NL2001312C2 - Afvoergoot. - Google Patents

Afvoergoot. Download PDF

Info

Publication number
NL2001312C2
NL2001312C2 NL2001312A NL2001312A NL2001312C2 NL 2001312 C2 NL2001312 C2 NL 2001312C2 NL 2001312 A NL2001312 A NL 2001312A NL 2001312 A NL2001312 A NL 2001312A NL 2001312 C2 NL2001312 C2 NL 2001312C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
reservoir
drain
gutter
longitudinal direction
Prior art date
Application number
NL2001312A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Lambertus Vos
Original Assignee
Johannes Lambertus Vos
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Johannes Lambertus Vos filed Critical Johannes Lambertus Vos
Priority to NL2001312A priority Critical patent/NL2001312C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001312C2 publication Critical patent/NL2001312C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/04Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
    • E03F5/0407Floor drains for indoor use
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03FSEWERS; CESSPOOLS
    • E03F5/00Sewerage structures
    • E03F5/04Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps
    • E03F2005/0416Gullies inlets, road sinks, floor drains with or without odour seals or sediment traps with an odour seal

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Sink And Installation For Waste Water (AREA)

Description

Titel: Afvoergoot.
De uitvinding heeft betrekking op een afvoergoot volgens de aanhef van conclusie 1.
Dergelijke afvoergoten worden heden ten dage in toenemende mate toegepast, bijvoorbeeld in een doucheruimte waarvan de vloer betegeld is 5 met relatief grote vloertegels.
De zijdelingse aansluitmogelijkheid van een afvoerleiding op de afvoergoot maakt dat de inbouwdiepte van dergelijke afvoergoten gering kan zijn. Een geringe inbouwdiepte is een belangrijke ontwerpwens voor afvoergoten. Een geringe inbouwdiepte draagt er immers toe bij dat 10 bijvoorbeeld “opstapjes” naar vloeren van doucheruimten vermeden of althans zo laag mogelijk gehouden kunnen worden.
Een andere belangrijke ontwerpwens voor dergelijke afvoergoten is, dat de waterslothoogte voldoende groot is uitgevoerd. Met de term “waterslothoogte” wordt bedoeld het in ingebouwde toestand van de 15 afvoergoot potentieel maximaal als waterslot fungerende hoogtebereik van de vloeistofkolom tussen de eerste en tweede waterslotwanden. Hoe groter de toegepaste waterslothoogte, des te effectiever het waterslot, daar het waterslot bij een grotere waterslothoogte beter bestand is tegen optredende drukwisselingen in de afvoerleiding en tegen verdamping van water in het 20 waterslot wanneer de afvoergoot gedurende relatief langere tijd niet in bedrijf is.
Een afvoergoot van de initieel aangeduide soort is bijvoorbeeld bekend uit NL1025765. Deze bekende afvoergoot heeft als stankwering een stankafsluiter die vanaf een bodemwand van de goot op staande eerste 25 wanden omvat. Deze eerste wanden zijn in Figuur 2 van NL1025765 aangeduid met referentiecijfers 11 en 12. Genoemde stankafsluiter omvat voorts een deksel 13 dat boven de eerste wanden geplaatst is en voorzien is 2 0 0 13 i 2 2 van zich in de richting van de bodemwand uitstrekkende tweede wanden 14 en 15 (zie genoemde Fig. 2). Aan een van een afvoeropening 10 afgekeerde zijde van de eerste wand grijpen de tweede wanden over de eerste wanden heen. De bekende afvoergoot omvat voorts een losneembaar afdekrooster 9 5 (zie genoemde Fig. 2) dat dient om de afvoergoot begaanbaar te maken en dat tevens fungeert als grof vuilfilter. In geplaatste toestand bevindt het afdekrooster 9 zich boven het deksel 13. Tussen het deksel en het afdekrooster bevindt zich een tussenruimte die bereikbaar is voor water dat door het afdekrooster stroomt. Onder verwijzing naar Figuur 1 van 10 NL1025765 zij voorts vermeld dat de bekende afvoergoot een afvoeropening 10 heeft die zich in een langszijwand 5 bevindt. Deze opening 10 is aan een van het inwendige kanaal van de afvoergoot afgekeerde zijde van de langszijwand 5 voorzien van een aansluitmof 6 voor het aansluiten van de afvoergoot op een afvoerleiding.
15 Het is een doel van de uitvinding om een afvoergoot van de initieel aangeduide soort te verschaffen met een geringere inbouwdiepte en/of verbeterde effectiviteit van het waterslot.
Hiertoe wordt volgens de uitvinding een afvoergoot van de initieel aangeduide soort gekenmerkt doordat de stankwering een voor stank 20 ondoorlaatbaar gedeelte van het afdekelement omvat en dat de tenminste ene tweede waterslotwand op stankwerende wijze verbonden is met genoemd ondoorlaatbare gedeelte en dat de afvoeraansluiting een aansluitmof omvat die zich in hoofdzaak in het reservoir bevindt.
Doordat de tweede waterslotwand met genoemd ondoorlaatbaar 25 gedeelte van het afdekelement verbonden is, is bij een bepaalde inbouwdiepte een groter deel van die inbouwdiepte beschikbaar om als waterslothoogte te fungeren. In vergelijking met de uit NL1025765 bekende afvoergoot bijvoorbeeld, wordt bij een afvoergoot volgens de uitvinding geen deel van die inbouwdiepte verspild aan de dikte van het deksel van de 30 bekende afvoergoot en aan de tussenruimte tussen dat deksel en het 3 daarboven gelegen afdekrooster van de bekende afvoergoot. Bij de afvoergoot volgens de uitvinding is bij een bepaalde toegepaste inbouwdiepte dus een vergrote waterslothoogte mogelijk. Andersom, is bij de afvoergoot volgens de uitvinding bij een bepaalde toegepaste 5 waterslothoogte een kleinere inbouwdiepte mogelijk. Anders gezegd, de afvoergoot volgens de uitvinding heeft een gunstig grote ratio tussen de waterslothoogte en de inbouwdiepte.
Secundair speelt bij het bereiken van het beoogde doel ook een rol dat bij de afvoergoot volgens de uitvinding minder ventilatie via het 10 afdekelement optreedt. De verminderde ventilatie resulteert in minder verdamping van vloeistof in het waterslot, en in die zin dus in een verbeterde effectiviteit van het waterslot. De verminderde ventilatie is een gevolg van het ondoorlaatbare gedeelte van het afdekelement en de verbinding tussen de tweede waterslotwand en dat ondoorlaatbare gedeelte. 15 De configuratie van de met het afdekelement verbonden tweede waterslotrand leidt voorts tot materiaalbesparing en minder losse onderdelen van de afvoergoot volgens de uitvinding.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de afvoeraansluiting voorzien aan een eerste zich in de gootlangsrichting uitstrekkende langswand van de 20 begrenzingswandconstructie, omvat de begrenzingswandconstructie voorts een tegenover die eerste langswand gelegen tweede zich in de gootlangsrichting uitstrekkende langswand, en strekt althans het genoemde gedeelte van de bovengelegen eerste vrije rand zich in zijn lengterichting, behalve in een richting dwars op de gootlangsrichting tevens op afstand van 25 de tweede langswand in de gootlangsrichting uit. Door een dergelijk gevormd gedeelte van de bovengelegen eerste vrije rand is de effectieve lengte van dat randgedeelte relatief groot waardoor bij het in bedrijf zijn van de afvoergoot een gunstig grote hoeveelheid in de afvoergoot stromende vloeistof per tijdseenheid over dat randgedeelte naar de afvoerleiding kan 30 stromen.
4
De afvoeraansluiting kan zich geheel of ten dele buiten het reservoir bevinden, maar kan zich ook geheel of ten dele in het reservoir bevinden.
De afvoeraansluiting Omvat een aansluitmof die zich in hoofdzaak 5 in het reservoir bevindt. Ten opzichte van een buiten het reservoir gepositioneerde aansluitmof, zoals bijvoorbeeld hierboven besproken is onder verwijzing naar de uit NL1025765 bekende afvoergoot, biedt dit voordelen. Een belangrijk voordeel is dat met een zich in het reservoir bevindende aansluitmof een grotere diameter van de aan de aansluitmof 10 aan te sluiten afvoerleiding toegepast kan worden, hetgeen een gunstige invloed heeft op de afvoercapaciteit van de afvoergoot. Buiten het reservoir worden doorgaans vloertegels tegen de afvoergoot gelegd, waardoor de diameter van een buiten het reservoir geplaatste aansluitmof beperkt is in grootte. Aangezien boven het reservoir geen vloertegels gelegd worden, geldt 15 genoemde diameterbeperking niet voor een binnen het reservoir gesitueerde aansluitmof.
Meer in het algemeen geldt dat de bijzondere maatregel dat de afvoeraansluiting een aansluitmof omvat die zich in hoofdzaak in het reservoir bevindt een gunstig grote ratio tussen de afvoercapaciteit en de 20 inbouwdiepte van de afvoergoot tot gevolg heeft. Door laatstgenoemde bijzondere maatregel wordt derhalve een afvoergoot verschaft met een geringere inbouwdiepte en/of verbeterde afvoercapaciteit.
Een verder voordeel is dat de aansluitmof die zich in hoofdzaak in het reservoir bevindt goed bereikbaar is voor eventueel onderhoud, zoals het 25 inspecteren en/of vervangen van een bij die mof toegepast afdichtingsmateriaal. Tegels of dergelijke hoeven dan niet verwijderd te worden om het onderhoud te plegen. Zo kan de mof bijvoorbeeld voorzien zijn van een losschroefbare ring die bijvoorbeeld een flexibele afdichtingsring omsluit. De schroefiring is dan eenvoudig te bedienen nadat 5 daartoe zonodig eenvoudigweg slechts een eventueel aanwezig afdekelement van de afvoergoot verwijderd hoeft te worden.
Op gemerkt wordt, dat der gelijke voordelen van laatstgenoemde bijzondere maatregel meer in het algemeen reeds verkregen worden indien 5 toegepast in een afvoergoot omvattende een in gootlangsrichting van de afvoergoot langgerekt uitgevoerd vloerinbouwdeel ingericht voor een in een vloer ingebouwde toestand waarin de gootlangsrichting zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, welk inbouwdeel voorzien is van: - een begrenzingswandconstructie die een reservoir en een in de 10 gootlangsrichting langgerekt gevormde toevoeropening naar het reservoir definieert voor het in de ingebouwde toestand in bedrijf via de toevoeropening door het reservoir opnemen en doorvoeren van een naar de afvoergoot stromende vloeistof, en - een aan de begrenzingswandconstructie voorziene 15 afvoeraansluiting die ingericht is voor het in de ingebouwde toestand vanuit een zijkant van het inbouwdeel daarop aansluiten van een afvoerleiding voor het in bedrijf uit het reservoir afvoeren van de vloeistof.
In een voordelige uitvoeringsvorm van laatstgenoemde afvoergoot, met daarin toegepast laatstgenoemde bijzondere maatregel, heeft een in het 20 reservoir gelegen gedeelte van de aansluitmof een verwijding, bijvoorbeeld voor het in de verwijding opnemen van afdichtingsmateriaal, zoals een afdichtingsring, afdichtingskit, of dergelijke.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
25 Fig. 1 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een vloerinbouwdeel van een afvoergoot volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een afdekelement van een afvoergoot volgens de uitvinding, welk afdekelement is ingericht voor samenwerking met het in Fig. 1 getoonde 30 vloerinbouwdeel.
6
Fig. 3 toont een middenlangsdoorsnede van een in elkaar gezette afvoergoot volgens de uitvinding, welke afvoergoot het in Fig. 1 getoonde vloerinbouwdeel en het in Fig. 2 getoonde afdekelement omvat.
Fig. 4 toont een middendwarsdoorsnede van de in Fig. 3 getoonde 5 in elkaar gezette afvoergoot in een in een vloer ingebouwde conditie.
De getoonde afvoergoot volgens de uitvinding wordt in de figuren aangeduid met referentiecijfer 1.
De afvoergoot 1 omvat een in gootlangsrichting L van de afvoergoot langgerekt uitgevoerd vloerinbouwdeel 2 ingericht voor een in een vloer 10 ingebouwde toestand waarin de gootlangsrichting zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt. In het getoonde voorbeeld is de gootlangsrichting L recht. De gootlangsrichting L kan in alternatieve uitvoeringsvormen echter ook niet recht zijn. Bijvoorbeeld kan de gootlangsrichting L, locaal of over de gehele lengte van de afvoergoot, in meer of mindere mate gebogen, of 15 geknikt zijn.
Het inbouwdeel 2 is voorzien van een begrenzingswandconstructie 31, 32, 33, 34, 35, 36 en 37 die een reservoir 4 en een in de gootlangsrichting L langgerekt gevormde toevoeropening 5 naar het reservoir definieert voor het in de ingebouwde toestand in bedrijf via de toevoeropening 5 door het 20 reservoir 4 opnemen en doorvoeren van een naar de afvoergoot 1 stromende vloeistof 7.
In het getoonde voorbeeld omvat de begrenzingswandconstructie twee tegenover elkaar gelegen langswanden 31 en 32, twee tegenover elkaar gelegen dwarswanden 33 en 34, en bodemwanden 35 en 37, welke 25 bodemwanden onderling verbonden zijn door middel van verdere dwarswanden 36 van de begrenzingswandconstructie. Daarmede heeft het reservoir 4 een verdiept liggend gedeelte dat gevormd wordt door de bodemwand 37 en de dwarswanden 36. In het getoonde voorbeeld heeft de toevoeropening 5 de vorm van een rechthoek, die gevormd wordt door 30 bovenranden van de wanden 31, 32, 33 en 34.
7
Diverse andere begrenzingswandconstructies zijn echter mogelijk. Bijvoorbeeld kan het reservoir 4 niet een dergelijk verdiept liggend gedeelte hebben doordat de begrenzingswandconstructie een geheel rechthoekige doosvorm heeft. Maar ook kunnen de wanden van de 5 begrenzingswandconstructie diverse soorten uitstulpingen hebben, dat wil zeggen uitstulpingen in langswanden en/of in dwarswanden en/of in bodemwanden, waarbij dan eventueel tegenover de bodemwanden gelegen topwanden van de begrenzingswandconstructie toegepast kunnen zijn. Ook kunnen langswanden en/of dwarswanden en/of bodemwanden van de 10 begrenzingswandconstructie met andere onderlinge hellingshoeken uitgevoerd zijn of bijvoorbeeld niet recht, zoals bijvoorbeeld gebogen, uitgevoerd zijn.
Het inbouwdeel 2 is verder voorzien van een aan de begrenzingswandconstructie voorziene afvoeraansluiting 8 die ingericht is 15 voor het in de ingebouwde toestand vanuit een zijkant van het inbouwdeel daarop aansluiten van een afvoerleiding 9 (zie Fig. 4) voor het in bedrijf uit het reservoir 4 afvoeren van de vloeistof 7.
De afvoergoot 1 omvat verder een losneembaar ten opzichte van het inbouwdeel 2 plaatsbaar afdekelement 3 voor het in geplaatste toestand 20 tenminste deels afdekken van de toevoeropening 5, welk afdekelement tenminste één doorlaat 10 omvat. In het getoonde voorbeeld omvat het afdekelement 3 (zie Fig. 2) een plaatdeel dat een gedeelte 43 omvat waarin de doorlaten 10 gelegen zijn en dat twee omgebogen randen 41 en 42 omvat die in geplaatste toestand van het afdekelement 3 op de bodemwanden 35 25 van het inbouwdeel 2 rusten.
De afvoergoot 1 omvat voorts een stankwering die is ingericht om in de ingebouwde toestand van de afvoergoot 1 tegen te gaan dat stank vanuit de afvoerleiding 9 via de toevoeropening 5 de afvoergoot verlaat. De stankwering omvat een waterslot voor de afvoeraansluiting. Het waterslot 30 omvat een eerste waterslotwand 11 (zie Figuren 1, 3 en 4) en een tweede 8 waterslotwand 12 (zie Figuren 2, 3 en 4) die, in de ingebouwde toestand, zich elk ten minste verticaal en tenminste deels in het reservoir 4 uitstrekken en ten opzichte van elkaar tenminste deels op enige horizontale afstand van elkaar gelegen zijn (zie Figuren 3 en 4), waarbij in de 5 ingebouwde toestand tenminste een gedeelte van een bovengelegen eerste vrije rand 21 van de eerste waterslotwand 11 hoger gelegen is dan tenminste een gedeelte van een ondergelegen tweede vrije rand 22 van de tenminste tweede waterslotwand 12. In het getoonde voorbeeld zijn in de ingebouwde toestand de eerste en de tweede vrije randen 21 en 22 geheel 10 recht en horizontaal. De in de inleiding genoemde waterslothoogte is in Figuren 3 en 4 aangeduid met referentieteken “H”. In de Figuren 3 en 4 is overigens de in de inleiding genoemde inbouwdiepte van de afvoergoot 1 aangeduid met referentieteken “D”.
In de Figuren 2, 3 en 4 is getoond dat de stankwering een voor 15 stank ondoorlaatbaar gedeelte 14 van het afdekelement 3 omvat en dat de tweede waterslotwand 12 op stankwerende wijze verbonden is met genoemd ondoorlaatbare gedeelte 14. In het getoonde voorbeeld omvat het genoemde gedeelte 14 een deel van het genoemde plaatgedeelte 43, waarbij laatstgenoemd deel van het genoemde plaatgedeelte 43 niet voorzien is van 20 genoemde doorlaten 10. De stankwerende verbinding tussen de tweede waterslotwand 12 en het ondoorlaatbare gedeelte 14 kan bijvoorbeeld een gelaste of gesoldeerde verbinding zijn. Daarbij is het niet per definitie noodzakelijk dat de verbinding over de gehele lengte van de verbinding gelast of gesoldeerd is, dat kan namelijk ook op slechts enige locale plaatsen 25 het geval zijn. Als bijvoorbeeld de tweede waterslotwand 12 en het ondoorlaatbare gedeelte 14 in roestvast staal zijn uitgevoerd, dan wordt doorgaans in tegen elkaar aanliggende conditie van de roestvaststalen delen reeds een voldoende stankwerende werking gerealiseerd.
Diverse configuraties van de eerste en tweede waterslotwanden 11 30 en 12 zijn mogelijk. Bijvoorbeeld kunnen de eerste waterslotwanden 11 twee 9 separate wanden zijn die zich elk in geplaatste toestand van de afvoergoot op horizontale afstand van elkaar althans in dwarsrichting op de gootlangsrichting L uitstrekken van de eerste langswand 31 tot de tweede langswand 32, waarbij de tweede waterslotwanden 12 twee separate 5 wanden zijn die zich elk in geplaatste toestand van de afvoergoot op horizontale afstand van elkaar althans in dwarsrichting op de gootlangsrichting L uitstrekken van de rand 41 tot de rand 42 van het afdekelement 3.
In het getoonde voorbeeld zijn echter andere configuraties van de 10 waterslotwanden 11 en 12 toegepast, waarvan de voordelen als volgt worden toegelicht. In de figuren is te zien dat de afvoeraansluiting 9 voorzien is aan de eerste langswand 31 van de begrenzingswandconstructie. De bovengelegen eerste vrije rand 21 van de waterslotwand 11 strekt zich in zijn lengterichting, behalve in een richting dwars op de gootlangsrichting L 15 tevens op afstand van de tweede langswand 32 in de gootlangsrichting L uit. Zoals bijvoorbeeld te zien is in Fig. 1, is aldus de effectieve lengte van de bovengelegen eerste vrije rand 21 relatief groot waardoor bij het in bedrijf zijn van de afvoergoot een gunstig grote hoeveelheid in de afvoergoot 1 stromende vloeistof per tijdseenheid over dat randgedeelte naar de 20 afvoerleiding kan stromen.
Volgens een ander, reeds in de inleiding beschreven aspect van de uitvinding omvat de afvoeraansluiting een aansluitmof 8 die zich in hoofdzaak in het reservoir 4 bevindt. Dit is te zien in de Figuren 1 en 4. De aansluitmof 8 definieert een afvoerdoorlaat 16 in de begrenzingswand 31.
25 Fig. 4 toont de afvoergoot 1 wanneer deze ingebouwd is in een cementdekvloer 17, welke vloer betegeld is met tegels 18. Een in het reservoir 4 gelegen gedeelte van de aansluitmof 8 heeft een verwijding. In de verwijding is een flexibele afdichtingsring 15 opgenomen, waarmee een goede vloeistofafdichting tussen de afvoerbuis 9 en de aansluitmof 8 30 gerealiseerd wordt. Doordat de verwijding in het reservoir ligt, kan de 10 bovenkant van de verwijding hoger liggen dan de onderzijde van de tegels 18. Zoals in de inleiding beschreven, wordt aldus een afvoergoot verkregen met een geringere inbouwdiepte en/of verbeterde afvoercapaciteit.
Opgemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van 5 uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn. In beginsel kunnen delen van de afvoergoot volgens de uitvinding van diverse materialen vervaardigd worden, bijvoorbeeld van roestvast staal. Roestvast staal biedt bijvoorbeeld het voordeel dat met elkaar verbonden of tegen 10 elkaar aanliggende roestvaststalen delen een goede stankwerende werking gerealiseerd kan worden. Genoemd is reeds dat de wanden van de begrenzingswandconstructie diverse soorten uitstulpingen kunnen hebben, dat wil zeggen uitstulpingen in langswanden en/of in dwarswanden en/of in bodemwanden, waarbij dan eventueel tegenover de bodemwanden gelegen 15 topwanden van de begrenzingswandconstructie toegepast kunnen zijn. De eerste en tweede waterslotwanden kunnen desgewenst geheel of gedeeltelijk in dergelijke uitstulpingen gelegen zijn. Andere varianten of modificaties zijn echter ook mogelijk. Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de 20 bijgevoegde conclusies.
2001312

Claims (3)

1. Afvoergoot omvattende: - een in gootlangsrichting (L) van de afvoergoot (1) langgerekt uitgevoerd vloerinbouwdeel (2) ingericht voor een in een vloer ingebouwde toestand waarin de gootlangsrichting zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekt, welk 5 inbouwdeel voorzien is van: • een begrenzingswandconstructie (31-37) die een reservoir (4) en een in de gootlangsrichting langgerekt gevormde toevoeropening (5) naar het reservoir definieert voor het in de ingebouwde toestand in bedrijf via de toevoeropening door het reservoir opnemen en doorvoeren van een naar de 10 afvoergoot stromende vloeistof (7), en - een aan de begrenzingswandconstructie voorziene afvoeraansluiting (8) die ingericht is voor het in de ingebouwde toestand vanuit een zijkant van het inbouwdeel daarop aansluiten van een afvoerleiding (9) voor het in bedrijf uit het reservoir afvoeren van de 15 vloeistof; - een losneembaar ten opzichte van het inbouwdeel plaatsbaar afdekelement (3) voor het in geplaatste toestand tenminste deels afdekken van de toevoeropening (5), welk afdekelement tenminste één doorlaat (10) omvat; en 20. een stankwering (11, 12, 14) die is ingericht om in de ingebouwde toestand tegen te gaan dat stank vanuit de afvoerleiding (9) via de toevoeropening (5) de afvoergoot verlaat, welke stankwering een waterslot voor de afvoeraansluiting omvat, welk waterslot tenminste één eerste waterslotwand (11) en tenminste één tweede waterslotwand (12) omvat die, 25 in de ingebouwde toestand, zich elk ten minste verticaal en tenminste deels in het reservoir (4) uitstrekken en ten opzichte van elkaar tenminste deels op enige horizontale afstand van elkaar gelegen zijn, waarbij in de 2001312 ingebouwde toestand tenminste een gedeelte van een bovengelegen eerste vrije rand (21) van de tenminste ene eerste waterslotwand (11) hoger gelegen is dan tenminste een gedeelte van een ondergelegen tweede vrije rand (22) van de tenminste tweede waterslotwand (12); 5 met het kenmerk, dat de stankwering een voor stank ondoorlaatbaar gedeelte (14) van het afdekelement (3) omvat en dat de tenminste ene tweede waterslotwand (12) op stankwerende wijze verbonden is met genoemd ondoorlaatbare gedeelte (14) en dat de afvoeraansluiting een aansluitmof (8) omvat die zich in hoofdzaak in het reservoir (4) bevindt. 10
2. Afvoergoot volgens conclusie 1, waarbij de afvoeraansluiting (8) voorzien is aan een eerste zich in de gootlangsrichting (L) uitstrekkende langswand (31) van de begrenzingswandconstructie (31-37), en waarbij de begrenzingswandconstructie voorts een tegenover die eerste langswand 15 gelegen tweede zich in de gootlangsrichting uitstrekkende langswand (32) omvat, en waarbij althans het genoemde gedeelte van de bovengelegen eerste vrije rand (21) zich in zijn lengterichting, behalve in een richting dwars op de gootlangsrichting tevens op afstand van de tweede langswand (32) in de gootlangsrichting (L) uitstrekt. 20
3. Afvoergoot volgens conclusie 1 of 2, waarbij een in het reservoir (4) gelegen gedeelte van de aansluitmof (8) een verwijding heeft, bijvoorbeeld voor het in de verwijding opnemen van afdichtingsmateriaal (15), zoals een afdichtingsring, afdichtingskit, of dergelijke. 25 2001312
NL2001312A 2008-02-22 2008-02-22 Afvoergoot. NL2001312C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001312A NL2001312C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Afvoergoot.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001312A NL2001312C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Afvoergoot.
NL2001312 2008-02-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001312C2 true NL2001312C2 (nl) 2009-08-25

Family

ID=39764790

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001312A NL2001312C2 (nl) 2008-02-22 2008-02-22 Afvoergoot.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001312C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102359158A (zh) * 2011-08-10 2012-02-22 周赐平 一种横向排水地漏
CN102418370A (zh) * 2010-09-17 2012-04-18 徐彬 一种深渗水防臭地漏
CN105821953A (zh) * 2016-05-18 2016-08-03 大连新普节能科技有限公司 节能密闭直冲式水封地漏

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB320199A (en) * 1928-09-04 1929-10-10 David Thomas Improvements in and relating to water gullies
US2550400A (en) * 1946-04-19 1951-04-24 Edward W N Boosey Floor drain
NL1025765C2 (nl) * 2004-03-18 2004-09-06 Jered Nijhof Goot met stankafsluiter.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB320199A (en) * 1928-09-04 1929-10-10 David Thomas Improvements in and relating to water gullies
US2550400A (en) * 1946-04-19 1951-04-24 Edward W N Boosey Floor drain
NL1025765C2 (nl) * 2004-03-18 2004-09-06 Jered Nijhof Goot met stankafsluiter.

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN102418370A (zh) * 2010-09-17 2012-04-18 徐彬 一种深渗水防臭地漏
CN102359158A (zh) * 2011-08-10 2012-02-22 周赐平 一种横向排水地漏
CN102359158B (zh) * 2011-08-10 2013-11-13 周赐平 一种横向排水地漏
CN105821953A (zh) * 2016-05-18 2016-08-03 大连新普节能科技有限公司 节能密闭直冲式水封地漏
CN105821953B (zh) * 2016-05-18 2017-12-22 大连新普节能科技有限公司 节能密闭直冲式水封地漏

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1577452B1 (en) Drainage channel
US4321713A (en) Large capacity drainage receptacle
EP1287213B2 (en) A drain and a building structure having a drain
EP1854929B1 (en) Drain
USRE31561E (en) Large capacity drainage receptacle
US8001629B2 (en) Floor drain and sanitary installation with such a floor drain, and method of fitting such a sanitary installation
EP1630309B1 (en) Drain unit
US9267243B2 (en) Surface and sub-surface drain system
US20090307837A1 (en) Odorless drain assembly
RU2727725C1 (ru) Напольный слив для отвода воды от проходимого пола в канализационный трубопровод
WO2007004863A1 (en) Floor drain with removable stench-trap
NL2001312C2 (nl) Afvoergoot.
US6467995B2 (en) Self-flushing pipe
JP3915069B2 (ja) 排水配管
EP2325406B1 (en) Drain with storage room
JP4131440B2 (ja) 流体洗浄小便器
KR100714029B1 (ko) 건물용 바닥재
KR100962021B1 (ko) 배수 트랩 시스템
KR100952989B1 (ko) 배수 트랩 구조물
NL1025765C2 (nl) Goot met stankafsluiter.
KR102332765B1 (ko) 배수장치
JP2533598Y2 (ja) 屋上排水装置
NO20210044A1 (en) Grating for a floor drain
KR101484374B1 (ko) 동층배관 및 층하배관용 통합 배수트랩
NL1041702B1 (en) Diverter device for diverting a liquid from a drain pipe, use thereof and method.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180301