NL2000986C2 - Injectiehulpgereedschap. - Google Patents

Description

Inj ectiehulpgereedschap

De uitvinding heeft betrekking op een injectiehulpgereedschap dat in het bijzonder geschikt is voor intradermale of intracutane injectie ten behoeve van bijvoorbeeld vaccinatie.

Het is voordelig om intradermaal te vaccineren. Ten op-5 zichte van vaccinaties die intramusculair of subcutaan worden gegeven, is een intradermale vaccinatie bijzonder effeciënt in het gebruik van de vaccinatiestoffen. Bij intradermale vaccinatie is een reductie mogelijk van het vaccin nodig dat op de conventionele wijze dient te worden toegediend. Nadelig aan het in-10 tradermale vaccineren is echter dat dit met de hand moeilijk uitvoerbaar is, langzaam verloopt en intensief is, zodat dit door een geoefend persoon slechts enkele malen achter elkaar valt uit te voeren.

Met de uitvinding is daarom beoogd een injectiehulpge-15 reedschap te verschaffen waarmee een intradermale injectie efficiënt en betrouwbaar gegeven kan worden, zonder dat daarbij bijzondere scholing vereist is van degene die de injectie toedient. Een verder oogmerk van de uitvinding is om een dergelijk injec-tiehulpgereedschap te verschaffen dat tegen lage prijs beschik-20 baar kan komen en handmatig bedienbaar is, zonder gebruik te hoeven maken van verdere hulpmiddelen.

Het injectiehulpgereedschap volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt door een of meer van de aangehechte octrooi-conclusies.

25 In een eerste aspect van de uitvinding is het injectie- hulpgereedschap gekenmerkt door een mondstuk voor plaatsing op een te injecteren huid, een op het mondstuk aansluitbaar of aangesloten vacumeerorgaan, en een met het mondstuk gekoppelde naaldgeleider voor geleiding van een injectienaald in hoofdzaak 30 evenwijdig aan de tijdens gebruik aan het mondstuk grenzende huid.

Met het injectiehulpgereedschap volgens de uitvinding is een door het gereedschap bepaalde en reproduceerbare injectie van een te injecteren huid mogelijk waarbij de kwaliteit van de 35 injectie persoonsonafhankelijk is, zodat geen bijzondere scholing vereist is van degene die de injectie toedient.

Door plaatsing van het mondstuk op de te injecteren huid en het vervolgens activeren van het vacumeerorgaan kan de 2 te injecteren huid in het mondstuk worden gezogen waarna de injectienaald op gecontroleerde wijze op een vooraf bepaalde diepte in de huid, die zich in het mondstuk bevindt, kan worden ingébracht .

5 Voor een betrouwbare werking van het injectiehulpge- reedschap volgens de uitvinding is het wenselijk dat de naaldge-leider een kanaal bevat voor geleiding van de injectienaald van buitenaf tot in het mondstuk, en dat het kanaal een afsluitmem-braan bezit. Hierbij dient het afsluitmembraan ertoe dat de ac-10 tivering van het vacumeerorgaan tot een effectieve opzuiging van de te injecteren huid in het mondstuk aanleiding vormt, en het kanaal van de naaldgeleider daarbij geen valse luchtweg vormt.

De betrouwbare en reproduceerbare werking van het in-jectiehulpgereedschap volgens de uitvinding is ermee gediend dat 15 het mondstuk een kamer omvat waarin de te injecteren huid althans ten dele opzuigbaar is door activering van het vacumeerorgaan, en dat het mondstuk in de kamer een referentiesteunvlak bezit voor de aldus opgezogen huid.

Voordelig is verder dat het referentiesteunvlak ten 20 minste een dit vlak begrenzende wand bezit, welke wand een ka-meropening begrenst die is ingericht om te plaatsen op een te injecteren huid. Hiermee wordt bereikt dat een vooraf bepaald gedeelte van de huid dat bepaald wordt door de grootte van de kameropening in de kamer kan worden gezogen.

25 Voor een effectieve afdichting en aansluiting van de wand die de kamer begrenst op de huid, is het voordelig dat de wand aan de voor plaatsing op de huid bestemde zijde is voorzien van een siliconenrand en/of naastliggende ribbels.

Een belangrijk aspect, van het injectiehulpgereedschap 30 volgens de uitvinding betreft dat de naaldgeleider in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het referentiesteunvlak. Hiermee wordt bereikt dat de injectie van de opgezogen huid vanaf de zijkant plaatsvindt, zodanig dat de te gebruiken injectienaald in hoofdzaak evenwijdig aan het gedeelte van de huid dat grenst aan het 35 mondstuk van het gereedschap, respectievelijk aan het referen-tievlak dat zich binnen de kamer bevindt, verloopt.

Een geschikte en eenvoudige wijze van uitvoering van het vacumeerorgaan is dat dit een handmatig bedienbare balg is.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toe-40 gelicht aan de hand van een de aangehechte octrooiconclusies niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld, en onder verwijzing naar de 3 tekening.

In de tekening toont: - figuur 1 het injectiehulpgereedschap volgens de uitvinding in een perspectivisch aanzicht; 5 - figuur 2 het injectiehulpgereedschap van figuur 1 in een zijaanzicht; - figuur 3a-3d het gebruik van het injectiehulpgereedschap volgens de uitvinding in diverse stadia van toepassing; en - figuur 4 een detail van het injectiehulpgereedschap 10 volgens de uitvinding.

In de figuren gebruikte gelijke verwijzingscijfers verwijzen naar dezelfde onderdelen.

In figuur 1 is in perspectivisch aanzicht het injectiehulpgereedschap 1 volgens de uitvinding getoond. Dit injectie-15 hulpgereedschap 1 omvat een mondstuk 2 voor plaatsing op een te injecteren huid, een op het monstuk 2 aansluitbaar of aangesloten vacumeerorgaan 3 en een met het mondstuk 2 gekoppelde naald-geleider 4 voor geleiding van een injectienaald, in hoofdzaak evenwijdig aan de huid die tijdens gebruik grenst aan het mond-20 stuk 2.

De naaldgeleider 4 omvat een kanaal 5 voor geleiding van de injectienaald van buitenaf tot in het mondstuk 2. In dit kanaal 5 is bij voorkeur ook een afsluitmembraan opgenomen dat doorsteekbaar is met de injectienaald en waarborgt dat bij acti-25 vering van het vacumeerorgaan, in het getoonde geval een balg 3, een onderdruk in het mondstuk 2 kan ontstaan zonder dat daarbij via het kanaal 5 valse lucht de opbouw van deze onderdruk in het mondstuk 2 zal voorkomen.

Figuur 2 laat duidelijk zien dat het mondstuk 2 een ka-30 mer 6 omvat waarin de te injecteren huid althans ten dele op- zuigbaar is door activering van het vacumeerorgaan 3, en dat het mondstuk 2 in de kamer 6 een referentiesteunvlak 7 bezit waartegen de opgezogen huid kan afsteunen.

Het referentiesteunvlak 7 is begrensd door ten minste 35 een op dit steunvlak 7 aansluitende wand 8 welke wand 8 een ka-meropening 9 begrenst die is ingericht om te plaatsen op een te injecteren huid.

Bij voorkeur is de wand 8 aan de voor plaatsing op de huid bestemde zijde 10 voorzien van een siliconenrand en/of 40 naastliggende ribbels. De wijze waarop dit dient te zijn uitgevoerd, behoeft voor de vakman geen verdere toelichting.

4

In figuur 2 is verder duidelijk getoond dat de naaldge-leider 4 in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het referentie-steunvlak 7.

Het gebruik van het injectiehulpgereedschap 1 volgens 5 de uitvinding laat zich eenvoudig illustreren onder verwijzing naar figuur 3a tot en met figuur 3d.

In figuur 3a is getoond dat een gebruiker 11 met een hand het injectiehulpgereedschap 1 boven een te injecteren huid 12 manoeuvreert.

10 In figuur 3b is getoond dat het. injectiehulpgereedschap 1 met een goeddeels ingedrukte balg 3 op te injecteren huid 12 is geplaatst waarbij een lichte mate van ontspanning van deze balg 3 heeft plaatsgevonden.

In figuur 3c is vervolgens getoond dat de balg 3 geheel 15 ontspannen is en de te injecteren huid 12 in de kamer 6 van het mondstuk 2 is gezogen en dat vervolgens een injectienaald 13 in positie is gebracht voor inbreng via het kanaal 5 van de naald-geleider 4.

In figuur 3d tenslotte is getoond dat de injectienaald 20 13 in de naaldgeleider 4 is ingebracht waarbij de naald door het kanaal 5 van de naaldgeleider 4 is gestoken, zodanig dat te bestemder plaatse een intradermale injectie van de te injecteren huid 12 kan worden uitgevoerd.

De kwaliteit van een dergelijke intradermale injectie 25 van bijvoorbeeld 0,1 ml van een vaccin is meetbaar doordat na uitvoering van de injectie een bobbel op de te injecteren huid 12 achter dient te blijven met een diameter van ten minste 6 mm. Deze bobbel trekt daarna na verloop van tijd weg.

Teneinde de kwaliteit van de intradermale injectie een-30 voudig te kunnen controleren, geniet het de voorkeur dat het injectiehulpgereedschap 1 volgens de uitvinding zoals figuur 4 toont, op het mondstuk 2 is uitgerust met een paar meetnokken 14 die een onderlinge afstand van circa 6 mm bezitten. De grootte van de injectiebobbel kan met behulp daarvan eenvoudig gecontro-35 leerd worden.

Claims (9)

1. Injectiehulpgereedschap (1) gekenmerkt door een mondstuk (2) voor plaatsing op een te injecteren huid, een op het mondstuk (2) aansluitbaar of aangesloten vacumeerorgaan (3), en een met het mondstuk (2) gekoppelde naaldgeleider (4) voor 5 geleiding van een injectienaald in hoofdzaak evenwijdig aan de tijdens gebruik aan het mondstuk (2) grenzende huid.

2. Injectiehulpgereedschap (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de naaldgeleider (4) een kanaal (5) bevat voor geleiding van de injectienaald van buitenaf tot in het 10 mondstuk (2), en dat het kanaal (5) een afsluitmembraan bezit.

3. Injectiehulpgereedschap (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het mondstuk (2) een kamer (6) omvat waarin de te injecteren huid althans ten dele opzuigbaar is door activering van het vacumeerorgaan (3), en dat het mondstuk (2) 15 in de kamer (6) een referentiesteunvlak (7) bezit voor de aldus opgezogen huid.

4. Injectiehulpgereedschap (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het referentiesteunvlak (7) ten minste een dit vlak begrenzende wand (8) bezit, welke wand (8) een kameropening 20 (9) begrenst die is ingericht om te plaatsen op een te injecteren huid.

5. Injectiehulpgereedschap (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de wand (8) aan de voor plaatsing op de huid bestemde zijde (10) is voorzien van een siliconenrand en/of 25 naastliggende ribbels.

6. Injectiehulpgereedschap (1) volgens een der conclusies 1-2, en een der conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de naaldgeleider (4) in hoofdzaak evenwijdig verloopt aan het referentiesteunvlak (7) .

7. Injectiehulpgereedschap (1) volgens een der conclu sies 1-6, met het kenmerk, dat het vacumeerorgaan een handmatig bedienbare balg (3) is.

8. Injectiehulpgereedschap (1) volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het mondstuk (2) is uitgerust met 35 meetnokken (14) op een onderlinge afstand ter grootte van een gemiddelde injectiebobbel.

9. Werkwijze voor het intradermaal injecteren, gekenmerkt door: - het door opzuigen, oplichten van een huidgedeelte; - het doorzetten van het opzuigen tot het huidgedeelte tegen een referentievlak rust; - het zijdelings injecteren van het opgezogen huidge- 5 deelte zodanig dat een daarbij gebruikte injectienaald in hoofdzaak evenwijdig aan het referentievlak is gericht; - het verwijderen van de injectienaald en het disconti-nueren van de opzuiging van het huidgedeelte.