NL2001034C2 - Krib. - Google Patents

Krib. Download PDF

Info

Publication number
NL2001034C2
NL2001034C2 NL2001034A NL2001034A NL2001034C2 NL 2001034 C2 NL2001034 C2 NL 2001034C2 NL 2001034 A NL2001034 A NL 2001034A NL 2001034 A NL2001034 A NL 2001034A NL 2001034 C2 NL2001034 C2 NL 2001034C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
crib
gabions
flow resistance
crown
basic body
Prior art date
Application number
NL2001034A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2001034A1 (nl
Inventor
Julian Van Dijk
Karst Beens
Original Assignee
Tebezo Waterbouw B V
Robusta B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tebezo Waterbouw B V, Robusta B V filed Critical Tebezo Waterbouw B V
Priority to NL2001034A priority Critical patent/NL2001034C2/nl
Publication of NL2001034A1 publication Critical patent/NL2001034A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2001034C2 publication Critical patent/NL2001034C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/06Moles; Piers; Quays; Quay walls; Groynes; Breakwaters ; Wave dissipating walls; Quay equipment

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Revetment (AREA)

Description

Krib 5 Achtergrond van de uitvinding
De uitvinding heeft betrekking op een krib die zich vanaf een oever in een water, zoals een waterweg, uitstrekt.
Vanuit haar beheersverantwoordelijkheid voor de rivieren zoekt Rijkswaterstaat ] 0 naar optimalisaties voor haar kribvormen, primair ten behoeve van hoogwaterveilig-heid, een vlotte en veilige scheepvaart, en beperking van de inspanning en kosten voor beheer & onderhoud. Tevens wordt belang gehecht aan ecologie, landschappelijke inpassing en recreatie.
Overigens is uit JP-06 212611 een golfbreker bekend voor het beschermen van 15 kusten tegen erosie door golfafslag. Deze golfbreker heeft parallel geplaatste visgraatvormige lichamen met daartussen stromingskanalen in de golfrichting. Tussen de lichamen is het de bodem van de stromingskanalen verhoogd. De golfbreker zal parallel aan de kust opgesteld zijn.
Uit US-5.536.112 is een golfbreker bekend voor het opnemen van golfenergie ter 20 voorkoming van kust erosie. De golfbreker heeft een serie holle pijpdelen die met hun opening naar boven in een rij op de zeebodem opgesteld zijn. De rij is parallel aan de kust loodrecht op de golven opgesteld.
Samenvatting van de uitvinding 25
Met in achtneming van deze randvoorwaarden hebben de aanvragers getracht een systeem te ontwerpen dat aan de gestelde eisen voldoet.
De uitvinding verschaft daartoe een krib die zich vanaf een oever in een rivier met een hoogwatemiveau en een laagwatemiveau uitstrekt, omvattende een basisli-30 chaam met een talud en met een kruin die lager is dan het hoogwatemiveau maar hoger dan het laagwatemiveau en op de kruin voorzien van een in hoofdzaak op een rij en op onderlinge afstand geplaatste stromingsweerstandslichamen, zoals schanskorven, waarbij de totale kribhoogte lager is dan het hoogwatemiveau.
2 00 1 0 34 2
De uitvinding is een combinatie van twee systemen met de bedoeling de voordelen van beiden systemen optimaal te benutten.
Dit kribtype is een combinatie van de verlaagde standaard krib met flauwe talud-hellingen, en schanskorven. Bij de standaard krib wordt de kruin verlaagd tot een nader 5 te bepalen niveau en worden de taluds rondom afgevlakt naar een helling van ongeveer 1 : 8 . Op de kruin worden schanskorven geplaatst. Deze schanskorvenrij heeft als voordeel dat deze kan variëren in verschillende blokkeringpercentages.
Bij lage waterstanden is de blokkering van de Module krib relatief groot, zodat de stroming zich voornamelijk in de vaargeul zal concentreren. Hierdoor vindt er minder 10 aanzanding plaats in de vaargeul, en zal deze op diepte blijven. Bij hoogwater daarentegen is de Module krib doorlatend zodat er (vooral tijdens scheepspassages) minder turbulenties ontstaan en er een goede waterafvoer is. De mate van doorlatendheid kan aangepast worden aan de lokale omstandigheden en de te verwachten waterafvoer. Tevens is de plaats op de krib waar in meer,- of mindere mate het wenselijk is om de 15 doorlatendheid te vergroten of te verkleinen variabel en kan de vaarweg beheerder de morfologische effecten hiermee beïnvloeden.
De bekleding van het basislichaam bestaat uit een betonblokkenmat die een lagere hydraulische ruwheid heeft dan de huidige kraagstukken met stortsteen, dit vergroot de afvoer capaciteit.
20 Door dit flauwe en gladde talud is het basis lichaam minder schadegevoelig. Dit geld zowel voor drijfvuil, ijsgang en aanvaringen.
De kem van de onderbouw (het zandlichaam) kan gefabriceerd worden van een naadloze geweven geotube ter beperking van erosie tijdens de aanleg van de krib. Dit maakt echter geen onderdeel uit van het basis ontwerp maar behoort wel tot de moge-25 lijkheden.
De bovenbouw bestaat uit een modulair schanskorven systeem dat door middel van een pen-gat verbinding aan de onderbouw bevestigd kan worden. Deze geprefabriceerde schanskorven kunnen doormiddel van een kraan eenvoudig geplaatst en / of verwijderd worden.
30 Doordat deze modules van geprefabriceerde schanskorven eenvoudig en relatief goedkoop te vervangen zijn, zijn de gevolgen van een aanvaring minimaal, en de onderhoudskosten in zijn algemeenheid zullen aanzienlijk lager zijn.
3
De tekeningen laten zien dat de schanskorven doormiddel van een pen-gat verbinding aan de ondergrond zijn bevestigd. De pen-gat verbinding is een flexibele verbinding die het mogelijk maakt om de korven op elke plaats op de krib te kunnen plaatsen. Ten behoeve van de aanvaar gevoeligheid zal de pen minder sterk zijn dan het gat, 5 zodat bij een aanvaring de pen breekt en de onderliggende constructie niet dermate beschadigd dat dit hoge reparatie kosten met zich mee brengt. Het dimensioneren van de sterkte van de verbinding van de schanskorf met de onderhouw hangt nauw samen met de treksterkte van de blokkenmat.
Door de hoeveelheid en de afmetingen van de in de betonblokkenmat aange-10 brachte sparingen wordt de mate van flexibiliteit bepaald.
Als alternatief voor de pen-gat verbinding, kan er gekozen worden voor een systeem waarbij de korf “aanhaakt” tussen de voegen van de betonblokken mat. (Zie tekening details)
Bij lage waterstanden stroomt het water langs een krib, bestaande uit een blok-15 kenmat, met een lage hydraulische weerstand. Bij hogere waterstanden worden de schanskorven omstroomd en overstroomd. Die schanskorven hebben een vormgeving die resulteert in een relatief grote hydraulische weerstand. En juist bij hoge waterstanden is een lage hydraulische weerstand van belang om de hoogwaterstanden te verlagen.
20 Er is in het ontwerp rekening gehouden met een variatie aan toe te passen vor men. De in de figuren getoonde vorm is slechts één voorbeeld van de mogelijkheden. Er kan bijvoorbeeld ook gedacht worden aan een ronde of druppel vormige bovenkant van de schanskorf ter verlaging van de hydraulische weerstand. Maar het meeste resultaat zal toch geboekt worden door de openingen tussen de schanskorven.
25 Uit onderzoek is gebleken dat bij toepassing van een flauwere kribkopvorm de turbulentie aanzienlijk lager is. De intensiteit van de wervel afschudding neemt af bij een minder steile kribkop helling omdat de stroming rondom de kribkop een sterker driedimensionaal karakter krijgt en omdat het loslaatpunt niet zo sterk door de vorm van de krib vastgelegd word. Bij overstroming van de krib ontvangt een kribvak een 30 impuls uit de hoofdstroming via de menglaag die nog steeds aanwezig is, maar tevens een impuls direct uit het bovenstrooms gelegen kribvak . Al bij geringe mate van overstroming is het effect positief waardoor de recirculatie stroming gestopt word en er een parallelle stroming door het kribvak gaat.
4
De overwegingen om de bovenkant van de schanskorf gelijk te houden aan de huidige kruin van de kribben: De voorgestelde doorlatendheid tussen de schanskorven bied wellicht ook de vrijheid om de hoogte van de bovenkant te variëren.
Er zijn geen speciale redenen om de schanskorven op het zelfde niveau te houden 5 als het huidige kribkop niveau. In een uitvoeringsvorm is het niveau van de bovenkant van de schanskorven en dus van de kribben als geheel verlaagd ten opzichte van de bekende krib. De bovenkant van de schanskorven zal in een uitvoeringsvorm ongeveer 0,50 m. tot 1,00 m. beneden het huidige niveau van de kruin van de kribben komen. Rekening moet er wel gehouden worden met het gegeven dat de schanskorven aan een 10 maximale toepasbare hoogte gebonden zijn. Hiervoor wordt uitgegaan van een schanskorf hoogte van 1,00 a 1,50 m.
In principe zijn schanskorven gevuld met breuksteen geen plaatsen waar snel begroeiing zal plaatsvinden. Als we daarnaast ook nog in beschouwing nemen dat de schanskorven lager komen te liggen dan de huidige kruinhoogte, en dus regelmatig 15 onderwater komen te staan, kunnen we wel stellen dat er op natuurlijke wijze een beperking van het opschot ontstaat. Echter een bijkomend voordeel van het modulaire systeem is dat in geval van achterstallig onderhoud en dat er in een schanskorf een enorme ‘stronk’ zit, deze eenvoudig ontmanteld en vervangen kan worden zonder dat de onderbouw beschadigd.
20 Aangaande de duurzaamheid van de schanskorven is door het toepassen van een
Galfan coating een zeer hoge levensduur gegarandeerd. Zeker 3 a 4 keer hoger dan bij normale dikverzinking. Bijkomend voordeel is dat deze coating niet uitloogt in het oppervlakte water.
In de praktijk worden schanskorven ter plekke gevlochten en vervolgens met 25 breuksteen gevuld. De krachten op het gaas blijven zo beperkt. Echter bij het verplaatsen van een met breuksteen gevulde schanskorf door een kraan is er grote kans dat de korf zodanig vervormd dat hij niet meer geplaatst kan worden.
De schanskorven voor deze toepassing zijn ontworpen om gevuld geplaatst te worden. Ze zijn opgebouwd uit een zwaardere uitvoering van het gaas, eventueel met 30 inwendige versterking.(o.a. afhankelijk van de toegepaste vorm) De korven worden standaard met hijsogen geleverd en voor het plaatsen zijn speciale hijs hulpmiddelen beschikbaar zoals een evenaar. Vervormingen zijn, als ze er zijn, bijzonder gering.
5
Recreanten zoals vissers en wandelaars etc. zullen altijd op de kribben komen. Echter in geval van de Module Krib is het wel een gegeven dat een groot deel van de tijd de krib onder water zal staan en dus dan niet geschikt zijn voor recreatie doeleinden. In de periodes dat de Module Krib wel boven water staat dan is deze in beperkte 5 mate toegankelijk. Afhankelijk van de opbouw van de krib, dat wil zeggen, waar de eerste openingen tussen de schanskorven zal zijn. Tot daar is de krib prima toegankelijk maar ter plaatse van de eerste opening zal het lastiger worden om verder de krib op te gaan en zal dus ook het risico op eventueel letsel toenemen. Verder zal er door normaal gebruik van de Module Krib geen verhoogd risico voor schade aan de krib zelf 10 zijn. Voor vandalisme is deze krib ook niet erg gevoelig want door het toepassen van een zwaardere gaasconstructie is het ook niet eenvoudig om de korf moedwillig te vernielen.
1. Veiligheid tegen hoogwater:
Meer water over de kribben bij maatgevende afvoer. Als een krib minder hydrau-15 lische weerstand heeft bij hoog hoogwater (bijv. door vormgeving en geen begroeiing op de kribben), kan er bij MHW meer water over de kribben stromen. Dit vormt een van de doelen van RvR: meer debiet langs Waal zonder verhoging MHW stand. Huidig debiet over een 75 m krib bij MHW met de waterstand 6 m boven kruin is te stellen op 75 m * 1,5 m/s * 6 m = 675 m3/s.
20 Doordat de Module krib een basis lichaam heeft dat lager ligt dan de standaard krib, is er bij gelijke waterstanden een veel groter nat oppervlak, dit maakt veel grotere debieten mogelijk. Daarnaast zijn door toepassing van taluds van 1:8 ( bovenstrooms, benedenstrooms en de kribkop) die bekleed zijn met een betonblokkenmat( flauwe gladde taluds) meerdere debietverhogende effecten waarneembaar.
25 2. Vaarwegkwaliteit
Vaarwegprofiel: Het vaarwegprofiel gelijk of beter dan de huidige situatie.
De uitvinding verschaft kribben die minder sedimentatie geven in de vaargeul. De bevaarbare breedte, de vaargeul, wordt er algemeen beter van als er minder sedimentatie plaatsvindt. Dat hoeft dan niet weggebaggerd te worden en voor de scheepvaart 30 geeft dat minder hinder en een grotere veiligheid. Ook minder scheepsgeïnduceerde sedimentuitwisseling van krib vak naar vaargeul draagt daaraan bij. De uitvinding verschaft de mogelijk van verandering van vaargeul lijnen, meandering, enz., die minder variatie in stroomvoerende breedte geven en/of minder dwarsstroomsnelheden. In het 6 algemeen is het bij OLR gewenst dat al het rivierwater binnen de normaalbreedte wordt geconcentreerd.
In geval van een niet overstroomde krib:
De Stroomsnelheden zullen gereduceerd worden door toepassing van een flauwe-5 re kribkop helling, dit zal resulteren in minder wervelingen dit betekend een terug gang van de grootte van de ontgrondingskuilen en dus minder sedimentatie.
Bij een waterstand tussen bovenkant schanskorf en de kruin van het basislichaam:
Ook hier zullen de positieve invloeden van flauwere en gladdere taluds van het basis lichaam merkbaar zijn, maar daarnaast is door het modulaire systeem het moge-10 lijk om te variëren in doorlatendheid. Dit alles heeft hetzelfde positieve effect op de kwaliteit van de vaarwegen het vaarweg profiel.
Bij de situatie waar de kribben volledig onderwater staan zal de stroming in de nieuwe situatie minder hevig zijn dan bij de oude situatie, omdat er een veel groter nat oppervlak beschikbaar is om dezelfde hoeveelheid water af te voeren.
15 Zichtbaarheid: De zichtbaarheid en herkenbaarheid van de vaarweg (inclusief kribben) mag voor de scheepvaart niet substantieel verslechteren. Met zichtbaarheid van de vaarweg wordt bijvoorbeeld bedoeld de visuele zichtbaarheid van de kribben (onderhoud begroeiing), vrije zichtlijnen, markering (bakens). Met herkenbaarheid worden de verwachtingen over het onderwater profiel bedoeld. Een ontoelaatbare ver-20 slechtering van de zichtbaarheid van een krib moet door aanvullende maatregelen worden gecompenseerd (bijvoorbeeld door het invoeren van een nieuw type baken op de kribkop). Het onderwater profiel van een krib dient voor de scheepvaart voorspelbaar te zijn, zodat de aanvaarkans en de schade niet toeneemt t.o.v. de huidige situatie (schade varen, ongevallen etc.). Dit geldt voor beroepsvaart maar zeker ook voor de plezier-25 vaart.
De vaarweg gebruiker zal een krib zien dat een natuurlijk uiterlijk heeft door het toepassen van met natuursteen gevulde schanskorven. Voor de zichtbaarheid bij hoogwater zal er gebruik gemaakt worden van de vaarweg markering met behulp van het kribbaken. Door het kribbaken te plaatsen op de maximaal toegestane 30 meter uit de 30 teen van het kribkop talud zal de scheepvaart een inschatting kunnen maken van de taludhelling.
7
Het concept van de combinatie van blokkenmatten met schanskorven heeft als bijkomend voordeel dat er minder opschot zal zijn dan bij het gebruik van kraagstukken van rijshout. Dit zal de zichtlijnen ten gunste komen.
Aanvaringen: In geval van aanvaringen beperkte consequenties voor scheep- 5 vaart.
Door allerlei oorzaken worden kribben aangevaren. De kans op aanvaringen van de kribben met schade (schadevaringen) is hoog: 5 a 10 % per krib per jaar. Door de aard en vorm van de innovatieve krib zo mogelijk gelijkblijvende of geringere consequenties voor de scheepvaart: zoals gevaar voor mensenlevens, zinken schip, ladingver-10 lies, e.d.
Aanvaringen bij het ontwerp zullen niet al te grote gevolgen hebben. Vanwege het feit dat de meeste aanvaringen plaatsvinden als er sprake is van hoogwater en bij de Module krib zal dan alleen maar beschadiging optreden aan,- en door de schanskorven. Deze zijn ontworpen om weerstand te bieden tegen stromend water, als er een schip 15 tegen aan zal varen zal de schanskorf bezwijken en blijft de schade aan het schip beperkt. Komt het toch voor dat er een aanvaring plaatsvindt in de situatie dat er geen schanskorven op het basis lichaam staan en er een schip tegen aan vaart, dan zal de schade aan het schip en aan de krib minder ernstig zijn dan in een situatie waar het nog een talud van 1 : 3 betreft. Door de flauwe talud helling zullen de krachten over een 20 veel groter oppervlak verspreid worden en daardoor zal de impact aanzienlijk kleiner zijn.
Het vergroten van de natuurwaarde van de oeverzone. Bijvoorbeeld vergroten migratiemogelijkheden, biodiversiteit en aantallen vis en macrofauna. Het ontwerp zal geen verslechtering van de ecologische toestand tot gevolg hebben.
25 Een secundaire eis is leveren van een bijdrage aan het behalen van de Kaderricht lijn Water doelstelling. De eis is dat de krib als effect moet hebben dat de dynamiek in de kribvakken die van een natuurlijke situatie zo veel mogelijk benadert. Met zo mogelijk het vergroten van de natuurwaarde van de oeverzone (dus nat en droog). Bijvoorbeeld het vergroten van de biodiversiteit, of meer soorten fauna in de oeverzone van 30 krib en kribvak. Dit kan ontstaan als de hydraulische en morfologische dynamiek laag is. Dit betekent niet dat kribben dynamiek volledig moeten tegengaan. Een rivier(oever) heeft van nature plekken met veel en plekken met minder dynamiek. Daarbij passen bepaalde riviergebonden natuurwaarden. Als gevolg van scheepvaart en het ontbreken 8 van geleidelijke overgangen van diep naar ondiep is de dynamiek in de praktijk vaak te groot om de potentiële natuur te realiseren. Wervelingen en ontgrondingskuilen evenals vertroebeling als gevolg van dynamiek werken ook niet in het voordeel van natuur. Verder spelen zaken als betere schuilmogelijkheid, passeerbaarheid en lagere stroom-5 snelheden. Voor de ecologie is het van belang dat soorten (planten en dieren) ook in staat zijn om de kribvakken te bereiken. Sommige soorten zullen zich via de vaargeul of misschien via het land kunnen verspreiden, maar andere zijn daarvoor afhankelijk van de oeverzone. Kribben moeten de natuurlijke migratie van soorten stroomopwaarts en stroomafwaarts zo min mogelijk belemmeren. Gevraagde uitwerking: Beschrijving 10 van de bijdrage aan de doelen van KRW en de ecologische effecten. Met name over dynamiek, passeerbaarheid, schuilmogelijkheden en stroomsnelheden bij de aanleg en in gebruiksfase in situaties met laagwater en met hoogwater.
De positieve invloed die deze Module krib op het ecologisch systeem zou kunnen hebben is de verbetering van de migratiemogelijkheden. Door toepassen van flauwere 15 taluds is de stroming rond de kribben minder sterk dan bij het toepassen van steilere taluds dit kan de migratie positief beïnvloeden.
De nieuwe krib dient de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving te behou-den/versterken én zelf een goede ruimtelijke kwaliteit te bezitten. Ruimtelijke kwaliteit wordt uitgedrukt in gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde en hun on-20 derlinge samenhang. Daartoe zijn de verschillende overige programmapunten op een wijze met elkaar in verband gebracht die meer dan de som der delen oplevert. Verder is specifieke aandacht nodig voor de beleving en de esthetische kwaliteit van de ruimtelijke verschijning van de krib in de omgeving.
Het ontwerp van de 21-eeuwse krib, de Module krib, zal in esthetische zin van 25 de traditionele krib verschillen in het aanzicht. De Module krib heeft een bovenbouw van schanskorven die in wisselende samenstelling op de krib basis geplaatst kunnen worden, hierdoor kan een wisselend karakter ontstaan dat er kribben met verschillende configuraties in het zelfde stuk van de rivier liggen. Daarnaast zullen de Module kribben minder begroeiing kennen door het niet gebruiken van wiepen en het beperkt ach-30 terblijven van zaden door het gladdere basis lichaam en het langduriger onderwater staan. Over het geheel kan aangenomen worden dat de Module krib een strakker en moderner uiterlijk heeft maar dat zeer zeker niet misstaat in het rivieren landschap.
Goede waterafvoer.
9
Mede door kribben heeft de rivier een goed vloeiend stroombeeld, met niet te veel meandering. Als ligging en plaats niet veranderen mag verwacht worden dat deze functie gelijk blijft.
De effecten van de Module krib op de water afvoer kunnen alleen maar als posi-5 tief beschouwd worden.
De aanpassingen die ten opzichte van het traditionele ontwerp zijn gedaan hebben alleen maar afVoer capaciteit vergrotende en verbeterende effecten.
Door verlaging van het basis lichaam van de kribben zal de afvoer capaciteit groter worden, maar ook door afvlakking van het kribkop talud zal er minder werveling 10 ontstaan en ook minder grote ontgrondingskuilen. Dit geldt zowel voor situaties met een overstroomde krib als in situaties waar de krib niet overstroomd is. Door het toepassen van een flauwer talud met een gladdere bekleding aan de boven,- en beneden-stroomse zijde is het effect op de afvoer positief te noemen. De krib heeft bij hoge waterstanden een weinig stuwend effect, dit omdat het in het stroomgebied dicht bij de 15 bodem zit waar de stroomsnelheid aanzienlijk lager is dan aan het wateroppervlak.
Morfologische stabiliteit van de rivier.
Op lange termijn is een morfologisch stabiele rivier gewenst. Dit ontstaat mede doordat kribben bijdragen aan een gelijk stroombeeld.
De te verwachten morfologische effecten van de Module krib zijn te onderschei-20 den in drie situaties. 1. De situatie waarbij het waterpeil beneden de kruin van de krib basis blijft, 2. de situatie waar de kribbasis overstroomd en 3. de situatie waarbij de krib volledig overstroomd inclusief de schanskorven.
1. Bij een lage afvoer van de rivier met een waterpeil beneden de kruin van de krib basis, zullen de morfologische effecten minder zijn dan bij de huidige kribben. Dit 25 is het resultaat van het toepassen van een krib kop helling van 1:8 of 1:6. Hierdoor blijft er voldoende water in de vaargeul maar worden de wervelingen bij het loslaatpunt verminderd ten opzichte van de huidige situatie.
2. Bij een waterpeil waarbij het basis lichaam van de Module krib net zal overstromen, zal normaal gesproken meer aanzanding plaatsvinden dan bij de huidige 30 situatie, maar door het modulaire schanskorven systeem is het mogelijk dit proces te beïnvloeden of zelfs te stoppen door de krib volledig dicht te bouwen met de schanskorven. Door de doorlaatbaarheid van het systeem is er een veel rustiger stroombeeld en dus minder morfologische gevolgen.
10 3. Bij een waterpeil waarbij er sprake is van overstromen van de kribben inclusief de schanskorven is de situatie beter dan de bestaande situatie. Dit komt door het grotere nat oppervlak en door rechtere stroomlijnen. Beide hebben een positieve invloed op de beperking van grondtransporten door stroming.
5 7. Oevervastlegging
De kribben beschermen de rivieroever van het zomerbed tegen erosie tot de vei-ligheidslijn hetzij van de zomerkade, de dijk of de oever.
Door het toepassen van een doorlaatbare bovenkant is de spreiding van de stroming groter en daardoor de impact van de stroming op de oever aanzienlijk lager. Meer 10 laminaire stromingen minder invloed van de scheepvaart, de golf energie zal over meerdere kribvakken verplaatsen en ook door de doorlatende kribben geabsorbeerd worden.
8. Goede ijsafvoer.
Het voorkomen van ijsdammen is een van de functies van kribben.
15 Door het verlagen van het basis lichaam van de kribben is er meer stroming, met andere woorden minder stilstaand water waar ijs zich kan vormen. Dus er is zeker geen sprake van toename van ijsdammen.
9. Recreatieve mogelijkheden van de krib.
Afhankelijk van de plaats van de doorstroom openingen tussen de schanskorven, 20 kunnen wandelaars en vissers over de kruin van de schanskorven de krib op lopen. Ter plaatse van de eerste doorstroom opening zal dit wat minder eenvoudig gaan. In geval van lage waterstanden is er geen enkel probleem om de kribben te betreden omdat er dan over de betonblokkenmat gelopen kan worden. Echter door het verlagen van het basislichaam van de kribben zal de periode dat de kribben onderwater staan langer zijn 25 en dus is de periode dat de kribben voor deze vorm van recreatie geschikt zijn korter.
10. Recreatieve mogelijkheden van de kribstrandjes.
De recreatieve mogelijkheden op de kribstrandjes zullen ongewijzigd blijven. Dit baseren wij op het gegeven dat deze recreatieve behoefte alleen zal ontstaan bij mooi weer en laag water, en in deze situatie is de recreatieve waarde gelijk aan die van de 30 huidige kribben.
Materialen welke vrijkomen bij het ontmantelen van de bestaande krib kunnen grotendeels worden hergebruikt in de krib van de toekomst. Hergebruik van de vrijko 11 mende materialen beperken de investeringskosten in de krib van de toekomst aanzienlijk.
11. Minimale overlast bij aanleg.
Minimale overlast voor vaarweggebruikers, omwonenden en recreanten zowel 5 qua duur als intensiteit.
12. Handhaven zichtbaarheid kribben.
Omwonenden en recreanten schatten de waterstanden in de rivier a.d.h.v. de kribben. De zichtbaarheid van de krib zal voor de scheepvaart altijd gewaarborgd dienen te worden doormiddel van de kribbakens.
10 Voor omwonenden is het wel wennen aan de nieuwe kribben want er is eerder sprake van “hoge” waterstanden, het kriblichaam zal eerder overstromen zodat alleen de schanskorven nog zichtbaar zullen zijn. Echter de klassieke vorm blijft bestaan alleen is mindervaak zichtbaar doordat de kribben een aanzienlijk stuk lager liggen.
13. Goede vergunbaarheid.
15 Door simpelweg het gegeven dat het hier om schone materialen gaat volgens het bouwstoffenbesluit, is de vergunbaarheid geen enkel probleem. In tegendeel, doordat het hier geen losgestorte materialen betreft, is het eenvoudiger om alle materialen te verwijderen en er voor te zorgen dat er geen restanten van een gewezen krib achter blijven. De WBR zal geen problemen geven als gevolg van het waterstand verlagende 20 effect. Wat betreft de vogel habitat richtlijn zal er rekening gehouden dienen te worden met het broed seizoen.
14. Sterkte.
In algemene zin is gewenst dat de innovatieve krib alle erbij behorende belastingen veilig kan dragen.
25 De basis van de krib, dat wil zeggen een geotextiele betonblokkenmat wordt op zichzelf al meer dan dertig jaar succesvol toegepast in vele waterbouwkundige toepassingen.
De bovenste sectie van de krib is vervaardigd uit schanskorven gevuld met hardsteen. Ook schanskorven op zichzelf hebben in het verleden al, in binnen,- en buiten- 30 land hun diensten bewezen als waterbouwkundig product.
De gevolgen van een aanvaring zullen aanzienlijk minder zijn.
De bovenkant van de krib bestaat uit namelijk geprefabriceerde schanskorven die in secties van 1 meter breed naast elkaar geplaatst zijn. Bij beschadiging door een aan- 12 varing kunnen de beschadigde secties vervangen worden door nieuwe, en is de krib weer hersteld. Bij aanvaringen waarbij het basislichaam ook geraakt zal worden, zal de impact van de aanvaring aanzienlijk kleiner zijn vanwege het flauwe talud. Het schip zal een langere remweg kennen en hierdoor zelf minder schade oplopen en ook minder 5 schade aan de kribbasis toebrengen.
15. Beperking ijsschade aan krib bij ijs op rivier.
De effecten vein ijsgang op de rivier zullen vergelijkbaar zijn met de effecten van aanvaringen. Bij lage waterstanden die ter hoogte van de kruin van het basislichaam of lager liggen zal er weinig te schade te verwachten zijn om dat het een glad en flauw 10 talud betreft, de ijsschotsen zullen eenvoudig hun weg kunnen vinden zonder dat er schade aan het basis lichaam ontstaat. Bij ijsgang met waterhoogten ter hoogte van de schanskorven is er in eerste instantie niets aan de hand omdat de schanskorven bestand zijn tegen ijsgang, neemt de ijsgang extreme vormen aan zodanig dat de schanskorven bezwijken, dan zijn de beschadigde schanskorven snel, goedkoop en eenvoudig te ver-15 vangen.
16. Duurzaamheid.
De ontwerplevensduur van de krib is gebruikelijk tenminste 50 jaar. Alle onderdelen die een kortere levensduur hebben dienen inspecteerbaar en eenvoudig vervangbaar te zijn.
20 De levensduur van de Module kribben is onderverdeeld in twee verschillende on derdelen. De onderbouw van een geotextiele betonblokkenmat, en de bovenbouw van schanskorven gevuld met hardsteen. De onderbouw kan rekenen op een technische levensduur van 200 jaar. De schanskorven echter hebben een technische levensduur van 50 jaar.
25 17. Milieuhygiëne.
Alle materialen die toegepast worden zijn schoon, dus de effecten milieuhygiënisch gezien zijn nihil bij toepassing van deze Module kribben.
Thans kost het veel moeite om de begroeiing te verwijderen vanwege ARBO- en milieueisen. Vooral op plaatsen met grote stroomsnelheden is juist geen begroeiing 30 gewenst. Ook hebben de soms toenemende ontgrondingskuilen tot gevolg dat er veel bijstorten nodig is. De inspectielast vereenvoudigen en de kosten ervan verlagen is gewenst. Onderhoud in de vorm van baggerwerk meenemen bij kwaliteit vaarweg eis nr 2.
13
Door het toepassen van gladde flauwe taluds en het verlagen van de kruin met 1,5 a 2 meter zal er op het basis lichaam nagenoeg geen kans zijn dat zaden van wilgen en andere planten aan kunnen slaan. Bij de schanskorven zou dit wel mogelijk zijn maar zeker in een mindere mate dan bij de huidige kribben het geval is. Hierdoor zullen de 5 groen,- en onderhoudsbestekken een veel kleiner financieel volume krijgen. Door de toegepaste materialen en de vorm van de Module krib is er een veel rustiger stroom-beeld en dus ook veel minder sedimentatie. Dit heeft tot gevolg dat er geen ontgron-dingskuilen meer aangestort dienen te worden en dat er ook minder gebaggerd hoeft te worden. De materialen waar de Module krib van gemaakt zijn, zijn onderhoudsvrij bij 10 normaal gebruik.
Het moge duidelijk zijn dat de verschillende aspecten genoemd in deze octrooiaanvrage gecombineerd kunnen worden en elk afzonderlijk in aanmerking kunnen komen voor een afgesplitste octrooiaanvrage.
15 Korte beschrijving van de figuren
In de bijgevoegde figuren is een uitvoeringsvorm van een krib volgens de uitvinding weergegeven waarin getoond wordt in:
Fig. 1 een perspectiefaanzicht; 20 fig. 2 een bovenaanzicht; fig. 3 een zijaanzicht van de krib van fig. 2; fig. 4 een aanzicht vanaf de kopse kant van de krib van fig. 2; fig. 5 een dwarsdoorsnede door een krib van fig. 2.
25 Beschrijving van uitvoeringsvormen
Fig. 1 toont een perspectiefaanzicht van een uitvoeringsvorm van een krib volgens de uitvinding. De krib 1 heeft een basislichaam 2 voorzien van een bekledingslaag 4 en op de kruin van het basislichaam 2 een rij schanskorven 3.
30 Figuur 2 toont een uitvoeringsvorm van een krib in bovenaanzicht, waarin te zien is dat een betonblokkenmat 4 zich uitstrekt vanaf de talud van het basislichaam. Op de kruin van het basislichaam zijn op afstand schanskorven 3 op een rij opgesteld.
14
In figuur 3 is een zijaanzicht getoond. Daarbij is te zien hoe de weerstandslicha-men, hier gevormd door schanskorven, een onderlinge tussenruimte hebben waardoor de stromingsweerstand in te stellen is.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede waarin duidelijk de relaties flauwe helling en 5 lage hoogte van het basislichaam 2 te zien is, en de bekleding 4 met relatief lage hydraulische ruwheid.
In figuur 5 is in doorsnede de mogelijkheden te zien waarmee de schanskorven te verankeren zijn in het basislichaam. Door het instellen van de breuksterkte kan bijvoorbeeld schade bij aanvaringen voorkomen worden. In de bovenste uitvoeringsvorm zijn 10 de schanskorven 3 voorzien van een breekpen. De bekledingslaag 4 is voorzien van daarin opgenomen delen die samenwerken met de breekpennen om de schanskorven op hun plaats te houden. Middels de breekpennen is de kracht waarmee de schanskorven van de ondergrond los komen nauwkeurig in te stellen. In de figuur daaronder is een alternatieve bevestiging van de schanskorven weergegeven. Daarbij zijn de schanskor-15 ven voorzien van een omgezette rand. Bij plaatsing op de bekleding 4 wordt de omgezette rand opgenomen in de tussenruimte tussen blokken in groeven van de blokken-mat. Daarmee is de schanskorf gezekerd tegen verschuiving, tot op zekere hoogte, maar blijft te desalniettemin mogelijk de schanskorf te verplaatsen, bijvoorbeeld door de schanskorf op te tillen.
20 Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding 25 2 00 1 034

Claims (21)

1. Krib die zich vanaf een oever in een rivier met een hoogwatemiveau en een laagwatemiveau uitstrekt, omvattende een basislichaam met een talud en met een kruin die lager is dan het hoogwatemiveau maar hoger dan het laagwatemiveau en op de kruin voorzien van een in hoofdzaak op een rij en op onderlinge afstand geplaatste stromingsweerstandslichamen, zoals schanskorven, waarbij de totale kribhoogte lager 10 is dan het hoogwatemiveau.
2. Krib volgens conclusie 1, waarbij de stromingsweerstandslichamen schanskorven omvatten.
3. Krib volgens conclusie 2, waarbij de schanskorven een metalen korf omvatten, gevuld met steenbrokken, zoals breuksteen.
4. Krib volgens conclusie 2 of 3, waarbij de schanskorven middels een verankering verbonden zijn met het basislichaam. 20
5. Krib volgens conclusies 1-4, waarbij de stromingsweerstandslichamen verankerd zijn aan het basislichaam zoals aan een betonblokkenmat.
6. Krib volgens conclusie 5, waarbij de stromingsweerstanslichamen verankerd 25 zijn middels een pen-gat verbinding of haakverbinding.
7. Krib volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het basislichaam een bekleding heeft met een lage hydraulische ruwheid, zoals een betonblokkenmat.
8. Krib volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de kern van het basisli chaam voorzien is van geotextiel. 2 00 1 0 34
9. Krib volgens conclusie 8, waarbij het basislichaam een geweven geotube gevuld met zand of zandmengsel omvat.
10. Krib volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de schanskorven onge-5 veer 1 -1,5 m hoog zijn.
11. Krib volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het basislichaam een ta-ludhelling heeft van ongeveer 1:6 tot 1:8.
12. Krib volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de onderlinge afstand van de stromingsweerstandslichamen instelbaar is voor het instellen van de stromings-weerstand van de krib.
13. Werkwijze voor het bouwen van een krib volgens één der voorgaande conclu- 15 sies, waarbij een geotextiel versterkt basislichaam gemaakt wordt die zich vanaf een oever in een water uitstrekt, het basislichaam bekleed wordt met de betonblokkenmat met een voor waterwerken lage hydraulische ruwheid, en op de kruin de zich op de kruin uitstrekkende rij stromingsweerstandslichamen geplaatst worden.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de krib ontworpen is met een basis lichaam met een talud en met een kruin die lager is dan het hoogwatemiveau maar hoger dan het laagwatemiveau en op de kruin voorzien is van een in hoofdzaak op een rij en op onderlinge afstand geplaatste stromingsweerstandslichamen, zoals schanskorven, waarbij de totale kribhoogte lager is dan het hoogwatemiveau. 25
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij de krib kan variëren in verschillende blokkeringpercentages door het plaatsen dan wel verwijderen van stromingsweerstandslichamen waardoor de mate van doorlatendheid aangepast kan worden aan de lokale omstandigheden en de te verwachten waterafvoer voor het variabel ver- 30 groten of verkleinen van de doorlatendheid en daardoor beheren van de vaarweg.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 13-15, waarbij de stromingsweerstandslichamen een modulair schanskorven systeem omvat en waarbij schanskorven verplaatst worden dan wel bijgeplaatst dan wel verwijderd worden, bijvoorbeeld door de schanskorf op te tillen.
17. Schanskorf, kennelijk bestemd en geschikt voor een krib volgens de voor- 5 gaande conclusies, in het bijzonder voorzien van bevestigingsdelen voor het bevestigen van de schanskorven op het kriblichaam.
18. Schanskorf volgens conclusie 17, waarbij de bevestigingsdelen zich aan de onderzijde van het kriblichaam uitstrekken en ingericht zijn om samen te werken met 10 voorzieningen in het kriblichaam.
19. Schanskorf volgens conclusie 18, waarbij de bevestigingsdelen een breekpen omvatten.
20. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
21. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijbehorende beschrijving omschreven en/of in de bijbehorende tekeningen getoonde kenmerkende stappen. 20 -o-o-o-o-o-o- 2001054
NL2001034A 2006-11-27 2007-11-27 Krib. NL2001034C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001034A NL2001034C2 (nl) 2006-11-27 2007-11-27 Krib.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000335 2006-11-27
NL2000335 2006-11-27
NL2001034A NL2001034C2 (nl) 2006-11-27 2007-11-27 Krib.
NL2001034 2007-11-27

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2001034A1 NL2001034A1 (nl) 2008-06-23
NL2001034C2 true NL2001034C2 (nl) 2008-09-08

Family

ID=39712768

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001034A NL2001034C2 (nl) 2006-11-27 2007-11-27 Krib.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2001034C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108951539A (zh) * 2018-09-14 2018-12-07 河海大学 一种根据水位自动调节高度的自升降式丁坝

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7213540A (nl) * 1972-10-06 1974-04-09
JPH06116922A (ja) * 1992-10-07 1994-04-26 Nippon Tetorapotsuto Kk 擬岩を用いた構造物の構築方法
JPH06212611A (ja) * 1993-01-18 1994-08-02 Taisei Corp 防波堤
RU2020200C1 (ru) * 1990-12-20 1994-09-30 Гергель Эдуард Саввич Берегозащитный волнолом
US5536112A (en) * 1995-03-16 1996-07-16 Oertel, Ii; George F. Breakwater generating apparatus and process for controlling coastal erosion
JPH10147921A (ja) * 1996-11-18 1998-06-02 Taisei Corp ケ−ソン防波堤の構造及び構築方法
JP2002021040A (ja) * 2000-07-06 2002-01-23 Hitachi Zosen Corp 防波堤
US20040120768A1 (en) * 2002-12-23 2004-06-24 Won-Hoi Yang Frame type breakwater

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7213540A (nl) * 1972-10-06 1974-04-09
RU2020200C1 (ru) * 1990-12-20 1994-09-30 Гергель Эдуард Саввич Берегозащитный волнолом
JPH06116922A (ja) * 1992-10-07 1994-04-26 Nippon Tetorapotsuto Kk 擬岩を用いた構造物の構築方法
JPH06212611A (ja) * 1993-01-18 1994-08-02 Taisei Corp 防波堤
US5536112A (en) * 1995-03-16 1996-07-16 Oertel, Ii; George F. Breakwater generating apparatus and process for controlling coastal erosion
JPH10147921A (ja) * 1996-11-18 1998-06-02 Taisei Corp ケ−ソン防波堤の構造及び構築方法
JP2002021040A (ja) * 2000-07-06 2002-01-23 Hitachi Zosen Corp 防波堤
US20040120768A1 (en) * 2002-12-23 2004-06-24 Won-Hoi Yang Frame type breakwater

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108951539A (zh) * 2018-09-14 2018-12-07 河海大学 一种根据水位自动调节高度的自升降式丁坝

Also Published As

Publication number Publication date
NL2001034A1 (nl) 2008-06-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Keller Channelization: environmental, geomorphic, and engineering aspects
JP6486284B2 (ja) 流体土砂堰き止め装置
Perillo Geomorphology of tidal courses and depressions
NL2001034C2 (nl) Krib.
Hey River processes and management
KR100296515B1 (ko) 하천의 어족자원과 양서류를 보호할 수 있는 친환경적인 하상 및 호안 부재와 이를 이용한 하상 및 호안의 시공 방법
KR100574741B1 (ko) 토목 섬유대를 이용한 다목적 생태여울시스템 및 그시공방법
Cotterell Fish passage in streams
JP2007023573A (ja) 河川用ブロック及び河川用ブロック堰
JP3566850B2 (ja) 杭を用いた床止め工法
JP2005282287A (ja) 水路式魚道ブロック
KR20110117857A (ko) 여울목 및 수중 도랑을 구비한 다단 생태하천 수중보와 그의 시공방법
O’Connor et al. Guidelines for fish passage at small structures. Arthur Rylah Institute for Environmental Research
Korpak Human impact on mountain streams and rivers
JPH06257126A (ja) 複合魚道ブロックとその複合魚道ブロックによる魚道構造 体とその魚道構造体の施工方法と魚道構造体とその魚道構 造体を含む他の水路構造体との結合構造体
JP2006037641A (ja) 水中生態系復元ブロック及びその設置構造
Rickard et al. River Weirs–Good Practice Guide Guide-Section A
Dorova Hydraulic Charactertistics Near Streamside Structures Along the Kenai River, Alaska
KR20100109171A (ko) 퇴사 방지용 가속수로가 형성된 하천
Nordlund Anadromous salmonid passage facility design
Pagliara et al. Urban stream restoration structures
Li How can landscape strategy make the unavailable coastal areas that are influenced by motorways more accessible?
Gilligan OPW INNOVATION TO ASSIST SUSTAINABLE WATER MANAGEMENT.
de Almeida Manso et al. Stability of linings by concrete elements for surface protection of overflow earthfill dams
REGION Anadromous Salmonid Passage Facility Design

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20080625

PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130601