NL7904936A - Bouwconstructie. - Google Patents
Bouwconstructie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL7904936A NL7904936A NL7904936A NL7904936A NL7904936A NL 7904936 A NL7904936 A NL 7904936A NL 7904936 A NL7904936 A NL 7904936A NL 7904936 A NL7904936 A NL 7904936A NL 7904936 A NL7904936 A NL 7904936A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- fire
- members
- frame
- load
- curtain wall
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/88—Curtain walls
- E04B2/90—Curtain walls comprising panels directly attached to the structure
- E04B2/94—Concrete panels
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Load-Bearing And Curtain Walls (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
i -1 - Η.o. 27.962
Richard Lewis Stoakes, te WOLDINGHAM, Surrey, Groot-Brittannie Bouwconstructi e«
De uitvinding heeft betrekking op een bouwconstructie en heeft in het bijzonder betrekking op een gordijngevel of bekle- j ding en op architectonische constructies omvattende een dergelijke! ! gevel of bekleding, en op bouwcomponenten voor gebruik bij dergelijke constructies· 5 i
In het bijzonder kunnen bij architectonische constructies,j waarbij een gordijngevel wordt toegepast, horizontale belasting dragende structurele organen op verschillende niveaus worden toe- i gepast, bijvoorbeeld in de vorm van betonnen vloerplaten, die op hun plaats worden gegoten en mogelijk zijn voorzien van vertikale 10 uitsteeksels of staanders aan de buitenrand van elke vloerplaat, waaraan de gordijngevel wordt bevestigd door middel van bevesti-gingselementen, zoals metaaien bevestigingsorganen, zodat daardoor de opeenvolgende niveaus worden overspannen voor het vormen van een buitenwand van het gebouw dat in het bijzonder vele ver- 15 diepingen hoog is. Hoewel de gordijngevel niet de grootste vertikale belastingen van het gebouw behoeft op te nemen moet hij in staat zijn buigbelastingen als gevolg van wind, te weerstaan, voor welk doel vertikale stijlen van de gordijngevel gewoonlijk een grotere dwarsdoorsnede bezitten dan de dwarsbalken, die zich 20 daartussen uitstrekken, waarbij de achtervlakken ervan dichtbij hoewel op enige afstand van de vloerplaten liggen.
Bij deze vorm van de constructie kunnen de middelen, die de stijlen met de vloerplaten verbinden in hoofdzaak genoemde ruimte daartussen sluiten, maar de betrekkelijk brede spleet tus- 25 sen de vloerplaten en het achtervlak van de gordijngevel tussen de stijlen moet worden gevuld met een geschikt vuurbestendig ma-; teriaal, omdat het sluiten van de spleet tussen de vloerplaten en j ~de~gordijngevel noodzakelijk is om te voorkomen of te vertragen 790 4936 2 . < •4 dat vlammen en rook naar boven komt vanaf de ene vloer naar de volgende in het geval van brand. De ingebrachte vulling moet bovendien op zodanige wijze worden ondersteund dat hij dan op zijn plaats wordt gehouden als de stabiliteit en de samenhang van de gordijngevel zelf niet betrouwbaar is als gevolg van de beïnvloe- 5 ding door de brand. Met andere woorden is het gewoonlijk noodzakelijk te verzekeren dat er een vuurbestendige barrière op geschikte wijze op zijn plaats wordt gehouden op elk niveau van de horizontale hoofdconstructie-organen om aan de eisen van brand-bestendigheid te voldoen. 10
In het Brits octrooischrift 962.790 is voorgesteld brand-bestendige bouwpanelen te verschaffen als deel van de gordijngevel, welke panelen evenwijdige op afstand van elkaar liggende asbest-platen omvatten met een warmte-isolerende vulling daartussen waarbij de buitenste plaat een metalen bekleding op zijn uitwendige 15 oppervlak bezit. Om te verzekeren dat zij op hun plaats blijven in het geval van brand moeten deze panelen direkt op de vloerplaten worden aangebracht, wat kan resulteren in bevestigingsproble-men gedurende het oprichten van de gordijngevel, en een spleet wordt vrijgehouden langs de omtrek van de vloerplaten, die moet 20 worden gevuld door verder vuurbestendig materiaal of het verspreiden van vlammen en rook tussen de vloeren van het gebouw te verhinderen ·
Volgens een aspect van de uitvinding wordt bij een bouwconstructie omvattende een gestel voor een gordijngevel met mid- 25 delen om daaraan een ondersteuningsconstructie te bevestigen, die ten minste een vloerplaat of een ander zich horizontaal uitstrekkend belasting opnemend orgaan omvat, welk gestel op afstand ligt van genoemd orgaan, een aantal vuurbestendige organen verschaft geplaatst tussen het gestel en het de belasting opnemende orgaan 30 en ondersteund door genoemd orgaan, welke brandbestendige organen zich uitstrekken over de stijlen van het gestel van de gordijngevel, Genoemde brandbestendige organen kunnen de vorm hebben van gestellen of panelen en sbrekken zich bij voorkeur in vertikale richting uit tot buiten de hoogte van genoemd horizontaal con- 35 structie-orgaan of de hoogte van het hoofddeel van genoemd orgaan.
7904936 3 tr
Volgens een ander aspect van de uitvinding omvat een bouwconstructie, die een gestel voor een gordijngevel bevat met middelen voor het bevestigen ervan aan een ondersteuningsconstructie, die ten minste één vloerplaat of een ander zich horizontaal uitstrekkend belasting opnemend orgaan bevat, welk gestel zich ver- 5 tikaal uitstrekkende stijlen bezit waardoor windbelastingen op de gordijngevel moeten worden overgebracht op genoemde ten minste ene horizontale constructie-orgaan en ligt op afstand vanaf ten minste één constructie-orgaan, ook een aantal verdere organen die zijn geplaatst tussen genoemde stijlen en genoemde ten minste ene 10 belasting opnemende orgaan, en waarbij elk een in hoofdzaak grotere vertikale ruimte inneemt dan zijn daarmee samenwerkende horizontale belasting opnemende orgaan, welke tussengeplaatste organen in aanraking zijn met het gestel van de gordijngevel en dit ondersteunt over ten minste een belangrijk deel van hun vertikale 15 lengte om de buigkrachten op de stijlen van het gestel veroorzaakt door windbelastingen te reduceren.
Het zal duidelijk zijn dat bij dit aspect van de uitvinding de tussengeplaatste organen ook de vorm kunnen hebben van gestellen of panelen en zo kunnen worden geplaatst dat zij zowel 20 de ondersteunings- als de brandveiligheidsfuncties, die boven zijn aangegeven, combineren. Vergelijke organen kunnen met voordeel te voren worden gevormd uit braridbestendige materialen met geschikte sterkte-eigenschappen, bijvoorbeeld in de vorm van blokken gegoten uit met glas versterkt beton* Bij voorkeur kunnen de inwendige 25 ruimten van de organen worden gevuld met een lichtgewicht thermische isolatie, zodat zij aan de verdere functie voldoen van het verbeteren van de isolatie van het inwendige van het gebouw.
Bij voorkeur zijn de ondersteunings- en/of brandbestendi-ge organen in samenwerking met en worden zij ondersteund door ver- 30 bindingselementen, die de stijlen of de andere organen van het gestel verbinden met ten minste één horizontaal de belasting opnemend orgaan* Zij kunnen dus uitsparingen of openingen bezitten waardoor de bevestigingselementen zich uitstrekken om ze te ondersteunen. Bij een voorkeursuitvoering zijn dergelijke uitsparingen 55 zo aangebracht aan hun zijdelings randen dat als zij over de be- 7904936 b ♦
'I
vestigingselementen worden geplaatst zij zowel zijdelings als vertikaal worden ondersteund#
Ter vergemakkelijking van de constructie is deze zo uitgevoerd dat enige ruimte aanwezig blijft tussen de ondersteunings en/of brandbestendige organen en de nabij liggende buitenranden 5 van ten minste één belasting dragend orgaan. Het is mogelijk dat integrale achterwaarts gerichte uitsteeksels zich uitstrekken vanaf genoemde organen over de buitenranden van het belasting opnemende orgaan, waarbij betrekkelijk kleine vertikale spleten overblijven die kunnen worden gevuld met stroken of afdichtmiddelen, 10 maar ook kunnen brandbestendige sluitelementen zich naar buiten uitstrekken vanaf genoemde belasting openemnd orgaan om de spleet te sluiten na het samenstellen. In dit laatste geval zijn er bij voorkeur afzonderlijke reeksen sluitelementen zowel aan de bovenals de onderoppervlakken van het of elk genoemd belasting opnemend 15 orgaan. Deze sluitelementen kunnen respectieve bovenste en onderste delen bezitten, die kunnen samenwerken met overeenkomstig op afstand liggende delen van de ondersteunings en/of brandbestendige organen en de uitvoering kan zo zijn dat de elementen zich in horizontale richting uitstrekkende kamers of kanalen vormen boven 20 en/of onder het belasting opnemende orgaan. Met respectieve reeksen elementen boven en onder een vloerplaat, die het belasting openemende orgaan vormt, en het voorzien in dergelijke kanalen in beide standen, kan het kanaal boven de vloerplaat middelen voor ruimte-verwarming bezitten en het kanaal onder kan elektrische 25 kabels, bijvoorheeld voor plafond-verlichting en andere installaties in het gebouw bevatten.
De uitvoering kan ook zo zijn dat de ondersteunende en/of brandbestendige organen dienen voor een verdere functie als ondersteuningen voor binnenbeglazingselementen, die een isolerende 50 ruimte daartussen en de beglazing vormen of ander vulmateriaal van het gestel voor de gordijngevel of zijn buitenvlak. Als genoemde organen warmte-isolerend materiaal bevatten, als reeds aangegeven, kunnen de binnenbeglazingselementen de thermische isolatie van de constructie in het gebied van de wandconstructie bui- 35 ten het gebied van de organen verbeteren zodat een meer gelijkma- 7904936 * 5 * tig isolatie-effect wordt verschaft· De thermische isolatiewaarde van de bouwconstructie kan verder worden verbeterd als de vulling op het buitenvlak van het gestel van de gordijngevel de vorm heeft van een sandwich of dubbele beglazing.
Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeel- 5 den zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.
Fig. 1 toont een vooraanzicht van een deel van een bouwconstructie voor een aantal verdiepingen·
Fig* 2 toont een doorsnede op groter schaal over de lijn II - II in fig. 1. 10
Fig. 3 en k zijn doorsneden over respectievelijk de lijnen III - III en IV - IV in de fig. 2 en 3·
Fig. 3 en 6 tonen elk een doorsnede volgens dezelfde lijn II - II in fig. 2 en tonen twee andere uitvoeringen van de bouwconstructie. 15
Fig. 1 toont een algemeen beeld van een gordijngevel op een bouwconstructie omvatten een reeks belasting opnemende betonnen vloerplaten 2 die elk ongeveer 25 cm dik zijn. De gordijngevel omvat een gestel waarvan de delen bij voorkeur zijn gevormd uit geextrudeerde aluminiumprofielen, en omvatten stijlen 4, die zich 20 elk in vertikale richting over de hoogte van twee of meer vloeren van het gebouw kunnen uitstrekken en kortere dwarsbalken 6, die zich uitstrekken tussen en zijn bevestigd op nabij liggende stijlen. Een reeks cellen, elk met een hoogte van ongeveer 3 m wordt aldus door het gestel gevormd en bezitten een vulling 8 uit pa- 25 nelen en/of beglazingsplaten, die op hun plaats zijn bevestigd door zich langs de omtrek uitstrekkende afdichtorganen 12 (fig. 2) aangebracht op het gestel. De gordijngevel zelf is verbonden met en wordt ondersteund door de vloerplaten 2 via verbindingselementen Ik waaraan de stijlen zijn bevestigd. 30
Fig. 2 tot h tonen op welke wijze volgens de uitvinding verdere organen 20 zijn geplaatst tussen het gestel van de gordijngevel en de vloerplaten, welke organen 20 in dit voorbeeld de vorm hebben van panelen, die zich zowel boven als beneden de vloerplaten uitstrekken en zowel ondersteuning als brandbestendig- 35 heid verschaffen. De panelen zijn aangebracht op zachte stalen 7904936 % 6 % hoekplaten 22 die de verbindingselementen vormen, en die achter-flenzen 24 bezitten die met bouten 26 zijn aangebracht op de rand van de vloerplaat en voorflenzen 28, die zich naar voren uitstrekken ten opzichte van de panelen en zijn bevestigd op de zijden van de stijlen door middel van bouten 30. 5
De panelen 20 vormen een continue reeks langs de rand van elke vloerplaat. Zij hebben uitsparingen 32 in hun zijranden in het midden van een hoogte, waardoor de voorflenzen 28 van de platen 22 zich uitstrekken. Omdat de flenzen 28 van de platen nauwkeurig passen in de bovenzijde en de onderzijde van elke uit- 10 sparing 32 alsmede in het zijvlak ervan, worden de panelen op zekere wijze:.geplaatst zowel in verticale richting als in zijdelingse richting zonder dat wordt vertrouwd op het gestel van de gordijngevel, dat gewoonlijk een betrekkelijk lichte constructie is. 15
De panelen zelf zijn van brandbestendige aard, zijn tevoren gegoten uit met glasvezel versterkt beton met inwendige kamers $6, die zijn gevuld met een thermisch isolatiemateriaal 38, zoals minerale wol. Als gevolg van hun dunne wanden en de lichtgewicht isolatievulling kunnen zij daarom betrekkelijk gemakkelijk 20 worden behandeld ondanks hun afmeting. Als een verdere thermische isolatiemaatregel kunnen de inwendige delen van de stijlen met holle dwarsdoorsnede en de dwarsbalken ook worden gevuld met een isolerend materiaal zoals minerale wol.
Gewoonlijk is er een spleet aanwezig tussen de achterzijde 25 van de panelen en de buitenranden van de vloerplaat, welke spleet, hoewel geen grote, in het algemeen vereist is om dimensionele afwijkingen als gevolg van cons truc tie-to le ran ties mogelijk te maken.
De spleet wordt gesloten, nadat de panelen op hun plaats zijn aangebracht, door respectieve bovenste en onderste stalen hoek- 30 organen 40, die met bouten zijn bevestigd op de vloerplaat 2.
Het aanbrengen van een afdichtmiddel in de gebieden 42 tussen de voorvlakken van de hoek-organen en het . paneel en de vlakken 44 tussen de naast elkaar liggende zijranden van de panelen zelf verzorgt het sluiten van de spleet tussen de vloerplaat en de 35 gordi jngevel op een wijze waarop een geschikte mate van weerstand tegen brand wordt verschaft.
7904936 7
De panelen strekken zich over enige afstand uit hoven en onder de vloerplaten en kunnen daardoor de functie vervullen van gebruikelijke naar boven en naar beneden gerichte staanders *. aan de rand van de vloerplaten als vlam-barrières. De verticale hoogte van de panelen wordt bepaald door eisen wat betreft archi- 5 tectuur en brand, maar als voorbeeld van de tegenwoordige bouwpraktijk kunnen zij ongeveer 1^· m boven en 1¾ m onder de vloerplaat aanwezig zijn. Het zal duidelijk zijn dat zij ten opzichte van de vloerplaten worden vastgehouden door zacht-stalen platen 22 en daardoor in staat zijn stabiel te worden ondersteund in het geval 10 van brand zelfs als het aluminium gestel van de gordijngevel en de vulling ervan beschadigd zijn,
De vulling aan het buitenvlak van de gordijngevel omvat sandwich en/of dubbel-beglaasde panelen 50» Deze panelen kunnen worden aangebracht in bekende uitvoeringen van afdichtmiddelen 12, 15 x als beschreven in de Britse oetrooischriften 1,211.881 en 1.459*401. Bovendien verschaffen de bovenranden en de onderranden van de panelen een ondersteuning voor hulporganen 52, die de inwendige glasschuiven 54 vasthouden, zodat een verdere isolatie ruimte voor geluid en warmte wordt verschaft tussen de schuiven en de dubbele 20 beglazing 5° aangebracht in het gestel van de gordijngevel.
De hulporganen 52 zijn uit aluminium geëxtrudeerde profielen, zoals de hoofdgestelorganen 4» 6 van de gordijngevel en werken met een haak 56 samen met de dwarsbalken 6 terwijl zij ook zijn vast ge zet met schroeven 58 op de boven- en onderranden van de 25 panelen 20. Bij voorkeur hebben zowel de bovenste als onderste organen 52 dezelfde dwarsdoorsnede, in dit voorbeeld omvattende een achterflens 60, die kan dienen als afleidstrook voor een radiator voor ruimteverwarming geplaatst nabij de panelen en/of een bevestigingsflens voor deksels (niet weergegeven) voor lei- 30 dingen.
In het algemeen kunnen de gestel-organen van de gordijn-gevelconstructie, de stijlen 4 en de dwarsbalken 6 nagenoeg identieke dwarsdoorsneden bezitten, met de uitzondering waar hulporganen 52 zijn aangebracht als beschreven, waarbij de elementen 35 van de dwarsbalken voor de haakbeve stigirgen 58 bij voorkeur naar x = Nederlandse octrooiaanvrage 74*00364 7904936
V
% 8 achteren uitstéken vanaf de doorsnede van de stijl. De samenwerkende elementen van de hulp-organen 52 kunnen zich daardoor continu uitstrekken als deze organen de achtervlakken van de stijlen kruisen, maar het is ook mogelijk dat de dwarsbalken identiek zijn aan de stijlen en dat deze elementen worden onder- 5 broken of vrijgegeven op hun verbinding met de stijlen. In elk geval kunnen door het ondersteunende effect van de panelen .de stijlen een betrekkelijk geringe diepte bezitten (voorzijde naar achterzijde) ondanks hun in hoofdzaak verticale stand en ondanks het feit dat zij de verbindingen verschaffen tussen de gordijn- 10 gevel en de de belasting dragende vloerplaten.
Dit is omdat de panelen de effecten verminderen op de stijlen van windbelastingen, die invloed-uitoefenen op het vlak van de gordijngevel. Bij een gebruikelijke coisfeructie van een gordijngevel waarbij de stijlen slechts ter hoogte van elke vloer- 15 plaat worden ondersteund, hangt de volledige overspanning van elke stijl tussen opeenvolgende vloerplaten af ran zijn eigen buig-stijfheid om windbelastingen die daarop zijn uitgeoefend te weerstaan. Bij de weergegeven constructie, waarbij het achtervlak van elke stijl over een grote verticale afstand samenwerkt met zijn 20 ertegen rustende paneel 20 is de niet gesteunde lengte -van de stijl in belangrijke mate gereduceerd (gehalveerd in het voorbeeld), zodat er een belangrijke reductie is in het ondervonden buigmoment. Als gevolg hiervan kan voor een bepaalde windbelasting de diepte van het profiel -in belangrijke mate worden gereduceerd. 25
Op een overeenkomstige wijze verkrijgen de dwarsbalken een ondersteuning door de ermee samenwerkende randen van de panelen.
Fig. 5 toont een andere uitvoering van de bovenbeschreven constructie. In vele gevallen zijn identieke onderdelen gebruikt die met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven. 30
Bij de uitvoering volgens fig. 5 is het gestel van de gordijngevel verbonden met de vloerplaten 2 als bovenbeschreven en de panelen 20 zijn aangebracht op platen 22 op dezelfde wijze als boven, maar tussen de panelen en de vloerplaten, zowel boven als onder de vloerplaten zijn leidingorganen respectievelijk 70, 35 72 aanwezig die een in hoofdzaak continue dwarsdoorsnede bezitten 7904936 9 die gedeeltelijk werkt als alternatief voor de verbindingshoek-organen 40 van de eerste uitvoering. Evenals de panelen 20 kunnen de leidingorganen zijn vervaardigd uit met glas versterkt beton.
Organen 74» die in het algemeen overeenkomen met de organen 52 bezitten hier een achterste lip 76 die ligt over de flens 78 van 5 hun leidingorganen, waardoor bevestiging sb out en 80 passeren in het paneel zelf, terwijl stalen bevestigingsorganen 12, die zijn gegoten in de leidingorganen, worden gebruikt om de leidingorganen te bevestigen op de bovenste en onderste vlakken van de vloerplaten 2, waarbij pakkingen 82a , al naar vereist, zijn ingebracht. 10
Een afdichtmiddeL San worden gebracht in elke spleet tussen de leidingorganen en d^ovenste en onderste vlakken van de vloerplaten.
Be bovenste leidingorganen JO kunnen dienen om de middelen voor ruimteverwarming op te sluiten, als schematisch aangegeven 15 bij 84» voor het inwendige van het gebouw, en voor dit doel kunnen luchtstroom-openi^ngen worden verschaft zoals weergegeven bij 86 en 88 in het leidingorgaan. Waar vereist kunnen deze openingen van een afdekking worden voorzien, zoals de plaat 88a. Het onderste leidingorgaan kan overeenkomstig worden voorzien van toegangs- 20 openingen, met afschermingen of deksels indien dit gewenst is en kan dienen als doorvoer voor kabels en dergelijke in het gebouw, terwijl het ondervlak ervan zo kan worden uitgevoerd dat een vals plafond (niet weergegeven) kan worden aangebracht. Be bovenste en onderste leidingorganen kunnen worden gevormd door identieke vorm- 25 stukken of giefcstukken en beide zijn met een integrale kern 90 weergegeven uit een materiaal dat een goede bevestiging verschaft voor onderdelen zoals de ruimteverwarmingsinrichtingen 84.
Eig. 6 toont een andere constructie, die in vele gevallen overeenkomt met die weergegeven in de fig. 2 tot 4· In dit geval 50 zijn er echter ondersteunings- en brandveilige panelen 100 die als éên geheel daarmede gegoten of gevormde achtterribben of flenzen 102 bezitten, die het mogelijk maken afzonderlijke sluit-organen voor de spleet aan de rand van de vloerplaten te vermijden.
In hun andere details kunnen de panelen 10O.identiek zijn met de 35 panelen 20. Be ruimte tussen de flenzen 102 is iets groter dan 790 4 9 36 k 10 ft de dikte van de vloerplaat maar de boven- en onderspleten die hieruit resulteren zijn elk kleiner dan de maximale spleet aan de rand van de vloerplaat die noodzakelijk is bij de hierboven beschrevei constructie.
Op het bovenvlak -van de vloerplaat 2 is gewoonlijk een 5 onderlaag 104 aanwezig die een basis verschaft voor de uiteindelijke vloerbekleding en deze laag is gespreid op en onder de naastliggende flens 102 om daar de spleet te vullen. Op het ondervlak van de vloerplaat:is een brandbestendig afdichtmateriaal 106 aangebracht om de spleet te vullen. 10 7904936
Claims (10)
1. Bouwconstructie omvattende een gestel voor een gordijn gevel met middelen voor het daaraan Bevestigen van een ondersteu-ningsconstructie omvattende ten minste één vloerplaat of een ander zich in horizontale richting uitstrekkend belasting opnemend 5 orgaan, met het kenmerk, dat het gestel (4> 6) op afstand ligt van het de belasting apnemende orgaan (2) en dat een aantal brandbestendige organen (20) is geplaatst tussen het gestel en het de belasting opnemende orgaan en worden ondersteund door genoemd orgaan, waarbij de genoemde brandbestendige organen 10 liggen over de stijlen (4) van het gestel.
2. Constructie volgens conclusie 1,met het ken merk, dat de brandbestendige organen (20) in het algemeen een vlakke vorm hebben en zich verticaal uitstrekken over de binnenvlakken van de stijlen (4) tot voorbij de verticale lengte van 15 het genoemde ten minste ene de belasting opnemende orgaan (2).
3. Constructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de brandbestendige organen (2)) de vorm hebben van holle panelen en zijn gevuld met een thermisch isolatiemateriaal (38). 20
4. Constructie volgens een of meer van de conclusies 1 tot 3, 1 e t het kenmerk, dat de brandbestendige organen (20) in aanraking zijn met de stijlen (4) over ten minste een groot deel van de hoogte van de stijlen om de stijlen te ondersteunen tegen buigbelastlngen als gevolg van windkrachten. 25
5. Constructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het gestel is bevestigd op het ten minste ene de belasting opnemende orgaan door middel van verbindingselementen, met het kenmerk, dat de verbindingselementen (22) samenwerken met de brandbestendige organen (20) en deze ook onder- 30 steunen.
6. Constructie volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat uitsparingen of openingen (32) zijn aangebracht in de brandbestendige organen (20) waardoor de verbindingselementen (22) zioh uitstrekken om genoemde organen te ondersteunen. 35
7. Constructie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een ruimte tussen 7904936 *· een buit en rand vlak van het genoemde ene de belasting opnemende orgaan en tegenoverliggende binne no pp er vlakken van naastliggende brandbestendige organen in hoofdzaak is afgesloten door middel van brandbestendige sluitelementen (40 of 70, 72 of 102) die zich uitstrekken tussen de brandbestendige organen en de bovenste en 5 onderste delen van het genoemde ten minste ene de belasting opnemende orgaan.
8. Constructie volgens' conclusie 7>^et het ken merk, dat ten minste een zich in horizontale richting uitstrekkend orgaan of leiding wordt verschaft door de brandbesten- 10 dige sluit elementen'(70, 72) en is geplaatst ten minste gedeeltelijk op een ander niveau ten opzichte van dat van het samenwerkende zich in horizontale richting uit strekkende de be 3a sting opnemende orgaan.
9. Constructie volgens een of meer van de voorgaande con- 15 clusies, met het kenmerk, dat de binnenste begla-zingsorganen (52 of 74) worden ondersteund door de brandbestendige organen (20) om de panelen en/of de ruiten te bevestigen om een isolatieruimte te verschaffen binnen de gordijngevel.
10. Bouwconstructie omvattende een gestel voor een gordijn- 20 gevel omvattende een aantal zich mar boven uit strekkende stijlen waarmede het gestel is bevestigd op een ondersteuningsuonstructie omvattende ten minste een vloerplaat of een ander zich in horizontale richting uitstrekkend de belasting opnemend orgaan, waarbij windbelastingen, die worden opgenomen door het gestel van de 25 gordi jngevel worden overgebracht op genoemd gestel via de stijlen, met het kenmerk, dat een aantal verdere organen (20) is geplaatst tussen de stijlen (4) en het genoemde ten minste ene de belasting opnemende orgaan (2), waarbij elk tussengeplaatst orgaan (20) zich over een in hoofdzaak grotere recticale richting 30 uitstrekt dan het ermee verbonden zich in horizontale richting uitstrekkende de belasting opnemende orgaan, welke tussengeplaatste organen in aanraking zijn met het gestel van de gordi jngevel en dit steunen, over ten minste een groot deel van hun verticale lengte om de buigkrachten op de stijlen veroorzaakt door de wind- 35 belastingen op het gestel te reduceren. 7904936
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB7828049 | 1978-06-27 | ||
GB7828049 | 1978-06-27 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL7904936A true NL7904936A (nl) | 1980-01-02 |
Family
ID=10498154
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL7904936A NL7904936A (nl) | 1978-06-27 | 1979-06-25 | Bouwconstructie. |
Country Status (8)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4291511A (nl) |
BE (1) | BE877304A (nl) |
DE (1) | DE2925999A1 (nl) |
ES (1) | ES482385A1 (nl) |
FR (1) | FR2429881B1 (nl) |
IE (1) | IE48709B1 (nl) |
IT (1) | IT1121949B (nl) |
NL (1) | NL7904936A (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4610115A (en) * | 1984-12-17 | 1986-09-09 | Ppg Industries, Inc. | Multiple-glazed combination vision and spandrel architectural panel and curtainwall |
WO2002036714A2 (fr) | 2000-10-31 | 2002-05-10 | Pecherskikh, Pavel Borisovich | Installation destinee a la decontamination d"objets des polluants hydrocarbones |
CA2501911C (en) * | 2002-10-11 | 2011-09-13 | Anne E. Merica | Integrated curtain wall and wireway distribution system |
US7424793B1 (en) * | 2004-05-07 | 2008-09-16 | Thermafiber, Inc. | Interlocking curtain wall insulation system |
US7644549B2 (en) * | 2004-07-05 | 2010-01-12 | Sota Glazing Inc. | Hybrid window wall/curtain wall system and method of installation |
DE502008000280D1 (de) | 2007-05-16 | 2010-02-11 | Saelzer Sicherheitstechnik | Gebäude, umfasssend ein Sprengwirkungshemmendes Fassadensystem |
JP5757260B2 (ja) * | 2012-03-01 | 2015-07-29 | 清水建設株式会社 | ダブルスキン構造 |
US9896840B2 (en) * | 2016-02-23 | 2018-02-20 | Advanced Building Systems, Inc. | Curtain wall mullion anchoring system |
US10724234B2 (en) | 2016-03-03 | 2020-07-28 | Talon Wall Holdings Llc | Building facade system |
US9752319B1 (en) | 2016-03-03 | 2017-09-05 | Kurtis E. LeVan | Building facade system |
EP3246480A1 (en) * | 2016-05-20 | 2017-11-22 | HILTI Aktiengesellschaft | Thermal and acoustic insulating and sealing system for a safing slot in a curtain wall |
CN111855407B (zh) * | 2020-07-20 | 2023-05-05 | 中国建筑科学研究院有限公司 | 一种适于建筑幕墙防火构造性能试验的装置 |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA674835A (en) * | 1963-11-26 | A. Knag A/S | Wall structures | |
BE561408A (nl) * | 1957-02-16 | |||
BE566223A (nl) * | 1957-03-29 | |||
NO97816A (nl) * | 1959-01-16 | |||
GB972283A (en) * | 1960-02-04 | 1964-10-14 | Gardiner Sons & Company Ltd | Method of fixing vertical panels to floors |
GB962790A (en) * | 1963-05-16 | 1964-07-01 | Stewart & Gray Ltd | Improvements in or relating to building panels |
US3319388A (en) * | 1964-05-13 | 1967-05-16 | Olsen Torgny Kjelstrup | Wall constructions |
US3509672A (en) * | 1967-12-21 | 1970-05-05 | Ppg Industries Inc | Curtain wall construction |
US3715848A (en) * | 1969-04-18 | 1973-02-13 | P Jordan | Multiple layer outside wall of a building or the like |
-
1979
- 1979-06-25 NL NL7904936A patent/NL7904936A/nl not_active Application Discontinuation
- 1979-06-25 US US06/051,353 patent/US4291511A/en not_active Expired - Lifetime
- 1979-06-26 IT IT23883/79A patent/IT1121949B/it active
- 1979-06-26 FR FR7916447A patent/FR2429881B1/fr not_active Expired
- 1979-06-27 DE DE19792925999 patent/DE2925999A1/de not_active Withdrawn
- 1979-06-27 ES ES482385A patent/ES482385A1/es not_active Expired
- 1979-06-27 BE BE0/195992A patent/BE877304A/xx not_active IP Right Cessation
- 1979-08-08 IE IE1207/79A patent/IE48709B1/en not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE877304A (fr) | 1979-10-15 |
FR2429881A1 (fr) | 1980-01-25 |
IT1121949B (it) | 1986-04-23 |
US4291511A (en) | 1981-09-29 |
DE2925999A1 (de) | 1980-01-17 |
IT7923883A0 (it) | 1979-06-26 |
IE48709B1 (en) | 1985-05-01 |
IE791207L (en) | 1979-12-27 |
ES482385A1 (es) | 1980-02-16 |
FR2429881B1 (fr) | 1985-07-12 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US9611643B2 (en) | Systems and methods for providing a window wall with flush slab edge covers | |
US7827746B2 (en) | Hybrid window wall/curtain wall system and method of installation | |
US2885040A (en) | Curtain wall construction | |
NL7904936A (nl) | Bouwconstructie. | |
US12000146B2 (en) | Exterior wall system | |
NL8000799A (nl) | Profielstaafvormig bouwelement. | |
WO1998016701A1 (en) | Curtain walls with suspended glassed panels | |
EP3725969A1 (en) | Perimeter fire barrier system | |
US4269004A (en) | Explosion-proof building | |
US2085281A (en) | Metal building structure and method of assembling the same | |
CA2713023C (en) | Panelization system and method | |
US3535842A (en) | Fire-resistant removable wall panel | |
US3415023A (en) | Prefabricated buildings and panels utilizable in constructing same | |
US20080148656A1 (en) | Bulilding Construction Kit | |
GB2025507A (en) | Curtain walling | |
CA2510989C (en) | Hybrid window wall/curtain wall system and method of installation | |
EP3561189B1 (en) | A partition wall, especially for creation of a fire compartment in rooms of buildings | |
IL34662A (en) | Building frame structure | |
BE1029829B1 (nl) | Hybride lichtgewicht geventileerde gevel | |
US20230340788A1 (en) | Building facade system and and method of providing a building facade | |
RU2154141C1 (ru) | Способ монтажа каркасно-стеклянной приставной шахты лифта | |
Paoletti et al. | The Technical Interfaces of the Advanced Envelope Systems | |
CA3044941A1 (en) | Metal or alloy framed insulated building cladding system | |
IT8948700A1 (it) | Struttura ad elementi modulari componibili, per la costruzione di facciate continue di edifici e/o per rivestimento a cappotto isolante di murature esistenti. | |
RO131502A0 (ro) | Structura şi închiderile unei clădiri cu panouri prefabricate din fibre celulare naturale comprimate, şi procedeul de montaj |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |