NL2001493C2 - Installatie voor het verwerken van slachtdierdelen van slachtdieren. - Google Patents

Description

In-line batching

Korte aanduiding: Installatie voor het verwerken van slachtdierdelen van slachtdieren.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een installatie voor het verwerken van slachtdierdelen van slachtdieren en het vormen van batches die elk een of meerdere slachtdierdelen bevatten.

5 De te verwerken slachtdieren kunnen gevogelte zijn, bijvoorbeeld kippen, eenden, kalkoenen, maar de uitvinding betreft ook de verwerking van andere slachtdieren zoals varkens, koeien, etc.

De installatie volgens de uitvinding omvat een transportsysteem met enkele 10 transportinrichting of met meerdere transportinrichtingen, waarbij elke transportinrichting omvat: - een eindeloze transportbaan die een pad volgt, - een groot aantal productdragers, welke productdragers hangend zijn gekoppeld aan de transportbaan, waarbij de productdragers elk zijn ingericht voor het dragen van een of meer 15 slachtdierdelen, en - aandrijfmiddelen voor het in een transportrichting langs de transportbaan verplaatsen van de productdragers.

In geval van meerdere transportinrichtingen tussen twee transportinrichtingen een 20 overbrenginrichting is voorzien, die is ingericht om een of meer slachtdierdelen uit een productdrager van een transportinrichting op te nemen en over te brengen naar een productdrager van de andere transportinrichting.

De installatie omvat verder ten minste een langs het pad van een transportinrichting 25 opgestelde slachtdier-behandelingsinrichting, die is ingericht om ten minste een deel van de passerende slachtdierdelen te onderwerpen aan een fysieke behandeling.

De installatie is verder voorzien van een installatiebesturingsinrichting die bij het transportsysteem behorende slachtdierdeel-positiebepalingsmiddelen heeft die in hoofdzaak 30 continue de positie van elk slachtdierdeel in het transportsysteem kennen, en die verder geheugenmiddelen heeft waarin voor elk slachtdierdeel in het transportsysteem tenminste een geheugenveld aanwezig is voor een op het slachtdierdeel betrekking hebbende parameter.

-2-

Een installatie zoals hiervoor toegelicht is algemeen bekend voor de verwerking van gevogelte. Uit de stand van de techniek zijn installaties voor het verwerken van geslacht gevogelte bekend, waarbij in de installatie een op de verwerking van slachtdierdelen 5 afgestemde batchinginrichting is opgenomen.

Bij de bekende installaties voor de verwerking van geslacht gevogelte worden in het transportsysteem met hangende productdragers bij een of meestal meerdere gevogelte-behandelingsinrichtingen fysieke bewerkingen op het gevogelte verricht (bijvoorbeeld 10 opdelen van het gevogelte in delen, vel verwijderen, etc.). De installatiebesturingsinrichting kent daarbij van elk gevogeltedeel in het transportsysteem de actuele positie en verzamelt verder in geschikte geheugenmiddelen meerdere gegevens per gevogeltedeel.

Bij bekende installaties worden de te batchen gevogeltedelen verwijderd uit het 15 transportsysteem met hangende transporteurs dat voor de installatiebesturingsinrichting zichtbaar is en worden dan overgedragen aan een in feite stand-alone functionerende batchinginrichting.

Bekende batchinginrichtingen voor gevogeltedelen omvatten een transportband met aan een 20 of beide zijden van de band een reeks van verzamelhouders. De te batchen gevogeltedelen komen bij het begin van die transportband terecht. Bij elke verzamelhouder is een beweegbare selectorarm aanwezig, die zich in een uitvoerpositie zo over de voortdurend voortbewegende band uitstrekt dat een gevogeltedeel van de band schuift en in de verzamelhouder komt. In een passeerstand van de selectorarm kan een gevogeltedeel de 25 betreffende arm, en dus de bijbehorende verzamelhouder passeren. De te batchen gevogeltedelen worden vlak voor de transportband gewogen en op basis van het gewicht worden de selectorarmen aangestuurd, zodat een gevogeltedeel in de door het batchingalgoritme bepaalde verzamelhouder terechtkomt. Vaak is voorzien in een weeginrichting om het totaalgewicht van de in de verzamelhouder aanwezige gevogeltedelen 30 te bepalen.

Een doel van de uitvinding is verbeteringen en/of alternatieven voor te stellen op het gebied van installatie voor het verwerken van slachtdieren, waarbij een batchinginrichting aanwezig is om batches van slachtdierdelen te vormen.

35

De uitvinding verschaft een installatie volgens conclusie 1.

-3-

Bij deze installatie is voorzien in een eerste weeginrichting, welke eerste weeginrichting is opgesteld langs het pad van een transportinrichting met hangende productdragers en is ingericht voor het bepalen van het gewicht van de een of meer door een productdrager gedragen gevogeltedelen. Geschikte weeginrichtingen zijn bijvoorbeeld beschreven in EP 5 343 700.

De installatiebesturingsinrichting is zo uitgevoerd dat in de geheugenmiddelen voor elk gevogeltedeel in het transportsysteem tenminste een geheugenveld aanwezig is voor het door de eerste weeginrichting bepaalde gewicht van het slachtdierdeel.

10

Verder is erin voorzien dat de batchinginrichting is gekoppeld met de installatiebesturingsinrichting.

Hierbij is het batchingalgoritme ingericht voor het op basis van een of meer 15 batchingparameters samenstellen van de batches, waarbij het gewicht zoals opgeslagen in de geheugenmiddelen van de installatiebesturingsmiddelen als eerste batchingparameter dient.

Een gedeelte van het transportsysteem dat zich direct stroomopwaarts van de 20 batchinginrichting bevindt vormt een buffertraject waarvan het begin is gedefinieerd door de plaats waarop voor elke passerende productdrager elke batchingparameter van de een of meer door de productdrager gedragen slachtdierdelen bekend is bij de installatiebesturingsinrichting en beschikbaar is voor het batchingalgoritme, zodat op basis van het bufferalgoritme de lospositie selecteerbaar is.

25

In vergelijking met bekende installaties is een relevant aspect de integratie of koppeling van de installatiebesturing met de besturing van de batchinginrichting en het batchingalgoritme dat de selectie van de losposities berekend. Zoals aan de hand van verschillende voorkeursuitvoeringen nog duidelijker zal blijken biedt die integratie of koppeling de 30 mogelijkheid om verschillende relevante voordelen te bereiken afhankelijk van de gekozen uitvoeringsvorm.

Integratie kan omvatten dat de installatiebesturingsinrichting, vaak een complex centraal computersysteem dat de werking van het transportsysteem en vele behandelingsinrichting 35 aanstuurt op basis van een productieplan, tevens het batchingalgoritme uitvoert en daarmee de batchinginrichting aanstuurt.

-4-

Koppeling kan omvatten dat de installatiebesturingsinrichting bij de te batchen slachtdierdelen behorende gegevens uit de geheugenmiddelen toezend aan een remote opgestelde batchingbesturingsinrichting, die dan het batchingalgoritme uitvoert.

5 Een samen te stellen batch kan in de praktijk meerdere slachtdierendelen van hetzelfde type bevatten, bijvoorbeeld een batch drumsticks, kippenbouten, of bijvoorbeeld hammen. Het is echter ook denkbaar dat een batch maar één enkel slachtdierdeel omvat, bijvoorbeeld het gehele karkas van een geslachte kip met uitgehaalde ingewanden.

10 In een andere mogelijke variant is erin voorzien dat een batch meerdere slachtdierdelen bevat van verschillende typen, bijvoorbeeld een batch met drumsticks en kippenbouten. Hierbij wordt opgemerkt dat het denkbaar is dat in één transportinrichting met qua uitvoering gelijke productdragers tegelijk verschillende typen producten kunnen worden getransporteerd, zoals de hier genoemde drumsticks en kippenbouten. Het is echter ook 15 denkbaar dat is voorzien in een installatie waarbij zich twee transportinrichting uitstrekken langs een gemeenschappelijke batchinginrichting, bijvoorbeeld doordat de transportbanen van die transportinrichtingen ter plaatse van de batchinginrichting over een afstand parallel aan elkaar lopen.

20 In een voordelig geachte uitvoeringsvorm is erin voorzien dat de geheugenmiddelen voor elk slachtdierdeel in het transportsysteem meerdere geheugenvelden heeft, waarbij een geheugenveld aanwezig is voor het door de eerste weeginrichting bepaalde gewicht van het slachtdierdeel, en een ander veld aanwezig is voor een van het gewicht afwijkende tweede batchingparameter die betrekking heeft op het slachtdierdeel. Voorbeelden van die tweede 25 batchingparameter zijn opgenomen in deze aanvrage. Bij die uitvoeringsvorm is erin voorzien dat het batchingalgoritme is ingericht voor het samenstellen van de batches ten minste op basis van zowel het gewicht als de tweede batchingparameter zoals opgeslagen in de geheugenmiddelen van de installatiebesturingsmiddelen.

30 In een mogelijke uitvoering is erin voorzien dat een waarnemingsinrichting is opgesteld langs het pad van het transportsysteem, welke waarnemingsinrichting is ingericht voor het bepalen van de tweede batchingparameter van de een of meer slachtdierdelen die door een productdrager worden gedragen.

35 Bijvoorbeeld is de waarnemingsinrichting ingericht voor het uitvoeren van een visuele waarneming met een camera of andere optische inrichting, waarbij dan op basis van -5- geschikte verwerking van de verkregen optische waarneming de tweede batchingparameter wordt bepaald en verzonden naar de installatiebesturing.

Bijvoorbeeld is de tweede batchingparameter representatief voor uitwendig zichtbare 5 beschadigingen (bijvoorbeeld velbeschadigingen, bloeduitstortingen) of andere uitwendige kenmerken van de passerende slachtdierdelen (bijvoorbeeld kleur, afmetingen).

Een andere tweede batchingparameter zou bijvoorbeeld de malsheid van het slachtdierdeel kunnen zijn, bijvoorbeeld zoals toegelicht in EP1815744.

10

De tweede batchingparameter zou eventueel zodanig kunnen worden ingezet, dat op basis van de tweede batchingparameter wordt vastgesteld of een slachtdierdeel wel deel mag uitmaken van een batch of niet, dus als selectieparameter. Bijvoorbeeld kan aan het uiterlijk van het slachtdierdeel een minimum eisenpakket worden gesteld en indien op basis van 15 visuele waarneming blijkt dat een deel daar niet aan voldoet kan het betreffende slachtdierdeel ongeschikt worden verklaard voor opname in een batch. Zo mogelijk kan dezelfde waarneming ook worden benut om de wel voor batching geschikte slachtdierdelen onder te verdelen in meerdere kwaliteitsklassen, zodat bijvoorbeeld batches van een bepaalde gewicht en een bepaalde kwaliteitsklasse kunnen worden gevormd.

20

De voordelen van de uitvinding zijn bijvoorbeeld relevant voor een uitvoering van de installatie waarbij het vormen van batches plaatsvindt op basis van het fixed-weight batching principe. Bij fixed-weight batching wordt een grote groep batches met een bepaald streefgewicht gemaakt. Het streven is om zo min mogelijk af te wijken van dat streefgewicht. 25 Dat is met name relevant indien wordt gewerkt volgens het fixed-weight fixed-price batching, waarbij de batches voor een vaste prijs worden verkocht zodat eventueel overgewicht gratis wordt weggegeven.

De uitvinding heeft tevens betrekking op batchinginrichtingen die opstelbaar zijn langs het 30 pad van een transportinrichting van het hier toegelichte type voor het transporteren van slachtdierdelen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een slachterij voorzien van een installatie zoals hierin toegelicht.

35 -6-

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het verwerken van slachtdierdelen en het vormen van batches die elk een of meer slachtdierdelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een installatie en/of batchinginrichting zoals hierin toegelicht.

5 De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van in de tekening getoonde uitvoeringsvoorbeelden. Het zal de vakman duidelijk zijn dat aspecten van deze uitvoeringsvoorbeelden desgewenst in verschillende combinaties kunnen worden toegepast binnen het kader van de onderhavige uitvinding.

10 Korte beschrijving van de tekening:

Figuur 1 toont een gedeelte van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding,

Figuur 2 toont een gedeelte van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens 15 de uitvinding,

Figuur 3 toont een gedeelte van een derde uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding,

Figuur 4 toont een gedeelte van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding, 20 Figuur 5 toont een overzicht van een slachterij voor gevogelte waarin een vijfde uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding is geïnstalleerd,

Figuur 6 toont een overzicht van een slachterij voor gevogelte waarin een zesde uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding is geïnstalleerd,

Figuur 7 toont een gedeelte van een zevende uitvoeringsvoorbeeld van een installatie 25 volgens de uitvinding, en

Figuur 8 toont een gedeelte van een achtste uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding.

Aan de hand van figuur 1 zal nu een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens 30 de uitvinding worden toegelicht. Te zien in de figuur 1 is slechts een gedeelte van de installatie, zoals uit de verdere toelichting zal blijken.

Het getoonde gedeelte van de installatie bevat componenten die het mogelijk maken gevogeltedelen van geslacht gevogelte aan een of meer fysieke behandelingen te 35 onderwerpen en vervolgens batches te vormen van die gevogeltedelen, in dit voorbeeld fixed weight batches, dat wil zeggen batches met een van tevoren bepaald streefgewicht (bijvoorbeeld op basis van een order voor consumentenverpakkingen met elk een dergelijk -7- batch gevogeltedelen daarin). In dit voorbeeld en de verdere voorbeelden in dit document zal worden uitgegaan van delen van kip, maar het zal duidelijk zijn dat de uitvinding ook voor ander gevogelte van toepassing is.

5 Ook zal duidelijk zijn dat de uitvindingsgedachte ook toepasbaar is voor slachtdieren zoals koeien en varkens, etc.

Te herkennen is een transportsysteem met in dit voorbeeld een enkele schematisch weergegeven transportinrichting 1. Die transportinrichting 1 omvat: 10 - een eindeloze transportbaan die een pad 2 volgt (hier niet getoond maar in een praktische uitvoering bijvoorbeeld gerealiseerd door een rail), - een groot aantal productdragers 3 (hier slechts een enkele drager getoond), welke productdragers 3 hangend zijn gekoppeld aan de transportbaan, waarbij de productdragers elk zijn ingericht voor het dragen van een of meer gevogeltedelen (in dit voorbeeld telkens 15 twee drumsticks), en - (niet weergegeven) aandrijfmiddelen voor het in een transportrichting langs de transportbaan verplaatsen van de productdragers.

Voorbeelden van dergelijke transportinrichtingen voor een of meer gevogeltedelen zijn algemeen bekend.

20

In de getoonde uitvoering van de transportinrichting is te zien - zoals de voorkeur heeft - dat de eindloze transportbaan van het type is die in de vakwereld als overhead transportinrichting bekend staat, waarbij het pad zich op een afstand boven de grond uitstrekt, welke hoogte langs het pad kan variëren.

25

Verder is te zien, zoals de voorkeur heeft, dat de productdragers 3 elk zijn voorzien van een trolleydeel met een of meer wielen, welke trolleydeel aan een railconstructie hangt die ghet pad vormt. Zoals de voorkeur heeft zijn de productdrages onderling gekoppeld met een ketting of kabel.

30

Langs het pad 2 van de transportinrichting zijn een of meer gevogelte-behandelingsinrichtingen 10,11,12 opgesteld, die elk zijn ingericht om ten minste een deel van de passerende gevogeltedelen te onderwerpen aan een fysieke behandeling, Bijvoorbeeld zijn een of meer van de inrichtingen 10,11,12 snij-inrichtingen die zijn ingericht 35 om de passerende gevogeltedelen te onderwerpen aan een snijbewerking (bijvoorbeeld een snijmodule om een gedeelte af te snijden), maar ook andere fysieke behandelingen (zoals een ontvelinrichting voor het verwijderen van vel), een strekinrichting om delen van het -8- gevogelte (bijvoorbeeld vleugels) te strekken, schraapinrichting om vlees af te schrapen, etc. De fysieke bewerking zou ook het opbrengen van een marinade of ander additief kunnen zijn met behulp van een daartoe geschikte inrichting.

5 Niet getoond, maar zeker denkbaar en in de praktijk al gerealiseerd, is dat de behandelingsinrichting(en) 10-12 wat hun aansturing en/of gegevensoverdracht zijn gekoppeld met de installatiebesturingsinrichting 30, die verderop nader zal worden toegelicht.

10 In figuur 1 is een eerste weeginrichting 20 getoond die is opgesteld langs het pad 2 van een transportinrichting en is ingericht voor het bepalen van het gewicht van de een of meer door een productdrager 3 gedragen gevogeltedelen. Zoals genoemd is er in dit voorbeeld in voorzien dat elke drager 3 gelijktijdig twee drumsticks draagt. De weeginrichting 20 kan dan bijvoorbeeld het gezamenlijk gewicht van de beide drumsticks bepalen, waarbij er dan in is 15 voorzien dat beide drumsticks gelijk in dezelfde verzamelhouder worden gelost, dus in feite als een enkel gevogeltedeel worden behandeld. Bij mogelijk individueel lossen van de drumsticks of dergelijke uit een productdrager voor meerdere gevogeltedelen, zou bijvoorbeeld kunnen worden aangenomen dat elke drumstick de helft weegt van het gemeten totaalgewicht. Zoals nader zal worden toegelicht kan een eventuele controleweging bij het 20 vormen van de batch een eventuele fout in die aanname, of een weegfout door de eerste weeginrichting 20, corrigeren.

In een andere variant is erin voorzien dat de weeginrichting 20 bij het passeren van een drager 3 die tegelijkertijd meerdere gevogeltedelen draagt, voor elk gedragen gevogeltedeel 25 afzonderlijk het gewicht meet. In weer een andere variant draagt elke drager 3 slechts een enkel gevogeltedeel.

De installatie omvat verder een installatiebesturingsinrichting 30, die hier schematisch is aangeduid in de vorm van aan behuizing van computergestuurde inrichting maar die in de 30 praktijk bijzonder omvangrijk en complex kan zijn zoals op het vakgebied bekend is. De installatiebesturingsinrichting 30 kan een of meer centraal opgestelde computers omvatten, maar zou ook een netwerk van op een afstand van elkaar opgestelde computers kunnen omvatten.

35 De besturingsinrichting 30 omvat bij het transportsysteem behorende gevogeltedeel- positiebepalingsmiddelen die in hoofdzaak continue de positie van elk gevogeltedeel in het -9- transportsysteem kennen. Dit is een bekend aspect op het gebied van gevogelteslachterijen en een voorbeeld van dergelijke middelen is beschreven in NL 1024150 van aanvraagster.

Eveneens op het betreffende gebied bekend is dat de besturingsinrichting 30 5 geheugenmiddelen heeft waarin voor elk gevogeltedeel in het transportsysteem tenminste een geheugenveld aanwezig is voor het door de eerste weeginrichting bepaalde gewicht van het gevogeltedeel, zoals ook genoemd is in NL 1024150. De overdracht van de door de weeginrichting 20 bepaalde gewichten naar de besturingsinrichting 30 is schematisch aangeduid met de signaallijn 21.

10

Zoals genoemd kunnen ook een of meer van de gevogelte-behandelingsinrichtingen 10-12 zijn verbonden met de besturingsinrichting 30, bijvoorbeeld om selectief bepaalde gevogeltedelen al dan niet aan een behandeling te onderwerpen en/of om door de behandelingsinrichting(en) bepaalde gegevens met betrekking tot de gevogeltedelen toe te 15 voeren aan de inrichting 30, bijvoorbeeld om deze gegevens op te slaan in verder velden in de geheugenmiddelen.

In de figuur 1 is verder een langs het pad van een transportinrichting opgestelde batchinginrichting 40 getoond die is ingericht voor het vormen van batches die elk een of 20 meerdere gevogeltedelen bevatten.

De batchinginrichting heeft meerdere losposities langs het pad 2 van de transportinrichting 1.

In dit voorbeeld is te zien dat die transportinrichting 1 dezelfde is die de te batchen 25 gevogeltedelen langs een of meer gevogelte-behandelingsinrichtingen 10,11,12 en langs de weeginrichting 20 heeft gevoerd. Aangezien die transportinrichting zich in feite onder de regie van de installatiebesturing 30 bevindt kan het batchproces nu zeer doelmatig plaatsvinden, zoals verderop zal worden geïllustreerd. Bovendien is hier geen sprake van een afzonderlijke transportinrichting die behoort tot de batchinginrichting, zoals in de stand 30 van de techniek gebruikelijk. Dit maakt bijvoorbeeld een besparing van ruimte in de gevogelteslachterij mogelijk.

Te zien is in dit voorbeeld dat de gevogeltedelen in het traject tussen de passage langs de behandelingsinrichtingen 10,11,12 en de weeginrichting 20 naar de batchinginrichting niet 35 worden losgenomen van de betreffende drager 3 en hier ook niet van de ene transportinrichting binnen de regie van de installatiebesturingsinrichting 30 naar een andere -10- transportinrichting binnen de regie van de installatiebesturingsinrichting 30 worden overgebracht.

De batchinginrichting 40 is wat zijn aansturing betreft gekoppeld met de 5 installatiebesturingsinrichting 30 en is ingericht voor het op basis van een bijbehorend batchingalgoritme selecteren van een lospositie voor de een of meer door een productdrager gedragen gevogeltedelen, waarbij bij elke lospositie een verzamelhouder aanwezig is waarin geloste gevogeltedelen worden verzameld tot de batch compleet is.

10 Het batchingalgoritme is ingericht voor het samenstellen van de batches ten minste op basis van het door de weeginrichting 20 bepaalde gewicht zoals opgeslagen in de geheugenmiddelen van de installatiebesturingsmiddelen 30.

Een gedeelte van het transportsysteem 1 dat zich direct stroomopwaarts van de 15 batchinginrichting 40 bevindt, vormt een buffertraject 50, waarvan het begin is gedefinieerd door de plaats waarop voor elke passerende productdrager het gewicht van de een of meer door de productdrager gedragen gevogeltedelen bekend is, in dit voorbeeld bij de weeginrichting 20. Dat gewicht is ten minste gedurende de passage van de productdrager door het buffertraject 50 beschikbaar voor het batchingalgoritme, zodanig dat op basis van 20 het bufferalgoritme de lospositie selecteerbaar is.

In een praktisch voordelig geachte uitvoering is erin voorzien dat het buffertraject ten minste een zodanige lengte heeft dat er 50 productdragers binnen het buffertraject 50 zijn, met bijzondere voorkeur ten minste 100 productdragers. Dat biedt het batchingalgoritme een 25 “buffer” aan gevogeltedelen, zodat het batchingalgoritme makkelijk een hoog rendement kan behalen (dat wil zeggen batches samenstellen van de beoogde samenstelling, bijvoorbeeld met het beoogde streefgewicht. Bijvoorbeeld omvat het pad 2 tussen de eerste weeginrichting 20 en de batchinginrichting een of meer meanderende lussen om zo het buffertraject 50 de gewenste lengte te geven.

30

Zoals de lijn 41 aanduidt, wordt op basis van het batchingalgoritme bepaald bij welke lospositie de drumsticks uit de drager 30 worden gelost, bijvoorbeeld door bediening van een lossingsactuator in de batchinginrichting.

35 In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is erin voorzien dat de geloste gevogeltedelen uit de aan een rail of dergelijke hangende productdrager 3 naar beneden vallen en in een zich bij de lospositie bevindende verzamelhouder 42 terecht komen. Die verzamelhouders 42 zijn - 11 - hier deel van de batchinginrichting 40 en hebben elk wanden en een beweegbare bodem 43, hier zijwanden en een zwenkbare bodemklep (met een of meer zwenkbare delen) die door een niet getoonde actuator bedienbaar is.

5 Bij het compleet maken van een batch staat de bodemklep 43 in een dragende stand, zodat de geloste gevogeltedelen zich op de bodemklep verzamelen. Indien de installatiebesturing de batch als compleet heeft aangemerkt, zwenkt de bodemklep naar beneden, zodat de batch gevogeltedelen hier in een lager gelegen houder 44 komen. De bodemklep 43 zwenkt dan weer omhoog, zodat een nieuwe batch in de verzamelhouder kan worden gemaakt. De 10 aansturing van de bodemklep 43 door de installatiebesturing 30 is schematisch aangeduid met besturingslijn 45.

De in de lager gelegen houder 44 gekomen batch zou daar handmatig uit verwijderd kunnen worden, maar bij voorkeur is ook daar voorzien in een bedienbare bodemklep die bij opening 15 de batch afgeeft voor verdere afvoer.

In een mogelijke uitvoeringsvorm is voorzien in een afvoer van een batch vanaf de batchinginrichting naar een verpakkingsstation of dergelijke door middel van een bandtransporteur 55 met een eindloze band. In een mogelijke uitvoering zijn op die band 20 grafisch of anderzijds vakken aangeduid, waarvan de positie bij de bandtransporteur behorende besturingsinrichting (eventueel geïntegreerd in de besturingsinrichting 30) voortdurend bekend is, zodat bekend is welke batch (met welk totaalgewicht) zich in welk vak bevindt. Die informatie kan dan bijvoorbeeld worden benut bij het verpakken van de betreffende batch in een consumentenverpakking, bijvoorbeeld om het totaalgewicht aan te 25 geven.

De batchinginrichting 40 kan zijn voorzien van een tweede weeginrichting die is ingericht voor het bepalen van het gewicht van in een batch verzamelde gevogeltedelen, in dit voorbeeld dus een tweede weeginrichting bij elke verzamelhouder. Op deze wijze kan een 30 controle van het gewicht van de batch plaatsvinden en eventuele fouten van de eerste weeginrichting 20 worden gecompenseerd. Dit verhoogd de nauwkeurigheid van het batchproces en heeft bijvoorbeeld bij fixed-weight fixed-price batching het voordeel dat de “ give-away”, het gratis weggegeven overgewicht, op doelmatige wijze zo klein mogelijk kan worden gehouden.

In een bijzonder voordelig geachte variant van de installatie volgens de uitvinding is erin voorzien dat de geheugenmiddelen voor elk gevogeltedeel in het transportsysteem meerdere 35 -12- geheugenvelden heeft, waarbij een geheugenveld aanwezig is voor het door de eerste weeginrichting 20 bepaalde gewicht van het gevogeltedeel, en een ander veld aanwezig is voor een van het gewicht afwijkende tweede batchingparameter die betrekking heeft op het gevogeltedeel. Daarbij doelt de term “ batchingparameter” op een parameter die variabel is 5 als het gaat om de gevogeltedelen in het transportsysteem en een parameter die deel uitmaakt van het batchingalgoritme.

Het batchingalgoritme werkt dan niet uitsluitend op basis van het door de eerste weeginrichting 20 bepaalde gewicht, maar is dan ingericht voor het samenstellen van de 10 batches ten minste op basis van zowel het gewicht als de tweede batchingparameter zoals opgeslagen in de geheugenmiddelen van de installatiebesturingsmiddelen.

Dat betekent dat het gedeelte van het transportsysteem dat zich direct stroomopwaarts van de batchinginrichting en dat het buffertraject vormt een begin heeft dat is gedefinieerd door 15 de plaats waarop voor elke passerende productdrager zowel het gewicht als de tweede batchingparameter van de een of meer door de productdrager gedragen gevogeltedelen bekend zijn. Gedurende de tijd dat de betreffende productdrager met gevogeltedelen zich in het buffertraject bevindt, kan het batchingalgoritme dan bepalen bij welke lospositie de betreffende gevogeltedelen het beste kunnen worden gelost.

20

In het voorbeeld van figuur 1 is erin voorzien dat een waarnemingsinrichting 60 is opgesteld langs het pad 2 van het transportsysteem, welke waarnemingsinrichting 60 is ingericht voor het bepalen van de tweede batchingparameter van de een of meer gevogeltedelen die door een productdrager 3 worden gedragen.

25

Bijvoorbeeld is waarnemingsinrichting 60 ingericht voor het uitvoeren van een visuele waarneming met een camera of andere optische inrichting, waarbij dan op basis van geschikte verwerking van de verkregen optische waarneming de tweede batchingparameter wordt bepaald en verzonden naar de installatiebesturing 30, hier schematisch aangeduid met 30 signaallijn 61.

Bijvoorbeeld is de tweede batchingparameter representatief voor uitwendig zichtbare beschadigingen (bijvoorbeeld velbeschadigingen, bloeduitstortingen) of andere uitwendige kenmerken van de passerende gevogeltedelen (kleur, afmetingen).

35 -13-

In figuur 2 zijn onderdelen die qua opbouw en/of functie overeenkomstig zijn aan onderdelen die zijn beschreven aan de hand van figuur 1 voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

In figuur 2 is een andere batchinginrichting 80 opgesteld langs het pad 2 van de 5 transportinrichting, waarbij die transportinrichting tussen de weeginrichting 20 en de batchinginrichting 80 het eerder toegelichte buffertraject 50 vormt.

Zoals eerder toegelicht zou desgewenst het bufferalgoritme gebruik kunnen maken van zowel het gewicht als een tweede batchingparameter, bijvoorbeeld een tweede parameter 10 bepaald met de camera-inrichting 60.

De batchinginrichting 80 heeft hier bij elke lospositie langs het pad 2 een beweegbare arm 81 voorzien van een grijpersamenstel 82 dat is ingericht om de een of meer door een productdrager 3 gedragen gevogeltedelen vast te grijpen en dan te verwijderen uit de 15 productdrager. In dit voorbeeld is het grijpersamenstel 82 ingericht om in de productdrager hangende gevogeltedelen te grijpen, hier twee pootdelen (zoals drumsticks of bouten) naast elkaar.

Bij deze batchinginrichting 80 is verder voorzien in een houder 83 voor een voorraad (hier 20 een stapel) verzamelhouders 85 - hier zoals de voorkeur heeft van boven open trays - die geen deel uitmaken van de batchinginrichting en bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als (deel van) een consumentenverpakking waarin de batch producten uiteindelijk in de winkel aan de consument wordt aangeboden.

25 De batchinginrichting is voorzien van een verzamelhouder-transportinrichting 86, die de verzamelhouders van de voorraadhouder 83 verplaatst naar een vulpositie, waar door de beweegbare arm met grijpersamenstel 82 de gevogeltedelen in de verzamelhouder worden geplaatst. In dit voorbeeld is voorzien in een bandtransporteur 86 die de verzamelhouders langs alle beweegbare armen 81 voert.

30

Het is denkbaar dat in een enkele verzamelhouder gevogeltedelen terechtkomen die op verschuillende losposities zijn gelost uit de transportinrichting 1, nu de batchinginrichting in staat is een verzamelhouder 85 in het bereik van meerdere beweegbare armen 81 met grijpersamenstel 82 te brengen.

De aansturing van elk van de beweegbare armen 81, die bijvoorbeeld kunnen zijn gerealiseerd als een (meer-assige) industrierobot, geschiedt op commando van het 35 -14- batchingalgoritme, dat hier in de besturingsinrichting 30 wordt verwerkt. Via hier schematisch aangeduide signaallijn 88 worden de beweegbare armen 81 aangestuurd.

Het aansturen van een mechanisme, hier een ontstapelaar, om een verzamelhouder 85 af te 5 geven uit de voorraadhouder 83, geschiedt eveneens vanuit de besturingsinrichting 30, hier via schematisch aangeduide signaallijn 89.

Er kan in zijn voorzien dat de beweegbare armen 81 zijn voorzien van of gekoppeld met een controleweeginrichting, zodat een controle weegsignaal kan worden toegevoerd aan de 10 besturingsinrichting 30, hier via schematisch aangeduide signaallijn 90.

In figuur 3 is een variant van de installatie volgens figuur 1 getoond, waarbij onderdelen die qua opbouw en/of functie overeenkomstig zijn aan onderdelen die zijn beschreven aan de hand van figuur 1 voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

15

De productdragers 3’ zijn hier van een op zich bekende uitvoeringsvorm, en zijn elk voorzien van een conus die in het te dragen gevogeltedeel steekt. Bijvoorbeeld kan de conus worden benut voor het transport van de borstkap of de front half van een geslacht gevogelte.

20 Zoals bekend en de voorkeur heeft is de conus om meerdere assen zwenkbaar, bijvoorbeeld ten minste om een verticale as en een horizontale as, zodat de conus in verschillende ruimte standen kan worden gebracht. Dergelijke productdragers 3’ worden tot nu toe toegepast in transportinrichtingen die de gevogeltedelen langs een of meer behandelings-inrichtingen bewegen, bijvoorbeeld snij-inrichting(en), een ontveller, etc. (bijvoorbeeld de 25 behandelingsinrichtingen 10,11,12).

De figuur 3 toont dat het pad 2 van de transportinrichting voorzien van een dergelijke transportinrichting zich uitstrekt langs de batchinginrichting 40’, zodat de door deze productdragers 3’ gedragen gevogeltedelen direct in verzamelhouders 44 kunnen worden 30 afgegeven.

Bijvoorbeeld is bij elke lospositie voorzien in een lossingsactuator, die het betreffende gevogeltedeel van de conus beweegt. In geval de productdrager 3’ ook is voorzien van een borgmechanisme voor het gevogeltedeel, bijvoorbeeld een beweegbare haak zoals uit de 35 stand van de techniek bekend, dan zal ook dat borgmechanisme worden ontgrendeld om het gevogeltedeel te lossen.

-15-

Figuur 4 toont een variant van de installatie volgens figuur 1 getoond, waarbij onderdelen die qua opbouw en/of functie overeenkomstig zijn aan onderdelen die zijn beschreven aan de hand van figuur 1 voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

5 Te herkennen is dat de inrichting 60, die hier dient voor het waarnemen van een tweede batchingparameter stroomopwaarts van een of meer gevogelte-behandelingsinrichtingen 10,11,12 langs het pad van de transportinrichting is opgesteld. Bijvoorbeeld zou de inrichting 60 ook tussen dergelijke behandelingsinrichtingen kunnen zijn opgesteld.

10 Het is denkbaar dat de tweede batchingparameter een parameter is die in hoofdzaak onafhankelijk is van de later nog volgende fysieke bewerking(en) op het gevogeltedeel, bijvoorbeeld de kleur en/of aanwezigheid van beschadigingen (zoals bijvoorbeeld ontvelling).

Zoals eerdere genoemd kan de tweede batchingparameter (ook) worden benut om delen uit 15 te selecteren, zodat de uitgeselecteerde delen geen deel meer uitgaan maken van een te vormen batch, bijvoorbeeld omdat het uiterlijk van het betreffende deel niet voldoet aan bepaalde minimumeisen. Het zal duidelijk zijn dat in zo’n geval is voorzien in een losstation, bijvoorbeeld stroomafwaarts van de batchinginrichting, voor het lossen van slachtdierdelen die niet gelost zijn in de batchinginrichting.

20

Het is ook denkbaar dat de tweede batchingparameter ook door de installatiebesturingsinrichting 30 wordt benut om de werking van een of meer stroomafwaarts van de bepaling van de tweede batchingparameter opgestelde gevogelte-behandelingsinrichtingen aan te sturen, bijvoorbeeld om in te stellen of een bepaald 25 gevogeltedeel wel of geen behandeling van die latere behandelingsinrichting moet ondergaan. Uiteraard is dan sprake van signaallijnen tussen de besturingsinrichting 30 en elk van die gevogelte-behandelingsinrichtingen 10,11,12, die hier niet zijn weergegeven.

Figuur 5 toont een overzicht van een slachterij voor gevogelte waarin een vijfde 30 uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding is geïnstalleerd,

In de slachterij is een installatie opgenomen waarvan de delen die qua functie en/of opbouw overeenkomen met onderdelen van de installatie in figuur 1 van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien.

35 -16-

De vakman herkent aan “de invoerzijde" van de slachterij inrichtingen voor het doden van het gevogelte, het verwijderen van de veren, het verwijderen van de ingewanden, het inspecteren van het geslachte gevogelte en/of ingewanden, etc.

5 Deze “invoerzijdige inrichtingen” staan in de regel stroomopwaarts van een koelsysteem voor het geslacht gevogelte, dat hier is aangeduid met verwijzingscijfer 100. Na afkoeling van het geslacht gevogelte vinden in de regel (verdere) fysieke behandelingen van het gevogelte plaats door een of meer stroomafwaarts (ofwel uitvoerzijdige) inrichtingen, zoals bijvoorbeeld opdelen van het gevogelte in delen, marineren, etc.

10

Aan deze uitvoerzijde vindt ook het vormen van batches plaats, hier met een batchinginrichting 40 die direct stroomafwaarts van het koelsysteem 100 is opgesteld, zodat gekoelde gevogeltedelen direct aan die batchinginrichting worden toegevoerd. Bijvoorbeeld is de daar opgestelde batchinginrichting 40 bestemd voor het batchen van gehele karkassen, 15 maar er kan ook in zijn voorzien dat stroomopwaarts van het koelsysteem 100 al een opdeling van het gevogelte plaatsvindt, bijvoorbeeld zodat back halves worden gevormd die dan in het koelsysteem worden gekoeld.

Te herkennen is dat in dit voorbeeld een of meer van de voor het batchingalgoritme 20 gebruikte batchingparameters (dus het gewicht en/of een tweede batchingparameter) al stroomopwaarts van het koelsysteem 100 worden bepaald, bij voorkeur alle batchingparameters zodat in feite de lengte van het transportsysteem dat zich uitstrekt door het koelsysteem beschikbaar is als buffertraject 50. Aangezien de lengte van het transportsysteem door het koelsysteem meer dan duizend productdragers omvat, vaak meer 25 dan tienduizend product dragers, kan het batchingalgoritme beschikken over een enorme buffer aan gevogeltedelen en dus zeer optimale resultaten leveren.

In dit voorbeeld is te zien dat het gewicht dat als batchingparameter dient wordt bepaald bij weeginrichting 20, die stroomopwaarts van het koelsysteem 100 is opgesteld. Hier is de 30 weeginrichting 20 uitgevoerd als overbrenginrichting tussen twee transportinrichtingen, waarbij de overbrenginrichting is voorzien van een geïntegreerd weegmechanisme.

Dergelijke overbrenginrichtingen zijn op dit vakgebied bekend. In dit voorbeeld is dan de stroomafwaarts van de overbrenginrichting 20 opgestelde transportinrichting degene die zich uitstrekt door de een of meer koelruimten en/of langs een of meer koeling-bevorderende 35 inrichtingen (koud water spray, etc.).

- 17-

Te herkennen is dat hier de batchinginrichting 40 is opgesteld langs dezelfde transportinrichting die de gevogeltedelen door het koelsysteem 100 voert.

In dit voorbeeld is te herkennen dat de van het gewicht afwijkende tweede 5 batchingparameter bepaald wordt stroomopwaarts van het koelsysteem, in dit voorbeeld met een camera-inrichtïng die visuele aspecten waarneemt, hier van gehele gevogelte direct na het doden en verwijderen van de veren maar voorafgaand aan het verwijderen van de ingewanden. Bijvoorbeeld kan zo worden vastgesteld of het gevogelte een zodanig uiterlijk heeft dat het geschikt is om als geheel karkas (na verwijdering van ingewanden en koeling) 10 bij de direct achter het koelsysteem opgestelde batchinginrichting 40 te worden geselecteerd en gelost in een verzamelhouder van de batchinginrichting. Daarbij is het denkbaar dat een batch maar uit een enkel gevogelte bestaat met het gewenste uiterlijk en gewicht. Door die beide batchingparameters al voor aanvang van het koelsysteem te bepalen, kan het batchingalgoritme optimaal functioneren door de geschikte exemplaren in het buffertraject te 15 bestemmen op bij de batchinginrichting 40 te worden gelost. De niet geloste gevogeltes worden dan verwerkt in de stroomafwaarts opgestelde inrichtingen, waar het gevogelte vaak in delen zal worden opgedeeld.

Bij het uitvoeren van een visuele waarneming voor vaststelling van de tweede 20 batchingparameter aan een gevogeltedeel met een vleugel heeft het de voorkeur stroomopwaarts van de waarnemingsinrichting een vleugelstrekinrichting op te stellen, zodat de vleugel gestrekt wordt en daarmee de romp beter zichtbaar is.

Schematisch is met signaallijn 101 in figuur 5 aangeduid dat een batchingparameter, 25 eventueel zelfs een derde batchingparameter, waargenomen of anderszins afgeleid kan worden op basis van het koelproces en/of in het koelsysteem 100.

In figuur 6 is een variant van de slachterij volgens figuur 5 weergegeven, waarbij de delen die qua functie en/of opbouw overeenkomen met onderdelen van de installatie in figuur 5 van 30 dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien.

Een verschil met de installatie van figuur 5 is dat de batchinginrichting 40 hier is opgesteld langs een transportinrichting 110, die zich hier niet door het koelsysteem 100 uitstrekt maar die direct stroomafwaarts van de zich door het koelsysteem uitstrekkende transportinrichting 35 105 is opgesteld. Tussen deze transportinrichtingen is een overbrenginrichting 120 aanwezig. Relevant is dat de beide transportinrichtingen 105,110 alsmede de overbrenginrichting 120 binnen het bereik van de besturingsinrichting 30 vallen, ten minste -18- wat betreft de lokaliseringsmiddelen, zodat van elke gevogeltedeel bekend is waar het zich op enig moment in dat nu uit meerdere transportinrichtingen opgebouwde transportsysteem bevindt.

5 In die uitvoering is de overbrenging van de transportinrichting 105 naar de transportinrichting 110 niet van invloed op de mogelijkheid om voor het batchingalgoritme gebruik te maken van een of meer batchingparameters die al stroomopwaarts van het koelsysteem 100 zijn bepaald. Die parameters blijven immers ondanks de overbrenging van de ene naar de andere transportinrichting in de geheugenmiddelen uniek gekoppeld met het gevogeltedeel.

10

De overbrenginrichting 120 zou kunnen zijn ingericht als overbrenginrichting met weegfunctie, bijvoorbeeld om het gewicht te controleren na passage door het koelsysteem. Bijvoorbeeld bij een ongewenste afwijking van dat gewicht zou dan alsnog kunnen worden beslist door het batchingalgoritme om het betreffende gevogeltedeel niet te lossen in de 15 inrichting 40.

Een zelfde controle zou kunnen worden verricht met een verdere camera-inrichting 130, die gekoppeld is met de besturingsinrichting, bijvoorbeeld zodat bij ongewenst uiterlijk na het koelen het gevogelte niet wordt geselecteerd voor de batch.

20

De direct stroomafwaarts van het koelsysteem bepaalde parameters, zoals bijvoorbeeld gewicht en/of uiterlijke kenmerken van het gekoelde gevogeltedeel, kunnen uiteraard worden benut voor aansturing van een of meer stroomafwaarts van het koelsysteem plaatsvindende processen, bijvoorbeeld voor de aansturing van een of meer gevogelte-25 behandelingsinrichtingen. Dit is algemeen bekend op het vakgebied.

Het is denkbaar dat de direct stroomafwaarts bepaalde parameters niet worden benut voor het batchen van de direct uit het koelsysteem afkomstige (en verder niet-bewerkte) gevogeltedelen, maar wel voor de hiervoor beschreven latere behandelingen en/of voor later 30 plaatsvindende batch processen.

Figuur 7 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een installatie volgens de uitvinding, waarbij er in is voorzien dat gevogeltedelen uitwendig worden behandeld met een additief, bijvoorbeeld door het opbrengen van een of meer lagen en of deeltjes op de buitenzijde van het 35 gevogeltedeel. Een voorbeeld is het opbrengen van een marinadebekleding op de buitenzijde van het product zoals uit de stand van de techniek bekend, bijvoorbeeld volgens EP 1792541 of EP 1737300.

-19-

Te herkennen is een transportinrichting 140, die productdragers 141 (op grotere schaal getoond in de inzet) heeft die langs een eindloze baan 142 verplaatsbaar zijn door een aandrijving met motor 143. Langs de transportinrichting 140 zijn een of hier meerdere 5 inrichtingen voor het uitwendig opbrengen van additief op de gevogeltedelen opgesteld, hier aangeduid met 150 en 155. Bijvoorbeeld brengt een inrichting 155 een hechtingsbevorderend additief aan, en de inrichting 150 vervolgens een marinadebekleding, bijvoorbeeld zoals toegelicht in EP 1737300.

10 Stroomafwaarts van de een of meer additiefopbrenginrichtingen 150,155, langs dezelfde transportinrichting 140 is een batchinginrichting 40 opgesteld. Niet weergegeven zijn bij die inrichting 40 behorende lossingsactuatoren die bij elke lospositie zijn opgesteld en op commando van het batchingalgoritme bewerkstelligen dat een gevogeltedeel lost van de productdrager 141.

15

Het gewicht als parameter voor het batchen wordt in dit voorbeeld bepaald met eerste weeginrichting 20 die in dit voorbeeld niet is opgesteld bij de transportinrichting 140 maar bij een stroomopwaarts daarvan geplaatste transportinrichting 160, bijvoorbeeld een transportinrichting die zich ook langs een of meer gevogelte-behandelingsinrichtingen 20 uitstrekt waar het gevogelte wordt onderworpen aan een opdeling in stukken.

Tussen de inrichtingen 160 en 140 is zoals eerder toegelicht een overbrenginrichting 170 opgesteld, zodat dat de besturingsinrichting 30 van elk gevogeltedeel in de transportinrichtingen 160, 140 de actuele positie weet.

25

De eventuele gewichtstoename van de gevogeltedelen door het opbrengen van additief kan voor het batchen buitenbeschouwing worden gelaten of ingecalculeerd op basis van een veronderstelde uniforme gewichtstoename.

30 Zoals getoond zou ook een eventuele tweede batchingparameter stroomopwaarts van de transportinrichting kunnen worden bepaald, bijvoorbeeld een parameter gerelateerd aan het uiterlijk van het gevogeltedeel. Die parameter zou dan mede benut kunnen worden voor het aansturen van de additief-opbrenginrichting(en).

35 In een variant is de overbrenginrichting 170 tevens uitgevoerd als eerste weeginrichting, zodat het traject tussen die overbrenginrichting 170 en de batchinginrichting fungeert als buffertraject voor het batchingproces.

-20-

Figuur 8 toont een variant van de installatie volgens figuur 1, waarbij de delen die qua functie en/of opbouw overeenkomen met onderdelen van de installatie in figuur 1 van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien.

5 Te herkennen is een batchinginrichting 180 die is ingericht om bij productdragers die twee gevogeltedelen naast elkaar dragen en toevoeren aan de batchinginrichting onafhankelijk van elkaar te kunnen lossen in verschillende verzamelhouders 181,182.

Die gedachte zou ook kunnen worden gerealiseerd in de batchinginrichting 40, bijvoorbeeld 10 door aan weerszijden van het pad van de transportinrichting een groep verzamelhouders 42 op te stellen en bij elke verzamelhouder een lossingsactuator te voorzien die het individuele gevogeltedeel lost uit de productdrager

In figuur 8 is erin voorzien dat bij elke lospositie een beweegbare gevogeltedeel uitnemer 15 183 is opgesteld, daar uitgevoerd als roteerbaar wiel met een al dan bedienbare grijper voor een gevogeltedeel.

Bij geschikte bediening grijpt een dergelijke uitnemer 183 het te lossen gevogeltedeel en deponeert het gevogeltedeel in een bij de batchinginrichting behorende verzamelhouder 20 181,182. Als de batch compleet is kan die batch uit de verzamelhouder worden genomen (eventueel handmatig) en of op geschikte wijze mechanisme worden afgevoerd.

25 30 35

Claims (35)

1. Installatie voor het verwerken van slachtdierdelen van slachtdieren en het vormen van batches die elk een of meerdere slachtdierdelen bevatten, welke installatie omvat: -een transportsysteem met enkele transportinrichting of met meerdere transportinrichtingen, waarbij elke transportinrichting omvat: - een eindeloze transportbaan die een pad volgt, - een groot aantal productdragers, welke productdragers hangend zijn gekoppeld aan 10 de transportbaan, waarbij de productdragers elk zijn ingericht voor het dragen van een of meer slachtdierdelen, en - aandrijfmiddelen voor het in een transportrichting langs de transportbaan verplaatsen van de productdragers, 15 waarbij in geval van meerdere transportinrichtingen tussen twee transportinrichtingen een overbrenginrichting is voorzien, die is ingericht om een of meer slachtdierdelen uit een productdrager van een transportinrichting op te nemen en over te brengen naar een productdrager van de andere transportinrichting, 20. ten minste een langs het pad van een transportinrichting opgestelde slachtdier- behandelingsinrichting, die is ingericht om ten minste een deel van de passerende slachtdierdelen te onderwerpen aan een fysieke behandeling, - een eerste weeginrichting, welke eerste weeginrichting is opgesteld langs het pad van een 25 transportinrichting en is ingericht voor het bepalen van het gewicht van de een of meer door een productdrager gedragen slachtdierdelen, - een installatiebesturingsinrichting omvattende: - bij het transportsysteem behorende slachtdierdeel-positiebepalingsmiddelen die in 30 hoofdzaak continue de positie van elk slachtdierdeel in het transportsysteem kennen, - geheugenmiddelen waarin voor elk slachtdierdeel in het transportsysteem tenminste een geheugenveld aanwezig is voor het door de eerste weeginrichting bepaalde gewicht van het slachtdierdeel, 35. een langs het pad van een transportinrichting opgestelde batchinginrichting voor het vormen van batches die elk een of meerdere slachtdierdelen bevatten, welke batchinginrichting meerdere losposities langs het pad van de transportinrichting heeft, -22- waarbij de batchinginrichting is gekoppeld met de installatiebesturingsinrichting en is ingericht voor het op basis van een bijbehorend batchingalgoritme selecteren van een lospositie voor de een of meer door een productdrager gedragen slachtdierdelen, waarbij bij elke lospositie een verzamelhouder aanwezig is waarin geloste slachtdierdelen worden 5 verzameld tot de batch compleet is, waarbij het batchingalgoritme is ingericht voor het op basis van een of eventueel meerdere verschillende batchingparameters samenstellen van de batches, waarbij het gewicht zoals opgeslagen in de geheugenmiddelen van de installatiebesturingsmiddelen als eerste 10 batchingparameter dient, waarbij een gedeelte van het transportsysteem dat zich direct stroomopwaarts van de batchinginrichting bevindt een buffertraject vormt waarvan het begin is gedefinieerd door de plaats waarop voor elke passerende productdrager elke batchingparameter van de een of 15 meer door de productdrager gedragen slachtdierdelen bekend is bij de installatiebesturingsinrichting en beschikbaar is voor het batchingalgoritme, zodat op basis van het bufferalgoritme de lospositie selecteerbaar is.

2. Installatie volgens conclusie 1, waarbij de lengte van het buffertraject zodanig is dat 20 daarin ten minste 50, bij voorkeur ten minste 100 productdragers aanwezig zijn.

3. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de verzamelhouders deel uitmaken van de batchinginrichting.

4. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de transportbaan ter plaatse van de batchinginrichting boven de verzamelhouders loopt, zodanig dat de geloste slachtdierdelen uit een hangende productdrager naar beneden vallen en in een zich bij de lospositie bevindende verzamelhouder terecht komen.

5. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een verzamelhouder wanden en een beweegbare bodem heeft, welke bodem door een bijbehorende actuator bedienbaar is, zodanig dat met de bodem in een dragende stand de geloste slachtdierdelen zich op de bodem verzamelen en zodanig dat met de bodem in een afvoerstand de batch slachtdierdelen uit de verzamelhouder wordt afgegeven, bijvoorbeeld 35 naar een lager gelegen houder. -23-

6. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij is voorzien in een afvoer van een batch vanaf de batchinginrichting naar een verpakkingsstation of dergelijke door middel van een bandtransporteur met een eindloze band, waarbij in een mogelijke uitvoering op die band grafisch of anderzijds vakken zijn aangeduid, waarvan de 5 positie bij de bandtransporteur behorende besturingsinrichting (eventueel geïntegreerd in de installatiebesturingsinrichting) voortdurend bekend is, zodat bekend is welke batch (met welk totaalgewicht) zich in welk vak op de eindloze band bevindt.

7. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 batchinginrichting is voorzien van een tweede weeginrichting die is ingericht voor het bepalen van het gewicht van in een verzamelhouder verzamelde slachtdierdelen.

8. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij erin is voorzien dat de geheugenmiddelen voor elk slachtdierdeel in het transportsysteem meerdere 15 geheugenvelden heeft, waarbij een geheugenveld aanwezig is voor het door de eerste weeginrichting bepaalde gewicht van het slachtdierdeel, en een ander veld aanwezig is voor een van het gewicht afwijkende tweede batchingparameter die betrekking heeft op het slachtdierdeel, waarbij het batchingalgoritme is ingericht voor het samenstellen van de batches ten minste op basis 20 van zowel het gewicht als de tweede batchingparameter zoals opgeslagen in de geheugenmiddelen van de installatiebesturingsmiddelen.

9. Installatie volgens conclusie 8, waarbij een waarnemingsinrichting is opgesteld langs het pad van het transportsysteem, welke waarnemingsinrichting is ingericht voor het bepalen 25 van de tweede batchingparameter van de een of meer slachtdierdelen die door een productdrager worden gedragen.

10. Installatie volgens conclusie 9, waarbij de waarnemingsinrichting is ingericht voor het uitvoeren van een visuele waarneming met een camera of andere optische inrichting, waarbij 30 dan op basis van geschikte verwerking van de verkregen optische waarneming de tweede batchingparameter wordt bepaald en verzonden naar de installatiebesturing.

11. Installatie volgens conclusie 10, waarbij de tweede batchingparameter representatief voor uitwendig zichtbare beschadigingen (bijvoorbeeld velbeschadigingen, 35 bloeduitstortingen) of andere uitwendige kenmerken van de passerende slachtdierdelen (bijvoorbeeld kleur, afmetingen). -24-

12. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de batchinginrichting bij elke lospositie langs het pad een beweegbare arm heeft die is voorzien van een grijpersamenstel dat is ingericht om de een of meer door een productdrager gedragen slachtdierdelen vast te grijpen en dan te verwijderen uit de productdrager, 5 bijvoorbeeld is het grijpersamenstel ingericht om in de productdrager hangende slachtdierdelen te grijpen, bijvoorbeeld twee pootdelen (zoals drumsticks of bouten) naast elkaar.

13. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de 10 batchinginrichting is voorzien van een houder voor een voorraad, bijvoorbeeld een stapel, verzamelhouders - bij voorkeur van boven open trays - die geen deel uitmaken van de batchinginrichting en bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als (deel van) een consumentenverpakking waarin de batch producten uiteindelijk in de winkel aan de consument wordt aangeboden.

14. Installatie volgens conclusie 13, waarbij de batchinginrichting is voorzien van een verzamelhouder-transportinrichting, die de verzamelhouders van de voorraadhouder verplaatst naar een vulpositie, waar door de beweegbare arm met grijpersamenstel 82 de slachtdierdelen in de verzamelhouder worden geplaatst, bijvoorbeeld is voorzien in een bandtransporteur die de verzamelhouders langs alle beweegbare armen voert. 20

15. Installatie volgens een of meer van de conclusies 12-14, waarbij de batchinginrichting zodanig is dat in een enkele verzamelhouder slachtdierdelen terecht kunnen komen die op verschuillende losposities zijn gelost uit de transportinrichting.

16. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de productdragers elk zijn voorzien van een conus die in het te dragen slachtdierdeel steekt, welke conus bij voorkeur om meerdere assen zwenkbaar is, bijvoorbeeld ten minste om een verticale as en een horizontale as, zodat de conus in verschillende ruimte standen kan worden gebracht. 30

17. Installatie volgens conclusie 16, waarbij de batchinginrichting bij elke lospositie is voorzien van een lossingsactuator, die het betreffende slachtdierdeel van de conus beweegt, en waarbij in geval dat de productdrager ook is voorzien van een borgmechanisme voor het slachtdierdeel, bijvoorbeeld een beweegbare haak, dan zal ook dat borgmechanisme worden 35 ontgrendeld om het slachtdierdeel te lossen. -25-

18. Installatie volgens conclusie 9, waarbij de waamemingsinrichting die dient voor het waarnemen van een tweede batchingparameter stroomopwaarts van een of meer slachtdier-behandelingsinrichtingen in het transportsysteem is opgesteld.

19. Installatie volgens conclusie 18, waarbij de installatiebesturingsinrichting is gekoppeld met een of meer stroomafwaarts van de bepaling van de tweede batchingparameter opgestelde slachtdier-behandelingsinrichtingen ten einde de werking van deze inrichtingen aan te sturen en waarbij de tweede batchingparameter door de installatiebesturingsinrichting tevens wordt benut om de werking van deze een of meer slachtdier-behandelingsinrichtingen 10 aan te sturen, bijvoorbeeld om in te stellen of een bepaald slachtdierdeel wel of geen behandeling van die latere behandelingsinrichting moet ondergaan.

20. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de installatie verder een koelsysteem omvat voor het afkoelen van slachtdierdelen van slachtdieren, 15 waarbij het transportsysteem zich uitstrekt van een of meer inrichtingen stroomopwaarts van het koelsysteem naar een of meer inrichtingen stroomafwaarts van het koelsysteem, welke stroomafwaartse inrichtingen ten minste een batchinginrichting omvatten, en waarbij een of meer van de voor het batchingalgoritme gebruikte batchingparameters (het gewicht en/of de tweede batchingparameter) stroomopwaarts van het koelsysteem worden bepaald, bij 20 voorkeur alle batchingparameters zodat dan de lengte van het transportsysteem dat zich uitstrekt door het koelsysteem beschikbaar is als buffertraject.

21. Installatie volgens conclusie 20, de eerste weeginrichting stroomopwaarts van het koelsysteem is opgesteld.

22. Installatie volgens conclusie 20 of 21, waarbij de batchinginrichting is opgesteld langs dezelfde transportinrichting die de slachtdierdelen door het koelsysteem voert.

23. Installatie volgens een of meer van de conclusies 20-22, waarbij de van het gewicht 30 afwijkende tweede batchingparameter bepaald wordt stroomopwaarts van het koelsysteem, in dit voorbeeld met een camera-inrichting die visuele aspecten waarneemt, bijvoorbeeld van het gehele slachtdier direct na het doden en verwijderen van de veren maar voorafgaand aan het verwijderen van de ingewanden.

24. Installatie volgens een of meer van de conclusies 20-23, waarbij een batchingparameter waargenomen wordt op basis van het koelproces en/of in het koelsysteem. -26-

25. Installatie volgens conclusie 20, waarbij de batchinginrichting is opgesteld langs een transportinrichting die zich niet door het koelsysteem uitstrekt en die direct stroomafwaarts van de zich door het koelsysteem uitstrekkende transportinrichting is opgesteld, waarbij tussen deze transportinrichtingen een overbrenginrichting aanwezig is, waarbij de beide 5 transportinrichtingen alsmede de overbrenginrichting binnen het bereik van de besturingsinrichting vallen, ten minste wat betreft de lokaliseringsmiddelen, zodat van elke slachtdierdeel bekend is waar het zich op enig moment in dat uit meerdere transportinrichtingen opgebouwde transportsysteem bevindt.

26. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij langs het pad van het transportsysteem een of meer inrichtingen voor het opbrengen van een additief zijn opgesteld, bijvoorbeeld door het opbrengen van een of meer lagen en of deeltjes op de buitenzijde van het slachtdierdeel.

27. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de langs de batchinginrichting passerende productdragers zijn ingericht om twee slachtdierdelen naast elkaar dragen en toevoeren aan de batchinginrichting, en waarbij de batchinginrichting is ingericht om de slachtdierdelen onafhankelijk van elkaar te kunnen lossen in verschillende verzamelhouders. 20

28. Installatie volgens conclusie 27, waarbij aan weerszijden van het pad van de transportinrichting een groep verzamelhouders is opgesteld en bij elke verzamelhouder een lossingsactuator is voorzien die het individuele slachtdierdeel lost uit de productdrager.

29. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste weeginrichting is gecombineerd met een overbrenginrichting tussen twee transportinrichtingen, waarbij de overbrenginrichting is voorzien van een geïntegreerd weegmechanisme.

30. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de verzamelhouders verpakkinghouders zijn, bij voorkeur consumentenverpakking, bijvoorbeeld een kunststof bak te overdekken met folie.

31. Installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de installatie 35 verder stroomafwaarts van de batchinginrichting een losstation omvat, voor het lossen van slachtdierdelen die niet zijn of worden gelost in de batchinginrichting. -21 -

32. Slachtdierdelen-batchinginrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, ingericht om langs een slachtdiertransportsysteem te worden opgesteld.

33. Slachtdierdelen-batchinginrichting ingericht voor opstelling langs een transportinrichting 5 met hangende productdragers, welke batchinginrichting meerdere losposities heeft en bij elke lospositie een verzamelhouder waarin uit de productdrager geloste en naar beneden vallende slachtdierdelen terecht komen, waarbij elke verzamelhouders (42) wanden en een beweegbare bodem (43) heeft, bij voorkeur een zwenkbare bodemklep (met een of meer zwenkbare delen) die door een actuator bedienbaar is. 10

34. Slachtdierslachterij voorzien van een installatie volgens een of meer van de voorgaande conclusies.

35. Werkwijze voor het verwerken van slachtdierdelen en het vormen van batches die elk 15 een of meer slachtdierdelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een installatie en/of batchinginrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies.