrisch zodat de houder 2 in het bijzonder geschikt is om te worden geplaatst op een corresponderend cilindrisch oppervlak van bijvoorbeeld een paal of mast. Na bevestiging sluit de houder 2 goed aan op het object, 10 wat optisch een mooi aanzicht biedt. Bovendien is er geen often minste weinig ruimte 3 tussen de houder 2 en het object waarop de houder 2 is bevestigd, waardoor de houder 2 minder gevoelig is voor wind.

In de houder 2 zijn een aantal zonnepanelen 5 aangebracht die op een lijn parallel liggen, ten opzichte van het bevestigingoppervlak 4. De zonnepanelen zijn verder op een 15 hoek α geplaatst ten opzichte van het bevestigingsoppervlak 4. Deze hoek α ligt volgens de uitvinding tussen de 20 en 70 graden, bij voorkeur tussen de 30 en 60 graden, bij verdere voorkeur tussen 30 en 40 graden of tussen 50 en 60 graden.

De hoek α van de zonnepanelen 5 ten opzichte van het bevestigingsvlak 4 is voor alle zonnepanelen ongeveer gelijk. In een alternatieve uitvoeringsvorm, kan de hoek α van 20 de verschillende zonnepanelen enigszins variëren, bijvoorbeeld variaties van maximaal 5 graden tussen de vlakken van de verschillende zonnepanelen.

De in figuren 1a, 1b en 1c getoonde uitvoeringsvorm kan bijvoorbeeld een hoek α hebben van 50 to 60 graden zodat de opwaartse hellingshoek β na een bevestiging van de houder 2 op een verticaal vlak, zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 3, in een voor de 25 noorderbreedte van Nederland gunstige gebied van 30 tot 40 graden ten opzichte van een horizontaal ligt.

De houder 2 omvat twee zaagtandvormige zijwanden 6 waartussen plaatvormige delen 7 zijn geplaatst. De plaatvormige delen 7 zijn voorzien van een opening waarachter de zonnepanelen 5 zijn geplaatst. Als alternatief is het ook mogelijk om de plaatvormige delen 30 7 ten minste gedeeltelijk te vervaardigen uit voor zonlicht transparant materiaal en de zonnepanelen 5 achter de plaatvormige delen te plaatsen. Het voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat de zonnepanelen 5 beter beschermd zijn tegen externe invloeden, zoals bijvoorbeeld weerinvloeden of beschadiging door vogels of andere dieren.

Het is verder ook mogelijk dat de zonnepanelen op de plaatvormige delen zijn 35 geplaatst, of zelf de plaatvormige delen vormen.

Het bevestigingsoppervlak 3 wordt gevormd door een dicht plaatdeel en aan de boven en onderzijde van de houder 2 zijn een topdeel 8 en bodemdeel 9 voorzien zodat de -7- houder 2 samen met de zonnepanelen 5 een gesloten geheel vormt, zodat wind, water en vuil niet gemakkelijk in het inwendige van de houder 2 kunnen komen. Daarbij of als alternatief kunnen afdichtingen, bijvoorbeeld van rubber, worden voorzien om een gesloten geheel te vormen.

5 Dit is niet alleen van voordeel voor de windgevoeligheid van de houder 2, maar ook bijvoorbeeld ter bescherming van de in de houder 2 aanwezige elektrische apparatuur (niet getoond), bijvoorbeeld accu’s en/of kabels.

De zonnepanelen omvatten een of meer zonnecellen die geschikt zijn voor het op basis van zonlicht opwekken van energie. Deze energie kan worden afgevoerd naar een 10 gebruiker, bijvoorbeeld voor opslag in een accu. Deze accu kan zijn voorzien in de houder 2 zelf, maar ook op een andere locatie bijvoorbeeld een object waarop de houder 2 is bevestigd.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is het mogelijk dat de houder los aan elkaar koppelbare onderdelen omvat. Bijvoorbeeld kan het bevestigingsoppervlak zijn gevormd 15 door een bevestigingsdeel waarop houderdelen met zonnepanelen kunnen worden aangebracht. De zonnepanelen kunnen dan naar behoefte worden aangebracht. Een houderdeel kan bijvoorbeeld een tand zijn van de zaagtandvorm van de in de Figuren getoonde uitvoeringsvorm, terwijl het bevestigingsdeel een langwerpig element is waarop meerdere van dergelijke tanden kunnen worden geplaatst. Een mogelijke scheidslijn tussen 20 een bevestigingsdeel en een houderdeel is in Figuur 1a aangegeven met een stippellijn 10.

Verder wordt opgemerkt dat de in de Figuren getoonde zonnepanelen 5 vlak zijn. Dit vlak kan een zonnecel bevatten of meerdere die naast elkaar zijn opgesteld, bijvoorbeeld op een lijn of als een halve zeshoek. Als alternatief is het ook mogelijk om andere vormen aan te brengen die mogelijk uit meerdere zonnecellen zijn vervaardigd. Het zonnepaneel 25 kan bijvoorbeeld een convex of concaaf oppervlak hebben, of elke andere geschikte vorm.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van alternatieve uitvoeringsvorm van een houdersysteem 1 voor zonnepanelen 5. De houder 2 is tenzij anders vermeld in overeenstemming met de houder 2 van Figuren 1a, 1b en 1c uitgevoerd. In de houder 2 is een aantal zonnepanelen 5 voorzien op de daarvoor bestemd houdlocaties.

30 Het bevestigingsvlak 4 aan de bevestigingszijde van de houder 2 is een plat vlak dat in het bijzonder geschikt is om op een plat oppervlak te worden bevestigd.

Het houdersysteem 1 is in Figuur 3 bevestigd op een in hoofdzaak verticaal oppervlak 50, bijvoorbeeld een muur of dergelijke. Het oppervlak bevindt zich op een hoek ten opzichte van het zuiden, aangeduid met de pijl Z. Als de houder 2 direct op het 35 oppervlak 50 zou worden geplaatst zouden de zonnepanelen 5 een minder gunstige hoek ten opzichte van het verticale vlak, d.w.z. ten opzichte van het zuiden innemen.

-8-

Daarom is tussen de houder 2 en het oppervlak 50 een wigvormig element 20 aangebracht met een hoek Θ. Door dit wigvormige element 20 neemt de houder een gunstige hoek in ten opzichte van het zuiden Z.

De wigvormige elementen kunnen samen met de houders als een modulair systeem 5 worden aangeboden, waarbij er wigvormige elementen met verschillende hoeken Θ, bijvoorbeeld 5, 10 en 25 graden, zodat door toepassing van een of meer van deze wigvormige elementen 20 de houder op eenvoudige wijze op een juiste hoek ten opzichte van het zuiden kan worden geplaatst.

Het is verder ook mogelijk om wigvormige elementen te verschaffen die zijn ingericht 10 om de opwaartse hellingshoek van de houder 2 aan te passen. Bijvoorbeeld is het mogelijk dat de houder zo is vormgegeven dat de zonnepanelen een optimale opwaartse hellingshoek innemen indien deze wordt geplaatst op een verticaal oppervlak. Wanneer de hoek van een oppervlak nu afwijkt van verticaal zou gebruik kunnen worden van wigvormige onderdelen om een verticaal bevestigingsoppervlak voor de houder te creëren.

15 Figuur 3 toont een windturbine 100 waarop aan het mastgedeelte van de windturbine 100 twee houdersystemen 1 zoals getoond in Figuren 1a, 1b en 1c zijn bevestigd. De houdersystemen 1 zijn elk elektrisch gekoppeld met elkaar en/of het elektrische systeem van de windturbine. Het is duidelijk te zien dat de langwerpige vorm van de houder 2 en de boven elkaar geplaatste zonnepanelen zeer gunstig is voor bevestiging aan het 20 mastgedeelte, terwijl gelijkertijd de zonnepanelen in een gunstige opwaartse hellingshoek ten opzichte van invallend zonlicht zijn geplaatst. Daarbij biedt het mastgedeelte door zijn cilindrische vorm eenvoudig de mogelijkheid om de houder in de juiste hoek ten opzichte van het zuiden te plaatsen.

Met voordeel zijn de houders 2 losneembaar bevestigd op de windturbine 100, zodat 25 de houder in geval van reparatie- en/of onderhoudswerkzaamheden, indien nodig, eenvoudig van het mastgedeelte kan worden verwijderd.

Hiertoe kan de windturbine of lantaarnpaal voorzien zijn van ontvangeenheden waarin de houders 2 eenvoudig zijn aan te brengen en te bevestigen. Tijdens het plaatsen of uitnemen van de houder 2 in respectievelijk uit de respectieve ontvangeenheid, kan 30 tevens automatisch een elektrische koppeling tot stand worden gebracht/ontkoppeld tussen een koppelelement op de houder 2 en een koppelelement op de ontvangeenheid.

Claims (14)

1. Houdersysteem voor het op een object bevestigen van zonnepanelen, omvattende: - meerdere zonnepanelen, en - een houder voor het houden van de zonnepanelen, waarbij de houder een bevestigingszijde heeft die een bevestigingsvlak definieert voor bevestiging van de houder 5 aan een object, met het kenmerk dat de zonnepanelen op een lijn evenwijdig aan het bevestigingsvlak zijn aangebracht, en elk van de zonnepanelen, na bevestiging, is geplaatst in een voor invallend zonlicht gunstige opwaartse hellingshoek ten opzichte van een horizontaal vlak, waarbij de hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen tussen 20 en 70 graden 10 ligt.

2. Houdersysteem volgens conclusie 1, waarbij de hoek tussen het bevestigingsvlak en de zonnepanelen tussen 30 en 60 graden ligt.

3. Houdersysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de houder langwerpig is.

4. Houdersysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder losneembaar aan het object te bevestigen is.

5. Houdersysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder aan de bevestigingszijde een bevestigingsoppervlak heeft dat correspondeert met de vorm van het object waarop het zonnepaneel wordt bevestigd.

6. Houdersysteem volgens conclusie 5, waarbij het bevestigingsoppervlak 25 deelcilindrisch en concaaf is om te worden bevestigd op een in hoofdzaak cilindrisch object.

7. Houdersysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het houdersysteem verder een of meer wigvormige onderdelen omvat die geplaatst kunnen worden tussen houder en een bevestigingsondergrond, zoals een muur, om elk van de 30 zonnepanelen, na bevestiging, in een gunstige hoek ten opzichte van invallend zonlicht te houden.

8. Houdersysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsvlak na bevestiging in hoofdzaak verticaal of in hoofdzaak horizontaal ligt. 35 -10-

9. Houdersysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houder is gevormd door twee zijwanden en plaatvormige delen die zijn aangebracht tussen de zijwanden, waarbij de zonnepanelen in of aan de plaatvormige delen zijn bevestigd.

10. Houdersysteem volgens conclusie 9, waarbij de plaatvormige delen zijn voorzien van een opening waarin of waarachter de zonnepanelen zijn geplaatst.

11. Houdersysteem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de twee zijwanden zaagtandvormig zijn.

12. Houdersysteem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het houdersysteem een vast op het object te bevestigen ontvangeenheid omvat voor het daaraan losneembaar bevestigen van de houder.

13. Houdersysteem volgens conclusie 12, waarbij de ontvangeenheid en houder elk een elektrisch koppelelement omvatten die bij plaatsing van de houder op de ontvangeenheid automatisch koppelen om een elektrische koppeling tussen de ontvangeenheid en de zonnepanelen tot stand te brengen.

14. Windturbine voorzien van een of meer houdersystemen volgens een van de voorgaande conclusies.