NL2001972C

NL2001972C - Inrichting en werkwijze voor het tillen van een last.

Info

Publication number: NL2001972C
Application number: NL2001972A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Schram
Original assignee: Hendrik Schram
Priority date: 2008-09-10
Filing date: 2008-09-10
Publication date: 2010-03-15

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET TILLEN VAN EEN LAST

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het dragen van een last middels een vorkheftruck. Een dergelijke 5 inrichting is algemeen bekend in de vorm van een pallet. Dergelijke pallets kunnen zijn vervaardigd van hout of kunststof en worden veelvuldig gebruikt om goederen te transporteren van een afzender naar een ontvanger, waarbij vorkheftrucks op efficiënte wijze de pallets in en uit het 10 transportmiddel kunnen tillen.

Nadelen van het gebruik van dergelijke pallets is dat ze relatief veel ruimte innemen bij de opslag en bij retourzending ervan naar de verzender van de goederen, en 15 voorts dat de individuele pallets door de afmeting ervan relatief moeilijk te dragen zijn door de gebruikers. Er bestaat derhalve behoefte aan een efficientere inrichting.

Daartoe omvat de inrichting een flexibel of opvouwbaar, 20 sterk en in hoofdzaak rechthoekig vel, welk vel aan een oppervlakszijde is voorzien van twee op afstand van elkaar bevestigde balken, welke balken zich parallel en symetrisch uitstrekken aan weerszijden van een middellijn van het vel. Deze inrichting vormt een oprolbare of opvouwbare pallet, 25 waarbij de twee balken in het vel kunnen worden gevouwen of gerold. De opgevouwen of opgerolde pallet kan vervolgens eenvoudig door de gebruikers onder de arm worden gedragen, en neemt weinig ruimte in bij opslag en transport daarvan.

In gebruik worden de beide balken op afstand van elkaar op 30 een vloer geplaatst waarbij het vel in hoofdzaak vlak ter hoogte van de bovenzijde van de balken boven de vloer wordt uitgespreid, wordt de te tillen last op op het vel geplaatst, en wordt de vork van een vorkheftruck onder het 2 vel gereden en wordt de last door de vork opgetild. De vork kan tussen de beide balken onder het vel worden geplaatst, maar ook kunnen de balken zijn voorzien van uitsparingen voor de vork, zodat de vork in de andere dwarsrichting onder 5 het vel kan worden geplaatst.

Bij voorkeur omvat de inrichting zich buitenwaarts vanaf de balken uitstrekkende verbindingsmiddelen voor het verbinden van de inrichting met de te dragen last, welke 10 verbindingsmiddelen bij voorkeur zich aan beide zijden van de middellijn buitenwaarts vanaf de balken uitstrekkende delen van het vel omvatten. De zich buitenwaarts uitstrekkende delen van het vel zijn bij voorkeur voorzien van verstevigde ogen voor het bevestigen van spanbanden.

15

Bij voorkeur is het vel een vezelversterkte kunststof folie, waarbij de vezels in de folie zich zich bij voorkeur in hoofdzaak dwars op de middellijn uitstrekken.

20 De balken zijn bij voorkeur vervaardigd van karton of kunststof, en de balken hebben in dwarsdoorsnede gezien bij voorkeur een in hoofdzaak rechthoekige of ronde buitenomtrek. In een eerste voorkeursuitvoering bestaan de balken uit twee kartonnen of kunststof platen waartussen 25 zich afstandshouders uitstrekken. In een tweede voorkeursuitvoering bestaan de balken uit kartonnen of kunststof kokers die gevuld zijn met een kunststof gehard schuim, zoals polyurethaan of polystyreen.

30 De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het tillen van een last middels een vorkheftruck, waarbij gebruik wordt gemaakt van een flexibel, sterk en in hoofdzaak rechthoekig vel, welk vel aan een oppervlakszijde 3 is voorzien van twee op afstand van elkaar bevestigde balken, welke balken zich parallel en symetrisch uitstrekken aan weerszijden van een middellijn van het vel, waarbij de beide balken op afstand van elkaar op een vloer worden 5 geplaatst waarbij het vel in hoofdzaak vlak ter hoogte van de bovenzijde van de balken boven de vloer wordt uitgespreid, waarbij de te tillen last op op het vel wordt geplaatst, en waarbij de vork van een vorkheftruck onder het vel wordt gereden en de last door de vork wordt opgetild.

10

In de voorkeursuitvoering van de werkwijze worden zich buitenwaarts vanaf de balken uitstrekkende verbindingsmiddelen verbonden met de last zodanig dat het vel tussen de balken wordt strakgetrokken, waarbij de 15 verbindingsmiddelen bij voorkeur met de te dragen last worden verbonden middels spanbanden, die aan de uiteinden aan de verbindingsmiddelen worden bevestigd, en welke boven om de te dragen last heen worden gespannen.

20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, waarin:

Figuur 1 een perspectiefaanzicht is van een vorkheftruck die een last tilt middels een inrichting volgens de uitvinding; 25

Figuur 2 een vooraanzicht is van de inrichting van figuur 1;

Figuur 3 een perspectiefaanzicht is van de inrichting van figuur 1;

Figuur 4 een perspectiefaanzicht is van de inrichting van figuur 1 in opgevouwen toestand; 30 4

Figuur 5 een perspectiefaanzicht is van een alternatieve uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding; en

Figuur 6 een vooraanzicht is van de inrichting van figuur 5. 5

De inrichting volgens de figuren 1-4 omvat een rechthoekig kunststof zeil 1 dat is versterkt met een netwerk van sterke garens, welk garens zich evenwijdig aan de zijkanten van het doek in twee onderling loodrechte richting uitstrekken. Aan 10 een zijde van het zeil 1 zijn evenwijdig aan en op gelijke afstand van twee tegenoverliggende zijkanten van het zeil twee balken 2 bevestigd, bijvoorbeeld door middel van een hechtmiddel zoals lijm. De balken 2 hebben een in hoofzaak gelijke lengte als de genoemde zijkanten van het zijl 1. De 15 zich zijwaarts vanaf de balken 2 uitstrekkende delen 3 van het zeil 1 vormen delen van bevestigingsmiddelen om de inrichting te bevestigen aan de te tillen last. Daartoe zijn de zich zijwaarts uitstrekkende delen 3 elk, gelijkmatig verdeeld over hun lengte, voorzien drie perforaties waarin 20 metalen bevestigingsringen 5 zijn aangebracht.

Teneinde de last te tillen, zijn de balken 2 op een vloer geplaatst, waarbij het zijl 1 tussen de balken zo veel mogelijk is strakgetrokken. Indien nodig kan daarbij gebruik 25 gemaakt worden van tijdelijke afstandhouders op de vloer tussen de balken 2, zodat een strak zeil 1 tussen de balken 2 verzekerd is. Als de te tillen last 4 relatief licht is, kan dit echter achterwege blijven omdat het zeil 1 de balken 2 bij het bevestigen aan de last alsnog strak getrokken kan 30 worden.

De te tillen last 4 is op de balken 2 en het daar overheen liggende zeil 1 geplaatst. Bij voorkeur is de afstand tussen 5 de balken 2 aan het strakgetrokken zeil 1 zodanig gekozen dat de afstand tussen buitenste zijkanten daarvan in hoofdzaak overeenkomt met de afstand tussen twee tegenoverliggende zijkanten van de te tillen last 4.

5

Drie spanbanden 6 zijn elk door twee tegenoverliggende bevestigingsringen 5 gestoken en de uiteinden daarvan zijn over de bovenzijde van de te tillen last 4 heen aan elkaar bevestigd. Door de spanbanden 6 aan te trekken wordt het 10 zeil 1 onder de last tussen de balken 2 strakgetrokken, en vormt de inrichting samen met de last 4 een stijve eenheid.

De balken 2 bestaan in dit uitvoeringsvoorbeeld uit twee kartonnen of kunststof platen 7 waartussen zich blokvormige 15 holle afstandshouders 8 uitstrekken, waardoor de balk 2 is voorzien van twee doorgangen 9 waardoorheen de vork van een heftruck 10 gestoken kan worden. De vork van de heftruck 10 kan echter ook in de richting dwars daarop tussen de balken 2 onder het zeil 1 gereden worden, waarbij dergelijke 20 doorgangen 9 in de balken 2 niet nodig zijn.

In figuur 4 is de inrichting in opgevouwen toestand getoond, waarbij het zeil 1 om beide balken 2 is heengevouwen. Op die wijze is een compact pakket verkregen dat eenvoudig onder de 25 arm genomen kan worden en dat weinig ruimte inneemt bij opslag en transport.

Figuren 5 en 6 tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting, waarbij de balken 12 kartonnen of kunststof 30 kokers 13 zijn die gevuld zijn met een kunststof gehard schuim 14, zoals polyurethaan of polystyreen, en die door middel van blindklinknagels 15 (bijvoorbeeld POP®-nagels) aan het zeil 1 bevestigd zijn.

6

Hoewel de uitvinding aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden beschreven is, zijn hierop vele variaties in vorm en materialen mogelijk die binnen het bereik van de uitvinding 5 liggen.

Claims

1. Oprolbare of opvouwbare inrichting voor het dragen van een last middels een vorkheftruck, omvattende een 5 flexibel of opvouwbaar, sterk en in hoofdzaak rechthoekig vel, welk vel aan een oppervlakszijde is voorzien van twee op afstand van elkaar bevestigde balken, welke balken zich parallel en symetrisch uitstrekken aan weerszijden van een middellijn van het 10 vel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting zich buitenwaarts vanaf de balken uitstrekkende verbindingsmiddelen omvat voor het 15 verbinden van de inrichting met de te dragen last.

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de verbindingsmiddelen zich aan beide zijden van de middellijn buitenwaarts vanaf de balken uitstrekkende 20 delen van het vel omvatten.

4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de zich buitenwaarts uitstrekkende delen van het vel zijn voorzien van verstevigde ogen voor het bevestigen van 25 spanbanden.

5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-4, waarbij het vel een vezelversterkte kunststof folie is. 30

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de vezels in de folie zich in hoofdzaak dwars op de middellijn uitstrekken.

7. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-6, waarbij de balken vervaardigd zijn van karton of kunststof.

8. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 1-7, waarbij de balken in dwarsdoorsnede gezien een in hoofdzaak rechthoekige of ronde buitenomtrek hebben.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de balken bestaan uit twee kartonnen of kunststof platen waartussen zich afstandshouders uitstrekken.

10. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de balken 15 bestaan uit kartonnen of kunststof kokers die gevuld zijn met een kunststof gehard schuim, zoals polyurethaan of polystyreen.

11. Werkwijze voor het tillen van een last middels een 20 vorkheftruck, waarbij gebruik wordt gemaakt van een flexibel, sterk en in hoofdzaak rechthoekig vel, welk vel aan een oppervlakszijde is voorzien van twee op afstand van elkaar bevestigde balken, welke balken zich parallel en symetrisch uitstrekken aan weerszijden van 25 een middellijn van het vel, waarbij de beide balken op afstand van elkaar op een vloer worden geplaatst waarbij het vel in hoofdzaak vlak ter hoogte van de bovenzijde van de balken boven de vloer wordt uitgespreid, waarbij de te tillen last op op het vel 30 wordt geplaatst, en waarbij de vork van een vorkheftruck onder het vel wordt gereden en de last door de vork wordt opgetild.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij zich buitenwaarts vanaf de balken uitstrekkende verbindingsmiddelen worden verbonden met de last zodanig dat het vel tussen de balken wordt 5 strakgetrokken.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarbij de verbindingsmiddelen met de te dragen last worden verbonden middels spanbanden, die aan de uiteinden aan 10 de verbindingsmiddelen worden bevestigd, en welke boven om de te dragen last heen worden gespannen.