NL2001182C2 - Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee. - Google Patents
Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001182C2 NL2001182C2 NL2001182A NL2001182A NL2001182C2 NL 2001182 C2 NL2001182 C2 NL 2001182C2 NL 2001182 A NL2001182 A NL 2001182A NL 2001182 A NL2001182 A NL 2001182A NL 2001182 C2 NL2001182 C2 NL 2001182C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- angle
- arm
- correction signal
- measuring
- chassis
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F25/00—Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
- A01F25/16—Arrangements in forage silos
- A01F25/20—Unloading arrangements
- A01F25/2027—Unloading arrangements for trench silos
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F25/00—Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
- A01F25/16—Arrangements in forage silos
- A01F25/20—Unloading arrangements
- A01F25/2027—Unloading arrangements for trench silos
- A01F2025/2045—Unloading arrangements including a conveyor belt for transferring the material to a hopper
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01F—PROCESSING OF HARVESTED PRODUCE; HAY OR STRAW PRESSES; DEVICES FOR STORING AGRICULTURAL OR HORTICULTURAL PRODUCE
- A01F25/00—Storing agricultural or horticultural produce; Hanging-up harvested fruit
- A01F25/16—Arrangements in forage silos
- A01F25/20—Unloading arrangements
- A01F25/2027—Unloading arrangements for trench silos
- A01F2025/2054—Machinery for cutting successive parallel layers of material in a trench silo
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Length Measuring Devices With Unspecified Measuring Means (AREA)
Description
NL11358-VO/HV
Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee
De uitvinding betreft een inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee, met een verrijdbaar chassis en een uithaaleenheid voor het uithalen van ruwvoer uit een voervoorraad, welke uithaaleenheid een zwenkarm omvat die 5 met een eerste uiteinde zwenkbaar is verbonden met een op het chassis aangebrachte, zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende zwenkas, en die aan zijn tegenovergelegen tweede uiteinde een uithaalorgaan voor het ruwvoer draagt, waarbij de verbinding tussen de zwenkarm en het uithaalorgaan wordt 10 gevormd door twee verbindingsdelen, zodanig dat het uithaalorgaan, de zwenkarm en de twee verbindingsdelen samen een stangenvierzijde vormen en waarbij een van de verbindingsdelen een vaste lengte bezit en het andere verbindingsdeel een van een variabele lengte voorzien eerste bedieningsdeel 15 vormt, terwijl verder tussen de zwenkarm en het uithaalorgaan een van een variabele lengte voorzien tweede bedieningsdeel is aangebracht.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het NL-C- 1.028.732.
20 Het is een doelstelling van de onderhavige uitvin ding om een dergelijke inrichting verder te verbeteren.
Hiertoe bezit een inrichting van het in de aanhef genoemde type het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van een hoekmeetinrichting voor het meten van de zwenk-25 hoek tussen de zwenkarm en het chassis, en een verwerkings-eenheid voor het op basis van de gemeten zwenkhoek bepalen van een correctiesignaal ter aansturing van ten minste een van de bedieningsdelen.
Op basis van het correctiesignaal kan aldus een 30 automatische aanpassing van het genoemde bedieningsdeel (of de bedieningsdelen) worden verkregen, hetgeen dan uiteraard leidt tot een dienovereenkomstige aanpassing van de positie van het uithaalorgaan. Wanneer bijvoorbeeld, zoals op zich- 2 zelf bekend is, het uithaalorgaan een snijbord met snijmessen omvat, kan een optimale positie van een dergelijk snijbord in het algemeen, en van de snijmessen in het bijzonder, ten opzichte van het uit te halen ruwvoer worden verkregen, 5 namelijk in elke zwenkstand van de zwenkarm, dat wil zeggen in elke hoogtepositie van het uithaalorgaan ten opzichte van de voervoorraad. Het begrip 'optimaal' kan hierbij met betrekking tot diverse parameters worden gezien, waarvan een belangrijke de grootte en het verloop van de tijdens de 10 snijbeweging optredende snij kracht vormt.
Door de keuze van een geschikte verwerkingeenheid (bijvoorbeeld een computer met specifieke software) verkrijgt men een ruim gamma aan mogelijke snijbewegingen van het uithaalorgaan ten opzichte van de voervoorraad. Als 15 niet-beperkend voorbeeld wordt een bewegingsbaan genoemd, waarbij in alle fasen van de beweging van het uithaalorgaan een zo stijl mogelijk verlopende snijbaan wordt verkregen.
Alhoewel het mogelijk is dat het correctiesignaal slechts voor het aansturen van een der bedieningsdelen wordt 20 gebruikt, wordt in een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding het correctiesignaal voor de aansturing van beide bedieningsdelen gebruikt, hetgeen de mogelijkheid verschaft tot een optimale aanpassing van de positie van het uithaalorgaan.
25 In een dergelijk geval zal meestal het correctie signaal voor beide bedieningsdelen verschillend zijn, alhoewel dat niet noodzakelijk is.
Constructief bestaat de mogelijkheid om de hoek-meetinrichting als een ter plaatse van de verbinding tussen 30 de zwenkas en zwenkarm geplaatste hoekmeter uit te voeren. Dergelijke hoekmeters zijn op zichzelf bekend en hebben een betrouwbare werking. Desondanks is het ook mogelijk om elke andere voorziening toe te passen waarmee de zwenkhoek tussen de zwenkarm en het chassis kan worden bepaald.
3
Ter verdere uitbreiding is het in een speciale uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding mogelijk dat deze verder is voorzien van een secundaire hoek-meetinrichting voor het meten van de rotatiehoek tussen het 5 verbindingsdeel met vaste lengte enerzijds en de zwenkarm of het uithaalorgaan anderzijds, en een verwerkingseenheid voor het op basis van de gemeten rotatiehoek bepalen van een cor-rectiesignaal ter aansturing van ten minste een van de be-dieningsdelen.
10 Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt derhalve niet alleen de zwenkhoek tussen de zwenkarm en het chassis als basis voor het te bepalen correctiesignaal gebruikt, maar ook de vorm van de stangenvierzijde die kan veranderen door het veranderen van de lengte van het van een variabele 15 lengte voorziene eerste bedieningsdeel (in welk geval een van de vier zijdes van de stangenvierzijde in lengte veranderd) of door het veranderen van de lengte van het zich tussen de zwenkarm en het uithaalorgaan uitstrekkende, van een variabele lengte voorziene tweede bedieningsdeel (in welk 20 geval de vier zijdes van de stangenvierzijde elk hun lengte handhaven). Dit kan de basis vormen voor een nog geavanceerdere correctie van de positie van het uithaalorgaan.
Bij een dergelijke uitvoeringsvorm van de inrichting is het mogelijk dat secundaire hoekmeetinrichtingen 25 aanwezig zijn voor het meten van de rotatiehoek tussen zowel het verbindingsdeel met vaste lengte en de zwenkarm alsmede tussen het verbindingsdeel met vaste lengte en het uithaalorgaan, en een verwerkingseenheid voor het op basis van de gemeten rotatiehoeken bepalen van een correctiesignaal ter 30 aansturing van ten minste een van de bedieningsdelen.
Zoals ook in het voorgaande werd toegelicht met betrekking tot uitvoeringsvormen, waarbij alleen de zwenkhoek tussen de zwenkarm en het chassis de basis vormt voor het correctiesignaal/de correctiesignalen, is het mogelijk 35 dat het correctiesignaal voor de aansturing van beide bedie- 4 ningsdelen wordt gebruikt, en/of dat het correctiesignaal voor beide bedieningsdelen verschillend is.
In een speciale uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding bestaat de zwenkarm uit twee zijde-5 lings op een afstand van elkaar gelegen zwenkarmhelften die elk deel uit maken van een respectievelijke stangenvierzij-de, waarbij de twee verbindingsdelen met vaste lengte van deze twee stangenvierzijdes onderling zijn verbonden door een in hoofdzaak alzijdig gesloten torsiekoker, waarbij elke 10 secundaire hoekmeetinrichting binnen de torsiekoker opgesloten ligt.
De torsiekoker, waarvan de toepassing primair beoogt om aan de zwenkarm de vereiste (torsie- en buig)stijfheid te verschaffen, wordt bij een dergelijke uit-15 voeringsvorm op handige wijze benut voor het beschermd aanbrengen van elke secundaire hoekmeetinrichting. Op deze wijze is elke secundaire hoekmeetinrichting ongevoelig voor externe invloeden (hierbij kan worden gedacht aan een hoge-drukstraal -bijvoorbeeld van water- bij het reinigen van de 20 inrichting, of door het ruwvoer uitgeoefende belastingen) die tot een beschadiging zouden kunnen leiden.
In een dergelijke uitvoeringsvorm van de inrichting geniet het dan de voorkeur om elke secundaire hoekmeetinrichting door middel van een torsiestijve overbrengingsin-25 richting te verbonden met de zwenkarm respectievelijk het uithaalorgaan. Op deze wijze wordt de verdraaiing tussen de torsiekoker enerzijds en de zwenkarm en/of het uithaalorgaan anderzijds automatisch omgezet in een corresponderende verdraaiing van de binnen de torsiekoker gelegen hoekmeetin-30 richting(en).
Een constructief eenvoudige, doch uitermate effectieve uitvoeringsvorm voorziet in de toepassing van een flexibele slang als de overbrengingsinrichting die zich afdichtend uitstrekt door een in de torsiekoker gevormde ope-35 ning.
5
Opgemerkt wordt, dat dit ook kan betekenen dat een met het uiteinde van de slang verbonden deel, bijvoorbeeld een metalen pen, zich door een dergelijke opening uitstrekt.
Ten slotte geniet het de voorkeur dat elk bedie-5 ningsdeel wordt gevormd door een cilinder-zuigersamenstel. Een dergelijk cilinder-zuigersamenstel kan ook verantwoordelijk zijn voor de verzwenking tussen de zwenkarm en het chassis.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de 10 hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de inrichting is weergegeven. Hierbij toont: figuur 1 een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding in zijaanzicht; figuur 2, op grotere schaal en in een zijaanzicht 15 vanaf de andere zijde, de bij de inrichting vol gens figuur 1 toegepaste zwenkarm, en figuur 3, op nog grotere schaal en perspectivisch, een torsiekoker.
Eerst verwijzend naar figuur 1 bezit een inrich-20 ting voor het uithalen van ruwvoer voor vee een verrijdbaar chassis 1 en een uithaaleenheid 2 voor het uithalen van ruwvoer uit een voervoorraad 3. Het door de uithaaleenheid 2 van de voervoorraad 3 losgemaakte ruwvoer wordt opgevangen door een opvangeenheid 4 en met behulp van een transportin-25 richting 5 naar een door het chassis 1 gedragen laadbak 6 getransporteerd.
Voor een gedetailleerdere beschrijving van de onderdelen van een dergelijke inrichting wordt verwezen naar het NL-C-1.028.732.
30 De uithaaleenheid 2 bestaat in hoofdzaak uit een zwenkarm 7 die met een eerste uiteinde zwenkbaar is verbonden met een op het chassis 1 aangebrachte, zich in hoofdzaak horizontaal (dat wil zeggen loodrecht op het vlak van tekening) uitstrekkende zwenkas 8. Voor een dergelijke zwenkbe-35 weging zorgt een cilinder-zuigersamenstel 9.
6
De uithaaleenheid bezit tevens een ter plaatse van het tegenovergelegen tweede uiteinde van de zwenkarm 7 aangebracht uithaalorgaan 10 dat op bekende wijze kan bestaan uit een snijbord met snijmessen. Op zichzelf is de werking 5 van een dergelijk uithaalorgaan 10 bekend, zodat een nadere beschrijving daarvan hier niet vereist is.
Thans verwijzend naar figuur 2 kan worden opgemerkt, dat de verbinding tussen de zwenkarm 7 en het uithaalorgaan 10 wordt gevormd door twee verbindingsdelen 11 en 10 12, zodanig dat het uithaalorgaan 10, (het tweede uiteinde van) de zwenkarm 7 en de twee verbindingsdelen 11 en 12 samen een stangenvierzijde vormen. Het ene verbindingsdeel 11 bezit een vaste lengte, en het andere verbindingsdeel 12 is uitgevoerd als een van een variabele lengte voorzien eerste 15 bedieningsdeel, bijvoorbeeld een cilinder-zuigersamenstel 12.
Tussen het uithaalorgaan 10 en de zwenkarm 7 strekt zich tevens een van een variabele lengte voorzien tweede bedieningsdeel 13 uit, dat opnieuw uitgevoerd kan 20 zijn als een cilinder-zuigersamenstel.
Met behulp van het eerste bedieningsdeel 12 kan de vorm van de stangenvierzijde worden veranderd, doordat de door dit bedieningsdeel 12 gevormde zijde in lengte wordt veranderd. Met behulp van het tweede bedieningsdeel 13 kan 25 de stand van de stangenvierzijde worden veranderd, echter zodanig dat de lengte van alle zijdes van de stangenvierzijde telkens gelijk blijft.
Teneinde een optimaal snij resultaat te verkrijgen van het uithaalorgaan 10 in de voervoorraad 3 is het wense-30 lijk dat de stand van de stangenvierzijde tijdens de beweging van de zwenkarm (onder invloed van het cilinder-zuigersamenstel 9) wordt aangepast. Hiertoe is de inrichting op de eerste plaats voorzien van een in figuur 1 ter plaatse van de zwenkas 8 schematisch aangeduide hoekmeetinrichting 35 14 (die bijvoorbeeld kan bestaan uit een hoekmeter) voor het 7 meten van de zwenkhoek tussen de zwenkarm 7 en het chassis 1. Via een niet nader getoonde leiding worden de signalen van de hoekmeetinrichting 14 overgebracht naar een schematisch aangeduide verwerkingseenheid 15 (bijvoorbeeld een met 5 geschikte software geprogrammeerde computer) die op basis van de gemeten zwenkhoek een correctiesignaal bepaalt ter aansturing van ten minste één van de bedieningsdelen 12 en 13. Bij voorkeur wordt voor elk van de bedieningsdelen 12 en 13 een correctiesignaal bepaald, waarbij deze signalen al 10 dan niet gelijk kunnen zijn.
Op deze wijze vindt onder invloed van het door de verwerkingseenheid 15 bepaalde correctiesignaal een automatische aanpassing plaats van de stand van de stangenvierzij-de en derhalve van het uithaalorgaan 10 ten opzichte van de 15 zwenkarm 7, namelijk onder invloed van de gemeten zwenkhoek tussen de zwenkarm 7 en het chassis 1. Op deze wijze kan het uithaalorgaan 10 bijvoorbeeld een door de doorgetrokken lijn 16 in figuur 1 aangeduide snijbaan volgen die een stijler verloop heeft dan de door een stippellijn 17 aangeduide cir-20 keivormige snijbaan die zou ontstaan wanneer uitsluitend de zwenkarm 7 om de zwenkas 8 zou verzwenken bij een gelijkblijvende vorm van de stangenvierzijde (dat wil zeggen onder handhaving van de lengtes van het eerste bedieningsdeel 12 en het tweede bedieningsdeel 13).
25 Behalve de correctie van de stand/positie van de stangenvierzijde, en derhalve van het uithaalorgaan 10, op basis van de gemeten zwenkhoek tussen de zwenkas 7 en het chassis 1, wordt bij de getoonde uitvoeringsvorm van de inrichting tevens een dergelijke correctie uitgevoerd op basis 30 van een meting van de rotatiehoek tussen het verbindingsdeel 11 enerzijds en de zwenkarm 7 en/of het uithaalorgaan 10 anderzijds. Hiertoe zijn secundaire hoekmeetinrichtingen toegepast die dergelijke rotatiehoeken kunnen meten. Op basis van dergelijke metingen zorgt de verwerkingseenheid 15 35 (overeenkomstig het in het voorgaande besprokene) voor het 8 bepalen van correctiesignalen ter aansturing van één der, of beide bedieningsdelen 12 en 13.
In de getoonde uitvoeringsvorm bestaat de zwenkarm 7 uit twee zijdelings op een afstand van elkaar gelegen 5 zwenkarmhelften (waarvan één helft 7' in figuur 3 gedeeltelijk is weergegeven). Elke zwenkarmhelft maakt deel uit van een respectievelijke stangenvierzijde, zodat er twee op een zijdelingse afstand van elkaar gelegen, in hoofdzaak gelijke stangenvierzijdes zijn. Elke stangenvierzijde bezit een ei-10 gen verbindingdeel 11 met vaste lengte die onderling zijn verbonden door een in hoofdzaak alzijdig gesloten torsieko-ker 18.
De in het voorgaande genoemde secundaire hoekmeet-inrichtingen liggen thans binnen deze torsiekoker 18 opge-15 sloten. Zo toont figuur 3 één van deze hoekmeetinrichtingen 19 binnen de torsiekoker 18. Deze hoekmeetinrichting 19 is via een torsiestijve overbrengingsinrichting verbonden met de betreffende zwenkarmhelft 7', in dit geval via een flexibele (doch torsiestijve) slang 20. Deze slang 20 (of een 20 daarmee verbonden deel, zoals bijvoorbeeld een metalen pen) strekt zich afdichtend uit door een in de torsiekoker gevormde opening 21. Het tegenover gelegen uiteinde van de slang 20 is vast verbonden met de betreffende zwenkarmhelft 7 ' .
25 Het zal duidelijk zijn, dat een verdraaiing tussen het verbindingsdeel 11 en de betreffende zwenkarmhelft 7' over een bepaalde rotatiehoek zal leiden tot een corresponderende rotatie van de slang 20 ten opzichte van de torsiekoker 18 en de daarin vast aangebrachte hoekmeetinrichting 30 19. Op deze wijze kan de hoekmeetinrichting 19 de rotatie hoek meten en toch beschermd opgesloten liggen in de torsiekoker 18.
Een corresponderende voorziening zal zich, in de onderhavige uitvoeringsvorm, aan de onderzijde van de tor-35 siekoker 18 bevinden, al waar het verbindingsdeel 11 is ver- 9 bonden met het uithaalorgaan 10 (niet weergegeven in figuur 3) .
De leiding waarmee de hoekmeetinrichting 19 is verbonden met de verwerkingseenheid 15, is in figuur 3 niet 5 weergegeven, doch deze zou zich bijvoorbeeld evenwijdig aan, of coaxiaal met de slang 20 kunnen uitstrekken.
De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het door de conclusies bepaalde kader van de uitvinding op velerlei wij-10 ze kunnen worden gevarieerd.
15
Claims (12)
1. Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee, met een verrijdbaar chassis en een uithaaleenheid voor het uithalen van ruwvoer uit een voervoorraad, welke uithaaleenheid een zwenkarm omvat die met een eerste uiteinde 5 zwenkbaar is verbonden met een op het chassis aangebrachte, zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende zwenkas, en die aan zijn tegenovergelegen tweede uiteinde een uithaalorgaan voor het ruwvoer draagt, waarbij de verbinding tussen de zwenkarm en het uithaalorgaan wordt gevormd door twee ver-10 bindingsdelen, zodanig dat het uithaalorgaan, de zwenkarm en de twee verbindingsdelen samen een stangenvierzijde vormen en waarbij een van de verbindingsdelen een vaste lengte bezit en het andere verbindingsdeel een van een variabele lengte voorzien eerste bedieningsdeel vormt, terwijl verder 15 tussen de zwenkarm en het uithaalorgaan een van een variabele lengte voorzien tweede bedieningsdeel is aangebracht, met het kenmerk, dat de inrichting verder is voorzien van een hoekmeetinrichting voor het meten van de zwenkhoek tussen de zwenkarm en het chassis, en een verwerkingseenheid voor het 20 op basis van de gemeten zwenkhoek bepalen van een correctie-signaal ter aansturing van ten minste een van de bedienings-delen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het correctiesignaal voor de aansturing van beide bedieningsde- 25 len wordt gebruikt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het correctiesignaal voor beide bedieningsdelen verschillend is.
4. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij de hoekmeetinrichting een ter plaatse van de 30 verbinding tussen de zwenkas en zwenkarm geplaatste hoekmeter is.
5. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies, tevens voorzien van een secundaire hoekmeetinrichting voor het meten van de rotatiehoek tussen het verbindingsdeel met vaste lengte enerzijds en de zwenkarm of het uithaalor-gaan anderzijds, en een verwerkingseenheid voor het op basis van de gemeten rotatiehoek bepalen van een correctiesignaal 5 ter aansturing van ten minste een van de bedieningsdelen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij secundaire hoekmeetinrichtingen aanwezig zijn voor het meten van de rotatiehoek tussen zowel het verbindingsdeel met vaste lengte en de zwenkarm alsmede tussen het verbindingsdeel met 10 vaste lengte en het uithaalorgaan, en een verwerkingseenheid voor het op basis van de gemeten rotatiehoeken bepalen van een correctiesignaal ter aansturing van ten minste een van de bedieningsdelen.
7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, waarbij 15 het correctiesignaal voor de aansturing van beide bedieningsdelen wordt gebruikt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij het correctiesignaal voor beide bedieningsdelen verschillend is.
9. Inrichting volgens een der conclusies 5-8, 20 waarbij de zwenkarm bestaat uit twee zijdelings op een afstand van elkaar gelegen zwenkarmhelften die elk deel uit maken van een respectievelijke stangenvierzijde, waarbij de twee verbindingsdelen met vaste lengte van deze twee stangenvierzi jdes onderling zijn verbonden door een in hoofdzaak 25 alzijdig gesloten torsiekoker, waarbij elke secundaire hoek-meetinrichting binnen de torsiekoker opgesloten ligt.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij elke secundaire hoekmeetinrichting door middel van een torsie-stijve overbrengingsinrichting is verbonden met de zwenkarm 30 respectievelijk het uithaalorgaan.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de overbrengingsinrichting een flexibele slang is die zich afdichtend uitstrekt door een in de torsiekoker gevormde opening.
12. Inrichting volgens een der voorafgaande conclusies, waarbij elk bedieningsdeel wordt gevormd door een cilinder-zuigersamenstel.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001182A NL2001182C2 (nl) | 2008-01-14 | 2008-01-14 | Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001182 | 2008-01-14 | ||
NL2001182A NL2001182C2 (nl) | 2008-01-14 | 2008-01-14 | Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001182C2 true NL2001182C2 (nl) | 2009-07-15 |
Family
ID=39712507
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001182A NL2001182C2 (nl) | 2008-01-14 | 2008-01-14 | Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2001182C2 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3318338A1 (de) * | 1982-05-19 | 1983-11-24 | Walter 8311 Wurmsham Föckersperger | Geraet zur entnahme von silage |
NL1001864C2 (nl) * | 1994-12-12 | 1996-09-12 | Litech Bv | Inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad. |
FR2751837A1 (fr) * | 1996-08-01 | 1998-02-06 | Soc D Mecanique Et Tolerie M E | Machine de desilage |
NL1028732C2 (nl) | 2005-04-11 | 2006-10-12 | Trioliet Mullos | Inrichting voor het uithalen en verwerken van ruwvoer voor vee. |
-
2008
- 2008-01-14 NL NL2001182A patent/NL2001182C2/nl active Search and Examination
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3318338A1 (de) * | 1982-05-19 | 1983-11-24 | Walter 8311 Wurmsham Föckersperger | Geraet zur entnahme von silage |
NL1001864C2 (nl) * | 1994-12-12 | 1996-09-12 | Litech Bv | Inrichting voor het uitsnijden van kuilvoer uit een kuilvoervoorraad. |
FR2751837A1 (fr) * | 1996-08-01 | 1998-02-06 | Soc D Mecanique Et Tolerie M E | Machine de desilage |
NL1028732C2 (nl) | 2005-04-11 | 2006-10-12 | Trioliet Mullos | Inrichting voor het uithalen en verwerken van ruwvoer voor vee. |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2017686B1 (nl) | Melkrobot | |
BE1021128B1 (nl) | Geleidingsmechanisme van een oogstmachine | |
FR2674017A1 (fr) | Dispositif de mesure de forme ou de position d'un objet. | |
CN109506731A (zh) | 用于监测作物产量的监测装置 | |
EP2289306A3 (en) | Device for removing and processing silage for cattle | |
NL2001182C2 (nl) | Inrichting voor het uithalen van ruwvoer voor vee. | |
WO2005106405A1 (en) | Method and device for sorting and packaging of foods | |
FR2608947A1 (fr) | Dispositif de manutention robotise et installation de cintrage de toles metalliques l'incorporant | |
WO2010003824A3 (fr) | Système et procède autonome de détermination d'informations représentatives du mouvement d'une chaîne articulée | |
SE406900B (sv) | Sluttomningsanordning | |
FR3023675A1 (fr) | Dispositif de recolte couplable a une machine de recolte, et ensemble comprenant le dispositif et la machine precites | |
EP2863171B1 (fr) | Procédé de mesure avec amélioration de la précision de l'acquisition d'un point de mesure | |
US7836855B2 (en) | Sorter trainer gate assembly | |
NL8204328A (nl) | Inrichting voor het op gewicht sorteren van gewassen. | |
KR102009262B1 (ko) | 회전 특성을 갖는 정비지원용 스마트 카트 | |
KR101828473B1 (ko) | 컨베이어 라인 및 상기 컨베이어 라인에서 사용되는 가금류용 캐리어 | |
WO2013000089A1 (en) | Integrated tree harvester and processor system and method | |
EP2457433A3 (en) | Haymaking machine | |
FR2634279A1 (fr) | Dispositif de releve tridimensionnel | |
NL2008876C2 (nl) | Landbouwwerktuig. | |
NL8400215A (nl) | Veersteun met constante draagkracht. | |
NL1023556C2 (nl) | Inrichting met hefbaar werkplatform. | |
NL1021762C2 (nl) | Transportbandinrichting. | |
EP1515114A2 (en) | Apparatus for measuring the volume of a timber load | |
CN217716333U (zh) | 一种三坐标测量仪用固定机构 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
PD | Change of ownership |
Owner name: TRIOLIET HOLDING B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: CORNELIS HENDRICUS LIET Effective date: 20171012 |