NL2003023C2 - Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand. - Google Patents

Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand. Download PDF

Info

Publication number
NL2003023C2
NL2003023C2 NL2003023A NL2003023A NL2003023C2 NL 2003023 C2 NL2003023 C2 NL 2003023C2 NL 2003023 A NL2003023 A NL 2003023A NL 2003023 A NL2003023 A NL 2003023A NL 2003023 C2 NL2003023 C2 NL 2003023C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
building element
building
recess
bearing structure
wall
Prior art date
Application number
NL2003023A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Niels Blauwiekel
Original Assignee
M3C Ingenieursburo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by M3C Ingenieursburo filed Critical M3C Ingenieursburo
Priority to NL2003023A priority Critical patent/NL2003023C2/nl
Priority to EP10165841A priority patent/EP2278088A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2003023C2 publication Critical patent/NL2003023C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/02Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials
    • E04C2/26Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials composed of materials covered by two or more of groups E04C2/04, E04C2/08, E04C2/10 or of materials covered by one of these groups with a material not specified in one of the groups
    • E04C2/284Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials composed of materials covered by two or more of groups E04C2/04, E04C2/08, E04C2/10 or of materials covered by one of these groups with a material not specified in one of the groups at least one of the materials being insulating
    • E04C2/292Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by specified materials composed of materials covered by two or more of groups E04C2/04, E04C2/08, E04C2/10 or of materials covered by one of these groups with a material not specified in one of the groups at least one of the materials being insulating composed of insulating material and sheet metal
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D3/00Roof covering by making use of flat or curved slabs or stiff sheets
    • E04D3/35Roofing slabs or stiff sheets comprising two or more layers, e.g. for insulation
    • E04D3/351Roofing slabs or stiff sheets comprising two or more layers, e.g. for insulation at least one of the layers being composed of insulating material, e.g. fibre or foam material
    • E04D3/352Roofing slabs or stiff sheets comprising two or more layers, e.g. for insulation at least one of the layers being composed of insulating material, e.g. fibre or foam material at least one insulating layer being located between non-insulating layers, e.g. double skin slabs or sheets
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D3/00Roof covering by making use of flat or curved slabs or stiff sheets
    • E04D3/35Roofing slabs or stiff sheets comprising two or more layers, e.g. for insulation
    • E04D3/358Roofing slabs or stiff sheets comprising two or more layers, e.g. for insulation with at least one of the layers being offset with respect to another layer
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/18Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors
    • E04F15/20Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors for sound insulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/01Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship
    • E04F2201/0107Joining sheets, plates or panels with edges in abutting relationship by moving the sheets, plates or panels substantially in their own plane, perpendicular to the abutting edges

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)
  • Load-Bearing And Curtain Walls (AREA)

Description

Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwelement. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een wand.
5
Bekende bouwelementen zijn gebruikelijkerwijs opgebouwd als sandwichpaneel, waarbij tussen twee op afstand van elkaar gelegen platen zich een vulling uitstrekt. Eventueel is de wiling aan zijn zijkanten eveneens bekleed. Hoewel dergelijke panelen een goede thermische en/of geluid isolatie laten zien, zijn deze relatief zwaar hetgeen 10 het bouwen bemoeilijkt. Een bekende oplossing hiervoor is het weglaten van een van de twee op afstand van elkaar gelegen platen. Dit maakt het bouwelement weliswaar lichter, maar het bouwelement verliest daarmee ook een aanzienlijk deel van zijn stijfheid, wat ten koste gaat van de stijfheid van de constmctie van de opgebouwde wand.
15
De uitvinding heeft dan ook enerzijds het verschaffen van een bouwelement voor het opbouwen van een wand, dak of vloer tot doel, dat licht en handzaam is, maar welk toch voldoende stijfheid bezit en gebruiksvriendelijk is, anderzijds het bieden van een bruikbaar alternatief voor de reeds bestaande bouwelementen. De uitvinding heeft 20 tevens ten doel het verschaffen van een werkwijze voor het opbouwen van een wand.
De uitvinding verschaft daartoe een bouwelement voor het opbouwen van een wand, dak of vloer van een gebouw, omvattende een draagstructuur, opgebouwd uit een plaat die zodanig is gevormd dat de draagstructuur is voorzien van een voorvlak, een eerste 25 zijvlak en een tegenover het eerste zijvlak liggend tweede zijvlak, en een zich ten minste binnen de door de voorzijde, het eerste en tweede zijvlak gedefinieerde ruimte uitstrekkende vulling, waarbij het eerste zijvlak een als ten minste een uitkraging gevormd koppeldeel omvat en het tweede zijvlak een als ten minste een uitsparing gevormd koppeldeel omvat ter koppeling van het bouwelement met een gelijkvormig 30 bouwelement, waarbij de uitkraging van het eerste bouwelement wordt opgenomen in de uitsparing van het tweede bouwelement. Hoewel het vormen van een bouwelement volgens onderhavige uitvinding aanzienlijk bewerkelijk is, doordat de plaat op meerdere locaties en in verschillende vouwrichtingen gedeformeerd dient worden, waarbij in het bijzonder de plaat om meerder vouwlijnen wordt gevouwen, wordt echter een bijzonder 2 voordelig bouwelement verschaft waarbij de aan de zijkanten van de draagstructuur gelegen uitsparing en uitkraging verstijvingen van het bouwelement vormen. Hierdoor kunnen bouwelementen onderling dusdanig worden gekoppeld dat de aldus opgebouwde wand een voldoende stijfheid bezit. Het bouwelement volgens 5 onderhavige uitvinding, welk bij een gelijk oppervlak lichter is dan bekende bouwelementen, maakt het mogelijk om op gebruiksvriendelijke wijze een wand op te bouwen met voldoende stijfheid. Onder wand wordt hierbij een al dan niet vlakke of gekromde of hellende afscheiding verstaan, zoals een wand tussen ruimten, en een dak of vloer. Het bouwelement volgens de uitvinding kan voordelig worden toegepast bij 10 het opbouwen van een wand bestemd als dak of deel daarvan. Doordat de bouwelementen met hun stijve zijvlakken onderling koppclbaar zijn kunnen de bouwelementen direct, zonder tussenkomst van de gebruikelijk toegepaste gordingen, aan de binnenzijde van een buitenwand van een dak worden geplaatst. Door de stijfheid van de zijvlakken van de bouwelementen is als het ware de gebruikelijk toegepaste 15 gording geïntegreerd met het bouwelement. Bij het opbouwen van een vloer treedt een gelijksoortig voordeel op; ook hier kan het bouwelement direct en zonder tussenkomst van een gording op de bestaande ondergrond, zoals een dragende betonvloer, worden geplaatst. Bij beide toepassingen is het verkregen voordeel hoogtewinst in de betreffende ruimte. Hoewel niet uit is te sluiten dat de vulling wordt aangebracht in de 20 draagstructuur op de plaats waar dc wand wordt opgebouwd, is bij voorkeur de vulling aangebracht tijdens fabricage van het bouwelement. Door de vulling tijdens fabricage aan te brengen in de draagstructuur, kan op een meer gecontroleerde wijze de draagstructuur worden gevuld. Slecht bereikbare locaties, zoals in en rond de uitsparing en uitkraging kunnen met een hogere vulgraad worden gevuld, waardoor de sterkte en 25 stijfheid van het bouwelement toeneemt.
In een eerste uitvoeringsvorm heeft de draagstructuur een zich dwars op het voorvlak uitstrekkende dikte en strekken de koppeldelen zich binnen de dikte van de draagstructuur uit. Hierdoor wordt een stijf bouwelement verschaft, waarmee een wand, 30 dak of vloer kan worden opgebouwd waarvan de dikte beperkt blijft. In het bijzonder is het bouwelement dusdanig ontworpen dat de koppeldelen van onderling gekoppelde bouwelementen vanaf de voorzijde niet zichtbaar zijn, 3
In een praktische uitvoeringsvorm heeft de draagstructuur een breedte waarover de koppeldelen zich uitstrekken. Hierdoor wordt niet alleen het vervaardigen van het bouwelement vereenvoudigd, door het vouwen van de plaat kunnen immers eenvoudig de uitkraging en uitsparing worden verkregen, maar is tevens het onderling koppelen 5 van de bouwelementen gebruiksvriendelijk. De uitsparing van een eerste bouwelement kan immers op elke positie met de uitkraging van een tweede bouwelement worden gekoppeld, waarna het eerste bouwelement op een gewenste positie kan worden verplaatst ten opzichte van het tweede bouwelement door het onderling verschuiven van de uitsparing ten opzichte van de uitkraging.
10
De uitkraging en de uitsparing van het bouwelement kunnen op diverse wijzen zijn gevormd en georiënteerd, zo kunnen zij een hoek maken met het voorvlak van de draagstructuur. Tn het bijzonder strekken het eerste en tweede zijvlak zich in hoofdzaak dwars op het voorvlak uit en strekken de uitkraging en uitsparing zich in hoofdzaak 15 parallel aan het voorvlak van de draagstructuur uit. Hierdoor wordt de buigstijfheid in een richting dwars op het voorvlak vergroot. In het bijzonder strekken de voorzijden van al dan niet onderling volledig gekoppelde bouwelementen zich hierbij in hoofdzaak in eenzelfde vlak uit.
20 Het bouwelement kan op uiteenlopende wijze gedimensioneerd zijn. In het bijzonder is de hoogte van het bouwelement gelegen tussen 300 - 900 mm, bij voorkeur tussen 375 - 825 mm en met de meeste voorkeur tussen 450 - 750 mm. Tevens kan de dikte uiteenlopende waarden hebben. In het bijzonder is de dikte van het bouwelement gelegen tussen 50- 180 mm, bij voorkeur tussen 70 - 160 mm en met de meeste 25 voorkeur tussen 90- 130 mm. Deze waarden combineren een voldoende grootte voor het met een beperkt aantal bouwelementen opbouwen van een wand met een dusdanige stijfheid dat de aldus opgebouwde wand voldoende rigide is.
In nog een uitvoeringsvorm strekt de vulling zich uit tot buiten de door de 30 draagstructuur omsloten ruimte. Tn het bijzonder strekt de vulling zich tot voorbij de door de plaat bepaalde dikte van het bouwelement uit. De afstand waarover de vulling tot buiten de door de draagstructuur bepaalde dikte uitstrekt is bij voorkeur gelegen tussen 10 en 60 mm, met meer voorkeur tussen de 20 en 40 mm en is met de meeste 4 voorkeur ongeveer 30 mm. Door deze maatregelen wordt een koudebrugonderbreking gerealiseerd.
Tevens kunnen de uitkraging en de uitsparing op uiteenlopende wijze zijn 5 gedimensioneerd. In het bijzonder heeft de uitkraging een hoogte die is gelegen tussen de 10 - 50 mm, bij voorkeur tussen de 20 en 40 mm en heeft de uitsparing een diepte die is gelegen tussen de 20 - 60 mm, bij voorkeur tussen de 30 en 50 mm. Dergelijke uitkragingen en uitsparingen verschaffen de opgebouwde wand voldoende stijfheid, terwijl de bouwelementen onderling eenvoudig koppelbaar zijn.
10
Hoewel de hoogte van de uitkraging en de diepte van de uitsparing in hoofdzaak gelijk kunnen zijn, is het voordelig indien de hoogte van de uitkraging kleiner is dan de diepte van de uitsparing. Hierdoor wordt het risico verkleind dat de bouwelementen niet volledig gekoppeld worden, bijvoorbeeld doordat zich een klein object, zoals vuil, in de 15 uitsparing bevindt.
In een voordelige uitvoeringsvorm omvat het bouwelement een in de uitsparing gelegen en zich over de lengte van de uitsparing uitstrekkend afsluit lichaam, voor het met een eerste bouwelement mediumdicht koppelen van een tweede gelijkvormig bouwelement. 20 Hierdoor kan een wand, dak of vloer worden opgebouwd, welke niet of nauwelijks bijvoorbeeld vocht en/of lucht doorlaat. In het bijzonder is het afsluitlichaam als een langwerpig veerkrachtig lichaam uitgevoerd en bij voorkeur met het bouwelement verbonden, bijvoorbeeld met een rubberen strip, een lijmverbinding of een dubbelzijdig hechtende tape. Het is hierbij voordelig indien de hoogte van de uitkraging dusdanig 25 kleiner is dan de diepte van de uitsparing, dat de bouwelementen onderling onder voorspanning koppelbaar zijn waarbij de uitkraging van een eerste bouwelement het veerkrachtig lichaam in de uitsparing van een met het eerste bouwelement gekoppeld tweede bouwelement dringt. Hiermee wordt op eenvoudige wijze een mediumdichte afsluiting verkregen, hetgeen bijzonder wenselijk is voor het tegengaan van tocht.
In nog een andere uitvoeringsvorm omvat het eerste en tweede zijvlak een steunvlak voor het tegen een eerste bouwelement afsteunen van een met het eerste bouwelement te koppelen tweede bouwelement. Hiermee wordt een stabiele koppeling tussen 30 5 bouwelementen verkregen, wat de stijfheid en de uitlijning van de constructie van de aldus opgebouwde wand ten goede komt.
In nog een uitvoeringsvorm is de eerste zijkant en/of de tweede zijkant van de 5 draagstructuur op afstand van de uitkraging respectievelijk uitsparing voorzien van een profilering. Bouwelementen voorzien van een dergelijke profileringen aan hun zijkanten bezitten een verhoogde stijfheid.
De plaat kan aan de voorzijde in hoofdzaak vlak zijn, hetgeen esthetisch gewenst kan 10 zijn. De plaat kan ook groeven omvatten, wat de draagstructuur stijver maakt. De groeven kunnen zich in willekeurige richtingen uitstrekken. In het bijzonder strekken de groeven zich parallel uit in een richting parallel aan de zijvlakken. Daarbij is het mogelijk om de groeven met een profiel, zoals een driehoekprofiel uit te voeren dat eenzelfde dimensionering heeft als een groef die ontstaat op de plaats waar twee 15 aangrenzende bouwelementen op elkaar aanliggen. Hierdoor ontstaat een symmetrisch en afgewerkt aanzicht op een middels bouwelementen volgens de onderhavige uitvinding vervaardigde wand, dak of vloer. In het bijzonder zij opgemerkt dat het bouwelement beoogd is of althans in het bijzonder geschikt is voor het afwerken van een binnenzijde van een buitenwand, dak of vloer, waarbij de plaat gericht is naar de na 20 montage vanuit een binnenzijde van ccn gebouw waarvan de wand deel uitmaakt gerichte zijde, en aldus het binnen aanzicht van het gebouw vormt.
De plaat kan uit diverse materialen zijn vervaardigd. In het bijzonder is de plaat in hoofdzaak vervaardigd uit een materiaal geselecteerd uit de groep bestaande uit: metaal, 25 metaallegering, kunststof en composiet. Dergelijke materialen combineren een voldoende strekte en stijfheid met een voldoende laag gewicht. Het metaal omvat in het bijzonder staal of een legering ervan, waarbij bij voorkeur een van de bestanddelen zink is.
30 Eveneens kan de vulling uit diverse materiaal zijn vervaardigd. Tn het bijzonder is de vulling in hoofdzaak vervaardigd uit een materiaal geselecteerd uit de groep bestaande uit: PUR-schuim, PIR - schuim, phenol-schuim, polystyreen, en glaswol, steenwol en een natuurlijk materiaal zoals geperst leem, hout en dergelijke. Dergelijke materialen zijn licht en hebben een geluids- en/of thermisch isolerende werking. In het bijzonder is 6 de vulling in hoofdzaak vervaardigd uit een schuim, zoals PUR-schuim, PIR-schuim, phenolschuim, en/of minerale wol. In het bijzonder draagt PIR (polyisocyanuraat)-schuim verminderd bij aan een eventuele brand.
5 In een voordelige uitvoeringsvorm is de achterzijde van het bouwelement voorzien van een bekleding. Een bekleding beschermt het bouwelement tegen weersinvloeden zoals vocht. De bekleding kan reeds op het bouwelement zijn aangebracht voorafgaande het opbouwen van de wand. Zo kan de bekleding reeds tijdens de fabricage op het bouwelement worden aangebracht, hetgeen vervolgens met name de afwerking van de 10 opgebouwde wand vereenvoudigd. De bekleding kan echter ook na het opbouwen van dc wand worden aangebracht. Hiermee wordt ccn bekleding verkregen welke uit een enkel stuk kan bestaan en zich over de gehele achterzijde van de wand uitstrekt. Hoewel de bekleding op diverse wijzen kan worden uitgevoerd, is de bekleding in het bijzonder een folie, bijvoorkeur een aluminium folie. Bij voorkeur wordt de bekleding, ook wel 15 cachering genaamd, tijdens de fabricage aangebracht, waardoor de vulling verbeterd blijft gepositioneerd binnen de draagstructuur, aangezien het risico op het uit de draagstructuur verplaatsen van de vulling uit de draagstructuur, bijvoorbeeld door het aan een ander object kleven of aangrijpen, wordt verminderd. Een dergelijk folie is tevens warmtewerend.
20
De uitvinding verschaft tevens een wand, omvattende meerdere onderling gekoppelde bouwelementen volgens een der voorgaande conclusies. Voor de voordelen van de wand volgens de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de hierboven reeds besproken voordelen van het bouwelement volgens onderhavige uitvinding.
25
In een eerste uitvoeringsvorm is de wand gekenmerkt doordat tussen de eerste zijkant van een eerste bouwelement en een aan de eerste zijkant aangrenzende tweede zijkant van een met het eerste bouwelement gekoppeld tweede bouwelement een profielelement is gelegen, welk profielelement tegen tenminste twee vlakken van een zijkant van elke 30 draagstructuur van de twee onderling gekoppelde bouwelementen aanligt. Een uit de bouwelementen volgens onderhavige uitvinding opgebouwde wand is sterk en stijf, wat verder wordt verbeterd door de aanwezigheid van een profielelement die tussen twee gekoppelde bouwelementen is gelegen. Indien op een dergelijk opgebouwde wand een 7 buigkracht wordt uitgeoefend zal het profielelement de buigkrachten ten minste gedeeltelijk opnemen en daarmee verdere buiging ten minste gedeeltelijk tegengaan.
De uitvinding verschaft voorts een werkwijze voor het opbouwen van een wand, 5 omvattende: het verschaffen van meerdere bouwelementen volgens de uitvinding en het, door een uitsparing van een tweede bouwelement in de uitkraging van een eerste bouwelement plaatsen van het tweede bouwelement, met het eerste bouwelement koppelen van het tweede bouwelement. Voor de voordelen van de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de hierboven reeds besproken voordelen 10 van het bouwelement volgens onderhavige uitvinding.
In een eerste uitvoeringsvorm wordt voorafgaande aan het met een eerste bouwelement koppelen van een tweede bouwelement, een profielelement tegen een zijkant van een bouwelement geplaatst, waarbij het profielelement tegen tenminste twee vlakken van 15 een zijkant van elke draagstructuur van twee onderling gekoppelde bouwelementen wordt geklemd. Hierdoor wordt de aldus opgebouwde wand verder verstevigd.
In een andere uitvoeringsvorm wordt voorafgaande aan het met een eerste bouwelement koppelen van een tweede bouwelement, het eerste bouwelement met ten minste één 20 drager verbonden, door met verbindingsmiddelen zoals een schroef het mannelijk koppeldeel van het eerste bouwelement met de drager te verbinden. Dit verschaft de aldus opgebouwde met verhoogde sterkte en stijfheid. De bouwelementen kunnen bijvoorbeeld met zich in verticale richting uitstrekkende palen worden verbonden. Ook kan na het aan een eerste zijde met de palen verbinden van de bouwelementen en aldus 25 een wand opbouwen, aan een tegenoverliggende zijde eveneens een wand worden opgebouwd en bevestigd. Aldus wordt een dubbelwandige wand verkregen, met verbeterde geluid en thermisch isolerende werking.
De onderhavige uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in de 30 navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Tn de figuren worden identieke onderdelen aangeduid met dezelfde verwijscijfers. Hierin toont: figuur 1: een doorsnede van een bouwelement volgens de uitvinding; 8 figuur 2: een doorsnede van een bouwelement volgens de uitvinding waarbij de maatvoering is aangegeven; figuur 3: een doorsnede van een uitvoeringsvariant van een bouwelement volgens de uitvinding; 5 figuur 4: een doorsnede van een aantal gekoppelde bouwelementen volgens de uitvinding; en figuur 5: een doorsnede van een wand volgens onderhavige uitvinding, welke wand tegen een drager is bevestigd.
9
Figuur 1 toont een in zijn geheel met 1 aangeduide bouwelement volgens de onderhavige uitvinding. Het bouwelement omvat een draagstructuur 2, met een voorzijde 2a en twee zijkanten 2a,2b. De draagstructuur is opgebouwd uit een plaat 3, welke plaat is vervaardigd uit een staallegering, bevattende zink. De plaat 3 is aan de 5 voorzijde 2a gedeeltelijk met een stippellijn weergegeven, om aan te geven dat het bouwelement 1 onderbroken is. De draagstructuur 2 is gevuld met een uit PUR-schuim vervaardigde vulling 4. Aan de zijkant 2b bevindt zich nabij de voorzijde 2a van het bouwelement 1 een uit de plaat 2 gevormde uitkraging 5. Aan de van de voorzijde 2a afgekeerde zijde van de uitkraging 5 is een uitsparing 6 gelegen. Aan de zijkant 2c 10 bevindt zich nabij de voorzijde 2a van het bouwelement 1 een uit de plaat 2 gevormde uitsparing 7. Aan de voorzijde 2a van het bouwelement 1 zijn smalle groeven 8 en brede groeven 9 aangebracht. In afhankelijkheid van de beoogde toepassing kan de diepte van deze groef 9 gekozen worden. Een diepere groef heef! het voordeel meer buigstijfheid te bieden, en kan met name worden toegepast wanneer het bouwelement aan een hellend 15 vlak is bevestigd, zodat er zich weinig tot geen stof in de groef zal ophopen. Aan de zijkanten (2b,2c) zijn voorts profileringen 10 aangebracht. De groeven (8,9) en de profilering 10 dienen ter versteviging en vergroten van de stijfheid van het bouwelement 1. De profileringen 10 van het bouwelement 1 kunnen in een eerste zijkant naar binnen, en in een tweede zijkant naar buiten zijn gericht, zodat zij in elkaar 20 vallen wanneer twee bouwelementen worden gekoppeld, maar voor het verschaffen van de mogelijkheid om een extra versteviging toe te passen, zoals zal worden toegelicht aan de hand van figuur 4, is het voordelig wanneer zij in beide zijkanten naar binnen zijn gericht, zoals weergegeven in figuur 1. Tevens omvat het bouwelement aan zijn tegenoverliggende de voorzijde 2a liggende achterzijde een als aluminiumfolie 25 uitgevoerde bekleding 11.
Onder verwijzing naar figuur 2 wordt het bouwelement 1 uit figuur 1 getoond, waarbij dimensiereferenties zijn aangegeven. De maatvoering van het bouwelement zoals hier getoond heeft de volgende indicatieve maatvoering (waarbij tussen haken indien van 30 toepassing de naamgeving van de lengte): a: 40 mm b: 5-45 mm c: 37 mm (diepte van de uitsparing) d: 10 e: 40 mm f: 20 - 60 mm g: 60 mm h: 45 mm 5 i: 45 mm j: 20 mm k: 18 mm 1: 17 mm (de breedte van de uitsparing) m: 15 mm (de breedte van de uitkraging) 10 n: 70 - 160 mm (dikte van het bouwelement) o: 30 mm (de hoogte van de uitkraging) p: 450 - 750 mm (hoogte van het bouwelement) q: 30 mm (afstand uitstekend deel van de vulling) 15 Verder kan de lengte van het bouwelement sterk variëren en kan zijn gelegen tussen 1 meter en 12 meter en indien gewenst zelfs langer.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvariant van het bouwelement uit figuur 1. De vulling 4 strekt zich hierbij aan de voorzijde 2a van de draagstructuur 2 tegenoverliggende zijde 20 tot buiten de door dc draagstructuur 2 omslotcn ruimte. Dc afstand q waarover de vulling 4 tot buiten de door de draagstructuur 2 omsloten ruimte uitstrekt ten opzichte van de zich parallel aan een achtervlak uitstrekkend delen 26 is 30 millimeter. De vulling 4 strekt zich dusdanig over de hoogte p van het bouwelement uit, dat een aan een zijde 2c van een eerste bouwelement 1 gelegen deel 26 aanligt op een deel 26 dat 25 aan een zijde 2b van een tweede met het eerste gekoppeld gelijkvormig bouwelement 1 is gelegen. Tevens omvat het bouwelement 1 een afsluitlichaam 28, welke is gelegen tegen een zijrand 4a van de vulling 4. Het afsluitlichaam 28 zorgt voor het tegen een medium zoals vocht of lucht afsluiten van een door onderling gekoppelde bouwelementen 1 opgebouwde wand.
30
Onder verwijzing naar figuur 4 worden onderling gekoppelde gelijkvormige bouwelementen la,lb,lc getoond. Hierbij grenst de zijkant 2b van het bouwelement la met de zijkant 2c van het bouwelement lb. De uitkraging 5 aan de zijkant 2b van het bouwelement lb strekt zich hierbij uit tot in de aan de zijkant 2c van het bouwelement 11 la gelegen uitsparing 7. Evenzo grenst hierbij de zijkant 2b van het bouwelement lb met de zijkant 2c van de uitkraging 5 aan de zijkant 2b van het bouwelement 1c strekt zich hierbij uit tot in de aan de zijkant 2c van het bouwelement la gelegen uitsparing 7 het bouwelement 1b. Op deze wijze kan een volledige wand worden opgebouwd (zie 5 ook figuur 4). De voorzijden 2a van de plaat 2 van de bouwelementen (la,lb,lc) strekken zich hierbij in een vlak uit.
Figuur 5 toont een wand 20, welke is opgebouwd uit bouwelementen (la,lb,lc).
De bouwelementen (la,lb,lc) zijn onderling gekoppeld zoals beschreven in figuur 4, 10 waarbij in de uitsparingen 7 langwerpige afsluitlichamen 23 zijn geplaatst. De afsluitlichamcn hebben een cirkclvormigc doorsnede en zijn vervaardigd van rubber. Na het op een ondergelegen bouwelement (lc) plaatsen van een gelijkvormig bouwelement (lb), zal, mede onder het eigengewicht van het bouwelement (lb) het afsluitlichaam 23 tussen de twee gekoppelde bouwelementen (lb,lc) geklemd zijn. Hierdoor wordt de 15 koppeling tussen de bouwelementen (lb,lc) tegen doorvoer van lucht en/of vocht afgesloten. Tevens zijn tussen de onderling gekoppelde bouwelementen (la,lb,lc) profielelementen 24 gelegen, welke profielelementen 24, die in de getoonde uitvoeringsvorm voordeligerwijs standaard verkrijgbare Z-profielen zijn, zich tot in de uitsparing 7 van een bouwelement (la, lb) uitstrekken, tegen zijkanten 2b van de 20 bouwelementen (lb, lc) aanliggen en zich tot dc achterzijde 2d van een bouwelement (lb, lc) uitstrekken. Dergelijke profielelementen 24 verbeteren de samenhang van de onderling gekoppelde bouwelementen (la, lb, lc). Tevens zijn de bouwelementen (la, lb, lc) tegen een als zich in verticale richting uitstrekkende paal uitgevoerde drager 21 bevestigd. Hiertoe strekken zich door uitkragingen 5 van de bouwelementen (la, lb, lc) 25 schroeven 22 uit tot in de drager 21. De schroeven 22 zijn dusdanig op de uitkragingen geplaatst dat ze zich door de uitsparingen 6 heen uitstrekken.
Het opbouwen van de wand 20 gaat als volgt. Een onderste bouwelement lc wordt tegen de drager 21 geplaatst. Een schroef 22 wordt in de uitsparing 6 van de uitkraging 30 5 geplaatst en tot in de drager 22 geschroefd. Tegen het bevestigde bouwelement lc wordt een profielelement 24 geplaatst. Een volgend bouwelement lb wordt op het bevestigde bouwelement lc geplaatst, waarbij de uitsparing 7 van het bouwelement lb om de uitkraging 5 van het bevestigde bouwelement lc en het profielelement 24 wordt geplaatst. Tevens wordt hierbij het afsluitlichaam tussen de bouwelementen lb,lc 12 geklemd. Dit is mogelijk doordat de diepte van de uitsparing 7 (c) minder is dan de hoogte van de uitkraging 5 (o) en de diameter van het afsluitlichaam 23 samen (zie ook de beschrijving bij figuur 2). Dit met het bouwelement lc gekoppelde bouwelement lb wordt vervolgens op gelijke wijze met de drager 21 bevestigd. Ttidien op deze wijze een 5 wand 20 is verkregen met een gewenste hoogte wordt aan de achterzijde 2d gewenst een additionele bekleding 25 aangebracht, voor het verder voorkomen van het tussen en daarmee in en/of door het bouwelement dringen van lucht en/of vocht. De bekleding 25 kan een folie zijn. Ook kan de bekleding een band of strip zijn voor het afdekken van naden tussen naastgelegen bouwelementen van een wand. In het bijzonder wordt de 10 strip of band over de zich in verticale richting uitstrekkende naden geplaatst, aangezien dc vulling over deze randen van naastgelegen bouwelementen vrijgelaten zijn en het risico van de inwerking van met name vocht in de vulling op deze wijze kan worden voorkomen. In het bijzonder omvat de band of strip een kleeflaag voor het eenvoudig op de wand aanbrengen van de band of strip. Voorts kan de bekleding 25 een rigide 15 bekleding - zoals een beplating - zijn, die bijvoorbeeld door middel van schroeven op een zich parallel aan een achtervlak uitstrekkend deel 26 van de draagstructuur 2 wordt bevestigd.

Claims (20)

1. Bouwelement voor het opbouwen van een wand van een gebouw, omvattende: een draagstructuur, opgebouwd uit een plaat die zodanig is gevormd dat 5 de draagstructuur is voorzien van een voorvlak, een eerste zijvlak en een tegenover het eerste zijvlak liggend tweede zijvlak, en een zich ten minste binnen de door de voorzijde, het eerste en tweede zijvlak gedefinieerde ruimte uitstrekkende vulling, waarbij het eerste zijvlak een als ten minste een uitkraging gevormd koppeldeel omvat 10 en het tweede zijvlak een als ten minste een uitsparing gevormd koppeldeel omvat ter koppeling van het bouwelement met een gclijkvormig bouwelement.
2. Bouwelement volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de draagstructuur een zich dwars op het voorvlak uitstrekkende dikte heeft en dat de koppeldelen zich binnen 15 de dikte van de draagstmctuur uitstrekken.
3. Bouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de draagstmctuur een lengte heeft en dat de koppeldelen zich over de gehele lengte van de draagstmctuur uitstrekken. 20
4. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste en tweede zijvlak zich in hoofdzaak dwars op het voorvlak uitstrekken, dat de uitkraging en uitsparing zich in hoofdzaak parallel aan het voorvlak van de draagstmctuur uitstrekken. 25
5. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de hoogte (p) van het bouwelement is gelegen tussen 300 - 900 mm, bij voorkeur tussen 375 - 825 mm en met de meeste voorkeur tussen 450 - 750 mm.
6. Bouwelement volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de vulling zich tot buiten de door de draagstmctuur omsloten ruimte uitstrekt.
7. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de uitkraging een hoogte (o) heeft die is gelegen tussen de 10 - 50 mm, bij voorkeur tussen de 20 en 40 mm en dat de uitsparing een diepte (c) heeft die is gelegen tussen de 20 -60 mm, bij voorkeur tussen de 30 en 50 mm.
8. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 5 hoogte (p) van de uitkraging kleiner is dan de diepte (c) van de uitsparing.
9. Bouwelement volgens een der conclusies 3-8, met het kenmerk dat het bouwelement een in de uitsparing gelegen en zich over de lengte van de uitsparing uitstrekkend afsluitlichaam omvat, voor het met een eerste bouwelement mediumdicht 10 koppelen van een tweede gelijkvormig bouwelement.
10. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het eerste en tweede zijvlak een steunvlak (b) omvatten voor het tegen een eerste bouwelement afsteunen van een met het eerste bouwelement te koppelen tweede 15 bouwelement.
11. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de eerste zijkant en/of de tweede zijkant van de draagstructuur op afstand van de uitkraging respectievelijk uitsparing is voorzien van een profilering. 20
12. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de plaat aan de voorzijde is voorzien van groeven.
13. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 25 plaat in hoofdzaak is vervaardigd uit een materiaal geselecteerd uit de groep bestaande uit: metaal, metaallegering, kunststof en composiet.
14. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de vulling in hoofdzaak is vervaardigd uit een materiaal geselecteerd uit de groep 30 bestaande uit een schuim, zoals PTR-schuim, PUR-schuim, phenolschuim, polystyreen, en glaswol, steenwol en een natuurlijk materiaal zoals geperst leem, hout en dergelijke.
15. Bouwelement volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de achterzijde van het bouwelement is voorzien van een bekleding.
16. Wand, omvattende meerdere onderling gekoppelde bouwelementen volgens een der voorgaande conclusies.
17. Wand volgens conclusie 16, met het kenmerk dat tussen de eerste zijkant van een eerste bouwelement en een aan de eerste zijkant aangrenzende tweede zijkant van een met het eerste bouwelement gekoppeld tweede bouwelement een profielelement is gelegen, welk profielelement tegen tenminste twee vlakken van een zijkant van elke draagstructuur van de twee onderling gekoppelde bouwelementen aanligt. 10
18. Werkwijze voor het opbouwen van een wand van een gebouw, omvattende: het verschaffen van meerdere bouwelementen volgens een der conclusies 1 -15; en het, door de uitsparing van een tweede bouwelement in de uitkraging van 15 een eerste bouwelement plaatsen van het tweede bouwelement, met het eerste bouwelement koppelen van het tweede bouwelement.
19. Werkwijze volgen conclusie 18, gekenmerkt door het voorafgaand aan het met een eerste bouwelement koppelen van een tweede bouwelement, plaatsen van een 20 profielelement tegen een zijkant van een bouwelement, waarbij het profielelement tegen tenminste twee vlakken van een zijkant van elke draagstructuur van twee onderling gekoppelde bouwelementen wordt geklemd.
20. Werkwijze volgen conclusie 18 of 19, met het kenmerk dat voorafgaand aan 25 het met een eerste bouwelement koppelen van een tweede bouwelement, het eerste bouwelement met ten minste één drager wordt verbonden, door met verbindingsmiddelen zoals een schroef het mannelijk koppeldeel van het eerste bouwelement met de drager te verbinden.
NL2003023A 2009-06-15 2009-06-15 Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand. NL2003023C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003023A NL2003023C2 (nl) 2009-06-15 2009-06-15 Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand.
EP10165841A EP2278088A3 (en) 2009-06-15 2010-06-14 Construction element and method for constructing a wall

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2003023A NL2003023C2 (nl) 2009-06-15 2009-06-15 Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand.
NL2003023 2009-06-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2003023C2 true NL2003023C2 (nl) 2010-12-16

Family

ID=42646279

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2003023A NL2003023C2 (nl) 2009-06-15 2009-06-15 Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2278088A3 (nl)
NL (1) NL2003023C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0196672A2 (de) * 1985-04-03 1986-10-08 Herbert Heinemann Paneele zur Verkleidung von Aussenwänden von Gebäuden
EP0311700A1 (de) * 1987-10-13 1989-04-19 Herbert Heinemann Verblendelement und Verfahren zu seiner Herstellung
GB2325678A (en) * 1997-05-21 1998-12-02 Kingspan Res & Dev Ltd An insulated wall panel with male and female edge connectors
FR2893101A1 (fr) * 2005-11-10 2007-05-11 Jean Philippe Pisano Dispositif de jonction par embrevement de panneaux sandwich
US20080000176A1 (en) * 2006-06-26 2008-01-03 Barry Mandelzys Insulated panel system

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3447330A1 (de) * 1984-12-24 1986-07-10 Hoesch Ag, 4600 Dortmund Wand- oder dachelement aus einem schaumstoffkern und metallischen deckschichten
EP0940518A1 (de) * 1998-03-03 1999-09-08 Herbert Heinemann Verkleidungselement zum Verkleiden von Gebäudewänden
DE20210072U1 (de) * 2002-06-28 2002-10-02 Schmelzer Klaus Sandwichpaneel, Anordnung aus zwei Sandwichpaneelen sowie Halbzeug eines solchen Sandwichpaneels
ES2302394B2 (es) * 2003-11-19 2009-07-28 British Robertson, S.L.U. Panel con remates machihembrados para fachadas o cubiertas.
WO2006053377A1 (en) * 2004-11-18 2006-05-26 Companel Pty Ltd Building elements

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0196672A2 (de) * 1985-04-03 1986-10-08 Herbert Heinemann Paneele zur Verkleidung von Aussenwänden von Gebäuden
EP0311700A1 (de) * 1987-10-13 1989-04-19 Herbert Heinemann Verblendelement und Verfahren zu seiner Herstellung
GB2325678A (en) * 1997-05-21 1998-12-02 Kingspan Res & Dev Ltd An insulated wall panel with male and female edge connectors
FR2893101A1 (fr) * 2005-11-10 2007-05-11 Jean Philippe Pisano Dispositif de jonction par embrevement de panneaux sandwich
US20080000176A1 (en) * 2006-06-26 2008-01-03 Barry Mandelzys Insulated panel system

Also Published As

Publication number Publication date
EP2278088A3 (en) 2011-11-09
EP2278088A2 (en) 2011-01-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2740502C (en) Ribbed backed panels
US8225567B1 (en) Siding having backer with features for drainage, ventilation, and receiving adhesive
CA2777635C (en) A composite panel
CH641227A5 (fr) Panneau de construction isolant.
CA2897558A1 (en) Composite building panel
KR101173795B1 (ko) 조립식 트러스 구조
US20180002918A1 (en) Energy-efficient mobile buildings
NL2003023C2 (nl) Bouwelement en werkwijze voor het opbouwen van een wand.
EP2567053B1 (de) Metall-verbundträger als pfosten oder riegel einer verglasung und derartige verglasung
WO2014142765A1 (en) Anchors for affixing vip or vise thermal insulation in the facade systems and other systems and the affixing procedure
NL7904936A (nl) Bouwconstructie.
US20110078960A1 (en) Partitioning Wall Consisting of Transparent Wall Elements
US20090260310A1 (en) Method and system for providing an insulative wall structure
JP6709636B2 (ja) 二重壁工法、貼り終り端部部材及び二重壁設置用下部レール
NL2013112B1 (nl) Wandconstructie.
BE1018783A5 (nl) Gelaagd isolatiepaneel, gebruik van een dergelijk isolatiepaneel, en werkwijze voor plaatsing van een dergelijk isolatiepaneel.
BE1023091B1 (nl) Geluidsschermen
BE1025987B1 (nl) Werkwijze en bouwelement voor het vormen van een uitkragend raam
BE1015787A5 (nl) Wandelement.
RU95005U1 (ru) Конструкция стен из трехслойных панелей с наполнителем из пенополиуретана
BE1021923B1 (nl) Modulair wandisolatiesysteem en isolatiepaneel voor gebruik daarin.
BE1012556A3 (nl) Samengesteld gevelpaneel.
BE1016631A3 (nl) Verbeterd paneel.
van Gemert Artopus: A co-working space and cultural centre, connected with a metrostop
BE1023201A1 (nl) Bouwelement, wand, en gebouw

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20200701