NL2002762C2 - Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol. - Google Patents
Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2002762C2 NL2002762C2 NL2002762A NL2002762A NL2002762C2 NL 2002762 C2 NL2002762 C2 NL 2002762C2 NL 2002762 A NL2002762 A NL 2002762A NL 2002762 A NL2002762 A NL 2002762A NL 2002762 C2 NL2002762 C2 NL 2002762C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- combustion
- fuel
- combustion space
- supply
- fireplace
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24C—DOMESTIC STOVES OR RANGES ; DETAILS OF DOMESTIC STOVES OR RANGES, OF GENERAL APPLICATION
- F24C5/00—Stoves or ranges for liquid fuels
- F24C5/18—Liquid-fuel supply arrangements forming parts of stoves or ranges
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23D—BURNERS
- F23D5/00—Burners in which liquid fuel evaporates in the combustion space, with or without chemical conversion of evaporated fuel
- F23D5/02—Burners in which liquid fuel evaporates in the combustion space, with or without chemical conversion of evaporated fuel the liquid forming a pool, e.g. bowl-type evaporators, dish-type evaporators
- F23D5/04—Pot-type evaporators, i.e. using a partially-enclosed combustion space
- F23D5/045—Pot-type evaporators, i.e. using a partially-enclosed combustion space with forced draft
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24C—DOMESTIC STOVES OR RANGES ; DETAILS OF DOMESTIC STOVES OR RANGES, OF GENERAL APPLICATION
- F24C5/00—Stoves or ranges for liquid fuels
- F24C5/16—Arrangement or mounting of control or safety devices
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F23—COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
- F23J—REMOVAL OR TREATMENT OF COMBUSTION PRODUCTS OR COMBUSTION RESIDUES; FLUES
- F23J2211/00—Flue gas duct systems
- F23J2211/10—Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust)
- F23J2211/101—Balanced flues (combining air supply and flue gas exhaust) with coaxial duct arrangement
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Solid-Fuel Combustion (AREA)
Description
Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een sfeerhaard, ingericht voor het 5 verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol, welke is voorzien van een gesloten verbrandingsruimte.
Bio-ethanol en bio-ethanol houdende brandstoffen zijn brandstoffen die in populariteit toenemen voor thuisgebruik ten behoeve van (sfccr)verwarming en/of (sfeerverlichting. 10 Conventionele verbrandingssystemen voor dergelijke brandstoffen maken bijvoorbeeld gebruik van branders, waarin een bio-ethanol bevattende vloeistof vanuit een reservoir wordt aangevoerd, verdampt en verbrand, bijvoorbeeld door tussenkomst van een lont. Tevens worden er installaties aangeboden waarin bio-ethanol houdende gel wordt verbrand vanuit een de gel bevattende houder.
15
De uitvinding beoogt een verbeterde installatie voor het verbranden van vloeibare brandstoffen, meer in het bijzonder bio-ethanol, te verschaffen. Hierbij wordt opgemerkt dat met vloeibare brandstoffen, meer in het bijzonder bio-ethanol, tevens wordt gedoeld op gel-vormige brandstoffen zoals bio-ethanol bevattende gels.
20
De uitvinding verschaft daartoe een gesloten sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol, omvattende een gesloten verbrandingsruimte voorzien van: ten minste één in de verbrandingsruimte geplaatst vcrbrandingsclcmcnt voor het verbranden van brandstof, op het vcrbrandingsclcmcnt 25 aansluitende toevoermiddelen voor het aan het verbrandingselement toevoeren van brandstof, ten minste een luchttoevoer voor het in de verbrandingsruimte toevoeren van zuurstofhoudend gas voor de verbranding van de brandstof, ten minste een rookgasafvoer voor het uit de verbrandingsruimte afvoeren van in hoofdzaak gasvormige verbrandingsproducten, in de gesloten verbrandingsruimte gelegen en van 30 buiten de verbrandingsruimte bedienbare ontstekingsmiddelen voor het in de gesloten verbrandingsruimte ontsteken van het verbrandingselement, en een ten minste een deel van de een gesloten verbrandingsruimte begrenzend doorzichtig venster met een oppervlak van ten minste 200 cm2 voor het van buiten de verbrandingsruimte waarnemen van de verbranding in de verbrandingsruimte. De sfeerhaard volgens de 2 uitvinding heeft als zeer belangrijk voordeel dat het met een dergelijke sfeerhaard verbranding van vloeibare (en zoals eerder reeds aangegeven ook gel-vormige) brandstoffen, meer in het bijzonder bio-ethanol bevattende brandstoffen van dit type te op sfeerbrengende wijze te verbranden met een verminderde of ontbrekende kans op 5 ongecontroleerde, dan wel voor de omgeving belastende en/of gevaarlijke verbranding. Door de geregelde verbranding in een gesloten verbrandingsruimte van het genoemde type brandstof kan de sfeerhaard volgens de uitvinding efficiënter en in het bijzonder veiliger werken dan volgens de stand der techniek omdat de uitstoot van (giftige) verbrandingsproducten naar de omgeving beheersbaar is gemaakt. Bovendien kan de 10 verbranding zo worden gereguleerd dat er minder vorming van ongewenste verbrandingsproducten optreedt zoals roet en koolstofmono-oxide. Bovendien is de gebruiker door de afgeschermde verbrandingsruimte en rookgasafvoer afgeschermd van ongewenste verbrandingsproducten indien deze toch mochten ontstaan. De verbranding van vloeibare (en zoals eerder reeds aangegeven ook gel-vormige) brandstoffen, meer in 15 het bijzonder bio-ethanol bevattende brandstoffen van dit type die tot op heden op doorgaans ongecontroleerde wijze binnenshuis plaats vond wordt volgens de onderhavige uitvinding opgewaardeerd zodanig dat deze op een wijze gaat plaatsvinden die meer vergelijkbaar is met de werking van sfeerhaarden ingericht voor verbranding van (aard)gas. Het doorzichtige venster heeft een minimaal oppervlak van ten minste 20 200 cm2, omdat er anders geen sprake meer is van een sfeerhaard. Een sfeerhaard onderscheidt zich van andere haarden doordat de verbranding van de buitenzijde goed zichtbaar is. In de praktijk zullen vensters met minimale afmetingen van 15 x 15 cm kunnen worden toegepast maar veelal zullen de toegepaste vensters veel groter zijn (dat wil zeggen groter dan 1000 cm of zelfs groter dan 2000 cm . Zo kunnen vensters 25 worden toegepast die een volledige zijwand of meerdere zijwanden van de sfeerhard vormen. Omdat het doorzichtig venster voldoende warmteresistent dient te zijn is toepassing van keramisch glas wenselijk. Een in de markt commercieel verkrijgbaar is bekend onder de handelsnaamNeoceram® (N-0, N-l 1 en GC-190).
30 De sfeerhaard overeenkomstig de uitvinding betreft een zogenaamd “gesloten haard”, hetgeen aangeeft dat zowel de inlaat (luchttoevoer) als de uitlaat (afVoer van rookgassen) buiten de ruimte zijn gelegen waarin de sfeerhaard is opgesteld. Aldus wordt voorkomen dat de luchtkwaliteit in de ruimte waarin de sfeerhaard staat opgesteld aanzienlijk wordt beïnvloed door het stoken van de haard. De toevoer van lucht wordt 3 gebruikt voor de verbranding van de brandstof dampen (bio-ethanol). De haard overeenkomstig de onderhavige uitvinding heeft typisch een capaciteit van minder dan 25 kW, bij voorkeur minder dan 20 kW, meer bij voorkeur kleiner van 15 kW of zelfs kleiner dan 8 kW of kleiner dan 5 kW.
5
Bij voorkeur omvatten de ontstekingsmiddelen een elektrische ontsteker. Voorbeelden van een dergelijke elektrische ontsteker zijn een vonk ontsteker, een gloeipen of een piëzo ontsteker. De ontstekingsmiddelen zijn verbonden met van buiten de verbrandingsruimte gepositioneerde activeringsmiddelen, bijvoorbeeld een draadloze 10 afstandsbediening of een bedieningsknop. De elektrische ontsteker kan worden gevoed met een elektrische voeding maar het is ook mogelijk doormiddel van handmatige bediening van de ontsteker het benodigde elektrische vermogen op te wekken.
Het is voordelig indien de luchttoevoer en de rookgasafvoer zijn geïntegreerd. Hierdoor 15 is een compacte installatie van de sfeerhaard mogelijk, omdat de luchttoevoer en rookgasafvoer bijvoorbeeld gescheiden naast elkaar in één kanaal kunnen worden geplaatst. Het voordeel van een dergelijke constructie is niet alleen de warmte-uitwisseling tussen rookgassen en toegevoerde lucht maar ook dat de luchttoevoer en de rookgasafvoer in een zelfde vlak (drukvlak) uitmonden hetgeen voor een beheerste 20 drukregulatie in de sfeerhaard voordelig is.
In een bijzondere voorkeursuitvoering zijn de luchttoevoer en de rookgasafvoer geïntegreerd, waarbij de rookgasafvoer is omsloten door de luchttoevoer. In een voorkcursuitvocring zijn de rookgasafvoer en de luchttocvocr concentrisch gelegen, 25 waarbij de dwarsdoorsnede verschillende vormen kan hebben zoals een cirkel of rechthoek. Verder zijn de luchttoevoer en de rookgasafvoer wenselijk thermisch gekoppeld middels een warmtewisselaar. Aldus wordt de aangevoerde lucht voorverwarmd met warmte die onttrokken wordt aan de verbrandingsgassen. Dit draagt zorg voor een verhoogd verbrandingsrendement en een verminderde uitstoot. In een 30 bijzonder eenvoudige vorm wordt de warmtewisselaar gevormd door een warmtegeleidende wand tussen de rookgasafvoer en de luchttoevoer, bijvoorbeeld een tussenwand vervaardigd uit een metaal of keramisch materiaal.
4
Het is voordelig indien de sfeerhaard is voorzien van een voorraadhouder voor brandstof, welke voorraadhouder is aangesloten op de toevoermiddelen. Deze maatregel maakt het mogelijk een bijzonder compacte sfeerhaard te vervaardigen, waarbij de hoeveelheid leidingen beperkt is en die op een zodanige wijze is vervaardigd dat de 5 kans op lekkages of ondoelmatig gebruik wordt tegengegaan.
Bij voorkeur is de voorraadhouder voor brandstof thermisch afgeschermd van de verbrandingsruimte. De veiligheid van de sfeerhaard wordt hierdoor vergroot. De thermische afscherming kan bijvoorbeeld worden gevormd door een dubbele wand 10 en/of een additionele isolatielaag tussen de verbrandingsruimte en de voorraadhouder zijn. Anderzijds kan het ook voordelig zijn indien een beperkte hoeveelheid warmte wordt uitgewisseld naar de voorraadhouder voor brandstof omdat aldus de brandstof eenvoudig kan worden vervluchtigd alvorens deze (gasvormig dan wel voorverwarmd) aan het verbrandingselement wordt toegevoerd.
15
In een voorkeursuitvoering is de voorraadhouder losneembaar koppelbaar verbonden met de sfeerhaard. Hierdoor is het eenvoudig mogelijk brandstof aan te when door het vervangen van een lege voorraadhouder door een volle, of de voorraadhouder te vullen op afstand van de sfeerhaard. Het rechtstreeks aanvullen van brandstof, bijvoorbeeld via 20 een vulopening van de voorraadhouder, kan bij een haard brandgevaar opleveren.
Tevens is het onwenselijk binnenhuis met onverpakte brandstof te werken omdat dit tot verontreiniging en/of stank kan leiden. Deze nadelen worden verminderd door het plaatsen van een nieuwe losneembare voorraadhouder, of het bijvullen van een voorraadhouder op een locatie op afstand van de haard.
25
Bij voorkeur zijn de toevoermiddelen voorzien van buiten de verbrandingsruimte bedienbare regelmiddelen voor het reguleren van het toevoerdebiet van de brandstof.
Dit maakt het mogelijk een regelmatige en veilige wijze de intensiteit van de verbranding te reguleren.
30
Bij voorkeur zijn de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer gekoppeld met een temperatuur gevoelige sensor. Een dergelijke sensor kan in de omgeving van de sfeerhaard zijn geplaatst om een (kamer)temperatuur te meten, maar het is ook mogelijk één of meerdere temperatuur gevoelige sensoren op of in de sfeerhaard te integreren.
5
Aldus is het bijvoorbeeld eenvoudig de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer zo in te stellen dat zij de brandstoftoevoer verminderen of geheel afsluiten bij een vooraf ingestelde maximumtemperatuur, en vergroten bij het onderschreiden van een vooraf ingestelde minimumtemperatuur.
5
Bij voorkeur is de sfeerhaard voorzien van ten minste één sensor voor verbrandingsproducten. Een mogelijkheid is een dergelijke sensor gevoelig te laten zijn voor koolstofinono-oxide. Een dergelijke sensor kan zowel in de verbrandingsruimte worden geplaatst als in de rookgasafvoer. Aldus kan de verbranding worden 10 gereguleerd aan de hand van de concentratie van ongewenste verbrandingsproducten. Het ontstaan van hoge concentraties koolstofinono-oxide is bijvoorbeeld een aanwijzing voor onvolledige verbranding, waarop kan worden ingespeeld door het verlagen van de brandstoftoevoer en/of het verhogen van de luchttoevoer.
15 Het is hierbij voordelig indien de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer zijn ingesteld voor het verminderen van het toevoerdebiet van de brandstof bij het overschrijden van een vooraf conditie, in het bijzonder een vooraf bepaalde temperatuur, en/of een vooraf bepaalde concentratie van verbrandingsproducten. Het is daarbij verder voordelig indien de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer zijn voorzien van een aanstuurbare afsluiter 20 voor het reguleren, eventueel afsluiten, van de brandstof toevoer. Evenzo is het gunstig indien de luchttoevoer is voorzien van een aanstuurbare afsluiter voor de regulering van de luchttoevoer. Door één of meerdere van de genoemde maatregelen wordt de veiligheid en de doelmatigheid van de sfeerhaard vergroot. De regelmiddelen zijn daartoe verder wenselijk gekoppeld met meetmiddelen in de vorm van één of meerdere 25 sensoren (die bijvoorbeeld gevoelig zijn voor temperatuur, detectie van chemische stoffen (zoals in het bijzonder koolmonoxide CO), en/of debiet meting). De regelmiddelen kunnen tevens zijn voorzien van een intelligente besturing zodat zij kunnen reageren op vooraf ingesteld wijze. Een andere mogelijke sensor gaat uit van de detectie van de aanwezigheid van verbranding (vlammen). Een dergelijke detectie is 30 mogelijk op basis van temperatuur (bijvoorbeeld met een thermokoppel of een ionisatie-meting) maar een alternatief is ook de zichtbaarheid van een vlam optisch te detecteren. Hierbij is het denkbaar dat de regelmiddelen worden aangestuurd met individuele meetwaarden maar het is tevens denkbaar de middelen in te stellen op vooraf bepaalde combinaties van condities. Ook kan één of meerdere van de bovengenoemde 6 meetwaarden in combinatie met de tijd gedurende welke deze meetwaarden door de sensoren worden waargenomen de regelmiddelen aansturen. Na het detecteren van een ongewenste situatie zijn er uiteenlopende acties denkbaar. Zo kan de toevoer van brandstof worden aangepast, kan de toevoer van verbrandingslucht worden gewijzigd, 5 kan de verbranding worden stopgezet (of juist worden geïnitieerd), kan de verbrandingsruimte worden gespoeld met lucht, kan een drukbeveiliging worden geactiveerd en zo voorts.
In een voorkeursuitvoering is het verbrandingselement voorzien van een verdamping 10 van de brandstof bevorderend element, zoals bijvoorbeeld een poreus keramische brandstofdistributeur. Het verdamping van de brandstof bevorderend element dient er zorg voor te dragen dat er een gelijkmatige, goed verdeelde brandstof distributie plaatsvindt, waardoor de kans op het ontstaan van ongewenste verbrandingsproducten verder wordt gereduceerd. De brandstof, wenslijk een brandstof voorzien van bio-15 ethanol, kan (eventueel via capillaire werking) door een poreuze structuur, zoals een keramisch element, minerale wol, metaalschuim, vezelmateriaal, een lont of anderszins, naar het oppervlak van het verbrandingselement diffunderen, waar het in contact komt met zuurstof waarna de verbranding kan plaatsvinden. Een geschikte poreus keramische brandstofdistributeur heeft een typische poreusiteit van 10 - 100 ppi (ppi = “pores per 20 inch”), bij voorkeur een poreusiteit van 30 - 60 ppi. De verdamping van de brandstof kan verder worden beïnvloed door de inbouw van een verwarmingselement waardoor bijvoorbeeld tijdens de opstart van de sfeerhaard de brandstof kan worden voorverwarmd waardoor de verdamping makkelijk zal plaatsvinden. Een dergelijk verwarmingselement kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd als een eenvoudige 25 verwarmingsspiraal.
De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren getoonde niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 30 figuur 1 een schematisch weergegeven sfeerhaard volgens de uitvinding; en figuur 2 een schematisch weergegeven alternatieve uitvoeringsvariant van een sfeerhaard volgens de uitvinding met een gecombineerde luchttoevoer en rookgasafvoer.
7
Figuur 1 toont een sfeerhaard 1 volgens de uitvinding, omvattende een behuizing 2 voorzien van een doorzichtig, hittebestendig venster 3. Een dergelijk venster 3 kan worden vervaardigd uit glaskeramisch materiaal; dit is doorzichtig en warmte resistent. Het venster 3 geeft zicht op een van afgesloten verbrandingsruimte 4, waarin een 5 verbrandingselement (of brander) 5 is gepositioneerd, bijvoorbeeld geschikt voor het verbranden van een bio-ethanol bevattende brandstof. Om de verbranding mogelijk te maken in de gasdicht afgesloten verbrandingsruimte 4, is een luchttoevoer 6 op de verbrandingsruimte 4 aangesloten, voor het toevoeren van zuurstofhoudende lucht. Een toevoerleiding 7 voor een bio-ethanol bevattende brandstof verbindt het 10 verbrandingselement 5 met een voorraadhouder 8 voor brandstof, welke op afstand van het verbrandingselement 5 is gepositioneerd. Het verbrandingselement 5 is voorzien van een keramisch element 12, dat voor een gelijkmatige, gecontroleerde en schone verbranding zorgt. In dit voorbeeld is de brandstofhouder 8 geïntegreerd met de sfeerhaard 1; het is echter ook denkbaar dat, in een alternatieve uitvoeringsvorm, een 15 voorraadhouder 8 buiten de sfeerhaard is gelegen. De geïntegreerde brandstofhouder 8 is losneembaar, zodat deze eenvoudig te verwisselen is wanneer deze bijvoorbeeld gevuld dient te worden of wanneer deze om andere redenen (bijvoorbeeld gepland langdurig niet benutten van de haard 1). De voorraadhouder 8 is ten behoeve van de veiligheid afgeschermd van de verbrandingsruimte 3 middels een warmtewerende plaat 20 10. Om de bij verbranding ontstane verbrandingsgassen af te voeren, is de afgesloten verbrandingsmimte 4 voorzien van een afvoerkanaal 11 dat aan de bovenzijde van de verbrandingsruimte 4 is gepositioneerd.
Om de toevoer van brandstof aan het verbrandingselement 5 tc kunnen reguleren, is dc 25 toevoerleiding 7 voorzien van een regelklep 9, die wordt aangestuurd door regelmiddelen 20. De regelmiddelen 20 zijn daartoe middels een eerste stuurleiding 21 gekoppeld met de regelklep 9 in de toevoerleiding 7 voor brandstof. De regelmiddelen 20 zijn bovendien middels een tweede stuurleiding 22 gekoppeld met een ventilator 23 in de luchttoevoer 6. De regelmiddelen 20 zijn verder gekoppeld met een 30 temperatuursensor 24 die is aangesloten met een eerste signaalleiding 25 en met een emissiesensor 26 onder tussenkomst van een tweede signaalleiding 27.
8
De regelmiddelen 20 zijn handmatig instelbaar maar zijn tevens programmeerbaar om te reageren op vooraf bepaalde detectiewaarden van de gebruikstoestand van de sfeerhaard 1 die worden gegenereerd door de sensoren 24,26.
5 In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen het afvoerkanaal 11 en de luchttoevoer 6 worden samengebouwd, zodat een meer compacte installatie van de sfeerhaard 1 mogelijk is. Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van een gecombineerde rookgasafvoer 30 en de luchttoevoer 31 is getoond in figuur 2, waarbij het afvoerkanaal voor rookgassen 30 concentrisch in de luchttoevoer 31 is gelegen. Indien de 10 rookgasafvoer 30 (het afvoerkanaal) is vervaardigd uit een metaal (of een ander warmtegeleidend materiaal), treedt bovendien als bijkomend voordeel op dat de constructie als warmtewisselaar functioneert, zodanig dat een deel van de warmte in de rookgassen wordt overgedragen op de aangevoerde lucht. De luchttoevoer 31 kan eventueel ook worden voorzien van een ventilator voor de gedwongen toevoer van 15 lucht, aldus kan bijvoorbeeld een verbrandingsruimte 32 worden gespoeld (overdruk systeem). Weer een ander alternatief betreft het met een geconditioneerd drukverschil afvoeren van de rookgassen, bijvoorbeeld met een onderdruk systeem. Het voorverwarmen van de verbrandingslucht van de sfeerhaard 33 zoals getoond in figuur 2 leidt tot een verbeterd rendement van de verbranding en verminderde uitstoot.
20
De sfeerhaard 33 is verder voorzien van een brander 34 waarin een verwarmingselement 35 is geplaatst ter voorverwarming van de brander 34 alvorens deze wordt ontstoken. Het onsteken van de brander vindt plaatst door middel van een ontstekingsplug 36 die in brander 34 steekt. Zowel het verwarmingselement 35 als de ontstekingsplug 36 zijn 25 gekoppeld met een elektronische besturing 37. Deze elektronische besturing 37 staat bovendien in verbinding met een regulator 38 voor de toevoer van bio-ethanol. Deze bio-ethanol is afkomstig uit een uitwisselbare tank 39 die is geplaatst in een afzonderlijk inbouwframe 40. De bio-ethanol wordt door een leiding 41 van de tank 39 naar de brander 34 gevoerd. De besturing 37 wordt ook gevoed met signalen, bijvoorbeeld de 30 signalen afkomstig van een bedieningspaneel 42 en een vlamdetector 43.
Claims (13)
1. Sfeerhaard, van het gesloten type, ingericht voor het verbranden van vloeibare 5 brandstof, in het bijzonder bio-ethanol, omvattende een gesloten verbrandingsruimte voorzien van: - ten minste één in de verbrandingsruimte geplaatst verbrandingselement voor het verbranden van brandstof, - op het verbrandingselement aansluitende toevoermiddelen voor het aan het 10 verbrandingselement toevoeren van brandstof, - ten minste een luchttoevoer voor het in de verbrandingsruimte toevoeren van zuurstofhoudend gas voor de verbranding van de brandstof, - ten minste een rookgasafvoer voor het uit de verbrandingsruimte afVoeren van in hoofdzaak gasvormige verbrandingsproducten, 15. in de gesloten verbrandingsruimte gelegen en van buiten de verbrandingsruimte bedienbare ontstekingsmiddelen voor het in de gesloten verbrandingsruimte ontsteken van het verbrandingselement, en - een ten minste een deel van de een gesloten verbrandingsruimte begrenzend doorzichtig venster met een oppervlak van ten minste 200 cm2 voor het van 20 buiten de verbrandingsruimte waarnemen van de verbranding in de verbrandingsruimte.
2. Sfeerhaard volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de luchttoevoer en de rookgasafvoer zijn geïntegreerd. 25
3. Sfeerhaard volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de luchttoevoer en de rookgasafvoer zijn geïntegreerd, waarbij de rookgasafvoer binnen de luchttoevoer is gelegen.
4. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de luchttoevoer en de rookgasafvoer thermisch zijn gekoppeld middels een warmtewisselaar.
5. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de sfeerhaard is voorzien van een voorraadhouder voor vloeibare brandstof, welke voorraadhouder is aangesloten op de toevoermiddelen.
6. Sfeerhaard volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de voorraadhouder thermisch is afgeschermd van de verbrandingsruimte.
7. Sfeerhaard volgens één der conclusies 5 of 6, met het kenmerk dat de voorraadhouder losneembaar koppelbaar is verbonden met de sfeerhaard.
8. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de toevoermiddelen zijn voorzien van buiten de verbrandingsruimte bedienbare regelmiddelen voor het reguleren van het toevoerdebiet van de brandstof.
9. Sfeerhaard volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer zijn gekoppeld met een temperatuur gevoelige sensor en/of een rookgasdetector.
10. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 20 sfeerhaard is voorzien van ten minste één sensor voor verbrandingsproducten.
11. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer zijn ingesteld voor het verminderen van het toevoerdebiet van de brandstof bij het overschrijden van een vooraf conditie, in het 25 bijzonder een vooraf bepaalde temperatuur, en/of een vooraf bepaalde concentratie van verbrandingsproducten.
12. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de regelmiddelen voor de brandstoftoevoer zijn voorzien van een aanstuurbare afsluiter 30 voor het afsluiten van de brandstof toevoer.
13. Sfeerhaard volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het verbrandingselement is voorzien van een verdamping van de brandstof bevorderend element.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002762A NL2002762C2 (nl) | 2009-04-17 | 2009-04-17 | Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002762A NL2002762C2 (nl) | 2009-04-17 | 2009-04-17 | Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol. |
NL2002762 | 2009-04-17 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2002762C2 true NL2002762C2 (nl) | 2010-10-19 |
Family
ID=41507790
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2002762A NL2002762C2 (nl) | 2009-04-17 | 2009-04-17 | Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2002762C2 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITMI20110156A1 (it) * | 2011-02-04 | 2012-08-05 | Federico Montini | Apparecchio di riscaldamento a idrocarburo liquido o bioetanolo |
FR3082603A1 (fr) * | 2018-06-18 | 2019-12-20 | Actinov | Dispositif d'alimentation en air comburant a debit force pour chambre a combustion d'un poele a ethanol de puissance superieur a 4,5 kw non raccorde a un conduit d'evacuation des gaz brules |
FR3111685A1 (fr) * | 2020-06-19 | 2021-12-24 | Actinov | dispositif de poêle à éthanol doté de deux chambres distinctes : la première de combustion et la seconde de convection, et d’un bruleur à catalyse d’éthanol apte à faire varier la puissance du poêle jusque 12 Kw/h |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1526278A (fr) * | 1967-04-14 | 1968-05-24 | Sogetherm Ind | Allumage et régulation des brûleurs à mazout par gazéification |
DE1501815A1 (de) * | 1965-05-14 | 1969-07-03 | Hans Endress | OElofen |
DE1779170A1 (de) * | 1968-07-15 | 1971-09-02 | Bp Benzin Und Petroleum Ag | Temperaturabhaengige OElmengenregelung bei OElregeleinrichtungen fuer Verdampfungs- bzw.Vergasungsoelbrenner |
US4482311A (en) * | 1981-10-20 | 1984-11-13 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Burner with oxygen shortage sensor |
WO1986005860A1 (en) * | 1985-03-27 | 1986-10-09 | Johannes Martinus Minten | Safety device for a stove, in particular a paraffin stove |
DE20104754U1 (de) * | 2001-03-16 | 2001-09-13 | Lucifora, Guiseppe, 42697 Solingen | Ethanol/Methanol-Brennerblock und Brennkammer |
WO2009049047A1 (en) * | 2007-10-11 | 2009-04-16 | Desa Ip, Llc | Ethanol-burning hearth apparatus |
-
2009
- 2009-04-17 NL NL2002762A patent/NL2002762C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1501815A1 (de) * | 1965-05-14 | 1969-07-03 | Hans Endress | OElofen |
FR1526278A (fr) * | 1967-04-14 | 1968-05-24 | Sogetherm Ind | Allumage et régulation des brûleurs à mazout par gazéification |
DE1779170A1 (de) * | 1968-07-15 | 1971-09-02 | Bp Benzin Und Petroleum Ag | Temperaturabhaengige OElmengenregelung bei OElregeleinrichtungen fuer Verdampfungs- bzw.Vergasungsoelbrenner |
US4482311A (en) * | 1981-10-20 | 1984-11-13 | Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. | Burner with oxygen shortage sensor |
WO1986005860A1 (en) * | 1985-03-27 | 1986-10-09 | Johannes Martinus Minten | Safety device for a stove, in particular a paraffin stove |
DE20104754U1 (de) * | 2001-03-16 | 2001-09-13 | Lucifora, Guiseppe, 42697 Solingen | Ethanol/Methanol-Brennerblock und Brennkammer |
WO2009049047A1 (en) * | 2007-10-11 | 2009-04-16 | Desa Ip, Llc | Ethanol-burning hearth apparatus |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITMI20110156A1 (it) * | 2011-02-04 | 2012-08-05 | Federico Montini | Apparecchio di riscaldamento a idrocarburo liquido o bioetanolo |
EP2484972A3 (en) * | 2011-02-04 | 2012-12-12 | Federico Montini | A liquid hydrocarbon or biothanol heating appliance |
FR3082603A1 (fr) * | 2018-06-18 | 2019-12-20 | Actinov | Dispositif d'alimentation en air comburant a debit force pour chambre a combustion d'un poele a ethanol de puissance superieur a 4,5 kw non raccorde a un conduit d'evacuation des gaz brules |
FR3111685A1 (fr) * | 2020-06-19 | 2021-12-24 | Actinov | dispositif de poêle à éthanol doté de deux chambres distinctes : la première de combustion et la seconde de convection, et d’un bruleur à catalyse d’éthanol apte à faire varier la puissance du poêle jusque 12 Kw/h |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8622053B2 (en) | Burner and method of its operation | |
US6139311A (en) | Pilot burner apparatus and method for operating | |
US20020160326A1 (en) | Gas pilot system and method having improved oxygen level detection capability and gas fueled device including the same | |
EP0856128B1 (en) | A gas appliance for heating fluids | |
WO2009049047A1 (en) | Ethanol-burning hearth apparatus | |
US5322052A (en) | Fireplace with destruction of products of incomplete combustion enhanced by a gaseous-fueled pilot burner | |
US20130186313A1 (en) | Low emission, wood fueled hydronic heater | |
AU744056B2 (en) | Heating furnace, especially with gas and/or oil firing | |
NL2002762C2 (nl) | Sfeerhaard, ingericht voor het verbranden van vloeibare brandstof, in het bijzonder bio-ethanol. | |
DK1110033T3 (da) | Brænder til flydende brændstoffer | |
MXPA02002410A (es) | Calentador de liquido caldeado por combustible con sistema de cierre de quemador. | |
CA2496874A1 (en) | Method and apparatus for modifying the path of a flame | |
JP2001141216A (ja) | ゴミ焼却機 | |
US7162980B2 (en) | Water heater burner clogging detection and shutdown system | |
KR100977012B1 (ko) | 기압차를 이용한 연소장치 겸용 보일러 | |
US6074200A (en) | Burner apparatus having an air dam and mixer tube | |
CN209458975U (zh) | 一种燃料汽化锅炉 | |
JPH0327808B2 (nl) | ||
NL9002522A (nl) | Gasbrandersysteem, gasbrander, en een werkwijze voor verbrandingsregeling. | |
KR20180001236A (ko) | 외부 공기조절이 용이한 난로 | |
WO2008025783A2 (en) | Stand-alone, low nox and low co, fvir, heating appliance with an easy maintenance | |
JP2017083064A (ja) | 管状ガスバーナ | |
JP2006118758A (ja) | ガスコンロ | |
JP3293284B2 (ja) | 燃焼装置 | |
ES2974977T3 (es) | Radiador luminoso |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20160501 |