NL2001210C1 - Kindervasthoudinrichting voor transport in een bus. - Google Patents

Description

Kindervasthoudinrichting voor transport in een bus.

Doel van de uitvinding 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kindervasthoudinrichting voor transport in een bus, touringcars en dergelijke.

Het doel van de uitvinding is een stoel te verschaffen die geschikt is voor kinderen tussen 2 en 11 jaar welke de veiligheid van genoemde kinderen garandeert volgens de indicaties van overeenkomstige wetgeving, welke ze opnemen in groepen 2 10 en 3.

De uitvinding bevindt zich derhalve op het gebied van passieve veiligheidsinrichtingen in voertuigen, in het bijzonder in bussen, touringcars en dergelijke.

15 Achtergrond van de uitvinding

Een aantal kindervasthoudinrichtingen zijn bekend op het gebied van passieve veiligheid in voertuigen, waarbij de gemeenschappelijke noemer van dergelijke inrichtingen het feit is dat zij in het bijzonder ontworpen zijn voor hun toepassing in 20 voertuigen van het type personenauto, zodat ze aangepast zijn aan de vorm en afmetingskenmerken van de stoelen van dergelijk type voertuigen.

Echter, dit type inrichtingen zijn niet geschikt om toegepast te worden in bussen, touringcars en dergelijke, aangezien ze niet werken in het geval geprobeerd wordt om ze te gebruiken in dergelijke transportmiddelen.

25 Echter, kindervasthoudinrichtingen voor bussen welke gemaakt zijn in de

Verenigde Staten zijn bekend, welke aangepast zijn aan de structuur van busstoelen welke gebruikt worden in dat land, d.w.z. doorlopende stoelen, die niets van doen hebben met de stoelen die Europese bussen en bussen van andere landen toepassen in hun voertuigen, zodanig dat dergelijke inrichtingen niet geschikt zijn voor dat type 30 voertuigen, met, echter, een aantal nadelen welke zich toespitsen op de volgende aspecten: Aan de ene kant is hun eigen samenstelling en aanpasbaarheid beperkt tot een smal gebied van leeftijden aangezien ze een enkel liesvastmaakpunt omvatten. Op dezelfde wijze is, wanneer het kind groeit, de stoel beperkt met betrekking tot het 2 vastmaken door middel van veiligheidsgordels van de bus zelf, aangezien het onderstel dat de zitting vormt kan bewegen of een ongeluk ten opzichte van de twee lager gelegen vastmaak punten bij een plotseling remmen, aangezien de gordels van de stoel zelf als een geheel min of meer veilig de zitting van de stoel bevestigen, aangezien er 5 geen ander middel is voor het vastmaken van het onderstel zelf aan de armleuning van het voertuig, is de zitting in staat om voorwaarts te bewegen zoals hiervoor genoemd, waardoor het zijn plaatsing in de stoel alsook zijn bevestiging door middel van de veiligheidsgordel verliest, met een overeenkomstig risico voor de fysische integriteit van het kind.

10 Aanvraagster heeft daarom geen kennis van bekende kindvasthoudinrichtingen welke aanpasbaar zijn aan individuele zittingen of armstoelen van bussen.

Beschrijving van de uitvinding 15 De vasthoudinrichting welke voorgesteld is door de uitvinding lost volledig en tot tevredenheid de nadelen welke hiervoor uiteengezet op, door het vormen van een zitting welke perfect aanpasbaar en vastmaakbaar aan een leunstoel van een bus op een extreem veilige manier, waardoor het toestaat dat het leeftijdsgebied voor het gebruik van de inrichting toeneemt tot leeftijden omvattende tussen 2 en 11 jaar, aangezien het 20 een liesadaptor omvat voor zijn gebruiker.

Hiertoe en meer in het bijzonder, is de voorgestelde inrichting gevormd van een lichaam als een stoel of zitting, verkregen van elk materiaal welke gewoonlijk gebruikt worden voor dit type inrichting waaruit gordels te voorschijn komen voor het bevestigen daarvan aan de leunstoel van een bus, welke gordels daaraan vastgemaakt 25 zijn bij drie verankeringspunten, zodanig dat een gordel tevoorschijn komt van een voor en lager ankerpunt van de zitting of stoel, om zich longitudinaal uit te strekken onder de zitting van de leunstoel van de bus zelf, waarbij het het lagere gebied daarvan omgeeft en tevoorschijn komt vanuit zijn achtereind, waarin het vastgelegd is aan twee gordels of riemen welke vastgemaakt zijn aan het achterdeel van de stoel, zodanig dat 30 dit paar riemen of gordels aangepast zijn aan de rugleuning van de leunstoel van de bus met de overeenkomstige bevestigingsmiddelen, welke gaan door het gat dat bestaat tussen de zitting en de rugleuning van de leunstoel welke deze rugleuning omgeeft.

3

De lengte van de genoemde riemen of gordels kan aangepast worden door bevestigingsmiddelen welke aansluiten op hun vrije einde, verbonden met de haakmiddelen, alhoewel het is voorzien dat de stoel optioneel spanmiddelen heeft voor het inspannen daarvan, soortgelijk aan degene van een veiligheidsgordel.

5 De stoel zal een ergonomische geometrie hebben met de speciale bijzonderheden van het hebben van een lichte helling, zodanig dat het voorgebied verhoogd is ten opzichte van het achtergebied, waardoor verkregen wordt dat de bevestiging en zit van het kind in de stoel groter is alsook comfortabeler.

Zoals duidelijk is, in aanvulling op de vastmaakgordels voor het vastmaken aan 10 de leunstoel, heeft de stoel gordels voor het op juiste wijze vastmaken van het kind aan de inrichting, gevormd als een serie gordels integraal met de stoel en met de bevestigingsgordels voor het bevestigen van de inrichting, aan elkaar bevestigd door een vastmaak- en sluitsysteem centraal bij een enkel punt, gerangschikt op het buikgebied van de gebruiker, overeenstemmend met de van kracht zijnde reguleringen, 15 zodat in geval van een ongeluk de werking van het losmaken van het kind van de stoel uitgevoerd kan worden op zo snel als mogelijke manier door het eenvoudigweg bedienen van genoemd vrijgave- en sluitmechanisme.

Het vastmaaksysteem zal verbonden zijn met een veiligheidsgordel voor het beveiligen van het liesgebied, zodanig dat voorzien is dat de stoel zelf verschillende 20 verankeringspunten voor verankeren van de gordel heeft voor het aanpassen van de stoel aan gebruikers van verschillende leeftijden.

Op deze wijze is voorzien dat de stoel gebruikt kan worden zonder de samenwerking van de genoemde gordels of riemen, zowel die voor het vastmaken van de stoel aan de leunstoel van de bus als die diegene voor het vastmaken van de 25 leunstoel aan het kind, in het geval dat het kind ouder is, waarvoor de stoel twee verlengde uitstekende delen heeft aan zijn voorste deel welke het mogelijk maken om het kind-stoel samenstel te bevestigen aan de leunstoel van de bus door middel van de samenwerking van de veiligheidsgordel van de bus zelf, zodanig dat het mogelijk maakt deze te leiden onder de genoemde uitstekende delen en boven de middel van de 30 gebruiker, waardoor het vastmaken van beide verzekerd is.

Een veilig, extreem eenvoudig en makkelijk te bedienen inrichting welke aanpasbaar is aan elke leunstoel van een bus, touringcar en dergelijke wordt dus verkregen.

4

Beschrijving van de tekeningen

Om de beschrijving welke gemaakt is aan te vullen en voor het doel van het 5 helpen om de kenmerken van de uitvinding volgens een voorkeurspraktische uitvoeringsvorm daarvan beter te beschrijven, is een set tekeningen toegevoegd als integraal deel van deze beschrijving, waarin het volgende getoond is als een illustratieve en niet beperkende aard: 10 Fig. 1 toont een voorperspectief aanzicht van een kindvasthoudinrichting volgens het doel van de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 toont een achterperspectief aanzicht van de inrichting van voorgenoemd figuur.

Fig. 3 toont de inrichting van de voorgenoemde figuren gekoppeld aan een 15 leunstoel van een bus en aangepast aan het lichaam van een meisje.

Fig. 4 tenslotte toont een longitudinale dwarsdoorsnede van een inrichting volgens de voorgenoemde figuren.

Voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding 20

In het licht van de aangegeven figuren, kan gezien worden hoe het voorgestelde kindvasthoudsysteem gevormd is door middel van een stoel of zitting (1) welke geschikt in afmeting en vorm is zodat zijn binnenoppervlak aangepast kan worden aan een zitting (2) van een individuele leunstoel van een conventionele bus of touringcar, 25 terwijl zijn bovenoppervlak een lichtelijk hellend vlak (3) heeft welke een grotere ergonomie garandeert in de positie aangenomen door het kind (4) welke geacht wordt te zitten op de stoel, welke helling op zijn beurt een grotere veiligheid geeft tegen de bewegingen welke op kunnen treden door een ongeluk.

De genoemde stoel (1) is voorzien van een gordel (5) welke tevoorschijn komt 30 vanuit het middengebied van het lagere vooreind van de stoel, welke in staat is om integraal met een dergelijke stoel bij het eind door conventionele verankeringsmiddelen te zijn of kan de genoemde stoel (2) spanmiddelen (6) omvatten voor het aantrekken of aanspannen van de genoemde gordel in een inoperabele toestand.

5

De gordel is bestemd om longitudinaal gevoerd te worden onder de zitting (2) van de leunstoel van de bus, daartoe voorzien bij zijn vrije eind van bevestigings- en aanpasmiddelen (5') voor het vastmaken en aanpassen van de gordel aan een paar gordels (7-7’) welke tevoorschijn komen uit het bovenachtereind van de zitting (1) 5 zodat de gordels (7-7') gerangschikt zijn om longitudinaal de rugleuning (8) van de leunstoel van de bus te omgrijpen, als getoond in fig. 3, aangepast aan zijn vooroppervlak en nadat zij gevouwen en vastgemaakt zijn op zijn achteroppervlak, om vastgemaakt te zijn vervolgens door hun einden aan complementaire gordels (9-9') welke tevoorschijn komen van het achtergebied van de stoel, gevoerd worden door de 10 spleet welke bestaat tussen de rugleuning (8) en de zitting (2) van de leunstoel van de bus, en voorzien bij hun vrije einde met corresponderende bevestigingsmiddelen (10).

De drie gordels (5-7-7') komen daar samen in een gebied waarin de respectievelijk vastmaak/aanpasmiddelen (5'-10-10') zijn gelocaliseerd.

De inrichting wordt gecomplementeerd met overeenkomstige beveiligingsriemen 15 (11-11 ’) voor het vastmaken van het borstdeel van het kind, welke tevoorschijn komen vanaf de zijden (12-12') van de stoel (1), waarbij het ander eind daarvan integraal is met de veiligheidsgordels (7-7') op het gebied welke overeenkomt met de schouders van de gebruiker, voorzien van aanpasmiddelen (13-13') en samenwerkend met een enkelpuntssluitsysteem (14) voorzien van een drukknop (15) voor het vrijgeven van de 20 gordels aan het mechanisme, waaraan een gordel (16) bedoeld voor het in de lies bevestigen van de gebruiker op zijn beurt verbonden is, welke gordel selectief en volgens de lichaamsafmeting van het kind is vastgemaakt in een van de vele vensters (17) welke voorzien is voor de zitting in het voormiddengebied.

Tenslotte, en als hiervoor aangegeven, heeft de genoemde stoel twee 25 zijuitstekende delen (18) welke tevoorschijn komen in een voorwaartse richting vanaf de achterranden van de stoel (1), welke uitstekende delen geschikt zijn in grootte en vorm om het daardoor voeren mogelijk te maken van de veiligheidsgordel, om het mogelijk te maken het tegenhoudmiddel te gebruiken zonder de samenwerking van genoemde vastmaakgordels (5-7-7') noch van de vastbindriemen (11-1Γ-16) wanneer 30 de leeftijd van de gebruiker dit toestaat, en met de samenwerking van de genoemde veiligheidsgordel van de leunstoel van de bus, welke veiligheidsgordel gevoerd kan worden onder de uitstekende delen (18) welke aangepast zijn aan het middel van de 6 gebruiker zodanig dat beide vastgemaakt of vastgehouden zijn middels de genoemde veiligheidsgordel.

Claims (5)

1. Een kindvasthoudinrichting voor transport in een bus, met het kenmerk, dat het gevormd wordt uit een stoel of zitting met een ergonomische configuratie, 5 geschikt zowel in afmeting als vorm voor het daarin ontvangen van kinderen in de leeftijd tussen 2 en 11 jaar, waarbij vanaf de einden van de stoel bevestigingsgordels tevoorschijn komen voor het bevestigen van de stoel aan de zitting en aan de rugleuning van de leunstoel van de bus door de spleet welke bestaat tussen deze elementen, gordels voorzien van de overeenkomende 10 bevestigingsmiddelen, waarbij het is voorzien dat de inrichting beveiligingsriemen heeft voor het beveiligen van de gebruiker aan de stoel, gevormd als borst en lende veiligheidsgordels welke aan elkaar bevestigd zijn door een enkelpunts bevestigingsmechanisme dat eenvoudig te openen is.

2. Een kindvasthoudinrichting voor transport in een bus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde zitting of stoel vensters omvat welke voorzien zijn van selectieve haakmiddelen voor het selectief haken van de liesbevestigingsgordel, om de stoel aan te passen aan verschillende lichaamsafmetingen van kinderen. 20

3. Een kindvasthoudinrichting voor transport in een bus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoemde zitting een lichte helling heeft, zodanig dat het voorgebied verhoogd is ten opzichte van het achtergebied.

4. Een kindvasthoudinrichting voor transport in een bus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stoel bij het achtergedeelte van beide zijden respectievelijk uitstekende delen heeft welke zich uitstrekken in een voorwaartse richting, geschikt in grootte en vorm om het daar onderdoor voeren mogelijk te maken en aangepast aan de middel van de gebruiker van de overeenkomstige 30 veiligheidsgordel van de leunstoel van de bus.

5. Een kindvasthoudinrichting voor transport in een bus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stoel of zitting aantrekmiddelen omvat voor het aantrekken van de gordels in een niet werkende toestand. 5 --------------------