NL2003022C2 - Opslag- en distributiesysteem, alsmede hiervan voorziene zorginstelling en gebruik van dit opslag- en distributiesysteem. - Google Patents

Description

P29889NL00/YGR

Korte aanduiding: Opslag- en distributiesysteem, alsmede hiervan voorziene zorginstelling en gebruik van dit opslag- en distributiesysteem.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een opslag- en distributiesysteem, omvattende: een veelheid houders voor items; een veelheid opslagposities voor het opslaan van de veelheid houders; 5 - een lift; tenminste één langs de lift aangebrachte uitgiftestation voor het uitnemen van één of meer items uit een genoemde houder; een aandrijving voor het aandrijven van de lift; en een met de aandrijving verbonden, althans verbindbare, besturingsinrichting voor het 10 besturen van de aandrijving.

Een dergelijk systeem, echter in de vorm van een opslagsysteem en niet zozeer in de vorm van een opslag- en distributiesysteem, is bekend. De firma Kardex systemen B.V., website www.kardex.nl, brengt twee van dergelijke systemen op de markt, de één onder de naam 15 ‘Kardex Industriever®’ en de ander onder de naam ‘Shuttle® XP and Shuttle® XPIus met "opf/f/ex”

Bij de “Kardex Industriever®” wordt gebruik gemaakt van een Paternoster lift bestaande uit een eindloze keten van in de lift ondergebrachte plateaus met op elk plateau items van 20 dezelfde soort of verschillende soorten. Dit systeem heeft één uitgifte punt, dat naast het uitgeven van items ook gebruik wordt voor het in het systeem inbrengen en opslaan van items. Op de diverse plateaus zijn uiteenlopende items opgeslagen. Op het uitgiftestation kan de gebruiker een plateau met de gewenste items voor draaien om vervolgens de gewenste items van het plateau weg te kunnen nemen.

25

De ‘Shuttle® XP and Shuttle® XPIus met “optiflex”1 is een vergelijkbaar system dat weliswaar een lift omvat, maar niet een lift van het Paternoster type. Er is hier sprake van een magazijn met een veelheid boven elkaar en eventueel ook naast elkaar geplaatste opslag posities voor het opslaan van een veelheid houders. Langs dit magazijn is een lift, de 30 shuttle, voorzien die behalve in verticale richting ook in zijdelingse richting verplaatsbaar is.

-2-

Er kan hierbij sprake zijn van meerdere uitgifte posities. Wanneer op een bepaald uitgiftestation één of meer items gewenst zijn haalt de shuttle de houders met gewenste items op uit het magazijn om deze houders naar de uitgifte positie te brengen alwaar de gebruiker de gewenste items kan uitnemen.

5

Beide systemen van Kardex hebben als nadeel dat voorraad beheer - het bijhouden van de voorraden aan items in het systeem - gevoelig is voor onbedoelde of zelfs bedoelde (fraude) fouten bij het uitnemen van items. Wanneer bij een uitgiftestation teveel - d.w.z. meer dan bedoeld dan wel opgevraagd - items worden weg genomen, dan zal een voorraad 10 beheersysteem dat de hoeveelheid van de in het systeem aanwezige items bijhoudt in de war raken, lees in het bijzonder te hoge voorraden aangeven. Dit heeft weer tot gevolg dat nieuwe bestellingen te laat geplaatst worden en/of dat nieuwe bestellingen veel vroeger dan nodig - onder aanhouding van onnodig grote voorraden - besteld worden. Indien de fouten bij het uitnemen bewust, d.w.z. frauduleus, zijn worden deze voorraadbeheer problemen des 15 te meer prangend.

In de omgeving van een zorginstelling - zoals een ziekenhuis, een verzorgingshuis of een hotel - doet de problematiek van niet goed functionerend voorraadbeheer ten gevolge van fraude zich in het bijzonder voor, met name ook door het open karakter van een dergelijk 20 zorginstelling - patiënten, bezoekers en ook personeel kunnen doorgaans min of meer vrij in- en uit-lopen -. Het verdwijnen van items uit de voorraad en uit de zorginrichtin wordt daardoor niet gemakkelijk opgemerkt.

Bij dergelijke zorginstellingen, doet zich verder, al bij relatief geringe aantallen bedden, het 25 probleem voor dat bepaalde items, zoals het beddengoed, bij opslag relatief veel ruimte innemen en bovendien in grote aantallen gebruikt worden en veelal dagelijks ververst worden. Het aanhouden van grote voorraden is daarbij kostbaar in geld alsook in ruimte inname, terwijl het aanhouden van te kleine voorraden tot grootse problemen kan leiden in geval er tekorten blijken te zijn.

30

Een verder probleem dat zich bij dergelijke zorginstellingen voordoet is de distributie van items over de verschillende verdiepingen en afdelingen van de zorginstelling. Doorgaans worden op elke verdieping en/of elke afdeling afzonderlijke voorraden aangehouden. Dit heeft enerzijds veel goederenverkeer door de zorginstelling (en dus ook personeelskosten) 35 tot gevolg in verband met distributie over de afdelingen en verdiepingen. Anderzijds heeft dit -3- tot gevolg dat de totale voorraad van de zorginstelling onnodig hoog zal zijn omdat elke afdeling/verdieping zijn eigen veiligheidsvoorraad zal aanhouden.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te verschaffen een opslag- en distributiesysteem 5 voor het opslaan en distribueren van items, welk systeem een verbeterd voorraadbeheer mogelijk maakt. Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een zorginstelling met een verbeterd opslag- en distributiesysteem voor het opslaan en distribueren van in de zorginstelling gebruikte items.

10 Onder een zorginstelling wordt volgens de uitvinding in het bijzonder verstaan een gebouw met tenminste 20 kamers die elk een of meer bedden hebben. Voorbeelden van dergelijke zorginstellingen zijn onder meer een ziekenhuis, een verzorgingshuis voor bijvoorbeeld mindervaliden en/of invaliden en/of revaliderende en/of oudere personen, als ook een hotel.

15 Het eerste doel wordt volgens de uitvinding bereikt door te verschaffen een opslag- en distributiesysteem, omvattende: • een veelheid houders voor items; • een veelheid opslagposities voor het opslaan van de veelheid houders; • een lift; 20 · een veelheid in verticale richting langs de lift verdeeld aangebrachte uitgiftestation voor het uitnemen van een of meer items uit een genoemde houder; • een aandrijving voor het aandrijven van de lift; • een met de aandrijving verbonden, althans verbindbare, besturingsinrichting voor het besturen van de aandrijving; 25 · per genoemd uitgiftestation een opvraagmodule voor het invoeren van een opvraging voor een of meer items; waarbij de besturingsinrichting geprogrammeerd is om in respons op: • de invoer in een genoemde opvraagmodule; en • opslagpositiedata betreffende de opslagpositie van een of meer van genoemde 30 items; de aandrijving aan te sturen om middels de lift een benodigde, genoemde houder voorzien van althans een gedeelte van de opvraging vanuit een genoemde opslagpositie te brengen naar het uitgiftestation die behoort bij de opvraagmodule waarin de opvraging is ingevoerd; waarbij elke houder een veelheid houderposities voor het herbergen van een of meer van 35 genoemde items omvat; -4- waarbij het opslag- en distributiesysteem verder omvat een veelheid uitgiftesluitingen voor het vrijgeven van de toegang tot een of meer van die houderposities, welke uitgiftesluitingen met de besturingsinrichting verbonden, althans verbindbaar, zijn voor het ofwel vrijgeven ofwel gesloten houden van die uitgiftesluitingen; en 5 waarbij de besturingsinrichting verder is geprogrammeerd om in respons op: • de invoer in een genoemde opvraagmodule; en • houderpositiedata betreffende de inhoud van de houderposities van die benodigde houder; een of meer van de uitgiftesluitingen, die de toegang tot de houderposities van de 10 benodigde houder bepalen wanneer de benodigde houder zich bevindt in het uitgiftestation behorend bij de opvraagmodule waarin de opvraging is ingevoerd, vrij te geven voor toegang tot althans een gedeelte van die opvraging en de overige uitgiftesluitingen, die de toegang tot de houderposities van de benodigde houder bepalen wanneer de benodigde houder zich bevindt in het uitgiftestation behorend bij de opvraagmodule waarin de 15 opvraging is ingevoerd, gesloten te houden. Distributie over verschillende etages van een gebouw wordt hierbij volgens de uitvinding vergemakkelijkt doordat de veelheid uitgiftestations in verticale richting langs de lift verdeeld zijn aangebracht.

Overeenkomstig de uitvinding omvat de opslag- en distributiesysteem per uitgifte positie een 20 opvraagmodule waarmee de gebruiker bij die afgiftepositie de gewenste items, de zogenaamde opvraging, kan invoeren. De besturingsinrichting is geprogrammeerd om vervolgens in respons op de opvraging alsmede in respons op data inzake de opslagpositie van één of meer van de opgevraagde items, de aandrijving zodanig aan te sturen dat de lift een benodigde, eerdergenoemde houder, waarin zich althans een gedeelte van de 25 opvraging bevindt, vanuit de momentane opslagpositie daarvan te verplaatsen naar het uitgiftestation alwaar de gebruiker de opvraging heeft ingevoerd in de opvraagmodule. Elke houder heeft op zijn beurt een veelheid houderposities voor het herbergen van één of meer genoemde items. De gebruiker die items opgevraagd heeft zal, wanneer de houder naar de uitgifte positie is gebracht, de gewenste items uit één of meer van deze veelheid 30 houderposities wegnemen. Om nu te voorkomen dat de gebruiker bewust of onbewust verkeerde of teveel items uit de houder wegneemt, is het opslag- en distributiesysteem overeenkomstig de uitvinding voorzien van een veelheid uitgiftesluitingen waarmee de toegang tot de houderposities te regelen is. De uitgiftesluitingen zijn met de besturingsinrichting verbonden, althans verbindbaar, zodanig dat de besturingsinrichting de 35 uitgiftesluitingen ofwel kan vrijgeven ofwel gesloten kan houden. De besturingsinrichting is -5- aldus in staat om selectief houderposities voor de gebruiker toegankelijk te maken en aldus te reguleren welke items de gebruiker kan wegnemen. De items die de gebruiker kan wegnemen zullen die items zijn die de gebruiker heeft opgevraagd. Items die de gebruiker niet heeft opgevraagd zal hij niet kunnen wegnemen. Voorts is aldus het aantal weg te 5 nemen items vanuit het opslag- distributiesysteem te beperken tot de opgevraagde hoeveelheid of mogelijk bewust iets meer, als er bijvoorbeeld drie items in één enkele, vrijgegeven houderposities zijn opgeslagen terwijl er maar één zo’n item opgevraagd is. Van een zich bij de uitgifte positie bevindende houder zullen telkens slechts die houderposities toegankelijk gemaakt zijn, door vrijgave van de bijbehorende uitgiftesluitingen, waarin zich 10 althans een gedeelte van de opvraging bevind. Van de overige houderposities zullen de uitgiftesluitingen gesloten blijven. De uitgiftesluitingen zorgen er aldus voordat de hoeveelheid wegneembare items goed reguleerbaar is. Voorraadbeheer is hierdoor veel nauwkeuriger en veel minder foutgevoelig.

15 Overeenkomstig de uitvinding kunnen de uitgiftesluitingen als zodanig op velerlei manieren zijn uitgevoerd. De uitgiftesluitingen kunnen bijvoorbeeld rolluiken omvatten met een slot dat via de besturingsinrichting bedienbaar is om het rolluik voor handmatig openen vrij te geven. Alternatief kan elk rolluik ook een rolluikaandrijving hebben welke door de besturingsinrichting aanstuurbaar is. Ook kunnen de uitgiftesluitingen deuren omvatten met 20 sloten of deuraandrijvingen die middels de besturingsinrichting bedienbaar zijn. Het is volgens de uitvinding verder zeer goed mogelijk om per houderpositie op elke houder een uitgiftesluiting te voorzien. De uitgiftesluiting worden dan dus telkens met de houders mee verplaatst. Men kan hier bijvoorbeeld denken aan houderposities in de vorm van lades. Dergelijke lades kunnen middels een met de besturingsinrichting verbindbaar slot 25 bedienbaar zijn voor vrijgave of blokkade. Alternatief of aanvullend kunnen dergelijke lades ook een door de besturing aangestuurde ladeaandrijving hebben waarmee de lades automatisch te openen en te sluiten zijn. Ook is het denkbaar dat de houder zelf een veelheid rolluiken of deuren omvat. Een andere mogelijkheid is dat telkens op het uitgiftestation rolluiken, deuren of anderszins afschermingen zijn voorzien die selectief door 30 de besturingsinrichting bedienbaar zijn om een gedeelte van de zich bij een uitgiftestation bevindende houder toegankelijk te maken. In dit geval zijn de uitgiftesluitingen dan aan de houderpositie verbonden en bewegen deze dus niet met de houder mee wanneer de houder door de lift verplaatst wordt.

-6-

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het opslag- en distributiesysteem een geheugen met itemdata die representatief zijn voor welk item en/of hoeveel items zich in elke houder en/of houderpositie bevinden. Bijvoorkeur is de besturing hierbij ingericht om de itemdata uit te lezen en er in afhankelijkheid hiervan opslag 5 positiedata respectievelijk houderpositiedata te bepalen en/of om met behulp van de itemdata het voorraadbeheer uit te voeren. Op basis van het voorraadbeheer kan men tijdig besluiten items te bestellen of het opslag- en distributiesysteem bij te vullen wanneer van bepaalde items de voorraad laag is.

10 Om al dan niet bedoeld ongeoorloofd wegnemen van items uit het opslag- en distributiesysteem verder tegen te gaan is het volgens de uitvinding van voordeel wanneer de opvraagmodule verbonden, althans verbindbaar, is met een toegangssysteem dat is ingericht om de gebruiker te identificeren en om vervolgens in respons op de geïdentificeerde gebruiker slechts die items voor opvraging beschikbaar te stellen waartoe 15 die gebruiker gerechtigd is. Aldus is het bijvoorbeeld mogelijk om schoonmaakpersoneel slechts toegang te verschaffen tot items die voor schoonmaakdoeleinden benodigd zijn en om verplegend personeel slechts toegang te verschaffen tot bijvoorbeeld lakens en ander beddengoed, terwijl deze schoonmaakmiddelen, lakens en beddengoed alle in het zelfde opslag- en distributiesysteem zijn opgeslagen.

20

Voor bevoorrading van het opslag- en distributiesysteem is het volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het opslag- en distributiesysteem tenminste één beladingsstation omvat en wanneer de besturingsinrichting verder is geprogrammeerd om in response op houderpositiedata betreffende de inhoud van de houderposities van de houders de 25 aandrijving zodanig aan te sturen dat de lift een houder met lege houderposities vanuit een opslagpositie naar de beladingsstation brengt voor bevoorrading. Om te voorkomen dat items in verkeerde houderposities worden geladen is het hierbij volgens de uitvinding verder van voordeel wanneer het opslag- en distributiesysteem volgens de uitvinding een veelheid beladingssluitingen omvat voor het (selectief) vrijgeven van de toegang tot één of meer van 30 de houderposities, welke beladingssluitingen met de besturingsinrichting zijn verbonden, althans verbindbaar zijn, voor het ofwel vrijgeven ofwel gesloten houden van die beladingssluitingen, en wanneer de besturingsinrichting verder is geprogrammeerd om in respons op houderpositiedata betreffende de inhoud van de houderposities van de houder die door de lift is gebracht naar de houderpositie, één of meer van de beladingssluitingen 35 van het beladingsstation vrij te geven voor toegang tot althans een gedeelte van de lege -7- houderposities en de overige beladingssluitingen gesloten te houden. Opgemerkt wordt hier dat de beladingssluitingen dezelfde kunnen zijn als de uitgiftesluitingen in geval deze aan de houder zijn voorzien en met de houder mee bewegen wanneer de houder door de lift verplaatst wordt. Wanneer de beladingssluitingen bij het beladingsstation zelf zijn voorzien, 5 dient te worden opgemerkt dat deze beladingssluitingen in wezen hetzelfde uitgevoerd kunnen zijn als vast bij de uitgifte positie voorziene uitgiftesluitingen.

Volgens de uitvinding kan de bij het opslag- en distributiesysteem gebruikte lift een Paternoster lift zijn met een eindloze keten van een veelheid houderdragers. Deze 10 houderdragers kunnen hierbij genoemde opslagposities vormen. In geval van een Paternoster lift is het verder van voordeel wanneer er een met de besturingsinrichting verbonden standsensor is voorzien om de stand van de eindloze keten ten opzichte van de vaste wereld te bepalen, en wanneer de opslagpositiedata verder in afhankelijkheid van de door de standsensor waargenomen stand worden bepaald.

15

Volgens een verdere uitvoeringsvorm van het opslag- en distributiesysteem volgens de uitvinding omvat dit systeem een langs de lift - welke een Paternoster lift maar ook een gewone of andere lift kan zijn - voorzien verticaal magazijn met een veelheid magazijndragers voor het verticaal boven elkaar in het magazijn opslaan van genoemde 20 houders, alsmede een overzetinrichting voor het overzetten van de houders vanuit het magazijn naar de lift en vice versa. Naast verticaal verplaatsbaar kan de lift eventueel ook horizontaal verplaatsbaar zijn. De lift functioneert hier dan als een soort shuttlesysteem tussen enerzijds de veelheid opslagposities en anderzijds de één of meer uitgiftestations.

25 Volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het opslag- en distributiesysteem verder items, waarbij de items één of meer items omvatten uit de groep van: schoonmaakmiddelen, toiletpapier, handdoeken, lakens, kussens, kussenslopen, zeep, tandpasta, shampoo.....

30 Het tweede doel van de uitvinding wordt bereikt door te verschaffen een zorginstelling, zoals een ziekenhuis, verzorgingshuis of hotel, omvattende een gebouw voorzien van een opslagen distributiesysteem volgens de uitvinding, waarbij het gebouw een veelheid, zoals 20 of meer, kamers met elk ten minste één bed omvat. Het gebouw kan hierbij een veelheid etages omvatten die elk zijn voorzien van een genoemd uitgiftestation.

35 -8-

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van een opslag- en distributiesysteem volgens de uitvinding in een zorginstelling, zoals een ziekenhuis, verzorgingshuis of hotel, voor het opslaan en distribueren van items. Volgens dit aspect van de uitvinding kunnen de items één of meer items omvatten uit de groep van: 5 schoonmaakmiddelen, toiletpapier, handdoeken, lakens, kussens, kussenslopen, zeep, tandpasta, shampoo.....

De onderhavige uitvinding zal navolgend aan de hand van een in de tekening schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht. Hierin toont: 10 Figuur 1 een schematische weergave van een opslag- en distributiesysteem volgens de uitvinding;

Figuur 2 een schematische weergave van een uitgiftestation van het opslag- en distributiesysteem volgens figuur 1;

Figuur 3 een schematische weergave van een beladingsstation van het opslag- en 15 distributiesysteem volgens figuur 1; en

Figuur 4 een schematische weergave van een zorginstelling volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een opslag- en distributiesysteem 1 volgens de uitvinding. Het opslag- en distributiesysteem 1 omvat een veelheid houders 2. Elke houder 2 heeft een veelheid 20 houderposities 11. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, zie in het bijzonder figuur 3, is de houder uitgevoerd als een bak 2 met vakken 11, die de zogenaamde houderposities vormen. Elk vak is ofwel leeg ofwel gevuld met een of meer items.

Het opslag- en distributiesysteem 1 omvat verder een lift 5 met aandrijving 6 en twee 25 magazijnen 16, die langs de lift 5 voorzien zijn. Elk magazijn 16 heeft een veelheid boven elkaar gelegen opslagposities 4, die in dit voorbeeld telkens door een drager 17 gedefinieerd zijn waarop een bak 2 is weg te zetten voor opslag. In het voorbeeld van figuur 1 zijn niet alle opslagposities 4 van een houder voorzien. Bijvoorbeeld de onderste drie opslagposities 4 van het linker magazijn zijn leeg, de drie opslagposities daarboven zijn van 30 een houder 2 voorzien, de twee daarboven gelegen opslagposities 4 zijn weer leeg, etcetera.

Het opslag- en distributiesysteem 1 omvat verder, in dit voorbeeld, vier uitgiftestations 7. De uitgiftestations 7 zijn de plaatsen waar een gebruiker 14 items uit het opslag- en 35 distributiesysteem kan wegnemen. Deze uitgiftestations 7 zijn in dit voorbeeld telkens als het -9- ware in een magazijnstelling 16 voorzien tussen houderposities 11 in. Figuur 2 toont een uitgiftestation in schematisch vooraanzicht.

Bij elk uitgiftestation 7 een identificatiesysteem 13, zoals een kaartlezer, voorzien als ook 5 opvraagmodule 9.

Wanneer de gebruiker 14 een of meer items uit het opslag- en distributiesysteem 1 nodig heeft, gaat de gebruiker naar een uitgiftestation 7 en meldt zich daar aan door een identificatiekaart langs de kaartlezer te halen. Het opslag- en distributiesysteem weet dan 10 wie de persoon is, althans wat de bevoegdheden van de bij de kaart horend persoon zijn. Op basis hiervan stuurt de besturingsinrichting 8 de opvraagmodule 9 zo aan dat de gebruiker alleen die items kan opvragen waartoe de betreffende gebruiker bevoegd is. De gebruiker voert vervolgens de opvraging, dat wil zeggen de gewenste items, in.

15 Op basis van de opvraging en opslagpositiedata (deze kunnen bijvoorbeeld in een geheugen 10 opgeslagen kunnen zijn) betreffende waar de items zich in het opslag- en distributiesysteem bevinden, bepaalt de besturingsinrichting 8 welke houder 2 of houders 2 er uit het magazijn 6 opgehaald moeten worden. De besturingsinrichting 8 stuurt vervolgens de lift 5 aan om naar de plaats te gaan waar de op te halen houder 2 zich bevindt. Aldaar 20 wordt middels een aan het magazijn 6 voorziene overzetinrichting 19 en/of een aan de lift 5 voorziene overzetinrichting 23 de betreffende houder vanuit het magazijn 6 op de houderdrager 18 van de lift 5 geplaatst. De overzetinrichtingen 19 en 23 kunnen bijvoorbeeld zijn gevormd door aandrijfbare rollen of tandwielen 19, 23.

25 De lift 5 brengt vervolgens de houder 2 naar het uitgiftestation 7 waar de opvraging heeft plaatsgevonden. Wanneer de houder 2 bij het uitgiftestation is aangekomen, wordt deze middels overzetinrichtingen 19 en/of 23 naar het uitgiftestation 7 overgezet. Zodra dit gebeurt is kan de lift 5 desgewenst gebruikt worden om een volgende uitgiftestation 7 te voorzien van een daar benodigde houder.

30

Nadat de houder 2 in het uitgiftestation 7 geplaatst is, geeft de besturing 8 de uitgiftesluitingen 12 van dat uitgiftestation 7 vrij die behoren bij items uit de opvraging. De overige uitgiftesluitingen 12 van dat uitgiftestation 7 blijven vergrendeld. In dit voorbeeld worden de uitgiftesluitingen 12 gevormd door rolluiken 12 die elk afzonderlijk naar keuze 35 door de besturing 8 geopend kunnen worden. In figuur 2 is te zien dat er vier rolluiken -10- geheel gesloten zijn, twee rolluiken geheel geopend zijn en de overige vier rolluiken (in verschillende mate) gedeeltelijk geopend zijn. Aldus kan de besturing precies bepalen welke items 3 en hoeveel items 3 de gebruiker 14 mag wegnemen uit de vakken 11.

5 Onderaan is het opslag- en distributiesysteem 1 voorts van een beladingsstation 15 voorzien. Hier kan het opslag- en distributiesysteem 1 met items beladen worden. Figuur 3 toont de beladingsstation in vooraanzicht. Ook hier is een kaartlezer 13 en invoermodule in de vorm van een touch screen 9 voorzien. Een belader 24 kan zich aldus identificeren en daarna in het touch screen 9 ingeven welke items hij bij zich heeft voor belading. De 10 besturing kan vervolgens op basis van deze invoer bepalen welke houders lege houderposities hebben welke voor dit te beladen item 3 geschikt zijn om deze houder(s) vervolgens naar het beladingsstation 15 te brengen voor belading.

In figuur 3 heeft het beladingsstation 15 geen afsluitingen, beladingssluitingen genoemd, 15 voor de houderposities 11. Deze houderposities 11 zijn dus telkens alle toegankelijk. Om foutieve belading te voorkomen kan het volgens de uitvinding van voordeel zijn om overeenkomstig de uitgiftesluitingen bij de uitgiftestations ook bij het beladingsstation dergelijke sluitingen, beladingssluitingen genoemd, te voorzien.

20 Alhoewel in het voorbeeld volgens de figuren 1-3 de uitgiftesluitingen en optioneel ook de beladingssluitingen telkens zijn voorzien als onderdeel van het uitgiftestation 7 respectievelijk beladingsstation 15, zal het duidelijk zijn dat deze ook voorzien kunnen zijn als onderdeel van de houders zelf. In dit geval zullen de uitgiftesluitingen telkens met de houder meegaan als deze door het opslag- en distributiesysteem heen verplaatst wordt.

25 Voorts zullen de uitgiftesluitingen dan, wanneer de houder zich in het beladinspositie bevindt, ook als beladingssluiting fungeren.

Figuur 4 tenslotte toont een zorginstelling 25 omvattende een opslag- en distributiesysteem 1 volgens de uitvinding alsmede een gebouw 20. Het gebouw 20 heeft in dit voorbeeld 4 30 verdiepingen met elk zes kamers 21. Elke kamer 21 is hier voorzien van een of meer bedden 22.

Claims (1)

11. Opslag- en distributiesysteem (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitgiftesluitingen (12) deuren omvatten. 30 12] Opslag- en distributiesysteem (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk uitgiftestation (7) een veelheid van die uitgiftesluitingen (12) omvat. 13] Opslag- en distributiesysteem (1) volgens een der conclusies 1-9, waarbij elke houder per houderpositie (11) een lade omvat die is voorzien van een genoemde uitgiftesluiting (12). 5 14] Opslag- en distributiesysteem (1) volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende items (3), waarbij de items (3) omvatten een of meer uit de groep van: schoonmaakmiddelen, toiletpapier, handdoeken, lakens, kussens, kussenslopen, zeep, tandpasta, shampoo. 10 15] Zorginstelling, zoals een ziekenhuis, verzorgingshuis of hotel, omvattende een gebouw (20) voorzien van een opslag- en distributiesysteem (1) volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het gebouw (20) een veelheid, zoals 20 of meer, kamers (21) met elk tenminste een bed (22) omvat; en waarbij het gebouw (20) een veelheid etages omvat die elk zijn voorzien van een genoemd uitgiftestation (7). 15 16] Gebruik van een opslag- en distributiesysteem (1) volgens een der conclusies 1-15 in een zorginstelling, zoals een ziekenhuis, verzorgingshuis of hotel, voor het in opslaan en distribueren van items (3). 20 17] Gebruik volgens conclusie 17, waarbij de items (3) omvatten een of meer uit de groep van: schoonmaakmiddelen, toiletpapier, handdoeken, lakens, kussens, kussenslopen, zeep, tandpasta, shampoo. 18] Gebruik volgens conclusie 16 of 17, waarbij de zorginstelling een gebouw van 25 meerdere etages met elk een uitgiftestation omvat.